NL193111C - Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank. - Google Patents

Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank. Download PDF

Info

Publication number
NL193111C
NL193111C NL9500046A NL9500046A NL193111C NL 193111 C NL193111 C NL 193111C NL 9500046 A NL9500046 A NL 9500046A NL 9500046 A NL9500046 A NL 9500046A NL 193111 C NL193111 C NL 193111C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plank
longitudinal edge
strip
sheet pile
driven
Prior art date
Application number
NL9500046A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9500046A (nl
NL193111B (nl
Inventor
Tijmen Van Halteren
Johannes Gerardus Van Coterlet
Original Assignee
Tijmen Van Halteren
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tijmen Van Halteren filed Critical Tijmen Van Halteren
Priority to NL9500046A priority Critical patent/NL193111C/nl
Priority to DE1996600255 priority patent/DE69600255T2/de
Priority to EP19960200037 priority patent/EP0722017B1/en
Publication of NL9500046A publication Critical patent/NL9500046A/nl
Publication of NL193111B publication Critical patent/NL193111B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193111C publication Critical patent/NL193111C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/02Sheet piles or sheet pile bulkheads
    • E02D5/14Sealing joints between adjacent sheet piles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)

Description

1 193111
Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het slaan van een damwand door het achtereenvolgens in de grond drijven van met complementair gevormde, een opneem/leidgroef bevattende langsrand-5 formaties schuivend in elkaar grijpende damwandplanken, waarbij men telkens een volgende plank met zijn betreffende langsrandformatie van boven af in de opneem/leidgroef van de aangrenzende langsrandformatie van de voorgaande, reeds ingedreven plank doet schuiven en waarbij men telkens, voorafgaande aan het indrijven van een damwandplank, ter plaatse van de van een eerder ingedreven plank afgekeerde vrije langsrandformatie daarvan, een vervormbare afdekstrook aanbrengt, welke afdekstrook met één langsrand 10 op het aan de opneem/leidgroef in die langsrandformatie grenzende lijfgedeelte van de plank wordt bevestigd, en wel zodanig, dat de strook over de betreffende opneem/leidgroef heen reikt en deze groef afsluit onder vorming van een rondom gesloten holte, welke bovendien aan het ondereinde van de plank wordt afgesloten en die vóór het inbrengen van de volgende plank met een afdichtingsmassa wordt gevuld, welke strook bij het indrijven van de volgende plank door de aangrenzende langsrandformatie van die 15 volgende plank geleidelijk wordt vervormd en weggedrukt van de langsrandformatie van de reeds ingedreven plank.
Een dergelijke werkwijze, waarbij in dwarsdoorsnede trapeziumvormige stalen damwandplanken worden toegepast, is bekend uit de ter visie gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 8602762. Het indrijven van de plank geschiedt in de regel door heien of trillen.
20 Bij deze bekende werkwijze vertoont de aan de damwandplank vastgelaste en vrijdragend daarvan uitstekende materiaalstrook een knik, waarbij het eerste gedeelte van de strook onder betrekkelijk steile hoek van het betreffende leidgedeelte van de plank afstaat en op een betrekkelijk grote afstand (namelijk een veelvoud van de materiaaldikte van de plank) van de langsrand van de opneem/leidgroef verwijderd ligt, terwijl het tweede gedeelte van de strook vanaf het knikpunt naar en langs de buitenzijde van de leidgroef 25 loopt en daartegenaan ligt.
Bij het inbrengen van de volgende plank buigt het vrije langsrandgedeelte van de vervormbare strook van de zijkant van de langsrandformatie van de reeds ingedreven plank weg om zich vervolgens aan te leggen tegen een van de ingedreven plank afgekeerd liggend zijwanddeel van de langsrandformatie van de plank die wordt ingedreven. De kracht die daarbij door het "zich voegende” vrije langsrandgedeelte van de strook 30 op die langsrandformatie wordt uitgeoefend, valt vrijwel in het (verticaal staande) vlak van de damwand.
De uitvinding nu beoogt een verbetering van deze bekende werkwijze te verschaffen. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat men de afdekstrook zodanig vormt en aanbrengt, dat deze vanaf de bevestigingsplaats op de damwandplank zonder buiging recht naar de aangrenzende langsrand van de opneem/leidgroef loopt en daartegenaan ligt, een en ander zodanig, dat het vervormen en wegdrukken van 35 de strook bij het indrijven van de volgende plank geschiedt door de opneem/leidgroefbodem van de aangrenzende langsrandformatie van die volgende plank, die de strook van de langsrand van de reeds ingedreven plank wegdrukt, waardoor de strook op die opneem/leidgroefbodem komt aan te liggen en daarop een naar de langsrandformatie van de reeds eerder ingedreven plank toe en dwars op het vlak van de te vormen damwand gerichte kracht uitoefent.
40 Door de vervormbare strook recht naar de aangrenzende langsrand van de leidgroef te laten lopen is het volume van de rondom gesloten holte wezenlijk kleiner geworden en kan met een dienovereenkomstig kleinere hoeveelheid afdichtende massa worden volstaan. De recht naar de aangrenzende langsrand van de opneem/leidgroef toelopende en aanvankelijk daartegenaan liggende strook bij de werkwijze volgens de uitvinding bewerkstelligt eveneens een doeltreffende opsluiting van de afdichtende massa in de opneem/ 45 leidgroef, waardoor de massa zich gelijkmatig rond de naar binnen dringende vrije langsrand van de volgende plank kan verdelen en eveneens gelijkmatig tussen het vrije langsrandgedeelte van de strook en het tegenoverliggende groefbodemdeel van die volgende plank naar buiten zal vloeien.
