NL8003531A - Schuifdak voor motorvoertuigen. - Google Patents
Schuifdak voor motorvoertuigen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8003531A NL8003531A NL8003531A NL8003531A NL8003531A NL 8003531 A NL8003531 A NL 8003531A NL 8003531 A NL8003531 A NL 8003531A NL 8003531 A NL8003531 A NL 8003531A NL 8003531 A NL8003531 A NL 8003531A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- roof
- cover
- lid
- sliding
- screw
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60J—WINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
- B60J7/00—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
- B60J7/02—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
- B60J7/04—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels
- B60J7/043—Sunroofs e.g. sliding above the roof
- B60J7/0435—Sunroofs e.g. sliding above the roof pivoting upwardly to vent mode and moving at the outside of the roof to fully open mode
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60J—WINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
- B60J7/00—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
- B60J7/02—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
- B60J7/04—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels
- B60J7/057—Driving or actuating arrangements e.g. manually operated levers or knobs
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
Description
t Λ VO 629
Titel: Schuifdak voor motorvoertuigen.
De uitvinding heeft betrekking op een schuifdak voor motorvoertuigen,. voorzien van een in een dakuitsnijding langs zijdelingse geleidingen verschuifbaar geleid deksel, dat met behulp van daarop aangrijpende aandrijfmiddelen kan worden uitgezet, na het uitzetten onder 5 een gelijktijdige verandering van de schuine stand daarvan met betrekking tot de dakuitsnijding kan worden verschoven, en zich bij het verschuiven daarvan met het achterste gebied daarvan bevindt boven het achterste vaste dakvlak.
Dergelijke schuifdaken worden ook wel aangeduid als bovennokse 10 schuifdaken. Bij een bekend dak van deze soort (Duits octrooi schrift 958.620) is het deksel aan of bij de voorrand aan elke zijde uitgerust, met een aantal glij- of rolorganen, welke organen aangrijpen in volgens een bocht lopende, zijdelingse, vaste geleidingen in de dakuitsnijding.
De volgens een bocht lopende geleidingen bewerkstelligen bij het open-15 schuiven van het deksel, dat het achterste einde daarvan boven de dakbedekking wordt opgeheven en geleidelijk in een naar achter steeds verder toenemende schuine stand wordt gebracht. Dit heeft tot gevolg, dat het deksel bij toenemende breedte van de openingsspleet tussen de voorrand van de dakuitsnijding en de voorrand van het deksel, steeds verder 20 boven het vaste dakvlak van het motorvoertuig uitsteekt, zodat de windveerstand van het deksel bij toenemende grootte van de opening, stijgt.
Daardoor stijgt echter ook de het brandstofverbruik direct beïnvloedende bijkomende waarde van de luchtweerstand van het voertuig.
25 Bovendien neigt het bekende deksel bij sterke belasting tot trillingen, en veroorzaakt het bij het rijden een aanzienlijk windgeruis.
De op het deksel van het bekende schuifdak aangrijpende aandrijfmiddelen bestaan uit. een in het midden van het voertuig zich bevindende, draaibaar maar axiaal niet verstelbaar gelegerde draadstang, 30 die samenwerkt met een aan het deksel bevestigde moer en via een buigzame as kan worden aangedreven. Als gevolg van de middenstand van de draadstang wordt het uitgezette deksel alleen in het lengtemiddenvlak daarvan gesteund, waardoor het geen voldoende stabiliteit krijgt. Bovendien is de middendraadstang vrij zichtbaar in de dakopening. Het-35 zelfde geldt voor de buigzame as, die bij het aanbrengen van een handkruk 8 0 0 3 5 31 -2- nabij het instrumentenbord, de voorruit in zekere mate in tweeën deelt.
Daarentegen ligt aan de uitvinding de opgave ten grondslag een schuifdakconstructie aan. te geven, die ook hij de grootst mogelijke openingsverschuiving van het deksel, geen. noemenswaardige verslechtering 5 wekt van de bijkomende waarde van de luchtweerstand, verder een vaste trillingsarme stand van. het geopende deksel mogelijk maakt, geruisarm is in bedrijf, en waarbij de aandrijfiniddelen zich niet storend vertonen.
Volgens de uitvinding wordt deze opgave, uitgaande van de in de aanhef anschreven uitvoering, opgelost, doordat 10 (a) het deksel op een op zichzelf bekende wijze, nabij de voorrand daar van zwenkbaar is gelegerd, (b) op een op zichzelf bekende wijze nabij de achterrand van de dakuit-snijding, uitzetelementen vast zijn aangebracht, (c) het deksel verschuifbaar wordt geleid langs de uitzetelementen, en 15 (d) de uitzetelementen aan weerszijden van de dakuitsnijding krachtover- brengend zijn verbonden met de aandrijfiniddelen, en bij het verschuiven van het deksel onafgebroken in hoogtestand daarvan veranderen, zodat de schuine stand van het deksel gedurende de openingsvers chuiving daarvan afneemt, en gedurende de- sluitverschui-20 ving daarvan toeneemt.
Bij het onderhavige schuifdak zorgen de uitzetelementen cp grond van de aanbrenging en de uitvoering daarvan ervoor, dat het deksel in elk der schuifstanden daarvan slechts zodanig ver ' boven het vaste voer-tuigdak uitsteekt, als nodig is voor een aanrakingsvrije onderlinge 25 verschuiving tussen de dekselonderzijde en het achterste vaste dakvlak. Als gevolg van de aanbrenging van de uitzetelementen nabij de achterrand van de dakuitsnijding, krijgt het deksel tevens in elk van de standen daarvan, een vaste stand. Omdat het deksel in de schuifstanden daarvan slechts in geringe mate boven het dakvlak uitsteekt, beïnvloedt 30 het de bijkanende waarde van de luchtweerstand van het motorvoertuig slechts in geringe mate, en veroorzaakt het tevens slechts een geringe geruisvorming bij het rijden. De aan weerszijden van de dakuitsnijding aangebrachte aandrijfiniddelen vertonen zich niet storend naar buiten. Omdat het deksel aan de voorrand daarvan verschuifbaar is geleid en 35 tevens nabij de voorrand daarvan zwenkbaar is gelegerd, wordt het deksel 800 35 31 i ft -3- nabij de voorrand daarvan tij het verschuiven alleen gescharnierd, waarbij de gedwongen besturing van de schuine, standen van het deksel wordt verzorgd door de uitzetelementen.
Bij een bekende motorvoertuig-beluchtingsinrichting (Duits Auslege-5 schrift I.O5O.676), waarbij het kenmerk (b) is voorzien, gaat het cm een niet tot de in de aanhef beschreven uitvoering behorende dakuit-voering, waarbij de uitzetelementen zijn uitgevoerd als zwenkhefbocm.
Hierbij wordt zelfs bij een maximale verplaatsing van, het deksel naar achter, slechts een betrekkelijk. smalle voorste beluchtingsspleet vrij-10 gemaakt, tussen de voorrand van de dakuitsnijding en de voorrand van het deksel. Bovendien zorgen de als zwenkhefbocm uitgevoerde uitzetelementen ervoor, dat de schuine stand van het deksel gedurende het eerste gedeelte van de openingsverschuiving daarvan, toeneemt, en pas daarna afneemt , -waarbij bij het onderhavige schuifdak de schuine stand, met het 15 begin van de openingsvers chuiving onafgebroken afneemt.
Onder het begrip "schuine stand” worden in het raam van de onderhavige aanvrage standen van het deksel verstaan, waarin het deksel met het door het schuifvlak gevormde vergelijkingsvlak een grotere of kleinere scherpe hoek vormt.
20 In een voorkeursuitvoeringsvorm is voorzien, dat de uitzetelementen op zich bekende schroeftelescopen zijn, die aan weerszijden van de dakuitsnijding met de binneneinden daarvan zijn bevestigd aan delen, die vast aan het dak zitten, en met de buiteneinden daarvan zijn bevestigd aan schuifscharnieren, die verschuifbaar worden geleid langs aan het 25 deksel zich bevindende dwanglijsten. Bij deze uitvoering nemen de schroeftelescopen de besturing over van de schuine stand van het deksel bij het verschuiven daarvan. Hierbij zorgen de aan het deksel zich bevindende dwanglijsten en de aan de buiteneinden van de schroeftelescopen bevestigde schuifscharnieren voor een gedwongen besturing van de schuine 30 standen van het deksel bij een gelijktijdig starre dekselstand in elk van de openingsstanden daarvan.
Volgens een verdere uitvoering zijn als aandrijfmiddelen twee op een op zichzelf békende wijze trek- en drukstijf geleide, met een aan-drijfrondsel in aangrijping staande, buigzame en elk naar een dakzijde 35 geleide aandrijfschroefkabels voorzien, die elk met de werkwikkeling 8 0 0 3 5 31 -u- daarvan tot aan het bereiken van de grootst- mogelijke schuine deksel-stand vocrhet begin van de schuifbeweging in aangrijping zijn met een vast aan een deel, dat vast is aangebracht aan het dak nabij de achterrand van de dakuitsnijding gelegerd aandrijfrondsel, dat met de bijbe-5 horende schroeftelescoop in aandrijfverbinding staat. Op grond van deze uitvoering wordt bij een hand- of motorbediening van de aandrijfïniddelen, het deksel, uitgaande van de sluitstand daarvan, waarin het deksel zich bevindt in het vlak van de dakuitsnijding, eerst met de achterrand daarvan onder een gelijktijdig scharnieren aan de voorrand daarvan vanuit 10 het dakvlak uitgezet tot de grootst mogelijke schuine dekselstand daarvan. Bij het bereiken van deze stand wordt autcmtisch de werkaangrijping tussen de aandrijfschroefkabels en de aandrijfrondsels opgeheven, zodat bij een verdere bediening van de aandrijfmiddelen, niet langer wordt ingewerkt op de schroeftelescopen.
15 Ten vervolge op de uitvindingsgedachte is verder voorzien, ddt voor de schuifbeweging van het deksel aan elk der twee aandrijfschoefkabels een meenemer is bevestigd, die bij het bereiken van de grootst mogelijkë schuine dekselstand, in de dekselsluitstand in aangrijping kamt met een met het deksel verbonden koppelingsdeel, en dat twee trek- en drukstijf 20 geleide, buigzame stelschroefkabels zijn voorzien, waarvan er aan elke dakzijde een evenwijdig aan de daar zich bevindende aandrijfschroefkabel is aangebracht, verder met het voorste einde daarvan vast aangrijpt aan een met het deksel aan de voorkant verbonden deel, en met zijn werk-wikkeling bij het bereiken van de grootst mogelijke schuine dekselstand, 25 in de dekselsluitstand in aangrijping kamt met het naburige aandrijf-rondsel.
Op grond van deze constructieve uitvoering wordt bereikt, dat bij een voortgezette bediening van de aandrijfmiddelen na het bereiken van de grootst mogelijke schuine dekselstand, de dekselopeningsverschuiving 30 bij een gelijktijdige verkleining van de schuine dekselstand als gevolg van de werking van de stelschroefkabels samenhangt met de aandrijf-rondsels, plaatsvindt. Hierbij worden de daarvoor bij het uitzetten van het deksel door de aandrijfschroefkabels naar buiten geschroefde schroef-telescopen door de stelschroefkabels in tegengestelde zin aangedreven, 35 d.w.z. in elkaar geschroefd.
800 3 5 31 $ I k -5-
De uitvoering is hierbij zodanig, dat de aangrijping tussen de mee» nemer en het koppelingsdeel ook is verschaft bij de sluitverschuiving van. het deksel, en pas is opgeheven bij het bereiken van de eindstand van de dekselsluitverschuiving en de grootst mogelijke schuine dekselstand.
5 Uitgaande van deze dekselstand wordt bij een verder bedienen van de aandrijfmiddelen, het reeds, in de sluitstand daarvan zich bevindende deksel teruggezwenkt in de uitgangsstand daarvan, waarin het in het vlak van de dakuitsnijding ligt.
