NL9301636A - Werkwijze voor het slaan van een damwand. - Google Patents

Werkwijze voor het slaan van een damwand. Download PDF

Info

Publication number
NL9301636A
NL9301636A NL9301636A NL9301636A NL9301636A NL 9301636 A NL9301636 A NL 9301636A NL 9301636 A NL9301636 A NL 9301636A NL 9301636 A NL9301636 A NL 9301636A NL 9301636 A NL9301636 A NL 9301636A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
longitudinal edge
ground
plank
wire
detection wire
Prior art date
Application number
NL9301636A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tijmen Van Halteren
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tijmen Van Halteren filed Critical Tijmen Van Halteren
Priority to NL9301636A priority Critical patent/NL9301636A/nl
Publication of NL9301636A publication Critical patent/NL9301636A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D13/00Accessories for placing or removing piles or bulkheads, e.g. noise attenuating chambers
    • E02D13/06Accessories for placing or removing piles or bulkheads, e.g. noise attenuating chambers for observation while placing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het slaan van een dainwand.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het slaan van een dainwand door het achtereenvolgens in de grond drijven van met hun geprofileerde langsranden schuifbaar in elkaar grijpende damwand-plariken.
Een dergelijke werkwijze, waarbij stalen damwandplanken door heien of trillen in de grond worden gedreven, is algemeen bekend. De planken hébben veelal een trapeziumvormige of Z-vormige dwarsdoorsnede en worden achtereenvolgens, hetzij één voor één, hetzij in stellen van twee vooraf met elkaar in ingrijping gebrachte planken, in de grond gébracht. Bij een juiste samenwerking tussen de aangrenzende damwand-planken, d.w.z. bij een zich over de gehele hoogte (lengte) uitstrekkende onderlinge ingrijping van de langsranden van die planken, heeft een aldus verkregen dainwand in het algemeen de gewenste mate van waterdichtheid. In de praktijk komt het echter dikwijls voor, dat een damwandplank bij het in de grond drijven aan zijn benedeneinde buiten ingrijping met de aangrenzende, zich reeds in de grond bevindende damwandplank geraakt. In vakkringen spreekt men dan van een "uit het slot lopende" damwandplank.
Een damwand met een of meer van dergelijke, uit het slot gelopen planken is uiteraard verre van waterdicht. De moeilijkheid daarbij is, dat boven de grond veelal niet goed is vast te stellen, of men met een uit het slot lopende damwandplank te maken heeft, dan wel waar dit euvel precies optreedt.
Er zijn reeds voorstellen gedaan om aan deze moeilijkheid tegemoet te kernen door het toepassen van sensoren. Deze oplossing heeft echter geen ingang gevonden in verband met de kwetsbare signaal-leidingen, die daartoe met de planken mee in de grond moeten worden gébracht en in verband met de onbetrouwbaarheid van de door de sensoren af gegeven signalen.
Er is derhalve behoefte aan een eenvoudig, ook onder zwaar bedrijf betrouwbaar werkend middel voor het signaleren van een uit het slot lopende damwandplank, welk middel nauwelijks voorzieningen aan de planken zelf vraagt.
Volgens de uitvinding wordt daartoe bij een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort zo te werk gegaan, dat men planken indrijft, die aan hun vrije langsrand zijn voorzien van een detectie-draad, welke draad op enige afstand boven het ondereinde van de plank met één einde is verankerd aan de betreffende langsrand (kraalrand), vandaar af dwars door de door de langsrand begrensde slotruimte en door een opening in het tegenover liggende plarikwandgedeelte heen reikt en langs de buitenzijde van het genoemde plarikwandgedeelte naar boven loopt, waarbij men telkens bij het indrijven van een volgende plank de tot boven de grond reikende detectiedraad van de voorafgaande, reeds in de grond zittende plank onder trekspanning houdt.
Bij een aldus uitgevoerde werkwijze kan men in de eindfase van het indrijven van elke plank op een eenvoudige en betrouwbare wijze vaststellen, of de plank al dan niet uit het slot is gelopen. Zodra fi^roslijk bij het indrijven van een plank het benedeneinde daarvan het punt bereikt waar de detectielijn aan de tot dan toe vrij liggende langsrand van de voorgaande plank is bevestigd, zal de plank - mits nog steeds in het slot - in ingrijping treden met het dwars door de slotruimte reikende detectiedraadstuk. Vanaf dat moment kan zich bij het uitvoeren van de laatste fase van het indrijven van een nog goed in het slot zittende plank één van de beide volgende mogelijkheden voordoen.
1. Het door de slotruimte reikende detectiedraadstuk wordt onder afschuiving doorgesneden, zodat de draad los van de reeds ingedreven plank raakt en onder invloed van de boven de grond erop uitgeoefende trekkracht uit de grond wordt getrokken.
