NL9000496A - Schuifhefdak voor motorvoertuigen. - Google Patents

Schuifhefdak voor motorvoertuigen. Download PDF

Info

Publication number
NL9000496A
NL9000496A NL9000496A NL9000496A NL9000496A NL 9000496 A NL9000496 A NL 9000496A NL 9000496 A NL9000496 A NL 9000496A NL 9000496 A NL9000496 A NL 9000496A NL 9000496 A NL9000496 A NL 9000496A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guide
steering
sliding
baffle
recess
Prior art date
Application number
NL9000496A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193611C (nl
NL193611B (nl
Original Assignee
Rockwell Golde Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rockwell Golde Gmbh filed Critical Rockwell Golde Gmbh
Publication of NL9000496A publication Critical patent/NL9000496A/nl
Publication of NL193611B publication Critical patent/NL193611B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193611C publication Critical patent/NL193611C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
    • B60J7/04Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels
    • B60J7/05Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels pivoting upwardly to vent mode and moving downward before sliding to fully open mode

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)
  • Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
  • Seal Device For Vehicle (AREA)

Description

Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
De uitvinding heeft betrekking op een schuifhefdak voor motorvoertuigen met een stijf deksel, dat ter verplaatsing ten opzichte van een, eraan toegevoegde, uitgesneden dakopening met de,voorste en achterste glijelementen langs opzij aan een dakframe bevestigde geleidings-rails verschuifbaar wordt geleid, door op de achterste glijelementen aangrijpende, tegen uitgeoefende druk stijf aan de geleidingsrails verschuifbaar geleide kabels aangedreven, via met de voorste glijelementen verbonden zwenklegers om een horizontale, dwars op de verschuifrichting verlopende as zwenkbaar gelegerd is en langs zijn zijranden is uitgerust met eraan bevestigde geleidingscoulissen, waarin met de achterste glijelementen verbonden geleidingsstiften ingrijpen, waarbij tegenoverliggend aan weerszijden van het deksel in de nabijheid van de achterste dakopeningsrand telkens een uitsparing in de geleidingsrail is aangebracht, waarin, behalve bij verschoven deksel, een door het innemen van een ligplaats-grendelend element ingrijpt, dat met een aan de geleidingsrail verschuifbaar geleid, zich in het bereik van de achterrand van het deksel bevindend geleidingselement is verbonden, waarbij voorts aan weerszijden van het deksel telkens is voorzien in een koppel-element, waardoor bij het uittreden van het door het innemen van een ligplaats-grendelend element uit de uitsparing het achterste glijelement met het naburige geleidingselement gedwongen koppelbaar is en waardoor bij het binnentreden van het door het innemen van een ligplaats-grendelend element in de uitsparing het achterste glijelement van het geleidingselement ontkoppelbaar is.
Bij een bekend schuifhefdak van deze soort (Duits octrooischrift 3.300.308) zijn de, de langgerekte geleidingssleuf van elke geleidings-coulisse vormende, in samenwerking met de bijbehorende, evenwijdig aan de geleidingsrails bewogen geleidingsstift de dekselbewegingen, resp. -standen besturende geleidingssleufgedeelten zodanig aangebracht, dat er tussen het begin en het einde van de geleidingssleuf een aanzienlijk hoogteverschil is. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door het, uitgaande van het sluitgedeelte betrekkelijk steil voorwaarts en omlaag hellende zwenkgedeelte (heffunctie) en anderzijds door het, uitgaande van het sluitgedeelte achterwaarts en omhoog steil oplopende en naar het eind-gedeelte lopende overgangsgedeelte. Het aangegeven hoogteverschil leidt tot een geleidingscoulisse met aanzienlijke hoogte-afmetingen en daardoor tot een ongewenst grote, aan de bewegingsvrijheid boven in de inwendige ruimte van het voertuig afbreuk doende constructiehoogte van de schuifhefdakconstructie. Hiertoe draagt tevens de omstandigheid bij, dat de, de dekselbeweging veroorzakende geleidingsstift zodanig aan het achterste glijelement is aangebracht, dat deze zich in alle standen van het deksel steeds boven de geleidingsrail en op aanzienlijke afstand daarvandaan bevindt.
Aan de uitvinding ligt nu het probleem ten grondslag, een schuifhefdak met de, op zichzelf beproefde kenmerken van de, in de aanhef van-conclusie 1 aangegeven soort te verschaffen, waarbij de constructiehoogte aanzienlijk is verminderd.
Dit overeenkomstig de uitvinding aan de orde gestelde probleem wordt opgelost door de onderscheidend kenmerkende maatregelen volgens conclusie 1, waarbij aan weerszijden van het deksel voorzien is in een, het voorste glijelement met het geleidingselement stijf verbindende stuurcoulisse, dat de geleidingsstift aan het ine einde van een twee-armige stuurhefboom is aangebracht, welks andere einde scharnierbaar is bevestigd aan het achterste glijelement, en dat aan de stuurhefboom tussen zijn beide einden een stuurstift is aangebracht, welke ingrijpt in de stuurcoulisse.
