NL1009071C2 - Open-dakconstructie voor een voertuig. - Google Patents

Description

Open-dakconstructie voor een voertuig

De uitvinding heeft betrekking op een dakconstructie volgens de kop van conclusie 1.

Een dergelijke open-dakconstructie is in verschillende uitvoeringen bekend, waarbij de plaat de hele dakope-5 ning kan afsluiten of alleen als voorste paneel of als winddeflector fungeert. Teneinde windinslag aan de voorrand van de plaat te verhinderen indien de plaat omhoog is gezwenkt, is een afdichtorgaan aangebracht, dat ofwel aan de plaat ofwel aan het daarvoor geplaatste stationaire deel is 10 bevestigd, terwijl het andere daarmede in aangrijping is en dient te blijven. Verschillende hoogteverstellingsmechanie-ken zijn ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de voorrand van de plaat met de afdichting inderdaad in aangrijping blijft. Met het toenemen van de overdwarse kromming van daken van 15 voertuigen en de steeds rondere vorm van de voorrand van de dakopening en daarmede van de afsluitorganen van opendakconstructies wordt het steeds moeilijker om de afdichting aan de voorzijde van de plaat te behouden in de verschillende standen van de plaat.

20 Het is het doel van de onderhavige uitvinding de open-dakconstructie van de in de aanhef genoemde soort verder te verbeteren.

Hiertoe wordt de open-dakconstructie volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de plaat en het daarvoor 25 geplaatste deel door een flexibel afdichtorgaan vast met elkaar zijn verbonden.

Door het toepassen van een flexibel afdichtorgaan dat vast met de voorzijde van de plaat en de achterzijde van het stationair blijvende deel is verbonden, is de dichtheid 30 aan de voorzijde van de plaat gegarandeerd. Bij voorkeur wordt een rekbaar of plooibaar afdichtorgaan benut, dat zowel variaties kan opvangen over de breedte van de plaat gezien, als variaties in de afstand tussen de voorzijde van 1009071 2 de plaat en de achterzijde van het stationair blijvende deel, die optreden tijdens het zwenken van de plaat.

Eén uitvoering van een open-dakconstructie, waarin de uitvinding toepasbaar is, is die waarbij de plaat een 5 winddeflector vormt, die aangrenzend aan de voorzijde van de dakopening is geplaatst en verstelbaar is tussen een neergeklapte onwerkzame stand en een omhoog geklapte werkzame stand.

Het flexibele afdichtorgaan kan bijvoorbeeld zijn 10 gevormd van doekvormig materiaal dat zich over de plaat uitstrekt, en in een uitvoering van de open-dakconstructie als vouwdak, waarbij het afsluitorgaan is voorzien van een vouwbaar hoofdafsluitorgaan, is het voordelig indien het hoofdafsluitorgaan aan de bovenzijde is uitgevoerd met 15 hetzelfde doekvormige materiaal, dat zich dan over het oppervlak van alle delen van het afsluitorgaan uitstrekt.

Het genoemde stationaire onderdeel bestaat bij voorkeur eveneens uit een plaat, waarvan de bovenzijde, in de onwerkzame stand van de winddeflector, in hetzelfde vlak 20 is gelegen als de bovenzijde van de bij voorkeur plaatvormige winddeflector. In deze uitvoering kan de voorste stationaire plaat op traditionele wijze via een afdichtingsprofiel ten opzichte van het frame zijn afgedicht, terwijl de voorste plaat en de winddeflector via het flexibele afdicht-25 orgaan zijn verbonden. In de gesloten stand van de windde-flector is de scheiding tussen beide delen niet te ontdekken doordat het doekvormige afdichtorgaan zich strak over beide platen uitstrekt.

Als alternatief zou de scharnierbare plaat zich ook 30 aan de achterzijde van het hoofdafsluitorgaan kunnen bevinden en daar als ventilatieklep dienst kunnen doen.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen die een uitvoeringsvoorbeeld van de open-dakconstructie volgens de uitvinding weergeven. 35 Fig. 1 is een schematisch bovenaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van de open-dakconstructie volgens de uitvinding.

1 009071 3

Fig. 2, 3 en 4 zijn schematische langsdoorsneden volgens de lijn II-II, III-III, resp. IV-IV in fig. 1.

Fig. 5 is een met fig. 4 overeenkomende doorsnede van een alternatieve uitvoering van de open-dakconstructie 5 volgens de uitvinding.

De tekeningen tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een open-dakconstructie voor een voertuig, in het bijzonder een personenauto, waarvan het vaste dak 1 is uitgevoerd met een daarin uitgespaarde dakopening 2. De open-dakconstructie 10 is van het type bovenlader, waarbij deze is voorzien van een stationair frame 3 dat van boven af in de dakopening 2 kan worden gemonteerd. In dit geval is de dakopening 2 voorzien van een verdiepte rand 4 waarin het frame 3 met behulp van een omtreksafdichting 5 afdichtend wordt geplaatst, waarna 15 een klemdeel 6 van het frame 3 zorgt voor bevestiging van het frame 3 aan de verdiepte rand 4 van het vaste dak 1.

Deze constructie met een verdiepte rand 4 is in het bijzonder bedoeld voor directe inbouw van de open-dakconstructie bij de fabricage van het voertuig en in het geval van na-20 inbouw zal het frame 3 in de meeste gevallen met een platte flens bovenop het vaste dak 1 rusten.

Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de open-dakconstructie volgens de uitvinding bestaat uit een vouwdak met een vouwbare bekleding 7 die is voorzien van doek dat 25 aan de voorzijde aan een plaat 8 is bevestigd die met een bedieningsbalk 9 is verbonden of daaraan is gevormd. De bedieningsbalk 9 zorgt voor het openen en sluiten van de bekleding 7. Hiertoe is de bedieningsbalk 9 met behulp van verstelelementen in geleidingsrails aan de randen van de 30 dakopening 2 heen en weer schuifbaar, welke verstelelementen verplaatsbaar zijn met behulp van aandrijforganen, zoals trek-drukkabels 10 die met een aandrijfmotor 11 of dergelijke verplaatsbaar zijn voor het verplaatsen van de bedieningsbalk 9 en derhalve het openen of sluiten van het 3 5 vouwdak.

In de tekeningen is te zien, dat aan de voorrand van de dakopening 2 een paneel 12 is aangebracht, dat 1009071 4 bestaat uit twee delen met een voorste stationair blijvende plaat 13 en een zwenkbaar ten opzichte daarvan aangebrachte plaat 14 die in dit geval als winddeflector dienst doet. De deling tussen de beide platen 13 en 14 vindt via een rechte 5 lijn plaats. De gekromde voorrand van de stationaire plaat 13 is voortdurend in ingrijping met de bovenzijde van de omtreksafdichting 5 van het frame en vormt daar een betrouwbare afdichting. De plaat 13 en de winddeflector 14 zijn gezamenlijk bekleed met een uit één stuk bestaand doekvormig 10 materiaal dat hetzelfde is als het materiaal van de bekleding 7 van het vouwdak. Het doekvormige materiaal 15 fungeert daarbij als flexibele en plooibare afdichting en verbinding tussen de achterrand van de plaat 13 en de voorrand van de winddeflector 14.

15 De winddeflector 14 is nabij beide zijdelingse uiteinden uitgevoerd met een arm 16 (fig. 3) die vanaf het ondervlak van de winddeflector 14 naar voren en beneden verloopt en met een bijbehorende scharnieras 17 scharnier-baar met het frame 3 is verbonden. De scharnierassen 17 zijn 20 ongeveer onder de achterrand van de plaat 13 gepositioneerd, zodanig dat bij een verzwenking van de winddeflector 14 ten opzichte van de plaat 13 de afstand tussen de plaat 13 en de winddeflector 14 bij het omhoog verzwenken van de winddeflector 14 niet groter wordt. Bij een boiling van het vaste 25 dak 1 en derhalve van de plaat 13 en de winddeflector 14 zal bij een verzwenking van de winddeflector 14 de afstand tussen de winddeflector 14 en de plaat 13 over de breedte van de open-dakconstructie gezien variëren, doch het doekvormige materiaal, dat als afdichtorgaan dienst doet, kan 30 deze variatie opvangen door plooien indien de afstand tussen winddeflector 14 en plaat 13 plaatselijk kleiner wordt dan in de gesloten stand van de winddeflector 14. In de gesloten of onwerkzame stand van de winddeflector 14 is het doekvormige materiaal 15 juist strak gespannen in de ruimte tussen 35 de plaat 13 en de winddeflector 14.

In de tekeningen is verder te zien, dat de plaat 8 aan de voorrand van de vouwbare bekleding 7 van het vouwdak '1009ΤΊ 5 is voorzien van een verlaging 18 waarover de achterzijde van de winddeflector 14 afdichtend past. Voorts is te zien dat deze verlaging 18 over de breedte van het vouwdak in lengte varieert, doordat de voorrand van de plaat 8 van de vouwbare 5 bekleding 7 boogvormig is, terwijl de achterrand van de winddeflector 14 en daarmede de achterrand van de verlaging 18 in de plaat 8 recht is.

In fig. 4 is te zien dat ten behoeve van de verstelling van de winddeflector 14 tenminste aan één zijde-10 lings uiteinde, doch bij voorkeur aan twee uiteinden een verstelmechanisme 19 is aangebracht, die de winddeflector 14 automatisch omhoog laat komen bij het openen van de vouwbare bekleding 7. Elk verstelmechanisme 19 omvat een uitstelarm 20 die aan zijn bovenste uiteinde scharnierbaar met de 15 winddeflector 14 is verbonden door middel van een ongeveer halverwege de winddeflector 14 aangebracht scharnier 21 en die aan zijn onderste uiteinde scharnierbaar door een leidpen 22 is ondersteund. De leidpen 22 is geleid in een leidsleuf 23 die in een stationair deel van het frame 3 is 20 gevormd en over het grootste deel van zijn lengte een schuin achterwaarts omhoog gericht verloop heeft met een daarop aansluitend kort horizontaal achterste gedeelte. De leidpen 22 is tevens in ingrijping met een stuursleuf 24 die in een slede 25 is aangebracht. De slede 25 is over een beperkte 25 lengte in de lengterichting van het frame 3 heen en weer verplaatsbaar, terwijl de stuursleuf 24 althans ongeveer loodrecht op de bewegingsrichting van de slede 24 verloopt. Hierdoor kruisen de sleuven 23 en 24 elkaar onder een hoek. De verstelweg van de slede 25 is in fig. 4 met een pijl P 30 weergegeven, terwijl voorts is te zien dat een veerorgaan, hier in de vorm van een drukveer 26, is opgesloten tussen de achterzijde van de slede 25 en de voorzijde van een deel 27 van het frame 3, waardoor de slede 25 in achterwaartse richting is voorgespannen. Dit houdt in dat de winddeflector 35 14 is voorgespannen naar zijn naar boven gezwenkte werkzame stand. In de tekening is nog een deel van de bedieningsbalk 9 weergegeven, dat als aandrijfslede 29 dient en tijdens de 1 009071 6 beweging van de bedieningsbalk 9 op de achterzijde van de slede 25 kan aangrijpen en de slede 25 kan bedienen tijdens de laatste sluitbeweging van het open dak en de eerste openingsbeweging, waarbij in het laatste geval de veer 26 5 voor het volgen van de bedieningsbalk 9 door de slede 25 zorgdraagt.

Bij de verplaatsing van de slede 25 verplaatsen de beide sleuven 23 en 24 zich ten opzichte van elkaar en omdat de leidpen 22 zich op het kruispunt van de sleuven 23 en 24 10 moet bevinden om in ingrijping te kunnen zijn met beide sleuven, zal een verplaatsing van het kruispunt van de sleuven 23 en 24 een verplaatsing van de leidpen 22 door de beide sleuven 23 en 24 tot gevolg hebben. Hierdoor beweegt de leidpen 22 zich door de leidsleuf 23 van zijn voorste 15 onderste stand naar de bovenste achterste stand en bij deze verplaatsing van de leidpen 22 wordt de uitstelarm 20 aan zijn onderste uiteinde omhoog bewogen en dit heeft een uitstelbeweging van de uitstelarm 20 tot gevolg, die wordt bepaald door de scharnierbeweging van de winddeflector 14 om 20 de scharnieras 17 en de verplaatsing van de leidpen 22 door de sleuf 23.

