NL8303013A - Schuifhefdak voor motorvoertuigen. - Google Patents

Schuifhefdak voor motorvoertuigen. Download PDF

Info

Publication number
NL8303013A
NL8303013A NL8303013A NL8303013A NL8303013A NL 8303013 A NL8303013 A NL 8303013A NL 8303013 A NL8303013 A NL 8303013A NL 8303013 A NL8303013 A NL 8303013A NL 8303013 A NL8303013 A NL 8303013A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cover
guide
recess
roof
lid
Prior art date
Application number
NL8303013A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192332C (nl
NL192332B (nl
Original Assignee
Rockwell Golde Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rockwell Golde Gmbh filed Critical Rockwell Golde Gmbh
Publication of NL8303013A publication Critical patent/NL8303013A/nl
Publication of NL192332B publication Critical patent/NL192332B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192332C publication Critical patent/NL192332C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
    • B60J7/04Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels
    • B60J7/05Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels pivoting upwardly to vent mode and moving downward before sliding to fully open mode

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
  • Seal Device For Vehicle (AREA)
  • Vehicle Interior And Exterior Ornaments, Soundproofing, And Insulation (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

I Λ VO 5059
Betr.: Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
De uitvinding heeft betreding op een schuifhefdak voor motorvoertuigen met een star deksel, dat met voorste en achterste leisloffen verschuifbaar is gelegerd aan zijdelings in een dakuit snij ding bevestigde dvanglijsten, door aan de achterste leisloffen aangrijpende, druk-5 stijf aan de dvanglijsten verschuifbaar gelegerde kabels wordt aangedreven, via aan de voorste leisloffen aangebrachte zvenklegers zwenk-baar is gelegerd rond een horizontale, dwars op de schuifrichting lopende as en langs de zijranden is uitgerust met daaraan bevestigde leizij-stukken, waarin aan de achtersta leisloffen aangebrachte leipennen aan-10 grijpen, waardoor het deksel, uitgaande van de sluitstand, naar keuze als aan de voorzijde scharnierende ventilatiekleppen door het opheffen van de achterste rand tot boven het vaste dakvlak naar buiten kan worden gezwenkt of na het laten dalen van de achterste rand onder het achterste, vaste dakvlak kan worden geschoven, waarbij tegenover elkaar liggend 15 aan weerszijden van het deksel in de nabijheid van elk der achterste dakuit3nijdingsranden een uitsparing is aangebracht in de dvanglijsten, waarin aan de buitenzijde bij het verschoven zijn van het deksel een onder veerbelasting staand insteekelement aangrijpt, dat in lengte onveranderlijk in verbinding staat met een verschuifbaar langs de dvanglijsten 20 gelegerde, in het gebied van de achterste rand van het deksel zich bevindende leischoen, die met het deksel is verbonden via een verbindingselement, dat voor zwenkbewegingen in een vertikaal in de schuifrich-ting zich bevindend vlak enerzijds zwenkbaar is aangebracht aan het deksel en anderzijds aan de leischoen, en elementen zijn voorzien voor het bij 25 schuifbevegingen grendelen van de neergelaten stand van de achterrand van het deksel.
3ij schuifhefdaken, waarbij het starre deksel naar keuze als een ventilatieklep naar buiten kan worden gezwenkt of zoals bij uitsluitend schuifbare daken onder het achterste, vaste dakvlak kan worden geschoven, 30 moeten maatregelen worden getroffen voor het uitsluiten van verkeerde werkingen. In het bijzonder moeten twee mogelijke verkeerde werkingen worden voorkomen, die eruit bestaan, dat enerzijds het naar boven boven het vaste dakvlak naar buiten gezwenkte deksel bij de gewenste terug-zwenkbeweging naar achteren wordt verschoven, en dat anderzijds het onder 35 het achterste, vaste dakvlak geschoven deksel bij het schuiven naar de 5 p t A I 3 ï 5 - 2 - sluitstand met de achterrand naar hoven gaat, d.w.z. naar hoven wordt gezwenkt.
Hoewel het onderdrukken van de eerstgenoemde mogelijkheid van een verkeerde werking niet gepaard gaat met bijzondere moeilijkheden, 5 bezitten de bekende voorstellen voor het voorkomen van de op de tweede plaats genoemde verkeerde werking het nadeel, dat bij het naar de sluit-stand schuiven van het deksel in hoofdzaak vertikaal naar boven gerichte krachten optreden, die aanzienlijke wrijvingen en zodoende het moeilijk lopen veroorzaken van de dekseldrijving.
10 Bij een bekend schuifhefdak van de in de aanhef aangeduide soort (Duits octrooisehrift 2.532.187) worden de twee beschreven, verkeerde werkingen met zekerheid voorkomen door in de praktijk dikwijls beproefde maatregelen, maar treden ook hierbij de genoemde vertikaal naar boven gerichte krachten en de daardoor veroorzaakte gevolgen op bij het in de 15 sluitstand schuiven van het deksel. Door de in de aanhef beschreven uitvoering van een uitsparing in elke dwanglijst, bij welke uitsparing een het schuiven van het deksel volgend insteekelement behoort, wordt tijdens het vanuit een naar buiten gezwenkte stand naar binnen in de sluitstand zwenken van het deksel, een mechanische sluiting teweeg gebracht, 20 die ongewenste dekselverschuivingen in de richting van het door verschuiven openen, voorkomt. Voor het voorkomen van het omhoog bewegen van de achterste rand van het deksel bij verschuivingen voor het sluiten is tegenover elkaar liggend aan elke zijde van het schuifdeksel een nabij de achterste rand aan het schuifdeksel en dwars op de schuifrichting be-25 vestigde lei vinger voorzien, die bij het neerlaten van de achterrand van het deksel, uitgaande van de sluitstand van het deksel, het insteekelement uit de uitsparing naar buiten trekt, door de uitsparing heen gaat en bij daaropvolgende verschuivingen van het deksel tegen de onderzijde van de dwanglijsten is gelegerd, De vertikaal naar boven gerichte kraeh-30 ten ontstaan bij deze bekende constructie nu, doordat de, de verschuiving van het deksel voor het sluiten tot stand brengende, aan de achterste leischoenen aangebrachte leipennen aanliggen tegen schuine vlakken - in de leizijstukken, tegen welke schuine vlakken de door de kabeldrijving veroorzaakte krachten elk worden ontbonden in een krachtcomponent in de 35 schuifrichting en een vertikaal daarop staand, naar boven gerichte component. De naar boven gerichte krachtcomponent leidt tot een wrijvende aanligging van de leivingers tegen de onderzijden van de dwanglijsten.
