NL1012645C2 - Open-dakconstructie voor een voertuig. - Google Patents

Description

Open-dakconstructie voor een voertuig

De uitvinding heeft betrekking op een opendakconstructie voor een voertuig met een opening in het vaste dak, voorzien van een aan het dak te bevestigen stationair deel met ten minste een geleidingsrail die in langsrichting 5 van de open-dakconstructie verloopt, een door het stationaire deel ondersteund, verstelbaar afsluitorgaan, dat verstelbaar is tussen een sluitstand waarin het de dakopening afsluit en een geopende stand waarin het de dakopening ten minste gedeeltelijk vrijgeeft, alsmede een bedieningsmechaniek voor 10 het verstelbaar ondersteunen van het afsluitorgaan, welk bedieningsmechaniek is voorzien van een slede die in de geleidingsrail verschuifbaar is en een ü-vormige dwarsdoorsnede met opstaande wanden bezit.

Een dergelijke open-dakconstructie is bijvoorbeeld 15 beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 1009773. Bij deze open-dakconstructie is de U-vormige slede uit een enkele metaalplaat gebogen, waarbij de opstaande wanden op tenminste een aantal plaatsen door een horizontaal verbindingslijf zijn verbonden. Het nadeel van deze slede is dat de opstaande wan-20 den een relatief geringe weerstand tegen zijdelingse buig-krachten heeft, doordat de buiglijn ter plaatse van de buiging naar de verbindingslijven relatief zwak is. Hierdoor kan de slede direct vanaf het begin of na verloop van tijd zijdelingse speling in de geleidingsrail krijgen of kunnen andere 25 sterkteproblemen ontstaan.

De onderhavige uitvinding beoogt thans een verbeterde open-dakconstructie van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt de 30 open-dakconstructie volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de slede uit twee onderling verbonden delen is gevormd, waarbij elk deel op ten minste twee plaatsen een L-vormige doorsnede heeft met twee benen waarvan één been is gevormd door de betreffende opstaande wand van de slede, en 1012645 i l » 2 waarbij de buiglijnen tussen de benen van de L-vormige doorsneden op de twee plaatsen ten opzichte van elkaar zijn versprongen, bij voorkeur over de dikte van het materiaal van de L-vormige delen.

5 Door de ligging van de beschreven buiglijnen heeft elke opstaande wand geen doorlopende buiglijn waarom de gehele opstaande wand kan buigen bij een daarop uitgeoefende buigbelasting. Dit verhoogt de buigsterkte van de opstaande wanden aanzienlijk, waardoor de gehele slede een beter tegen 10 vervorming bestand zijnde constructie verkrijgt.

Volgens een verder aspect van de uitvinding zijn de opstaande wanden van de U-vormige slede voorzien van kunststof glijorganen, die samenwerken met bij voorkeur de randen van bijbehorende horizontale flenzen van de geleidingsrail.

15 Bij voorkeur bevinden de glijorganen zich op afstand van het verbindende lijf van de U-vormige slede, terwijl de glijorga-nen met voordeel samenwerken met de randen van de meest binnenwaarts uitstekende, althans ongeveer horizontale flenzen van de als extrusieprofiel uitgevoerde geleidingsrail.

20 Volgens de uitvinding wordt de slede in dwarsrich- ting zodanig gedimensioneerd, dat de afstand tussen de glij-vlakken van de glijorganen enige overmaat bezit ten opzichte van de afstand tussen de tegenoverliggende flenzen van de geleidingsrail. Op deze wijze zullen de glijorganen zonder spe-25 ling tussen deze flenzen van de geleidingsrail passen. Zeker indien de glijorganen met een rand van de flenzen samenwerken, zullen de glijorganen snel zijn ingesleten en dan zonder speling de slede in zijwaartse richting geleiden. Indien de glijorganen op afstand van de verbindingslijven van de U-30 vormige slede zijn aangebracht, kunnen de opstaande wanden van de slede bij het inbrengen in de geleidingsrail enigszins worden samengeknepen zodat de glijorganen onder voorspanning tussen de flenzen van de.geleidingsrail kunnen worden geplaatst. Indien de glijorganen relatief hoog aan de opstaande 35 wanden zijn gevormd, zullen zij ook een buitenwaartse verbuiging van de opstaande wanden verhinderen, bijvoorbeeld bij uitbuigkrachten die kunnen ontstaan ten gevolge van pogingen tot inbraak in het voertuig door het omhoog wrikken van het 101 2645 3 afsluitorgaan. Zodoende dragen de glijorganen bij aan de stabiliteit en inbraakbestendigheid van het bedieningsmechaniek.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die een uitvoeringsvoorbeeld 5 van de open-dakconstructie volgens de uitvinding schematisch weergeven.