Door het volgens de uitvinding aangebracht zijn van een stuurcoulisse aan elke dekselzijde en van een bijbehorende stuurhefboom, welke de verbinding tot stand brengt tussen die geleidingscoulisse en het achterste glijelement, wordt een aanzienlijk geringere constructiehoogte verkregen, waarbij de schuin verlopende gedeelten van de coulissegeleidingen worden opgedeeld op een tweetal sleuven met onderling tegengestelde sleufgedeelten, namelijk enerzijds op de geleidingssleuf van de geleidingscoulisse en anderzijds op de stuur-sleuf van de stuurcoulisse. Daardoor kunnen met rechtstreeks effect op een verminderde constructiehoogte de overgangshoeken tussen de afzonderlijke sleufgedeelten van de geleidingssleuf en van de stuur-sleuf betrekkelijk gering worden gerealiseerd.
Voordelige nadere en verdere uitwerkingen volgens de uitvinding staan vermeld in de volgconclusies en zullen in hetgeen thans volgt nader worden toegelicht.
In nadere uitwerking van de uitvindingsgedachte zijn de stuur-coulisse en de geleidingscoulisse en de met die beide cbulissen in ingrijping verkerende stuurhefbomen uitgevoerd zoals aangegeven in conclusie 2, waarbij de stuursleuf van de stuurcoulisse een van achteren naar voren oplopend, aan de dekselzwenkbeweging toegevoegd, bijhorend zwenkgedeelte bevat, terwijl de geleidingssleuf van de geleidingscoulisse, op een op zichzelf bekende wijze, bij gesloten deksel een van achteren naar voren dalend, aan de dekselzwenkbeweging toegevoegd, bijbehorend zwenkgedeelte bevat, en dat de geleidingssleuf voorwaarts tot voorbij de stuursleuf uitsteekt, waarbij de stuurhefboom uitgaande van zijn zwenkleger aan het achterste glijelement tot aan de geledingsstift in voorwaartse richting oplopend is aangebracht.
Door de in conclusie 3 aangegeven uitvoering van de stuurcoulisse wordt, op voordeelbiedende wijze, bereikt, dat deze, te zamen met de geleidingscoulisse, het voorste dekselzwenkleger vormt.
Een verdere vermindering van de constructiehoogte van de schuif-hefdakconstructie wordt verkregen door de in conclusie 4 aangegeven uitvoering, waarbij aan elke zijde van het deksel de geleidingscoulisse en de stuurcoulisse enerzijds en de geleidingsrail anderzijds naast elkander zijn aangebracht, waardoor de met de geleidingscoulisse samenwerkende geleidingsstift zich niet in alle dekselstanden boven de geleidingsrail behoeft te bevinden.
Een voordelige nadere uitwerking van het dakframe staat vermeld in conclusie 5, van welke conclusie de kenmerken ook een zodanige geleiding van de glij elementen en van de geleidingselementen — ondanks het naast elkander aangebracht zijn van de coulissen en de geleidings— rails - mogelijk maken, dat er geen verkanting kan optreden.
Een bijzonder stabiele uitvoering van de stuurhefbomen, welke aan het deksel in alle standen en onder alle rij omstandigheden een vaste stand verschaffen, is aangegeven in conclusie 6. Door de vorkachtige jj^tyoering van de stuurhefbomen kunnen zowel de gelexdxngscoulxssen als ook de stuurcoulissen - ondanks het langgerekt uitgevoerd zijn van die sleuven - op voordeelbiedende wijze overeenkomstig conclusie 7 zodanig worden uitgevoerd, dat deze sleuven niet door de coulisse-lichamen doorgaand zijn uit te voeren, waardoor die geleidingscoulissen en de stuurcoulissen zonder dat er enige verwijding van de sleuven optreedt ook aanzienlijke krachten dwars op de sleufrichtingen kunnen opnemen.
Een voorkeursuitvoeringsvorm voor de stuurcoulissen staat vermeld in conclusie 8. De uitvoering en inrichting van een coulissendrager voor de stuurcoulissen maakt een zeer stabiele en tegen buiging stijve verbinding mogelijk tussen de voorste glijelementen en de geleidings-elementen, waarbij er, bij de keuze van het materiaal voor de stuurcoulissen, welke de stuursleuven vormen niet in aanzienlijke mate rekening behoeft te worden gehouden met stabiliteitseisen.
In nadere uitwerking van de uitvindingsgedachte is de, het door het innemen van een ligplaats-grendelend element en het koppelelement dragende, twee-armige hefboom, overeenkomstig conclusie 9, in een ongeveer horizontaal vlak zwenkbaar aangebracht, zodat de aan elke deksel-zijde aangebrachte hefboom en de ermee samenwerkende elementen, in tegenstelling met een, in een verticaal vlak zwenkbaar gelegerde hefboom (zoals volgens het Duitse octrooischrift 3.300.308) slechts een geringe constructiehoogte vergen.
Op doelmatige wijze is de inrichting van de, tussen de achterste glijelementen en de geleidingselementen werkzame koppelelementen zodanig getroffen als in conclusie 10 aangegeven.
In hetgeen thans volgt wordt een uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening, nader toegelicht .
Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van het dak van een personenautomobiel met daaraan aangebracht schuifhefdak, waarvan het deksel in de openingsrichting verschoven is weergegeven; fig. 2 is een afgebroken en gedeeltelijk opengebroken bovenaanzicht van de, ten opzichte van de rijrichting linkerzijde van de, in tegenstelling met de volgende doorsnedefiguren zonder deksel weergegeven schuifhefdakconstructie; fig. 3 is een dwarsdoorsnede volgens de geknikte snijlijn III-III in fig. 2; fig. 4 is een langsdoorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3 bij gesloten deksel; fig. 5 is een met fig. 4 corresponderende langsdoorsnede, doch bij in de beluchtingsstand geheven deksel; fig. 6 is een met fig. 4 corresponderende langsdoorsnede, doch bij neergelaten deksel vóór het begin van de verschuiving in de openings-richting; fig. 7 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn VII-VII in fig. 2; fig. 8 is een dwarsdoorsnede volgens de geknikte doorsnedelijn VIII-VIII in fig. 2; en fig. 9 is een dwarsdoorsnede volgens de tweemaal geknikte snijlijn IX-IX in fig. 2.
