NL8703036A - Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig. - Google Patents

Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL8703036A
NL8703036A NL8703036A NL8703036A NL8703036A NL 8703036 A NL8703036 A NL 8703036A NL 8703036 A NL8703036 A NL 8703036A NL 8703036 A NL8703036 A NL 8703036A NL 8703036 A NL8703036 A NL 8703036A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
coupling member
guide
coupling device
driving part
Prior art date
Application number
NL8703036A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vermeulen Hollandia Octrooien
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vermeulen Hollandia Octrooien filed Critical Vermeulen Hollandia Octrooien
Priority to NL8703036A priority Critical patent/NL8703036A/nl
Priority to EP88202296A priority patent/EP0321003B1/en
Priority to DE8888202296T priority patent/DE3867824D1/de
Publication of NL8703036A publication Critical patent/NL8703036A/nl
Priority to US07/527,713 priority patent/US4974902A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
    • B60J7/04Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels
    • B60J7/057Driving or actuating arrangements e.g. manually operated levers or knobs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)

Description

KL 34.647-Me/tk %
Koppelinysinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig
De uitvinding heeft betrekking op een koppelings-inrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig, die is bedoeld voor het afwisselend koppelen en ontkoppelen van een 5 aandrijvend deel en een aangedreven deel ten opzichte van elkaar, resp. ten opzichte van een stationair deel, voorzien van een met het aangedreven deel verbonden, dwars op de bewegingsrichting hiervan verstelbaar koppelorgaan, dat beweegbaar is tussen een koppelstand waarin het het aangedre-10 ven deel met het aandrijvende deel koppelt en een blokkeer-stand waarin het het aangedreven deel ten opzichte van het stationaire deel blokkeert, en een contraoryaan waarmede het koppelorgaan in de blokkeerstand in ingrijping is, waarbij het koppelorgaan en het stationaire deel zijn uitgevoerd met 15 samenwerkende yeleidingselementen voor het in en buiten ingrijping met elkaar brengen van het koppelorgaan en het contradeel.
Een dergelijke koppelinysinrichting is bekend uit het Duitse octrooischrift 3146698. Hierbij bestaat het 20 koepelorgaan uit een in de dwarsrichting verplaatsbare schuif. Als geleidingselement bezit het koppelorgaan een schuin in de dwarsrichting verlopende aan de voorzijde geopende leidsleuf, die kan samenwerken met een aan de stationaire geleiding gevormde leidnok. Tussen het koppel-25 oryaan en het aanyedreven deel is een bladveer aangebracht, die het koppelorgaan in de richting van zijn koppelstand belast.
Deze bladveer is bezwaarlijk daar deze ten eerste extra wrijving veroorzaakt in de blokkeerstand van het 30 koppelorgaan, omdat de bladveer het koppelorgaan tegen het aandrijvende deel belast. Voorts kan de werking van de koppelinysinrichting worden gestoord doordat het mogelijk is dat door een of andere oorzaak het koppelorgaan in zijn koppelstand tegen de kracht van de veer in ongewenst wordt 35 verplaatst, waardoor de ingrijping tussen de leidsleuf in het koppelorgaan en de leidnok van het stationaire deel niet meer kan plaatsvinden.
87030 3 6 ? -2-
De onderhavige uitvinding beoogt een koppelingsinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit bezwaar op doeltreffende wijze is opgeheven.
Hiertoe wordt de koppelingsinrichting volgens de 5 uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het koppelorgaan en het aandrijvende deel eveneens samenwerkende geleidingselementen bezitten, waarbij de geleidingselementen van het stationaire deel, het aandrijvende deel en het koppelorgaan zodanig zijn uitgevoerd, dat het koppelorgaan geheel gedwongen wordt 10 geleid en in elke stand positief tegen ongewenste verplaatsingen is geborgd.
Op deze wijze is geen veer meer in de koppelingsinrichting nodig, terwijl de goede werking van de koppelingsinrichting steeds is gewaarborgd, daar de geleidingselementen 15 een ongewenste verplaatsing van het koppelorgaan positief tegengaan.
Een voordelige uitvoering van de koppelingsinrichting volgens de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat de geleidingselementen van het stationaire deel en het koppel-20 orgaan de eerste aanzetbeweging vanuit de koppelstand en de laatste terugbrengbeweging naar de koppelstand bewerkstelligen, waarbij voor elk van deze bewegingen afzonderlijke geleidingselementen zijn aangebracht, terwijl de overige bewegingen van het koppelorgaan door de geleidingselementen 25 tussen het koppelorgaan en het aandrijvende deel worden bepaald.