Voorts is het voor het afsluiten van de leidgroefruimte van het benedeneinde van de plank benodigde plaatdeel wezenlijk kleiner geworden. Met name behoeft dit plaatdeel, in tegenstelling tot bij de bekende 50 damwandplan, niet of nauwelijks buiten de dwarsdoorsnede van de langsrandformatie uit te steken, waardoor dit afsluitende plaatdeel tijdens het indrijven van de plank minder gemakkelijk vervormd raakt en er meer zekerheid wordt geboden, dat de voor het opnemen van afdichtende massa bestemde holle ruimte aan het benedeneinde daadwerkelijk dicht blijft.
Verrassenderwijs is voorts gebleken, dat bij de werkwijze volgens de uitvinding de kans op "uit het slot 55 lopen” van de volgende plank wezenlijk is verminderd en wel vooral, wanneer gewerkt wordt met damwandplanken, die reeds eerder zijn gebruikt. Als verklaring daarvoor kan worden aangevoerd, dat de door de vervormende strook dwars op de buitenzijde van de groeibodem van de langsrandformatie van de volgende 193111 2 ingedreven plank uitgeoefende krachten weliswaar - in vergelijking tot de bij het uit het slot lopen optredende krachten - van beperkte grootte zijn, doch blijkbaar van voldoende grootte zijn om te bereiken, dat de speelruimte bij het in elkaar schuiven van twee op elkaar volgende planken naar de ’’goede zijde” {dat wil zeggen tegen de richting, waarin een plank eventueel uit het slot zou willen lopen) wordt ’’weggedrukt”.
5 De planken sluiten daardoor van het begin af beter in elkaar en zullen daardoor minder gemakkelijk terechtkomen in een situatie, die uiteindelijk uitloopt op een uit het slot lopen.
Opgemerkt dient te worden, dat het Franse octrooischrift 2.197.439 een samenstel van twee met elkaar in ingrijping staande damwandplanken openbaart, waarbij in de tweevlakshoek tussen de beide in elkaar grijpende langsrandformaties van de planken - en wel aan de grondzijde van de gevormde damwand - een 10 afdichtingsconstructie is aangebracht. Deze bekende afdichtingsconstructie bestaat uit een geprofileerd afdichtingselement van rubber (achtig) materiaal, met een eerste buigzame afdichtlip die afdichtend aanligt tegen een lichaamsdeel van een der beide in elkaar grijpende planken, en een tweede buigzame afdich-tingslip die afdichtend aanligt tegen een wandgedeelte van de langsrandformatie van de tweede plank. Het afdichtingselement wordt daarbij op zijn plaats gehouden door een atdek/vasthoudstrook, die met een zich 15 langs een van zijn langsranden uitstrekkende flens is bevestigd tegen het lichaamsdeel van de eerste plank en met zijn vrije, omgebogen langsrand naar het tegenoverliggende wandgedeelte van de langsrandformatie van de tweede plank is gericht. Zoals in het octrooischrift wordt aangegeven, wordt deze afdichtingsconstructie pas op zijn plaats (de betreffende tweevlakshoek tussen twee aangrenzend in elkaar grijpende planken) gebracht, nadat de betreffende planken in de grond zijn gedreven. In dit verband wordt verwezen 20 naar blz. 4, regels 22-33 van het octrooischrift. Over eventuele deformatie van de metalen afdekstrook wordt in het octrooischrift niets vermeld, terwijl evenmin sprake is van een vormloze afdichtingsmassa.
In plaats van de materiaalstrook pas ”op het werk”, direct voorafgaande aan het indrijven van de betreffende planken aan te brengen, is uiteraard ook een fabrieksmatig aanbrengen ervan mogeiijk. De uitvinding heeft derhalve eveneens betrekking op een damwandplank voor toepassing bij de boven-25 beschreven werkwijze.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met enige uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door een stalen damwandprofiel, waarbij aan een der langsranden, 30 overeenkomstig de uitvinding, een vervormbare materiaalstrook is aangebracht; figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van de onderlinge ingrijping tussen twee aangrenzende damwandplanken met één vervormbare materiaalstrook; figuur 3 toont een dwarsdoorsnede als weergegeven in figuur 2, doch thans met aan beide zijden van de plankverbinding een vervormbare materiaalstrook en 35 figuur 4 is een aanzicht in perspectief, waarin te zien is hoe een op een reeds ingedreven plank aangebrachte materiaalstrook bij het indrijven van een volgende plank wordt vervormd.
In de tekening (figuur 1) is een in dwarsdoorsnede trapeziumvormige damwandplan A van een op zichzelf algemeen bekend type weergeven. De met 1 weergegeven langsrandformaties bevatten een (in dwarsdoor-40 snede ondersneden) opneem-leidgroef 2, terwijl de vrije verdikte langsranden met 3 zijn aangeduid.
De getoonde langsrandformaties 1 bieden de mogelijkheid de damwandplan A in ingrijping te doen treden met een tweede, soortgelijke damwandplan A' (zie de streeplijnen in figuur 1).
Bij de in figuur 1 getoonde damwandplank A is aan de rechterkant, nabij de betreffende langsrandformatie 1, een bijvoorbeeld uit bandstaal bestaande materiaalstrook 3 met één langsrand bij 6 op de 45 buitenzijde van de rechter schuine trapeziumzijde 5 door lassen bevestigd. De materiaalstrook 4 reikt daarbij vrijdragend over de leidgroef 2 heen en ligt met zijn van de bevestigingslas 6 afgekeerde vrije langsrand-gedeelte 4a aan of nagenoeg aan op de vrije langsrand 3 van de plank A.
Veronderstel nu, dat plank A in figuur 1 een reeds in de grond gedreven damwandplank voorstelt, en dat een tweede plan A' rechts van plank A in de grond gedreven wordt, zodanig dat de linker langsrandformatie 50 schuivend in ingrijping treedt met de rechter langsrandformatie van de plank A.
Het de bodem van de leidgroef in de linker langsrandformatie van de plan A' vormend wanddeel 7 zal het vrijliggende langsrandgedeelte 4a van de materiaalstrook 4 van de vrije langsrand 3 van de plank A geleidelijk - onder voortgaande vervorming van de materiaalstrook 4 - oplichten, waardoor de materiaalstrook uiteindelijk over zijn gehele lengte (hoogte) onder spanning op de buitenzijde van het wanddeel 8 55 komt aan te liggen (figuur 2).
Figuur 3 toont het geval, waarin planken worden gebruikt die aan beide kanten van een de betreffende leidgroef overdekkende materiaalstrook zijn voorzien. Daarbij is het ook mogelijk aan de ene kant over de