De afgebroken weergegeven langsdoorsnedefiguren 4-6 zijn ten opzichte van de eveneens afgebroken weergegeven dwarsdoorsnedefiguren 3 en 7-9 alsmede het bovenaanzicht volgens fig. 2 op kleinere schaal afgebeeld.
Het in fig. 1 weergegeven voertuigdak 10 bevat in zijn voorste bereik een uitgesneden dakopening 11, welke kan worden afgesloten door een daaraan toegevoegd, stijf deksel 12. De voorwaartse rijrichting van het voertuig is met pijl 13 aangegeven. De betitelingen "vooraan, achteraan, links en rechts" hebben telkens betrekking op een ingenomen positie gezien in de voorwaartse rijrichting volgens pijl 13. Van de schuifhefdakconstructie zijn de linker- en rechterzijde in hoofdzaak volgens eikaars spiegelbeeld uitgevoerd, zodat in hetgeen volgt slechts de in de fig. 2-9 weergegeven linkerzijde nader wordt beschreven, aangezien de rechterzijde overeenkomstig is uitgevoerd.
Blijkens het bovenaanzicht overeenkomstig fig. 2 en de verschillende dwarsdoorsnede— en langsdoorsnedefiguren omvat het schuifhefdak in hoofdzaak de volgende bouwgroepen en elementen: Een algemeen met het verwijzingscijfer 14 aangeduid dakframe, een daaraan bevestigde geleidingsrail 15, een langs de geleidingsrail verschuifbaar geleid, voorste glijelement 16, een eveneens langs die geleidingsrail verschuif baar geleid achterste glijelement 17, een via een meenemer 18 op het achterste glijelement 17 aangrijpende, bij uitoefening van druk stijf in ëën van de beide geleidingskanalen 19 van de geleidingsrail 15 ge leid en van een schroefdraadwikkeling voorziene kabel 20, waarmee in het voorste bereik van het dakframe 14 een, door een handkruk of elektromotor aangedreven (niet-weergegeven) rondsel in ingrijping is, een met het voorste glijelement 16 verbonden zwenkleger 21, dat een horizontale, dwars op de verschuivingsriehting van het deksel 12 verlopende zwenkas 22 voor het deksel 12 vormt, een langs de zijrand van het deksel 12 via telkens een voorste en een achterste bevestigingshoekstuk 23 aan het deksel 12 bevestigde geleidingscoulisse 24, een, in een geleidings sleuf 25 van de geleidingscoulisse 24 ingrijpende geleidingsstift 26, een in de nabijheid van de achterste dakopeningsrand in de geleidings-rail 15 aangebrachte uitsparing 27 voor een, aan een twee-armige hefboom 28 aangebracht, door het innemen van een ligplaats-grendelend element 29, een in het bereik van de achterrand van het deksel 12 verschuifbaar langs de geleidingsrail geleid en een legering voor de twee-armige hefboom 28 vormend geleidingselement 30, een aan het geleidingselement bevestigd en bij gesloten deksel onder de achterste randspleet grijpende watergeleidingsplaat 31, een aanvullend op het element 29 aan de twee-armige hefboom 28 aangebracht koppelelement 32, dat op nog nader te beschrijven wijze met het naburige, achterste glijelement 17 gedwongen koppelbaar en ontkoppelbaar is, een, algemeen met het verwijzingscijfer 33 aangeduide stuurcoulisse, een twee-armige stuurhefboom 34 en een aan de stuurhefboom 34 aangebrachte en in een stuursleuf 35 van de stuur-eoulisse 33 grijpende stuurstift 36. De in het voorgaande opgesomde bouwgroepen en bouwelementen van het schuifhefdak zullen in hetgeen thans volgt nader gedetailleerd worden toegelicht.
Voor het vormen van de uitgesneden dakopening 11 is het plaatmateriaal van het voertuigdak 10 aan alle vier zijden van die opening haaks omlaag omgezet en voorwaarts alsmede rechts en links met een omgezette rand gelegd om een loodrecht omlaag gerichte rand 37 van een, aan het voertuigdak 10 bevestigd montageframé 38. Dat montageframe 38 en een geleidingsframe 39 vormen te zamen het dakframe 14. De zich onder het voertuigdak 10 bevindende geleidingsrail 15 is met een zij flens 40 gelegd tussen corresponderende zij flenzen 41 en 42 van het montageframe 38, resp. van het geleidingsframe 39 en daaraan, bij het verwijzings-cijfer 43 door middel van een schroefverbinding bevestigd. Het deksel 12 is bij het uitvoeringsvoorbeeld een plaatmetalen deksel, doch kan ook als glazen deksel zijn uitgevoerd. Op de aan alle zijden aanwezige en omlaag gerichte omgezette rand van dat deksel is een randspleetafdicht-profiel 44 opgestoken, dat bij gesloten deksel (fig. 3 en 4 alsmede 7-9) afdichtend aanligt tegen de loodrecht omlaag omgezette rand van het voertuigdakplaatmateriaal. Eventueel toch nog via de randspleet binnendringend water wordt opgevangen door het in zijn geheel kanaalvormig uitgevoerde geleidingsframe 39 en via daarop aangesloten (niet-weerge-geven) waterafvoerleidingen afgevoerd. Het deksel 12 is aan zijn onderzijde voorzien van een dekselversterking 45, waaraan de bevestigings-hoekstukken 23 voor de geleidingscoulisse 24 zijn bevestigd.
Blijkens de fig. 2 en 4-6 is de stuurcoulisse 33 tot voorbij het voorste glijelement 16 voorwaarts verlengd en is aan zijn vooreinde via een, het dekselzwenkleger 21 vormende zwenklegerpen 46 met het vooreinde van de geleidingscoulisse 24 verbonden. Uit fig. 5 blijkt de maximaal uitgezwenkte stand van het deksel 12, waarbij dat deksel om de zwenklegerpen 46 voor het vormen van een ventilatiespleet 47 tussen de achterrand van het deksel 12 en de achterrand van de dakopening 11 omhooggezwenkt is. Zoals bijvoorbeeld fig. 3 verduidelijkt, bevinden zich de geleidingscoulisse 24 en de stuurcoulisse 33 opzij naast de geleidingsrail 15 en onder het deksel 12.
