NL193611C - Schuifhefdak voor motorvoertuigen. - Google Patents

Schuifhefdak voor motorvoertuigen. Download PDF

Info

Publication number
NL193611C
NL193611C NL9000496A NL9000496A NL193611C NL 193611 C NL193611 C NL 193611C NL 9000496 A NL9000496 A NL 9000496A NL 9000496 A NL9000496 A NL 9000496A NL 193611 C NL193611 C NL 193611C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guide
sliding
steering
roof
coupling
Prior art date
Application number
NL9000496A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193611B (nl
NL9000496A (nl
Original Assignee
Rockwell Golde Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rockwell Golde Gmbh filed Critical Rockwell Golde Gmbh
Publication of NL9000496A publication Critical patent/NL9000496A/nl
Publication of NL193611B publication Critical patent/NL193611B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193611C publication Critical patent/NL193611C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
    • B60J7/04Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels
    • B60J7/05Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels pivoting upwardly to vent mode and moving downward before sliding to fully open mode
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes

Description

1 193611
Schuif hef dak voor een motorvoertuig
De uitvinding heeft betrekking op een schuifhefdak voor een motorvoertuig en voorzien van een stijf deksel, dat voor het verplaatsen ten opzichte van een bijbehorende, uitgesneden dakopening door voorste en 5 achterste glijeiementen zijdelings in aan een dakframe bevestigde geleidingsraiis wordt geleid, dat door op de achterste glijeiementen aangrijpende, bij uitoefening van een druk stijf blijvend verschuifbaar langs de geleidingsraiis geleide kabels wordt aangedreven, dat door met de voorste glijeiementen verbonden zwenklagers zwenkbaar om een horizontale, zich dwars op de verschuifrichting uitstrekkende as is gelagerd, en dat langs zijn zijranden is voorzien van daaraan bevestigde geleidingscoulissen, waarin met de achterste 10 glijeiementen verbonden geleidingsstiften reiken, waarbij aan weerszijden van het deksel nabij de achterste dakopeningsrand in de geleidingsraiis tegenover elkaar gelegen uitsparingen zijn aangebracht, waarin bij niet-verschoven deksel een grendelelement grijpt, dat verbonden is met een door de geleidingsrail verschuifbaar geleid, zich in het gebied van de achterrand van het deksel bevindend geleidingselement, waarbij voorts aan weerszijden van het deksel telkens een koppelingselement is aangebracht, waardoor bij 15 het uit de uitsparing treden van het grendelelement het achterste glijelement dwangmatig gekoppeld wordt met het naburige geleidingselement en waardoor bij het in de uitsparing treden van het grendelelement het achterste glijelement en het geleidingselement worden ontkoppeld.
Een dergelijk schuifhefdak is bekend uit het Duitse octrooischrift 3.300.308. Hierbij zijn de gedeelten, die de langgerekte geleidingssleuf van elke geleidingscoulisse vormen en in samenwerking met de bijbeho-20 rende, evenwijdig aan de geleidingsraiis bewogen geleidingsstift zorgen voor het sturen van de deksel-bewegingen en -standen, zodanig aangebracht, dat er tussen het begin en het einde van de geleidingssleuf een aanzienlijk hoogteverschil aanwezig is. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door het, uitgaande van het sluitgedeelte voorwaarts betrekkelijk steil omlaag hellende zwenkgedeelte (heffunctie) en anderzijds door het, uitgaande van het sluitgedeelte achterwaarts steil omhoog lopende, naar het eindgedeelte leidende 25 overgangsgedeelte. Het genoemde hoogteverschil resulteert in een geleidingscoulisse met aanzienlijke afmetingen in hoogterichting en zodoende in een ongewenst grote, de hoofdruimte in het voertuig nadelig beïnvloedende constructiehoogte voor het schuifhefdak. Hiertoe draagt tevens de omstandigheid bij, dat de geleidingsstift die de dekselbeweging bewerkstelligt, zodanig op het achterste glijelement is aangebracht, dat deze zich in alle standen van het deksel steeds boven de geleidingsrail en op aanzienlijke afstand 30 daarvan bevindt.
Doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuifhefdak van de in de aanhef omschreven soort, waarbij de constructiehoogte aanzienlijk kleiner is.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt door een dergelijk schuifhefdak zodanig uit te voeren, dat aan weerszijden van het deksel een stuurcoulisse is aangebracht, die het voorste glijelement star verbindt 35 met het geleidingselement, dat door de geleidingsstift is aangebracht aan het ene einde van een twee-armige stuurhefboom, waarvan het andere einde scharnierbaar is bevestigd aan het achterste glijelement, en dat aan de stuurhefboom tussen de beide einden daarvan een stuurstift is aangebracht, die in een stuursleuf van de stuurcoulisse grijpt.
Door het overeenkomstig de uitvinding aan elke dekselzijde aanbrengen van een stuurcoulisse met 40 bijbehorende stuurhefboom, die de geleidingscoulisse verbindt met het achterste glijelement, wordt de constructiehoogte aanzienlijk verminderd, doordat de hellende gedeelten van de coulissengeleidingen worden verdeeld over twee sleuven met tegengesteld hellende sleufgedeelten, te weten enerzijds de geleidingssleuf van de geleidingscoulisse en anderzijds de stuursleuf van de stuurcoulisse. Daardoor kunnen, met als direct resultaat een verminderde constructiehoogte, de overgangshoeken tussen de 45 afzonderlijke sleufgedeelten van de geleidingssleuf en de stuursleuf verhoudingsgewijs klein worden gehouden.
Bij een schuifhefdak, waarbij een met het deksel verbonden geleidingscoulisse voorzien is van een geleidingssleuf met een op de dekselzwenkbeweging afgestemd, betrokken op het deksel van achteren naar voren dalend zwenkgedeelte, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de 50 voorkeur, dat de stuurcoulisse en de geleidingscoulisse alsmede de met beide coulissen samenwerkende stuurhefboom zodanig zijn gerealiseerd, dat de stuursleuf voorzien is van een op de dekselzwenkbeweging afgesteld, van achteren naar voren oplopend zwenkgedeelte, en dat de geleidingssleuf in voorwaartse richting tot voorbij de stuursleuf uitsteekt, waarbij de stuurhefboom uitgaande van zijn zwenklager aan het achterste glijelement tot aan de geleidingsstift in voorwaartse richting oplopend is opgesteld.
55 Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de stuurcoulisse in voorwaartse richting tot voorbij het voorste glijelement is verlengd en aan zijn vooreinde via een het dekselzwenklager vormende lagerpen is verbonden met de geleidingscoulisse, wordt op voordeelbiedende wijze bereikt, dat 193611 2 de stuurcoulisse tezamen met de geleidingscoulisse het voorste dekselzwenklager vormt.
Een verdere vermindering van de constructiehoogte wordt verkregen, ais de geleidingscoulissen en de stuurcoulissen enerzijds en de geleidingsrails anderzijds in dwarsdoorsnede gezien naast elkaar zijn opgesteld, waarbij de geleidingscoulissen en de stuurcoulissen zich onder het deksel bevinden, terwijl de 5 geleidingsrails buiten de uitgesneden dakopening onder het vaste dakvlak van het motorvoertuig zijn aangebracht. Door deze maatregelen hoeft de met geleidingscoulisse samenwerkende geleidingsstift zich niet steeds in alle dekselstanden boven de geleidingsrails te bevinden.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is er in voorzien, dat het dakframe zowel de geleidingsrails alsook de geleidingscoulissen alsmede de stuurcoulissen ondersteunt, en dat de voorste 10 en achterste glijelementen alsmede de geieidingselementen zich in dwarsdoorsnede gezien uitstrekken vanaf hun geleidingsingrijping in de geleidingsrails tot aan de zich binnen de uitgesneden dakopening bevindende rand van het dakframe, waarlangs zij aanvullend verschuifbaar worden geleid. Deze maatregelen maken ondanks het naast elkaar plaatsen van de coulissen en de geleidingsrails een kantelingsvrije geleiding van de glijelementen en de geieidingselementen mogelijk.
15 Een bijzonder stabiele uitvoering van de stuurhefbomen, die het deksel in alle standen en onder alle rijomstandigheden een vaste stand verschaffen, wordt overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verkregen, als de stuurhefbomen elk vorkvormig uit twee hefboomdelen zijn gevormd, welke aan hun ondereinden onderling zijn verbonden door een voor de scharnierbare bevestiging aan het achterste glijelement dienst doende lagerpen, welke voorts ongeveer in het midden van hun lengte in tegengestelde 20 richtingen buitenwaarts gerichte en met elkaar strokende stuuruitsteeksels dragen, die tezamen de stuurstift vormen, en welke aan hun boveneinden zijn voorzien van naar elkaar toegekeerde en met elkaar strokende geleidingsuitsteeksels, die tezamen de geleidingsstift vormen.
Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de geleidingscoulissen telkens tussen de hefboomdelen van de stuurhefboom zijn aangebracht en twee gespiegeld aangebrachte, naar opzij open 25 helften van de geleidingssleuf bevatten, die onderling door een verstijvingsrand zijn gescheiden, en waarin de geleidingsuitsteeksels grijpen, en dat de stuurcoulissen telkens zijn verdeeld in twee op afstand tegenover elkaar gelegen helften waartussen zich de stuurhefboom bevindt en die gespiegeld aangebrachte helften van de stuursleuf bevatten, waarin de stuuruitsteeksels grijpen, kunnen door de vorkvormige uitvoering van de stuurhefbomen zowel de geleidingscoulissen als de stuurcoulissen ondanks de langge-30 rekte uitvoering van hun sleuven zodanig worden uitgevoerd, dat deze sleuven zich niet door de coulissenlichamen heen uitstrekkend hoeven te worden uitgevoerd, waardoor de geleidingscoulissen en de stuurcoulissen in staat zijn om ook aanzienlijke krachten dwars op de sleufrichtingen op te nemen zonder dat zich enige sleufverwijdering voordoet.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is er in voorzien, dat de helften van de 35 stuurcoulisse zijn bevestigd aan een coulissendrager, die op zijn beurt is bevestigd aan het voorste glijelement en het geleidingselement, waarbij de zwenklagerpen door het voorste einde van de coulissendrager heen reikt. Een dergelijke coulissendrager maakt een zeer stabiele en tegen buiging stijve verbinding mogelijk tussen de voorste glijelementen en de geieidingselementen, zodat bij de materiaalkeuze voor de, de stuursleuven vormende stuurcoulissen minder acht hoeft te worden geslagen op de stabiliteitseisen.
40 Bij een schuifhefdak, waarbij een twee-armige hefboom, die zwenkbaar is gelagerd aan het geleidingselement, is uitgevoerd als grendelelement en koppelelement, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de twee-armige hefboom voor het zwenken in een ongeveer horizontaal vlak is aangebracht, waarbij de ten behoeve van het grendelelement aangebrachte uitsparing zich in een loodrechte flens van de geleidingsrail bevindt. Door deze maatregelen vergen de aan 45 elke dekselzijde aangebrachte hefboom en bijbehorende elementen slechts een geringe inbouwhoogte; dit in tegenstelling tot bij de bekende, in een verticaal vlak zwenkbaar gelagerde hefboom.
Bij een haakvormig uitgevoerd koppelelement is een bijzonder effectieve opstelling te realiseren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding bij het koppelelement in het achterste glijelement een corresponderend gevormde koppeluitsparing is aangebracht, waarbij het koppelelement en 50 de koppeluitsparing zijn voorzien van samenwerkende geleidingsvlakken voor de ontgrendelende zwenk-beweging van de twee-armige hefboom alsmede van samenwerkende koppelvlakken voor het kracht-overbrengend meenemen van het geleidingselement bij het in de sluitrichting verschuiven van het achterste glijelement.
Opgemerkt wordt, dat uit het Amerikaanse octrooischrift 4.403.805 een stuurhefboom die schamierbaar is 55 verbonden met het achterste glijelement, op zich bekend is bij een schuifhefdak, waarbij de stuurhefboom voorzien is van ten minste een stuurstift die grijpt in een stijf met het deksel verbonden stuursleuf.