η a η"013 * 4 - 3 -
Deze aanligging van de leivingers voorkomt weliswaar "betrouwbaar het omhoogbewegen van de achterrand wan het deksel bij het schuiven voor het sluiten, maar als gevolg daarvan ontstaan wrijvingskracnten, die door een vergroot drijfdraaimoment moeten worden overwonnen.
5 Ook bij de oudste, bekende uitvoeringsvorm van een schuifhefdak (Duits "Auslegeschrift" 1.605-9^0) treden dergelijke vertikaal naar boven gerichte krachten op, die eveneens ontstaan door krachtontbinding op de aanligpunten tussen leipennen en schuine vlakken van zijstukken.
Met deze naar boven gerichte krachtcomponenten wordt aan elke deksel-10 zijde rekening gehouden door aan het deksel bevestigde hoekstukken, die bij verschuivingen van het deksel aangrijpen onder aanvullende dwanglijs-ten, waartegen zij bij verschuivingen voor het sluiten met wrijving aanliggen op grond van de in de beschreven drijfpunten ontstane en naar boven gerichte krachtcomponenten.
15 Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een schuifhefdak voor motorvoertuigen te verschaffen, waarbij bij verschuivingen van het deksel 'oor het sluiten geen uit naar boven gerichte drijfkrachtcomponen-ten voortvloeiende wrijvingsverliezen kunnen optreden.
De gestelde opgave wordt volgens de uitvinding, uitgaande van 20 de in de aanhef aangegeven uitvoering opgelost, doordat aan elke zijde van het deksel een koppelelement is voorzien, waardoor de achterste leislof bij het uit de uitsparing naar buiten komen van het insteekelement, gedwongen kan worden gekoppeld met de naburige leischoen, en waardoor de achterste leisiof bij het in de uitsparing naar binnen gaan van het 25 insteekelement, kan worden ontkoppeld van de leischoen, en doordat de mechanisch sluitende aangrijping van de leipen met het leizijstuk in de schuifrichting bij het verschuiven voor het sluiten van het deksel, aan weerszijden daarvan is opgeheven.
Volgens de grondgedachte van de onderhavige uitvinding brengen 30 niet langer de in de leizijstukken aangrijpende leipennen het verschuiven voor het sluiten van het deksel tot stand, maar wordt dit in plaats daarvan teweeg gebracht door het koppelelement, dat aan weerszijden van het deksel de naburige leischoen meetrekt, waardoor de leischoen door het in de aanhef aangegeven verbindingselement het deksel om zo te zeggen in de 35 sluitstand schuift. Het is duidelijk, dat op deze wijze het voor transport-doeleinden aanliggen van de leipennen tegen schuine'vlakken van de zijstukken overbodig is, Bij gewenste zwenkbewegingen van het deksel is de o "T f " r» -f *?
O V V V- i V
--d ί \ - k - aangrijping Tan het koppelelement met de achterste leislof opgeheven, zodat de achterste leislof langs de dwanglijst kan verschuiven ten opzichte van de leischoen. Hierbij blijft de leischoen als gevolg van de insteekaangrijping van het insteekelement in de uitsparing, in de vast-5 gezette stand, zodat bij zwenkbewegingen naar binnen van het deksel, dit via het beschreven verbindingselement steunt op de leischoen, waardoor ongewenste verschuivingen naar achter van het naar buiten uitgezette deksel, zijn uitgesloten.
In een voordelige uitvoeringsvorm is voorzien, dat het in-10 steekelement en het koppelelement elk zijn aangebracht aan één arm van een twee-armige hefboom, die zwenkbaar is bevestigd aan de leischoen, en dat het uit de uitsparing naar buiten komen van het insteekelement kan worden teweeg gebracht bij een gelijktijdige koppelaan-grijping van het koppelelement met de achterste leislof, doordat deze 15 de leischoen nadert, De samenvatting van het insteekelement en het koppelelement tot één twee-armige hefboom maakt door een centraal element het voorkomen mogelijk van de twee eerder beschreven verkeerde werkingen. De koppeling van de achterste leislof en de leischoen vindt automatisch plaats, d.w.z, door bediening van de dakdrijving in de 20 richting van het verschuiven voor het openen. De ontkoppeling daarentegen wordt bewerkstelligd in samenwerking van de twee-armige hefboom met de uitsparing in de dwanglijsten, d.w.z. vindt eveneens automatisch plaats wanneer de deksel aan het einde van het verschuiven voor het sluiten, de sluitstand bereikt.
2p Bij de voorkeursuitvoeringsvorm is het voordelig, wanneer een stuuruitsteeksel is bevestigd aan de achterste leislof, bij welk uitsteeksel een aan de twee-armige hefboom zich bevindend schuin oploop-vlak behoort voor het in eerste instantie opheffen van de aangrijping tussen het insteekelement en de uitsparing, en wanneer een ander, bij 30 de naburige rand van de uitsparing behorend schuin oploopvlak voor het uiteindelijk opheffen van de aangrijping tussen het insteekelement en de uitsparing, is aangebraeht aan het insteekelement. Door het aanbrengen van het stuuruitsteeksel en de bijbehorende schuine oploop-vlakken aan het insteekelement wordt verzekerd, dat het insteekelement 35 bij het begin van verschuiving voor het openen zonder moeilijkheid en zonder een noemenswaardig vergrote krachtsinspanning uit de insteek-uitsparing van de dwanglijsten naar buiten beweegt, waarbij de twee-** "? n —» *1 >K -S ; · ' : i
U v» i ' J
* · - 5 - amige hefboom zwenkt, totdat het koppelelement tot aangrijping komt met de achterste leislof.
Hiervoor is de uitvoering met voordeel zodanig, dat het koppelelement is uitgevoerd als een aan het betreffende armeinde van de tvee-5 armige hefboom zich bevindende haak, die is bestemd voor het inhaken achter een koppelvlak van het stuuruitsteeksel.
