BE1008798A3 - Draadstijl voor pleisterwerk. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een draadstijl (1) voor pleisterwerk bestaande uit een strip van aan elkaar gelaste, gebogen diagonaaldraden (2) en langsdraden (3), waarbij de strip om een langsdraad (4) onder een hoek geplooid is om aldus een draadstijl (1) met een nagenoeg V-vormige dwarsdoorsnede te vormen, waarbij de op de top van de draadstijl (1) gelegen langsdraad (4) voorzien is van een langsprofiel (7) met een nagenoeg driehoekvormige dwarsdoorsnede.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    DRAADSTIJL   VOOR PLEISTERWERK De uitvinding heeft betrekking op een draadstijl voor pleisterwerk bestaande uit een strip van aan elkaar gelaste, gebogen diagonaaldraden (2) en langsdraden (3), waarbij de strip om een langsdraad (4) onder een hoek geplooid is om aldus een draadstijl   (1)   met een nagenoeg V-vormige dwarsdoorsnede te vormen. 



  Dergelijke draadstijlen uit verzinkt staaldraad zijn algemeen bekend en worden door aanvraagster N. V. Bekaert   S. A.   verkocht onder de merknaam   WIDRA.   Een dergelijke draadstijl is o. a. beschreven in het   U. S. A. octrooi 3. 175. 330.   



  Dergelijke draadstijlen worden in het bijzonder gebruikt als pleister-profiellijsten bij het bepleisteren van wandoppervlakken, in het bijzonder aan de hoeken van bouwdelen. Deze draadstijlen vertonen vele voordelen, zoals i. h. b. de zeer open netstruktuur waardoor de aan elkaar gelaste staaldraden zeer goed ingebed zijn in het pleistermateriaal of de stucadoorspecie van de aangebrachte deklaag. 



  Een nadeel van de tot nu toe bekende draadstijlen of pleisterprofiellijsten is dat de op de top van de draadstijl gelegen langsdraad gemakkelijk bloot komt te liggen of dat het pleistermateriaal, die meestal wordt opgespoten, gemakkelijk loskomt van de toplangsdraad van de draadstijl, waardoor die toplangsdraad gemakkelijk aanleiding geeft tot roestvorming. 



  Uit het reeds genoemde   U. S. A. octrooi 3. 175. 330   is het reeds bekend om de toplangsdraad te voorzien van een over die draad heen geschoven kunststofhuls of-mof. Hierdoor is het probleem van de roestvorming van de toplangsdraad weliswaar opgelost ; maar men stelt nu echter vast, dat het probleem van het loskomen van het pleistermateriaal of de stucadoorspecie nog groter is. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Aanvraagster vermoedt dat het loskomen van het pleistermateriaal of de stucadoorspecie te wijten is aan het feit, dat de granulaten of korrels van het pleistermateriaal gemakkelijk over het gebogen of ronde oppervlak van de toplangsdraad of de daarover heen geschoven kunststofhuls glijden. 



  De uitvinding heeft tot doel een draadstijl van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, waarbij het probleem van het loskomen van het pleistermateriaal aan de toplangsdraad van de draadstijl grotendeels wordt opgeheven. 



  Hiertoe stelt de uitvinding voor dat de op de top van de draadstijl gelegen langsdraad voorzien is van een langsprofiel met een nagenoeg driehoekvormige dwarsdoorsnede. 



  Er werd nu vastgesteld, dat bij een draadstijl volgens de uitvinding, het probleem van het loskomen van het pleistermateriaal nagenoeg volledig werd opgeheven. 



  De uitvinding zal worden toegelicht in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening. In de tekening tonen : Figuur   1,   in perspectief, een deel van een draadstijl met een over de toplangsdraad heen geschoven kunststofhuls volgens de stand van de techniek ; Figuur 2, een dwarsdoorsnede volgens de lijn   II-II'in   
 EMI2.1 
 figuur 1 ; Figuur 3, een dwarsdoorsnede analoog aan figuur 2, maar nu door een eerste uitvoeringsvorm van een draadstijl volgens de uitvinding ; Figuren 4 - 7, dwarsdoorsneden analoog aan de figuren 2 en 3, maar door andere uitvoeringsvormen van een draadstijl volgens de uitvinding. 



  Figuur 1 toont in perspectief een draadstijl 1 volgens de stand van de techniek. De draadstijl 1 bestaat uit aan elkaar gelaste gebogen diagonaaldraden 2 en langsdraden 3. De diagonaal- 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 draden 2 zijn bij voorkeur sinusoidaalvormig vervormd. De langsdraden 3 zijn bij voorkeur nagenoeg volledig recht. De aan elkaar gelaste diagonaaldraden 2 en langsdraden 3 vormen een draadstrip met een zeer open netstruktuur. De draadstijl 1 is om een langsdraad 4 onder een hoek geplooid om aldus een draadstijl met een nagenoeg V-vormige dwarsdoorsnede te vormen. 