2. De detectiedraad blijft in tact en het door de slotruimte stekende detectiedraadstuk wordt tot een lus getrokken, waarbij de draad tegen de werking van de boven de grond erop werkende trekkracht in verder in de grond wordt getrokken.
In beide gevallen geeft het boven de grond waargenomen verschijnsel (hetzij een uit de grond kamende detectiedraad, hetzij een in de grond getrokken detectiedraad) duidelijk aan, dat de plank goed in het slot zit.
Wordt daarentegen in de eindfase van het indrijven van de plank geen van beide verschijnselen waargenomen, dan is dit een teken, dat de langsrand van de betreffende plank langs het de slotruimte doorkruisende detectiedraadstuk heen is gegaan en derhalve uit het slot moet zijn gelopen. De plank moet dan worden "getrokken" om vervolgens een nieuwe plank te kunnen indrijven.
Als detectiedraad kan bijvoorbeeld een enkele millimeters dikke staaldraadkabel worden toegepast.
Voor het verankeren van het benedeneinde van de detectiedraad bestaan verschillende mogelijkheden.
Een praktische wijze van verankeren bestaat daarin, dat het betreffende einde van de detectiedraad van een zich conisch verwijdende verdikking wordt voorzien, welke in een corresponderend conisch gat in de langsrand van de plank opgesloten komt te zitten. Deze wijze van verankeren heeft het voordeel, dat daarbij (praktisch) geen uitsteeksel aan de buitenzijde van de betreffende langsrand wordt gevormd.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een van een detectiedraad voorziene damwandplank, bestemd voor toepassing bij de bovenomschreven werkwijze.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief, waarin het indrijven van een damwandplank overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding wordt geïllustreerd; fig. 2A is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, waarin het door de slotruimte stekende detectiedraadstuk alsmede een "uit het slot gelopen" damwandplank zijn te zien en fig. 2B toont een zelfde dwarsdoorsnede, waarin de samenwerking tussen de detectiedraad en een in het slot gebleven damwandplank wordt geïllustreerd.
In fig. 1 zijn op schematische wijze twee trapeziumvormige dam-wandplanken 1 en 2 weergegeven, waarvan de plank 1 reeds op de gewenste diepte in de grond zit en de plank 2 nog verder in de grond moet worden gedreven.
De planken 1 en 2 grijpen op bekende wijze met hun langsranden of "kraalranden" la en 2a in elkaar.
Aan de vrije langsrand la van de plank 1, d.w.z. die langsrand, die in ingrijping moet worden gebracht met de aangrenzende langsrand 2a van de volgende in te drijven plank 2, is op enige afstand boven het ondereinde van de plank 1 een detectiedraad 3 bevestigd. Het benedeneinde van de detectiedraad 3 is daarbij met een zich conisch verwijdende verdikking 4 in een corresponderend conisch gat in de langsrand la verankerd. De detectiedraad 3 loopt dwars door de slotruimte 5 en door een opening (bij 6) in het tegenover liggende plarik-wanddeel lb langs de buitenzijde van dit laatste plankwanddeel naar boven.
In fig. 2A is het geval aangegeven, waarin de plank 2 bij het (verder) indrijven uit het slot is gelopen. Te zien is, dat de kraal-rand 2a van de plank 2 daarbij buiten ingrijping is gebleven met het dwars door de slotruimte 5 lopende detectiedraadstuk 3a. Deze situatie kan boven de grond worden vastgesteld aan de hand van het strak en onbeweeglijk blijven van de detectiedraad 3.
In fig. 2B is de voor de duidelijkheid met streep-puntlijnen aangegeven plank 2 in het slot gebleven en is de langsrand 2a van de plank 2 op het moment, waarop deze laatste met zijn benedeneinde het verankeringspunt van de detectiedraad 3 heeft bereikt, in ingrijping gekomen met het dwars door de slotruimte 5 reikende detectiedraadstuk 3a. Het zal daarbij duidelijk zijn, dat vervolgens, bij het uitvoeren van de laatste fase van het indrijven van de plank 2 ofwel een lus in de detectiedraad 3 wordt getrokken, danwel een afschuiving van de detectiedraad 3 langs de binnenzijde van de langsrand la plaatsvindt. In het eerste geval wordt het boven de grond uitstekende detectie-draadeinde, waarop tijdens het indrijven van de plank een trekkracht wordt uitgeoefend, naar beneden getrokken. In het tweede geval wordt de detectiedraad 3 van de langsrand la losgetrokken, en wordt deze vervolgens onder invloed van de boven de grond erop uitgeoefende trekkracht uit de grond getrokken. In beide gevallen is duidelijk vast te stellen, dat men met een in het slot gebleven plank te doen heeft.
Op soortgelijke wijze als hierboven voor de plank 1 is beschreven, is aan de vrije langsrand 2b van de plank 2 een detectiedraad 3' bevestigd.

Claims (4)

1. Werkwijze voor het slaan van een damwand door het achtereenvolgens in de grond drijven van met hun geprofileerde langsranden schuifbaar in elkaar grijpende damwandplanken, met het kenmerk, dat men planken indrijft, die aan hun vrije langsrand zijn voorzien van een detectiedraad, welke draad op enige afstand boven het ondereinde van de plank met één einde is verankerd aan de betreffende langsrand (kraalrand), vandaar af dwars door de door de langsrand begrensde slotruimte en door een opening in het tegenover liggende plankwand-gedeelte heen reikt en langs de buitenzijde van het genoemde plankwandgedeelte naar boven loopt, waarbij men telkens bij het indrijven van een volgende plank de tot boven de grond reikende detectiedraad van de voorafgaande, reeds in de grond zittende plank onder trékspanning houdt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als detectiedraad een enkele millimeters dikke staaldraadkabel wordt toegepast.
3. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat men het benedeneinde van de detectiedraad met een zich conisch verwijdende verdikking vastzet in een corresponderend conisch gat in de betreffende langsrand.
4. Damwandplarik met een aan één langsrand daarvan bevestigde, door de aan die rand grenzende slotruimte heen reikende detectiedraad, bestemd voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusies 1-3.
NL9301636A 1993-09-22 1993-09-22 Werkwijze voor het slaan van een damwand. NL9301636A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9301636A NL9301636A (nl) 1993-09-22 1993-09-22 Werkwijze voor het slaan van een damwand.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9301636 1993-09-22
NL9301636A NL9301636A (nl) 1993-09-22 1993-09-22 Werkwijze voor het slaan van een damwand.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9301636A true NL9301636A (nl) 1995-04-18

Family

ID=19862908

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9301636A NL9301636A (nl) 1993-09-22 1993-09-22 Werkwijze voor het slaan van een damwand.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9301636A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018647C2 (nl) 2001-07-27 2003-01-28 Hoffmann Bodemtech Slotcontrole-inrichting.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL49714C (nl) *
EP0141463A2 (fr) * 1983-10-25 1985-05-15 Hollandsche Beton Groep N.V. Palplanche avec dispositif de signalisation
EP0431710A1 (en) * 1989-12-08 1991-06-12 Hollandsche Beton Groep N.V. Lock monitoring system
NL9102123A (nl) * 1991-12-18 1993-07-16 Aannemingsbedrijf Zeiderveld A Inrichting voor het controleren van de stand van damwandprofielen ten opzichte van elkaar.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL49714C (nl) *
EP0141463A2 (fr) * 1983-10-25 1985-05-15 Hollandsche Beton Groep N.V. Palplanche avec dispositif de signalisation
EP0431710A1 (en) * 1989-12-08 1991-06-12 Hollandsche Beton Groep N.V. Lock monitoring system
NL9102123A (nl) * 1991-12-18 1993-07-16 Aannemingsbedrijf Zeiderveld A Inrichting voor het controleren van de stand van damwandprofielen ten opzichte van elkaar.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018647C2 (nl) 2001-07-27 2003-01-28 Hoffmann Bodemtech Slotcontrole-inrichting.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
WO2005103392A1 (de) Strangförmiges verbindungsprofil zum anschliessen von spundbohlen an trägerelemente
CN101146959B (zh) 连接型材以及使用该种连接型材的组合板桩墙
CA1136596A (en) Construction plate for a ditch construction device
NL8000975A (nl) Sandwichpaneelelement.
GB2265164A (en) A windpost,a windpost assembly and a method of tying two spaced members therewith
NL9301636A (nl) Werkwijze voor het slaan van een damwand.
KR101671395B1 (ko) 흙막이 구조
US4357773A (en) Display sign
US5669738A (en) Modular trench box sheeting
RU2678290C2 (ru) Элемент барьерного ограждения
GB2315291A (en) Sheet Pile
NL9301637A (nl) Werkwijze voor het slaan van een damwand.
US4362417A (en) Extension joint for concrete piles
NL7908273A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een keer- of damwand en wand vervaardigd volgens de werkwijze.
BE1017979A3 (nl) Werkwijze en installatie voor het in een onder water gelegen bodem inbrengen van een damwand.
US10508396B2 (en) Water barrier element
AU2020234661A1 (en) Metal shutter in particular for protection against cyclones
NL193111C (nl) Werkwijze voor het slaan van een damwand, alsmede daarbij te gebruiken damwandplank.
EP0715027B1 (en) A method for driving a sheet pile wall
NL2028718B1 (nl) Werkwijze voor het plaatsen van afscheidingsplanken in een bodem en een afscheidingsplank voor het onderling koppelend plaatsen van afscheidingsplanken
GB1604613A (en) Apparatus for anchoring
NL8602762A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een damwand alsmede damwandplank.
KR200324797Y1 (ko) 흙막이를 위한 토류판
JPH06116941A (ja) 鋼矢板壁
US860053A (en) Interlocking means for sheet-piling.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed