NL2028718B1 - Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken - Google Patents

Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken Download PDF

Info

Publication number
NL2028718B1
NL2028718B1 NL2028718A NL2028718A NL2028718B1 NL 2028718 B1 NL2028718 B1 NL 2028718B1 NL 2028718 A NL2028718 A NL 2028718A NL 2028718 A NL2028718 A NL 2028718A NL 2028718 B1 NL2028718 B1 NL 2028718B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
partition
recess
longitudinal
plank
partition board
Prior art date
Application number
NL2028718A
Other languages
English (en)
Inventor
J De Kroon G
Original Assignee
Nigtevecht Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nigtevecht Beheer B V filed Critical Nigtevecht Beheer B V
Priority to NL2028718A priority Critical patent/NL2028718B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2028718B1 publication Critical patent/NL2028718B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/02Sheet piles or sheet pile bulkheads
    • E02D5/03Prefabricated parts, e.g. composite sheet piles
    • E02D5/10Prefabricated parts, e.g. composite sheet piles made of concrete or reinforced concrete
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/02Sheet piles or sheet pile bulkheads
    • E02D5/03Prefabricated parts, e.g. composite sheet piles
    • E02D5/10Prefabricated parts, e.g. composite sheet piles made of concrete or reinforced concrete
    • E02D5/12Locking forms; Edge joints; Pile crossings; Branch pieces

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Composite Materials (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken, bijvoorbeeld damwandplanken, (1) in een bodem, omvattende de stappen van: — het in de bodem voeren van een eerste damwandplank (l), waarbij de damwandplank (1) een basislichaam. (2) met tegenover elkaar liggende longitudinale zijden (3, 4) omvat, welke beide longitudinale zijden (3, 4) elk een zich in de longitudinale richting over een longitudinale afstand uitstrekkende uitsparing (5) omvatten, welke uitsparing (5) een vanaf de longitudinale zijde (3; 4) toegankelijke toegangsopening (6) heeft, welke toegangsopening (6) over ten minste een deel van de longitudinale afstand smaller is dan een grootste inwendige breedte van de uitsparing (5), — het in de uitsparing (5) plaatsen van een eerste koppeldeel (8) van een koppelstuk (7), en — het aanliggend aan een longitudinale zijde (3, 4) van de eerste damwandplank (l) voeren van een tweede damwandplank (l’), welke tweede damwandplank (l’) aan de aanliggende zijde een uitsparing (5’) omvat, zodanig dat een tweede koppeldeel (9) van het koppelstuk in de uitsparing (5’) wordt opgenomen.

Description

P710/NLpd
WERKWIJZE VOOR HET PLAATSEN VAN AFSCHEIDINGSPLANKEN IN EEN BODEM EN EEN AFSCHEIDINGSPLANK VOOR HET ONDERLING KOPPELEND PLAATSEN VAN
AFSCHEIDINGSPLANKEN De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken volgens de aanhef van conclusie 1. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een afschei- dingsplank voor het onderling koppelend kunnen plaatsen van aan- liggende afscheidingsplanken volgens de aanhef van conclusie 5.
De term “afscheidingsplank” heeft betrekking op alle soorten plankvormige voorwerpen en constructies die in een bodem kunnen worden gebracht om een scheiding tussen twee door de betreffende afscheidingsplank gescheiden bodemstructuren te bewerkstelligen. In deze beschrijving zal voornamelijk gebruik worden gemaakt van de term “damwandplank”. Een damwandplank wordt veelal gebruikt bij het vormen van oeverafscheidingen maar de uitvinding is daartoe niet beperkt. De afscheidingsplank volgens de uitvinding kan van vele materialen worden vervaardigd, waarbij de voorkeur uitgaat naar beton of een ander uithardbaar materiaal dat in elk geval de sterkte heeft om een toepassing als afscheidingsplank, bijvoor- beeld als damwandplank, te weerstaan.
Afscheidingsplanken zijn in de techniek bekend. Deze worden in de vorm van damwandplanken gebruikt voor het aanbrengen van een afscheiding tussen een waterloop en vaste grond die de waterloop begrenst. Doorgaans bestaan damwandplanken uit beton die middels een mes en groef verbinding tegen elkaar aan geplaatst worden. El- ke damwandplank is aan een eerste longitudinale zijde voorzien van een groef en aan een tegenoverliggende longitudinale zijde voor- zien van een mes. Nadat een eerste damwandplank in de bodem is aangebracht wordt een tweede damwandplank in de bodem gevoerd, zo- danig dat een eerste longitudinale zijde van de tweede damwand- plank die is voorzien van de groef tegen de tweede longitudinale zijde van de eerste damwandplank die is voorzien van een mes, is gelegen. Om hierbij een daadwerkelijk goede verbinding te verkrij- gen is veel vakmanschap nodig. De kans dat de tweede damwandplank niet strak aanliggend tegen de eerste damwandplank is gelegen is zeer groot, bijvoorbeeld vanwege obstakels in de bodem.
Deze bekende afscheidingsplank en de te gebruiken werkwijze om deze in de bodem te voeren kent derhalve nadelen. In de tech- niek is hiervoor geen eenvoudige oplossing beschikbaar. Momenteel wordt hiervoor een separaat drijvend te blokkeren geleidingssys- teem met een (hydraulisch) aandrukmechanisme gebruikt.
De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen voor het in de bodem voeren van afscheidingsplanken.
In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een dergelijke werkwijze te verschaffen voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken.
In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een werkwijze te verschaffen waarbij de werkwijze snel en met zekerheid kan wor- den uitgevoerd.
Tevens heeft de uitvinding tot doel een verbeterde afschei- dingsplank voor toepassing in de werkwijze te verschaffen.
In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een afschei- dingsplank te verschaffen die een eenvoudige plaatsing van een af- scheidingsplank tegen een eerder geplaatste afscheidingsplank mo- gelijk maakt.
In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een afschei- dingsplank te verschaffen die het eenvoudig mogelijk maakt om de in de bodem aan te brengen afscheidingsplank gekoppeld tegen een eerder in de grond aangebrachte aanliggende afscheidingsplank te plaatsen.
Tot slot heeft de uitvinding betrekking op een combinatie van een afscheidingsplank en een koppelstuk.
Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde doelen, verschaft de uitvinding volgens een eerste uitvoeringsvorm een afscheidingsplank die de maatregelen van conclusie 1 bevat. Deze afscheidingsplank heeft het effect dat de in de bodem aange- brachte plank automatisch wordt gekoppeld met de eerder in de bo- dem geplaatste aanliggende plank. De afscheidingsplank volgens de uitvinding zorgt daarmee voor een automatisch correcte positione- ring van elke afscheidingsplank wat de werkzaamheden zeer eenvou-
dig maakt.
Doordat met de afscheidingsplank volgens de uitvinding elke opvolgende afscheidingsplank automatisch een positie aanneemt waarbij de aanliggende zijden van de beide afscheidingsplanken exact tegen elkaar aan zijn gepositioneerd, is de bescherming te- gen erosie van de oever, wanneer de afscheidingsplanken als oever- afscheiding worden gebruikt, zeer hoog. Een dergelijke synergeti- sche werking is een groot voordeel.
Een aanvullend voordeel is dat door de koppeling van alle af- scheidingsplanken een kracht die op een plank wordt uitgeoefend op alle aanliggende planken wordt verdeeld, waardoor de bestendigheid tegen verplaatsing en verzakking sterk wordt gereduceerd ten op- zichte van de afscheidingsplanken uit de stand der techniek.
Volgens de uitvinding wordt derhalve een werkwijze verschaft voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem, omvattende de stappen van: — het in de bodem voeren van een eerste afscheidingsplank, waarbij de afscheidingsplank een basislichaam met tegenover elkaar liggende longitudinale zijden omvat, welke beide longitudinale zijden elk een zich in de longitudinale richting over een longitu- dinale afstand uitstrekkende uitsparing omvatten, welke uitsparing een vanaf de longitudinale zijde toegankelijke toegangsopening heeft, welke toegangsopening over ten minste een deel van de lon- gitudinale afstand smaller is dan een grootste inwendige breedte van de uitsparing, — het in de uitsparing plaatsen van een eerste koppeldeel van een koppelstuk, en - het aanliggend aan een longitudinale zijde van de eerste afscheidingsplank voeren van een tweede afscheidingsplank, welke tweede afscheidingsplank aan de aanliggende zijde een uitsparing omvat, zodanig dat een tweede koppeldeel van het koppelstuk in de uitsparing wordt opgenomen. Met deze werkwijze wordt ten minste een van de hiervoor genoemde effecten en voordelen verkregen.
De uitvinding omvat tevens een uitvoeringsvorm waarbij de stap van het in de uitsparing van een eerste afscheidingsplank aanbrengen van het koppelstuk wordt uitgevoerd voorafgaand aan het in de grond voeren van die eerste afscheidingsplank. Ook heeft de uitvinding betrekking op de uitvoeringsvorm waarbij de stap van het in de uitsparing van een tweede afscheidingsplank aanbrengen van het koppelstuk wordt uitgevoerd voorafgaand aan het in de grond voeren van die tweede afscheidingsplank, in welk geval eerst de eerste afscheidingsplank in de bodem wordt gevoerd, daarna het koppelstuk in de uitsparing van de tweede afscheidingsplank wordt aangebracht en vervolgens de tweede afscheidingsplank in de bodem wordt gevoerd waarbij gelijktijdig het koppelstuk in de uitsparing van de eerste afscheidingsplank wordt gevoerd.
Volgens een voorkeursvariant van de werkwijze volgens de uit- vinding, omvat deze de stap van het gebruik van een H-vormig kop- pelstuk met verticale benen als eerste en tweede koppeldeel en een de beide benen verbindend verbindingslichaam, waarbij het verbin- dingslichaam tussen beide afscheidingsplanken in is gepositio- neerd. Dit heeft als effect dat een eenvoudig en doeltreffende koppeling kan worden gevormd. Het koppelstuk kan eenvoudig over de lengte van de afscheidingsplank in de uitsparing worden gevoerd, waarna vervolgens de tweede afscheidingsplank over het koppelstuk in de bodem kan worden gevoerd.
Ook heeft het de voorkeur dat de uitsparingen zich over de gehele lengte van de afscheidingsplanken uitstrekken. Dit levert een uitstekende opsluiting over de gehele lengte van de afschei- dingsplank op.
In het geval de uitsparingen zich over de gehele afstand van aanliggende delen van de afscheidingsplank uitstrekken verschaft dit het voordeel dat de lengte van het koppelstuk niet langer is dan noodzakelijk, wat met name voordelig is als de uitsparingen zich niet over de gehele lengte uitstrekken maar over slechts een deel van de longitudinale lengte van de afscheidingsplanken.
Volgens een verder aspect van de uitvinding heeft deze be- trekking op een afscheidingsplank die geschikt is voor gebruik in de werkwijze volgens de uitvinding. Deze afscheidingsplank omvat een basislichaam met tegenover elkaar liggende longitudinale zij- den, met het kenmerk, dat de beide longitudinale zijden elk een zich in de longitudinale richting over een longitudinale afstand uitstrekkende uitsparing omvatten, welke uitsparing een vanaf de longitudinale zijde toegankelijke toegangsopening heeft, welke toegangsopening over ten minste een deel van de longitudinale af- stand smaller is dan een grootste inwendige breedte van de uitspa- ring.
Met name heeft het de voorkeur dat van de afscheidingsplank 5 volgens de uitvinding, het basislichaam een uitgehard materiaal omvat. Dit verschaft de mogelijkheid dat de afscheidingsplank kan worden gevormd met een uitsparing die is gevormd middels een in het basislichaam geïntegreerd vormlichaam, opneemprofiel of derge- lijke. Het basislichaam kan om het vormlichaam of opneemprofiel dat de uitsparing in de afscheidingsplank vormt heen worden aange- bracht, door niet uitgehard materiaal om het vormlichaam of op- neemprofiel te positioneren en het vervolgens uit te harden. De uitsparing vormt dan een onlosmakelijk geheel met het basisli- chaam.
Hierna zal in hoofdzaak gebruik worden gemaakt van de term opneemprofiel, waar echter ook elk ander lichaam of ander product voor het kunnen opnemen van het koppelstuk en dat een uitsparing in de afscheidingsplank kan verschaffen, mee wordt bedoeld.
Een bijzonder geschikte uitvoeringsvorm wordt verkregen wan- neer het uitgeharde materiaal beton is, waarmee een duurzame en sterke afscheidingsplank wordt verkregen.
Bij voorkeur is de uitsparing gevormd door een opneemprofiel dat zich uitstrekt langs de longitudinale zijden van de afschei- dingsplank.
Zoals hiervoor genoemd heeft het de voorkeur dat het opneem- profiel integraal in het uitgeharde materiaal van het basislichaam is opgenomen.
Om een verder verbeterde verankering van het opneemprofiel in het basislichaam van de afscheidingsplank te verkrijgen kan het opneemprofiel ankerelementen omvatten voor het vast opsluiten van het opneemprofiel in het basislichaam. De ankerelementen kunnen bijvoorbeeld van het opneemelement afstaande nokken zijn die door het basislichaam worden omsloten en verwijdering van het opneem- element uit het basislichaam op effectieve wijze voorkomen.
Hierbij heeft het met name de voorkeur dat ten minste twee ankerelementen zijn voorzien die zich elk in een andere richting uitstrekken binnen het basislichaam. Daardoor wordt op eenvoudige wijze een schuivende beweging van het opneemelement ten opzichte van het basislichaam voorkomen. Volgens een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op een combinatie van ten minste twee afscheidingsplanken volgens de uitvinding en een koppelstuk, waarbij de afscheidingsplanken een uitsparing omvatten om het koppelstuk in op te nemen. Met deze combinatie kan de werkwijze volgens de uitvinding eenvoudig worden uitgevoerd.
De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden uitgelegd. In de bijbehorende beschrijving wordt de af- scheidingsplank aangeduid als damwandplank, echter zonder daartoe beperkt te zijn. De tekening toont hierbij in: Fig. 1 een schematisch vooraanzicht van twee damwandplanken volgens de uitvinding, Fig. 2 een eindaanzicht van de twee damwandplanken volgens Fig. 1, en Fig. 3 een set van een koppelstuk en twee opneemprofielen voor gebruik in de uitvinding.
In de figuren zijn dezelfde onderdelen middels dezelfde ver- wijzingscijfers aangeduid. Echter, de voor een praktische uitvoe- ring van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn niet alle ge- toond, vanwege de eenvoud van de weergave.
Fig. 1 toont een vooraanzicht van twee damwandplanken 1, 1° die onderling zijn gekoppeld middels een koppelstuk 7 dat in uit- sparingen 5, 5' van de respectievelijke damwandplanken is ge- plaatst.
De damwandplanken 1, 1’ hebben elk tegenover elkaar liggende longitudinale zijden 3, 4 respectievelijk 3’, 4’. Aan elke longi- tudinale zijde is een uitsparing 5; 5’ voorzien. De uitsparingen 5; 5’ zullen tijdens het in de bodem voeren van de damwandplanken in hoofdzaak aanliggend geplaatst zijn. De aanliggende plaatsing wordt eenvoudig verkregen door in de uitsparing 5 van de in de bo- dem aangebrachte damwandplank 1 een eerste koppeldeel 8 van een koppelstuk 7 te plaatsen. Het tweede koppeldeel 3 van het koppel- stuk 7 is buiten de uitsparing 5 van de damwandplank 1 gelegen.
Door de uitsparing 5’ van een tweede damwandplank 1’ om het tweede koppeldeel 9 te voeren en de tweede damwandplank 1’ in de bodem te voren wordt automatisch een aanliggende positionering van de twee- de damwandplank 1’ verkregen. Fig. 3 toont het koppelstuk 7 in meer detail.
Tevens zijn in Fig. 3 twee opneemelementen 11 aan weerszijden van het koppelstuk 7 getoond. De opneemelementen 11 hebben elk een C-doorsnede met een inwendige uitsparing 5 en met een toegangsope- ning 6 naar de inwendige ruimte 6. De beide koppeldelen 8, 9 van het koppelstuk 7 kunnen slechts vanaf een longitudinaal uiteinde in de uitsparing 5 worden gevoerd doordat de toegangsopening 6 kleiner is dan de breedte van de koppeldelen 8, 9.
De exacte vorm van de koppeldelen 8, 9 kan afhankelijk van de gewenste toepassing door de vakman worden bepaald. Bijvoorbeeld kan een strakke passing van de koppeldelen 8, 9 in de uitsparing 5 worden gekozen indien een rechte positionering van een serie dam- wandplanken gewenst is.
Indien een boogvorm met de damwandplanken moet worden gevormd kan het de voorkeur hebben om het koppelstuk 7 te voorzien van een gebogen verbindingslichaam 10. Ook kunnen de koppeldelen 8, 9 elk een van de Figuren afwijkende vorm hebben om speling binnen de uitsparing 5 te verschaffen waardoor een gewenste plaatsing van de opvolgende damwandplank 1’ ten opzichte van de eerdere damwand- plank 1 mogelijk te maken.
Eventueel kan een rechte hoekverbinding tussen twee opvolgen- de damwandplanken 1, 1’ worden gecreëerd met een koppelstuk waar- van het verbindingslichaam 10 een hoek van 90° maakt. Andere hoe- ken zijn eveneens mogelijk, waarbij twee opvolgende damwandplanken een scherpe of stompe hoek ten opzichte van elkaar maken.
Fig. 2 geeft een eindaanzicht, wat zowel een bovenaanzicht als onderaanzicht kan zijn, van twee gekoppelde damwandplanken 1, 1’. Elke damwandplank 1, 1’ heeft een basislichaam 2 waarin aan beide longitudinale zijden 3, 4; 3’, 4' opneemprofielen 11 zijn aangebracht. De beide damwandplanken 1, 1’ zijn onderling gekop- peld door een koppelstuk 7 waarvan twee koppeldelen 8, 3 in aan- liggende uitsparingen 5, 5’ zijn opgenomen.
Meerdere damwandplanken kunnen aan de getoonde twee damwand-
planken 1, 1’ worden gekoppeld door telkens in de uitsparingen 5 een koppeldeel 8; 9 van een koppelstuk 7 te plaatsen en vervolgens het andere koppeldeel van dat koppelstuk in een uitsparing van de volgende damwandplank te voeren en daarbij die volgende damwand- plank in de bodem te voeren.
De uitvinding strekt zich tevens uit over elke combinatie van maatregelen die hiervoor onafhankelijk van elkaar zijn beschreven.
De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.

Claims (12)

CONCLUSIES
1. Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken (1) in een bodem, omvattende de stappen van: — het in de bodem voeren van een eerste afscheidingsplank (1), waarbij de afscheidingsplank (1) een basislichaam (2) met tegen- over elkaar liggende longitudinale zijden (3, 4) omvat, welke bei- de longitudinale zijden (3, 4) elk een zich in de longitudinale richting over een longitudinale afstand uitstrekkende uitsparing (5) omvatten, welke uitsparing (5) een vanaf de longitudinale zij- de (3; 4) toegankelijke toegangsopening (6) heeft, welke toegangs- opening (6) over ten minste een deel van de longitudinale afstand smaller is dan een grootste inwendige breedte van de uitsparing (5): — het in de uitsparing (5) plaatsen van een eerste koppeldeel (8) van een koppelstuk (7), en - het aanliggend aan een longitudinale zijde (3, 4) van de eerste afscheidingsplank (1) voeren van een tweede afscheidingsplank (1), welke tweede damwandplank (1') aan de aanliggende zijde een uitsparing (57) omvat, zodanig dat een tweede koppeldeel (9) van het koppelstuk in de uitsparing (5') wordt opgenomen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stap van het ge- bruik van een H-vormig koppelstuk (7) met verticale benen (8, 9) als eerste en tweede koppeldeel (8, 9) en een de beide benen (8, 9) verbindend verbindingslichaam (10), waarbij het verbindingsli- chaam (10) tussen beide afscheidingsplanken (1, 1’) in is geposi- tioneerd.
3. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitsparingen (5, 5) zich over de gehele lengte van de afschei- dingsplanken (1, 1’) uitstrekken.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitsparingen (5, 57) zich over de gehele afstand van aanliggende delen van de afscheidingsplanken (1, 17) uitstrekken.
5. Afscheidingsplank (1; 1’) omvattende een basislichaam (2) met tegenover elkaar liggende longitudinale zijden (3, 4), met het kenmerk, dat de beide longitudinale zijden (3, 4) elk een zich in de longitudinale richting over een longitudinale afstand uitstrek- kende uitsparing (5) omvatten, welke uitsparing (5) een vanaf de longitudinale zijde (3; 4) toegankelijke toegangsopening (6) heeft, welke toegangsopening (6) over ten minste een deel van de longitudinale afstand smaller is dan een grootste inwendige breed- te van de uitsparing (5).
6. Afscheidingsplank (1;, 1’) volgens conclusie 5, waarbij het ba- sislichaam (2) een uitgehard materiaal omvat.
7. Afscheidingsplank (1; 1’) volgens conclusie 6, waarbij het uit- geharde materiaal beton is.
8. Afscheidingsplank (1; 1’) volgens conclusie 5, 6 of 7, waarbij de uitsparing (5) is gevormd door een opneemprofiel (11) dat zich uitstrekt langs de longitudinale zijden (3, 4) van de afschei- dingsplank (1; 17}.
9. Afscheidingsplank (1; 1’) volgens conclusie 8, waarbij het op- neemprofiel (11) integraal in het uitgeharde materiaal van het ba- sislichaam (2) is opgenomen.
10. Afscheidingsplank (1; 1’) volgens een der conclusies 5-9, waarbij het opneemprofiel (11) ankerelementen (12) omvat voor het vast opsluiten van het opneemprofiel (11) in het basislichaam (2).
11. Afscheidingsplank (1; 1’) volgens een der conclusies 5-10, waarbij ten minste twee ankerelementen (12) zijn voorzien die zich elk in een andere richting uitstrekken binnen het basislichaam (2).
12. Combinatie van ten minste twee afscheidingsplanken (1; 17) volgens een der voorgaande conclusies en een koppelstuk (8), waar-
bij de afscheidingsplanken (1, 1’) een uitsparing omvatten om het koppelstuk in op te nemen.
NL2028718A 2021-07-13 2021-07-13 Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken NL2028718B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2028718A NL2028718B1 (nl) 2021-07-13 2021-07-13 Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2028718A NL2028718B1 (nl) 2021-07-13 2021-07-13 Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2028718B1 true NL2028718B1 (nl) 2023-01-18

Family

ID=84926254

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2028718A NL2028718B1 (nl) 2021-07-13 2021-07-13 Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2028718B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5078360A (en) Prefabricated assembly for poured concrete forming structures
DE602005004148T2 (de) Abziehbalken
AU2011242146B2 (en) Improvements in and in relation to metal edging for concrete slabs
DE3138633A1 (de) Rahmenkonstruktion fuer demontierbare waende od.dgl.
NL2028718B1 (nl) Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken
US10655353B2 (en) Device for securing a post
DE19638151A1 (de) Verschleiß- bzw. Tragstreifenanordnung für die Verwendung in einer Abwasserbehandlungsanlage
US5467567A (en) Spring biased apparatus for maintaining precast panels in a stable removable position in a vertical slot
DE602005005237T2 (de) Bausystem für Holzbetonverbunddecke
DE2718290C2 (de) Bepflanzbare Stützmauer
US5540027A (en) Spring biased apparatus for maintaining precast panels in a stable removable position in a vertical slot
EP0639672B1 (de) Brückenbalken mit einer Befestigung an Träger einer Stahl-Eisenbahnbrücke
AU2010236065B2 (en) Edging For Concrete Slabs
US5349793A (en) Building system
NL8400058A (nl) Hekwerk- of schuttingsysteem.
BE1026855B1 (nl) Koppelingselement voor een afboording
EP1918469B1 (de) Wärmedämmverbundsystem
DE4404933A1 (de) Fugenelement mit Schubdornverbindung
GB2117814A (en) Tunnel support arch
DE2513268A1 (de) Vorgefertigte bauteile fuer schallschutzeinrichtungen, insbesondere an autobahnen, und daraus hergestellte schallschutzwaelle oder -waende
EP1964978B1 (de) Verfahren zur Errichtung einer Kaianlage und Kaianlage
DE3308473C2 (de) Balken- oder Rippendecke
DE3820476A1 (de) Verfahren zur montage einer mit ortbeton vergiessbaren deckenschalung
US20230151558A1 (en) Road surface panels systems
NZ220974A (en) Method for erecting crib wall