Door het aanbrengen van afzonderlijke geleidingselementen voor de eerste aanzetbeweging vanuit de koppelstand en de laatste terugbrengbeweging naar de koppelstand is het 30 mogelijk een vergrendelde koppelstand van het koppelorgaan te verkrijgen zonder een zijdelingse belasting van het koppelorgaan.
Bij voorkeur is het koppelorgaan verzwenkbaar om een althans ongeveer vertikale scharnieras met het aange-35 dreven deel verbonden en tussen de koppelstand en de blokkeerstand verzwenkbaar.
Deze verzwenkbeweging van het koppelorgaan tussen de koppelstand en de blokkeerstand vergt weinig kracht van het aandrijvende deel, terwijl tijdens het verzwenken geen 40 wrijving veroorzakende torsiekrachten zullen ontstaan.
870 3 0 3 6 r -3- *
Het is gunstig indien het koppeloryaan is voorzien van een in de koppelstand zijwaarts op een afstand van de scharnieras geplaatste stootnok, terwijl het stationaire deel is uitgevoerd met een in de baan van de stootnok 5 gelegen achterwaarts gekeerde aanslagschouder.
De aangrijping van de stootnok van het koppelorgaan op de aanslagschouder van het stationaire deel bewerkstelligt op eenvoudige en gunstige wijze de eerste aanzetbeweging van het koppelorgaan vanuit de koppelstand.
10 Het koppelorgaan kan zijn voorzien van een blok keerneus, die in een in het stationaire deel gevormde als contradeel fungerende blokkeeruitsparing kan grijpen.
Hierbij is het van voordeel indien de achterste wand van de blokkeeruitsparing in het stationaire deel 15 gedeeltelijk is uitgevoerd als een schuin achterwaarts in de richting van het aangedreven deel verlopend geleidingsvlak dat kan samenwerken met een aan de blokkeerneus van het koppelorgaan gevormd geleidingsvlak.
Door de samenwerking van de geleidingsvlakken van 20 de blokkeerneus van het koppelorgaan en het stationaire deel wordt de laatste terugbrengbeweging van het koppelorgaan naar de koppelstand bewerkstelligd, waardoor wordt mogelijk gemaakt dat het koppelorgaan in een stabiele geborgde stand wordt gebracht, waaruit het koppelorgaan slechts door de 25 geleidingselementen voor de eerste aanzetbeweging kan worden verplaatst.
In een voordelige uitvoering van de koppelingsin-richting volgens de uitvinding is het aandrijvende deel uitgevoerd met een leidsleuf waarvan de zijwanden de 30 geleidingselementen vormen, terwijl het koppelorgaan is voorzien van een als geleidingselement fungerende leidnok, die in ingrijping is met de leidsleuf van het aandrijvende deel.
Door de ingrijping tussen het koppelorgaan en het 35 aandrijvende deel wordt het koppelorgaan gedwongen geleid door het aandrijvende deel, alsmede hierdoor positief geborgd .
Hierbij kan de leidsleuf in het aandrijvende deel zijn voorzien van een evenwijdig aan de verplaatsings-40 richting van het aandrijvende deel verlopend achterste 8703ö 3 0 -4- sleufgedeelte, een zich schuin op deze verplaatsingsrichting uitstrekkend middelste sleufgedeelte en een voorste nagenoeg dwars op de verplaatsingsrichting verlopend voorste sleufgedeelte.
5 Het achterste sleufgedeelte van de leidsleuf in het aandrijvende deel zorgt voor de borging van het koppel-orgaan in de blokkeerstand, het schuine middelste sleufgedeelte bewerkstelligt een gedeelte van de verzwenkbeweging van het koppelorgaan, terwijl het nagenoeg in de dwarsrsich-10 ting verlopende voorste sleufgedeelte een stabiele koppelstand voor het koppelorgaan biedt.
Hierbij is het gunstig wanneer in de koppelstand van het koppelorgaan de verbindingslijn tussen het aangrijpingspunt van het koppelorgaan met het aandrijvende deel 15 en het aangrijpingspunt van het koppelorgaan met het aangedreven deel althans ongeveer evenwijdig aan de verplaatsingsrichting van het aandrijvende deel verloopt.
Op deze wijze ontstaat geen moment op het koppelorgaan tijdens het aandrijven van het aangedreven deel door 20 het aandrijvende deel, zodat geen extra wrijving optreedt en een lichte aandrijving mogelijk is.
Bij voorkeur is het aandrijvende deel uitgevoerd met een achterwaarts gekeerde aanslagschouder, terwijl het aangedreven deel is voorzien van een in de baan hiervan 25 gelegen voorwaarts gekeerde aanslagschouder.
