NL9301637A - Werkwijze voor het slaan van een damwand. - Google Patents
Werkwijze voor het slaan van een damwand. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9301637A NL9301637A NL9301637A NL9301637A NL9301637A NL 9301637 A NL9301637 A NL 9301637A NL 9301637 A NL9301637 A NL 9301637A NL 9301637 A NL9301637 A NL 9301637A NL 9301637 A NL9301637 A NL 9301637A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plank
- ground
- connecting line
- driven
- attachment
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D13/00—Accessories for placing or removing piles or bulkheads, e.g. noise attenuating chambers
- E02D13/06—Accessories for placing or removing piles or bulkheads, e.g. noise attenuating chambers for observation while placing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Paleontology (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)
Description
Korte aanduiding: Werkwijze voor het slaan van een damwand.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het slaan van een damwand door het achtereenvolgens in de grond drijven van met hun geprofileerde langsranden schuifbaar in elkaar grijpende darawand-plariken.
Een dergelijke werkwijze, waarbij stalen damwandplanken door heien of trillen in de grond worden gedreven, is algemeen bekend. De planken hébben veelal een trapeziumvomige of Z-vormige dwarsdoorsnede en worden achtereenvolgens, hetzij één voor één, hetzij in stellen van twee vooraf met elkaar in ingrijping gébrachte planken, in de grond gébracht. Bij een juiste samenwerking tussen de aangrenzende damwandplanken, d.w.z. bij een zich over de géhele hoogte (lengte) uitstrékkende onderlinge ingrijping van de langsranden van die planken, heeft een aldus verkregen damwand in het algemeen de gewenste mate van waterdichtheid. In de praktijk komt het echter dikwijls voor, dat een damwandplank bij het in de grond drijven aan zijn benedeneinde buiten ingrijping met de aangrenzende, zich reeds in de grond bevindende damwandplank geraakt. In vakkringen spreekt men dan van een "uit het slot lopende" damwandplank.
Een damwand met een of meer van dergelijke, uit het slot gelopen planken is uiteraard verre van waterdicht. De moeilijkheid daarbij is, dat boven de grond veelal niet goed is vast te stellen, of men met een uit het slot lopende damwandplank te maken heeft, dan wel waar dit euvel precies optreedt.
Er zijn reeds voorstellen gedaan om aan deze moeilijkheid tegemoet te komen door het toepassen van sensoren. Deze oplossing heeft echter geen ingang gevonden in verband met de voorzieningen, die daartoe aan de planken moeten worden aangebracht, en in verband met de onbetrouwbaarheid van de door de sensoren afgegeven signalen.
Er is derhalve behoefte aan een eenvoudig, ook onder zwaar bedrijf betrouwbaar werkend middel voor het signaleren van een uit het slot lopende damwandplank, welk middel geen voorzieningen aan de planken zelf vraagt.
Volgens de uitvinding wordt daartoe bij een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort zo te werk gegaan, dat men voorafgaande aan het indrijven van een volgende plank een met een verbindingslijn aan een punt boven de grond bevestigd hulpstuk met een in verhouding tot de plankafmetingen geringe lengte en breedte in schuifbare ingrijping brengt met de vrije langsrand van het boven de grond uitstekende einde van een eerder ingedreven plank, waarna men, onder meegeven van de verbindingslijn, het hulpstuk door en met de volgende plank in de grond drijft.
Zo lang er bij het indrijven van de plank verbindingslijnlengte moet worden "toegegeven" is dit een teken, dat het benedeneinde van de plank stuik tegen het hulpstuk drukt en derhalve goed in het slot moet zitten.
Zodra echter bij het indrijven van de plank de verbindingslijn niet verder behoeft te worden gevierd en het plankeinde dus blijkbaar het contact met het hulpstuk heeft verloren, is dit een aanwijzing, dat de plank "uit het slot" is geraakt. De plank kan dan worden "getrokken" om daarna een nieuwe plank te kunnen indrijven. Het hulpstuk kan daarbij worden "teruggewonnen", door het eenvoudig op te hijsen.
Wanneer het indrijven zonder storingen verloopt, zijn er twee mogelijkheden: 1. De volgende plank wordt tenminste tot dezelfde diepte ingedreven als de voorafgaande plank en 2. De volgende plank wordt tot een kleinere diepte ingedreven dan de voorafgaande plank.
In het eerste geval zal het hulpstuk eenvoudig aan de onderzijde van de reeds eerder ingedreven plank buiten ingrijping met die plank worden gedrukt en kan het hulpstuk daarna eenvoudig door de grond heen naar boven worden getrokken.
In het tweede geval blijft het hulpstuk in ingrijping met de langsrand van de eerder ingedreven plank en kan het derhalve niet voor verder gébruik worden teruggewonnen. Het hulpstuk is echter een naar verhouding goedkoop hulpmiddel, zodat het geen bezwaar is, de verbindingslijn boven de grond door te snijden en het hulpstuk als verloren te beschouwen.