Voor een betrouwbare in de sluit stand van het deksel aangrijpen van het insteekelement in de uitsparing en voor een in stand houden van deze ingrijping tijdens eventuele zwenkbewegingen van het deksel is het 10 voordelig, waaneer de tweer-armige hefboom is belast door een veer in de richting van ingrijping van het insteekelement en de uitsparing. Daardoor wordt het insteekelement bij verschuivingen van het deksel weliswaar tegen de dwanglijsten aangedrukt, maar hierdoor ontstaan slechts kleine wrijvingsverliezen wanneer bij een doelmatige uitvoering een looprol is 15 aangebracht aan het insteekelement, welke looprol buiten het insteekelement uitsteekt en na het uit de uitsparing naar buiten komen van het insteekelement bij verschuivingen van het deksel langs de dwanglijsten kan worden afgerold.
Voor een vaste stand'van het naar buiten gezwenkte deksel is het 20 voordelig, wanneer het verbindingselement is uitgevoerd als een het naar buiten gezwenkte deksel in de richting van het sluiten belastende torsie-veer, waarvan het ene been scharnierbaar is aangebracht aan het leizijstuk, waarvan de schroefwikkeling is gestoken op een legertap van de leischoen en waarvan het andere been steunt tegen de leischoen.
25 De uitvoering voor het voorkomen van een mechanisch sluitend aan grijpen van de leipen met het leizijstuk bij verschuivingen van het deksel voor het sluiten, is met voordeel zodanig, dat een aan het deksel grenzend en horizontaal ten opzichte daarvan lopend aan een schuin naar voren en naar beneden lopende overgangsleisleuf aansluitend leisleuf-30 eindgedeelte op een op zichzelf bekende wijze (Duits "Auslegeschrift" 1.605.9^0) is voorzien in het leizijstuk, in welk leisleufeindgedeelte zich de leipen bij schuifbewegingen van het deksel bevindt zonder aanligging tegen een vlak van de overgangsleisleuf. 3ij het verschuiven voor het openen daarentegen ligt de leipen mechanisch sluitend aan tegen de eind-35 wand van het leisieuf eindgedeelte, waardoor het verschuiven van het deksel plaat vindt.
Voor het bereiken van een kantelvrije, gesynchroniseerde gelei-O TT Λ -v Λ- -5 Ύ _Λ * * - 6 - ding van de twee aan weerszijden van het deksel aangebrachte leischoenen is het voordelig, wanneer de twee leischoenen op een op zichzelf bekende wijze (Duits octrooischrift 2.532.187) star met elkaar zijn verbonden door een de spleet tussen de achterste rand van het deksel en de achter-5 ste rand van de dakuitsnijding bij het in de sluit stand zich bevinden van het deksel, ondervangend waterkanaal.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : fig. 1 een afgebroken lengtedoorsnede toont van het schuifhefdak 10 "bij het gesloten zijn van het deksel; fig. 2 een afgebroken en gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht is van het schuif dakraam met de daaraan aangebrachte onderdelen, waarbij het deksel is weggenomen; fig. 3-6 aan fig. 1 gelijke lengtedoorsneden tonen bij verschil-15 lende standen van het deksel; fig. 7 - 9 op grotere schaal afgebroken lengtedoorsneden tonen met eveneens het deksel in verschillende standen; fig. 10 een doorsnede is volgens de lijn X-X in fig. 7; fig. 11 een afgebroken bovenaanzicht is van een dwanglijst en de 20 daarin aangebrachte uitsparing; fig. 12 een bovenaanzicht is van de twee-armige hefboom; en fig. 13 een doorsnede is volgens de lijn XIII-XIII in fig. 12.
De lengtedoorsneden volgens fig. 1 en 3 - 6 veraanschouwelijken het vaste dak 1 van een personenauto met een daarin voorziene dakuit-25 snijding 2, die door een deksel 3 kan worden afgesloten. De randen van de dakuitsnijding zijn naar beneden haaks afgewerkt, respectievelijk omgeflensd en worden op gebruikelijke wijze versterkt door een in de fig.
2 en 10 afgebeeld schuifdakraam U. Van een beschrijving van de constructieve uitvoering van het schuifdakraam wordt hierna afgezien, omdat dit 30 voor de toepassing van de uitvinding geen bijzondere uitvoering behoeft. Ook de, de beweging van het deksel 3 bewerkstelligende, bekende kabel-drijving wordt hierna alleen in zoverre verduidelijk, als nodig is voor het begrip van .de uitvinding. Het deksel 3 is in de getoonde voorbeelden een glazen deksel, maar kan op gebruikelijke wijze ook zijn vervaardigd 35 van staalplaat. Op de vier randen van het deksel 3 is een randspleetaf-dichting 5 geplaatst, die bij het gesloten zijn van het deksel zorgt voor een afdichting van de randspleet tussen de buitenranden van het deksel en ^ ** ^ a rjy
O ^ vJ
# r - 7 - de randen van de dakuitsnijding. De uitvoering van de onderdelen van de dakconstructie is spiegelbeeldvormig volgens de in fig. 2 met een streepstippeilijn aangeduide lengtehartlijn van het voertuig, zodat hierna alleen wordt verwezen naar de uitvoering van een zijde van de dakcon-5 structie, omdat de tegenoverliggende zijde daarmede overeenkomt. Bij de achterste rand 6 van de dakuitsnijding, welke rand grenst aan de achterste rand J van het deksel, begint het achterste, vaste dakvlak 8, waaronder zich het opneemraam 7 bevindt voor het onder het vrijleggen van de dakuitsnijding 2 naar achter verschoven deksel 3.
10 Zoals fig. 10 toont, is het schuifdakraam h losmaakbaar bevestigd aan een tussenraam 10, dat weer is bevestigd aan de omgeflensde randen van de dakuitsnijding. In het getoonde voorbeeld zijn het schuifdakraam 4 en de dwanglijst 11 uit een stuk uitgevoerd, zodat de dvanglijst 11 doorgaat via zowel de twee zijdelen 12 als via het voorste dwarsdeel 13 15 vna het schuifdakraam 4. De twee zijdelen 12 zijn ten opzichte van elkaar verstijfd door een in het gebied van de achterste rand € van de dak-uitsnijding zich bevindend verbindingsdeel 1k, dat in de fig. 7-9 niet is afgeheeld.
De dwarsdoorsnede-uitvoering van de dwanglijst 11 blijkt uit 20 fig. 10. De dwanglijst bezit een naar boven open kanaal, waarin aan elke zijde van het deksel een voorste leislof 15, een achterste leislof 16 en een leischoen Uo aangrijpen, waarvan alleen de laatste in fig. 10 is afgebeeld. Aan weerszijden van het kanaal zijn in de zijwanden van de dwanglijst 11 in paren tegenover elkaar liggend twee kabelleikanalen 25 17 en twee daaronder zich bevindende leislofleikanalen 18 aangebracht.
De kanalen 17 en 1ö openen zich elk tot het de leisloffen 15, l6 en de leischoen 40 geleidende kanaal. In de leislofleikanalen 18 grijpen de leisloffen 15, 16 en de leischoen ko met lei-uitsteeksels 19 aan.
In de kabelleikanalen 17 zijn drukstijf twee drijfkabels voor het dek-30 sel 3 gelegerd, waarvan in fig. 2 alleen de drijfkabel 20 is afgebeeld, die via een meenemer 21 mechanisch sluitend is verbonden met de achterste leislof 16. Terwijl een van de twee kabelleikanalen van de dwanglijst 11 de bij de betreffende dekselzijde behorende drijfkabel 20 opneemt, legert het andere kanaal van het kanalenpaar het vrije kabel-35 einde van de tegenoverliggende dakzijds. In de schroefwikkelingen van de twee drijfkabels grijpt een in fig. 2 met een streeplijn afgebeeld drijfrondsel 22 aan van een eveneens met een streeplijn aangeduid « ^ f* - Λ
____-J
ί % * - 8 - dr ij Mechanisme 23, dat is bevestigd aan de onderzijde van het voorste dwarsdeel 13 van het schuif dakraam b en bijvoorbeeld wordt bediend door een handkruk 2b. Draaiingen van de handkruk 2b en zodoende van het drijf-rondsel 22 bewerkstelligen verschuivingen van de als buigzame heugels 5 werkende drijfkabels 20 in de kabelleikanalen, waardoor de achterste leisloffen 16 worden verschoven op de zijdelingse gebieden van de dwang-lijsten 11. Alle bewegingen van het deksel 3 worden met behulp van deze synchroon plaats vindende verschuivingen van de achterste leisloffen 16 op de nog te beschrijven wijze teweeg gebracht, 10 Andere in fig. 10 te onderkennen en duidelijkheidshalve in de overige figuren niet ingetekende elementen,zijn de door een randpro-fiel 25 gemonteerde dakhemel 26 en de verschuifbaar aan de dwanglijsten 11 gelegerde dekselhemel 27. Het verwijzingscijfer 28 duidt de over de zijdelen 12 en het voorste dwarsdeel 13 van het schuifdakraam b lopen-^ de regengoot, die enerzijds wordt begrensd door de dwanglijst 11 en anderzijds door êên buitenwand van het schuifdakraam U. Zoals fig. 2 verduidelijkt, bevindt geen der onderdelen zich in de regengoot 28, •waarop waterafvoeren 29 zijn aangesloten.
De voorste leislof 15 is aangebracht nabij de voorste rand van
QA
het deksel 3, en is overeenkomstig de achterste leislof 16 verschuifbaar gelegerd aan de dwanglijst 11. Aan de voorste leislof 15 bevindt zich een naar voren gerichte en bij voorkeur uit een stuk met de leislof gevormde legersteun 30, die via een legerbout 32 zwenkbaar is verbonden met een leizijstuk 31. De legersteun 3o en de legerbout 32 vormen 25 ' een zvenkleger, waarvan de legerbout 32 samen met de overeenkomstige legerbout aan de andere zijde van het deksel op de genoemde (denkbeeldige), horizontale, dwars op de schuifrichting lopende as ligt. De schuif-richting volgt de loop van de dwangslijst 11.
Het langwerpige leizijstuk 31, dat is aangebracht aan de deksel- 30 · · . ...
zijde, zoals fig. 2 veraanschouwelijkt is losmaakbaar verbonden met het deksel 3 en bij voorkeur in hoogte verstelbaar vast verbonden via aan het deksel op onderlinge afstand bevestigde monteerplaten 33. Op grond van deze uitvoering volgt het deksel 3 zwenkbewegingen van het leizijstuk 31 rond het zwenkleger 30, 32. In het leizijstuk 31 bevindt zich 35 . . ... ....
een leisleuf, die, zoals het duidelijkst blijkt uit fig. 3, een zwenkgedeelte 3^, een in hoofdzaak evenwijdig met het dekselvlak lopend sluitstandgedeelte 35, een schuin lopend overgangsgedeelte 36 en een Λ ·:: η -τ ·] ? O v' ; - J J i w _______m_ * * - 9 - weer in hoofdzaak evenwijdig met het deksel lopend eindgedeelte 37 bezit. In de leisleuf grijpt een leipen 38 aan, die is bevestigd aan een naar boven gerichte verlenging 39 van de achterste leislof. Duidelijk is, dat verschuivingen van de achterste leislof 16 ten opzichte 5 van de voorste leislof 15 tot verplaatsingen leiden van de leipen 38 in de leisleuf van het leizijstuk 31, waardoor de betreffende dekselstand wordt veranderd. Wanneer de leipen 38 zich beweegt in het zwenkgedeelte 3¼ van de leisleuf, zwenkt het deksel 3 in afhankelijkheid van de schuifrichting van de achterste leislof 16 naar boven 10 of naar beneden. De in hoofdzaak maximaal bereikbare uitzwenkstand is getoond in fig. 3· Hierbij bevindt de leipen 38 zich in een niet nader aangeduid, ten opzichte van de loop van het zwenkgedeelte 3^ omgeknikt eindgedeelte van de leisleuf. Wanneer de leipen 38 zich daarentegen in het sluitstandgedeelte 35 bevindt, zoals blijkt uit fig. 1, sluit het 15 deksel 3 de dakuit snij ding 2, waarbij het deksel zich in één vlak bevindt met het vaste dak 1. Wanneer de leipen 38 zich beweegt in het overgangsgedeelte 36 van de leisleuf, wordt de achterste rand 7 van het deksel in afhankelijkheid van de bewegingsrichting opgeheven of neergelaten. Een tussenstand van deze bewegingsmogelijkheid blijkt uit fig.
20 4. De neerlaatbeweging is in hoofdzaak afgesloten wanneer de leipen 38 overgaat in het eindgedeelte 37 van de leisleuf, waarin de pen nog slechts in geringe mate kan bewegen tot aan het einde van het eindgedeelte. Deze stand van de onderdelen is afgebeeld in fig. 5. Wanneer dan de beweging van de achterste leislof 16 wordt voortgezet, schuift het 25 deksel 3 onder het achterste vaste dakvlak 8 naar achter in de opneem-ruimte 9, waarbij het deksel 3 zich onder de achterste rand 6 van de dakuitsnijding bevindt. Een tussenstand van deze verschuiving voor het openen van het deksel 3 is afgebeeld in fig. 6.
De tot nu toe geschetste constructiekenmerken van het schuif-30 hefdak behoren niet tot de onderhavige uitvinding, waarbij de verduide lijking daarvan echter plaats vindt met het oog op het begrip van de wijze van werken van het schuifdak. Thans wordt onderstaand verwezen naar de constructiekenmerken, die zijn bestemd om de in de aanhef nader beschreven verkeerde werkingen te voorkomen, in het bijzonder het omhoog 35 bewegen van de achterste rand van het deksel bij het naar de sluitstand schuiven daarvan.
Voor een nadere verduidelijking van deze constructie-elementen O TT ^ *T ^ *i ** it} V - j \J V i 5 __-_^ - 10 - wordt onderstaand in hoofdzaak verwezen naar de fig. 7 - 13 in samenhang met fig. 2. Zoals daaruit blijkt, bevindt zich in het gebied van de achterste rand 7 van het deksel 3, de langs de dwanglijst 11 verschuifbaar gelegerde, in het algemeen met het. verwijzingscijfer 40 aangeduide lei-5 schoen. De leischoen 4ö bezit een naar voren en naar boven gericht le-geruitsteeksel 1*1 (fig. 9)» dat een naar buiten zich uitstrekkende, cilindrische legertap 42 draagt (fig. 10). Op deze legertap k2 is de schroefwikkeling 43 gestoken van een torsieveer 44, en wordt daarop vastgehouden door het naburige wand-element van de dwanglij st 11, zoals 10 duidelijk blijkt uit fig. 10. De legertap k2 vormt een zwenkleger voor de torsieveer 44, De uit rond veerstaal gebogen torsieveer 44 bezit een naar voren gericht been 45, dat door middel van een oog 46 scharnier-baar is aangebracht aan een aan het lei zij stuk 31 aangebrachte legerpen 47, zoals het duidelijkst blijkt uit fig. 3. Het been 45 vormt een ver-15 bindings element tussen het leizijstuk 31 respectievelijk het deksel 3 enerzijds, en de leischoen 40 anderzijds, welk verbindingselement zwenk-baar is in een loodrecht in de schuifrichting zich bevindend vlak. Het andere been 48 van de torsieveer 44 steunt tegen de leischoen 40. De torsieveer 44 is .zodanig uitgevoerd, dat het been 45 in de richting van 20 de pijl 49 (fig. .3) is voorgespannen, zodat het deksel 3 in de richting van het sluiten wordt belast door de torsieveer 44.
Aan het legeruitsteeksel 41 van de leischoen 40 is verder een twee-armige hefboom 50 door middel van een legerbout 51 in een loodrecht in de schuifrichting zich bevindend vlak zwenkbaar bevestigd. Voor dit 25 doel is de twee-armige hefboom 50 met een daaraan gevormde legerbuis 52 op de legerbout 51 geschoven, zoals blijkt uit fig. 10. De legerbout 51 bevindt zich aan de van de legertap 42 af gekeerde zijde van het legeruitsteeksel 4l van de leischoen 4o. De naar achter gerichte ara 53 van de twee-armige hefboom 50 is op een nog nader te beschrijven wijze aan 30 het einde uitgevoerd als insteekelement 54, dat samenwerkt met een in het gebied van de achterste rand 6 van de dakuit snij ding in de dwanglijst 11 zich bevindende uitsparing 55 (fig. 9 en 11).
De naar voren gerichte arm 56 van de twee-armige hefboom 50 draagt aan het voorste einde een koppelelement in de vorm van een naar 35 beneden gerichte haak 57· Het insteekelement 54 en de haak 57 werken op een nog te beschrijven wijze samen met een aan de achterste leislof 1ó bevestigd stuuruitsteeksel 58, dat, zoals fig. 10 toont, U-vormig om een 9 o O 3'Ό 1 3 - 11 - bovenste, naar binnen gericht been 59 van de dwanglijst 11 aangrijpt en verschuifbaar daarlangs is gelegerd. In het been 59 bevindt zich ook de genoemde uitsparing 55.
Het insteekelement 5^ van de twee-armige hefboom 50 bezit een in 5 een sleuf 60 draaibaar aan de arm 53 gelegerde looprol 61, die naar beneden, . .. buiten het insteekelement 5^ uitsteekt en is bestemd voor het afrollen langs het oppervlak van het been 59 van de dwanglijst 11. De afmetingen van het insteekelement zijn zodanig gekozen, dat het vormsluitend kan aangrijpen in de uitsparing 55, zoals dit is getoond in fig. 7· Hierbij 10 ligt een aanslagvlak 62 van het insteekelement 5^ aan tegen het bovenste vlak van het been 59· Aan de twee-armige hefboom 50 respectievelijk aan • het insteekelement bevinden zich twee schuine oploopvlakken 63 en 6k, waarvan het schuine opioopvlak 63 behoort bij een stuurrand 65 (fig. 8) van het stuuruitsteeksel 58, waarbij het schuine opioopvlak 6k 15 samenwerkt met de achterste rand 66 (fig. 8, 11). De het koppelelement vormende haak 57 is bestemd voor het inhaken achter een koppelvlak 67 van het stuuruitsteeksel 58.
Aan de legerbuis 52 van de twee-armige hefboom 50 bevinden zich de schroef wikkelingen van een schroefdraaiveer 68 (fig. 10), die met één 20 been (niet getoond) is bevestigd aan het legeruitsteeksel van de leischoen ko, en waarvan het andere been 69 de arm 53 van de twee-armige hefboom 50 belast in de richting van aangrijping van het insteekelement 5k in de uitsparing 55·
Zoals is te zien, staat het insteekelement 51*· in lengte onveran-25 derbaar in verbinding met de leischoen U0. Het leizijstuk 31 en zodoende het deksel 3 staat eveneens in lengte onveranderlijk in verbinding met de leischoen 40, te weten via het been U5 van de torsieveer Mv.De aan weerszijden van het deksel zich bevindende leischoenen U0 zijn in het weergegeven voorbeeld star met elkaar verbonden door een waterkanaal 70, 30 dat voor dit doel is bevestigd aan draagkolommen 71 van de leischoen Uo.
Het waterkanaal 70 ondervangt op gebruikelijke wijze de spleet tussen de achterste rand 7 van het deksel 3 en de achterste rand 6 van de dakuitsnijding bij het gesloten zijn van het deksel, en leidt eventueel binnenkomend water zijdelings af in de regelgoot 28.
35 De werking van het schuifhefdak wordt onderstaand verduidelijkt.
Eerst moet worden aangenomen, dat het deksel 3 vanuit de in de fig. 1 en 7 afgebeelde sluitstand in de in fig. 3 weergegeven uitgezette stand moet t -i '7
U v .. - * , 1 V
_^ w - 12 - worden gebracht. In de sluitstand bevindt het insteekelement 5k zich in aangrijping met de uitsparing 55 in de dvanglij st 11, waardoor de leischoen Uo onver schuifbaar is vastgezet aan de dwanglij st 11. De haak 5T van de twee-armige hefboom 50 bevindt zich daarentegen niet in 5 aangrijping met het koppelvlak 67 van het stuuruitsteeksel 58. Daardoor kan de achterste leislof 16 zich bij een betreffende bediening van de kabeldrijving verwijderen van de leischoen Uo, waarbij de leipen 38 zodanig glijdt in de leisleuf van het leizijstuk 31, dat het deksel 3 naar boven wordt uit ge zwenkt. Als gevolg van de scharnierbare verbin-10 <üng van het deksel 3 aan de leischoen Uo via het been 1*5 van de torsie-veer Ml·, verplaatst het deksel 3 zich bij de zwenkbeweging naar buiten, gedwongen enigszins naar achter. Bij het weer naar binnen zwenken van het uitgezette deksel 3 tot in de sluitstand, verplaatst het deksel zich weer via het been ^5 gedwongen enigszins naar voren. Het is duide-15 lijk, dat de leischoen Uö ook bij het naar binnen zwenken in een vaste stand blijft, waardoor het deksel 3 gedwongen via het been U5 scharnier-baar daarop steunt, zodat het op het achterste vaste dakvlak 8 zetten van het deksel 5 volledig is uitgesloten.
