NL8006479A - Schuifdak voor een voertuig. - Google Patents

Schuifdak voor een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL8006479A
NL8006479A NL8006479A NL8006479A NL8006479A NL 8006479 A NL8006479 A NL 8006479A NL 8006479 A NL8006479 A NL 8006479A NL 8006479 A NL8006479 A NL 8006479A NL 8006479 A NL8006479 A NL 8006479A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sliding
sliding panel
roof according
sliding roof
stop block
Prior art date
Application number
NL8006479A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vermeulen Hollandia Octrooien
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vermeulen Hollandia Octrooien filed Critical Vermeulen Hollandia Octrooien
Priority to NL8006479A priority Critical patent/NL8006479A/nl
Priority to GB8135545A priority patent/GB2090630A/en
Priority to DE19813146698 priority patent/DE3146698C2/de
Priority to FR8122262A priority patent/FR2495067B1/fr
Publication of NL8006479A publication Critical patent/NL8006479A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
    • B60J7/04Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels
    • B60J7/05Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels pivoting upwardly to vent mode and moving downward before sliding to fully open mode

Description

N/29.940-Jb/vD. - 1 -
Schuifdak voor een voertuig.
De uitvinding heeft betrekking op een schuifdak voor een voertuig met een dakuitsparing, voorzien van een stijf schuifpaneel, dat verplaatsbaar is verbonden met voorste en achterste glijschoenen, die verschuifbaar aan te bren-5 gen zijn op aan weerszijden van de dakuitsparing in het voertuig ondersteunde stationaire leidrails, waarbij het schuifpaneel met behulp van een, aan weerszijden in het schuifdak aangebrachte, met een bedieningssleuf uitgevoerde, nokkenplaat en een met deze bedieningssleuf in ingrijping 10 komende bedieningspen, vanuit de sluitstand in de dakuitsparing in een schuin achterwaarts omlaag hellende stand brengbaar is, waarin het schuifpaneel onder het vaste dak naar een geheel of gedeeltelijk geopende stand en terug verschuifbaar is, en voorts in een schuin achterwaarts omhoog 15 hellende ventilatiestand kan worden gebracht, terwijl aan weerszijden een in de langsrichting verplaatsbaar trek- en drukorgaan de verstelling van het schuifdak verzorgt.
In een bekende uitvoering van een dergelijk schuifdak is het schuifpaneel aan de voorzijde scharnierend met de voor-20 ste glijschoenen verbonden. Voorts zijn de beide nokkenplaten vast onder het schuifpaneel bevestigd, terwijl elk der beide bedieningspennen aan een achterste glijschoen is aangebracht. De trek- en drukorganen grijpen bij dit bekende schuifdak op de achterste glijschoenen aan.
25 Aan dit bekende schuifdak is het bezwaar verbonden, dat, indien het schuifpaneel vanuit de sluitstand in een achterwaarts schuin omhoog verlopende ventilatiestand moet worden gebracht, de achterste glijschoenen door de trek- en drukorganen naar voren moeten worden verplaatst, waarbij in 30 de stand van het schuifpaneel, waarin diens achterzijde maximaal is gelicht, de voorste en achterste glijschoenen het dichtst bij elkaar zijn gelegen, hetgeen de stabiliteit van de ondersteuning van het schuifpaneel in de stand, waarin het schuifpaneel juist het zwaarst is belast, minimaal doet zijn. 35 Hierdoor kan in de achterwaarts schuin omhoog hellende ventilatiestand van het schuifpaneel een klapperen optreden.
8 0 0 6 47 9 - 2 -
De onderhavige uitvinding beoogt een schuifdak van de in de aanhef genoemde soort zodanig uit te voeren, dat dit bezwaar op doeltreffende wijze wordt opgeheven.
Hiertoe wordt het schuifdak volgens de uitvinding 5 daardoor gekenmerkt, dat aan weerszijden de glijschoenen vast zijn bevestigd aan een onderframe, dat de betreffende nokkenplaat in de langsrichting verschuifbaar ondersteunt, waarbij de nokkenplaat een aangrijporgaan voor het aan de betreffende zijde gelegen trek- en drukorgaan bezit, terwijl 10 elk der beide bedieningspennen is bevestigd aan een bedie-ningsarm, die enerzijds met het betreffende onderframe en anderzijds met het schuifpaneel in verbinding staat.
Doordat volgens de uitvinding de voorste en achterste glijschoenen op vaste afstanden van elkaar zijn gelegen, 15 wordt bereikt, dat ook in de achterwaarts schuin omhoog hellende ventilatiestand van het schuifpaneel een stabiele ondersteuning hiervan wordt verkregen.
Bij het bekende schuifdak wordt voorts een blokkering van de bedieningspennen in de bedieningssleuven van de 20 nokkenplaten bewerkstelligd in de stand, waarin de bedieningspennen het schuifpaneel in de achterwaarts schuin omlaag hellende stand houden.Hierdoor wordt verhinderd, dat indien het schuifpaneel zich onder het vaste dak van het voertuig bevindt, een ongewild omhoog verplaatsen van het schuifpaneel 25 zou kunnen optreden. Hiertoe moet bij het bekende schuifdak een door de nokkenplaat gedragen tegenhouder met een stationair, zeer langgerekt blokkeerorgaan samenwerken.
