NL8500619A - Luchtgeleidingsmechanisme voor een open dakconstructie, alsmede open dakconstructie uitgevoerd met dit luchtgeleidingsmechanisme. - Google Patents

Description

NL 32441 Jb/Me/ed - 1 - f

Luchtgeleidingsmechanisme voor een open dakconstructie, alsmede open dakconstructie uitgevoerd met dit luchtgeleidings--mechanisme-

De uitvinding heeft betrekking op een luchtgeleidingsmechanisme voor een open dakconstructie met een verschuifbaar paneel voor een voertuig, welk mechanisme een aan de voorrand van de dakopening aanbrengbare luchtgeleidingsstrip 5 omvat, die bij het openen van het paneel door veerorganen bovenwaarts tot in een door een aanslag bepaalde werkzame stand verplaatsbaar is en bij het sluiten van het paneel door dit paneel tegen de veerwerking van de veerorganen in weer in een onwerkzame stand brengbaar is.

10 In een bekende uitvoering van een dergelijk lucht geleidingsmechanisme komt de luchtgeleidingsstrip tijdens zijn bovenwaartse verplaatsing in aangrijping met een zich horizontaal uitstrekkend randdeel van het vaste voertuigdak aan de voorzijde van de dakopening, dat zodoende een aanslag 15 voor de luchtgeleidingsstrip vormt en de werkzame stand hiervan bepaalt.

Hierbij doet zich evenwel het probleem voor, dat na inbouw van de open dakconstructie in het voertuigdak een dergelijk randdeel niet altijd aanwezig is, in welke gevallen een 20 aanslag voor de luchtgeleidingsstrip ontbreekt.

De uitvinding beoogt een luchtgeleidingsmechanisme voor een open dakconstructie te verschaffen, waarbij het bovengenoemde probleem op doeltreffende wijze is opgelost.

Hiertoe wordt het luchtgeleidingsmechanisme volgens 25 de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de aanslag aan een, met de luchtgeleidingsstrip verbonden, blokkeerorgaan is aangebracht.

Op deze wijze bezit het luchtgeleidingsmechanisme zelf een aanslag, welke onafhankelijk is van het voertuigdak.

30 Bij voorkeur is de aanslag instelbaar. Hierdoor is de werkzame stand van de luchtgeleidingsstrip zeer eenvoudig aan de verschillende voertuigdaken aanpasbaar.

De uitvinding omvat voorts een open dakconstructie, uitgevoerd met het in het voorgaande beschreven luchtgelei-35 dingsmechanisme.

/ « 8500619 - 2 -

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van een luchtgeleidingsmechanisme volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een schematisch bovenaanzicht van de ope-5 ning in een voertuigdak in de geheel geopende stand van het schuifpaneel, waarbij het luchtgeleidingsmechanisme volgens de uitvinding zichtbaar is.

Fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven, gedeeltelijk weggebroken doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, 10 waarbij het paneel zich evenwel in de gesloten stand bevindt.

Fig. 3 is een met fig. 2 overeenkomende doorsnede, waarbij het paneel, evenwel in een gedeeltelijk geopende stand is weergegeven.

In de tekening is een open dakconstructie voor een 15 voertuig, in het bijzonder een automobiel, weergegeven, dat met een luchtgeleidingsmechanisme is uitgevoerd.

In het vaste dak 1 van het voertuig is een opening 2 gevormd, die door middel van een verschuifbaar paneel 3 kan worden afgesloten. Aan de voorzijde van de dakopening 2 is een 20 luchtgeleidingsstrip 4 aangebracht, die bestaat uit een middelste stripgedeelte 5, dat aan weerszijden via een bocht 6 op een achterwaarts verlopende draagarm 7 aansluit.

Zowel het middelste stripgedeelte 5 als de, op de bochten 6 aangesloten, draagarmen 7 zijn betrekkelijk stijf 25 uitgevoerd en bezitten in hun ondervlak een groef 8, waarin een verdikking 9 van een elastisch afdichtprofiel 10 is opgesloten.

Aan weerszijden van de dakopening 2 zijn de draagarmen 7 aan hun achterste uiteinde verzwenkbaar met een goot-30 constructie 11 van de open dakconstructie verbonden. Op elke gootconstructie 11 is hiertoe een ü-vormig draagprofiel 12 aangebracht, waarvan het achterste gedeelte met een scharnier-as 13 is verbonden. Deze scharnieras 13 doorloopt het achterste uiteinde van de betreffende draagarm 7, zodat de betref-35 fende draagarm 7 en derhalve de gehele luchtgeleidingsstrip 4 om deze scharnieras 13 kan verzwenken. Elke draagarm 7 is aan de onderzijde uitgevoerd met een holte 14, welke in de omlaag verzwenkte stand van de luchtgeleidingsstrip 4, het draagpro-fiel 12 en voorts een drukveer-orgaan 15 gedeeltelijk opneemt.