  Dergelijke draadstijlen 1 zijn algemeen bekend en worden in het bijzonder gebruikt als pleister-profiellijsten bij het bepleisteren van muren ; zoals voor het pleisteren van wandoppervlakken 5 aan de hoeken van bouwdelen. Aanvraagster N. V. BEKAERT   S. A.   verkoopt dergelijke draadstijlen of pleister-profiellijsten onder de merknaam   WIDRAO.   



  Een nadeel van de tot nu toe bekende draadstijlen 1 is dat de toplangsdraad 4 gemakkelijk bloot komt te liggen, waardoor die draad 4 gemakkelijker aanleiding geeft tot roestvorming met alle daaraan verbonden nadelen. Het is reeds bekend om een dergelijke draadstijl 1 te vervaardigen uit verzinkte staaldraden om aldus het probleem van de roestvorming proberen op te lossen. Toch is deze oplossing niet doeltreffend genoeg voor de toplangsdraad 4, die het dichtst bij het buitenoppervlak van de gepleisterde wand 5 gelegen is. Uit het reeds genoemde   U. S. A.   octrooi 3. 175. 330 is het bekend om de toplangsdraad 4 daarom te voorzien van een over die toplangsdraad 4 heen geschoven kunststofhuls 6 (zie figuur 1). 



  Figuur 2 toont duidelijk in dwarsdoorsnede de over de langsdraad 4 heen geschoven kunststofhuls 6 volgens de stand van de techniek. Aanvraagster heeft nu vastgesteld, dat het probleem van de roestvorming hierdoor weliswaar is opgelost ; maar dat het probleem van het loskomen van de stucadoorspecie of het pleistermateriaal in de omgeving van de toplangsdraad 4 nog groter is. 



   Figuur 3 toont in dwarsdoorsnede een eerste uitvoeringsvorm van een draadstijl 1 volgens de uitvinding. De toplangsdraad 4 is 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 voorzien van een langsprofiel 7 met een nagenoeg driehoekvormige dwarsdoorsnede. Het langsprofiel 7 bestaat bij voorkeur uit kunststof en is over de gehele lengte aan de langsdraad 4 vastgelijmd. 



  Figuur 4 toont in dwarsdoorsnede een tweede uitvoeringsvorm van een draadstijl 1 volgens de uitvinding. Hierbij is de toplangsdraad 4 volledig ingebed in het langsprofiel 7. Ook hier is het langsprofiel 7 bij voorkeur uit kunststof vervaardigd. 



  Figuur 5 toont in dwarsdoorsnede een derde uitvoeringsvorm van een draadstijl 1 volgens de uitvinding. Hierbij is de toplangsdraad 4 voorzien van een kunststofhuls of hol profiel 7 met een nagenoeg driehoekvormige dwarsdoorsnede, die over de langsdraad 4 heen geschoven is. De huls 7 is daartoe voorzien van een langsgleuf 8. 



  Figuur 6 toont in dwarsdoorsnede een vierde uitvoeringsvorm van een draadstijl 1 volgens de uitvinding. Hierbij is de toplangsdraad 4 voorzien van een kunststofhuls 7 met een langsgleuf 8 en twee opstaande langslippen 9. 



  Figuur 7 toont in dwarsdoorsnede een vijfde uitvoeringsvorm van een draadstijl 1 volgens de uitvinding. Hierbij is de toplangsdraad 4 voorzien van een kunststofhuls 7 met een langsgleuf 8 en twee langsgroeven 10. 



  Er werd nu vastgesteld dat het loskomen van het pleistermate-   riaal   aan de toplangsdraad 4 bij een draadstijl 1 volgens de uitvinding nagenoeg volledig werd opgeheven. De verankering van het pleistermateriaal of de stucadoorspecie aan de top 4 van een draadstijl 1 volgens de uitvinding is waarschijnlijk te danken aan het feit dat de korrels of de granulaten van het pleistermateriaal beter vasthaken achter het langsprofiel 7 met driehoekvormige dwarsdoorsnede. Dit is in het bijzonder het geval bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 7, waar de langs- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 groeven 10 een sterke verankering van het pleistermateriaal bewerkstelligen.

Claims (5)

1. CONCLUSIES 1. Draadstijl (1) voor pleisterwerk bestaande uit een strip van aan elkaar gelaste, gebogen diagonaaldraden (2) en langsdraden (3), waarbij de strip om een langsdraad (4) onder een hoek geplooid is om aldus een draadstijl (l) met een nagenoeg V-vormige dwarsdoorsnede te vormen, met het kenmerk dat de op de top van de draadstijl (1) gelegen langsdraad (4) voorzien is van een langsprofiel (7) met een nagenoeg driehoekvormige dwarsdoorsnede.
2. 2. Draadstijl (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de toplangsdraad (4) in het driehoekvormige langsprofiel (7) EMI6.1 ingebed is.
3. 3. Draadstijl (l) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het driehoekvormige langsprofiel (7) een hol profiel is, dat voorzien is van een langsgleuf (8) en over de toplangsdraad (4) heen geschoven is.
4. 4. Draadstijl (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het holle langsprofiel (7) voorzien is van twee opstaande langslippen (9), die om de toplangsdraad (4) heen grijpen.
5. 5. Draadstijl (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het holle langsprofiel (7) voorzien is van twee langsgroeven (10).