Fig. 5 toont nog een alternatieve uitvoering van een aandrijving voor het verstelmechanisme 19, waarbij de slede 25 is uitgevoerd met een blokkeer-koppelmechanisme, 25 dat zorgt voor een koppeling van de aangedreven slede 25 van het verstelmechanisme 19 met de aandrijfslede 29 van de bedieningsbalk 9 in standen van de bekleding 7 nabij de sluitstand en dat zorgt voor ontkoppeling van beide sleden 25 en 29 en blokkering van de aangedreven slede 25 ten 30 opzichte van het stationaire frame 3 in de overige standen van de vouwbare bekleding 7. Het blokkeer-koppelmechanisme omvat een koppelorgaan 30 dat via een elastisch buigzaam verbindingsdeel 31 met de slede 25 in hoogterichting verplaatsbaar is verbonden. Het koppelorgaan 30 bezit een 35 benedenwaarts uitstekend nokdeel 32 dat in de achterste stand van de aangedreven slede 25 in een blokkeeruitsparing 33 in de geleidingsrail van het frame 3 kan grijpen voor het 1009071 7 blokkeren van de slede 25 van het verstelmechanisme 19 en daarmede van de winddeflector 4 in zijn werkzame stand.

Het koppelorgaan 30 is voorts voorzien van een op het nokdeel 32 aansluitende wigvormige wand 34 die boven de 5 bodem van de geleidingsrail van het frame 3 uitsteekt bij ingrijping van het koppelorgaan 30 in de blokkeeruitsparing 33, zodanig dat een voorste wigdeel 35 van de aandrijfslede 29 bij het naar voren verplaatsen daarvan onder de wigvormige wand 34 kan grijpen en het koppelorgaan 30 zodanig omhoog 10 kan drukken dat het nokdeel 32 uit de blokkeeruitsparing 33 wordt gelicht. Zodoende wordt de blokkering van het koppelorgaan 30 ten opzichte van het stationaire frame 3 opgeheven en wordt in voorwaartse richting een koppeling van de slede 25 en 29 bewerkstelligd.

15 Voordat het wigdeel 35 het nokdeel 32 van het koppelorgaan 30 uit de blokkeeruitsparing 33 drukt, is een haakdeel 36 over het koppelorgaan 30 bewogen. Na het omhoog verplaatsen van het koppelorgaan 30 uit de blokkeeruitsparing 33, is het koppelorgaan 30 met speling opgesloten 20 tussen het wigdeel 35 en het haakdeel 36 van de aandrijfslede 29. Het koppelorgaan 30 is dan zover bovenwaarts verplaatst dat de haak 37 van het haakdeel 36 bij een daarna uitgevoerde achterwaartse beweging van de aandrijfslede 29 bij het openen van het vouwdak, dat de haak 37 kan aangrij-25 pen op het koppelorgaan 30 ook indien dit nog enigszins naar beneden is bewogen bij het onder het koppelorgaan 30 uitbewegen van het wigdeel 35 van de aandrijfslede 29, zodat het nokdeel 32 op de bodem van de geleidingsrail van het frame 3 rust. De haak 37 van het haakdeel 36 neemt vervolgens het 30 koppelorgaan 30 zover naar achteren mee onder uitstelling van de winddeflector 14 totdat het nokdeel 32 van het koppelorgaan 30 in de blokkeeruitsparing 33 snapt en daarbij het koppelorgaan 30 zover naar beneden beweegt dat de haak 37 van het haakdeel 36 over het koppelorgaan 30 kan passeren 35 voor het verder achterwaarts bewegen van de bedieningsbalk 9 van het vouwdak, terwijl de winddeflector 14 in de uitgestelde stand blijft staan.

1 009 071 8

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beelden die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Zo zou het flexibele 5 afdichtorgaan ook dienst kunnen doen als scharnier voor de verzwenkbare plaat/winddeflector, zodat geen extra schar-nieras nodig is. Voorts kan het voor de scharnierbare plaat geplaatste stationair blijvende deel ook zijn gevormd door het stationaire frame. Het afsluitorgaan kan uit meerdere 10 delen bestaan, terwijl het stationaire framedeel ook uit een geïntegreerd dakdeel of uit alleen geleidingsrails voor verplaatsingsmechanismen kan bestaan.