Volgens de uitvinding wordt daarentegen voorgesteld, dat aan weerszijden het blokkeerorgaan verschuifbaar door het 30 betreffende onderframe is ondersteund en vanuit de blokkeer-stand naar de vrijgeefstand verplaatsbaar is door middel van een aan de betreffende zijde in het voertuig ondersteunbaar deblokkeerorgaan.
Volgens de uitvinding beweegt het blokkeerorgaan met 35 het onderframe mede, waardoor een zeer compacte en bedrijfs-zekere constructie wordt verkregen.
Hierbij kan aan weerszijden het onderframe met een dwarsgeleiding zijn uitgevoerd, waarin het betreffende, als een aanslagblok uitgevoerde, blokkeerorgaan verschuifbaar is 40 opgenomen, waarbij op dit aanslagblok een veer aangrijpt, die 8 00 6 47 9 - 3 - in de richting van de blokkeerstand van het betreffende aan-slagblok werkt.
In een eenvoudige uitvoering van het schuifdak volgens de uitvinding omvat aan weerszijden het deblokkeerorgaan 5 een pen, die met een schuine groef in het betreffende aan-slagblok in ingrijping komt en die de verplaatsing van dit aanslagblok vanuit de blokkeerstand naar de deblokkeerstand verzorgt.
Indien de pennen met de groeven in de aanslagblokken 10 in ingrijping zijn verhinderen zij tevens, dat de onderframes achterwaarts zouden kunnen bewegen, zonder dat de bedienings-pennen eerst de bedieningssleuven hebben doorlopen en hun onderste stand in deze bedieningssleuven hebben bereikt. Hierdoor wordt derhalve voorkomen, dat het zich in een ventilatie-15 stand bevindende schuifpaneel ongewild achterwaarts zou kunnen worden verplaatst, hetgeen tot beschadigingen aanleiding zou kunnen geven.
Met voordeel kan aan weerszijden de bedieningsarm scharnierend met het betreffende onderfrane zijn verbonden en 20 aan het andere uiteinde een pen dragen, die in een langssleuf van het schuifpaneel verstelbaar en verdraaibaar zijn opgenomen .
Hierbij kan het schuifpaneel aan weerszijden zijn bevestigd op een draagarm, die aan de achterzijde een omlaag 25 gebogen lip bezit, waarin de langssleuf is gevormd.
In een gunstige uitvoering van het schuifdak volgens de uitvinding omvat elk der beide onderframes een leidprofiel, dat een voorste U-vormig gedeelte bezit, waarin de betreffende voorste glijschoen is aangebracht en dat met een achterste 30 U-vormig gedeelte is uitgevoerd, waarin de betreffende achterste glij schoen is opgenomen, waarbij het tussen deze beide U-vormige gedeelten gelegen tussengedeelte van het leidprofiel L-vormig is.
Hierbij kan elk der beide onderframes een steunplaat 35 omvatten, die aan de buitenzijde van het leidprofiel is bevestigd en die met een langsgeleiding voor de betreffende nok-kenplaat en de dwarsgeleiding voor het betreffende aanslagblok is uitgevoerd, waarbij deze steunplaat voorts een scharnierpen ondersteunt, waarop het onderste uiteinde van de betreffende 40 bedieningsarm aangrijpt.
8006479 - 4 -
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van een schuifdak volgens de uitvinding weergeeft.
Fig. 1 is een doorsnede, gedeeltelijk in aanzicht, 5 van een uitvoering van het schuifdak volgens de uitvinding, waarbij het schuifpaneel zich in de sluitstand bevindt.
Fig. 2 is een met fig. 1 overeenkomende doorsnede, waarbij het schuifpaneel zich evenwel in de schuin achterwaarts omlaag hellende stand bevindt, waarin het naar achteren 10 onder het vaste dak naar de geheel of gedeeltelijk geopende stand en terug verschuifbaar is.
Fig. 3 is een met fig. 2 overeenkomende doorsnede, waarbij het schuifdak zich evenwel in de geopende stand bevindt en grotendeels onder het vaste dak is geschoven.
15 Fig. 4 is een met de fig. 1 en 2 overeenkomende doorsnede, waarbij het schuifpaneel evenwel zijn uiterste, schuin achterwaarts omhoog hellende, ventilatiestand inneemt.
Fig. 5 geeft een detail van fig. 1 op grotere schaal weer, waarbij het blokkeerorgaan zich in de vrijgeef-20 stand bevindt.
Fig. 6 is een bij fig. 5 behorend bovenaanzicht.
Fig. 7 geeft hetzelfde detail weer als fig. 5, waarbij het blokkeerorgaan zich evenwel in de blokkeerstand bevindt.
25 Fig. 8 is een bij fig. 7 behorend bovenaanzicht.
In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van een schuifdak volgens de uitvinding voor een voertuig, in het bijzonder voor een automobiel. Dit schuifdak omvat een stijf schuifpaneel 1, dat is samengesteld uit een bo-30 venplaat 2 en een daaronder gelegen geprofileerde verstij-vingsplaat 3.
In de in fig. 1 weergegeven sluitstand van het schuifdak sluit dit schuifpaneel 1 een dakuitsparing 4 in het vaste dak 5 van het voertuig af.
35 Aan het schuifpaneel 1 zijn met de rand van de dakuitsparing 4 samenwerkende afdichtprofielen 6 aangebracht.
Het schuifpaneel 1 is verplaatsbaar verbonden met aan weerszijden van de dakuitsparing 4 in het vaste dak 5 gelegen onderframes 7.
8006479 - 5 -
Daar de linkerhelft en de rechterhelft van het schuifdak eikaars spiegelbeeld vormen, zal in het volgende in het algemeen slechts één zijde van het schuifdak worden beschreven.
5 Elk van de beide onderframes 7 omvat een leidprofiel 8, dat is uitgevoerd met een aantal (in het weergegeven uit-voeringsvoorbeeld drie), glijschoenen 9, die verschuifbaar aan te brengen zijn op aan weerszijden van de dakuitsparing 4 door het montageframe 11 van het voertuig ondersteunde, sta-10 tionaire leidrails 10. Elk leidprofiel 8 bestaat, gezien van de achterzijde naar de voorzijde, uit een U-vormig gedeelte 8', waarin de betreffende achterste glijschoen 9 is aangebracht, een daarvoor gelegen L-vormig gedeelte 8'', dat een verhoogd middengedeelte 8''' omvat en een daarop aansluitend 15 voorste U-vormig gedeelte 8111^ waarin de betreffende middelste glijschoen 9 en de betreffende voorste glijschoen 9 zijn ondergebracht.
Elk van de beide onderframes 7 omvat een steunplaat 12, die aan de buitenzijde van het leidprofiel 8 is bevestigd. 20 Hiertoe is aan de binnenzijde van het verhoogde middengedeelte 8''' van het leidprofiel 8 een contraplaat 13 aangebracht, terwijl bevestigingsbouten 14 door opstaande sleuven in deze contraplaat 13, door gaten in het verhoogde gedeelte 81'* van het leidprofiel 8 en door gaten in de steunplaat 12 zijn ge-25 voerd en met moeren, die aan deze steunplaat 12 kunnen zijn bevestigd, samenwerken.
Aan weerszijden van het schuifdak is een scharnier-pen 15 passend door een gat in de contraplaat 13, door een opstaande sleuf in het verhoogde middengedeelte 8 *"' van het 30 leidprofiel 8 en door een opstaande sleuf in de steunplaat 12 gevoerd. Deze scharnierpen 15 is derhalve ten opzichte van het betreffende onderframe 7 in hoogterichting instelbaar. Op de scharnierpen 15 grijpt het onderste uiteinde van een bedie-ningsarm 16 aan. Deze bedieningsarm 16 omvat een omlaagstekend 35 been 16', dat een bedieningspen 17 draagt, waarvan de werking in het volgende nog nader zal worden toegelicht en is voorts uitgevoerd met een achterwaarts verlopend, gedeeltelijk binnenwaarts versprongen achterste einddeel 16' 1 . Dit achterste einddeel 16'' draagt aan zijn achterste uiteinde een pen 18, 8 00 6 47 9 - 6 - welke verstelbaar en verdraaibaar is opgenomen in een langs-sleuf 19, die is gevormd in een omlaaggebogen lip aan de achterzijde van een draagarm 20, welke aan de betreffende zijde tegen de onderkant van het schuifpaneel 1 is bevestigd.
5 Het schuifpaneel 1 wordt derhalve door de beide onderliggende draagarmen 20 aan weerszijden ondersteund.
Aan elk der beide draagarmen 20 is een hoekprofiel bevestigd, dat een met de langssleuf 19 in lijn liggende langssleuf bezit, welke eveneens met de betreffende pen 18 10 samenwerkt, teneinde een schranken van de bedieningsarm 16 te voorkomen.
Op elk der beide scharnierpennen 15 is een bus bevestigd, waarop een torsieveer 21 is gewikkeld, waarvan het ene uiteinde vast aan de betreffende steunplaat 12 is beves-15 tigd, terwijl het andere uiteinde aangrijpt op een rol 22, die aan een omlaaggebogen uiteinde van een middelste lip 23 van de betreffende draagarm 20 is bevestigd. Door deze tor-sieveren 21 wordt aan weerszijden een benedenwaarts gerichte veerkracht op het schuifpaneel 1 uitgeoefend, teneinde een 20 rammelen van dit schuifpaneel 1 tegen te gaan.
Aan weerszijden van het schuifpaneel 1 draagt het voorste gedeelte van het leidprofiel 8 een opstaande strip 24, waarop de onderste uiteinden van een korte voorste, naar voren en naar boven hellende, schalm 25 en een langere 25 achterste, eveneens naar voren en naar boven hellende schalm 26 scharnierend aangrijpen. Deze beide schalmen 25,26 zijn met hun bovenste uiteinden scharnierend verbonden met een aan de betreffende draagarm 20 gevormde, omlaagstekende voorste strip 27.
30 Aan elk der beide steunplaten 12 is een langsgelei- ding 29 gevormd, waarin een nokkenplaat 28 in de langsrich-ting verschuifbaar is opgenomen. Deze nokkenplaat 28 heeft een lijf 28', waarin een bedieningssleuf 30 is gevormd, waarmede de bedieningspen 17 aan de bedieningsarm 16 in ingrij-35 ping is.
Deze bedieningssleuf 30 heeft een middelste gedeelte 30', dat althans ongeveer horizontaal verloopt en evenwijdig is aan de leidrails 10, welke door het montageframe 11 worden gedragen. In de, in fig. 1 weergegeven sluitstand van het schuifpaneel 1, waarin dit schuifpaneel 1 de dakuitsparing 8 00 6 47 9 - 7 - 4 afsluit, bevinden de bedieningspennen 17 zich in dit middelste gedeelte 30' van de bedieningssleuven 30.
Aan het voorste uiteinde van dit middelste gedeelte 30' van elk der beide bedieningssleuven 30 sluit een schuin 5 naar voren en omlaag verlopend sleufgedeelte 30'1 aan, dat in een voorste stuitrand eindigt. Indien de bedieningspennen 17 deze voorste sleufgedeelten 30'1 doorlopen, worden de bedie-ningsarmen 16 omlaag verzwenkt, waardoor de draagarmen 20 het schuifpaneel 1 vanuit de sluitstand in een schuin achterwaarts 10 omlaaghellende stand brengen, waarin het schuifpaneel 1 onder het vaste dak 5 van het voertuig naar een geheel of gedeeltelijk geopende stand, en terug, kan worden verschoven (fig. 2 en 3) .
Op het achterste uiteinde van het middelste gedeel-15 te 30' van elk der beide bedieningssleuven 30 sluit een schuin naar achteren en omhoog verlopend sleufgedeelte 30111 aan, dat in een achterste stuitrand eindigt. Indien de bedieningspennen 17 deze achterste sleufgedeelten 30111 doorlopen, worden de be-dieningsarmen 16 omhoog verzwenkt, waardoor de draagarmen 20 20 het schuifpaneel 1 vanuit de sluitstand in een schuin achterwaarts omhoog hellende ventilatiestand brengen, waarin een achterste ventilatieopening 31, waarvan de grootte door de stand van de bedieningspennen 17 in de sleufgedeelten 30''' wordt bepaald, tussen het schuifpaneel 1 en het vaste dak 5 25 wordt vrijgegeven.
Iedere nokkenplaat 28 is voorts uitgevoerd met een aangrijporgaan 281 * voor een aan de betreffende zijde gelegen, in de langsrichting verplaatsbaar, trek- en drukorgaan 32, dat de verstelling van het schuifdak verzorgt. Als trek- en druk-30 orgaan 32 kan een trek- en drukkabel van bekend type worden benut. Deze trek- en drukkabels worden door een verplaatsings-mechanisme, dat bijvoorbeeld met de hand, mechanisch of elektrisch, bedienbaar is, op bekende, en derhalve niet nader toegelichte wijze, heen en weer verplaatst, waarbij ze derhalve 35 de nokkenplaten 28 meenemen.
Elk der beide steunplaten 12 is voorts uitgevoerd met een dwarsgeleiding 33, waarin een als een aanslagblok 34 uitgevoerd blokkeerorgaan in de dwarsrichting verschuifbaar is opgenomen. Op dit aanslagblok 34 grijpt een uiteinde van 8006479 - 8 - een veer 35 aan, die met zijn andere uiteinde aan het leid-profiel 8 is bevestigd. Deze veer 35 oefent een veerkracht op het aanslagblok 34 uit, die dit aanslagblok 34 in de richting van de blokkeerstand, d.w.z. in de richting naar de steunplaat 5 12 toe, drukt. In deze blokkeerstand van het aanslagblok 34 ligt deze in de baan van een voorste been 28''' van de nokken-plaat 28.
Aan de onderzijde van elk der beide aanslagblokken 34 is een groef 36 gevormd, welke in voorwaartse en buiten-10 waartse richting verloopt.
Voorts is aan weerszijden een deblokkeerorgaan 37 stationair aan het montageframe 11 bevestigd, dat is uitgevoerd met een deblokkeerpen 38. Indien het schuifpaneel 1 naar voren naar de sluitstand wordt verplaatst, komen deze pennen 15 38,kort voordat de sluitstand is bereikt, in ingrijping met de groeven 36 in de aanslagblokken 34, waardoor deze aanslagblokken 34, tegen de werking van de veren 35 in, buitenwaarts worden verschoven en buiten de baan van de voorste benen 28''f van de nokkenplaten 28 komen te liggen. Praktisch gelijktijd 20 dig hiermede komen de steunplaten 12 met een omgezette voorrand in ingrijping met aanslagen 39, welke aan de deblokkeer-organen 37 zijn gevormd en welke de voorste stand van de on-derframes 7 bepalen.
De nokkenplaten 28 kunnen evenwel door de trek- en 25 drukorganen 32 nog verder naar voren worden verplaatst, waarbij het schuifpaneel 1 in een schuin achterwaarts omhoog hellende ventilatiestand wordt gebracht. Uiteindelijk stuiten ook de voorste benen 28'M van de nokkenplaten 28 tegen de aanslagen 39 van de deblokkeerorganen 37, waardoor het schuif-30 paneel 1 zijn maximale helling heeft verkregen. In deze stand hebben de bedieningspennen 17 althans ongeveer, de achterste stuitrand van de bedieningssleuven 30 bereikt.