Hierdoor vindt een eenvoudige en direkte aandrijving van het aangedreven deel plaats bij de achterwaartse verschuifbeweging hiervan.
Met voordeel kan de blokkeerneus van het koppel-30 orgaan in de koppelstand hiervan zijdelings met speling zijn opgesloten tussen een langsrand van het aangedreven deel en een langsrand van het stationaire deel.
Op deze wijze wordt het koppelorgaan volledig in de koppelstand geborgd.
35 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de koppelingsinrichting volgens de uitvinding weergeeft.
&7030 3 6 * -5-
Fig. 1 is een zeer schematisch bovenaanzicht van een open dakconstructie voor een voertuig, waarin de koppelingsinrichting volgens de uitvinding is toegepast.
Fig. 2 toont het detail II in fig. 1, op grotere 5 schaal, waarbij de onderdelen van de koppelingsinrichting volgens de uitvinding los van elkaar zijn weergegeven.
Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht van het koppelorgaan van de koppelingsinrichting volgens de uitvinding, op grotere schaal.
10 Fig. 4-11 zijn met fig. 2 overeenkomende bovenaan zichten, waarbij de onderdelen evenwel in hun gemonteerde toestand zijn weergegeven, terwijl de koppelingsinrichting in verschillende standen is geïllustreerd.
Fig. 1 toont een open dakconstructie voor een voer-15 tuig, die is uitgevoerd als een zogenaamd hef- en schuifdak, waarvan een paneel 1 enerzijds tussen een gesloten stand in een opening in het vaste dak van het voertuig en schuin achterwaarts omhoog verzwenkte ventilatiestanden en anderzijds tussen de gesloten stand en achterwaarts onder het 20 vaste dak verplaatste standen kan worden versteld. Hiertoe is het paneel 1 aan weerszijden van de dakopening met behulp van een niet-weergegeven verstelmechanisme verstelbaar ondersteund. Elk verstelmechanisme is verschuifbaar geleid in een bijbehorende in de langsrichting verlopende 25 stationaire geleidingsrail 2, die aan een frame 3 is bevestigd. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in het aanzicht volgens fig. 1 de voorzijde van de open dakconstructie naar onderen is gericht.
Het verstelmechanisme wordt aangedreven, resp. be-30 stuurd door een in fig. 2 gedeeltelijk weergegeven aandrijf-deel 4, en een aangedreven deel of besturingsdeel 5. Het aandrijfdeel 4 is verbonden met een met een streep-stippel-lijn aangeduide trek-drukkabel 4', die door een elektrische aandrijving of een handslinger wordt bediend. Het aandrijf-35 deel 4 en het besturingsdeel 5 zijn beide geleid in de stationaire geleidingsrail 2, die kan bestaan uit een aluminium extrusieprofiel.
Voor de besturing en aandrijving van het verstelmechanisme dienen het aandrijfdeel 4, dat direkt of indirekt 40 aandrijvend met het verstelorgaan van het verstelmechanisme is verbonden, en het besturingsdeel 5 tijdens de verschuif- 87030 36 -6- beweging van het paneel 1 onder het vaste dak met elkaar te zijn gekoppeld, terwijl tijdens de verzwenkbeweging van het paneel 1 het aandrijfdeel 4 en het besturinysdeel 5 moeten zijn ontkoppeld, en het laatsgenoemde deel ten opzichte van 5 de stationaire geleidingsrail 2 moet zijn geblokkeerd.
Hiertoe is de onderhavige koppelingsinrichting aangebracht. De koppelingsinrichting omvat een koppeloryaan 6, dat scharnierbaar om een althans ongeveer vertikale scharnieras met het besturingsdeel 5 is verbonden. Het 10 koppelorgaan 6 is verzwenkbaar tussen een koppelstand, waarin het het besturingsdeel 5 met het aandrijfdeel 4 koppelt, en een blokkeerstand, waarin het het besturingsdeel 5 ten opzichte van de stationaire geleidingsrail 2 blokkeert.
Hiervoor bezit het koppelorgaan 6 een vertikale scharnierpen 15 7, die vrij draaibaar in een holte 8 in een zijdelingse uitbreiding 9 van het besturingsdeel 5 is aangebracht. Voor de stabiele geleiding en borging van het koppelorgaan 6 is de zijdelingse uitbreiding 9 van het besturingsdeel 5 uitgevoerd met een cilindersegmentvormige uitsparing 10, 20 waarin een concentrisch om de scharnierpen verlopende cilindrische kraag 11 van het koppelorgaan 6 is opgenomen.
Het koppelorgaan 6 is voorts uitgevoerd met een aan de onderzijde hiervan gevormde leidnok 12. Deze leidnok 12 bezit een paar evenwijdige leidvlakken 13. De leidnok 12 25 is geleid in en wordt bestuurd door een in het aandrijfdeel 4 aangebrachte bovenwaarts geopende leidsleuf 14. Deze leid-sleuf 14 bezit een in de verplaatsingsrichting van het aan-drij fdeel 4 verlopend achterste sleufgedeelte 14', een op het voorste uiteinde hiervan aansluitend, schuin voorwaarts 30 in de richting van het besturingsdeel 5 verlopend middelste sleufgedeelte 14'', en een zich nagenoeg dwars op de verplaatsingsrichting van het aandrijfdeel 5 uitstrekkend voorste sleufgedeelte 14111. De leidnok 12 aan het koppelorgaan 6 is zodanig gevormd en ten opzichte van de scharnier-35 pen 7 geplaatst, dat wanneer de leidnok 12 zich in het voorste of achterste sleufgedeelte 14111 resp. 14' bevindt de leidvlakken 13 van de leidnok 12 op de zijwanden van de sleuf 14 aangrijpen, terwijl tijdens het doorlopen van het middelste sleufgedeelte 14'* de leidnok 12 zich in de 40 leidsleuf 14 kan verdraaien.
870 3 0 3 6 i -7- %
Het koppelorgaan 6 is aan zijn achterste uiteinde voorzien van een in de koppelstand zijwaarts op een afstand van de scharnierpen 7 gelegen, van het besturingsdeel 5 afgekeerde stootnok 15, die kan samenwerken met een aan de 5 stationaire geleidingsrail 2 gevormde, in de baan van de stootnok 15 gelegen achterwaarts gekeerde aanslagschouder 16, zodanig dat het koppelorgaan 6 om de scharnierpen 7 wordt verdraaid bij een voorwaartse verplaatsing van het koppelorgaan 6. Aan het voorste uiteinde is het koppelorgaan 106 uitgevoerd met een van het besturingsdeel 5 afgekeerde blokkeerneus 17. Deze blokkeerneus 17 kan passend in een blokkeeruitsparing 18 in een inzetstuk 19, dat deel uitmaakt van de geleidingsrail 2, grijpen. De blokkeerneus 17 en de blokkeeruitsparing 18 zijn enigszins gekromd, zodanig dat de 15 blokkeerneus 17 draaiend om de vertikale scharnierpen 7 in en uit de blokkeeruitsparing 10 kan treden. De blokkeerneus 17 is opgebouwd uit een bovenste neusgedeelte 17' en een onderste neusgedeelte 17**· Het bovenste neusgedeelte 171 bezit nabij het uiteinde aan de achterzijde een gelei-20 dinysvlak 20, dat kan samenwerken met een geleidingsvlak 21 dat deel uitmaakt van de achterste wand van de blokkeeruitsparing 18 en schuin achterwaarts in de richting van het besturingsdeel 5 verloopt.
Het aandrijfdeel 4 en het besturingsdeel 5 zijn 25 aan hun naar elkaar toegekeerde zijde uitgevoerd met samenwerkende aanslagschouders 22 resp. 23. De aanslagschouder 22 van het aandrijfdeel 4 is achterwaarts gekeerd, terwijl de aanslagschouder 23 van het besturingsdeel 5 voorwaarts is gericht. Daar de beide aanslagschouders 22 en 23 in eikaars 30 baan in de stationaire geleidingsrail 2 zijn gelegen, zullen bij een achterwaartse verplaatsing van het aandrijfdeel 4 de beide aanslagschouders 22 en 23 met elkaar in ingrijping komen, waardoor het besturingsdeel 5 door het aandrijfdeel 4 wordt meegenomen.
35 De stationaire geleidingsrail 2 bezit voorts nog een ter hoogte van de blokkeerneus 17 van het koppelorgaan 6 gelegen, naar het koppelorgaan 6 toegekeerde langsrand 24, die in de fig. 2 en 4 is weergegeven, doch in de overige figuren duidelijkheidshalve is weggelaten.
40 De werking van de koppelingsinrichting volgens de 8703035 -8- uitvindiny zal thans worden toegelicht aan de hand van de fig. 4-11,
In fig. 4 is de koppelinysinrichting weergegeven in de stand, waarbij het paneel in een achterwaarts onder 5 het vaste dak verschoven stand wordt versteld en in achterwaartse richting wordt aangedreven. De aandrijving van de schuifbeweging van het paneel 1 vanaf de trek-drukkabel 4' vindt plaats via het aandrijfdeel 4, het besturingsdeel 5 en het niet weergegeven verstelmechanisme dat met het paneel 1 10 is verbonden. De aandrijfkracht tussen het aandrijfdeel 4 en het besturingsdeel 5 wordt overgebracht door de beide aan-slagschouders 22 en 23 hiervan.
De blokkeerneus 17 van het koppeloryaan 6 is in de dwarsrichtiny met speling opgesloten tussen een langsrand 15 van het besturingsdeel 5 en de langsrand 24 van de stationaire geleidingsrail 2. Hierdoor wordt positief verhinderd dat het koppelorgaan 6 door een of andere oorzaak uit zijn in de fig. 4 en 5 weergegeven koppelstand wordt verplaatst.
20 In fig. 5 is de verplaatsingsrichting van het aan drijfdeel omgekeerd en wordt het paneel in de richting van de gesloten stand bewogen. In deze stand bevindt de leidnok 12 van het koppelorgaan 6 zich steeds in het voorste sleuf-gedeelte 1 41'1, dat zich althans ongeveer dwars op de ver-25 plaatsingsrichting van het aandrijfdeel 4 uitstrekt, zodat de leidnok 12 stabiel in deze positie wordt gehouden. Het aandrijfdeel 4 en het besturingsdeel 5 zijn met elkaar gekoppeld via het koppelorgaan 6, in het bijzonder door de ingrijping van de leidnok 12 in de leidsleuf 14 van het aan-30 drijfdeel 4 en de scharnierverbinding 7, 8 tussen het koppelorgaan 6 en het besturingsdeel 5. Hierbij is het van voordeel dat de verbindingslijn tussen de scharnierpen 7 en de leidnok 12 van het koppelorgaan 6 in deze stand althans ongeveer evenwijdig verloopt aan de verplaatsingsrichting van 35 het aandrijfdeel 4, waardoor geen of nagenoeg geen moment op het koppelorgaan 6 of het aandrijfdeel 4 en het besturingsdeel 5 wordt uitgeoefend. Ten gevolge hiervan ondervindt het aandrijfdeel 4 geen extra weerstand bij de verplaatsingsbeweging hiervan.
40 Pig. 6 toont de stand van de koppelingsinrichting, 87030 30 -9- % waarbij de stootnok 15 van het koppelorgaan 6 in aandrijving is gekomen met de aanslagschouder 16 van de stationaire geleidingsrail 2. Hierdoor wordt een moment op het koppelorgaan 6 om de scharnierpen 7 uitgeoefend en zal het koppelor-5 gaan 6 om deze scharnierpen 7 verzwenken. Hierbij treedt de blokkeerneus 17 in de blokkeeruitsparing 18, terwijl de leid-nok 12 uit het althans ongeveer dwars op de verplaatsings-richting van het aandrijfdeel verlopende voorste sleufgedeel-te 14111 van de leidsleuf 14 in het zich schuin op deze ver-10 plaatsingsrichting uitstrekkende middelste sleufgedeelte 14'' beweegt. Doordat de blokkeerneus 17 in de blokkeeruitsparing 18 is getreden is nog slechts een zeer geringe door de in-grijping van de blokkeerneus 17 in de blokkeeruitsparing 18 bepaalde verplaatsing van het besturingsdeel 5 mogelijk.
15 In fig. 7 is het koppelorgaan 6 zover om de scharnierpen 7 verdraaid, dat de uiterste stand hiervan is bereikt en de blokkeerneus 17 maximaal in de blokkeeruitsparing 18 is bewogen. De zwenkbeweging van het koppelorgaan 6 tussen de standen van fig. 6 en 7 is bepaald door de 20 relatieve verplaatsing tussen het schuine sleufgedeelte 14' van de leidsleuf 14 in het aandrijfdeel 4 en de leidnok 12 van het koppelorgaan 6. In fig. 7 bevindt de leidnok 12 zich bij de overgang tussen het schuine middelste sleufgedeelte 14*1 en het in de iangsrichting verlopende achterste sleuf-25 gedeelte 14'.
Fig. 8 toont de stand van de koppelingsinrichting, waarbij het aandrijfdeel 4 zijn voorste stand heeft bereikt.
Dit houdt in dat het verstelmechanisme in zijn maximaal uitgezette stand is gebracht, waarbij het paneel zich in zijn 30 uiterste ventilatiestand bevindt. Tussen de standen volgens fig. 7 en 8 is het besturingsdeel 5 door het koppelorgaan 6 geheel ten opzichte van de stationaire geleidingsrail 2 geblokkeerd. De bediening van het verstelmechanisme van het paneel is dan geheel bepaald door de relatieve verplaatsing 35 tussen het aandrijfdeel 4 en het besturingsdeel 5 en de besturingsorganen van het besturingsdeel 5. Het koppelorgaan 6 is in zijn blokkeerstand vergrendeld door de inyrijping van de leidnok 12 in het achterste sleufgedeelte 14' van de leidsleuf 14 in het aandrijfdeel 4, waardoor wordt verhinderd 40 dat het koppelorgaan 6 om de scharnierpen 7 verzwenkt.
870503β -10- *
In f19. 9 is het aandrijfdeel 4 weer in zodanige mate terug verplaatst dat de stand volgens fig. 7 is bereikt.
Fig. 10 toont de stand van de koppelingsinrichting, waarbij het aandrijfdeel 4 zoveel verder achterwaarts is ver-5 schoven, dat de leidnok 12 van het koppelorgaan 6 het schuine middelste sleufgedeelte 14'1 heeft doorlopen en het voorste sleufgedeelte 14111 heeft bereikt. Door de geringe speling van de blokkeerneus 17 in de blokkeeruitsparing 18 in de stand volgens fig. 10 wordt het koppelorgaan 6 door het 10 besturingsdeel 5, dat vanwege de ingrijping van de schouders 22 en 23 door het aandrijfdeel 4 wordt aangedreven, zodanig achterwaarts verschoven, dat de stootnok 15 buiten aangrij-ping met de aanslagschouder 16 is gekomen. Een verdere verzwenking van het koppelorgaan 6 door middel van de 15 ingrijping van de leidnok 12 hiervan in de leidsleuf 14 van het aandrijfdeel 4 is niet mogelijk, daar het voorste sleufgedeelte 141 * * althans nagenoeg dwars op de verplaat-singsrichting van het aandrijfdeel verloopt, zodat door deze ingrijping nagenoeg geen dwarskracht op de leidnok 12 kan 20 worden overgebracht. Ten einde de blokkeerneus 17 buiten ingrijping met de blokkeeruitsparing 18 te brengen zijn de geleidingsvlakken 20 en 21 aan de blokkeerneus 17 en de blokkeeruitsparing 18 gevormd, die door hun aanyrijping bewerkstelligen dat de blokkeerneus 17 bij een achterwaarste 25 verplaatsing van het aandrijfdeel 4 en derhalve het koppelorgaan 6 zijwaarts wordt verplaatst, zodat het koppelorgaan 6 om de scharnierpen 7 wordt verdraaid totdat de blokkeerneus 18 geheel uit de blokkeeruitsparing 18 is gedrukt.
In fig. 11 heeft de koppelingsinrichting weer de 30 beginstand volgens fig. 4 bereikt.
Volgens de uitvinding is een koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig verschaft, dat een geheel gedwongen geleid en positief geborgd koppelorgaan 35 omvat, dat in de gekoppelde stand geen extra wrijving veroorzakende krachten op het aandrijfmechanisme uitoefent.
87030 36

Claims (12)

1. Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig, die is bedoeld voor het afwisselend koppelen en ontkoppelen van een aandrijvend deel en een aangedreven 5 deel ten opzichte van elkaar, resp. ten opzichte van een stationair deel, voorzien van een met het aangedreven deel verbonden, dwars op de bewegingsrichting hiervan verstelbaar koppelorgaan, dat beweegbaar is tussen een koppelstand waarin het het aangedreven deel met het aandrijvende deel 10 koppelt en een blokkeerstand waarin het het aangedreven deel ten opzichte van het stationaire deel blokkeert, en een contraorgaan waarmede het koppelorgaan in de blokkeerstand in ingrijping is, waarbij het koppelorgaan en het stationaire deel zijn uitgevoerd met samenwerkende geleidingsele-15 menten voor het in en buiten ingrijping met elkaar brengen van het koppelorgaan en het contradeel, met het kenmerk, dat het koppelorgaan (6) en het aandrijvende deel (4) eveneens samenwerkende geleidingselementen (12, 13, 14. bezitten, waarbij de geleidingselementen (12-16, 20, 21) 20 van het stationaire deel (2), het aandrijvende deel (4) en het koppelorgaan (6) zodanig zijn uitgevoerd, dat het koppelorgaan (6) geheel gedwongen wordt geleid en in elke stand positief tegen ongewenste verplaatsingen is geborgd.
