NL194509C - Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat, alsmede werkwijze hiervoor. - Google Patents

Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat, alsmede werkwijze hiervoor. Download PDF

Info

Publication number
NL194509C
NL194509C NL9400073A NL9400073A NL194509C NL 194509 C NL194509 C NL 194509C NL 9400073 A NL9400073 A NL 9400073A NL 9400073 A NL9400073 A NL 9400073A NL 194509 C NL194509 C NL 194509C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
claw
edge
doom
chamber
sheet pile
Prior art date
Application number
NL9400073A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194509B (nl
NL9400073A (nl
Inventor
Jean Decker
Original Assignee
Profilarbed Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Profilarbed Sa filed Critical Profilarbed Sa
Publication of NL9400073A publication Critical patent/NL9400073A/nl
Publication of NL194509B publication Critical patent/NL194509B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194509C publication Critical patent/NL194509C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/02Sheet piles or sheet pile bulkheads
    • E02D5/14Sealing joints between adjacent sheet piles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)
  • Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)
  • Package Closures (AREA)
  • Sealing Material Composition (AREA)
  • Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)
  • Revetment (AREA)

Description

1 194509
Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat, alsmede werkwijze hiervoor
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het inbrengen van afdichtmateriaal in een randklauw 5 van een damwandplaat, voorzien van een afsluitdeel met een naar de bodem van een randklauw te keren onderzijde en een geieidingsinrichting om het afsluitdeel bij de voortbeweging langs een damwandplaat op afstand van de bodem van de randklauw hiervan te houden en waarbij door het afsluitdeel een kanaal verloopt met een uitstroomopening in de onderzijde voor aanvoer van het afdichtmateriaal.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage DE-A-2.233.920. Deze beschrijft een 10 damwand te vervaardigen door damwandplaten in de ondergrond te drijven, waarbij men de randklauwen ineen doet grijpen. Voor alle soorten van werken, die aan de wateroever worden uitgevoerd en meer nog voor het opsluiten van stortplaatsen en slakkenbergen, vereist men echter een steeds betere en meer duurzame afdichting, terwijl de randklauwen van opeenvolgende damwandplaten onderling voldoende speling moeten hebben.
15 De bekende inrichting omvat een wagen die over een damwand, waartegen deze door magneetkracht wordt gehouden verrijdbaar is en een spuitmondstuk bevat. Het spuitmondstuk is ingericht om afdichtmateriaal in de ruimte tussen ineengrijpende randklauwen van damwandplaten te spuiten. De wagen omvat een afdichting om verlies van het materiaal buiten de groef te voorkomen. Deze bekende inrichting is alleen bruikbaar als de damwandplaten reeds via hun randklauwen verbonden zijn en voorzover de damwand-20 platen zich niet in vaste grond bevinden. Verder biedt de bekende inrichting geen controle over de verdeling van het afdichtmateriaal over de randklauwen.
Het doel van de uitvinding is derhalve deze nadelen te ondervangen en de inrichting geschikt te maken om een afdichtlaag in een randklauw van een damwandplaat aan te brengen, voordat deze met een randklauw van een andere damwandplaat in samenwerking wordt gebracht.
25 De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het onderscheidend kenmerk, dat de geleidingsinrichting een door de ruimte van een randklauw beweegbare schoen, respectievelijk doom bevat, die in gebruik samen met het afsluitdeel en een randklauw een kamer omsluiten waarin de uitstroomopening uitmondt, waarbij de schoen de voorste begrenzing van de kamer in de bewegingsrichting vormt en de doom de achterste begrenzing, welke doom gevormd is voor het vormen van het ingebrachte afdichtmateriaal in de 30 lengterichting van een randklauw.
De randklauw van een damwandplaat is daardoor ook voor de geleiding van de inrichting via de schoen en de doorn te benutten, welke doorn tevens zorgt voor een zorgvuldig gecontroleerde verdeling van het afdichtmateriaal over de klauw. Tijdens het doen voortbewegen van de inrichting beweegt de samen met de randklauw gevormde toevoerkamer van het ene uiteinde van de inwendig te bekleden klauw naar het 35 andere, en stroomt afdichtmateriaal weg langs de vlakken van de geprofileerde doorn, welke tegelijk met de toevoerkamer axiaal wordt verplaatst, terwijl de hartlijn daarvan blijft samenvallen met die van de kamer van de klauw. De schoen die de inrichting geleidt moet voorkomen dat het afdichtmateriaal naar voren weglekt.
Hierbij zij opgemerkt dat uit de Duitse octrooiaanvrage DE-A-2.722.978 een werkwijze bekend is met het doel zowel het uitstekende gedeelte als het ingegraven gedeelte van de samengevoegde damwandplaten 40 dicht te maken. Volgens deze werkwijze brengt men eerst door middel van druk in de bodem van de klauw een vloeibaar kunststof product aan op zodanige wijze dat dit product daaraan vastkleeft onder invloed van de druk. De aldus in de klauw aangebrachte nog vervormbare strook wordt vervolgens uitgesmeerd en bewerkt met een soort schraper om daaraan het gewenste profiel te geven op het vooraf bepaalde gedeelte van de wand van de klauw, voordat het product door polymerisatie uithardt, waarbij het product elastisch 45 blijft. De aldus behandelende klauw wordt geschoven in een niet behandelende klauw, die reeds in de bodem is geplaatst. De toepassing van deze werkwijze, samen met de aanbevolen afdichtproducten, veronderstelt dat de bodem van de klauw goed schoon is, dat deze is ontdaan van koolaanslag door middel van zandstralen en dat deze vervolgens is geverfd met een klevende grondverf, opdat het product daar vastkleeft waar de verbinding tot stand moet worden gebracht. Deze handelingen worden achtereenvolgens 50 en voor het merendeel handmatig uitgevoerd. Zelfs indien, volgens de tekst van deze publicatie slechts elke tweede klauw wordt behandeld, dient desalniettemin elke damwandplaat (of dat nu een enkele, dubbele of drievoudige eenheid is) bestemd om te worden samengevoegd, individueel te worden behandeld. Deze behandeling is door opeenvolgende ingrepen langzaam, vervelend en kostbaar. Het profiel van de verkregen elastische afdichtverbinding vertoont bovendien enkele nadelen; allereerst kan deze niet erg 55 regelmatig zijn als de aangebrachte strook te veel of te weinig van het product bevat; vervolgens kan deze niet rechtlijnig zijn na het egaliseren en tenslotte kan deze niet worden aangebracht in de achterste uithoek met scherpe hoek van de Larssen klauw, daar deze met handgereedschap te slecht toegankelijk is. Het 194509 2 allergrootste bezwaar van dit type afdichtverbinding waarbij elastomere producten op deze wijze worden aangebracht, is gebaseerd op het feit dat de aldus behandelende damwandplaten niet met de gewenste betrouwbaarheid voor de verbinding in de grond kunnen worden gedreven, als men een trilinrichting toepast, zijnde een apparaat dat minder overlast veroorzaakt en dientengevolge vaak de voorkeur verdient boven 5 een slaghamer. In feite scheurt de verbinding, raakt los of raakt beschadigd tengevolge van de temperatuur of de wrijving. Het gedeelte van de losgeraakte verbinding rolt zich op of hoopt zich vóór de voorzijde van de reeds geplaatste klauw. Het overschot aan materiaal verstopt de speling tussen de tweede klauw en dit veroorzaakt over een vaak zeer aanzienlijke afstand een afschraping of een verbrokkeling van de verbinding, en zal dan de vereiste dichtheid ontberen. Oe verbinding met de inrichting volgens de uitvinding van 10 een afdichtlaag voorziene randklauwen heeft geen neiging tot beschadiging.
In een uitvoeringsvorm heeft de doorn een langsprofilering. Hiermee is het mogelijk het afdichtingsmateri-aal naar behoefte te verdelen. In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de doorn hol. Zodoende kan de doorn dienen voor toevoer van een vloeistof of gas dat inwerkt op de coating die door het afdichtingsmateriaal wordt gevormd.
15 In een verdere uitvoeringsvorm heeft de doorn uittree-openingen voor het doorlaten van vloeistof of gas. Dit kan inwerken op de aangebrachte laag afdichtmateriaal. Hiermee wordt het materiaal bijvoorbeeld oneffen gemaakt, voor een betere afsluiting, of wordt polymerisatie in het afdichtmateriaal bijvoorbeeld versneld of vertraagd.
In een andere uitvoeringsvorm zijn de schoen, doorn en het afsluitdeel verwisselbaar. Hiermee kan de 20 inrichting aan de gebruikte soort damwandplaten worden aangepast.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat onder gebruikmaking van een inrichting in de randklauw doen stromen van afdichtmateriaal, waarna men het doet harden tot samendrukbare toestand.
Deze werkwijze is bekend uit voornoemde Duitse octrooiaanvrage DE-A-2.722.978.
25 Om de nadelen van deze bekende werkwijze te ondervangen, heeft de werkwijze het onderscheidend kenmerk, dat de randklauw over een gegeven afstand van de lengte daarvan, volledig wordt opgevuld met het afdichtmateriaal, waarbij dit wordt opgesloten in een toevoerkamer welke zich uitstrekt vanaf de bodem tot nabij de bovenrand van de randklauw en dat tijdens het doen voortbewegen van de toevoerkamer van het ene uiteinde van de randklauw naar het andere, het materiaal dat het volume van een deel van de 30 randklauw volledig vult, laat wegstromen langs de daarbij op vaste afstand van de binnenwand van de randklauw gehouden vlakken van een geprofileerde doorn, welke tegelijk met de toevoerkamer als achterbegrenzing hiervan axiaal wordt verplaatst.
De uitvinding wordt hierna nader beschreven aan de hand van de tekening. Hierin toont: 35 figuur 1 een zijaanzicht van een inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag op de binnenwand van de kamer van een randklauw van een damwandplaat; figuur 2 de drie dwarsdoorsneden a-a, b-b en c-c volgens figuur 1, een dwarsdoorsnede van een randklauw van een damwandplaat, waarin de relatieve positie daarvan ten opzichte van de inrichting is weergegeven; en 40 figuur 3 een dwarsdoorsnede van twee in elkaar grijpende randklauwen van het type Larssen, die zijn afgedicht door het aanbrengen op slechts één van de klauwen van afdichtingsmateriaal.
Figuur 1 geeft een inrichting weer, vervaardigd uit een stuk staal 1. Men herkent daarin de essentiële, functionele elementen van de inrichting, welke van links naar rechts zijn de geleidingsschoen 20, een 45 afsluitdeel voor de bovenzijde van de toevoerkamer 30 en de verdelingsdoom 40 voor het afdichtmateriaal.
Uit figuur 2 blijkt dat de doorsnede van de geleidingsschaats 20 precies dezelfde vorm heeft als de kamer van de Larssen-klauw 50, behalve dat deze een beetje minder dik is en een spleet 25 vrijlaat. Het voorvlak 21 van de schoen 20 kan een afschuining 22 hebben om bij het vooruitbewegen van de inrichting 1 te vermijden dat de schoen 20 vasthaakt in de klauw, die, in principe, vooraf niet hoeft te worden 50 schoongemaakt. Een minimale vermindering van de doorsnede, bijvoorbeeld ongeveer 0,5 mm van de verschillende afmetingen, is voldoende voor de schoen 20 om zijn translatiebeweging door de klauw te kunnen uitvoeren, zonder dat het afdichtmateriaal, dat zich onder een zeer lichte overdruk in de toevoerkamer 30 bevindt, naar voren kan uitstromen.
De schoen 20, het afsluitdeel voor de kamer 30 en de verdelingsdoom 40 hebben aan de zijde van de 55 verdikte vouw 51 van de klauw van de damwandplaat 50 voor het doorlaten hiervan een gleuf 11, die juist uitsteekt over het bovenste vlak van de vouw 51 van de klauw en voorkomt dat het afdichtmateriaal naar boven wegstroomt, dat wil zeggen naar buiten, waar het totaal geen nut heeft. In het weergegeven geval is

Claims (6)

20. Van boven af mondt via het afsluitdeel in de kamer 30 een kanaal 12 uit, om deze kamer constant gevuld te houden met afdichtmateriaal bestaande uit een pasta-achtige kunststof. Overeenkomstig de 10 behoefte wordt een groter reservoir of ook een toevoerleiding samen met de inrichting (niet weergegeven) verplaatst. De kamer 30, waarin het in het afsluitdeel aangebrachte kanaal 12 uitmondt, zoals is weergegeven in de doorsnede b-b, wordt aan de achterzijde begrensd door de doom 40, zoals is weergegeven in figuur 1 en de doorsnede c-c. Deze doom 40 heeft een profilering 44, die men zal kiezen afhankelijk van het profiel en de uitgestrektheid van de coatinglaag waarmee men de binnenwanden van de klauw wil 15 bedekken. De tussenruimte 45 tussen het vlak 44 van de doom 40 en de binnenwanden van de klauw, bepalen derhalve het profiel van de coating en van de daaruit resulterende laag afdichtmateriaal. De doom 40 is bij voorkeur langer dan de schoen 20. Dit is vooral dan het geval indien de doom 40 hol is en dient voor het transporteren van een gas of vloeistof, dat men naar buiten laat ontsnappen via minuscule zijdelingse kanaaltjes om in te werken op de coating, die aan de binnenzijde van de kamer 30 in 20 contact treedt met de binnenwand van de kamer van de klauw. Aldus kan een gas dienen om de coatinglaag oneffen te maken, terwijl een vloeistof bijvoorbeeld kan dienen als polymerisatieversneller of als vertrager van de hydro-opzwellingsreactie. De inrichting kan bestaan uit één eendelig bewerkt onderdeel, dat niet langer is dan 10 è 20 cm en niet hoger is dan 5 è 10 cm, met een maximale dikte van minder dan 5 cm. Desalniettemin kan men ook het 25 afsluitdeel, dat de uitsparing voor de kamer 30 afdekt, evenals de schoen 20 en de doom 40 uitwisselbaar maken. In figuur 3 is een eenvoudige afdichtlaag 61 weergegeven, die de binnenwand van alleen de linkse klauw bedekt. Afhankelijk van de beoogde toepassingen vanuit damwandplaten opgebouwde damwand kan men eveneens de tweede klauw behandelen, en de spleet 62 zal op zijn beurt dan ook opgevuld zijn met een 30 laag, welke identiek is aan de laag 61. De laag kan ter plaatse van de rechte hoek (tussen de delen 53 en 52) zeer wel dikker zijn, evenals ter plaatse van de scherpe hoek (tussen de delen 52 en 51) gesitueerd onder de vouw 51 van de klauw. Met de inrichting heeft men er geen enkel probleem mee het profiel van de afdichtlaag te moduleren, waarbij deze een groot deel van de wand van de klauw bedekt, zodat men vooral de hoeken goed kan opvullen. Evenals op de vlakke delen is de coating in principe dun en wordt deze niet 35 uit de klauw verwijderd of beschadigd tijdens het in elkaar schuiven van twee damwandplaten, maar blijft deze goed op zijn plaats over de gehele doorsnede en over de gehele lengte van de damwandplaat. 40
1. Inrichting voor het inbrengen van afdichtmateriaal in een randklauw van een damwandplaat, voorzien van een afsluitdeel met een naar de bodem van een randklauw te keren onderzijde en een geleidingsinrichting om het afsluitdeel bij de voortbeweging langs een damwandplaat op afstand van de bodem van de randklauw hiervan te houden en waarbij door het afsluitdeel een kanaal (12) verloopt met een uitstroom- 45 opening in de onderzijde voor aanvoer van het afdichtmateriaal, met het kenmerk, dat de geleidingsinrichting een door de ruimte van een randklauw beweegbare schoen, resp. doom bevat, die in gebruik samen met het afsluitdeel en een randklauw een kamer omsluiten waarin de instroomopening uitmondt, waarbij de schoen de voorste begrenzing van de kamer in de bewegingsrichting vormt en de doom de achterste begrenzing, welke doom gevormd is voor het vormen van het ingebrachte afdichtingsmateriaal in 50 de lengterichting van een randklauw.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doom een langsprofilering heeft.
3. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doom hol is.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doom uittree-openingen heeft voor het doorlaten van vloeistof of gas.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorn, de schoen en/of het afsluitdeel verwisselbaar zijn.
6. Werkwijze voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat onder 194509 4 gebruikmaking van een inrichting in de randklauw doen stromen van afdichtmateriaal, waarna men het doet harden tot samendrukbare toestand, met het kenmerk, dat de randklauw over een gegeven afstand van de lengte daarvan, volledig wordt opgevuld met het afdichtmateriaal, waarbij dit wordt opgesloten in een toevoerkamer welke zich uitstrekt vanaf de bodem tot nabij de bovenrand van de randklauw en dat tijdens 5 het doen voortbewegen van de toevoerkamer van het ene uiteinde van de randklauw naar het andere, het materiaal dat het volume van een deel van de randklauw volledig vult, laat wegstromen langs daarbij op vaste afstand van de binnenwand van de randklauw gehouden vlakken van een geprofileerde doom, welke tegelijk met de toevoerkamer als achterbegrenzing hiervan axiaal wordt verplaatst. Hierbij 1 blad tekening
NL9400073A 1993-08-27 1994-01-14 Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat, alsmede werkwijze hiervoor. NL194509C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
LU88397A LU88397A1 (fr) 1993-08-27 1993-08-27 Procédé pour rendre étanches des assemblages de palplanches, dispositif pour la mise en place du matériau d'étanchement et joint étanche ainsi réalisé
LU88397 1993-08-27

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9400073A NL9400073A (nl) 1995-03-16
NL194509B NL194509B (nl) 2002-02-01
NL194509C true NL194509C (nl) 2002-06-04

Family

ID=19731437

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400073A NL194509C (nl) 1993-08-27 1994-01-14 Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat, alsmede werkwijze hiervoor.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US5547318A (nl)
AT (1) AT407063B (nl)
BE (1) BE1006600A3 (nl)
CH (1) CH689943A5 (nl)
DE (3) DE4345026C2 (nl)
DK (1) DK173177B1 (nl)
ES (1) ES2111427B1 (nl)
FR (1) FR2709315B1 (nl)
IT (1) ITGE940020A1 (nl)
LU (1) LU88397A1 (nl)
NL (1) NL194509C (nl)
NO (1) NO309052B1 (nl)
SE (1) SE508419C2 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4427561C1 (de) * 1994-08-04 1995-12-14 Krupp Ag Hoesch Krupp Verfahren und Werkzeug zum Einbringen einer Dichtung in Spundbohlenschlösser
NL193111C (nl) * 1995-01-10 1998-11-03 Tijmen Van Halteren Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank.
LU88827A1 (fr) * 1996-10-16 1998-04-16 Profil Arbed S A Joint d'étanchéité pour palplanches
DE19757495A1 (de) * 1997-12-23 1999-06-24 Dortmunder Gusasphalt Gmbh & C Spundbohlenschloß-Dichtungsband
LU90559B1 (en) * 2000-03-29 2001-10-01 Internat Sheet Piling Company Method for building sheet pile walls
GB2367321B (en) * 2000-09-30 2004-03-17 Corus Uk Ltd Metal sheet piling
US20140003870A1 (en) * 2011-01-11 2014-01-02 Pilepro Llc. Sheet pile connecting elements for use in pipe pile retaining walls
IN2015DN00562A (nl) * 2012-07-03 2015-06-26 Arcelormittal Investigación Y Desarrollo S L
EP2930274B1 (de) * 2014-04-11 2016-06-01 DuBA Deponie- und Bauwerksabdichtung GmbH Spundbohle mit einer Dichtmasse zur Bildung einer feuchtigkeitsdichten Spundwand
US9528241B2 (en) 2014-10-24 2016-12-27 Cmi Limited Co. Barrier panel interlock sealing system and method
MX2021011845A (es) 2019-03-29 2021-10-22 The Trout Group Inc Tablestaca estructural.

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3019938A (en) * 1957-09-09 1962-02-06 Continental Can Co Coated can end and coating method
US3302412A (en) * 1964-06-29 1967-02-07 William A Hunsucker Interlocking sheet piles and method of installation
FR2032112A5 (nl) * 1969-02-19 1970-11-20 Wendel Sidelor
DE2140250A1 (de) * 1971-08-11 1973-02-22 Weill & Reineke Gmbh Verfahren und vorrichtung zum abdichten der wasserbeaufschlagten fugen zwischen wandbildenden elementen, insbesondere der schlossfugen von spundwaenden
DE2233920A1 (de) * 1972-07-10 1974-01-24 Weill & Reineke Gmbh Verfahren und vorrichtung zum abdichten von nassen und wasserbeaufschlagten fugen durch einspritzen einer dichtungsmasse
DE2700414A1 (de) * 1977-01-07 1978-07-13 Phoenix Gummiwerke Ag Dichtungsprofil fuer spundwandschloesser
DE2722978C3 (de) * 1977-05-20 1982-06-03 Estel Hoesch Werke Ag, 4600 Dortmund Verfahren zum Einbringen einer Dichtung in Spundbohlenschlösser
US4772031A (en) * 1982-05-03 1988-09-20 Amp Incorporated Acrylic adhesive sealant and leak sealing method
US4617073A (en) * 1985-09-12 1986-10-14 Scott Russell L Moveable clamp and edge sealing method employing same
FR2610652B1 (fr) * 1987-02-09 1991-09-06 Soletanche Procede de renforcement d'un pieu tubulaire battu, pieu obtenu par ce procede, dispositif pour mettre en oeuvre le procede
DE8705089U1 (de) * 1987-04-06 1987-06-25 Schlegel Lining Technology GmbH, 2000 Hamburg Verbindungsvorrichtung für Sickersperren
DE3815236A1 (de) * 1988-05-05 1989-11-23 Hoesch Stahl Ag Verfahren zur verriegelung von spundwandschloessern
FR2663352B1 (fr) * 1990-06-13 1992-09-18 Unimetall Sa Procede d'etanchement des liaisons entre palplanches, et palplanches permettant sa mise en óoeuvre.

Also Published As

Publication number Publication date
NL194509B (nl) 2002-02-01
ES2111427B1 (es) 1998-12-01
NL9400073A (nl) 1995-03-16
NO934896D0 (no) 1993-12-29
NO934896L (no) 1995-02-28
FR2709315B1 (fr) 1995-11-10
DK173177B1 (da) 2000-03-06
ES2111427A1 (es) 1998-03-01
SE508419C2 (sv) 1998-10-05
AT407063B (de) 2000-12-27
DE4345026A1 (de) 1995-03-02
DE4345026C2 (de) 2001-12-20
FR2709315A1 (fr) 1995-03-03
DK1594A (da) 1995-02-28
CH689943A5 (fr) 2000-02-15
LU88397A1 (fr) 1995-03-01
ITGE940020A0 (it) 1994-03-02
US5547318A (en) 1996-08-20
ATA8294A (de) 2000-04-15
SE9400454L (sv) 1995-02-28
SE9400454D0 (sv) 1994-02-11
DE9321348U1 (de) 1997-08-14
NO309052B1 (no) 2000-12-04
ITGE940020A1 (it) 1995-09-02
BE1006600A3 (fr) 1994-10-25
DE9410787U1 (de) 1995-02-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194509C (nl) Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtlaag in de randklauw van een damwandplaat, alsmede werkwijze hiervoor.
KR20000052596A (ko) 스크린 인쇄기 및 스크린 인쇄 방법
US4775442A (en) Applicator for wallboard tape
JPH0376987B2 (nl)
JP2648195B2 (ja) 耐漏出形の紙箱及びその製造方法及び紙箱製造用接着剤吐出手段
US4343260A (en) Apparatus for applying liquid state material onto a surface of a cloth or the like
US20090304936A1 (en) Protective Coating Application System
WO2006026328A3 (en) Methods of fabricating nozzle plates
US4263348A (en) Method for striping pencils
DE2935677C2 (de) Vorrichtung zur Herstellung von einseitiger Wellpappe
US20060257573A1 (en) Drywall mastic application device
JPH0226862B2 (nl)
EP3069797A1 (en) Device for applying a hot-melt to a web of material
JP7407414B2 (ja) 塗装方法およびその塗装方法に用いられる展延具
US6488772B2 (en) Dispenser unit for a coating apparatus
EP2629983B1 (en) Adhesive delivering head for binding machines and machine incorporating the head
US5326401A (en) Emulsion coater
US6699326B2 (en) Applicator
CA1122078A (en) Device and method for striping pencils
NL1009608C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een visceuze vloeistof.
KR0160076B1 (ko) 도포장치
RU2118915C1 (ru) Устройство для нанесения жидкости на поверхность изделий
EP2051819B1 (en) Nozzle for application of flowable building material
JPH0435767A (ja) 液体又は溶融体の塗布方法
JP2008284496A (ja) 溝付板材の溝塗装装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: ARCELOR PROFIL LUXEMBOURG S.A.

Effective date: 20061221

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20140114