1009071

Claims (18)

1. Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het dak te bevestigen framedeel(3), en een door het framedeel ondersteund, verstelbaar afsluitorgaan (7, 12, 13, 14), dat 5 verstelbaar is tussen een eerste, in het bijzonder gesloten of onwerkzame, stand en een tweede, in het bijzonder geopende of werkzame, stand, waarbij het afsluitorgaan is voorzien van ten minste een stijve plaat (14) die om een voorste scharnieras (17) kan zwenken ten opzichte van een daarvoor 10 geplaatst, tijdens het zwenken stationair blijvend deel(13), met het kenmerk, dat de plaat (14) en het daarvoor geplaatste deel (13) door een flexibel afdichtorgaan (15) vast met elkaar zijn verbonden.

2. Open-dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij 15 de plaat (14) een winddeflector vormt, die aangrenzend aan de voorzijde van de dakopening (2) is geplaatst en verstelbaar is tussen een neergeklepte onwerkzame stand en een omhoog geklapte werkzame stand.

3. Open-dakconstructie volgens conclusie 2, waarbij 20 het flexibele afdichtorgaan (15) is gevormd van doekvormig materiaal, terwijl het afsluitorgaan bij voorkeur is voorzien van een vouwbaar hoofdafsluitorgaan (7) dat aan de bovenzijde is uitgevoerd met hetzelfde doekvormige materiaal .

4. Open-dakconstructie volgens conclusie 2 of 3, waarbij het stationaire onderdeel (13) uit een plaat bestaat, waarvan de bovenzijde in de onwerkzame stand van de winddeflector (14) in hetzelfde vlak is gelegen als de bovenzijde van de winddeflector.

5. Open-dakconstructie volgens conclusie 3 en 4, waarbij het doekvormige afdichtorgaan (15) zich over het gehele bovenoppervlak van de winddeflector (14) en de plaat (15) uitstrekt en in de onwerkzame stand van de winddeflector strak verloopt tussen de plaat en de winddeflector. 1009071

6. Open-dakconstructie volgens een der conclusies 3 - 5, waarbij de winddeflector (14) en de plaat (13) tevens met elkaar zijn verbonden door een scharnieras (17).

7. Open-dakconstructie volgens een der conclusies 2 5-6, waarbij de winddeflector (14) is voorzien van een verstelmechanisme (19).

8. Open-dakconstructie volgens conclusie 7, waarbij het verstelmechanisme (19) van de winddeflector (14) is uitgevoerd met een uitstelarm (20), die aan het ene uiteinde 10 scharnierbaar is verbonden met de winddeflector en aan het andere uiteinde in ingrijping is met een ten minste gedeeltelijk schuin verlopende leidsleuf (23) in het stationaire framedeel (3) en tevens aandrijvend is verbonden met een aangedreven slede (25).

9. Open-dakconstructie volgens conclusie 7 of 8, waarbij het verstelmechanisme (19) wordt bediend via een aandrijfslede (29) van het afsluitorgaan (7), in het bijzonder bij verplaatsing daarvan in de eerste openingsbeweging, resp. de laatste sluitbeweging. 20

10.Open-dakconstructie volgens conclusie 9, waarbij tussen de aangedreven slede (25) van het verstelmechanisme (19) en de aandrijfslede (29) van het afsluitorgaan (7) een blokkeer-koppelmechanisme (30-37) is aangebracht, dat zorgt voor een koppeling van beide sleden (25, 29) in standen van 25 het afsluitorgaan nabij de sluitstand en zorgt voor ontkoppeling van beide sleden en blokkering van de aangedreven slede (25) ten opzichte van het stationaire framedeel (3) in de overige standen van het afsluitorgaan.

11.Open-dakconstructie volgens conclusie 10, 30 waarbij het blokkeer-koppelmechanisme (30-37) is voorzien van een koppelorgaan (30) dat in hoogterichting verplaatsbaar met de aangedreven slede (25) is verbonden en nabij de sluitstanden van het afsluitorgaan (7) in een bovenste stand is opgesloten in de aandrijfslede (29) voor koppeling van 35 beide sleden, terwijl in het stationaire framedeel (3) een blokkeeruitsparing (33) is gevormd, waarin het koppelorgaan past na het omlaag verplaatsen daarvan vanuit een koppel- 1 009071 stand naar een blokkeerstand, waarin het van de aandrijf-slede (2 9) is ontkoppeld en zorgt voor een blokkering van de aangedreven slede (25) van het verstelmechanisme (19) van de winddeflector (14). 5

12.Open-dakconstructie volgens conclusie 9, waarbij het verstelmechanisme (19) is voorzien van een veerorgaan (26) dat de aangedreven slede (25) naar een stand voorspant waarin de winddeflector (14) in de werkzame stand is gepositioneerd, terwijl de aandrijfslede (29) van het afsluitor-10 gaan (7) de aangedreven slede kan verplaatsen naar een stand waarin de winddeflector zich in de onwerkzame stand bevindt.