Met voordeel is de uitvoering zodanig, dat het aandrijf rondsel 10 coaxiaal en draaivast is verbonden met een recht tandwiel, dat in aangrijping is met een kleiner recht tandwiel, dat coaxiaal en draaivast is verbonden met de bijbehorende schroeftelescoop. Hierdoor wordt een vertraging bereikt van de drijfwerkverbinding tussen het aandri jfrond-sel en de schroeftelescoop. Door een passende keuze van de· sehroef-15 spoed op de schroeftelescoop en/of de overbrengingsverhouding tussen de twee rechte randwielen,. kan de slagweglengte van de schroef telescopen worden afgestemd op de schuifweglengte van het deksel, zodat het deksel in elk van de schuifstanden daarvan slechts zodanig ver is opgeheven, als nodig is voor het bereiken van een aanrakingsvrijheid tussen, de 20 onderrand van het deksel en het achterste vaste dakvlak.
Teneinde te verzekeren, dat de aangrijping tussen de meenemer en het koppelingsdeel slechts in de dekselsluitstand kan worden opgeheven, is het van voordeel wanneer voor de aangrijping tussen de meenemer en het koppelingsdeel, een de meenemer alleen in de dekselsluit-25 stand vrijgevende veertong is aangebracht aan het koppelingsdeel.
Met voordeel is hierbij de uitvoering zodanig, dat de veertong in de dekselsluitstand tegenover een overeenkomstige uitsparing ligt in de zijdelingse dekseldwanglijst. Bij het ontkoppelen van meenemer en koppelingsdeel, kan de veertong derhalve in de uitsparing gaan, waarbij 30 de veertong in alle andere dekselstanden zodanig aanligt tegen de dekseldwanglijst, dat de meenemer niet buiten aangrijping met het koppelingsdeel kan geraken.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 35 fig. 1 een zijaanzicht is van het bovendeel van de carrosserie 800 35 31 -6- “.'71 Tan een personenwagen met een schematisch ingetekend, vanuit de sluitstand daarvan maximaal naar hoven uitgezet deksel, fig. 2 een aan fig. 1 gelijk aanzicht is, waarbij het deksel een . tussenschuifstand inneemt, 5 fig. 3 een aan de fig. 1 en 2 gelijk zijaanzicht is, waarbij het deksel is weergegeven in de achterste schuif stand daarvan, fig. ii· een bovenaanzicht is, gedeeltelijk opengebroken., van de linker voorste hoek van het schuif dak, fig. 5 een doorsnede volgens de lijn V-V in fig. U, 10 fig. 6 een aanzicht is, gedeeltelijk opengebrdken, in de richting van de pijl VI in fig. U, fig. T een bovenaanzicht is, gedeeltelijk opengebrdken, van de linkerzijde van het schuifdak, fig. 8 een lengtedoorsnede is van het schuifdak bij het gesloten 15 zijn van het deksel, fig. 9 een bovenaanzicht is, gedeeltelijk opengebrdken, van het schuifdak volgens fig. 8, waarbij voor het weergeven van de aandrijf- delen, het deksel is weggelaten, < fig. 10 een aan. fig. 8 gelijke doorsnede is bij het maximaal uit-20 gezet zijn maar nog niet verschoven van het deksel, ' fig. 11 een aan fig. 9 gelijk bovenaanzicht is voor het weergeven van de stand van de aandrijfdelen bij de in fig. 10 weergegeven deksel-stand, fig. 12 een aan de fig. 8 en 10 gelijke doorsnede is bij een tussen-25 schuifstand van het deksel, fig. 13 een aan de fig. 9 en 11 gelijk bovenaanzicht is voor het weergeven van de stand van 'de aandrijfdelen bij de in fig. 12 weergegeven stand, fig. l^ een doorsnede is volgens de lijn XIV-XIV in fig. 7» 30 fig. 15 een doorsnede is volgens de lijn XV-XV in fig. 7, en fig. 16 een doorsnede is volgens de lijn X7I-XVT in fig. 9·
Zoals blijkt uit de in de fig. 1-3 weergegeven zijaanzichten, neemt het deksel 1 in de verschillende standen daarvan, verschillende schuine standen in. In de in fig. 1 weergegeven stand bevindt het deksel 1 zich 35 nog in de sluitstand daarvan in de dakuit snij ding 2. Het deksel is echter 800 3 5 31 -7- met de achterrand daarvan maximaal naar boven uitgezet, zodat het de grootste schuine stand inneemt, die direct voorafgaande aan het begin van de schuifbeweging, nodig is. Bij de in fig. 2 weergegeven stand van het deksel 1, is dit reeds over ongeveer de halve schuifweg daar-5 van naar achter verplaatst, zodat de dakuitsnijding 2 in het voorste gebied daarvan is vrijgegeven. Het deksel heeft in deze stand reeds een kleinere schuine stand, die bij het verder verschuiven, nog verder wordt verkleind, doordat de onderzijde van de deksel 1 het achterste vaste dakvlak 3 nadert. 3h de in fig. 3 weergegeven, maximale schuif-10 openingsstand heeft het deksel de minimale schuine stand daarvan, bereikt, waarin het slechts in onbelangrijke mate uitsteekt boven het achterste vaste dakvlak 3. De verduidelijkte bewegingskarakteristiek is bij de slui-Verschuiving van het deksel cmgekeerd. Een voor het bereiken van de genoemde, gewenste bewegingskarakteristiek passende 15 constructie wordt hierna aan de hand van de overige figuren beschreven. In de figuren 1-3 markeert het verwij zings cijfer k voor het. weergeven van de rijrichting, de voorruit.
Bij de in de fig. h en J weergegeven stand van de delen, bevindt het deksel 1 zich in de sluitstand daarvan binnen de dakuitsnijding 2. 20 De dakuitsnijding 2 wordt begrensd door een rondom lopende afkanting 5 van het in zijn algemeenheid met 6 aangeduide voertuigdak. Vast met het voertuigdak verbonden en op de. afkanting 5 aansluitend, is een bij schuif daken gebruikelijk schuif dakraam 7 aangebracht, waarvan de zijdelingse raamlijsten breder zijn dan de voorste en achterste lijsten 25 daarvan. De profilering van de zijlijsten van het schuif dakraam is te zien in fig. 16.
Het schuifdak is met betrekking tot de lengtehartlijn daarvan symmetrisch opgebouwd, zodat hierna in overeenstemming met de figuren in de tekening slechts een zijde van het dak wordt verduidelijkt, hoe-30 wel alle beschreven elementen in een paar aanwezig zijn.
Het deksel 1 is nabij de voorrand daarvan zwenkbaar gelegerd door scharoierconstructies, van elk waarvan een schamierdeel 8 is bevestigd aan het deksel, waarbij het bijbehorende, daarmee via de scharnierdoorn 9 in verbinding staande schamierdeel 10 is bevestigd 35 aan een voorste leischoen 11, zoals b.v. nader is te zien in fig. 9· 800 3531 -8-
Met de zijdelingse lijsten van het schuifdakraam 7 is een in de schuif-richting aangehrachte, in zijn algemeenheid met 12 aangeduide dwanglijst, vast verbonden. De profilering van deze dwanglijst is weer te zien in fig. 16. Langs het met betrekking tot de dakuitsnijding 2 naar 5 "binnen gerichte leibeen 13 daarvan wordt de voorste leischoen 11 in lengterichting verschuifbaar geleid.
• Aan de voorste lijst van het schuif dakraam 7 is star een monteer-plaat lh bevestigd, waaraan een buisdrager 15 is bevestigd voor het monteren van. de aandrijfmiddelen. De aandri jfmiddelen worden gevormd door 10 trek- en drukstijf geleide schroefkabels 16 en 17, waarmee een aan de montéerplaat lk draaibaar gelegerd aandrijfrandsel 18 in aangrijping is. Het aandrijfrondsel 18 kan via de aandrijfas 19 daarvan op bekende, wijze zijn verbonden met een handkrukinri.chting of een electrcmotor-aandrijving. In het voorste"1 dakgebied zijn de aandrijf schroefkabels 16 ____15 en 17 geleid in buizen 20 en 21, waarvan in het linker dakgebied de buis 21 is aangesloten op een leikanaal 22 in de dwanglijst 12, waarbij de buis 20 aan de rechter zijde van het dak aansluit op een bijpassend kanaal van de daar aanwezige dwanglijst. In het linker dakgebied loopt • de buis 20 rechtlijnig uit voor het opnemen van het vrije einde van de 20 aandrijfschroefkabel. Dienovereenkomstig loopt aan de rechterzijde van het dak, de buis 21 rechtlijnig uit voor het opnemen van het vrije einde van de aandrijfschroefkabel 17. Draaiingen van het aandri jfrondsel 18 in de ene of andere draairichting bewerkstelligen een verschuiven van de aandrijfschroefkabels l6 en 17 in de buizen 20 en 21 en in de daarop 25 aangesloten kanalen van de dwanglijsten. De aandrijf schroefkabels staan op een hierna verduidelijkte wijze in verbinding met de nabij de achterrand van de dakuitsnijding 2 vast aangebrachte uit zet elementen.
Voor een nadere verduidelijking van de aangrijping van de aandrijfschroefkabel, t.w. voor de linkerzijde van de dakconstructie, de aan-30 drijfschroefkabel 17, met het bijbehorende uitzetelement wordt op de eerste plaats verwezen naar de fig. 8 en 9·
Zoals is te zien in fig. 9, sluit op het achterste einde van de dwanglijst 12 op het leikanaal 22 een leibuis 23 aan voor de aandrijfschroefkabel 17· De leibuis 23 is geleid door een in tweeën gedeeld 35 huis 2k, waarin de aandrijfschroefkabel 17 via een uitsnijding 25 van de . 800 3 5 31 < , -9- leibuis 23 naar "buiten in aangrijping is met een aandrijfrondsel 26, dat draaibaar is gelegerd in het huis 2b en coaxiaal en draaivast is verbonden, met een eveneens in het huis 2b aangehracht recht tandwiel 27. Het huis 2b is door "bevestiging aan het schuif dakraam (fig. 8) 5 met "betrekking tot het voertuigdak vast aangehracht.
Het rechte tandwiel 27 is in aangrijping met een kleiner recht tandwiel 28, dat draaivast en coaxiaal is verhouden met een. in zijn algemeenheid met het verwijzingscijfer 29 aangeduide schroeftelescoop.
De schroeftelescoop vormt het uitzetelement voor het dekséLl, en he-10 staat voor dit doel uit een binnenstang 30, een tussenhuls 31 en een buitenhuis 32, waaraan het rechte tandwiel 28 is bevestigd. De genoemde delen van de schroeftelescoop zijn door onderling aangrijpende schroefdraad met elkaar verbonden, zoals aangegeven in fig. lU.
Hierbij draagt de stang 30 .een uitwendige schroefdraad, de tussenhuls 15 31 een inwendige en een uitwendige schroefdraad, en de buitenhuis 32 een inwendige schroefdraad. Omdat de stang 30 draaivast is bevestigd aan een in zijn algemeenheid met het verwij zingscijfer 33 aangeduid schuifscharnier (fig. lb), brengen via de rechte tandwielen 27 en 28 ingevoerde draaiingen van de buitenhuis 32 in afhankelijkheid van de 20 draairichting een in elkaar of uit elkaar bewegen tot stand van de uit de delen 30, 31 en 32 bestaande schroeftelescoop.
Het schuifschamier 33 bestaat, zoals fig. lh in samenhang met fig. 7 verduidelijkt, uit twee zijdelingse leistukken 3^ en 35, die star tegen elkaar steunen door verbindingslijven 36. In de leistukken 25 3^ en 35 grijpen coaxiaal tegenover elkaar liggende zwenklegerbouten 37 aan, die zijn bevestigd aan een U-vormige boutendrager 38. Aan deze boutendrager 38 is star de stang 30 bevestigd van de schroeftelescoop 29.
De door de zwenklegerbouten 37 gevormde zwenk as maakt een aan-30 passing mogelijk van het schuifschamier aan de verschillende schuine standen van het deksel bij een gelijkblijvend in hoofdzaak verticaal gericht zijn van de schroeftelescoop.