Wanneer het deksel 3 uitgaande van de sluitstand volgens de fig. . ... 20 1 en Ti voor het inleiden van een verschuiving voor het openen met de achterste rand 7 moet worden neergelaten, loopt de leipen 38 bij een betreffende bediening van de kabeldrijving uit het sluitstandgedeelte 35 van het leizijstuk naar buiten en gaat naar binnen in het overgangsge-deelte 36, waardoor de neerlaatbeweging wordt ingeleid. Hierbij optreden-25 de tussenstanden blijken uit de fig. k en 8. Bij deze neerlaatbeweging nadert de achterste leislof 16 de leischoen Uo, waarbij de stuurrand 65 van het stuuruitsteeksel 58 aan het einde van de neerlaatfaze op het schuine oploopvlak 63 aan de twee-armige hefboom 50 terecht komt. Bij een voortgezette beweging van de achterste leislof 16 naar achter, 30 wordt de arm 53 van de twee-armige hefboom tegen de kracht van de schroef draai veer 68 opgeheven, zodat het insteekelement 5^ uit de uitsparing 55 in. de dwanglijst 11 naar buiten begint te komen. Deze toestand is afgebeeld in fig. 8. De twee-armige hefboom 50 zwenkt hierbij rond de legerbout 51· Ha het aanvankelijke opheffen van de arm 53 35 komt het schuine oploopvlak 6h terecht op de achterste rand 66 van de uitsparing 55, waardoor het insteekelement 5^ bij een voortgezette verschuiving van de achterste leislof 1o naar achter, volledig uit de uit- O ·ν .· ... _ i 4 - 13 - sparing 55 naar buiten komt. Hierbij zwenkt de twee-armige Hefboom 50 zodanig ver rond de legerbout 51» dat de haak 57 bet stuuruitsteeksel 58 door inhangen achter het koppelviak 67, koppelt aan de achterste leislof 16. Op dat tijdstip bereikt de leipen 38 het achterste einde van het 5 eindgedeelte 37 van de leisleuf in het leizijstuk 31, zodat het deksel 3 bij een voortgezette bediening van de kabeldrijving door de leipen 38 wordt meegenomen in de richting van de openingsschuif. Gelijktijdig wordt . de leischoen 40 via het been 45 van het beenveer 44 verschoven.
10 De looprol 61 loopt bij zowel de verschuiving voor het openen als bij de verschuiving voor het sluiten af langs het bovenste vlak van het been . 59 van de dwanglijst 11, waardoor de haak 57 in aangrijping wordt gehouden met het koppelviak 67.
Wanneer dan het geheel of gedeeltelijk voor het openen in de op-15 neemruimte 9 verschoven deksel 3 weer in de sluitrichting moet worden verschoven, wordt de achterste leislof 16 via de passend bediende kabeldrijving naar voren bewogen. Omdat de werkzame onderdelen hierbij echter de in fig. 9 weergegeven onderlinge stand innemen, kan de leipen 38 het deksel 3 niet naar voren bewegen, omdat geen mechanisch sluitende 20 aangrijping in de sehui'frichting met een vlak van het overgangsgedeelte 36 van de leisleuf in het leizijstuk 31 aanwezig is. De leipen 38 bevindt zich daarentegen bij het verschuiven voor het sluiten altijd nog in het eindgedeelte 37 en is zodoende niet werkzaam voor het schuiftransport van het deksel 3.
25 Dit schuiftransport wordt bij de verschuiving voor het sluiten verzorgd door de koppelaangrijping van de twee-armige hefboom 50 met het stuuruitsteeksel 58 van de achterste leislof 16. Door deze koppel-aangrijping wordt zowel de leischoen U0 en zodoende natuurlijk ook het waterkanaal. 70 meegetrokken, alsmede het schuifdeksel 3 over het schar-30 nierbaar met het leizijstuk 31 en de leischoen U0 verbonden been b-5 van de torsieveer UU geschoven. De schuifbeweging in de sluitrichting van het deksel 3 vindt plaats, totdat het insteekelement weer aangrijpt in de uitsparing 55 onder gelijktijdige ontkoppeling van de haak 57 van het koppelviak oj. Deze stand is in fig. 8 nagenoeg bereikt. Door de ingrij-35 ping wordt de leischoen ho weer onverschuifbaar vastgehouden, zodat de achterste leislof 16 zich bij een voortzetting van de drijfbeweging weer verwijdert van de leischoen ^0. Omdat het deksel 3 echter via het lei-
w w *·-· -V « O
--- - 1¾. r « zijstuk 31 en het heen U5 in lengte onver ander lijk is verbonden met de leischoen UO, beweegt de leipen 38 zich hierbij in de leisleuf van het leizijstuk 31 naar voren, en na het uit het eindgedeelte 37 naar buiten komen, ook naar beneden om in het overgangsgedeelte 36 te glijden. Hier-5 door wordt het deksel 3 tenslotte in de in fig. 1 en 7 weergegeven sluitstand opgeheven, totdat de leipen 38 zich in het sluitstandgedeelte 35 bevindt van de leisleuf in het leizijstuk. Zoals blijkt uit de voorgaande beschrijving, vinden zowel de aangrijping van het insteekelement 5b in de uitsparing 55 respectievelijk het bijbehorende buitenaangrij-10 ping brengen als de koppeling van de haak 57 met het koppelvlak 67 respectievelijk het bijbehorende ontkoppelen, automatisch plaats, en wordt dit uitsluitend teweeg gebracht door de drijfbeweging van de achterste leislof 16 in samenhang met de uitvoering van de uitsparing 55* Ook is het duidelijk, dat het deksel 3 bij de verschuiving voor het sluiten met de 15 achterste rand 7 niet omhoog kan bewegen, omdat de leipen 38 wordt belet in het overgangsgedeelte 36 naar binnen te gaan. Omdat de leipen 38 hierbij bovendien niet aanligt tegen het schuine vlak van het overgangsgedeelte 36, treden geen door de verschuiving voor het sluiten bewerkstelligde loodrechte krachten op, De schroefdraaiveer 68 drukt het in-20 steekelement 5^ tijdens de schuifbewegingen weliswaar tegen de dwanglijst .11 aan, maar de hierdoor ontstane wrijving is als gevolg van de uitvoering van de looprol 61 klein.
a ” V ^ .' -^}