Het verdient aanbeveling de verbindingslijn onder spanning te doen meegeven en de toegegeven lengte te meten. Op deze wijze is de plaats, waar een plank uit het slot loopt, nauwkeurig vast te stellen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een "damwandslot-verklikker" bestaande uit een hulpstuk dat kennelijk is ingericht voor toepassing bij de bovenomschreven werkwijze.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief, waarin het indrijven van een darawandplank overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding wordt geïllustreerd; fig. 2A is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, waarin het "uit het slot lopen" van een darawandplank is te zien en waarbij het hulpstuk in een eerste uitvoeringsvorm wordt getoond en fig. 2B toont een dwarsdoorsnede door het slotgedeelte van twee in elkaar grijpende damwandplanken, waarbij een gewijzigde uitvoer ingsringsvorm van het hulpstuk is toegepast en de verbindingslijn door de slotruimte heen loopt.
In fig. 1 zijn op schematische wijze twee trapeziuravormige damwandplanken 1 en 2 weergegeven, waarvan de plank 1 reeds op de gewenste diepte in de grond zit en de plank 2 nog (verder) in de grond moet worden gedreven (zie de pijlrichting).
De planken 1 en 2 grijpen op de bekende wijze met hun langs-randen of "kralen" la en 2a in elkaar.
Alvorens de nog in te drijven plank 2 met zijn benedeneinde in ingrijping te brengen met het boveneinde van de reeds ingedreven plank 1, wordt eerst van bovenaf een hulpstuk 3 met de omgezette langsrand of kraal la van de reeds ingedreven plank 1 in ingrijping gébracht. Dit hulpstuk is bevestigd aan een staaldraad 4, die op zijn beurt naar een punt boven de grond, zoals de "stabilisator" van een dragline, voert.
Nadat het hulpstuk 3 is aangebracht wordt op gebruikelijke wijze de plank 2 in positie gébracht en ingedreven. Daarbij komt de plank 2 met het ondereinde van de langsrand 2a stuik tegen het boveneinde van het hulpstuk 3 aan te liggen, zodat dit hulpstuk bij het indrijven van de plank met deze plank naar beneden wordt gedreven. Daarbij wordt de staaldraad 4 bij voorkeur onder voorspanning gevierd, terwijl de toegegeven staaldraadlengte wordt gemeten, zodat op elk moment kan worden vastgesteld, op welke diepte het hulpstuk 3 zich bevindt.
Zodra nu tijdens het indrijven van de plank 2 het benedeneinde daarvan "uit het slot" dreigt te lopen, zal het contact tussen het benedeneinde van de langsrand 2a en het hulpstuk 3 verminderen en tenslotte geheel worden verbroken. Vanaf dat moment zal het hulpstuk 3 niet verder worden meegenomen. Boven de grond wordt dit geconstateerd aan de hand van het niet verder meegeven van de staaldraad 4.
In fig. 2A en 2B zijn twee mogelijke uitvoeringsvormen van het hulpstuk 3 getoond.
In de uitvoeringsvorm volgens fig. 2A, welke een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 toont, bestaat het hulpstuk 3 uit een kerndeel 3a, dat in de door de omgezette langsrand la begrensde slot-ruimte 5 is opgenomen, en een aan de buitenzijde om de langsrand la heen buigend deel 3b met een bevestigingsoog 6 voor het bevestigen van de staaldraad 4.
Fig. 2A laat het moment zien, waarop de langsrand 2a van de plank 2 geheel buiten ingrijping met het hulpstuk 3 is gekomen. Te zien is, dat de plank 2 op dat moment reeds betrekkelijk ver "uit het slot" is geraakt.
In de uitvoeringsvorm volgens fig. 2B bestaat het hulpstuk 2' slechts uit een de slotruimte 5 opvullend en aan de dwarsdoorsnede daarvan aangepast deel en is de staaldraad 4 aan het bovenste kopvlak van het hulpstuk 2' bevestigd, zodat de draad door de slotruimte 5 heen loopt.
Bij de uitvoering volgens fig. 2B is, in vergelijking tot die volgens fig. 2A, het aan de buitenzijde rond de langsrand la heen buigende gedeelte dus komen te vervallen.
Zoals uit fig. 2B is te zien komt de plank 2a reeds zeer snel na de neiging tot "uit het slot lopen" geheel buiten ingrijping met het hulpstuk 2’ en wordt die neiging dus in een zeer vroeg stadium gesignaleerd.
Daartegenover staat dat het hulpstuk 2' na het indrijven van een damwandplank niet kan worden teruggewonnen. Voor elke plank is dus een afzonderlijk hulpstuk en een met de planklengte overeenkomende stuk staaldraad nodig.
