NL9400073A - Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichting bij het samenvoegen van damwandplaten, inrichting voor het aanbrengen van het afdichtmateriaal en de daarmee verkregen afdichtverbinding. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichting bij het samenvoegen van damwandplaten, inrichting voor het aanbrengen van het afdichtmateriaal en de daarmee verkregen afdichtverbinding. Download PDF

Info

Publication number
NL9400073A
NL9400073A NL9400073A NL9400073A NL9400073A NL 9400073 A NL9400073 A NL 9400073A NL 9400073 A NL9400073 A NL 9400073A NL 9400073 A NL9400073 A NL 9400073A NL 9400073 A NL9400073 A NL 9400073A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
claw
chamber
sheet pile
sealing material
skate
Prior art date
Application number
NL9400073A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194509B (nl
NL194509C (nl
Original Assignee
Profilarbed Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Profilarbed Sa filed Critical Profilarbed Sa
Publication of NL9400073A publication Critical patent/NL9400073A/nl
Publication of NL194509B publication Critical patent/NL194509B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194509C publication Critical patent/NL194509C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/02Sheet piles or sheet pile bulkheads
    • E02D5/14Sealing joints between adjacent sheet piles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Revetment (AREA)
  • Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
  • Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)
  • Sealing Material Composition (AREA)
  • Package Closures (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)

Description

Titel: Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichting bij het samenvoegen van damwandplaten, inrichting voor het aaribrengen van het afdichtmateriaal en de daarmee verkregen afdichtverbinding.
De uitvinding is beperkt tot het samenvoegen van metalen damwandplaten, welke voor een erg groot aantal van hun toepassingen, een zeer goede afdichting dienen te bieden, hetzij tegen water, hetzij tegen andere vloeistoffen, hetzij tegen produkten opgelost of in suspensie in deze vloeistoffen, hetzij ook tegen de vrijkomende gassen in de afwateringen. De uitvinding heeft meer exact betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een ondoorlaatbare samenvoeging van damwandplaten tegen vloeistoffen en tegen gas, eveneens op een speciale inrichting voor het aanbrengen van het afdichtmateriaal in de klauwen van de damwandplaten, op dezelfde wijze betrekking op het op gunstige wijze verwezenlijken van de verbindingen volgens de leer van de uitvinding.
Men weet dat de randen van de damwandplaten, waarvan het algemene profiel recht kan zijn of ook een u- of Z-vormige doorsnede kan hebben, op zodanige wijze zijn vervaardigd dat één damwandplaat kan zijn verbonden met een andere aangrenzende damwandplaat. De bewerkte randen, welke men klauwen noemt, zijn ineengeschoven of aaneengeregen, de ene in de andere, welke de specifieke configuraties en de bepaalde namen voor de bekende klauwen ook zijn, hun gemeenschappelijke samenkoppeling toont, welke men ziet na het samenvoegen van de verschillende damwandplaten, een zekere inwendige speling van de klauwen.
Deze speling biedt aan de ene kant, de mogelijke aaneenrijging zonder blokkering en deze mondt aan de andere kant uit in een samenvoeging welke ook een zekere mate van buigzaamheid en relatieve beweging biedt.
Als het dan nog tamelijk gemakkelijk is een afdichting te vervaardigen bij het samenvoegen per twee of per drie eenheden bij de fabricage of de behandeling met het doel dat een gedeelte van het scherm van de damwandplaten na het heien boven de grond uitsteekt, is het derhalve zo dat de gedeelten van de klauwen die in de grond worden gedreven door achtereenvolgens de ene in de andere te schuiven en welke eenmaal op de plaats zijn, geheel niet meer bereikbaar zijn. Of, voor alle soorten van verdedigingswerken, opgericht aan de rand van het water en, nog meer, voor de opsluiting van afwateringen en van storten, vereist men juist een afdichting welke steeds zwaarder en duurzamer is.
Een van de bekende werkwijzen met het doel een afdichting te vervaardigen, evengoed voor zowel het uitstekende gedeelte als het ingegraven gedeelte van de samengevoegde damwandplaten, is beschreven in het Duitse octrooi DE-C 2.722.978. Overeenkomstig deze werkwijze brengt men eerst een druk aan in het binnenste van de klauw, op deze wijze wordt een produkt bestaande uit vloeibare kunststof onder invloed van de druk hieraan vastgeplakt. De band is bijgevolg slecht aangebracht in de klauw en vervolgens uitgesmeerd en bewerkt met een soort van schraper om deze het gewenste profiel te geven op het vooraf bepaalde gedeelte van de wand van de klauw, voordat het produkt door polymerisatie geheel verhardt, blijft het later elastisch. De dusdanig behandelde klauw wordt aaneengeregen in een nog niet behandelde klauw en in de bodem geplaatst. De toepassing van deze werkwijze, in relatie tot de aanbevolen afdichtprodukten, veronderstelt dat het binnenste van de klauw volmaakt schoon is, dat deze is ontdaan van koolaanslag door middel van zandstralen en dat deze vervolgens is geverfd met een klevende grondverf zodat het produkt vastkleeft daar waar de verbinding wordt vervaardigd. Deze handelingen worden achtereenvolgens voor het merendeel handmatig uitgevoerd. Zelfs indien, volgens de tekst van het octrooi, zonder dat elke tweede klauw welke is behandeld, dient desalniettemin elke damwandplaat (een simpele eenheid, dubbel of driedubbel) bestemd voor een samenvoeging, individueel te worden behandeld. Men dient zeker mee te tellen dat deze behandeling per achtereenvolgende ingreep langzaam, eentonig en kostbaar is.
Het profiel van de verkregen elastische afdichtverbinding vertoont bovendien meerdere nadelen; allereerst kan deze niet erg regelmatig zijn, als de aangebrachte band te veel of te weinig van het produkt bevat, vervolgens kan deze niet vlak zijn ten gevolge van het egaliseren en ten slotte kan deze vooral niet worden aangebracht in de achterste uithoek met een scherpe hoek van de Larssen klauw, daar deze met handgereedschap te slecht toegankelijk is. Maar het allergrootste gebrek van dit type van afdichtverbindingen waarbij elastomere produkten op deze wijze worden toegepast is gebaseerd op het feit dat de zo behandelde damwandplaten niet met de gewenste zekerheid voor de verbinding kunnen worden ingedreven, als men een vibro-indrijver toepast, welke een apparaat is dat minder overlast veroorzaakt en door dit feit vaak de voorkeur heeft boven een slaghamer. Immers, de verbinding scheurt, waardoor onmiddellijk schade wordt veroorzaakt vanwege de temperatuur of de wrijving. Het gedeelte van de losse verbinding wikkelt zich op en hoopt zich op aan de kop van de voorzijde van de reeds geplaatste klauw. Het overschot aan materiaal verstopt de spleet tussen de twee klauwen en dit veroorzaakt vaak over een erg aanzienlijke afstand een afschraping of een verbrokkeling van de verbinding. Het is duidelijk dat de consequentie van een dergelijke verbinding is, dat indien de verbinding nog steeds in de klauw is, deze absoluut niet de vereiste dichtheid heeft.
Het doel van de uitvinding is derhalve een systeem voor te stellen voor het vervaardigen van een afdichting bij het samenvoegen van damwandplaten, dit systeem is, aan de ene kant, tegelijkertijd eenvoudig, logisch en betrouwbaar bij de toepassing en leidt, aan de andere kant tot een verbinding die geen neiging tot beschadiging heeft, maar geeft integendeel een optimale dichtheid over de gehele behandelde lengte en uitgestrektheid van de klauw.
Met het oog hierop heeft de uitvinding het doel een werkwijze voor het afdichten van de verbinding tussen twee klauwen van damwandplaten te verschaffen, de werkwijze wordt gekenmerkt door het feit dat voorafgaand aan het aaneenrijgen, men ten minste één van de twee klauwen van een paar, over een door de lengte bepaalde afstand geheel opvult met een afdichtmateriaal, bestaande uit een vloeibare kunststof, welke is opgesloten in een toevoerkamer welke zich uitstrekt vanaf het binnenste tot precies de bovenkant van de klauw, en steeds zorgt dat de toevoerkamer bij het vooruitbewegen de klauw van het begin tot het einde bewerkt; het materiaal vult daarbij het gehele volume van een doorsnede van de klauw wegstromend langs de vlakken van een geprofileerde doom, welke zich axiaal verplaatst, terwijl tegelijkertijd de as van de toevoerkamer concentrisch in lijn met de kamer van de klauw blijft.
De uitvinding heeft tevens het doel een inrichting voor de toepassing van de werkwijze te verschaffen. Deze inrichting wordt gekarakteriseerd door het feit dat deze is uitgerust met een centrale kamer voorzien van een dorsale ingang en in verbinding met een reservoir van afdichtmateriaal, een voorste longitudinale schaats waarvan de doorsnede identiek is, maar een beetje kleiner dan de kamer van de klauw in dwarsrichting waarin deze vrij kan bewegen, en waarvan het achterste vlak de achterste wand vormt van de toevoerkamer, eveneens een einddoom die volgt op de toevoerkamer waar deze de achterste wand vormt en de doom bestaat uit één stuk met een vorm die concentrisch is met de kamer van de klauw en die een gekozen doorsnede heeft waarvan de configuratie de functie heeft die men wenst te vervaardigen voor het afdichtmateriaal dat wegstroomt langs de doom en achterblijft op de wanden van de klauw voor het vormen van een laag nadat van te voren de gehele doorsnede van de toevoerkamer is gevuld. Men dient ook mee te tellen dat de doorsnede van de toevoerkamer wordt beperkt door de inrichting die de gehele doorsnede bedekt van de kamer van de klauw van de damwandplaat, dat de laag, eenmaal opgedroogd, de vorm heeft van een film welke continu is en in de twee richtingen longitudinaal en transversaal en welke dezelfde vorm heeft als de laag die is blijven vastzitten op de wanden van de klauw, zonder dat een andere aanvullende tussenstap nodig is.
Men begrijpt dat de constructieve elementen van de inrichting, te weten de achterste geleidingsschaats, de toevoerkamer voor het afdichtmateriaal en de doom welke een doorgang vrijlaat voor het wegstromen van het genoemde materiaal, is bij voorkeur bewerkt of geproduceerd uit één enkel stuk, dat van metaal is, van kunststof materiaal of van een combinatie van deze twee. Het oppervlak kan overigens speciaal zijn behandeld teneinde het vasthaken of vastlopen te vermijden tijdens het verplaatsen van de functionele delen van de inrichting door de klauw teneinde het bevochtigen door het afdichtmateriaal te minimaliseren. Deze nieuwe zienswijze welke het aanbrengen van een af dicht laag in een enkele en eenmalige cyclus toestaat, met behulp van een multifunctionele inrichting met zelf-centrering tegen de inwendige wand van een klauw van de damwandplaat, is uitstekend geschikt voor een automatisering. Verschillende wegen en diverse bekende middelen, welke niet behoeven te worden beschreven, zijn beschikbaar voor het uitvoeren van de automatische translatiebeweging van de inrichting door de klauw van de damwandplaat.