Verder is uit het Japanse octrooischrift 61-287.818 en het bijbehorende uittreksel, en meer in het 3 193611 bijzonder uit de figuren 11, 13 en 14, op zich de toepassing van een U-vormige stuurhefboom bij een zonnedak voor een voertuig bekend, waarbij de twee benen van de U-vorm aan hun ondereinde zijn verbonden door een lagerpen, die door middel van rollen in aan twee zijden aangebrachte sleuven kan rollen.
5 Tot slot is uit de Duitse octrooiaanvrage 3.707.644, en meer in het bijzonder uit figuur 8, op zich een stuurcoulisse met twee op afstand van elkaar gelegen helften bekend, waarbij zich tussen de helften een stuurhefboom bevindt en de helften voorzien zijn van gespiegeld aangebrachte helften van een stuursleuf, waarin stuuruitsteeksels van de stuurhefboom grijpen.
10 In hetgeen thans volgt, wordt een uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening, nader toegelicht.
Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van het dak van een personenautomobiel met daaraan aangebracht schuifhefdak, waarvan het deksel in de openingsrichting verschoven is weergegeven; figuur 2 is een afgebroken en gedeeltelijk opengebroken bovenaanzicht van de, ten opzichte van de 15 rijrichting linkerzijde van de, in tegenstelling met de volgende doorsnedefiguren zonder deksel weergegeven sch uif hefdakconstructie; figuur 3 is een dwarsdoorsnede volgens de geknikte snijlijn lll-lll in figuur 2; figuur 4 is een langsdoorsnede volgens de lijn IV—IV in figuur 3 bij gesloten deksel; figuur 5 is een met figuur 4 corresponderende langsdoorsnede, doch bij in de beluchtingsstand geheven 20 deksel; figuur 6 is een met figuur 4 corresponderende langsdoorsnede, doch bij neergelaten deksel vóór het begin van de verschuiving in de openingsrichting; figuur 7 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn VII—Vil in figuur 2; figuur 8 is een dwarsdoorsnede volgens de geknikte doorsnedelijn VIII—VIII in figuur 2; en 25 figuur 9 is een dwarsdoorsnede volgens de tweemaal geknikte snijlijn IX—IX in figuur 2.
De afgebroken weergegeven langsdoorsnedefiguren 4-6 zijn ten opzichte van de eveneens afgebroken weergegeven dwarsdoorsnedefiguren 3 en 7-9 alsmede het bovenaanzicht volgens figuur 2 op kleinere schaal afgebeeld.
30 Het in figuur 1 weergegeven voertuigdak 10 bevat in zijn voorste bereik een uitgesneden dakopening 11, welke kan worden afgesloten door een daaraan toegevoegd, stijf deksel 12. De voorwaartse rijrichting van het voertuig is met pijl 13 aangegeven. De betitelingen "vooraan, achteraan, links en rechts” hebben telkens betrekking op een ingenomen positie gezien in de voorwaartse rijrichting volgens pijl 13. Van de schuifhef-dakconstructie zijn de linker- en rechterzijde in hoofdzaak volgens eikaars spiegelbeeld uitgevoerd, zodat in 35 hetgeen volgt slechts de in de figuren 2-9 weergegeven linkerzijde nader wordt beschreven, aangezien de rechterzijde overeenkomstig is uitgevoerd.
Blijkens het bovenaanzicht overeenkomstig figuur 2 en de verschillende dwarsdoorsnede- en langsdoorsnedefiguren omvat het schuifhefdak in hoofdzaak de volgende bouwgroepen en elementen: Een algemeen met het verwijzingscijfer 14 aangeduid dakframe, een daaraan bevestigde geleidingsrail 15, een 40 langs de geleidingsrail verschuifbaar geleid, voorste glijelement 16, een eveneens langs die geleidingsrail verschuifbaar geleid achterste glijelement 17, een via een meenemer 18 op het achterste glijelement 17 aangrijpende, bij uitoefening van druk stijf in één van de beide geleidingskanalen 19 van de geleidingsrail 15 geleid en van een schroefdraadwikkeling voorziene kabel 20, waarmee in het voorste bereik van het dakframe 14 een, door een handkruk of elektromotor aangedreven (niet-weergegeven) rondsel in ingrijping 45 is, een met het voorste glijelement 16 verbonden zwenkleger 21, dat een horizontale, dwars op de verschuivingsrichting van het deksel 12 verlopende zwenkas 22 voor het deksel 12 vormt, een langs de zijrand van het deksel 12 via telkens een voorste en een achterste bevestigingshoekstuk 23 aan het deksel 12 bevestigde geleidingscoulisse 24, een, in een geleidingssleuf 25 van de geleidingscoulisse 24 ingrijpende geleidingsstift 26, een in de nabijheid van de achterste dakopeningsrand in de geleidingsrail 15 aange-50 brachte uitsparing 27 voor een, aan een twee-armige hefboom 28 aangebracht, door het innemen van een ligplaats-grendelend element 29, een in het bereik van de achterrand van het deksel 12 verschuifbaar langs de geleidingsrail geleid en een legering voor de twee-armige hefboom 28 vormend geleidingselement 30, een aan het geleidingselement bevestigd en bij gesloten deksel onder de achterste randspleet grijpende watergeleidingsplaat 31, een aanvullend op het element 29 aan de twee-armige hefboom 28 aangebracht 55 koppelelement 32, dat op nog nader te beschrijven wijze met het naburige, achterste glijelement 17 gedwongen koppelbaar en ontkoppelbaar is, een, algemeen met het verwijzingscijfer 33 aangeduide stuurcoulisse, een twee-armige stuurhefboom 34 en een aan de stuurhefboom 34 aangebrachte en in een 193611 4 stuursleuf 35 van de stuurcoulisse 33 grijpende stuurstift 36. De in het voorgaande opgesomde bouw-groepen en bouwelementen van het schuifhefdak zullen in hetgeen thans volgt nader gedetailleerd worden toegelicht.