Elk deblokkeerorgaan 37 draagt voorts een beugel 40, die over het betreffende aanslagblok 34 komt te grijpen en dit 35 aanslagblok 34 tegen schranken beveiligt.
De beide leidprofielen 8 kunnen aan de achterzijde zijn verbonden door een, een goot vormend, profiel 41.
De werking van het in het voorgaande beschreven schuifdak volgens de uitvinding is als volgt: 8006479 - 9 -
In de in fig. 1 weergegeven sluitstand van het schuifdak, waarin het schuifpaneel I de dakuitsparing 4 afsluit, bevindt het aanslagblok 34 zich in de vrijgeefstand.
Indien door middel van de trek- en drukorganen 32, 5 die op de aangrijporganen 28'' van de nokkenplaten 28 aangrijpen, een achterwaartse verplaatsing van de nokkenplaten 28 wordt bewerkstelligd, zullen de bedieningspennen 17 de sleufgedeelten 30'1 doorlopen, waardoor de bedieningsarmen 16 zodanig verzwenken, dat het schuifpaneel 1 door de draagarmen 10 20 in de schuin achterwaarts omlaag hellende stand wordt gebracht.
Hierbij zullen de aanslagblokken 34 op het tijdstip, dat de bedieningspennen 17 althans ongeveer met de onderste stuitrand van de bedieningssleuven 30 in ingrijping 15 komen, door de voorste benen 28111 van de nokkenplaten 28 zijn vrijgegeven. Naarmate de onderframes 7 zich verder naar achteren bewegen, worden de aanslagblokken 34 binnenwaarts verplaatst, zodat deze aanslagblokken 34 onder invloed van de veren 35 de blokkeerstand bereiken, waarin een voorwaartse 20 verstelling van de nokkenplaten 28 ten opzichte van de betreffende steunplaten 12 wordt verhinderd (fig. 7 en 8).
Vanuit deze stand kan het schuifpaneel 1 door het in achterwaartse richting verplaatsen van de trek- en drukorganen 32 onder het vaste dak 5 van het voertuig worden gescho-25 ven, waardoor de dakuitsparing 4, afhankelijk van de verschui-vingsweg van het schuifpaneel 1, in meerdere of mindere mate wordt geopend (fig. 3).
Door het weer in voorwaartse richting aandrijven van de trek- en drukorganen 32 wordt het schuifpaneel 1 weer in 30 de richting van de sluitstand terugbewogen. De aanslagblokken 34 verzorgen zowel tijdens het openen als tijdens het sluiten van het schuifdak, dat de bedieningspennen 17 steeds hun onderste stand in de bedieningssleuven 30 in de nokkenplaten 28 blijven innemen, waardoor wordt voorkomen, dat het schuifpa-35 neel 1 met zijn achterkant ongewild omhoog zou kunnen worden verplaatst, hetgeen tot beschadigingen aanleiding zou kunnen geven.
Pas indien het schuifpaneel 1 bijna zijn voorste stand heeft bereikt, worden de aanslagblokken 34 met behulp 800 6 47 9 - 10 - van de deblokkeerpennen 38 van de deblokkeerorganen 37 naar de vrijgeefstand verplaatst, waarna praktisch gelijktijdig de steunplaten 12 met hun omgezette voorrand tegen de aanslagen 39 van de deblokkeerorganen 37 stuiten.
5 Hierna kunnen de nokkenplaten 28 nog verder voor waarts worden verplaatst, waarbij de bedieningspennen 17 de sleufgedeelten 30' zullen bereiken, waarin het schuifpaneel 1 weer de sluitstand inneemt.
Indien de trek- en drukorganen 32 nog verder voor-10 waarts worden versteld, zullen de bedieningspennen 17 de achterste sleufgedeelten 30''' doorlopen, waardoor het schuifpaneel 1 door het verstellen van de bedieningsarmen 16 en de hiermede in ingrijping zijnde draagarmen 20 in een schuin achterwaarts omhoog hellende ventilatiestand worden gebracht. 15 Uiteindelijk stuiten de voorste benen 28111 van de beide nokkenplaten 28 tegen de aanslagen 39 van de deblokkeerorganen 37, waardoor de maximale helling van het schuifpaneel 1 is bereikt.
Door het weer in achterwaartse richting aandrijven 20 van de trek- en drukorganen 32, kan het schuifpaneel 1 weer omlaag naar de sluitstand worden terugverplaatst.
Indien het schuifpaneel 1 een schuin achterwaarts omhoog hellende ventilatiestand inneemt, wordt door de samenwerkende deblokkeerpennen 38 en groeven 36 in de aanslagblok-25 ken 34 verhinderd, dat het schuifpaneel 1 achterwaarts zou kunnen worden verplaatst, voordat het schuifpaneel 1 zijn in fig. 2 weergegeven schuin achterwaarts omlaag hellende stand heeft bereikt.
Hierdoor wordt voorkomen, dat door een ongewilde 30 achterwaartse verplaatsing van het zich in de ventilatiestand bevindende schuifpaneel 1 een beschadiging van dit schuifpa^ neel 1, respectievelijk van het vaste dak 5 van het voertuig zou kunnen plaatsvinden.