Claims (8)

1. Schuifhefdak voor motorvoertuigen, voorzien van een star deksel, dat met voorste en achterste leisloffen verschuifbaar is gelegerd aan zijdelings in een dakuitsnijding bevestigde dwanglijsten, door op de achterste leisloffen aangrijpende, drukstijf op de dwanglijsten ver-5 schuifbaar gelegerde kabel wordt aangedreven, via aan de voorste leisloffen aangebrachte zwenklegers zvehkbaar is gelegerd rond een horizontale, dwars op de schuifrichting lopende as, en langs de zijranden is uitgerust met daaraan bevestigde leizijstukken, waarin aan de achterste leisloffen aangebrachte leipennen aangrijpen, waardoor het deksel, 10 uitgaande van de sluitstand naar keuze als een aan de voorzijde scharnierende ventilatieklep door het opheffen van de achterste rand boven het vaste dakvlak naar buiten kan worden gezwenkt of na het neerlaten van de achterste rand onder het achterste, vaste dakvlak kan worden geschoven, waarbij aan elke zijde van het deksel nabij de achterste rand 15 van de dakuitsnijding een uitsparing is aangebracht in de dwanglijsten, in welke uitsparing bij het verschoven zijn van het deksel aan de buitenzijde een onder veerbelasting staand insteekelement aangrijpt, dat in lengte onveranderlijk in verbinding staat met een verschuifbaar op de • dwanglijst gelegerde, in het gebied van de achterste rand van het deksel 20 zich bevindende leischoen, die via een verbindingselement is verbonden met het deksel, welk verbindingselement voor zvenkbewegingen in een loodrecht in de schuifrichting zich bevindend vlak enerzijds scharnierbaar is verbonden met het deksel en anderzijds met de leischoen, en elementen zijn voorzien voor het grendelen van de neergelaten stand van de achterste 25 rand van het deksel bij schuif bewegingen daarvan met het kenmerk, dat aan elke zijde van het deksel (3) een koppelelement (57) is voorzien, waardoor de achterste zijslof (l6) bij het uit de uitsparing (55) naar buiten komen van het insteekelement (5*0 gedwongen kan worden gekoppeld met de naburige leischoen (4θ), en bij het in de uitsparing naar binnen-30 . gaan van het insteekuitsteeksel, kan worden ontkoppeld van de leischoen, waarbij de mechanisch sluitende aangrijping van de leipen (38) met het leizijstuk (31) aan weerszijden van het deksel in de schuifrichting bij het verschuiven voor het sluiten daarvan is opgeheven.
2. Dak volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het insteekelement 35 (5*0 en het koppelelement (57) elk zijn aangebracht aan een arm (53, 5o) van een twee-armige hefboom (50), die zwenkbaar is bevestigd aan de lei-r, ;r >7 ϋ ‘j o , j o o - 16 - schoen (Uo), vaar hij het uit de uitsparing (55) naar buiten komen van het insteekelement hij een gelijktijdige koppelaangrijping van het koppel-element met de achterste leis lof (16) teveeg kan vorden gebracht door het nader hij de leischoen brengen van de achterste leislof.
3. Dak volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk, dat een stuuruit- steeksel (58) is bevestigd aan de achterste leislof (16), hij velk stuuruitsteeksel een aan de tvee-armige hefboom (50) zich bevindend schuin oploopvlak (63) behoort voor het in eerste instantie opheffen van de aangrijping tussen het insteekelement (5*0 en de uitsparing (55), 10 vaarbij een ander, bij de naburige rand (66) van de uitsparing behorend schuin oploopvlak (6U) is aangebracht aan het insteekelement voor de . uiteindelijke opheffing van de aangrijping tussen het insteekelement en de uitsparing. b. Dak volgens conclusie 1 - 3 met het kenmerk, dat het koppelele-15 ment is uitgevoerd als een aan het bijbehorende armeinde van de tvee-armige hefboom (50) zich bevindende haak (57), die is bestemd voor het inhaken achter het koppelvlak (67) van het stuuruitsteeksel (58).
5. Dak volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de tvee-armige hefboom (50) door een veer (68) is belast in de richting '20 van aangrijping van het insteekelement (5*0 in de uitsparing (55).
6. Dak volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een looprol (61) is aangebracht aan het insteekelement (5*0, velke looprol buiten het insteekelement uitsteekt en na het bij verschuivingen van het deksel uit de uitsparing (55) naar buiten komen van het insteek- 25 element, kan vorden afgerold langs de dvanglijst (11).
7- Dak volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het verbindingselement is uitgevoerd als een het naar buiten gezvenkte deksel (3) in de richting van het sluiten belastende torsieveer (Uit·), vaarvan het ene been (U5) scharnierbaar is bevestigd aan het leizijstuk (31), vaar-30 van de schroefvikkeling (U3) is gestoken op een legertap (U2) van de leischoen (U0), en vaarvan het andere been (U8) steunt tegen de leischoen.
8. Dak volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een aan het deksel (3) grenzend en horizontaal ten opzichte daarvan lopend, op een schuin naar voren en naar beneden lopend leisleufovergangsgedeelte 35 (36) aansluitend leisleufeindgedeelte (37) is voorzien in het leizij stuk (31), iu velk leisleufeindgedeelte de leipen (38) zich bij schuif-bevegingen van het deksel bevindt zonder aanligging tegen één vlak van P ·-: V 1 : > - n - het leisleufovergangsgedeelte.
9. Dale volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de twee aan weerszijden van het deksel (3) aangebrachte leischoenen (iiQ) door een de spleet tussen de achterste rand (T) van het deksel 5 en de achterste rand van de dakuitsnijding (6) bij het in de sluitstand zich bevinden van het deksel ondervangend waterkanaal (70) star met elkaar zijn verbonden. ij W V' - . , -J _
NL8303013A 1983-01-07 1983-08-29 Samenstel omvattende een raam, waarin een schuifkanteldak is opgenomen, voor montage in een motorvoertuigdak. NL192332C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3300308A DE3300308A1 (de) 1983-01-07 1983-01-07 Schiebe-hebe-dach fuer kraftfahrzeuge
DE3300308 1983-01-07

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8303013A true NL8303013A (nl) 1984-08-01
NL192332B NL192332B (nl) 1997-02-03
NL192332C NL192332C (nl) 1997-06-04

Family

ID=6187820

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303013A NL192332C (nl) 1983-01-07 1983-08-29 Samenstel omvattende een raam, waarin een schuifkanteldak is opgenomen, voor montage in een motorvoertuigdak.

Country Status (7)

Country Link
JP (1) JPS59128012A (nl)
DE (1) DE3300308A1 (nl)
FR (1) FR2539081B1 (nl)
GB (1) GB2133460B (nl)
IT (1) IT1169800B (nl)
NL (1) NL192332C (nl)
SE (1) SE450234B (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3435813C2 (de) * 1984-09-28 1986-10-16 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Verfahren und Vorrichtung zur Höheneinstellung und Montage des Deckels einer in ein Kraftfahrzeugdach einzubauenden Schiebe- und/oder Hebedachkonstruktion
JPS6185222A (ja) * 1984-10-02 1986-04-30 Daikiyoo Bebasuto Kk スライデイング・テイルテイングルーフ
DE3444522A1 (de) * 1984-10-02 1986-04-10 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Schiebehebedach
JPS61175123A (ja) * 1985-01-30 1986-08-06 Oi Seisakusho Co Ltd スライディングル−フの開閉装置
DE3524840A1 (de) * 1985-07-11 1987-01-15 Weinsberg Karosseriewerke Flachbauendes schiebedach fuer kraftfahrzeuge
DE3529118C1 (nl) * 1985-08-14 1990-01-25 Adam Opel Ag, 6090 Ruesselsheim, De
JPH0425372Y2 (nl) * 1986-01-23 1992-06-17
US4869548A (en) * 1986-03-10 1989-09-26 Ohi Seisakusho Company, Limited Sunroof apparatus for vehicle
FR2601303B1 (fr) * 1986-07-12 1992-02-14 Webasto Werk Baier Kg W Dispositif de manoeuvre pour un toit ouvrant de vehicule dont le levier d'actionnement est relie avec le premier element de glissement.
JPS63154426A (ja) * 1986-12-18 1988-06-27 Oi Seisakusho Co Ltd 車両のサンル−フ装置
DE3706917A1 (de) * 1987-03-04 1988-09-15 Opel Adam Ag Wasserrinne fuer das schiebe-hebe-dach eines kraftfahrzeuges
JPH057065Y2 (nl) * 1987-03-13 1993-02-23
JPS63196722U (nl) * 1987-06-10 1988-12-19
US4982995A (en) * 1987-07-17 1991-01-08 Ohi Seisakusho Co., Ltd. Lid regulating device for sun roof structure
DE3730112A1 (de) * 1987-09-08 1989-03-23 Webasto Ag Fahrzeugtechnik Fahrzeugdach mit vorderem und hinterem deckel
NL8703036A (nl) * 1987-12-16 1989-07-17 Vermeulen Hollandia Octrooien Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig.
DE3910894C3 (de) * 1988-04-05 2000-12-14 Aisin Seiki Bewegungsmechanismus für einen Deckel eines Fahrzeugdachausschnittes
DE3900361C2 (de) * 1989-01-07 1996-08-01 Opel Adam Ag Schiebe-Hebe-Dach für Kraftfahrzeuge
DE3905985A1 (de) * 1989-02-25 1990-09-06 Opel Adam Ag Schiebe-hebe-dach fuer kraftfahrzeuge
DE3908645C1 (nl) * 1989-03-16 1990-06-13 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4002278C1 (nl) * 1990-01-26 1991-07-11 Webasto Ag Fahrzeugtechnik, 8035 Stockdorf, De
DE4137578A1 (de) * 1990-11-29 1992-06-04 Farmont Produktion Betaetigungsvorrichtung fuer ein fahrzeugsonnendach
DE4200724C1 (nl) * 1992-01-14 1992-12-24 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4405742C1 (de) * 1994-02-23 1995-05-04 Wahl Peter Gmbh & Co Führungskulisse für Schiebedeckel an Schiebehebedachkonstruktionen für Kraftfahrzeuge
FR2759408B1 (fr) * 1997-02-10 1999-08-27 Farnier Et Penin Snc Dispositif de guidage pour un panneau coulissant et louvoyant d'obturation d'une baie
JP3842485B2 (ja) * 1999-05-26 2006-11-08 株式会社大井製作所 サンルーフ装置
DE10001959C2 (de) * 2000-01-18 2003-12-18 Webasto Vehicle Sys Int Gmbh Verstellbare Verschlußvorrichtung für eine Fahrzeugöffnung
DE102011106738A1 (de) * 2011-06-28 2013-01-03 Webasto Ag Deckel eines Fahrzeugdaches mit einer Deckellagermechanik

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2090565A (en) * 1980-11-28 1982-07-14 Vermeulen Hollandia Octrooien Sliding roof for vehicle
DE3138114A1 (de) * 1981-09-24 1983-04-07 Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg Oberfirst-schiebedach fuer kraftfahrzeuge
DE3146905A1 (de) * 1981-11-26 1983-06-01 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebedach fuer kraftfahrzeuge

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1933991C3 (de) * 1968-05-16 1974-11-28 Webasto-Werk W. Baier Kg, 8031 Stockdorf Fahrzeugschiebedach
DE2532187B2 (de) * 1975-07-18 1977-07-14 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebedach fuer kraftfahrzeuge
DE3020675C2 (de) * 1980-05-30 1987-01-02 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebe-Hebe-Dach für Kraftfahrzeuge
NL8006479A (nl) * 1980-11-28 1982-06-16 Vermeulen Hollandia Octrooien Schuifdak voor een voertuig.
DE3311498A1 (de) * 1982-04-16 1983-10-20 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Hebeschiebedach
DE3218209C2 (de) * 1982-05-14 1986-10-16 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Schiebehebedach für Kraftfahrzeuge
DE3221487C2 (de) * 1982-06-07 1989-12-14 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Kabelführung für Kraftfahrzeug-Schiebedächer

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2090565A (en) * 1980-11-28 1982-07-14 Vermeulen Hollandia Octrooien Sliding roof for vehicle
DE3138114A1 (de) * 1981-09-24 1983-04-07 Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg Oberfirst-schiebedach fuer kraftfahrzeuge
DE3146905A1 (de) * 1981-11-26 1983-06-01 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebedach fuer kraftfahrzeuge

Also Published As

Publication number Publication date
FR2539081B1 (fr) 1990-11-02
NL192332C (nl) 1997-06-04
FR2539081A1 (fr) 1984-07-13
GB2133460A (en) 1984-07-25
NL192332B (nl) 1997-02-03
JPS59128012A (ja) 1984-07-24
GB2133460B (en) 1986-11-26
DE3300308A1 (de) 1984-07-12
JPH0155124B2 (nl) 1989-11-22
GB8325816D0 (en) 1983-10-26
SE8304388D0 (sv) 1983-08-12
SE450234B (sv) 1987-06-15
DE3300308C2 (nl) 1987-04-23
SE8304388L (sv) 1984-07-08
IT8322816A0 (it) 1983-09-08
IT1169800B (it) 1987-06-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8303013A (nl) Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
CN103384609B (zh) 天窗装置
NL193611C (nl) Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
EP0916794B1 (en) A sliding window or door arrangement
KR101477999B1 (ko) 차량용 개방 루프 구조
EP2065238B1 (en) Open roof construction for a vehicle, as well as a vehicle having such open roof construction
NL8006480A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL194327C (nl) Schuifdaksamenstel voor motorvoertuigen.
EP1009644B2 (en) Method of opening and closing an open roof construction of a vehicle having an opening in the fixed roof; as well as such open roof construction
NL192333C (nl) Schuif-hefdak voor een auto.
JP3164859B2 (ja) 車両用折畳ルーフ
NL8200508A (nl) Schuif-hefdak voor motorvoertuigen.
EP1468856B1 (en) Open roof construction for a vehicle
NL1011864C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1013053C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL9001686A (nl) Dakpaneelsamenstel voor een motorvoertuig.
NL8900811A (nl) Schuifdak of schuif- hefdak voor motorvoertuigen.
EP0888917B2 (en) Open roof construction for a vehicle
NL8802552A (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
JPS59202934A (ja) 車両用可動屋根装置
NL8801460A (nl) Schuif-hefdak voor motorvoertuigen.
EP0555977A1 (en) Opening roof for a vehicle
NL1011863C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
US6942283B2 (en) Open roof construction for a vehicle
NL1006883C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20030829