Voor het vormen van de uitgesneden dakopening 11 is het plaatmateriaal van het voertuigdak 10 aan 5 alle vier zijden van die opening haaks omlaag omgezet en voorwaarts alsmede rechts en links met een omgezette rand gelegd om een loodrecht omlaag gerichte rand 37 van een, aan het voertuigdak 1Ó bevestigd montagetrame 38. Dat montageframe 38 en een geleidingsframe 39 vormen tezamen het dakframe 14. De zich onder het voertuigdak 10 bevindende geleidingsrail 15 is met een zijflens 40 gelegd tussen corresponderende zijflenzen 41 en 42 van het montageframe 38, resp. van het geleidingsframe 39 10 en daaraan, bij het verwijzingscijfer 43 door middel van een schroefverbinding bevestigd. Het deksel 12 is bij het uitvoeringsvoorbeeld een plaatmetalen deksel, doch kan ook als glazen deksel zijn uitgevoerd. Op de aan alle zijden aanwezige en omlaag gerichte omgezette rand van dat deksel is een randspleetafdichtprofiel 44 opgestoken, dat bij gesloten deksel (figuren 3 en 4 alsmede 7-9) afdichtend aanligt tegen de loodrecht omlaag omgezette rand van het voertuigdakplaatmateriaal. Eventueel toch nog via de randspleet binnendrin-15 gend water wordt opgevangen door het in zijn geheel kanaalvormig uitgevoerde geleidingsframe 39 en via daarop aangesloten (niet-weergegeven) waterafvoerleidingen afgevoerd. Het deksel 12 is aan zijn onderzijde voorzien van een dekselversterking 45, waaraan de bevestigingshoekstukken 23 voor de geleidingscoulisse 24 zijn bevestigd.
Blijkens de figuren 2 en 4-6 is de stuurcoulisse 33 tot voorbij het voorste glijelement 16 voorwaarts 20 verlengd en is aan zijn vooreinde via een, het dekselzwenkleger 21 vormende zwenklegerpen 46 met het vooreinde van de geleidingscoulisse 24 verbonden. Uit figuur 5 blijkt de maximaal uitgezwenkte stand van het deksel 12, waarbij dat deksel om de zwenklegerpen 46 voor het vormen van een ventilatiespleet 47 tussen de achterrand van het deksel 12 en de achterrand van de dakopening 11 omhooggezwenkt is. Zoals bijvoorbeeld figuur 3 verduidelijkt, bevinden zich de geleidingscoulisse 24 en de stuurcoulisse 33 opzij naast 25 de geleidingsrail 15 en onder het deksel 12.
Zoals verder blijkt uit de figuren 3 en 7-9 hebben het voorste glijelement 16, het achterste glijelement 17 en het geleidingselement 30 met elkaar overeen, telkens met een daarmee vast verbonden geleidingsplaat 48, resp. 49, resp. 50 een zodanige geleiding in tegenovergelegen geleidingsbanen 51 van de geleidingsrail 15 met tussenvoeging van glijschoenen 52 uit de wrijving verminderend materiaal te vormen, dat zij daarin 30 verschuifbaar zijn. Aanvullend op deze geleidingsingrijping met de geleidingsrail 15 hebben het voorste glijelement 16, het achterste glijelement 17 en het geleidingselement 30 een geleiding langs een zich in het inwendige van de dakopening 11 bevindende rand 53 van het geleidingsframe 39 telkens met een groef 54 zodanig dat verkanting onmogelijk is.
In hetgeen volgt wordt nu eerste, onder verwijzing naar de figuren 4-6 de uitvoering van de geleidings-35 coulisse 24 en van de stuurcoulisse 33 nader beschreven. Zoals speciaal blijkt uit figuur 5 is de geleidings-sleuf 25 van de geleidingscoulisse 24 in hoofdzaak uit een zwenkgedeelte 54, een sluitstandgedeelte 55, een overgangsgedeelte 56 en een eindgedeelte 57 samengesteld. Bij gesloten deksel 12, zoals aangegeven (in figuur 4) loopt het, aan de dekselzwenkbeweging toegevoegde, bijbehorende zwenkgedeelte 54 van achteren naar voren af. Het overgangsgedeelte 56, dat zorg draagt voor de dalende beweging van de 40 dekselachterrand, loopt daarentegen van voren naar achteren op. Aan het einde van de dalende beweging en tijdens de verschuivende bewegingen bij het openen en het sluiten van het deksel 12 bevindt zich de geleidingsstift 26 in het eindgedeelte 57.
De stuursleuf 35 van de stuurcoulisse 33 bevat daarentegen een van achteren naar voren oplopend, aan de dekselzwenkbeweging toegevoegd, bijbehorend zwenkgedeelte 58 en een, aan de van de dekselsluit-45 stand uitgaande neerwaartse dekselbeweging toegevoegd, bijbehorend overgangsgedeelte 59, dat van voren naar achteren daalt, zoals eveneens het duidelijkst uit figuur 5 blijkt. Het op het overgangsgedeelte 59 aansluitende, naar achteren toe open gedeelte 60 doet dienst voor de montage van het schuifhefdak. Zoals uit de tekening blijkt, steekt de geleidingssleuf 25 in voorwaartse richting uit voorbij de stuursleuf 35, hetgeen overeenkomt met de richting van de stuurhefboom 34, welke uitgaande van zijn zwenkleger 61 aan 50 het achterste glijelement 17 tot de geleidingsstift 26 in alle dekselstanden naar voren oplopend is aangebracht. Bij het uitvoeringsvoorbeeld zijn de geleidingscoulisse 24, de stuurcoulisse 33 en de stuurhefboom 34 op speciale wijze telkens tweezijdig uitgevoerd, zoals in hetgeen volgt onder verwijzing speciaal naar de figuren 3 en 5 nader wordt beschreven. De stuurhefboom 34 is vorkvormig uit een tweetal hefboomdelen 34a en 34b gevormd, welke aan het ondereinde door een legerpen 62 met elkander zijn verbonden. De 55 legerpen 62 reikt dóór een opgezette rand 63 van het, uit een tweetal delen samengestelde achterste glijelement 17. Op deze wijze wordt het zwenkleger 61 gevormd. Ongeveer in het midden van de lengte van de hefboomdelen 34a en 34b zijn in tegengestelde richtingen buitenwaarts gerichte en met elkaar strokende 5 193611 stuuruitsteeksels 36a en 36b bevestigd, welke tezamen de stuurstift 36 vormen. Aan hun boveneinden bevatten de hefboomdelen 34a en 34b naar elkander toegekeerde en met elkaar strokende geleidings-uitsteeksels 26a en 26b, welke tezamen de geleidingsstift 26 vormen.