Aan weerszijden van het schuifdak wordt door de 35 samenwerkende paren schalmen 25, 26, en paren strippen 24, 27 een stangenvierhoek gevormd, welke bewerkstelligt, dat bij het verplaatsen van het schuifpaneel 1 vanuit de sluitstand naar de schuin achterwaarts omhoog hellende ventilatiestand, de bovenste scharnierpunten van de schalmen 25, 26 naar boven en naar achteren worden verplaatst, zodanig, dat de voorzijde 800 6 47 9 - 11 - van het schuifpaneel 1 in het midden nagenoeg op zijn plaats blijft.
Dit is van bijzonder belang, indien de voorrand van het schuifpaneel 1, van bovenaf gezien, gebogen verloopt, 5 daar op deze wijze enerzijds een beschadiging van de voorste afdichting 6 bij het kantelen van het schuifpaneel 1 naar de schuin achterwaarts omhoog hellende ventilatiestand en terug wordt voorkomen, terwijl anderzijds wordt bereikt, dat de plaatsruimte onder het voorste gedeelte van het schuifpaneel 1 10 onaangetast blijft. Dit laatste is in het bijzonder van grote betekenis, indien een windscherm is toegepast, dat in de sluitstand van het schuifpaneel 1 onder dit schuifpaneel 1 moet worden opgenomen.
De uitvinding is niet beperkt tot het in de teke-15 ning weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kan worden gevarieerd.
8006479

Claims (16)

1. Schuifdak voor een voertuig met een dakuitspa-ring, voorzien van een stijf schuifpaneel, dat verplaatsbaar is verbonden met voorste en achterste glijschoenen, die verschuifbaar aan te brengen zijn op aan weerszijden van de dak-5 uitsparing in het voertuig ondersteunde stationaire leidrails, waarbij het schuifpaneel met behulp van een, aan weerszijden in het schuifdak aangebrachte, met een bedieningssleuf uitgevoerde, nokkenplaat en een met deze bedieningssleuf in ingrij-ping komende bedieningspen, vanuit de sluitstand in de dak-10 uitsparing in een schuin achterwaarts omlaag hellende stand brengbaar is, waarin het schuifpaneel onder het vaste dak naar een geheel of gedeeltelijk geopende stand en terug verschuifbaar is, en voorts in een schuin achterwaarts omhoog hellende ventilatiestand kan worden gebracht, terwijl aan weerszijden 15 een in de langsrichting verplaatsbaar trek- en drukorgaan de verstelling van het schuifdak verzorgt, met het kenmerk, dat aan weerszijden de glijschoenen vast zijn bevestigd aan een onderframe, dat de betreffende nokkenplaat in de langsrichting verschuifbaar ondersteunt, waarbij de nokken-20 plaat een aangrijporgaan voor het aan de betreffende zijde gelegen trek- en drukorgaan bezit, terwijl elk der beide bedie-ningspennen is bevestigd aan een bedieningsarm, die enerzijds met het betreffende onderframe en anderzijds met het schuifpaneel in verbinding staat.
2. Schuifdak volgens conclusie 1, waarbij aan weerszijden de nokkenplaat en de bedieningspen door een blokkeer orgaan ten opzichte van elkaar blokkeerbaar zijn in de stand, waarin het schuifpaneel schuin achterwaarts omlaag helt, met het kenmerk, dat aan weerszijden het 30 blokkeerorgaan verschuifbaar door het betreffende onderframe is ondersteund en vanuit de blokkeerstand naar de vrijgeef-stand verplaatsbaar is door middel van een aan de betreffende zijde in het voertuig ondersteunbaar deblokkeerorgaan.
3. Schuifdak volgens conclusie 2, m e t het 35 kenmerk, dat aan weerszijden het onderframe met een dwarsgeleiding is uitgevoerd, waarin het betreffende, als een 8 00 6 47 9 - 13 - aanslagblok uitgevoerde, blokkeerorgaan verschuifbaar is opgenomen, waarbij op dit aanslagblok een veer aangrijpt, die in de richting van de blokkeerstand van het betreffende aanslagblok werkt.
4. Schuifdak volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat aan weerszijden het deblokkeerorgaan een pen omvat, die met een schuine groef in het betreffende aanslagblok in ingrijping komt en die de verplaatsing van dit aanslagblok vanuit de blokkeerstand naar de deblokkeerstand ver-lOzorgt.
5. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan weerszijden de bedienings-arm scharnierend met het betreffende onderframe is verbonden en aan het andere uiteinde een pen draagt, die in een langs-15sleuf van het schuifpaneel verstelbaar en verdraaibaar is opgenomen.
6. Schuifdak volgens conclusie 5, m e t h e t kenmerk, dat het schuifpaneel aan weerszijden is bevestigd op een draagarm, die aan de achterzijde een omlaag gebo- 20gen lip bezit, waarin de langssleuf is gevormd.
7. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk der beide onderframes een leidprofiel omvat, dat een voorste U-vormig gedeelte bezit, waarin de betreffende voorste glijschoen is aangebracht en dat 25met een achterste U-vormig gedeelte is uitgevoerd, waarin de betreffende achterste glijschoen is opgenomen, waarbij het tussen deze beide U-vormige gedeelten gelegen tussengedeelte van het leidprofiel L-vormig is.