13.Open-dakconstructie volgens een der conclusies 2 - 12, waarbij het afsluitorgaan (7) aan de voorzijde is voorzien van een verlaging (18) waarover de achterzijde van 15 de winddeflector (14) afdichtend past.

14.Open-dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij het voor de plaat geplaatste deel is uitgevoerd als hoofdpaneel van het afsluitorgaan, dat voor de genoemde plaat is geplaatst en waarmee de plaat scharnierbaar is verbonden. 20

15.Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het dak te bevestigen stationair framedeel (3), en een door het stationaire framedeel ondersteund, verstelbaar paneel (12), dat verstelbaar is tussen een eerste, in het bijzonder 25 gesloten of onwerkzame, stand en een tweede, in het bijzonder geopende of werkzame, stand, met het kenmerk, dat het -paneel (12) uit tenminste twee stijve delen (13, 14) bestaat, waarvan het ene kan scharnieren ten opzichte van het andere om een scharnieras nabij de scheidingslijn tussen de 30 beide delen, welke delen door een flexibel afdichtorgaan (15) vast met elkaar zijn verbonden.

16.Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het dak te bevestigen stationair framedeel (3), een door het 35 stationaire framedeel ondersteund, verstelbaar afsluitorgaan (7), dat verstelbaar is tussen een sluitstand waarin het de dakopening afsluit en een geopende stand waarin het de 1009071 dakopening ten minste aan de voorzijde vrijgeeft, alsmede een winddeflector (14) die aangrenzend aan de voorzijde van de dakopening is geplaatst en verstelbaar is tussen een neergeklapte onwerkzame stand en een omhoog geklapte werkza-5 me stand, met het kenmerk, dat de winddeflector (14) aan de voorzijde is uitgevoerd met een flexibel afdichtorgaan (15) dat vast met de winddeflector en een daarvoor gelegen, | tijdens het verstellen van de winddeflector stationair deel (13) is verbonden en een verstelling van de winddeflector 10 toestaat.

17.Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het ! dak te bevestigen stationair framedeel (3), een door het stationaire framedeel ondersteund, verstelbaar afsluitorgaan 15 (7), dat verstelbaar is tussen een sluitstand waarin het de dakopening afsluit en een geopende stand waarin het de dakopening aan de voorzijde vrijgeeft, voorzien van een verstelmechanisme (19) voor verstelling van onderdelen van de open-dakconstructie met een aandrijfslede (29) en een 20 aangedreven slede (25), die selectief met de aandrijfslede is gekoppeld of ten opzichte van het stationaire framedeel is geblokkerd, en daartoe is uitgevoerd met een blokkeer-koppelmechanisme (30-37) dat is uitgevoerd met een koppelor-gaan (30) dat in hoogterichting verplaatsbaar met de aange-25 dreven slede (25) is verbonden en nabij de sluitstanden van het afsluitorgaan (7) in een bovenste stand is opgesloten in de aandrijfslede (29) voor koppeling van beide sleden (25, 29), terwijl in het stationaire framedeel (3) een blokkeer-uitsparing (33) is gevormd, waarin het koppelorgaan past na 30 het omlaag verplaatsen daarvan vanuit een koppelstand naar een blokkeerstand, waarin het van de aandrijfslede (29) is ontkoppeld en zorgt voor een blokkering van de aangedreven slede (25) van het verstelmechanisme (19).

18.Open-dakconstructie volgens conclusie 17, 35 waarbij het koppelorgaan (30) en de aandrijfslede (29) zijn voorzien van samenwerkende, naar elkaar toegekeerde wigvlak-ken (34, 35) voor het uit de blokkeeruitsparing (33) drukken 1 009071 van het koppelorgaan en het koppelen van het koppelorgaan met de aandrijfslede. 1009071