Fig. 1 is een langsdoorsnede van het uitvoeringsvoorbeeld van de open-dakconstructie volgens de uitvinding met het afsluitorgaan in een geopende ventilatiestand.

10 Fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven perspec tivisch aanzicht van een bedieningsmechaniek aan één zijde van de open-dakconstructie van fig. 1, in de sluitstand.

Fig. 3 is een perspectivisch explosie-aanzicht van het bedieningsmechaniek van fig. 2.

15 Fig. 4 en 5 zijn op grotere schaal weergegeven door sneden volgens de lijn IV-IV, resp. V-V in fig. 1, waarbij het afsluitorgaan zich echter in de sluitstand bevindt.

De open-dakconstructie volgens de tekeningen vormt het onderwerp van verdere octrooiaanvragen van gelijke rang, 20 waarvan de inhoud hierin door verwijzing daarnaar is opgenomen .

De tekeningen tonen een vast dak 1 van een voertuig, zoals een personenauto, dat is voorzien van een dakopening 2 ten behoeve van het opnemen van een open-dakconstructie. De 25 open-dakconstructie is uitgevoerd met een afsluitorgaan 3 voor het naar keuze afsluiten of tenminste gedeeltelijk openen van de dakopening 2. Het afsluitorgaan 3 is hier in de vorm van een stijf paneel, in het bijzonder een doorzichtig paneel van glas of kunststof, doch ook andere afsluitorganen 30 zoals lamellen of een buigzame bekleding zijn denkbaar. In het weergegeven geval is sprake van een hef- schuifdak, waarbij het paneel 3 vanuit de gesloten stand in de dakopening 2 (fig. 4, 5) enerzijds naar een schuin achterwaarts omhoog wijzende ventilatiestand (fig. 1) kan worden bewogen en an-35 derzijds benedenwaarts en vervolgens achterwaarts onder het vaste dak 1 kan worden geschoven. Andere uitvoeringen zijn echter mogelijk.

1012645 4

Ten behoeve van de bewegingen van het paneel 3 zijn aan beide in langsrichting van de open-dakconstructie verlopende randen van het paneel 3 bedieningsmechanieken 4 aangebracht met in dit geval elk een curveslede 5 die verschuif-5 baar is opgenomen in een geleidingsbaan van een geleidings-rail 6. Deze geleidingsrail 6 is gemonteerd op of maakt deel uit van een verder niet weergegeven stationair deel, zoals een frame, dat aan het vaste dak 1 van het voertuig is bevestigd. De geleidingsrails 6 strekken zich langs de in langs-10 richting verlopende randen van de dakopening 2 en eventueel achterwaarts daarvan uit.

Onderdeel van het bedieningsmechaniek 4 vormt een curveplaat 7 die aan de onderzijde van het paneel 3 bij de betreffende langsrand is bevestigd en wel aan een verster-15 kingsframe 8 daarvan. De curveplaat 7 is aan het voorste uiteinde voorzien van een glijschoen 9 die in bijbehorende groeven van de geleidingsrail 6 verschuifbaar zijn opgenomen en tevens dienst doet als voorste scharnier voor het paneel 3.

De curveslede 5 bezit twee paren van glijschoenen 10, die 20 zijdelings uitsteken en de curveslede 5 bij zijn verschuiving in verticale richting in de geleidingsrail 6 geleiden.