De geleidingscoulisse 24 is aangebracht tussen de hefboomdelen 34a en 34b van de stuurhefboom en 5 bevat een tweetal volgens eikaars spiegelbeeld aangebrachte opzij open helften 25a en 25b van de geleidingssleuf 25, welke door een verstijvingswand 64 van elkander zijn gescheiden. De geleidings-uitsteeksels 26a en 26b grijpen elk in de naburige helften 25a resp. 25b van de geleidingssleuf 25 zodanig in dat zij daarin verschuifbaar zijn. De stuurcoulisse 33 is opgedeeld in een tweetal op afstand tegenover elkaar gelegen helften 33a en 33b, waartussenin zich de stuurhefboom 34 bevindt. De helften 33a en 33b 10 van de stuurcoulisse 33 bevatten volgens eikaars spiegelbeeld aangebrachte helften 35a en 35b van de stuursleuf 35, waarin de stuuruitsteeksels 36a resp. 36b zodanig ingrijpen dat zij daarin verschuifbaar zijn. De helften 33a en 33b van de stuurcoulisse 33 zijn bevestigd in een langgerekte coulissendrager 65, welke ook bovenaan en onderaan om die helften van de stuurcoulisse grijpt, waardoor verwijdingen in dwarse richting van de stuursleufhelften 35a en 35b door inwerking van dwars op de stuurcoulisse 33 gerichte 15 krachten zijn uitgesloten. De coulissendrager 65 vormt de stijve verbinding tussen het voorste glijelement 16 en het geleidingselement 30 waaraan die drager is bevestigd. De zwenklegerpen 46 reikt dóór het voorste, toelopende einde (figuur 2) van de coulissendrager 65.
De tussen het achterste glijelement 17 en het naburige geleidingselement 30 werkzame koppelinrichting wordt in hetgeen volgt onder verwijzing naar de figuren 2, 8 en 9 nader beschreven. De twee-armige 20 hefboom 28, welke aan één einde het haakachtig uitgevoerde koppelelement 32 en aan zijn andere einde het als rol uitgevoerde door het innemen van een ligplaats-grendelend element 29 draagt, is zwenkbaar gelegerd aan een verticaal georiënteerde tap 66 en wordt door een schroefdraaiveer 67 in de klokwijzer-richting, dat wil zeggen in de zin van een grendelende ingrijping van het element 29 in de uitsparing 27 van de geleidingsrail 15 voorgespannen. De uitsparing 27 bevindt zich in een loodrechte flens 68 van de 25 geleidingsrail 15, waarlangs het rolachtige, door het innemen van een liplaats-grendelend element 29 bij verschuivingen van het deksel 12 afrolt, wanneer het deksel zich niet in zijn voorste, in de figuren 2, 8 en 9 weergegeven, vergrendelende stand bevindt.
Voor het haakachtig uitgevoerde koppelelement 32 is in het achterste glijelement 17 een corresponderend gevormde koppeluitsparing 69 aangebracht. Aan dat koppelelement 32 en de koppeluitsparing 69 is 30 voorzien in samenwerkende geleidingsvlakken 70, resp. 71, welke bij de ontgrendelende zwenkbeweging van de twee-armige hefboom 28 langs elkander glijden. Voorts is aan het koppelelement 32 en aan de koppeluitsparing 69 voorzien in samenwerkende koppelvlakken 72, resp. 73, welke dienst doen voor het krachtoverbrengend aansluitend meenemen van het geleidingselement 30 bij het in de sluitrichting verschuiven van het achterste glijelement 17.
35 In het onderstaande wordt de wijze van werken van het schuifhefdak, uitgaande van de in figuur 2 weergegeven, gesloten stand van de voor het functioneren van het dak bestemde delen kort toegelicht. Wanneer het de bedoeling is dat het deksel uit zijn sluitstand volgens figuur 2 tot in een naar boven uitgezette zwenkstand wordt geheven, wordt de kabel 20 door de daarmee krachtoverbrengend aansluitend verbonden (niet weergegeven) aandrijfinrichting voorwaarts verschoven en neemt daarbij het achterste 40 glijelement 17 mee. Aangezien hierbij het door het innemen van een ligplaats-grendelend element 29 in de uitsparing 27 grendelend een ligplaats inneemt, blijven het geleidingselement 30, de stuurcoulisse 33 en het voorste glijelement 16 op hun plaats, dat wil zeggen stationair. De opwaarts gerichte uitzwenkbeweging van het deksel 12 begint onmiddellijk, nadat de geleidingsstift 26 uit het sluitstandgedeelte 55 het zwenkgedeelte 54 van de geleidingssleuf 25 binnengetreden is. Bij de zwenkbewegingen verplaatst zich de geleidingsstift 45 26 in het zwenkgedeelte 54 van de geleidingssleuf 25 in voorwaartse richting, terwijl zich tegelijkertijd de stuurstift 36 in het zwenkgedeelte 58 van de stuursleuf 35 voorwaarts verplaatst. Hierdoor wordt het deksel 12 traploos naar boven uitgezwenkt. Bij het weer inzwenken van het uitgezette deksel 12 geschiedt de volgens figuur 5 uitgaande bewegingsafloop tot het bereiken van de posities van de aan het functioneren deelnemende delen volgens de figuren 2 en 4 in omgekeerde richting.
50 Wanneer het daarentegen de bedoeling is, het gesloten deksel uitgaande van de standen van de voor het functioneren van dat deksel belangrijke delen volgens de figuren 2 en 4 in openingsrichting te verschuiven, wordt de kabel 20 achterwaarts gericht aangedreven, waarbij de geleidingsstift 26 in het overgangs-gedeelte 56 van de geleidingssleuf 25 achterwaarts glijdt, terwijl tegelijkertijd de stuurstift 36 in het overgangsgedeelte 59 van de stuursleuf 35 achterwaarts glijdt. Hierbij zwenkt de stuurhefboom 34 om zijn 55 zwenkleger 61 tegen de klokwijzerrichting in. De dalende beweging is beëindigd, wanneer de geleidingsstift 26 het eindgedeelte 57 van de geleidingssleuf 25 bereikt. Hierbij bevindt zich de stuurstift 36 aan het einde van het overgangsgedeelte 59 van de stuursleuf 35. Bij nadering tot de neergelaten dekselstand (figuur 6)

Claims (10)

193611 6 treft het geleidingsvlak 70 van het koppelelement 32 het geleidingsvlak 71 van de koppeluitsparing 69. Daardoor zwenkt de twee-armige hefboom, tegen de kracht van de schroefdraaiveer 67 in geleidelijk tegen de klokwijzerrichting, totdat het element 29 de uitsparing 27 heeft verlaten. Hierbij bevindt zich het koppelelement 32 tenslotte volledig in de koppeluitsparing 69. Wanneer nu de naar rechts gerichte 5 beweging van de kabel 20 onder het meenemen van het achterste glijelement 17 wordt voortgezet, wordt het geleidingselement 30 in de schuifbeweging voor het openen meegenomen. Alle met het geleidings-element 30 verbonden delen van de schuifhefdakconstructie met inbegrip van uiteraard het deksel 12 nemen deel aan de verschuifbeweging in openingsrichting. Hierbij rolt het rolachtige element 29 langs de flens 68 af. Wanneer het daarentegen de bedoeling is, het deksel 12 uit een in de openingsrichting 10 verschoven stand voorwaarts in de richting naar zijn sluitstand te bewegen, vindt de afloop van de beweging in omgekeerde volgorde plaats. Aangezien hierbij de twee-armige hefboom 28 als gevolg van het steun-nemen door het element 29 tegen de flens 68 niet kan zwenken, blijft het koppelelement 32 zitten in de koppeluitsparing 69, zodat het geleidingselement 30 en alle daarmee verbonden delen via de ingrijping van de koppelvlakken 72 en 73 in voorwaartse richting worden meegenomen, totdat het element 29 de 15 uitsparing 27 kan binnentreden, waardoor de koppelingrijping tussen koppelelement 32 en koppeluitsparing 69 wordt opgeheven. Het deksel 12 is nu aangekomen in zijn voorste stand, doch moet nog worden geheven uit zijn in figuur 6 weergegeven, gedaalde positie. Dit heffen kan onbezwaarlijk door het verder bewegen van de kabel 20 in voorwaartse richting tot stand worden gebracht, waarbij de geleidingsstift 26 tenslotte uit het overgangsgedeelte 56 het sluitstandgedeelte 55 van de geleidingssleuf 25 binnentreedt, 20 terwijl de stuurstift 36 het overgangsgedeelte 59 van de stuursleuf 35 verlaat, resp. het vóóreinde van het overgangsgedeelte 59 bereikt. 25
1. Schuifhefdak voor een motorvoertuig en voorzien van een stijf deksel, dat voor het verplaatsen ten opzichte van een bijbehorende, uitgesneden dakopening door voorste en achterste glijelementen zijdelings in aan een dakframe bevestigde geleidingsrails wordt geleid, dat door op de achterste glijelementen aangrijpende, bij uitoefening van een druk stijf blijvend verschuifbaar langs de geleidingsrails geleide kabels 30 wordt aangedreven, dat door met de voorste glijelementen verbonden zwenklagers zwenkbaar om een horizontale, zich dwars op de verschuifrichting uitstrekkende as is gelagerd, en dat langs zijn zijranden is voorzien van daaraan bevestigde geleidingscoulissen, waarin met de achterste glijelementen verbonden geleidingsstiften reiken, waarbij aan weerszijden van het deksel nabij de achterste dakopeningsrand in de geleidingsrail tegenover elkaar gelegen uitsparingen zijn aangebracht, waarin bij niet-verschoven deksel een 35 grendelelement grijpt, dat verbonden is met een door de geleidingsrail verschuifbaar geleid, zich in het gebied van de achterrand van het deksel bevindend geleidingselement, waarbij voorts aan weerszijden van het deksel telkens een koppelingselement is aangebracht, waardoor bij het uit de uitsparing treden van het grendelelement het achterste glijelement dwangmatig gekoppeld wordt met het naburige geleidingselement en waardoor bij het in de uitsparing treden van het grendelelement het achterste glijelement en het 40 geleidingselement worden ontkoppeld, met het kenmerk, dat aan weerszijden van het deksel (12) een stuurcoulisse (33) is aangebracht, die het voorste glijelement (16) star verbindt met het geleidingselement (30), dat de geleidingsstift (26) is aangebracht aan het ene einde van een twee-armige stuurhefboom (34), waarvan het andere einde scharnierbaar is bevestigd aan het achterste glijelement (17), en dat aan de stuurhefboom (34) tussen de beide einden daarvan een stuurstift (36) is aangebracht, die in een stuursleuf 45 (35) van de stuurcoulisse (33) grijpt.
2. Schuifhefdak volgens conclusie 1, waarbij een met het deksel verbonden geleidingscoulisse voorzien is van een geleidingssleuf met een op de dekselzwenkbeweging afgestemd, betrokken op het deksel van achteren naar voren dalend zwenkgedeelte, met het kenmerk, dat de stuursleuf (35) voorzien is van een op de dekselzwenkbeweging afgestemd, van achteren naar voren oplopend zwenkgedeelte (58), en dat de 50 geleidingssleuf (25) in voorwaartse richting tot voorbij de stuursleuf (35) uitsteekt, waarbij de stuurhefboom (34) uitgaande van zijn zwenklager (61) aan het achterste glijelement (17) tot aan de geleidingsstift (26) in voorwaartse richting oplopend is opgesteld.
3. Schuifhefdak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de stuurcoulisse (33) in voorwaartse richting tot voorbij het voorste glijelement (16) is verlengd en aan zijn vooreinde via een het dekselzwenklager (21) 55 vormende lagerpen (46) is verbonden met de geleidingscoulisse (24).
4. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de geleidingscoulissen (24) en de stuurcoulissen (33) enerzijds en de geleidingsrails (15) anderzijds in dwarsdoorsnede gezien naast elkaar 7 193611 zijn opgesteld, waarbij de geleidingscoulissen (24) en de stuurcoulissen (33) zich onder het deksel (12) bevinden, terwijl de geleidingsrails (15) buiten de uitgesneden dakopening (11) onder het vaste dakvlak (10) van het motorvoertuig zijn aangebracht.
5. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het dakframe (14) zowel de 5 geleidingsrails (15) alsook de geleidingscoulissen (24) alsmede de stuurcoulissen (33) ondersteunt, en dat de voorste en achterste glijelementen (16, 17) alsmede de geleidingselementen (30) zich in dwarsdoorsnede gezien uitstrekken vanaf hun geleidingsingrijping in de geleidingsrails (15) tot aan de zich binnen de uitgesneden dakopening (11) bevindende rand van het dakframe (14), waarlangs zij aanvullend verschuifbaar worden geleid.
6. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de stuurhefbomen (34) elk vorkvormig uit twee hefboomdelen (34a, 34b) zijn gevormd, welke aan hun ondereinden onderling zijn verbonden door een voor de scharnierbare bevestiging aan het achterste glijelement (17) dienst doende lagerpen (62), welke voorts ongeveer in het midden van hun lengte in tegengestelde richtingen buitenwaarts gerichte en met elkaar strokende stuuruitsteeksels (36a, 36b) dragen, die tezamen de stuurstift (36) vormen, 15 en welke aan hun boveneinden zijn voorzien van naar elkaar toegekeerde en met elkaar strokende geleidingsuitsteeksels (26a, 26b), die tezamen de geieidingsstift (26) vormen.
7. Schuifhefdak volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de geleidingscoulissen (24) telkens tussen de hefboomdelen (34a, 34b) van de stuurhefboom (34) zijn aangebracht en twee gespiegeld aangebrachte, naar opzij open helften (25a, 25b) van de geleidingssleuf (25) bevatten, die onderling door een verstijvings- 20 wand (64) zijn gescheiden, en waarin de geleidingsuitsteeksels (26a, 26b) grijpen, en dat de stuurcoulissen (33) telkens zijn verdeeld in twee op afstand tegenover elkaar gelegen helften (33a, 33b) waartussen zich de stuurhefboom (34) bevindt en die gespiegeld aangebrachte helften (35a, 35b) van de stuursleuf (35) bevatten, waarin de stuuruitsteeksels (36a, 36b) grijpen.
8. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de helften van de stuurcoulisse (33) 25 zijn bevestigd aan een coulissendrager (65), die op zijn beurt is bevestigd aan het voorste glijelement (16) en het geleidingselement (30), waarbij de zwenklagerpen (46) door het voorste einde van de coulissendrager (65) heen reikt.
9. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-8, waarbij een twee-armige hefboom, die zwenkbaar is gelagerd aan het geleidingselement, is uitgevoerd als grendelelement en koppelelement, met het kenmerk, 30 dat de twee-armige hefboom (28) voor het zwenken in een ongeveer horizontaal vlak is aangebracht, waarbij de ten behoeve van het grendelelement (29) aangebrachte uitsparing (27) zich in een loodrechte flens (68) van de geleidingsrail (15) bevindt.
10. Schuifhefdak volgens conclusie 9, waarbij het koppelelement haakvormig is uitgevoerd, met het kenmerk, dat bij het koppelelement (32) in het achterste glijelement (17) een corresponderend gevormde 35 koppel uitsparing (69) is aangebracht, waarbij het koppelelement (32) en de koppeluitsparing (69) zijn voorzien van samenwerkende geleidingsvlakken (70, 71) voor de ontgrendelende zwenkbeweging van de twee-armige hefboom (28) alsmede van samenwerkende koppelvlakken (72, 73) voor het kracht-overbrengend meenemen van het geleidingselement (30) bij het in de sluitrichting verschuiven van het achterste glijelement (17). Hierbij 3 bladen tekening
NL9000496A 1989-03-16 1990-03-02 Schuifhefdak voor motorvoertuigen. NL193611C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3908645 1989-03-16
DE3908645A DE3908645C1 (nl) 1989-03-16 1989-03-16

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9000496A NL9000496A (nl) 1990-10-16
NL193611B NL193611B (nl) 1999-12-01
NL193611C true NL193611C (nl) 2000-04-04

Family

ID=6376511

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000496A NL193611C (nl) 1989-03-16 1990-03-02 Schuifhefdak voor motorvoertuigen.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US5020849A (nl)
JP (1) JP2680911B2 (nl)
KR (1) KR950012259B1 (nl)
BR (1) BR9001237A (nl)
CA (1) CA2010996C (nl)
DE (1) DE3908645C1 (nl)
ES (1) ES2020647A6 (nl)
FR (1) FR2644407B1 (nl)
GB (1) GB2231006B (nl)
IT (1) IT1240666B (nl)
MX (1) MX173099B (nl)
NL (1) NL193611C (nl)
SE (1) SE469327B (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3818476C1 (nl) * 1988-05-31 1989-09-21 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4137578A1 (de) * 1990-11-29 1992-06-04 Farmont Produktion Betaetigungsvorrichtung fuer ein fahrzeugsonnendach
DE4200724C1 (nl) * 1992-01-14 1992-12-24 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4200726C1 (nl) * 1992-01-14 1993-01-07 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4200725C2 (de) * 1992-01-14 1994-05-11 Rockwell Golde Gmbh Schiebehebedach für Kraftfahrzeuge
JPH0740746A (ja) * 1993-07-29 1995-02-10 Aisin Seiki Co Ltd 車両用サンルーフ装置のチエツク機構
JPH09183312A (ja) * 1995-12-28 1997-07-15 Aisin Seiki Co Ltd スライディングルーフ装置
JP3664796B2 (ja) * 1996-02-23 2005-06-29 株式会社ハゴロモ Cd展示装置
NL1009773C2 (nl) * 1998-07-30 2000-02-01 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
EP1144214B1 (en) 1998-07-30 2004-02-25 Inalfa Roof Systems Group B.V. Open roof construction for a vehicle
NL1011859C2 (nl) * 1999-04-22 2000-10-24 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1011864C2 (nl) 1999-04-22 2000-10-24 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
US6199944B1 (en) * 1999-06-04 2001-03-13 Asc Incorporated Spoiler sunroof
NL1012645C2 (nl) 1999-07-20 2001-01-23 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1012647C2 (nl) 1999-07-20 2001-01-23 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1012646C2 (nl) 1999-07-20 2001-01-23 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1013053C2 (nl) * 1999-09-15 2001-03-16 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1013050C2 (nl) 1999-09-15 2001-03-16 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
AU2003219188A1 (en) * 2003-04-10 2004-11-01 Grupo Antolin-Ingeneria, S.A. Mechanism for sunroofs, specially for motor vehicles
US7425033B2 (en) * 2003-09-03 2008-09-16 Intier Automotive Closures Inc. Vehicle sunroof assembly
EP1902885B1 (de) * 2006-09-25 2010-07-14 ArvinMeritor GmbH Schiebedachsystem
EP2305500B1 (en) * 2009-10-05 2013-09-25 Inalfa Roof Systems Group B.V. Open roof construction for a vehicle
US9193246B2 (en) * 2013-03-11 2015-11-24 S.A.W. Group, Llc Universal replacement ventilator lid assembly
DE102014221120A1 (de) * 2014-10-17 2016-04-21 Bos Gmbh & Co. Kg Antriebssystem für ein bewegliches Dachteil eines Kraftfahrzeug-Dachmoduls
GB2560733A (en) * 2017-03-22 2018-09-26 Lewmar Ltd Sliding roof panel assembly and method for its operation
JP6974582B2 (ja) 2017-08-03 2021-12-01 イナルファ・ルーフ・システムズ・グループ・ベーフェー 車両のためのオープンルーフ構造
EP3647094B1 (en) 2018-11-05 2022-10-26 Inalfa Roof Systems Group B.V. Roof system for a vehicle
EP3792091B1 (en) 2019-09-10 2022-06-15 Inalfa Roof Systems Group B.V. Roof assembly for a vehicle and a method of assembling
CN112744061B (zh) * 2021-02-22 2023-02-17 一汽解放汽车有限公司 一种汽车天窗结构及汽车

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2532187B2 (de) * 1975-07-18 1977-07-14 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebedach fuer kraftfahrzeuge
DE3020675C2 (de) * 1980-05-30 1987-01-02 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebe-Hebe-Dach für Kraftfahrzeuge
US4403805A (en) * 1982-01-06 1983-09-13 General Motors Corporation Sliding sunroof with power operated ventilator
DE3201806A1 (de) * 1982-01-21 1983-09-08 Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg Fahrzeugdach mit einem einen dachausschnitt verschliessenden, mindestens ausstellbaren deckel
DE3300308A1 (de) * 1983-01-07 1984-07-12 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebe-hebe-dach fuer kraftfahrzeuge
JPS60113729A (ja) * 1983-11-24 1985-06-20 アメリカン サンルーフ コーポレーシヨン 枢軸回転一滑動する屋根パネル組立部
JPS60219121A (ja) * 1984-04-13 1985-11-01 Nissan Shatai Co Ltd 車両用スライドル−フ装置
DE3444522A1 (de) * 1984-10-02 1986-04-10 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Schiebehebedach
JPS61287818A (ja) * 1985-06-14 1986-12-18 Aichi Mach Ind Co Ltd 自動車用サンル−フの開閉装置
US4869548A (en) * 1986-03-10 1989-09-26 Ohi Seisakusho Company, Limited Sunroof apparatus for vehicle
JPH0632426Y2 (ja) * 1988-03-24 1994-08-24 トヨタ自動車株式会社 サンルーフ用レインチャンネルの作動機構

Also Published As

Publication number Publication date
MX173099B (es) 1994-02-01
JPH02279422A (ja) 1990-11-15
FR2644407A1 (fr) 1990-09-21
GB2231006B (en) 1992-12-16
BR9001237A (pt) 1991-03-26
CA2010996C (en) 1994-07-05
KR950012259B1 (ko) 1995-10-16
JP2680911B2 (ja) 1997-11-19
GB2231006A (en) 1990-11-07
SE9000918L (sv) 1990-09-17
US5020849A (en) 1991-06-04
IT9004807A1 (it) 1991-08-26
DE3908645C1 (nl) 1990-06-13
NL193611B (nl) 1999-12-01
CA2010996A1 (en) 1990-09-16
SE469327B (sv) 1993-06-21
IT1240666B (it) 1993-12-17
ES2020647A6 (es) 1991-08-16
FR2644407B1 (fr) 1993-07-09
KR900014169A (ko) 1990-10-25
IT9004807A0 (it) 1990-02-26
GB9003949D0 (en) 1990-04-18
NL9000496A (nl) 1990-10-16
SE9000918D0 (sv) 1990-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193611C (nl) Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
NL192332C (nl) Samenstel omvattende een raam, waarin een schuifkanteldak is opgenomen, voor montage in een motorvoertuigdak.
NL8006480A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
US6325453B1 (en) Open roof construction for a vehicle
US5845959A (en) Slide tilt roof apparatus
NL194327C (nl) Schuifdaksamenstel voor motorvoertuigen.
US5718472A (en) Automotive slide roof system
NL8006479A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL192333C (nl) Schuif-hefdak voor een auto.
CN107933263B (zh) 滑顶系统
EP1468856B1 (en) Open roof construction for a vehicle
NL8301610A (nl) Open dakconstructie voor een voertuig.
NL9200165A (nl) Spoilerdak.
NL1011251C2 (nl) Open-dakcontructie voor een voertuig.
NL193528C (nl) Verschuifbare bekleding voor het aan de onderzijde afdekken van het stijve schuifdeksel van een schuifhefdak voor motorvoertuigen.
EP1331119B1 (en) Vehicle with sliding and venting sunroof
NL8802552A (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1009773C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
JP2965991B2 (ja) 車両のサンルーフ装置
BE1008371A3 (nl) Laadinrichting bij vrachtvoertuigen.
NL1006883C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1010104C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
EP0106610B1 (en) Sliding roof for motor vehicles
JP3616984B2 (ja) 車両用サンルーフの開閉装置
BE1013736A6 (nl) Laadlift met flexibel geintegreerd.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20031001