Zoals verder blijkt uit de fig. 3 en 7-9 hebben het voorste glij-element 16, het achterste glijelement 17 en het geleidingselement 30 met elkaar in overeenstemming telkens met een daarmee vast verbonden geleidingsplaat 48, resp. 49, resp. 50 een zodanige geleiding in tegenovergelegen geleidingsbanen 51 van de geleidingsrail 15 met tussenvoeging van glijschoenen 52 uit de wrijving verminderend materiaal, dat zij daarin verschuifbaar zijn. Aanvullend op deze geleidingsingrijping met de geleidingsrail 15 hebben het voorste glijelement 16, het achterste glijelement 17 en het geleidingselement 30 een geleiding langs een zich in het inwendige van de dakopening 11 bevindende rand 53 van het geleidingsframe 39 telkens met een groef 54 zodanig dat verkanting onmogelijk is.
In hetgeen volgt wordt nu eerste, onder verwijzing naar de fig. 4-6 de uitvoering van de geleidingscoulisse 24 en van de stuurcoulisse 33 nader beschreven. Zoals speciaal blijkt uit fig. 5 is de geleidingssleuf 25 van de geleidingscoulisse 24 in hoofdzaak uit een zwenkgedeelte 54, een sluitstandgedeelte 55, een overgangsgedeelte 56 en een eindgedeelte 57 samengesteld. Bij gesloten deksel 12, zoals aangegeven (in fig. 4) loopt het, aan de dekselzwenkbeweging toegevoegde, bijbehorende zwenkgedeelte 54 van achteren naar voren af. Het overgangs-gedeelte 56, dat is toegevoegd aan en behoort bij de dalende beweging van de dekselachterrand, loopt daarentegen van voren naar achteren op.
Aan het einde van de dalende beweging en tijdens de verschuivende bewegingen bij het openen en het sluiten van het deksel 12 bevindt zich de geleidingsstift 26 in het eindgedeelte 57.
De stuursleuf 35 van de stuurcoulisse 33 bevat daarentegen een van achteren naar voren oplopend, aan de dekselzwenkbeweging toegevoegd, bijbehorend zwenkgedeelte 58 en een, aan de van de dekselsluitstand uitgaande neerwaartse dekselbeweging toegevoegd, bijbehorend overgangs- gedeelte 59, dat van voren naar achteren daalt, zoals eveneens het duidelijkst uit fig. 5 blijkt. Het op het overgangsgedeelte 59 aansluitende, naar achteren toe open gedeelte 60 doet dienst voor de montage van het schuifhefdak. Zoals uit de tekening blijkt, steekt de geleidings-sleuf 25 in voorwaartse richting uit voorbij de stuursleuf 35, hetgeen overeenkomt met de richting van de stuurhefboom 34, welke uitgaande van zijn zwenkleger 61 aan het achterste glijelement 17 tot de geleidingsstift 26 in alle dekselstanden naar voren oplopend is aangebracht. Bij het uitvoeringsvoorbeeld zijn de geleidingscoulisse 24, de stuurcoulisse 33 en de stuurhefboom 34 op speciale wijze telkens tweezijdig uitgevoerd, zoals in hetgeen volgt onder verwijzing speciaal naar de fig. 3 en 5 nader wordt beschreven. De stuurhefboom 34 is vorkvormig uit een tweetal hefboomdelen 34a en 34b gevormd, welke aan het ondereinde door een legerpen 62 met elkander zijn verbonden. De legerpen 62 reikt door een opgezette rand 63 van het, uit een tweetal delen samengestelde achterste glijelement 17. Op deze wijze wordt het zwenkleger 61 gevormd. Ongeveer in het midden van de lengte van de hefboomdelen 34a en 34b zijn in tegengestelde richtingen buitenwaarts gerichte en met elkaar strokende stuuruitsteeksels 36a en 36b bevestigd, welke te zamen de stuurstift 36 vormen. Aan hun boveneinden bevatten de hefboomdelen 34a en 34b naar elkander toe gekeerde en met elkaar strokende gelei-dingsuitsteeksels 26a en 26b, welke te zamen de geleidingsstift 26 vormen.
De geleidingscoulisse 24 is aangebracht tussen de hefboomdelen 34a en 34b van de stuurhefboom en bevat een tweetal volgens eikaars spiegelbeeld aangebrachte opzij open helften 25a en 25b van de gelei- dingssleuf 25, welke door een verstijvingswand 64 van elkander zijn gescheiden. De geleidingsuitsteeksels 26a en 26b grijpen elk in de naburige helften 25a resp. 25b van de geleidingssleuf 25 zodanig in dat zij daarin verschuifbaar zijn. De stuurcoulisse 33 is opgedeeld in een tweetal op afstand tegenover elkaar gelegen helften 33a en 33b, waar-tussenin zich de stuurhefboom 34 bevindt. De helften 33a en 33b van de stuurcoulisse 33 bevatten volgens eikaars spiegelbeeld aangebrachte helften 35a en 35b van de stuursleuf 35, waarin de stuuruitsteeksels 36a resp. 36b zodanig ingrijpen dat zij daarin verschuifbaar zijn.
De helften 33a en 33b van de stuurcoulisse 33 zijn bevestigd in een langgerekte coulissendrager 65, welke ook bovenaan en onderaan om die helften van de stuurcoulisse grijpt, waardoor verwijdingen in dwarse richting van de stuursleufhelften 35a en 35b door inwerking van dwars op de stuurcoulisse 33 gerichte krachten zijn uitgesloten. De coulissendrager 65 vormt de stijve verbinding tussen het voorste glijelement 16 en het geleidingselement 30 waaraan die drager is bevestigd. De zwenk-legerpen 46 reikt door het voorste, toelopende einde (fig. 2) van de coulissendrager 65.
De tussen het achterste glijelement 17' en het naburige geleidingselement 30 werkzame koppelinrichting wordt in hetgeen volgt onder verwijzing naar de fig. 2, 8 en 9 nader beschreven. De twee-armige hefboom 28, welke aan één einde het haakachtig uitgevoerde koppelement 32 en aan zijn andere einde het als rol uitgevoerde door het innemen van een ligplaats-grendelend element 29 draagt, is zwenkbaar gelegerd aan een verticaal georiënteerde tap 66 en wordt door een schroefdraaiveer 67 in de klokwijzerrichting, dat wil zeggen in de zin van een grendelende ingrijping van het element 29 in de uitsparing 27 van de geleidingsrail 15 voorgespannen. De uitsparing 27 bevindt zich in een loodrechte flens 68 van de geleidingsrail 15, waarlangs het rolachtige, door het innemen van een ligplaats-grendelend element bij verschuivingen van het deksel 12 afrolt, wanneer het deksel zich niet in zijn voorste, in de fig. 2, 8 en 9 weergegeven, vergrendelde stand bevindt.