De leistukken 3^ en 35 van het schuifschamier 33 dienen voor de verschuifbare geleiding van de schroeftelescoop 29 aan het deksel 1.
35 Voor dit doel zijn, zoals weer het duidelijkst is te zien in fig. 7 in 800 35 31 -10- samenhang met fig. ll+, aan een dekselversterking 39 twee dwanglijsten 1*0 en 1*1 tegenover elkaar liggend "bevestigd, waarlangs de leistukken 3l* en 35 in lengterichting verschuifbaar zijn geleid. In fig. 1* zijn de dwanglijsten 1+0 en 1*1 voor het verduidelijken van de tekening niet 5 weergegeven. Om dezelfde redenen zijn in fig. 7 de dwanglijst 12 en de daarmee verhouden delen niet weergegeven. Zoals is te zien in de fig.
11 en 13, is hij de aandrijfschroefkahel 17, de, de heugelvormige aan-grijping met het aandrijfrondsel 18 of. het aandrijf rondsel 2 6 vormende schroefwikkeling 1*2 onderbroken, d.w.z. dat deze niet over de gehele 10 lengte van de aandrijfschroefkahel 17 aanwezig is. Bij de in de fig.
10 en 11 weergegeven maximale uitzetstand van het overigens nog in een niet verschoven stand zich. bevindende deksel 1, is de schroefwikkeling 1*2 buiten aangrijping gekomen met het aandrijfrondsel 26, zodat een verdere lengteverschuiving van de aandrijfschroefkahel 17 naar rechts, 15 geen verdere draaiing tot stand kan brengen van de in deze stand volledig naar buiten bewogen schr oef-teles coop. Uitgaande van de in de fig. 10 en 11 weergegeven dekselstand, vindt dan de verschuiving van het deksel 1 als. volgt plaats·;
Zoals is te zien in fig. h in samenhang met fig. 6, is een mee-20 nemer 1+3 bevestigd aan de aandrijfschroefkahel 17, welke meenemer aangrijpt» door een sleuf 1*1* van de buis 21. Tijdens de uitzetbediening van de schroeftelescoop 29 beweegt de meenemer 1+3 vrij in de sleuf 1*1* naar de dwanglijst 12 toe. Bij de in de fig. 10 en 11 weergegeven dekselstand, d.w.z. in de grootst mogelijke schuine dekselstand, stoot de 25 meenemer 1*3 aan tegen een in zijn algemeenheid met het verwij zings cijfer 1*5, aan de. leischoen 11 bevestigd koppelingsdeel. Bij het voortzetten van de aandrijving,, d.w.z. bij een verdere beweging van de schroefkabel 17 naar rechts, beweegt de meenemer 1*3 in een opneemruimte 1*6 van het koppelingsdeel 1*5 naar binnen, waarbij een de opneemruimte 1+6 naar 30 beneden begrenzende veertong 1*7 veerkrachtig naar beneden in een uitsparing 1*8 van de dwanglijst 12 naar binnen wordt gezwenkt. Zodra bij een voortgezette aandrijving, de meenemer 1*3 oploopt tegen de binnenwand van het koppelingsdeel 1*5, leidt een voortgezette aandrijfbediening tot het verschuiven van het uitgezette deksel 1. De schuifbeveging wordt 35 nabij de achterrand van de dakuitsnijding begrensd door een aanslag 1*9 800 3 5 31 I « -11- (fig. 13), die is "bevestigd aan het sehuifdakraam. 7 en in de bewegings-"baan ligt van de leischoen 11. Bij de sluitverschuiving wordt de aandrijf schroeffcabel 17 naar links verschoven. Hierbij kcmt de meenemer U3 aan te liggen tegen een uitsteeksel 50 van de veertong 14-7»’ die als ge-5 volg van het aanliggen daarvan tegen de dwanglijst 12 gedurende de gehele schuifweg niet naar "beneden kan uitwijken, zodat de koppeling tussen de meenemer kZ en het koppelingsdeel 1+5 gedurende de sluitverschuiving, behouden "blijft. Pas hij het bereiken van. de in fig. 10 en 11 -weergegeven dekselstand, kan de veertong bij een voortgezette 10 aandrijving, d.w.z. bij een verdere beweging van de meenemer kZ naar links, in de uitsparing k8 uitwijken. Hierbij loopt de meenemer h-3 van het uitsteeksel 50 af, en zwenkt de veertong 1*7 naar beneden.
De veertong hj komt aan de voorkant aan te liggen tegen de voorste rand van de uitsparing k8 (fig. 10) en markeert zodoende de beëindiging 15 van de sluitverschuiving van het deksel 1.
De onafgebroken verandering van de hoogtestand van het deksel 1 gedurende de schuifbewegingen van het deksel, vindt op de volgende wijze met behulp van de schroeftelescoop 29 plaats. In de dwanglijst 12 bevindt zich tegenover het leikanaal 22 een tweede léikanaal 51, 20 waarin een stelschroefkabel 52 in lengterichting verschuifbaar en trek- en drukstijf wordt geleid. De evenwijdig aan de aandrijfschroef-kabel 17 lopende stelschroefkabel 52 is aan het voorste einde daarvan via een daaraan bevestigde meenemer 53 bevestigd aan de leischoen 11, zodat de stelschroefkabel bij dekselverschuivingen samen met het deksel 25 wordt bewogen en daarbij wordt verschoven in het leikanaal 51· De stelschroefkabel 52 grijpt eveneens verschuifbaar aan in een leibuis 5^, die evenals de leibuis 23 zich uitstrekt door het huis 2b en met het voorste einde daarvan aansluit op het leikanaal 51 van de dwanglijst 12.
In het huis bezit ook de leibuis 5^ op de plaats vaihet aandrijfrondsel 30 26 een uitsnijding 55, waardoorheen de stelschroëfkabel 52 in aangrij-ping kan kernen met het aandrijfrondsel 26. Zoals is te zien in fig. 9, bezit het vrije einde van de stelschroefkabel 52 eveneens geen schroef-wikkeling, zodat in de in de fig. 8-11 weergegeven stand van de delen, geen krachtoverbrengende werkaangrijping bestaat tussen de stelschroef-35 kabel 52 en het aandrijfrondsel 26. Bij het begin van de openings- 800 3 5 31 -12- verschuiving van' het deksel kont echter de schroefwikkeling van de stelschroefkahel 52 in aangrijping met het aandrijfrandsel 26, dat op dat moment niet langer aangrijpt in de schroefwikkeling van de aandrijf schroefkahel 17. De stelschroefkahel 52 kan derhalve via de 5 aangrijping daarvan met het aandrijf rondsel 26, het rechte tandwiel-drijfwerk 27» 28 aandrijven en zodoende de schroeftelescoop 29·
De op deze wijze tot stand gebrachte verstelling van de schroeftelescoop 29 vindt zodanig plaats, dat hij de openingsverschuiving van het uitgezette deksel,, de schroeftelescoop wordt, ingekort» waardoor de 10 schuine stand van het deksel hij toenemende opening van het dak, kleiner wordt. Bij de sluitverschuiving van het deksel daarentegen wordt de schroeftelescoop 29 in de zin van een verlenging aangedreven, zodat de schuine dekselstand hij toenemende sluiting van de dakuit snij ding, weer toeneemt.
15 In plaats van de stelschroefkahel 52, die in beginsel een rechtlijnige beweging uitvoert, kan ook een starre heugel worden toegepast, voor de geleiding waarvan een tweede leikanaal in de dwang-lijst niet nodig is. In dit geval moet overigens de heugel niet, zoals h.v. in fig. 11 is weergegeven, met een gebogen loop door het 20 huis 2k worden geleid, maar in plaats daarvan rechtlijnig. De in de tekening weergegeven symmetrische gedaante van het huis 2b maakt een rechtse en een linkse toepassing mogelijk.
800 3 5 31
Claims (6)
1. Schuif dak voor motorvoertuigen, voorzien van een in een dakuit- snijding langs zijdelingse geleidingen verschuifbaar geleid deksel, dat met behulp, van daarop aangrijpende aandrijfmiddelen kan worden uitgezet, verder na het uitzetten onder gelijktijdige verandering van de 5 schuine stand daarvan met betrekking tot de dakuitsnijding kan worden verschoven, en zich.bij het verschuiven daarvan met het achterste gebied daarvan boven het achterste vaste dakvlak bevindt, met het kenmerk, dat het deksel (l) nabij de voorrand daarvan zwenkbaar (8,9,IQ) is gelegerd, dat nabij de achterrand van de dakuitsnijding (2) uitzetelemen-10 ten (29) vast zijn aangebracht, dat het deksel (l) verschuifbaar wordt geleid langs de uitzetelementen (29), en dat de uitzetelementen (29) aan weerszijden van de dakuitsnijding (2) krachtoverbrengend zijn verbonden met de aandrijfmiddelen (ΐβ, 17; 52) en bij verschuiving van het deksel onafgebroken in hoogtestand veranderen, zodat de schuine stand 15 van het deksel gedurende de openingsverschuiving. daarvan afneemt, en gedurende de sluitverschuiving daarvan toeneemt.
2. Schuifdak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitzetelementen bestaan uit schroeftelescopen (29), die aan weerszijden van de dakuitsnijding (2) met de binneneinden daarvan zijn bevestigd aan 20 delen (12), die vastzitten aan het dak, en met de buiteneinden daarvan zijn bevestigd aan schuif scharnieren (33), die verschuifbaar worden geleid langs aan het deksel (l) zich bevindende dwanglijsten (Uo, Ul).
3. Schuif dak volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat als aandrijfmiddelen twee trek- en drukstijf geleide, met een aandrijf- 25 rondsel (l8) in aangrijping zijde, buigzame en elk naar een dakzijde geleide aandrijfschroefkabels (l6, 17) zijn voorzien, die elk met de werkwikkeling (U2) daarvan voor het bereiken van de grootst mogelijke schuine dekselstand voorafgaande aarhet begin van de schuifbeweging in aangrijping zijn met een vast aan een deel (2U), dat vastzit aan 30 het dak, nabij de achterrand van de dakuitsnijding (2) gelegerd aandrijf rondsel (26), dat met de bijbehorende schroeftelescoop (29) in drijfwerkverbinding (27, 28) staat. U. Schuifdak volgens de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat voor de schuifbeweging van het deksel (l) aan elk der twee aandrijfschroef-35 kabels (l6, 17) een meenemer (U3) is bevestigd, die bij het bereiken van 800 35 31 -ïk- de grootst mogelijke schuine, dekselstand in de dekselsluitstand in aangrijping kcmt met een met het deksel verbonden koppelingsdeel (^5), en dat twee trek- en drukstijf geleide, buigzame stelschroefkabels (52) zijn voorzien, waarvan er een aan elke dakzijde evenwijdig is aange- 5 bracht aan.de daar zich bevindende, aandrijfschroefkabel, verder met het voorste einde daarvan vast aangrijpt op een met het deksel aan. de voorkant. verbonden deel (ll), en met de werkwikkeling daarvan bij het bereiken van de grootst mogelijke schuine dekselstand in de dekselsluitstand in aangrijping kcmt met het naburige, aandrijfrondsel (26). 10 5· Schuif dak volgens conclusie. U, met het kenmerk, dat de aangrijping tussen de meenemer (b3) en het koppelingsdeel (^5) ook aanwezig is bij de sluitverschuiving van het deksel (l) en pas bij het bereiken van de eindstand van de dekselssluitverschuiving en de grootst mogelijke schuine dekselstand, is opgeheven.
6. Schuif dak volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het aan drijfrondsel (26) coaxiaal en draaivast is verbonden met een recht tandwiel (27), dat in. aangrijping is met een kleiner recht tandwiel (28), dat coaxiaal en draaivast is verbonden met de bijbehorende schroef-telescoop (29).
7. Schuif dak volgens de conclusies U en 5, met het kenmerk, dat voor de aangrijping tussen de meenemer (^3) en het koppelingsdeel (U5) , een de meenemer alleen in de dekselsluitstand vrijgevende veertong (1*7) is aangebracht aan het koppelingsdeel.
8. Schuif dak volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de veer- 25 tong C h-T) in de dekselsluitstand tegenover een overeenkomstige uitsparing (U8) ligt in de zijdelingse .dekseldwanglijst (12). S 800 35 31
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2942006A DE2942006C2 (de) | 1979-10-17 | 1979-10-17 | Schiebedach für Kraftfahrzeuge |
DE2942006 | 1979-10-17 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8003531A true NL8003531A (nl) | 1981-04-22 |
NL183446B NL183446B (nl) | 1988-06-01 |
NL183446C NL183446C (nl) | 1988-11-01 |
Family
ID=6083697
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8003531,A NL183446C (nl) | 1979-10-17 | 1980-06-18 | Schuifdak voor motorvoertuigen. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS5940647B2 (nl) |
AU (1) | AU5949080A (nl) |
BR (1) | BR8005383A (nl) |
CA (1) | CA1167486A (nl) |
DE (1) | DE2942006C2 (nl) |
ES (1) | ES8105949A1 (nl) |
FR (1) | FR2467723B1 (nl) |
GB (1) | GB2068304B (nl) |
IT (1) | IT1209266B (nl) |
NL (1) | NL183446C (nl) |
SE (1) | SE445101B (nl) |
ZA (1) | ZA804752B (nl) |
Families Citing this family (35)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2950453C2 (de) * | 1979-12-14 | 1989-09-21 | Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg | Schiebedach mit einem schwenkbaren Deckel |
NL179196C (nl) * | 1980-06-24 | 1986-08-01 | Vermeulen Hollandia Octrooien | Schuifdak voor een voertuig. |
JPS57121924A (en) * | 1981-01-22 | 1982-07-29 | Nissan Motor Co Ltd | Sliding roof structure for car |
DE3138114A1 (de) * | 1981-09-24 | 1983-04-07 | Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg | Oberfirst-schiebedach fuer kraftfahrzeuge |
JPS58118419A (ja) * | 1982-01-08 | 1983-07-14 | Daikiyoo Bebasuto Kk | スポイラ−型サンル−フ |
JPS58157823U (ja) * | 1982-04-16 | 1983-10-21 | ダイキヨ−・ペパスト株式会社 | 乗物の屋根窓 |
DE3311441C2 (de) * | 1982-04-16 | 1991-04-04 | Webasto Werk Baier Kg W | Oberfirst-Schiebedach |
JPS596128A (ja) * | 1982-07-02 | 1984-01-13 | Honda Motor Co Ltd | 外部スライド式スライデイングル−フ装置におけるチルトアツプ装置 |
JPS596131A (ja) * | 1982-07-02 | 1984-01-13 | Honda Motor Co Ltd | スライデイングル−フ装置のケ−ブル駆動装置 |
FR2563783B1 (fr) * | 1982-07-02 | 1987-12-18 | Honda Motor Co Ltd | Dispositif pour lever un panneau de toit ouvrant de vehicule |
FR2563782B1 (fr) * | 1982-07-02 | 1987-12-18 | Honda Motor Co Ltd | Dispositif pour lever un panneau de toit ouvrant de vehicule |
FR2563780B1 (fr) * | 1982-07-02 | 1987-12-18 | Honda Motor Co Ltd | Dispositif pour lever un panneau de toit ouvrant de vehicule |
JPS596126A (ja) * | 1982-07-02 | 1984-01-13 | Honda Motor Co Ltd | 車両用摺動式屋根構造 |
FR2563781B1 (fr) * | 1982-07-02 | 1987-12-18 | Honda Motor Co Ltd | Dispositif pour lever un panneau de toit ouvrant de vehicule |
DE3376405D1 (en) * | 1982-12-23 | 1988-06-01 | Britax Weathershields | Vehicle sliding roof |
JPS604419A (ja) * | 1983-06-22 | 1985-01-10 | Honda Motor Co Ltd | スライデイングル−フ移動装置 |
JPS603115U (ja) * | 1983-06-22 | 1985-01-11 | 本田技研工業株式会社 | 自動車のスライデイングル−フ装置 |
DE3404541C2 (de) * | 1984-02-09 | 1990-09-13 | Farmont Produktion GmbH & Co KG, 4000 Düsseldorf | Fahrzeugschiebedach |
DE3444522A1 (de) * | 1984-10-02 | 1986-04-10 | Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting | Schiebehebedach |
JPS60143118A (ja) * | 1984-10-11 | 1985-07-29 | Honda Motor Co Ltd | 車両用摺動式屋根構造 |
JPS60143124A (ja) * | 1984-10-11 | 1985-07-29 | Honda Motor Co Ltd | 車両用摺動式屋根構造 |
JPS60143121A (ja) * | 1984-10-11 | 1985-07-29 | Honda Motor Co Ltd | 車両用摺動式屋根構造 |
JPS60222320A (ja) * | 1984-10-12 | 1985-11-06 | Honda Motor Co Ltd | 車両用摺動式屋根構造 |
DE3545869A1 (de) * | 1985-03-27 | 1986-10-09 | Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting | Fahrzeugdach |
DE3529118C1 (nl) * | 1985-08-14 | 1990-01-25 | Adam Opel Ag, 6090 Ruesselsheim, De | |
DE3532104A1 (de) * | 1985-09-09 | 1987-04-23 | Webasto Werk Baier Kg W | Vormontierte einbaueinheit fuer schiebehebedaecher von fahrzeugen |
DE3532111A1 (de) * | 1985-09-09 | 1987-03-19 | Webasto Werk Baier Kg W | Fahrzeugdach |
US5238290A (en) * | 1985-12-19 | 1993-08-24 | Rolf Farmont | Sliding roof for motor vehicle |
US4695090A (en) * | 1986-05-23 | 1987-09-22 | Cars & Concepts, Inc. | Externally retractable sunroof assembly |
GB8627212D0 (en) * | 1986-11-14 | 1986-12-17 | Britax Ltd | Sliding roof for motor vehicle |
DE4238946C1 (de) * | 1992-11-19 | 1993-11-25 | Webasto Karosseriesysteme | Fahrzeugdach |
DE19531514C2 (de) * | 1995-08-26 | 2003-11-20 | Arvinmeritor Gmbh | Antriebsvorrichtung für Schiebedächer für Kraftfahrzeuge |
DE19713348C1 (de) * | 1997-03-29 | 1998-07-09 | Webasto Karosseriesysteme | Fahrzeugdach mit wenigstens einem an seiner Hinterkante anhebbaren und oberhalb des festen Fahrzeugdachs verschiebbaren Deckel |
DE19828464C1 (de) * | 1998-06-26 | 1999-12-16 | Webasto Karosseriesysteme | Vorrichtung zur Betätigung eines Hebe-Schiebedaches |
JP6009487B2 (ja) | 2014-03-24 | 2016-10-19 | 八千代工業株式会社 | サンルーフ装置 |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB340064A (en) * | 1929-10-12 | 1930-12-24 | Herbert Austin | Improvements in vehicle bodies having sliding tops |
DE958620C (de) * | 1955-01-11 | 1957-02-21 | Wilhelm Herrmann | Schiebedacheinrichtung fuer Fahrzeuge zur Personen- oder Lastenbefoerderung, insbesondere fuer Fahrerhaeuser von Lastkraftwagen od. dgl. |
DE1919414U (de) * | 1965-04-09 | 1965-07-08 | Martin Rost | Augenschutzhuelle gegen brandrauch. |
DE1779679A1 (de) * | 1968-09-11 | 1972-01-13 | Karl Zaengl Fa | Vulkanisierpresse fuer Fahrzeugreifen,insbesondere fuer Stahlgewebereifen |
-
1979
- 1979-10-17 DE DE2942006A patent/DE2942006C2/de not_active Expired
-
1980
- 1980-06-05 SE SE8004183A patent/SE445101B/sv not_active IP Right Cessation
- 1980-06-18 NL NLAANVRAGE8003531,A patent/NL183446C/nl not_active IP Right Cessation
- 1980-06-20 AU AU59490/80A patent/AU5949080A/en not_active Abandoned
- 1980-06-23 FR FR8013895A patent/FR2467723B1/fr not_active Expired
- 1980-07-09 GB GB8022455A patent/GB2068304B/en not_active Expired
- 1980-07-10 JP JP55093365A patent/JPS5940647B2/ja not_active Expired
- 1980-07-31 CA CA000357457A patent/CA1167486A/en not_active Expired
- 1980-08-05 ZA ZA00804752A patent/ZA804752B/xx unknown
- 1980-08-26 BR BR8005383A patent/BR8005383A/pt not_active IP Right Cessation
- 1980-10-08 IT IT8025186A patent/IT1209266B/it active
- 1980-10-16 ES ES495986A patent/ES8105949A1/es not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2467723A1 (fr) | 1981-04-30 |
SE445101B (sv) | 1986-06-02 |
ES495986A0 (es) | 1981-07-01 |
ZA804752B (en) | 1981-07-29 |
GB2068304B (en) | 1983-06-22 |
IT1209266B (it) | 1989-07-16 |
DE2942006A1 (de) | 1981-05-21 |
JPS5657516A (en) | 1981-05-20 |
BR8005383A (pt) | 1981-05-19 |
SE8004183L (sv) | 1981-04-18 |
CA1167486A (en) | 1984-05-15 |
AU5949080A (en) | 1981-04-30 |
GB2068304A (en) | 1981-08-12 |
ES8105949A1 (es) | 1981-07-01 |
FR2467723B1 (fr) | 1985-11-22 |
NL183446B (nl) | 1988-06-01 |
IT8025186A0 (it) | 1980-10-08 |
DE2942006C2 (de) | 1987-11-12 |
NL183446C (nl) | 1988-11-01 |
JPS5940647B2 (ja) | 1984-10-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8003531A (nl) | Schuifdak voor motorvoertuigen. | |
US4699421A (en) | Sliding and lifting roof | |
US5785375A (en) | Retractable hard-top for an automotive vehicle | |
US4679846A (en) | Sliding and lifting roof with tiltable sliding liner panel controlled by a guidance arrangement | |
DE19613917C2 (de) | Abdeckanordnung für einen im Heckbereich eines Fahrzeugs angeordneten Verdeckkasten | |
US5026110A (en) | Convertible top for motor vehicles | |
US5161852A (en) | Convertible top with improved geometry | |
DE4038074C1 (en) | Roof for cabriolet vehicle - has roof pivoting on two support link rods hinged on lateral supports | |
EP0275184A2 (en) | Convertible vehicle body structure | |
DE102006037787B4 (de) | Öffnungsfähiges Fahrzeugdach mit modularer Verstell- und Führungsanordnung | |
US6808222B2 (en) | Convertible vehicle | |
EP3176017B1 (en) | An open roof construction for a vehicle | |
EP1009644B2 (en) | Method of opening and closing an open roof construction of a vehicle having an opening in the fixed roof; as well as such open roof construction | |
NL8403710A (nl) | Schuifdak voor een voertuig. | |
JPH023728B2 (nl) | ||
NL9100972A (nl) | Hef-schuifdak voor een voertuig. | |
EP3173271B1 (en) | An open roof construction for a vehicle | |
NL194328C (nl) | Vouwdaksamenstel voor motorvoertuigen. | |
CN114845893A (zh) | 包括具有两个运动单元的车顶打开系统的车顶 | |
NL193449C (nl) | Luchtgeleidingsinrichting voor een voertuigdak. | |
NL8500619A (nl) | Luchtgeleidingsmechanisme voor een open dakconstructie, alsmede open dakconstructie uitgevoerd met dit luchtgeleidingsmechanisme. | |
US5673965A (en) | Tilt-sliding roof, and vehicle comprising such a tilt-sliding roof | |
US6631945B2 (en) | Openable motor vehicle roof | |
NL8802552A (nl) | Open-dakconstructie voor een voertuig. | |
US6012768A (en) | Open roof construction for a vehicle |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
AK | Correction of former applications already laid open |
Free format text: SHOULD BE DELETED IN PAT.BUL.15 OF 830801,PAGE 1451 |
|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20000101 |