Ten slotte vormt de verbinding, welke men overeenkomstig de hierboven beschreven werkwijze met de inrichting volgens de uitvinding vervaardigd, een ander doel van de uitvinding. Een dergelijke verbinding wordt gekenmerkt door het feit dat deze tenminste het grootste gedeelte van het interne oppervlak van de kamer van tenminste één klauw van een paar bedekt en een continue laag vormt, dat wil zeggen voor een groot aantal van de bekende damwandplaten, drie inwendige vlakken in verschillende richtingen, dit dan over de gehele gewenste lengte.
Overeenkomstig de bijzondere uitvoeringsvormen heeft de film welke het gevolg is van de verharding van de laag gedeelten met een aangepaste dikte, dat wil zeggen variabel overeenkomstig de plaats, bijvoorbeeld het binnenste van de klauw en meer in het bijzonder ook de verborgen hoek met de scherpe hoek, in het geval van de Larssen's damwandplaten. Hoewel in veel van de gevallen het voldoende is slechts een van de klauwen te behandelen voordat een paar wordt gevormd door het aaneenrijgen, desalniettemin kan men de twee kamers van een paar klauwen behandelen, in welk geval de films gewoonlijk een egale dikte hebben en minder dik zijn, behalve misschien de uithoeken. Immers, met het systeem volgens de uitvinding kan men films vervaardigen, welke hoofdzakelijk in het algemeen een tamelijk dunne dikte hébben, op de gewenste plaatsen overdikte hébben, namelijk daar waar er niet te veel wrijving is tijdens het aaneenrijgen, namelijk daar waar een uitloophoek niet toegankelijk is met de andere behandelingswerkwijzen, men heeft de keuze één of de beide van de kamers van de klauwen van een paar in te smeren. Daar het werk wordt gedaan met een automatische uitrusting, in de fabriek of op het bouwterrein, en zonder dat het namelijk noodzakelijk is, volgens de toegepaste produkten, van het tamelijk ver doorvoeren van de voorafgaande voorbereiding van de klauwen door het zandstralen, het drogen en het verven met een klevende grondverf, of ook het vlak en horizontaal plaatsen van de damwandplaten in een bijzondere bewerkingspositie, is de operatie simpel, snel en economisch. Als afdichtmateriaal kan men in principe elk bekend materiaal kiezen, dat na het aanbrengen, dat wil zeggen een voldoende elasticiteit behoudt, dat wil zeggen hydro-opzwelbaar is. Uitstekende resultaten zijn bereikt met dit laatste type van materiaal.
De uitvinding is hieronder nog gedetailleerder beschreven aan de hand van de tekeningen, waarin:
Fig. l een zijaanzicht is van een inrichting voor het plaatsen van een afdichtlaag aan de binnenzijde van de kamer van een klauwplaat; fig. 2 toont de drie dwarsdoorsneden a-a, b-b en c-c volgens fig. 1, een dwars gedeelte van een klauw van een damwandplaat waarvan het achterste einde is aangebracht in de positie relatief in verhouding met de inrichting; en fig. 3 een dwarsdoorsnede is door twee aaneengeregen klauwen van het type Larssen, dichtgemaakt door het behandelen van alleen één van de klauwen.
Fig. 1 geeft een inrichting weer, vervaardigd uit een stuk staal 1. Men herkent van de inrichting de essentiële, functionele elementen goed, welke van links naar rechts zijn, de geleidingsschaats 20, de toevoerkamer 30 en de verdelingsdoom 40 van het afdichtmateriaal.
Indien men fig. 2 bekijkt, ziet men zeer duidelijk dat de doorsnede van de geleidingsschaats 20 precies dezelfde vorm heeft als de klauw volgens Larssen 50, behalve dat deze een beetje minder dik is en een spleet 25 vrijlaat. Het voorvlak 21 van de schaats 20 kan bovendien een afschuining 22 hebben om bij het vooruit bewegen van de inrichting 1 te voorkomen dat de schaats 20 geheel vasthaakt in de klauw, welke, in principe, vooraf niet hoeft te worden schoongemaakt indien deze zich in een gewalste toestand bevindt. Een minimale vermindering van de doorsnede, bijvoorbeeld ongeveer 0,5 mm van de verschillende afmetingen, is voldoende voor de schaats 20 om zijn translatiebeweging door de klauw te kunnen uitvoeren, zonder dat het afdichtmateriaal, dat zich onder een zeer lichte druk in de toevoerkamer 30 bevindt, naar voren kan vloeien.
De schaats 20, de kamer 30 en de doorn 40 komen voor aan de zijde van de verdikte vouw 51 van de klauw van de damwandplaat 50, een insnijding 11 die zal overhangen boven het bovenste vlak van de vouw 51 van de klauw en voorkomt dat het afdichtmateriaal naar boven wegvloeit, dat wil zeggen naar buiten, waar het totaal geen nut heeft. In het bijzondere, weergegeven geval is het achtervlak 13 van de inrichting 1 glad en glijdt langs de wand aan de buitenzijde van de vleugel 53 van de damwandplaat die de klauw verlengt en eveneens glad is. Op deze wijze is er geen lek tussen het achtervlak 13 van de inrichting 1 en de vleugel 53 van de damwandplaat. Het is duidelijk dat voor de andere profielen van de damwandplaten dan welke is weergegeven, men op dezelfde wijze handelt als men dat doet voor het voorvlak 14, en men geeft het achtervlak 13 een profiel dat is aangepast aan het type damwandplaat in kwestie. Men bemerkt bovendien dat een dergelijke inrichting ook geen speciale centrering vereist tijdens het voortbewegen.
De toevoerkamer 30 volgens fig. 1 en de doorsnede b-b is aan de voorzijde begrensd, dat wil zeggen de voorzijde van de inrichting, door het oppervlak van het verticale achtervlak 23 van de schaats 20. Naar boven toe mondt in de kamer 30 een opening 12 uit, voor het constant handhaven van een vulling van afdichtmateriaal bestaande uit een vloeibare kunststof. Overeenkomstig de behoefte zijn een erg belangrijk reservoir of anders een toevoerleiding samen met de transportslede van de inrichting verwijderd (niet weergegeven) . Ter hoogte van de kamer 30 toont de inrichting een geheel lege holte, welke in feite overeenkomt met de kamer van de klauw en die in de hoogte gesloten blijft tegen de wand van de inrichting welke een doorgang vrijlaat van de cilinderboring 12, welke het beste is weergegeven door de doorsnede b-b.
De toevoerkamer 30 wordt beëindigd door de doom 40, herkenbaar in fig. l en de doorsnede c-c. Deze toont de profilering 44 die men heeft gekozen afhankelijk van het profiel en de uitgestrektheid van de coatingslaag waarmee men de binnenwanden van de klauw wil bedekken. Vanwege de tussenruimte 45 tussen het oppervlak 44 van de doom 40 en de binnenwanden van de klauw, wordt het profiel van de coating en de resulterende laag bepaald.
De doom 40 is bij voorkeur langer dan de schaats 20. Dit is altijd het geval indien de doom 40 hol is en dient voor het transporteren van een fluïdum, gas of vloeistof, welke men naar buiten laat ontsnappen door minuscule zijdelingse kanaaltjes om in te werken op de coating die in verbinding staat met de binnenzijde van de kamer 30 en met de binnenwanden van de kamer van de klauw. Aldus kan een gas dienen voor het verkrijgen van een oneffen coating, terwijl een fluïdum bijvoorbeeld kan dienen als versneller van de polymerisatie of als vertrager van de hydro-opzwelling.
Men dient te begrijpen dat volgens de uitvinding aangepaste gereedschappen nodig zijn voor verschillende profielen en voor variabele afmetingen van de te verwerken damwandplaten. Maar vanwege het feit dat een uitwisselbaar gedeelte van een installatie bestaat uit slechts de inrichting die kan zijn vervaardigd uit één bewerkt stuk, dat niet langer is dan 10 è 20 cm en niet hoger is dan 5 a 10 cm met een dikte van maximaal minder dan 5 cm. Desalniettemin, in plaats van het gehele stuk te bewerken kan men het deel 11 verkrijgen, dat de holte van de klauw zal bedekken, op dezelfde wijze als de schaats 20 en de doom 40 uitwisselbaar zijn.
In fig. 3 is een eenvoudige afdichtlaag 61 weergegeven die de binnenwanden van alleen de linkse klauw bedekt. Overeenkomstig de toepassingen welke bedoeld zijn voor de schermen van damwandplaten, kan men eveneens de tweede klauw behandelen en de spleet 62 is aan zijn zijde ook opgevuld met een laag welke identiek is aan de laag 61. Men bemerkt dat hier de laag in de hoek met de rechte hoek (tussen de delen 53 en 52) goed dikker kan zijn, hetzelfde als in de hoek met de scherpe hoek (tussen de delen 52 en 51) gesitueerd onder de vouw 51 van de klauw. Indien men de af dicht verbindingen op ambachtelijke wijze volgens de bekende werkwijzen toepast, is het altijd zo dat men er niet in slaagt in de achterste uithoek van de scherpe hoek een behoorlijke verbinding tot stand te brengen. Volgens de uitvinding heeft men er geen enkel probleem mee het profiel van de bedekkingslaag aan te brengen over een groot gebied van de wanden van de klauw, waarbij men alle uithoeken goed kan opvullen. Daar de uigestrekte vlakke laag in principe dun is, wordt deze niet verwijderd of beschadigd tijdens het aaneenrijgen van twee damwandplaten, de ene in de andere, maar blijft goed op zijn plaats over de gehele doorsnede en over de gehele lengte van de damwandplaat, in tegenstelling tot de gebruikelijke verbindingen, welke te gemakkelijk scheuren, verbrokkelen of verkruimelen.

Claims (9)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichting bij het samenvoegen van damwandplaten, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het aaneenrijgen, men ten minste één van de twee klauwen van een paar, over een door de lengte bepaalde afstand geheel opvult, met een afdichtmateriaal, bestaande uit een vloeibare kunststof, welke is opgesloten in een toevoerkamer (30) welke zich uitstrekt vanaf het binnenste tot precies de bovenkant van de klauw en steeds zorgt dat de toevoerkamer (30) bij het vooruitbewegen de klauw van het begin tot het einde bewerkt; het materiaal vult daarbij het gehele volume van een doorsnede van de klauw wegstromend langs de vlakken van een geprofileerde doorn (40), welke zich axiaal verplaatst, terwijl tegelijkertijd de as van de toevoerkamer (30) concentrisch in lijn met de kamer van de klauw blijft.
2. Inrichting voor het aanbrengen van het afdichtmateriaal, met het kenmerk, dat deze is uitgerust met een centrale kamer (30) voorzien van een dorsale ingang (12) en in verbinding met een reservoir van afdichtmateriaal, een voorste longitudinale schaats (20) waarvan de doorsnede identiek is, maar een beetje kleiner dan de kamer van de klauw in dwarsrichting waarin deze vrij kan bewegen, en waarvan het achterste vlak (23) de achterste wand vormt van de toevoerkamer (30), eveneens een einddoom (40) die volgt op de toevoerkamer (30) waarvan de achterste wand is gevormd door de achterste wand (41) van een doom (40), de doorsnede van deze laatste is kleiner dan die van de schaats (20).
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de doorn (40) bestaat uit één stuk met een vorm die concentrisch is met de kamer van de klauw en die een gekozen doorsnede heeft waarvan de configuratie de functie heeft die men wenst te vervaardigen voor de laag die wegstroomt langs de vlakken van de doom (40) en achterblijft op de wanden van de klauw.
4. Inrichting volgens de conclusies 2 en 3, met het kenmerk, dat de schaats (20), de kamer (30) en de doom (40) overhangen door middel van een insnijding (11), welke in nauw contact is met of bedekt door, de externe delen van de klauw voor het verhinderen van het naar boven wegstromen van het afdichtmateriaal .
5. Inrichting volgens de conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de schaats (20), de kamer (30), de doom (40) en het deel dat de insnijding (11) vormt, individuele gedeelten hebben welke zijn aangepast aan de profielen en afmetingen van de damwand-platen en welke afhankelijk van de behoeften zijn samengesteld.
6. Inrichting volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is verbonden met een transport slede van het bekende type, aangepast voor de toepassing in relatie met damwandplat en.
7. Verbinding verkregen overeenkomstig de vooraf gedefinieerde werkwijze en met behulp van de beschreven inrichting, met het kenmerk, dat deze ten minste het grootste gedeelte van het interne oppervlak van de kamer van ten minste één klauw van een paar bedekt en een continue film vormt.
8. Verbinding volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de film zich uitstrekt over alle interne vlakken van een klauw van een damwandplaat van het algemeen bekende type.
9. Verbinding volgens de conclusies 7 en 8, met het kenmerk, dat de film gedeelten met verschillende dikte-eenheden heeft, dat wil zeggen variabel overeenkomstig de plaats van de interne omtrek van de klauw.
NL9400073A 1993-08-27 1994-01-14 Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat, alsmede werkwijze hiervoor. NL194509C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
LU88397A LU88397A1 (fr) 1993-08-27 1993-08-27 Procédé pour rendre étanches des assemblages de palplanches, dispositif pour la mise en place du matériau d'étanchement et joint étanche ainsi réalisé
LU88397 1993-08-27

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9400073A true NL9400073A (nl) 1995-03-16
NL194509B NL194509B (nl) 2002-02-01
NL194509C NL194509C (nl) 2002-06-04

Family

ID=19731437

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400073A NL194509C (nl) 1993-08-27 1994-01-14 Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat, alsmede werkwijze hiervoor.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US5547318A (nl)
AT (1) AT407063B (nl)
BE (1) BE1006600A3 (nl)
CH (1) CH689943A5 (nl)
DE (3) DE4345026C2 (nl)
DK (1) DK173177B1 (nl)
ES (1) ES2111427B1 (nl)
FR (1) FR2709315B1 (nl)
IT (1) ITGE940020A1 (nl)
LU (1) LU88397A1 (nl)
NL (1) NL194509C (nl)
NO (1) NO309052B1 (nl)
SE (1) SE508419C2 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4427561C1 (de) * 1994-08-04 1995-12-14 Krupp Ag Hoesch Krupp Verfahren und Werkzeug zum Einbringen einer Dichtung in Spundbohlenschlösser
NL193111C (nl) * 1995-01-10 1998-11-03 Tijmen Van Halteren Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank.
LU88827A1 (fr) * 1996-10-16 1998-04-16 Profil Arbed S A Joint d'étanchéité pour palplanches
DE19757495A1 (de) * 1997-12-23 1999-06-24 Dortmunder Gusasphalt Gmbh & C Spundbohlenschloß-Dichtungsband
LU90559B1 (en) * 2000-03-29 2001-10-01 Internat Sheet Piling Company Method for building sheet pile walls
GB2367321B (en) * 2000-09-30 2004-03-17 Corus Uk Ltd Metal sheet piling
EP2663694A1 (en) * 2011-01-11 2013-11-20 Pilepro, LLC Sheet pile connecting elements for use in pipe pile retaining walls
ES2606761T3 (es) * 2012-07-03 2017-03-27 Arcelormittal Tablestaca
EP2930274B1 (de) * 2014-04-11 2016-06-01 DuBA Deponie- und Bauwerksabdichtung GmbH Spundbohle mit einer Dichtmasse zur Bildung einer feuchtigkeitsdichten Spundwand
US9528241B2 (en) 2014-10-24 2016-12-27 Cmi Limited Co. Barrier panel interlock sealing system and method
EP3947824A4 (en) 2019-03-29 2023-01-11 The Trout Group, Inc. STRUCTURAL ARCHSPUR

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3019938A (en) * 1957-09-09 1962-02-06 Continental Can Co Coated can end and coating method
US3302412A (en) * 1964-06-29 1967-02-07 William A Hunsucker Interlocking sheet piles and method of installation
FR2032112A5 (nl) * 1969-02-19 1970-11-20 Wendel Sidelor
DE2140250A1 (de) * 1971-08-11 1973-02-22 Weill & Reineke Gmbh Verfahren und vorrichtung zum abdichten der wasserbeaufschlagten fugen zwischen wandbildenden elementen, insbesondere der schlossfugen von spundwaenden
DE2233920A1 (de) * 1972-07-10 1974-01-24 Weill & Reineke Gmbh Verfahren und vorrichtung zum abdichten von nassen und wasserbeaufschlagten fugen durch einspritzen einer dichtungsmasse
DE2700414A1 (de) * 1977-01-07 1978-07-13 Phoenix Gummiwerke Ag Dichtungsprofil fuer spundwandschloesser
DE2722978C3 (de) * 1977-05-20 1982-06-03 Estel Hoesch Werke Ag, 4600 Dortmund Verfahren zum Einbringen einer Dichtung in Spundbohlenschlösser
US4772031A (en) * 1982-05-03 1988-09-20 Amp Incorporated Acrylic adhesive sealant and leak sealing method
US4617073A (en) * 1985-09-12 1986-10-14 Scott Russell L Moveable clamp and edge sealing method employing same
FR2610652B1 (fr) * 1987-02-09 1991-09-06 Soletanche Procede de renforcement d'un pieu tubulaire battu, pieu obtenu par ce procede, dispositif pour mettre en oeuvre le procede
DE8705089U1 (de) * 1987-04-06 1987-06-25 Schlegel Lining Technology GmbH, 2000 Hamburg Verbindungsvorrichtung für Sickersperren
DE3815236A1 (de) * 1988-05-05 1989-11-23 Hoesch Stahl Ag Verfahren zur verriegelung von spundwandschloessern
FR2663352B1 (fr) * 1990-06-13 1992-09-18 Unimetall Sa Procede d'etanchement des liaisons entre palplanches, et palplanches permettant sa mise en óoeuvre.

Also Published As

Publication number Publication date
FR2709315A1 (fr) 1995-03-03
NO934896L (no) 1995-02-28
SE9400454D0 (sv) 1994-02-11
ES2111427A1 (es) 1998-03-01
AT407063B (de) 2000-12-27
SE9400454L (sv) 1995-02-28
SE508419C2 (sv) 1998-10-05
DE9321348U1 (de) 1997-08-14
NL194509B (nl) 2002-02-01
ITGE940020A0 (it) 1994-03-02
DE4345026C2 (de) 2001-12-20
ES2111427B1 (es) 1998-12-01
FR2709315B1 (fr) 1995-11-10
CH689943A5 (fr) 2000-02-15
DK173177B1 (da) 2000-03-06
DE9410787U1 (de) 1995-02-23
BE1006600A3 (fr) 1994-10-25
ATA8294A (de) 2000-04-15
NO934896D0 (no) 1993-12-29
NO309052B1 (no) 2000-12-04
NL194509C (nl) 2002-06-04
LU88397A1 (fr) 1995-03-01
ITGE940020A1 (it) 1995-09-02
DK1594A (da) 1995-02-28
US5547318A (en) 1996-08-20
DE4345026A1 (de) 1995-03-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9400073A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichting bij het samenvoegen van damwandplaten, inrichting voor het aanbrengen van het afdichtmateriaal en de daarmee verkregen afdichtverbinding.
AT405863B (de) Vorrichtung zum beschichten von abstandhalterrahmen für isolierglasscheiben
DE1955488C3 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Sanieren von Rohrleitungen
DE4202612C2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen von Isolierglasscheiben
EP0139610A1 (de) Giesskopf für Vorhangguss
CN216865880U (zh) 一种建筑装修美缝剂填充装置
DE19601041C2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Sanieren von Muffenverbindungsbereichen von Abwasserrohren bzw. -kanälen
DE102015111730B3 (de) Waschmaschine mit Folienabdeckung
DE4225838A1 (de) Tunnelvortriebsmaschine
DE10045475A1 (de) Parkettelement, Holztafel mit Dehnungsfugen und Kreuzfugenverbinder
DE4101531C2 (nl)
EP0176911A1 (de) Verfahren zum Aufbringen von Abstandhaltern auf die Aussenseite einer Isolierglasscheibe und Vorrichtung zu seiner Durchführung
DE3528967C1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Einwalzen von Rohren
DE2357956C2 (de) Vorrichtung zum Ummanteln der Ränder von Glasscheiben
DE4209204C1 (en) Butt seal for sewer pipes with central coupling ring groove - has in each butt end formed concentric, flat grooves on either side of central groove
DE4016414C1 (en) Appts. for prodn. of large plastic container(s) with planar walls - includes transport rail for weld extruder, carriage running parallel to weld, and adjustable carrier on carriage etc.
AT399145B (de) Verfahren und vorrichtung zum herstellen von isolierglasscheiben
DE4213066A1 (de) Heizkeilschweißen
DE3728725C1 (en) Device for filling gaps
DE810862C (de) Fahrbare Schalung zum Betonieren von Bergwerksstollen
DE2313358C3 (de) Vorrichtung zum Instandsetzen von unterirdisch verlegten Kanalleitungsrohren
DE202006014190U1 (de) Vorrichtung zum Abdichten einer Isolierglasscheibe
DE2216009A1 (de) Luftkissendichtung fuer kontinuierlich und diskontinuierlich arbeitende vorrichtungen zur oberflaechenbehandlung von werkstuecken mit koernigen, fluessigen oder gemischten stoffen
DE1108352B (de) Gleitschuh fuer das Elektro-Schlacke-Schweissen
DE1120108B (de) Verfahren und Vorrichtung zum Verputzen von Wand- und Deckenflaechen

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: ARCELOR PROFIL LUXEMBOURG S.A.

Effective date: 20061221

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20140114