Claims (2)

3 193111 bovenste helft van een plank een materiaalstrook aan te brengen en aan de andere kant de onderste helft van de betreffende leidgroef te overdekken. De met het indrijven van de volgende plank A' voortschrijdende vervorming van de materiaalstrook 3 is weergegeven in figuur 4. 5 Duidelijk zal zijn, dat wanneer bijvoorbeeld de met een materiaalstrook overdekte leidgroef in de rechter langsrandformatie van een eerder ingedreven damwandplank met een afdichtingsmassa is gevuld (waartoe de overdekte leidgroef aan het benedeneinde is afgesloten), deze massa zich bij het indrijven van de volgende plank - rechts van de reeds ingedreven plank - allereerst naar de met 8 aangegeven ruimte zal uitwijken en zich tussen de over elkaar grijpende vlakken van de betreffende langsrandformaties zal 10 verdelen, alvorens bij 9 naar buiten te treden.
1. Werkwijze voor het slaan van een damwand door het achtereenvolgens in de grond drijven van met complementair gevormde, een opneem/leidgroef bevattende langsrandformaties schuivend in elkaar grijpende damwandplanken, waarbij men telkens een volgende plank met zijn betreffende langsrandformatie van boven af in de opneem/leidgroef van de aangrenzende langsrandformatie van de voorgaande, reeds ingedreven plank doet schuiven en waarbij men telkens, voorafgaande aan het indrijven van een damwand-20 plank, ter plaatse van de van een eerder ingedreven plank afgekeerde vrije langsrandformatie daarvan, een vervormbare afdekstrook aanbrengt, welke afdekstrook met één langsrand op het aan de opneem/leidgroef in die langsrandformatie grenzende lijfgedeelte van de plank wordt bevestigd, en wel zodanig, dat de strook over de betreffende opneem/leidgroef heen reikt en deze groef afsluit onder vorming van een rondom gesloten holte, welke bovendien aan het ondereinde van de plank wordt afgesloten en die vóór het 25 inbrengen van de volgende plank met een afdichtingsmassa wordt gevuld, welke strook bij het indrijven van de volgende plank door de aangrenzende langsrandformatie van die volgende plank geleidelijk wordt vervormd en weggedrukt van de langsrandformatie van de reeds ingedreven plank, met het kenmerk, dat men de afdekstrook (4) zodanig vormt en aanbrengt, dat deze vanaf de bevestigingsplaats op de damwandplank (A) zonder buiging recht naar de aangrenzende langsrand (3) van de opneem/leidgroef (2) loopt en 30 daartegen aanligt, een en ander zodanig, dat het vervormen en wegdrukken van de strook (4) bij het indrijven van de volgende plank (A') geschiedt door de opneem/leidgroefbodem (7’) van de aangrenzende langsrandformatie (1') van die volgende plank (A'), die de strook (4) van de langsrand (3) van de reeds ingedreven plank (A) wegdrukt, waardoor de strook (4) op die opneem/leidgroefbodem (7') komt aan te liggen en daarop een naar de langsrandformatie (1) van de reeds eerder ingedreven plank (A) toe en dwars 35 op het vlak van de te vormen damwand gerichte kracht uitoefent.
2. Damwandplan kennelijk bestemd voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 1. Hierbij 1 blad tekening
NL9500046A 1995-01-10 1995-01-10 Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank. NL193111C (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500046A NL193111C (nl) 1995-01-10 1995-01-10 Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank.
DE1996600255 DE69600255T2 (de) 1995-01-10 1996-01-09 Methode zum Einrammen einer Spundwand in den Boden und Bohle für deren Anwendung
EP19960200037 EP0722017B1 (en) 1995-01-10 1996-01-09 A method for driving a sheet pile wall into the ground as well as a sheet pile to be used therewith

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500046 1995-01-10
NL9500046A NL193111C (nl) 1995-01-10 1995-01-10 Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9500046A NL9500046A (nl) 1996-08-01
NL193111B NL193111B (nl) 1998-07-01
NL193111C true NL193111C (nl) 1998-11-03

Family

ID=19865436

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500046A NL193111C (nl) 1995-01-10 1995-01-10 Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0722017B1 (nl)
DE (1) DE69600255T2 (nl)
NL (1) NL193111C (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
LU90557B1 (en) 2000-03-29 2001-10-01 Internat Sheet Piling Company Method for driving sheet piles

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2197439A5 (nl) * 1972-08-25 1974-03-22 Pont A Mousson
NL8602762A (nl) * 1986-10-31 1988-05-16 Hattum & Blankevoort Bv Werkwijze voor het vervaardigen van een damwand alsmede damwandplank.
GB2228760B (en) * 1989-03-03 1993-04-07 Univ Waterloo In-ground barrier
LU88397A1 (fr) * 1993-08-27 1995-03-01 Profilarbed Sa Procédé pour rendre étanches des assemblages de palplanches, dispositif pour la mise en place du matériau d'étanchement et joint étanche ainsi réalisé

Also Published As

Publication number Publication date
DE69600255T2 (de) 1998-08-27
NL9500046A (nl) 1996-08-01
EP0722017B1 (en) 1998-04-29
EP0722017A1 (en) 1996-07-17
DE69600255D1 (de) 1998-06-04
NL193111B (nl) 1998-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5071280A (en) Slant and skew nailing device
US5531455A (en) Expansion joint sealing element
US6237300B1 (en) Wall stud connectors
NL8000975A (nl) Sandwichpaneelelement.
NL193111C (nl) Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank.
US7278803B1 (en) Corrugated asymmetrical retaining wall panel
US6235987B1 (en) Cable tie
NL8005563A (nl) Koppelplaat.
NL8801592A (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken hulpprofiel.
NL8602762A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een damwand alsmede damwandplank.
AU733172B2 (en) Buried wall case
KR20000071456A (ko) 거푸집의 제거를 용이하게 하는 장치
NL8000397A (nl) Verbindingsplaat.
BE1011054A3 (nl) Beschoeiingswand en daarbij gebruikte beschoeiingsplaten.
SU1294921A1 (ru) Арматурный элемент дл усилени грунтового основани
WO1986007333A1 (en) Metal tie
NL8800633A (nl) Inrichting voor het monteren van deuren en vensters.
NL9301636A (nl) Werkwijze voor het slaan van een damwand.
GB2121909A (en) Frame construction
NL9301637A (nl) Werkwijze voor het slaan van een damwand.
NL8005106A (nl) Inmetselkozijn.
BE1008798A3 (nl) Draadstijl voor pleisterwerk.
NL1004481C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het in de grond vervaardigen van een wand uit uithardbaar materiaal, zoals beton.
GB2242209A (en) A sleeve for a wall tie
NL8501196A (nl) Werkwijze voor het vormen van een keer- of damwand.

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
BT A document has been added to the application laid open to public inspection
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030801