Zowel de curveslede 5 als de curveplaat 7 zijn voorzien van curvebanen in de vorm van zijdelings uitstekende ribben 11, 12, waarbij de ribben 11 aan de onderrand van de 25 curveplaat 7 zijn gevormd en van elkaar af zijn gericht, terwijl de ribben 12 aan de bovenzijde van opstaande wanden 13, 14 van de curveslede zijn gevormd en naar elkaar toe zijn gericht. Een leidkop 15 is met alle ribben 11 en 12 in aangrij-ping en grijpt daartoe tussen de opstaande wanden 13, 14 van 30 de curveslede 5 en om de curveplaat 7.

De leidkop 15 is gevormd aan het vrije uiteinde van een arm 16, die door een scharnier 17 scharnierbaar is verbonden met een aandrijfslede 28 (fig. 1) die via niet-weergegeven aandrijfkabels of dergelijke aandrijvend in ver-35 binding staat met een aandrijving, zoals een elektromotor, handslinger of dergelijke. Door verplaatsing van de, als een wig tussen de curveslede 5 en de curveplaat 7 werkende, leidkop 15 ten opzichte van de geleiderbanen 11, 12 zal de curve- 1012645 5 plaat 7 en daarmede het paneel 3 om het scharnier 9 worden verzwenkt. Tijdens de verzwenking is de curveslede 5 stationair. In de onderste zwenkstand van het paneel 3 wordt de aandrijfslede ten opzichte van de curveslede 5 geblokkeerd, 5 waarna bij een verdere achterwaartse beweging van de aandrijf slede het gehele bedieningsmechaniek 4 en het paneel 3 als een eenheid achterwaarts verschuiven.

De fig. 3, 4 en 5 tonen de constructie van de curveslede 5 duidelijker. De curveslede 5 is uit metaalplaat ge-10 vormd, in dit geval door stansen en buigen. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de curveslede uit twee metaal-plaatdelen gevormd, die elk de bijbehorende opstaande wand 13, resp. 14 omvatten, aan de onderzijde waarvan telkens twee lippen 18, 19, resp. 20, 21 zijn gevormd. Fig. 4 toont een 15 doorsnede door de voorste lippen 18, 20, terwijl fig. 5 een doorsnede door de achterste lippen 19, 21 toont. Te zien is dat de voorste lip 20 aan de opstaande wand 14 op de voorste lip 18 aan de wand 13 is gelegen en daaraan is bevestigd, bijvoorbeeld door een doordrukniet 22. In de situatie volgens 20 fig. 5 is dit juist andersom: de achterste lip 19 aan de wand 13 bevindt zich op de achterste lip 21 aan de wand 14. Ter plaatse van de lippen bezitten de delen van de curveslede 5 een L-vormige doorsnede met de opstaande wanden 13, 14 en de lippen 18-20 als benen van de L, terwijl de delen tezamen ter 25 plaatse van de lippen 18-21 een ü-vormige doorsnede van de slede 5 bepalen, waarbij de lippen het verbindingslijf vormen en de openstaande wanden 13, 14 de benen van de U.

In de fig. 4 en 5 is te zien dat de voorste lip 18 van de wand 13 en de achterste lip 19 van de wand 13 in hoog-30 terichting ten opzichte van elkaar zijn versprongen, in dit geval over de materiaaldikte van de lippen. Hierdoor zullen ook de buiglijnen van de lippen 18, 19 ten opzichte van elkaar zijn versprongen en derhalve niet in lijn liggen, zodat de opstaande wand 13 geen gezamenlijke buiglijn heeft ten op-35 zichte van het lijf van het ü-profiel, waardoor de weerstand tegen verbuiging van de opstaande wand 13 aanzienlijk is vergroot en derhalve een stabiele constructie wordt verschaft.

1012645 6

Hetzelfde geldt voor de lippen 20, 21 van de wand 14, waarbij de verspringing juist andersom is.

Zoals de fig. 2, 3 en 5 verder tonen, zijn de opstaande wanden 13, 14 van de curveslede 5 uitgevoerd met 5 glijorganen 23, 24, die in dit geval bestaan uit kunststof glijnoppen die zijn aangespoten en in gaten 25 in de opstaande wanden 13, 14 zijn verankerd. Bij voorkeur worden de glijnoppen 23, 24 tezamen met de ribbe 12 en de glijschoenen 10 aan het betreffende deel van de curveslede 5 gevormd. De 10 voorste glijnoppen 23 zijn boven de voorste glijschoenen 10 aan de curveslede 5 aangebracht, terwijl de achterste glijnoppen 24 zijn gepositioneerd ter plaatse van het gedeelte van de curveribben 12 waar de leidkop 15 zich bevindt indien het paneel 3 zich in de gesloten stand bevindt. De glijnoppen 23, 15 24 zijn op een afstand boven de lippen 18-21 van de ü-vormige curveslede 5 aan de opstaande wanden 13, 14 gevormd en werken samen met de binnenranden van naar elkaar toegekeerde horizontale flenzen 26, resp. 27 van de als extrusieprofiel uitgevoerde geleidingsrail 6. De glijnoppen 23, 24 zorgen teza-20 men met de flenzen 26, 27 voor de zijdelingse geleiding van de curveslede 5 in de geleidingsrail 6. Deze zijdelingse geleiding is derhalve losgekoppeld van de verticale geleiding door de glijschoenen 10 van de curveslede 5.

De beschreven constructie van de curveslede 5 heeft 25 verschillende voordelen. Bij de fabricage van de curveslede 5 dienen de delen waaruit deze is gevormd te worden omgezet voor het buigen van de lippen 18-21 ten opzichte van de wanden 13, 14. Dit omzetten zal in de regel plaatsvinden met een tolerantie die zodanig is dat de hoek tussen de lippen en de 30 bijbehorende wanden steeds 90° of groter is. De opstaande wanden 13, 14 staan derhalve in zeer geringe mate naar buiten.

De grootte van de glijnoppen 24, 25 is daarbij zodanig dat in de uiteindelijke vorm van de curveslede 5 de afstand tussen de buitenzijde van de tegenovergelegen glijnoppen 23, resp.

35 24 altijd een geringe overmaat heeft ten opzichte van de af stand tussen de tegenovergelegen binnenranden van de flenzen 26, 27. Deze afstand tussen de binnenranden van de flenzen 26, 27 is daarbij een maat met een zeer geringe tolerantie, 1012645 7 omdat dit een binnenmaat van het profiel is zonder bijkomende toleranties. Bij het monteren van de slede 5 in de gelei-dingsrail 6 zullen de opstaande wanden 13, 14 enigszins worden samen geknepen, waardoor de glijnoppen 23, 24 met geringe 5 voorspanning tegen de randen van de flenzen 26, 27 komen te liggen. Bij de eerste bewegingen van de curveslede 5 in de geleidingsrail 6 zullen de glijnoppen 23, 24 snel slijten totdat de voorspanning is verdwenen, waarna de slede 5 zonder zijdelingse speling in de geleidingsrail 6 zal kunnen schui-10 ven. Indien de voorspanning tussen de glijnoppen 23, 24 en de flenzen 26, 27 is verdwenen, zal ook het inslijten van de glijnoppen 23, 24 stoppen. Het inslijten van de glijnoppen 23, 24 tot de juiste maat, wordt bevorderd door het smalle oppervlak van de randen van de flenzen 26, 27.

15 De glijnoppen, en in het bijzonder de glijnoppen 24 zorgen verder voor een vergroting van de weerstand tegen uitbuigen van de wanden 13, 14 van de curveslede, bijvoorbeeld bij inbraakpogingen in het voertuig, waarbij wordt getracht het paneel 3 open te wrikken. De leidkop 15 dient dan boven-20 waarts uit de slede te worden getrokken en daartoe dient de opstaande wanden 13, 14 buitenwaarts te worden gebogen. De glijnoppen, die zich, in de gesloten stand van het paneel 3, ter plaatse van de leidkop 15 bevinden, verhinderen een buitenwaarts buigen van de opstaande wanden door hun aanligging 25 tegen de flenzen 26, 27.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een open-dakconstructie voor een voertuig verschaft, die uitblinkt door een stevige stabiele constructie van het be-dieningsmechaniek, dat nauwkeurig zonder speling kan bewegen. 30 De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beeld dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd. Zo zouden de lippen van de delen van de U-vormige slede ook met een vormslot in hetzelf-35 de vlak in elkaar kunnen passen, waarna bevestiging plaatsvindt, bijvoorbeeld door vervorming over het vormslot. Verspringing van de buiglijnen treedt dan niet altijd op, en er kan in dat geval ook slechts een lip aanwezig zijn. Voordeel 1012645 8 van een dergelijke tweedelige uitvoering is dat, net als bij de getoonde uitvoering, gebruik kan worden gemaakt van aangespoten delen, die na buiging, doch voor onderlinge bevestiging van de delen kunnen worden aangevormd.

5 101 2645

Claims (13)

1. Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het dak te bevestigen stationair deel met ten minste een gelei-dingsrail (6) die in langsrichting van de open-dakconstructie 5 verloopt, een door het stationaire deel ondersteund, verstelbaar afsluitorgaan (3), dat verstelbaar is tussen een sluit-stand waarin het de dakopening afsluit en een geopende stand waarin het de dakopening ten minste gedeeltelijk vrijgeeft, alsmede een bedieningsmechaniek (4) voor het verstelbaar on-10 dersteunen van het afsluitorgaan, welk bedieningsmechaniek is voorzien van een slede (5) die in de geleidingsrail verschuifbaar is en ten minste plaatselijk een U-vormige dwarsdoorsnede bezit, met het kenmerk, dat de slede (5) uit twee onderling verbonden delen is gevormd, waarbij elk deel op ten 15 minste twee plaatsen een L-vormige doorsnede heeft, waarbij de hoeklijn tussen de benen (13, 18/19 en 14, 19/21) van de L-vormige doorsnede op de twee plaatsen ten opzichte van elkaar zijn versprongen, bij voorkeur over de dikte van het materiaal van de L-vormige delen.

2. Open-dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij de L-vormige delen van de slede (5) zijn voorzien van opstaande wanden (13, 14) en ten minste twee althans ongeveer horizontale lippen 18 - 21), waarbij de verspringing tussen de lippen (18, 20) van het ene deel (13) in verticale rich-25 ting gezien althans ongeveer even groot, doch tegengesteld aan de verspringing tussen de lippen (19, 21) van het andere deel (14), zodanig dat een eerste lip (18) van het ene deel (13) past onder de eerste lip (20) van het andere deel (14) en een tweede lip (19) van het ene deel (13) past op de twee-30 de lip (21) van het andere deel (14).

3. Open-dakconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de opstaande wanden (13, 14) van de U-vormige slede (5) zijn voorzien van kunststof glijnoppen (23, 24), die samenwerken met bij voorkeur de rand van bijbehorende horizon- 101. b tale, tegenovergelegen flenzen (26, 27) van de geleidingsrail (6) .

4. Open-dakconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de U-vormige slede (5) is uitgevoerd met 5 aan de bovenzijde van elke opstaande wand (13, 14) een gelei-dings- en ondersteuningsribbe (12), waarbij de beide ribben naar elkaar zijn toegekeerd en waarbij een van binnenuit op de ribben aangrijpende geleider (15) op de ribben (12) is geleid, die krachten vanuit het afsluitorgaan (3) naar de U-10 vormige slede (5) doorleidt.

5. Open-dakconstructie volgens conclusies 3 en 4, waarbij de glijnoppen (24) ter plaatse van de geleidings- en ondersteuningsribbe(n) (12) aan de U-vormige slede (5) zijn aangebracht, in het bijzonder op de plaats waar de geleider 15 (15) zich bevindt in de gesloten stand van het afsluitorgaan (3) .

6. Open-dakconstructie volgens een der conclusies 3 - 5, waarbij de geleidings- en ondersteuningsribbe(n) (12) en de glijnoppen (23, 24) door spuitgieten aan de metalen slede 20 (5) zijn gevormd, terwijl bij voorkeur gelijktijdig glij- schoenen (10) door spuitgieten zijn meegevormd.

7. Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het dak te bevestigen stationair deel met ten minste een gelei- 25 dingsrail (6) die in langsrichting van de open-dakconstructie verloopt, een door het stationaire deel ondersteund, verstelbaar afsluitorgaan (3), dat verstelbaar is tussen een sluit-stand waarin het de dakopening afsluit en een geopende stand waarin het de dakopening ten minste gedeeltelijk vrijgeeft, 30 alsmede een bedieningsmechaniek (4) voor het verstelbaar ondersteunen van het afsluitorgaan, welk bedieningsmechaniek is voorzien van een slede (5) die in de geleidingsrail verschuifbaar is met behulp van glijschoenen (1) voor het in verticale richting geleiden van de slede, met het kenmerk, 35 dat de slede (5) is voorzien van glijorganen (23, 24), afzonderlijk van de glijschoenen (10), die de geleiding van de slede (5) dwars op de geleidingsrail (6) bewerkstelligen en 1012645 \ aanliggen tegen tegenoverliggende flenzen (26, 27) van de ge-leidingsrail.

8. Open-dakconstructie volgens conclusie 7, waarbij de glijorganen (23, 24) samenwerken met de randen van de 5 meest binnenwaarts uitstekende, althans ongeveer horizontale flenzen (26, 27) van de als extrusieprofiel uitgevoerde ge-leidingsrail (6).

9. Open-dakconstructie volgens conclusie 7 of 8, waarbij de slede (5) is uitgevoerd met twee, in dwarsrichting 10 op afstand gelegen opstaande wanden (13, 14) die onderling zijn verbonden door een verbindingslijf (18 - 21), en waarbij de glijorganen (23, 24) aan de slede (5) zijn gevormd op een verticale afstand van het verbindingslijf (18 - 21).

10. Open-dakconstructie volgens een der conclusies 7 15 - 9, waarbij de glijschoenen (10) en de glijorganen (23, 24) in een arbeidsgang door spuitgieten aan de metalen slede (5) zijn gevormd.

11. Open-dakconstructie volgens een der conclusies 7 - 10, waarbij de glijorganen (23, 24) als glijnoppen zijn 20 uitgevoerd, die bij voorkeur in gaten (25) door de slede (5) zijn verankerd.

12. Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het dak te bevestigen stationair deel met ten minste een gelei- 25 dingsrail (6) die in langsrichting van de open-dakconstructie verloopt, een door het stationaire deel ondersteund, verstelbaar afsluitorgaan (3), dat verstelbaar is tussen een sluit-stand waarin het de dakopening afsluit en een geopende stand waarin het de dakopening ten minste gedeeltelijk vrijgeeft, 30 alsmede een bedieningsmechaniek (4) voor het verstelbaar ondersteunen van het afsluitorgaan, welk bedieningsmechaniek is voorzien van een slede (5) die in de geleidingsrail (6) verschuifbaar is en ten minste plaatselijk een ü-vormige dwarsdoorsnede met opstaande wanden (13, 14) bezit, met het ken-35 merk, dat de opstaande wanden (13, 14) van de ü-vormige slede (5) zijn voorzien van kunststof glijorganen (23, 24), die samenwerken met bij voorkeur de randen van bijbehorende horizontale flenzen (26, 27) van de geleidingsrail (6). 1012645

13. Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het dak te bevestigen stationair deel met ten minste een gelei-dingsrail (6) die in langsrichting van de open-dakconstructie 5 verloopt, een door het stationaire deel ondersteund, verstelbaar afsluitorgaan (3), dat verstelbaar is tussen een sluit-stand waarin het de dakopening afsluit en een geopende stand waarin het de dakopening ten minste gedeeltelijk vrijgeeft, alsmede een bedieningsmechaniek (4) voor het verstelbaar on-10 dersteunen van het afsluitorgaan, welk bedieningsmechaniek is voorzien van een metalen slede (5) die in de geleidingsrail (6) verschuifbaar is, en is voorzien van door spuitgieten aangevormde delen, met het kenmerk, dat de slede (5) ten minste plaatselijk een ü-vormige dwarsdoorsnede met opstaande 15 wanden (13, 14) bezit, waarbij de slede (5) uit twee onderling verbonden delen is gevormd, waarbij elk deel ten minste gedeeltelijk een L-vormige doorsnede heeft, met een althans ongeveer horizontale verbindingslip en een opstaande wand, waarbij de verbindingslippen van de beide delen met elkaar 20 zijn verbonden. 1012645