2. Koppelingsinrichting volgens conclusie 1, met 25 het kenmerk, dat de geleidingselementen (15, 16; 20, 21) van het stationaire deel (2) en het koppelorgaan (6) de eerste aanzetbeweging vanuit de koppelstand en de laatste terugbrengbeweging naar de koppelstand bewerkstelligen, waarbij voor elk van deze bewegingen afzonderlijke geleidings-30 elementen (15, 16; 20, 21) zijn aangebracht, terwijl de overige bewegingen van het koppelorgaan (6) door de geleidingselementen (12, 14) tussen het koppelorgaan (6) en het aandrijvende deel (4) worden bepaald.
3. Koppelingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, 35 met het kenmerk, dat het koppelorgaan (6) verzwenkbaar om een althans ongeveer vertikale scharnieras (7) met het aangedreven deel (5) is verbonden en tussen de koppelstand en de blokkeerstand kan verzwenken. 8703036 * -12-
4. Koppelingsinrichting volgens conclusie 3, met het· kenmerk, dat het koppelorgaan (6) is voorzien van een in de koppelstand zijwaarts op een afstand van de scharnieras (7) geplaatste stootnok (15), terwij1 het 5 stationaire deel (2) is uitgevoerd met een in de baan van de stootnok (15) gelegen achterwaarts gekeerde aanslagschouder (16).
5. Koppelingsinrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het koppelorgaan (6) is 10 voorzien van een blokkeerneus (17), die in een in het stationaire deel (2) gevormde als contradeel fungerende blokkeer-uitsparing (18) kan grijpen.
6. Koppelingsinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de achterste wand van de 15 blokkeeruitsparing (18) in het stationaire deel (2) gedeeltelijk is uitgevoerd als een schuin achterwaarts in de richting van het aangedreven deel verlopend geleidingsvlak (21) dat kan samenwerken met een aan de blokkeerneus (17) van het koppelorgaan (6) gevormd geleidingsvlak (20).
7. Koppelingsinrichting volgens een der conclusies 2-6, - met het kenmerk, dat het aandrijvende deel (4) is uitgevoerd met een leidsleuf (14) waarvan de zijwanden de geleidingselementen vormen, terwijl het koppelorgaan (6) is voorzien van een als geleidingselement fungerende 25 leidnok (12), die in ingrijping is met de leidsleuf (14) van het aandrijvende deel (4).
8. Koppelingsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de leidsleuf (14) in het aandrijvende deel is voorzien van een evenwijdig aan de verplaat- 30 singsrichting van het aandrijvende deel (4) verlopend achterste sleufgedeelte (14'), een zich schuin op deze verplaat-singsrichting uitstrekkend middelste sleufgedeelte (14'') en een voorste nagenoeg dwars op de verplaatsingsrichting verlopend voorste sleufgedeelte (14* * 1).
9. Koppelingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de koppelstand van het koppelorgaan (6) de verbindingslijn tussen het aangrijpingspunt (12, 14*'') van het koppelorgaan (6) met het aandrijvende deel (4) en het aangrijpingspunt (7, 8) van 40 het koppelorgaan (6) met het aangedreven deel (5) althans 8703036 -13- ongeveer evenwijdig aan de verplaatsingsrichting van het aandrijvende deel (4) verloopt.
10. Koppelingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrij- 5 vende deel (4) is uitgevoerd met een achterwaarts gekeerde aanslagschouder (22), terwijl het aangedreven deel (5) is voorzien van een in de baan hiervan gelegen voorwaarts gekeerde aanslagschouder (23).
11. Koppelingsinrichting volgens een der conclusies 10 5-10, met het kenmerk, dat de blokkeerneus (17) van het koppelorgaan (6) in de koppelstand hiervan zijdelings met speling is opgesloten tussen een langsrand van het aangedreven deel (5) en een langsrand (24) van het stationaire deel (2).
12. Koppelingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aangedreven deel (5) is gevormd door een besturingsdeel voor het besturen van een verstelmechanisme voor het paneel (1), terwijl het stationaire deel (2) bestaat uit een stationaire 20 geleidingsrail voor het geleiden van het verstelmechanisme. 87030 36
NL8703036A 1987-12-16 1987-12-16 Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig. NL8703036A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8703036A NL8703036A (nl) 1987-12-16 1987-12-16 Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig.
EP88202296A EP0321003B1 (en) 1987-12-16 1988-10-13 Coupling device in the drive mechanism for a movable panel of an open roof-construction for a vehicle
DE8888202296T DE3867824D1 (de) 1987-12-16 1988-10-13 Kupplungsvorrichtung eines antriebsmechanismus fuer ein kraftfahrzeug-schiebehebedach.