8. Schuifdak volgens conclusie 7, m e t het 30kenmerk, dat in het voorste U-vormige gedeelte van elk der beide leidprofielen nog een middelste glijschoen is aangebracht.
9. Schuifdak volgens conclusie 7 of 8, m e t het kenmerk, dat elk der beide onderframes een steun- 35plaat omvat, die aan de buitenzijde van het leidprofiel is bevestigd en die met een langsgeleiding voor de betreffende nok-kenplaat en de dwarsgeleiding voor het betreffende aanslagblok is uitgevoerd, waarbij deze steunplaat voorts een scharnierpen ondersteunt, waarop het onderste uiteinde van de betreffende 8006479 - 14 - bedieningsarm aangrijpt.
10. Schuifdak volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat het L-vormige gedeelte van het leidprofiel gedeeltelijk verhoogd is uitgevoerd en de scharnierpen door de 5 steunplaat, door het verhoogde gedeelte van het leidprofiel, alsmede door een met het verhoogde gedeelte verbonden contra-plaat is gevoerd.
11. Schuifdak volgens conclusie 9 of 10, m e t het kenmerk, dat aan weerszijden de scharnierpen ten 10 opzichte van het onderframe in hoogterichting instelbaar is.
12. Schuifdak volgens conclusie 9, 10 of 11, m e t het kenmerk, dat aan weerszijden op de scharnierpen een torsieveer is aangebracht, die aangrijpt op de, aan de betreffende zijde gelegen, draagarm en die een benedenwaarts ge- 15 richte veerkracht op het schuifpaneel uitoefent.
13. Schuifdak volgens één der conclusies 9-12, met het kenmerk, dat het deblokkeerorgaan een aanslag draagt, waarmede de voorrand van de steunplaat in de voorste stand van het onderframe in ingrijping komt en die te- 20 vens de voorste stand van de nokkenplaat bepaalt.
14. Schuifdak volgens conclusie 13, m e t het kenmerk, dat het deblokkeerorgaan een beugel draagt, die over het aanslagblok kan grijpen.
15. Schuifdak volgens één der voorgaande conclu- 25 sies, met het kenmerk, dat elk der beide draag- armen nabij de voorzijde is ondersteund door een, met het betreffende onderframe in verbinding staande, steunmechanisme, dat in tenminste één punt op de betreffende draagarm aangrijpt, welk punt bij het verplaatsen van het schuifpaneel vanuit de 30 sluitstand naar de schuin achterwaarts omhoog hellende venti-latiestand naar boven en naar achteren wordt verplaatst.
16. Schuifdak volgens conclusie 15, m e t het kenmerk, dat aan weerszijden het voorste gedeelte van het leidprofiel een strip draagt, waarop de onderste uitein- 35 den van een voorste, naar voren en naar boven hellende, schalm en een langere achterste, eveneens naar voren en naar boven hellende, schalm scharnierend aangrijpen, terwijl deze beide schalmen met hun bovenste uiteinden scharnierend zijn verbonden met een, met de betreffende draagarm vast verbonden, strip, 800 6 47 9 4> - 15 - waarbij de afstand tussen de scharnierpunten op de door het leidprofiel gedragen strip groter is dan de afstand tussen de scharnierpunten op de met de betreffende draagarm verbonden strip. 8006479
NL8006479A 1980-11-28 1980-11-28 Schuifdak voor een voertuig. NL8006479A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8006479A NL8006479A (nl) 1980-11-28 1980-11-28 Schuifdak voor een voertuig.
GB8135545A GB2090630A (en) 1980-11-28 1981-11-25 Sliding roof for vehicle
DE19813146698 DE3146698C2 (de) 1980-11-28 1981-11-25 Fahrzeugschiebedach
FR8122262A FR2495067B1 (fr) 1980-11-28 1981-11-27 Toit ouvrant pour vehicule

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8006479 1980-11-28
NL8006479A NL8006479A (nl) 1980-11-28 1980-11-28 Schuifdak voor een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006479A true NL8006479A (nl) 1982-06-16

Family

ID=19836252

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006479A NL8006479A (nl) 1980-11-28 1980-11-28 Schuifdak voor een voertuig.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3146698C2 (nl)
FR (1) FR2495067B1 (nl)
GB (1) GB2090630A (nl)
NL (1) NL8006479A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8205071A (nl) * 1982-12-30 1984-07-16 Vermeulen Hollandia Octrooien Schuifdak voor een voertuig.

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3311498A1 (de) * 1982-04-16 1983-10-20 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Hebeschiebedach
DE3311478A1 (de) * 1982-04-16 1983-10-27 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Hebeschiebedach
JPS596126A (ja) * 1982-07-02 1984-01-13 Honda Motor Co Ltd 車両用摺動式屋根構造
US4466657A (en) * 1982-09-27 1984-08-21 American Sunroof Corporation Lifter apparatus for pivotal-sliding roof panel assembly
DE3238454C2 (de) * 1982-10-16 1984-11-29 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Schiebedach für Fahrzeuge
DE3300308A1 (de) * 1983-01-07 1984-07-12 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebe-hebe-dach fuer kraftfahrzeuge
JPS59202934A (ja) * 1983-04-28 1984-11-16 Aisin Seiki Co Ltd 車両用可動屋根装置
NL186303C (nl) * 1983-05-06 1990-11-01 Vermeulen Hollandia Octrooien Dakconstructie voor een voertuig, waarbij een stijf paneel onder een vast dak en daarboven in een ventilatiestand is te brengen.
NL8301610A (nl) * 1983-05-06 1984-12-03 Vermeulen Hollandia Octrooien Open dakconstructie voor een voertuig.
JPS604419A (ja) * 1983-06-22 1985-01-10 Honda Motor Co Ltd スライデイングル−フ移動装置
DE3444522A1 (de) * 1984-10-02 1986-04-10 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Schiebehebedach
DE3442631A1 (de) * 1984-11-22 1986-05-22 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Schiebehebedach
DE3442600A1 (de) * 1984-11-22 1986-05-28 Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart Schiebehebedach
DE3570403D1 (en) * 1985-09-05 1989-06-29 Vermeulen Hollandia Octrooien Open roof construction for a vehicle
US4869548A (en) * 1986-03-10 1989-09-26 Ohi Seisakusho Company, Limited Sunroof apparatus for vehicle
NL8703036A (nl) * 1987-12-16 1989-07-17 Vermeulen Hollandia Octrooien Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig.
DE3840118A1 (de) * 1988-11-29 1990-05-31 Bayerische Motoren Werke Ag Sicherungseinrichtung an einem verstellbaren deckel eines fahrzeugdaches
FR2644113A1 (fr) * 1989-03-07 1990-09-14 Heuliez Henri France Design Mecanisme d'ouverture, de fermeture et d'entrebaillement d'un panneau mobile par rapport a une paroi fixe, en particulier destine a un toit ouvrant de vehicule automobile
NL9100972A (nl) * 1991-06-06 1993-01-04 Vermeulen Hollandia Octrooien Hef-schuifdak voor een voertuig.
DE9302762U1 (nl) * 1993-02-25 1993-04-15 Kelm, Eckehart, 8031 Gilching, De
JPH0740746A (ja) * 1993-07-29 1995-02-10 Aisin Seiki Co Ltd 車両用サンルーフ装置のチエツク機構
US6199944B1 (en) 1999-06-04 2001-03-13 Asc Incorporated Spoiler sunroof
DE10062718B4 (de) * 2000-12-15 2005-02-10 Cts Fahrzeug-Dachsysteme Gmbh Fahrzeugdach mit einem verschieblichen Deckelelement
EP1964702B1 (en) * 2001-04-03 2011-01-12 Inalfa Roof Systems Group B.V. Open roof construction for a vehicle
DE10348545C5 (de) 2003-10-20 2018-05-03 Webasto Ag Verstellmechanik zum Verlagern eines Deckels eines öffnungsfähigen Fahrzeugdaches
DE102005060065A1 (de) * 2005-12-15 2007-06-21 Arvinmeritor Gmbh Schiebedachsystem, insbesondere für ein Kraftfahrzeug
DE102017008902A1 (de) * 2017-09-22 2019-03-28 Webasto SE Lagervorrichtung eines Deckels an einem Fahrzeugdach

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2016492C3 (de) * 1970-04-07 1974-03-28 Ford-Werke Ag, 5000 Koeln Fahrzeugschiebedach mit Ausstellfunktion
DE2532187B2 (de) * 1975-07-18 1977-07-14 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebedach fuer kraftfahrzeuge
DE2827889C2 (de) * 1978-06-24 1981-11-19 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Blende zur Abdeckung des Spaltes zwischen Schiebedeckel und Rahmen eines Kfz-Schiebedaches
DE2839786C3 (de) * 1978-09-13 1981-12-17 Volkswagenwerk Ag, 3180 Wolfsburg Hebedach-Anordnung für ein Fahrzeug

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8205071A (nl) * 1982-12-30 1984-07-16 Vermeulen Hollandia Octrooien Schuifdak voor een voertuig.

Also Published As

Publication number Publication date
FR2495067A1 (fr) 1982-06-04
DE3146698A1 (de) 1982-06-09
DE3146698C2 (de) 1985-02-21
FR2495067B1 (fr) 1986-08-14
GB2090630A (en) 1982-07-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8006479A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL8006480A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL193611C (nl) Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
US4699421A (en) Sliding and lifting roof
NL8803010A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL8301608A (nl) Open dakconstructie voor een voertuig.
US4407541A (en) Sliding roof
NL9101707A (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL8303013A (nl) Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
NL8403710A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL1012646C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL8301274A (nl) Glijlijstgeleiding voor voertuigstoelen.
NL9100972A (nl) Hef-schuifdak voor een voertuig.
US4632449A (en) Sliding roof for vehicles
NL8602253A (nl) Schuifdak voor motorvoertuigen.
NL8200508A (nl) Schuif-hefdak voor motorvoertuigen.
NL9001686A (nl) Dakpaneelsamenstel voor een motorvoertuig.
NL8301610A (nl) Open dakconstructie voor een voertuig.
NL1011864C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL8500619A (nl) Luchtgeleidingsmechanisme voor een open dakconstructie, alsmede open dakconstructie uitgevoerd met dit luchtgeleidingsmechanisme.
NL1009071C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1012609C2 (nl) Vouwdak voor een voertuig.
NL1012052C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL8200250A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL8802552A (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
BI The patent application has been withdrawn