85 0 0 6 1 9 - 3 - . -.....-..............; «

Dit drukveer-orgaan 15 omvat een, in telescopische bussen 16, 17 opgesloten drukveer 18. De onderste bus 16 is scharnierend om een dwarsas 19 verbonden met het voorste gedeelte van het draagprofiel 12. De bovenste bus 17 grijpt, 5 scharnierend om een dwarsas 20 in de betreffende draagarm 7, op de draagarm 7 nabij de voorzijde hiervan aan.

Het draagprofiel 12 is behalve via de scharnieras 13 en de telescopische bussen 16, 17 nog door middel van een instelbare blokkeerstrip 21 met de betreffende draagarm 7 van 10 de luchtgeleidingsstrip 4 verbonden. Deze blokkerstrip 21 is aan de zijde van de luchtgeleidingsstrip 4 uitgevoerd met een aanslag 22, welke in de richting van de blokkeerstrip 21 door een, aan de bovenste bus 17 gevormde tegenaanslag 23 blokkeer-baar is. Deze tegenaanslag 23 vormt tevens een geleiding, die 15 om het met de aanslag 22 uitgevoerde eindgedeelte van de blokkeerstrip 21 grijpt, zodanig dat de bovenste bus 17 slechts in de langsrichting van dit eindgedeelte van de blokkeerstrip 21 verplaatsbaar is.

Aan de zijde van het draagprofiel 12 bezit de blok-20 keerstrip 21 een in de langsrichting van het voertuig verlopende sleuf 24, voor een schroef 25, welke tevens door een sleuf 26 in het draagprofiel 12 en door een gat in de gootconstructie 11 is geleid en met behulp van een onder de gootconstructie 11 aangebrachte moer 27 de blokkeerstrip 21 op het 25 draagprofiel 12 en het draagprofiel 12 op de gootconstructie 11 klemt.

De sleuf 24 in de blokkeerstrip 21 dient voor de instelling van de aan de blokkeerstrip 21 gevormde aanslag 22 en derhalve voor de hoogteinstelling van de luchtgeleidings-30 strip 4. De sleuf 26 in het draagprofiel 12 maakt het mogelijk, dat de luchtgeleidingsstrip 4 in de langsrichting van de gootconstructie 11 versteld kan worden.

Op het aan de zijde van de sleuf 24 gelegen, schuin bovenwaarts en achterwaarts gebogen uiteinde 28 van de blok-35 keerstrip 21 grijpt een trekveer 29 aan, welke aan zijn andere uiteinde met het draagprofiel 12 is verbonden en welke een achterwaartse trekkracht op de blokkeerstrip 21 uitoefent. Het doel van deze trekveer 29 zal in het volgende nog nader worden toegelicht.

8500619 ' - 4 -

De blokkeerstrip 21 is buigzaam uitgevoerd en is tussen zijn uiteinden om het onderuiteinde van de onderste bus 16 geleid.

In fig. 2 is het paneel 3 in zijn gesloten stand 5 weergegeven, waarbij een aan weerszijden onder het paneel 3 aangebrachte nok 30 op de betreffende draagarm 7 van de lucht-geleidingsstrip 4 is komen aan te grijpen en deze tegen de veer-druk van de drukveren 18 in in een benedenwaarts verzwenkte stand heeft gebracht.

10 In fig. 3 is het paneel 3 achterwaarts verschoven, waarbij de aangrijping tussen de nokken 30 onder het paneel 3 en de draagarmen 7 van de luchtgeleidingsstrip 4 verbroken is en de drukveren 18 de luchtgeleidingsstrip 4 tot in zijn door de aanslag 22 van de blokkeerstrip 21 bepaalde hoogste 15 stand of werkstand hebben verzwenkt.

Het instellen van de hoogste stand of werkstand van de luchtgeleidingsstrip 4 is als volgt uitvoerbaar:

In een geopende stand van het paneel 3, zoals is weergegeven in fig. 3, worden de schroeven 25, welke via een 20 gat 31 in de betreffende draagarm 7 bereikbaar zijn, losgedraaid. De drukveren 18 in de telescoperende bussen 16, 17 drukken de voorzijde van de luchtgeleidingsstrip 4 omhoog, waarbij de draagarmen 7 om de scharnierassen 13 verzwenken, totdat de achterste uiteinden van de sleuven 24, welke door 25 de verzwenking met de blokkeerstrippen 21 voorwaarts bewegen, met de betreffende schroeven 25 in aangrijping komen.

In deze stand is de maximaal bereikbare verzwenking van de luchtgeleidingsstrip 4 bereikt. Tijdens deze verzwenk-beweging dient de veerkracht van de drukveren 18 de werking 30 van de trekveren 29 te overtreffen, zodat de aanslagen 22 van de blokkeerstrippen 21 door de tegenaanslagen 23 kunnen worden meegenomen.

Indien hierna de luchtgeleidingsstrip 4 van buitenaf, bijvoorbeeld met de hand, omlaag wordt bewogen, totdat de 35 werkstand hiervan is bereikt, zal elke trekveer 29 de betreffende blokkeerstrip 21 met zijn aanslag 22 tegen de tegen-aanslag 23 van de bovenste bus 17 aangedrukt houden, zodat de sleuf 24 in de blokkeerstrip 21 zich ten opzichte van de schroef 25 achterwaarts verplaatst.

8500619 - 5 -

Wanneer in de werkstand de schroeven 25 worden aangedraaid, zodat de blokkeerstrippen 21 ten opzichte van de betreffende draagprofielen 12 worden vastgeklemd, is de bovenwaartse verzwenking van de luchtgeleidingsstrip 4 tot deze 5 werkstand begrensd.

In de werkstand sluit het elastische afdichtprofiel 10 op de vertikale wand aan de voorzijde van de dakopening 2 aan.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening 10 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.

85 00 6 19

Claims (14)

1. Luchtgeleidingsmechanisme voor een open dakconstructie met een verschuifbaar paneel voor een voertuig, welk mechanisme een aan de voorrand van de dakopening aanbrengbare luchtgeleidingsstrip omvat, die bij het openen van het paneel 5 door veerorganen bovenwaarts tot in een door een aanslag bepaalde werkzame stand verplaatsbaar is en bij het sluiten van het paneel door dit paneel tegen de veerwerking van de veerorganen in weer in een onwerkzame stand brengbaar is, me t het kenmerk, dat de aanslag aan een, met de lucht- 10 geleidingsstrip verbonden, blokkeerorgaan is aangebracht.

2. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aanslag instelbaar is.

3. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat het blokkeerorgaan met 15 de vast hieraan aangebrachte aanslag instelbaar is.

4. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het blokkeerorgaan aan een zijde instelbaar bevestigbaar is en aan de andere zijde de, met een tegenaanslag samenwerkende, aanslag draagt.

5. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het blokkeerorgaan een blokkeerstrip omvat.

6. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de blokkeerstrip nabij het 25 van de aanslag afgekeerde uiteinde is uitgevoerd met een in de lengterichting hiervan verlopende sleuf, voor een met een moer samenwerkende schroef.

7. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat na inbouw hiervan in het 30 voertuig, de blokkeerstrip ter plaatse van de sleuf ten opzichte van het voertuig vastzetbaar is.

8. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 6 of 7,met het kenmerk, dat op het, nabij de sleuf gelegen, uiteinde van de blokkeerstrip een veer aangrijpt, 35 welke op deze blokkeerstrip een althans ongeveer in het verlengde van de sleuf werkzame, van de blokkeerstrip af gerichte kracht uitoefent.

9. Luchtgeleidingsmechanisme volgens één der conclu- 85 0 0 6 19 - 7 - - · sies 5-8, waarbij de luchtgeleidingsstrip aan weerszijden aansluit op een achterwaarts verlopende, stijve draagarm, die verzwenkbaar aan een draagprofiel is bevestigd en waarmede het paneel van de open dakconstructie, bij het sluiten hiervan, 5 in aangrijping kan komen, terwijl elk veerorgaan onder de betreffende draagarm is aangebracht en bestaat uit een in een telescopisch bussamenstel opgesloten drukveer, waarbij het onderste gedeelte van het bussamenstel scharnierend met het draagprofiel en het bovenste gedeelte van het bussamenstel 10 scharnierend met de draagarm is verbonden, met het kenmerk, dat twee, elk met een aanslag uitgevoerde blok-keerstrippen zijn toegepast en aan het bovenste gedeelte van elk bussamenstel een leidorgaan voor het met de aanslag uitgevoerde eindgedeelte van de betreffende blokkeerstrip is ge-15 vormd, welk leidorgaan in de lengterichting van het betreffende eindgedeelte van de blokkeerstrip verschuifbaar is en tevens als tegenaanslag voor de aanslag aan de blokkeerstrip dient.

10. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 9, 20 met het kenmerk, dat elke blokkeerstrip tussen zijn uiteinden om het onderuiteinde van het onderste gedeelte van het betreffende bussamenstel is geleid.

11. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 9 of 10,met het kenmerk, dat elk draagprofiel in de 25 lengterichting van het voertuig instelbaar bevestigbaar is.

12. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elk draagprofiel is uitgevoerd met een in de lengterichting hiervan verlopende sleuf voor een bevestigingsschroef.

13. Luchtgeleidingsmechanisme volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat elke schroef voor de betreffende blokkeerstrip tevens als bevestigingsschroef voor het betreffende draagprofiel dient.

14. Open dakconstructie, uitgevoerd met een lucht-35 geleidingsmechanisme volgens één der voorgaande conclusies. 8500619