Voor het haakachtig uitgevoerde koppelelement 32 is in het achterste glijelement 17 een corresponderend gevormde koppeluitsparing 69 aangebracht. Aan dat koppelelement 32 en de koppeluitsparing 69 is voorzien in samenwerkende geleidingsvlakken 70, resp. 71, welke bij de ontgrendelende zwenkbeweging van de twee-armige hefboom 28 langs elkander glijden. Voorts is aan het koppelelement 32 en aan de koppeluitsparing 69 voorzien in samenwerkende koppelvlakken 72, resp. 73, welke dienst doen voor het krachtoverbrengend aansluitend meenemen van het geleidingselement 30 bij het in de sluitrichting verschuiven van het achterste glijelement 17.
In het onderstaande wordt de wijze van werken van het schuifhef-dak, uitgaande van de in fig. 2 weergegeven, gesloten stand van de voor het functioneren van het dak bestemde delen kort toegelicht. Wanneer het de bedoeling is dat het deksel uit zijn sluitstand volgens fig. 2 tot in een naar boven uitgezette zwenkstand wordt geheven, wordt de kabel 20 door de daarmee krachtoverbrengend aansluitend verbonden (met-weergegeven) aandrijfinrichting voorwaarts verschoven en neemt daarbij het achterste glijelement 17 mee. Aangezien hierbij het door het innemen van een ligplaats-grendelend element 29 in de uitsparing 27 grendelend een ligplaats inneemt, blijven het geleidingselement 30, de stuur-coulisse 33 en het voorste glijelement 16 op hun plaats, dat wil zeggen stationair. De opwaarts gerichte uitzwenkbeweging van het deksel 12 begint onmiddellijk, nadat de geleidingsstift 26 uit het sluitstand-gedeelte 55 het zwenkgedeelte 54 van de geleidingssleuf 25 binnengetreden is. Bij de zwenkbewegingen verplaatst zich de geleidingsstift 26 in het zwenkgedeelte 54 van de geleidingssleuf 25 in voorwaartse richting, terwijl zich tegelijkertijd de stuurstift 36 in het zwenkgedeelte 58 van de stuursleuf 35 voorwaarts verplaatst. Hierdoor wordt het deksel 12 traploos naar boven uitgezwenkt. Bij het weer inzwenken van het uitgezette deksel 12 geschiedt de volgens fig. 5 uitgaande bewegingsafloop tot het bereiken van de posities van de aan het functioneren deelnemende delen volgens de fig. 2 en 4 in omgekeerde richting.
Wanneer het daarentegen de bedoeling is, het gesloten deksel uitgaande van de standen van de voor het functioneren van dat deksel belangrijke delen volgens de fig. 2 en 4 in openingsrichting te verschuiven, wordt de kabel 20 achterwaarts gericht aangedreven, waarbij de geleidingsstift 26 in het overgangsgedeelte 56 van de geleidingssleuf 25 achterwaarts glijdt, terwijl tegelijkertijd de stuurstift 36 in het overgangsgedeelte 59 van de stuursleuf 35 achterwaarts glijdt. Hierbij zwenkt de stuurhefboom 34 om zijn zwenkleger 61 tegen de klokwijzer- richting in. De dalende beweging is beëindigd, wanneer de geleidings— stift 26 het eindgedeelte 57 van de geleidingssleuf 25 bereikt. Hierbij bevindt zich de stuurstift 36 aan het einde van het overgangsgedeelte 59 van de stuursleuf 35. Bij nadering tot de neergelaten dekselstand (fig. 6) treft het geleidingsvlak 70 van het koppelelement 32 het geleidings-vlak 71 van de koppeluitsparing 69. Daardoor zwenkt de twee—armige hefboom, tegen de kracht van de schroefdraaiveer 67 in geleidelijk in de klokwijzerrichting, totdat het door het innemen van een ligplaats-grendeld element 29 de uitsparing 27 heeft verlaten. Hierbij bevindt zich het koppelelement 32 tenslotte volledig in de koppeluitsparing 69-Wanneer nu de naar rechts gerichte beweging van de kabel 20 onder het meenemen van het achterste glijelement 17 wordt voortgezet, wordt het geleidingselement 30 in de schuif beweging voor het openen meegenomen. Alle met het geleidingselement 30 verbonden delen van de schuifhefdak-constructie met inbegrip van uiteraard het deksel 12 nemen deel aan de verschuifbeweging in openingsrichting. Hierbij rolt het rolachtige, door het innemen van een ligplaats-grendelend element 29 langs de flens 68 af. Wanneer het daarentegen de bedoeling is, het deksel 12 uit een in de openingsrichting verschoven stand voorwaarts in de richting naar zijn sluitstand te bewegen, vindt de afloop van de beweging in omge keerde volgorde plaats. Aangezien hierbij de twee-armige hefboom 28 als gevolg van het steunnemen door het door het innemen van een lig— plaats-grendelend element 29 tegen de flens 68 niet kan zwenken, blijft het koppelelement 32 zitten in de koppeluitsparing 69, zodat het geleidingselement 30 en alle daarmee verbonden delen via de ingrijping van de koppelvlakken 72 en 73 in voorwaartse richting worden meegenomen, totdat het element 29 de uitsparing 27 kan binnentreden, waardoor de koppelingrijping tussen koppelelement 32 en koppeluitsparing 69 wordt opgeheven. Het deksel 12 is nu aangekomen in zijn voorste stand, doch moet nog worden geheven uit zijn in fig. 6 weergegeven, gedaalde positie. Dit heffen kan onbezwaarlijk door het verder bewegen van de kabel 20 in voorwaartse richting tot stand worden gebracht, waarbij de gelei dingsstift 26 tenslotte uit het overgangsgedeelte 56 het sluitstand-gedeelte 55 van de geleidingssleuf 25 binnentreedt, terwijl de stuur-stift 36 het overgangsgedeelte 59 van de stuursleuf 35 verlaat, resp. het vóóreinde van het overgangsgedeelte 59 bereikt.

Claims (10)

1. schuifhefdak voor motorvoertuigen met een stijf deksel, dat ter verplaatsing ten opzichte van een, eraan toegevoegde, uitgesneden dakopening met de voorste en achterste glijelementen langs opzij aan een dakframe bevestigde geleidingsrails verschuifbaar wordt geleid, door op de achterste glijelementen aangrijpende, tegen uitgeoefende druk stijf aan de geleidingsrails verschuifbaar geleide kabels aangedreven, via met de voorste glijelementen verbonden zwenklegers om een horizontale, dwars op de verschuifrichting verlopende as zwenkbaar gelegerd is en langs zijn zijranden is uitgerust met eraan bevestigde geleidings-coulissen, waarin met de achterste glijelementen verbonden geleidings-stiften ingrijpen, waarbij tegenoverliggend aan weerszijden van het deksel in de nabijheid van de achterste dakopeningsrand telkens een uitsparing in de geleidingsrail is aangebracht, waarin, behalve bij verschoven deksel, een door het innemen van een ligplaats-grendelend element ingrijpt, dat met een aan de geleidingsrail verschuifbaar geleid, zich in het bereik van de achterrand van het deksel bevindend geleidings-element is verbonden, waarbij voorts aan weerszijden van het deksel telkens is voorzien in een koppelelement, waardoor bij het uittreden van het door het innemen van een ligplaats-grendelend element uit de uitsparing het achterste glijelement met het naburige geleidingselement gedwongen koppelbaar is en waardoor bij het binnentreden van het door het innemen van een ligplaats-grendelend element in de uitsparing het achterste glijelement van het geleidingselement ontkoppelbaar is, met het kenmerk, dat aan weerszijden van het deksel (12) voorzien is in een, het voorste glijelement (16) met het geleidingselement (30) stijf verbindende stuurcoulisse (33), dat de geleidingsstift(26) aan het ëne einde van een twee-armige stuurhefboom (34) is aangebracht, welks andere einde scharnierbaar is bevestigd aan het achterste glijelement (17), en dat aan de stuurhefboom (34) tussen zijn beide einden een stuurstift (36) is aangebracht, welke ingrijpt in de stuurcoulisse (33).
2. Schuifhefdak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stuur-sleuf (35) van de stuurcoulisse (33) een van achteren naar voren oplopend, aan de dekselzwenkbeweging toegevoegd, bijbehorend zwenkgedeelte (58) bevat, terwijl de geleidingssleuf (25) van de geleidingscoulisse (24), op een op zichzelf bekende wijze, bij gesloten deksel (12) een van achteren naar voren dalend, aan de dekselzwenkbeweging toegevoegd, bijbehorend zwenkgedeelte (54) bevat, en dat de geleidingssleuf (25) voorwaarts tot voorbij de stuursleuf (35) uitsteekt, waarbij de stuurhefboom (34) uitgaande van zijn zwenkleger (61) aan het achterste glijelement (17) tot aan de geleidingsstift (26) in voorwaartse richting oplopend is aangebracht.
3. Schuifhefdak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de stuurcoulisse (33) tot voorbij het voorste glijelement (16) in voorwaartse richting is verlengd en aan zijn vooreinde via een, het deksel-zwenkleger (21) vormende zwenklegerpen (46) is verbonden met het vooreinde van de geleidingscoulisse (24).
4. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de geleidingscoulissen (24) en de stuurcoulissen (33) enerzijds en de geleidingsrails (15) anderzijds, in dwarsdoorsnede beschouwd, naast elkander zijn aangebracht, waarbij zich de geleidingscoulissen (24) en de stuurcoulissen (33) onder het deksel (12). bevinden, terwijl de geleidingsrails (15) buiten de uitgesneden dakopening (11) en het vaste dak-vlak (10) van het motorvoertuig zijn aangebracht.
5. Schuifhefdak volgens ëén der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het dakframe (14) zowel onder de geleidingsrails (15) alsook onder de geleidingscoulisse (24) alsmede de stuurcoulisse (33) grijpt, en dat zich de voorste en achterste glijelementen (16, 17), alsmede de geleidingselementen (30), in dwarsdoorsnede beschouwd, van hun gelei-dingsingrijping met de geleidingsrails (15) tot aan de zich binnen de uitgesneden dakopening (11) bevindende rand van het dakframe (14) uitstrekt, waaraan zij aanvullend verschuifbaar geleid worden.
6. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de stuurhefbonen (34) elk vorkachtig zijn gevormd uit een tweetal hefboomdelen (34a, 34b), welke aan hun ondereinden zijn verbonden door een voor de scharnierbare bevestiging aan het achterste glijelement (17) dienst doende legerpen (62), ongeveer in het midden van hun lengte in tegengestelde richtingen buitenwaarts gerichte en met elkaar strokende stuuruitsteeksels (36a, 36b) dragen, welke te zamen de stuurstift (36) vormen, en aan hun boveneinden elkander toegekeerde en met elkaar strokende geleidingsuitsteeksels (26a, 26b) bevatten, welke te zamen de geleidingsstift (26) vormen.
7. Schuifhefdak volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de gelei-dingscoulissen (24) telkens tussen de hefboomdelen (34a, 34b) van de stuurhefboom (34) zijn aangebracht en twee volgens eikaars spiegelbeeld aangebrachte, naar opzij open helften (25a, 25b) van de geleidings-sieuf (25) bevatten, welke door een verstijvingswand (64) van elkander zijn gescheiden, en waar de geleldingsuitsteeksels (26a, 26b) in grijpen, en dat de stuurcoulissen (33) telkens zijn opgedeeld in een tweetal op afstand tegenover elkaar gelegen helften (33a, 33b) waartussen zich de stuurhefboom (34) bevindt en welke volgens eikaars spiegelbeeld aangebrachte helften (35a, 35b) van de stuursleuf (35) bevatten, waar de stuuruitsteeksels (36a, 36b) ingrijpen.
8. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de helften van de stuurcoulisse (33) zijn bevestigd aan een coulisse-drager (65), welke op zijn beurt is bevestigd aan het voorste glijelement (16) en het geleidingselement (30), en door welks voorste einde de zwenklegerpen (46) heen reikt.
9. Schuifhefdak volgens één der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat een, op zichzelf bekende wijze, als door het innemen van een lig-plaats-grendelend element (29) en koppelelement (32) uitgevoerde en zwenkbaar aan het geleidingselement (30) gelegerde, twee-armige hefboom (28) voor het zwenken in een ongeveer horizontaal vlak is aangebracht, waarbij de aan het door het innemen van een ligplaats-grendelend element (29) toegevoegde, bijbehorende uitsparing (27) is aangebracht in een loodrechte flens (68) van de geleidingsrail (15).
10. Schuifhefdak volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat aan het, op een op zichzelf bekende wijze, haakachtig uitgevoerde koppelelement ¢32) een corresponderend gevormde bijbehorende koppeluitsparing (69) in het achterste glijelement (17) is toegevoegd, waarbij aan het koppelelement (32) en in de koppeluitsparing (69) is voorzien in samenwerkende geleidingsvlakken (70, 71) voor de ontgrendelende zwenkbeweging van de twee-armige hefboom (28) en in samenwerkende koppelvlakken (72, 73) voor het kracht-overbrengend meenemen van het geleidingselement (30) bij de verschuifbeweging in sluitrichting van het achterste glijelement (17).
NL9000496A 1989-03-16 1990-03-02 Schuifhefdak voor motorvoertuigen. NL193611C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3908645 1989-03-16
DE3908645A DE3908645C1 (nl) 1989-03-16 1989-03-16

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9000496A true NL9000496A (nl) 1990-10-16
NL193611B NL193611B (nl) 1999-12-01
NL193611C NL193611C (nl) 2000-04-04

Family

ID=6376511

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000496A NL193611C (nl) 1989-03-16 1990-03-02 Schuifhefdak voor motorvoertuigen.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US5020849A (nl)
JP (1) JP2680911B2 (nl)
KR (1) KR950012259B1 (nl)
BR (1) BR9001237A (nl)
CA (1) CA2010996C (nl)
DE (1) DE3908645C1 (nl)
ES (1) ES2020647A6 (nl)
FR (1) FR2644407B1 (nl)
GB (1) GB2231006B (nl)
IT (1) IT1240666B (nl)
MX (1) MX173099B (nl)
NL (1) NL193611C (nl)
SE (1) SE469327B (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3818476C1 (nl) * 1988-05-31 1989-09-21 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4137578A1 (de) * 1990-11-29 1992-06-04 Farmont Produktion Betaetigungsvorrichtung fuer ein fahrzeugsonnendach
DE4200724C1 (nl) * 1992-01-14 1992-12-24 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4200726C1 (nl) * 1992-01-14 1993-01-07 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4200725C2 (de) * 1992-01-14 1994-05-11 Rockwell Golde Gmbh Schiebehebedach für Kraftfahrzeuge
JPH0740746A (ja) * 1993-07-29 1995-02-10 Aisin Seiki Co Ltd 車両用サンルーフ装置のチエツク機構
JPH09183312A (ja) * 1995-12-28 1997-07-15 Aisin Seiki Co Ltd スライディングルーフ装置
JP3664796B2 (ja) * 1996-02-23 2005-06-29 株式会社ハゴロモ Cd展示装置
DE69915122T2 (de) * 1998-07-30 2004-09-02 Inalfa Roof Systems Group B.V. Konstruktion eines öffnungsfähigen fahrzeugdaches
NL1009773C2 (nl) * 1998-07-30 2000-02-01 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1011859C2 (nl) * 1999-04-22 2000-10-24 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1011864C2 (nl) 1999-04-22 2000-10-24 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
US6199944B1 (en) * 1999-06-04 2001-03-13 Asc Incorporated Spoiler sunroof
NL1012646C2 (nl) * 1999-07-20 2001-01-23 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1012645C2 (nl) 1999-07-20 2001-01-23 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1012647C2 (nl) 1999-07-20 2001-01-23 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1013053C2 (nl) * 1999-09-15 2001-03-16 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1013050C2 (nl) 1999-09-15 2001-03-16 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
WO2004089672A1 (es) * 2003-04-10 2004-10-21 Grupo Antolin-Ingeneria, S.A. Mecanismo para techos abrientes, en especial para vehiculos automoviles
US7425033B2 (en) * 2003-09-03 2008-09-16 Intier Automotive Closures Inc. Vehicle sunroof assembly
EP1902885B1 (de) * 2006-09-25 2010-07-14 ArvinMeritor GmbH Schiebedachsystem
EP2305500B1 (en) * 2009-10-05 2013-09-25 Inalfa Roof Systems Group B.V. Open roof construction for a vehicle
US9193246B2 (en) * 2013-03-11 2015-11-24 S.A.W. Group, Llc Universal replacement ventilator lid assembly
DE102014221120A1 (de) * 2014-10-17 2016-04-21 Bos Gmbh & Co. Kg Antriebssystem für ein bewegliches Dachteil eines Kraftfahrzeug-Dachmoduls
GB2560733A (en) * 2017-03-22 2018-09-26 Lewmar Ltd Sliding roof panel assembly and method for its operation
US11440385B2 (en) 2017-08-03 2022-09-13 Inalfa Roof Systems Group B.V. Open roof construction for a vehicle
EP3647094B1 (en) 2018-11-05 2022-10-26 Inalfa Roof Systems Group B.V. Roof system for a vehicle
EP3792091B1 (en) 2019-09-10 2022-06-15 Inalfa Roof Systems Group B.V. Roof assembly for a vehicle and a method of assembling
CN112744061B (zh) * 2021-02-22 2023-02-17 一汽解放汽车有限公司 一种汽车天窗结构及汽车

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2532187B2 (de) * 1975-07-18 1977-07-14 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebedach fuer kraftfahrzeuge
DE3020675C2 (de) * 1980-05-30 1987-01-02 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebe-Hebe-Dach für Kraftfahrzeuge
US4403805A (en) * 1982-01-06 1983-09-13 General Motors Corporation Sliding sunroof with power operated ventilator
DE3201806A1 (de) * 1982-01-21 1983-09-08 Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg Fahrzeugdach mit einem einen dachausschnitt verschliessenden, mindestens ausstellbaren deckel
DE3300308A1 (de) * 1983-01-07 1984-07-12 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebe-hebe-dach fuer kraftfahrzeuge
JPS60113729A (ja) * 1983-11-24 1985-06-20 アメリカン サンルーフ コーポレーシヨン 枢軸回転一滑動する屋根パネル組立部
JPS60219121A (ja) * 1984-04-13 1985-11-01 Nissan Shatai Co Ltd 車両用スライドル−フ装置
DE3444522A1 (de) * 1984-10-02 1986-04-10 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Schiebehebedach
JPS61287818A (ja) * 1985-06-14 1986-12-18 Aichi Mach Ind Co Ltd 自動車用サンル−フの開閉装置
US4869548A (en) * 1986-03-10 1989-09-26 Ohi Seisakusho Company, Limited Sunroof apparatus for vehicle
JPH0632426Y2 (ja) * 1988-03-24 1994-08-24 トヨタ自動車株式会社 サンルーフ用レインチャンネルの作動機構

Also Published As

Publication number Publication date
SE469327B (sv) 1993-06-21
FR2644407A1 (fr) 1990-09-21
IT1240666B (it) 1993-12-17
JPH02279422A (ja) 1990-11-15
BR9001237A (pt) 1991-03-26
KR950012259B1 (ko) 1995-10-16
US5020849A (en) 1991-06-04
ES2020647A6 (es) 1991-08-16
IT9004807A0 (it) 1990-02-26
NL193611C (nl) 2000-04-04
MX173099B (es) 1994-02-01
DE3908645C1 (nl) 1990-06-13
JP2680911B2 (ja) 1997-11-19
FR2644407B1 (fr) 1993-07-09
GB9003949D0 (en) 1990-04-18
GB2231006B (en) 1992-12-16
SE9000918L (sv) 1990-09-17
GB2231006A (en) 1990-11-07
CA2010996C (en) 1994-07-05
CA2010996A1 (en) 1990-09-16
NL193611B (nl) 1999-12-01
IT9004807A1 (it) 1991-08-26
SE9000918D0 (sv) 1990-03-15
KR900014169A (ko) 1990-10-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9000496A (nl) Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
JP2721516B2 (ja) 前部カバー及び後部カバーを有する車両ルーフ及びそのカバー移動方法
US6325453B1 (en) Open roof construction for a vehicle
US20020113467A1 (en) Motor vehicle roof
CN107933263B (zh) 滑顶系统
US5718472A (en) Automotive slide roof system
NL8006480A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL8303013A (nl) Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
NL194327C (nl) Schuifdaksamenstel voor motorvoertuigen.
NL192333C (nl) Schuif-hefdak voor een auto.
EP3173271B1 (en) An open roof construction for a vehicle
EP2305500B1 (en) Open roof construction for a vehicle
US6877799B2 (en) Openable motor vehicle roof
NL9200165A (nl) Spoilerdak.
NL8900811A (nl) Schuifdak of schuif- hefdak voor motorvoertuigen.
NL1012052C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
EP1150852B1 (en) Open roof construction for a vehicle
EP1331119B1 (en) Vehicle with sliding and venting sunroof
NL8801460A (nl) Schuif-hefdak voor motorvoertuigen.
NL1009773C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
EP1046530A1 (en) Open roof construction for a vehicle
JP2965991B2 (ja) 車両のサンルーフ装置
DE102005037703B4 (de) Fahrzeugdach mit einem oberhalb des Daches verschiebbaren Dachteil
CN113306373A (zh) 用于车辆的车顶打开构造
EP0521589A2 (en) Opening roof for a motor vehicle

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20031001