US07/527,713 US4974902A (en) 1987-12-16 1990-05-21 Coupling device in the drive mechanism for a movable panel of an open roof construction for a vehicle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8703036 1987-12-16
NL8703036A NL8703036A (nl) 1987-12-16 1987-12-16 Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8703036A true NL8703036A (nl) 1989-07-17

Family

ID=19851099

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8703036A NL8703036A (nl) 1987-12-16 1987-12-16 Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4974902A (nl)
EP (1) EP0321003B1 (nl)
DE (1) DE3867824D1 (nl)
NL (1) NL8703036A (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4200724C1 (nl) * 1992-01-14 1992-12-24 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE4312323C1 (de) * 1993-04-15 1994-07-07 Daimler Benz Ag Verriegelungsanordnung zum Festlegen einer schwenkschiebebeweglichen Abdeckung an einem Gegenbauteil einer Fahrzeugkarosserie
US5755487A (en) * 1993-07-22 1998-05-26 Farnier & Penin Snc Opening roof structure for a motor vehicle
JPH0740746A (ja) * 1993-07-29 1995-02-10 Aisin Seiki Co Ltd 車両用サンルーフ装置のチエツク機構
JP3541404B2 (ja) * 1993-10-01 2004-07-14 アイシン精機株式会社 車両用サンルーフ装置のチエツク機構
US6199944B1 (en) 1999-06-04 2001-03-13 Asc Incorporated Spoiler sunroof
DE60143862D1 (de) * 2001-04-03 2011-02-24 Inalfa Roof Sys Group Bv Offene Dachkonstruktion für ein Fahrzeug
DE10242773C5 (de) * 2002-09-14 2014-10-09 Webasto Ag Verschlußvorrichtung für ein öffnungsfähiges Verdeck
DE102012016504C5 (de) * 2012-08-20 2018-01-04 Roof Systems Germany Gmbh Schiebedachsystem

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8006479A (nl) * 1980-11-28 1982-06-16 Vermeulen Hollandia Octrooien Schuifdak voor een voertuig.
DE3146905C2 (de) * 1981-11-26 1984-11-08 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebedach für Kraftfahrzeuge
DE3300308C2 (de) * 1983-01-07 1987-04-23 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebe-Hebe-Dach für Kraftfahrzeuge
NL186303C (nl) * 1983-05-06 1990-11-01 Vermeulen Hollandia Octrooien Dakconstructie voor een voertuig, waarbij een stijf paneel onder een vast dak en daarboven in een ventilatiestand is te brengen.
DE3509691A1 (de) * 1984-09-24 1986-04-03 Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg Kupplung im antriebsmechanismus beweglicher dachdeckel von fahrzeugdaechern
DE3442601C2 (de) * 1984-11-22 1986-10-02 Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart Schiebehebedach
NL8500808A (nl) * 1985-03-20 1986-10-16 Vermeulen Hollandia Octrooien Schuifdak voor een voertuig.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0321003B1 (en) 1992-01-15
DE3867824D1 (de) 1992-02-27
EP0321003A1 (en) 1989-06-21
US4974902A (en) 1990-12-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4746165A (en) Vehicle roof having an operating device for swinging and sliding a cover
US4699421A (en) Sliding and lifting roof
NL8802317A (nl) Voertuigdak.
CA1289049C (en) Simple memory mechanism comprising a mechanical jack for tilting over control on the front of a vehicle seat
EP0296644A2 (en) Open roof construction for a vehicle
NL9101707A (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL8803010A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL8006480A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL8801359A (nl) Open dakconstructie voor een voertuig.
NL8703036A (nl) Koppelingsinrichting in het aandrijfmechanisme voor een beweegbaar paneel van een open dakconstructie voor een voertuig.
NL8403710A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
NL9000496A (nl) Schuifhefdak voor motorvoertuigen.
DE102005007031A1 (de) Fahrzeugdach mit einem oberhalb des Daches verschiebbaren Dachteil
NL1001283C2 (nl) Vouwdak voor een voertuig.
WO2013174635A1 (de) Seitenblende eines deckels an einem fahrzeugdach
US6390544B1 (en) Open roof construction for a vehicle
CN114845893A (zh) 包括具有两个运动单元的车顶打开系统的车顶
US2968514A (en) Sliding roof having a rigid sliding cover
US6419310B1 (en) Open roof construction for a vehicle
NL8301610A (nl) Open dakconstructie voor een voertuig.
NL9001686A (nl) Dakpaneelsamenstel voor een motorvoertuig.
US5228743A (en) Cam track mount for sunroof
NL8802552A (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
JP4030597B2 (ja) 一連のスラットを有する車輌ルーフ
NL1012647C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed