BE1015029A3 - Stellingladder. - Google Patents

Abstract

Stellingladder, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit een verticale steun (7) die, enerzijds, voorzien is van sporten (9) en, anderzijds, voorzien is van uitstekende delen of haakmiddelen (10-11) die kunnen samenwerken met opgebouwde stellingelementen (2).

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Stellingladder De huidige uitvinding heeft betrekking op een stellingladder. 



  Men weet dat stellingen, meer speciaal metalen buisstellingen, meestal opgebouwd worden door verticale en horizontale buizen door middel van klemstukken onderling te bevestigen teneinde, samen met het aanbrengen van zogenaamde kruisverbanden, een stevige constructie te bekomen waarop gewerkt kan worden om andere constructies, gebouwen of dergelijke op te trekken en/of te bewerken, bijvoorbeeld bij verfraaiingswerken, herstellingen en dergelijke. 



  Op verschillende hoogten van zulke stellingbouw worden vervolgens werkvloeren voorzien waarop de stellingbouwer, en/of de arbeiders die aan of op zulke constructies werken, zich kunnen verplaatsen. 



  Zowel tijdens het optrekken van zulke stellingen, als bij het gebruik van deze stellingen is het noodzakelijk dat er een mogelijkheid bestaat om zich verticaal te verplaatsen. 



  Zulke verplaatsing wordt dikwijls bekomen doordat, vooral tijdens de bouw van stellingen, de stellingbouwers via de reeds opgebouwde stellingelementen omhoog klimmen, wat echter reglementair niet is toegelaten, maar daarenboven uitermate gevaarlijk is. 



  Om zulke situaties te vermijden, worden ladders aangewend, die aan de buitenzijde van reeds gebouwde of gedeeltelijk gebouwde stellingen worden aangebracht, door middel van 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 buizen en klemmen die worden bevestigd aan deze stellingen. 



  Het nadeel van deze ladders is niet alleen dat zij aan de buitenzijde van de stelling worden aangebracht, doch tevens dat zij slechts kunnen worden aangebracht nadat een gedeelte van de stelling is opgebouwd, zodat er nog steeds in de hoogte een afstand overblijft die zonder ladder moet worden overbrugd, waardoor nog steeds een, zij het verminderde, gevarenzone blijft bestaan. 



  De uitvinding beoogt een stellingladder die verschillende voordelen biedt ten opzichte van de bekende uitvoeringsvormen waarbij de voornoemde en andere nadelen worden uitgesloten. 



  Hiertoe bestaat de stellingladder volgens de uitvinding uit een verticale steun, die, enerzijds, voorzien is van sporten en, anderzijds, van uitstekende delen of haakelementen die kunnen samenwerken met de opgebouwde stellingelementen. 



  Doordat de stellingladder van haakelementen is voorzien die kunnen samenwerken met de bestaande stellingelementen, bekomt men het voordeel dat de stellingladder op een snelle, eenvoudige en veilige manier kan worden aangebracht en terug verwijderd. 



  Ook biedt deze stellingladder volgens de uitvinding het voordeel dat er geen extra materiaal moet worden aangewend zoals buizen, klemmen of dergelijke. 



  Nog een voordeel van een stellingladder volgens de uitvinding is dat zij aan de binnenzijde van de stelling wordt aangebracht, wat zeer veilig is in vergelijking met 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 een ladder die aan de buitenzijde van de stelling wordt voorzien. 



  Vermits, bij de opbouw van stellingen, de stellingladder op een snelle manier kan worden bevestigd en terug worden verwijderd, zal de stellingbouwer automatisch gebruik maken van deze ladder in plaats van langs de reeds gebouwde stelling omhoog te klimmen. 



  Bij voorkeur is de stellingladder gevormd uit minstens één verticale steun, waaraan, op regelmatige afstanden, Vvormige beugels zijn bevestigd waartussen, ter plaatse van de vrije uiteinden van deze beugels, sporten zijn aangebracht, waarbij de verticale steun, voorzien is van haakelementen, die kunnen samenwerken met de van gaten voorziene flenzen die traditioneel op de verticale buizen van zulke stellingen zijn voorzien. 



    In   een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de stellingladder volgens de uitvinding een vergrendeling om te bekomen dat de stellingladder op een stabiele en veilige wijze aan de stelling kan worden bevestigd. 



  Alhoewel zulke ladder in eerste instantie bedoeld is om enkel gebruikt te worden tijdens de montage en demontage van de betreffende stelling, kan zij vanzelfsprekend ook permanent worden gebruikt, waarbij in dit laatste geval, in de werkvloeren, ter plaatse van de ladder, doorgangen worden voorzien. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een stellingladder, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
Figuur 1 in perspectief een schematisch zicht weergeeft van een buizenstelling die voorzien is van een ladder volgens de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft, dat in figuur 1 met F2 is aangeduid; figuur 3 op grotere schaal het gedeelte weergeeft, dat in figuur 1 met F3 is aangeduid; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 2; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 3. 



  In figuur 1 is een gedeeltelijke stelling 1 weergegeven die op bekende wijze bestaat uit een aantal buisvormige verticale stellingelementen 2 en buisvormige horizontale stellingelementen 3. 



  De verticale stellingelementen 2 zijn, zoals gebruikelijk, op bepaalde afstanden voorzien van ringvormige flenzen 4, waarin een aantal gaten 5 zijn voorzien. 



  De horizontale stellingelementen 3 en, eventuele in de tekeningen niet weergegeven kruisverbanden, kunnen op bekende wijze in de gaten 5 van deze flenzen 4 verankerd worden door middel van bevestigingsmiddelen aan de uiteinden van deze stellingelementen 3, respectievelijk kruisverbanden. 



  De stellingladder 6 volgens de uitvinding bevat minstens één verticale steun 7, bij voorkeur in de vorm van een buis, waarbij de lengte van de verticale steun 7, bij voorkeur enigszins groter zal zijn dan de afstand van 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 minstens vier flenzen 4 van een verticaal stellingelement 2. 



  Vanzelfsprekend zal de lengte van de verticale steun 7 in functie zijn van de toepassing. Zo zal bijvoorbeeld, bij grotere tussenruimten tussen de horizontale stellingelementen 3, de steun 7 en aldus de stellingladder 6 langer uitgevoerd worden. 



  In deze uitvoering is de verticale steun 7, voorzien van V-vormig beugels 8, die op geschikte, onderling regelmatige, afstanden op de verticale steun 7 zijn bevestigd, bijvoorbeeld door lassen, waarbij, tussen de vrije uiteinden van deze V-vormige beugels 8, sporten 9 zijn aangebracht. 



  Op de steun 7 zijn verder twee uitstekende delen of haakelementen 10 en 11 bevestigd die zich aan de tegenovergestelde zijde van de V-vormige beugels 8 bevinden. 



  Op het vrije uiteinde van het onderste uitstekende deel 10 is een omlaag gerichte pen 12 voorzien, die bij voorkeur wigvormig is uitgevoerd en waarvan de grootste dwarsafmeting gelijk is aan, of enigszins kleiner is dan, een gat 5 van een flens 4. 



  Het bovenste uitstekende deel 11 is voorzien van een gleuf 13 die past over een flens 4 en is verder voorzien van een verticale spievormige doorgang 14 die wigvormig is uitgevoerd en waarin een uitneembare, wigvormige pen 15 past. 



  De breedte van de gleuf 13 is vanzelfsprekend groter dan de dikte van de voornoemde flens 4, terwijl de verticale 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 spievormige doorgang 14, ter plaatse van de voornoemde gleuf 13, een dwarsafmeting bezit die ongeveer gelijk is aan de dwarsafmeting van een gat 5 van de voornoemde flens 4. 



  De uitstekende delen 10 en 11 zijn op zodanige afstand aangebracht, dat de afstand tussen het steunvlak 16 van het uitstekend deel 10 tot de bovenwand 17 van de gleuf 13 van het uitstekend deel 11, gelijk is aan in deze uitvoering vier maal de hartafstand tussen twee flenzen 4. 



  Vanzelfsprekend zullen de pennen 12 en 15 zich in elkaars verlengde bevinden. 



  Het gebruik van de stellingladder 1 is zeer eenvoudig en als volgt. 



  Bij de opbouw of bij het gebruik van de stelling 1 wordt de stellingladder 6 met de onderste vaste pen 12 omlaag gericht, in een gat 5 van een flens 4 van een verticaal stellingelement 2 aangebracht, waarna het bovenste uitstekende deel 11 met de gleuf 13 over een flens 4 wordt geschoven, zodat de wigvormige pen 15 in de doorgang 14 van het uitstekende deel 11 en in een gat 5 van een flens van hetzelfde verticaal stellingelement 2 kan worden aangebracht, om zodoende de stellingladder 6 te vergrendelen. 



  Om te vermijden dat de wigvormige pen 15 verloren gaat, zou deze pen 15 door middel van een kabeltje of dergelijke kunnen worden verbonden met de verticale steun 7. 



  In nog een andere uitvoering kan er een uitstekend deel 10 met een vaste pen 12 bovenaan en een uitstekend deel 11 met uitneembare pen 14 onderaan, worden toegepast. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Uiteindelijk zouden ook twee uitstekende delen 10 kunnen worden toegepast, doch hierbij is dan geen vergrendeling voorzien, wat meestal te vermijden is. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, doch een stellingladder volgens de uitvinding kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

Conclusies.

1.- Stellingladder, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit een verticale steun (7) die, enerzijds, voorzien is van sporten (9) en, anderzijds, voorzien is van uitstekende delen of haakelementen (10-11) die kunnen samenwerken met opgebouwde stellingelementen (2).

2. - Stellingladder volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat op de steun (7), op onderling regelmatige afstanden, V-vormige beugels (8) zijn voorzien, waarbij, tussen de uiteinden van deze beugels (8), de voornoemde sporten (9) zijn bevestigd.

3. - Stellingladder volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de voornoemde haakelementen (10) voorzien is van een omlaag gerichte pen (12) die kan samenwerken met een gat (5) van een traditionele, op een verticaal stellingelement voorziene, flens (4).

4.- Stellingladder volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat beide haakelementen (10-11) voorzien zijn van een omlaag gerichte pen (12).

5. - Stellingladder volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de pennen (12) van de haakelementen (10-11) een verschillende lengte vertonen.

6. - Stellingladder volgens één van de conclusies 3 tot en met 5, daardoor gekenmerkt dat de pen of pennen (12) wigvormig is, respectievelijk zijn, uitgevoerd.

7.- Stellingladder volgens één van de conclusies 3 tot en <Desc/Clms Page number 9> met 6, daardoor gekenmerkt dat de haakelementen (10-11) op de voornoemde steun (7) zijn aangebracht.

8. - Stellingladder volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het tweede haakelement (11) een gleuf (13) vertoont waarvan de breedte enigszins groter is dan de dikte van de voornoemde flens (4).

9. - Stellingladder volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat in het uitstekend deel of haakelement (11) een verticale spievormige doorgang (14) is voorzien die, ter plaatse van de voornoemde gleuf (13), een dwarsafmeting bezit die ongeveer gelijk is aan de dwarsafmeting van een gat (5) van een voornoemde flens (4) .

10. - Stellingladder volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat met de voornoemde doorgang (14), respectievelijk met een gat (5) in een flens (4), een wigvormige pen (15) kan samenwerken.

11.- Stellingladder volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het uitstekend deel of haakelement (10) zich onderaan en het uitstekend deel of haakelement (11) zich bovenaan de steun bevindt.

12. - Stellingladder volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 10, daardoor gekenmerkt dat het uitstekend deel of haakelement (10) zich bovenaan en het uitstekend deel of haakelement (11) zich onderaan de steun bevindt.