Claims (5)
1. Werkwijze voor het slaan van een darawand door het achtereenvolgens in de grond drijven van met hun geprofileerde langsranden schuifbaar in elkaar grijpende damwandplariken, met het kenmerk, dat men voorafgaande aan het indrijven van een volgende plank een met een verbindingslijn aan een punt boven de grond bevestigd hulpstuk met een in verhouding tot de plankafmetingen geringe lengte en breedte in schuifbare ingrijping brengt met de vrije langsrand van het boven de grond uitstekende einde van een eerder ingedreven plank, waarna men, onder meegeven van de verbindingslijn, het hulpstuk door en met de volgende plank in de grond drijft.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men de verbindingslijn onder spanning doet meegeven en de toegegeven verbindingslijnlengte meet.
3. Werkwijze volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat de verbindingslijn wordt bevestigd aan een aan de buitenzijde om de vrije langsrand van de laatst ingedreven damwandplank heen buigend deel van het hulpstuk.
4. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de verbindingslijn wordt bevestigd aan het bovenste kopse einde van het de door de langsrand van de laatst ingedreven damwandplank begrensde slotruimte vullende (gedeelte van het) hulpstuk.
5. Damwand-slotverklikker, bestaande uit een hulpstuk, dat kennelijk is ingericht voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusies 1-4.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9301637A NL9301637A (nl) | 1993-09-22 | 1993-09-22 | Werkwijze voor het slaan van een damwand. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9301637 | 1993-09-22 | ||
NL9301637A NL9301637A (nl) | 1993-09-22 | 1993-09-22 | Werkwijze voor het slaan van een damwand. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9301637A true NL9301637A (nl) | 1995-04-18 |
Family
ID=19862909
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9301637A NL9301637A (nl) | 1993-09-22 | 1993-09-22 | Werkwijze voor het slaan van een damwand. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9301637A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1030999C2 (nl) * | 2006-01-25 | 2007-07-26 | Johannes Gerardus Van Coterlet | Werkwijze voor het vervaardigen van een damwand, alsmede damwandplank daarvoor. |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0431710A1 (en) * | 1989-12-08 | 1991-06-12 | Hollandsche Beton Groep N.V. | Lock monitoring system |
NL9102123A (nl) * | 1991-12-18 | 1993-07-16 | Aannemingsbedrijf Zeiderveld A | Inrichting voor het controleren van de stand van damwandprofielen ten opzichte van elkaar. |
-
1993
- 1993-09-22 NL NL9301637A patent/NL9301637A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0431710A1 (en) * | 1989-12-08 | 1991-06-12 | Hollandsche Beton Groep N.V. | Lock monitoring system |
NL9102123A (nl) * | 1991-12-18 | 1993-07-16 | Aannemingsbedrijf Zeiderveld A | Inrichting voor het controleren van de stand van damwandprofielen ten opzichte van elkaar. |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1030999C2 (nl) * | 2006-01-25 | 2007-07-26 | Johannes Gerardus Van Coterlet | Werkwijze voor het vervaardigen van een damwand, alsmede damwandplank daarvoor. |
US8235630B2 (en) | 2006-01-25 | 2012-08-07 | Johannes Gerardus Van De Coterlet | Method for producing a sheet pile wall and sheet pile plank therefor |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4694628A (en) | Metal building panel with standing seam edge formations | |
NL8000975A (nl) | Sandwichpaneelelement. | |
US4840005A (en) | Purlin bridging | |
US4331218A (en) | Scaffold plank | |
NL7906507A (nl) | Samenstel voor het ondersteunen van gipsplaten. | |
NL7807256A (nl) | Samenstel voor het ondersteunen van gipsplaten. | |
IE50212B1 (en) | Construction plate for a ditch construction device | |
NL9301637A (nl) | Werkwijze voor het slaan van een damwand. | |
NL1030999C2 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een damwand, alsmede damwandplank daarvoor. | |
SE459761B (sv) | Beklaednadselement | |
NL9301636A (nl) | Werkwijze voor het slaan van een damwand. | |
NL1010572C2 (nl) | Wapeningsbeugel voor toepassing in metselwerk alsmede aldus gevormd metselwerk. | |
NL7908273A (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een keer- of damwand en wand vervaardigd volgens de werkwijze. | |
BE1017979A3 (nl) | Werkwijze en installatie voor het in een onder water gelegen bodem inbrengen van een damwand. | |
KR20190119427A (ko) | 경량형 케이블 트레이 | |
AU2020234661A1 (en) | Metal shutter in particular for protection against cyclones | |
BE1015029A3 (nl) | Stellingladder. | |
FR2622908B1 (fr) | Palplanches metalliques profilees a boucles laterales ouvertes complementaires,et rideaux constitues a partir desdites palplanches | |
NL2028718B1 (nl) | Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken | |
NL193111C (nl) | Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank. | |
NL9402032A (nl) | Werkwijze voor het slaan van een damwand. | |
US4023765A (en) | Concrete floor forming system | |
JP2694715B2 (ja) | 地中連続壁の継手構造 | |
NL1021036C2 (nl) | Kantplanksysteem, alsmede kantplank en koppelelement. | |
NL1016656C2 (nl) | Bekistingssysteem en werkwijze hiervoor. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |