NL1018647C2 - Slotcontrole-inrichting. - Google Patents
Slotcontrole-inrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1018647C2 NL1018647C2 NL1018647A NL1018647A NL1018647C2 NL 1018647 C2 NL1018647 C2 NL 1018647C2 NL 1018647 A NL1018647 A NL 1018647A NL 1018647 A NL1018647 A NL 1018647A NL 1018647 C2 NL1018647 C2 NL 1018647C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- sheet pile
- pile part
- current
- pin
- parts
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D13/00—Accessories for placing or removing piles or bulkheads, e.g. noise attenuating chambers
- E02D13/06—Accessories for placing or removing piles or bulkheads, e.g. noise attenuating chambers for observation while placing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Paleontology (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)
Description
. «
Korte aanduiding: Slotcontrole-inrichting.
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 controleren van het op elkaar aansluiten van in de grond gedreven en met geprofileerde langsranden verschuifbaar in elkaar grijpende metalen damwanddelen.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het controleren van het op elkaar aansluiten van in de grond 10 gedreven en met geprofileerde langsranden verschuifbaar in elkaar grijpende metalen damwanddelen volgens de werkwijze van de uitvinding.
Het aanbrengen van damwanden, waarbij opeenvolgende met hun geprofileerde langsranden in elkaar grijpende damwanddelen door heien of trillen in de grond worden gedreven, is algemeen bekend en wordt 15 bijvoorbeeld toegepast voor het aanleggen van beschoeiingen van vaarwegen, zulks om de beschoeiing waterdicht te maken. Damwanden worden ook geslagen voor het isoleren van verontreinigde grond en grondwater, dit laatste bijvoorbeeld bij grondwerken, zoals het aanleggen van rioleringen of tunnels, waar grondwater het werk en personeel niet mag 20 hinderen.
De metalen damwanddelen zijn daarbij voorzien van geprofileerde langsranden en worden veelal één voor één door een kraan en tril- of hei-inrichting de grond ingedreven, waarbij de geprofileerde langsranden van een te plaatsen damwanddeel en een reeds geplaatst 25 damwanddeel in elkaar grijpen.
Bij een juiste samenwerking tussen de aangrenzende damwanddelen, dat wil zeggen bij een zich over de gehele lengte uitstrekkende onderlinge ingrijping van de geprofileerde langsranden, heeft een aldus verkregen damwand in het algemeen een gewenste mate van 30 waterdichtheid. In de praktijk komt het echter dikwijls voor, dat een damwanddeel bij het in de grond drijven nabij zijn onderste dwarsrand 101 8647.; 2 buiten ingrijping met het aangrenzende, zich reeds in de grond bevindende damwanddeel geraakt. In vakkringen spreekt men dan van een "uit het slot lopend" damwanddeel.
De reeds bekende voorstellen voor het controleren van een 5 over de gehele lengte op elkaar aansluiten van in elkaar grijpende damwanddelen zijn onder te verdelen in mechanische en elektronische controlesystemen. Voorbeeld van een mechanisch controlesysteem bestaat uit een detectiedraad, welke verbonden is met een nabij de onderste dwarsrand door het profiel aangebrachte pin. De pin en detectiedraad 10 wordt tezamen met het betreffende damwanddeel de grond ingedreven, waarna de pin en/of de detectiedraad in de situatie van een over de gehele lengte op elkaar aansluiten van de damwanddelen door het volgende damwanddeel wordt doorbroken of anderszins vernield. De breuk van de detectiedraad kan op verschillende manieren worden gedetecteerd, 15 bijvoorbeeld door het omhoog trekken van de draad. Een dergelijke breukdetectie wordt bijvoorbeeld getoond in NL-93/01636.
Een ander mechanisch controlesysteem, waar een detectiedraad wordt toegepast, wordt getoond in NL-94/02032. Hierin wordt de detectiedraad door de onderste dwarsrand van het volgende damwanddeel 20 meegevoerd en aangespannen.
Dergelijke controlesystemen, welke gebruik maken van een detectiedraad, zijn echter niet 100% nauwkeurig, daar de detectiedraad ook door andere oorzaken kan breken, bijvoorbeeld door obstakels in de % bodem tijdens het in de grond drijven van het damwanddeel. In een 25 dergelijke situatie is het onmogelijk met zekerheid vast te stellen of de damwanddelen over hun gehele lengte op elkaar aansluiten.
Een toepassing van een elektronisch controlesysteem maakt gebruik van elektromagnetische sensoren, welke een verandering in een opgelegd magnetisch veld detecteren als gevolg van het passeren van de 30 onderste dwarsrand van het volgende damwanddeel. Een ander elektronisch controlesysteem behelst het onderbreken van een stroomkring door het 1018647* 3 verbreken van een stroomvoerende geleider door de onderste dwarsrand van het volgende damwanddeel.
Terwijl het toepassen van sensoren het controlesysteem duur en gecompliceerd maakt en bovendien regelmatig kalibratie (in verband met 5 de bodemgesteldheid) vereist, kan bij de laatste elektronische toepassing de stroomvoerende geleider - analoog aan de mechanische detectiedraad -eveneens door andere oorzaken dan door het te plaatsen damwanddeel worden verbroken.
De uitvinding beoogt derhalve een controlesysteem te 10 verschaffen, waar in tegenstelling tot de bekende controlesystemen met een significant grotere nauwkeurigheid het volledig op elkaar aansluiten van damwanddelen in de grond kan worden gecontroleerd. De werkwijze wordt hierdoor overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt doordat nabij de onderste dwarsrand van een te plaatsen damwanddeel in het profiel een 15 contactelement wordt aangebracht voorzien van een naar boven lopende stroomgeleider, waarbij na het plaatsen van het damwanddeel de stroom-geleider via een stroombron verbonden wordt met een volgend, op het reeds geplaatste damwanddeel aansluitend, damwanddeel, en indien de geprofileerde langsranden van beide damwanddelen over de gehele lengte 20 van de damwanddelen in elkaar grijpen de onderste dwarsrand van het volgende damwanddeel in elektrisch contact met het contactelement wordt gebracht.
Het controlesysteem volgens de uitvinding is gericht op een sluiten van een stroomkring door het volgende te plaatsen damwanddeel, 25 welk sluiten op allerlei manieren kan worden gedetecteerd. In tegen stelling tot de huidige controlesystemen geeft het uitblijven van het sluiten van de stroomkring een directe indicatie van een niet-volledige aansluiting van de twee damwanddelen in de grond. Een dergelijk systeem sluit derhalve allerlei onjuiste vaststelling uit, bijvoorbeeld zoals 30 hierboven geschetst wegens het door een andere oorzaak breken van de detectiedraad uit.
101 8647 1 4
Een uitvoeringsvorm van een controle-inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de inrichting een in het profiel van een reeds geplaatst damwanddeel reikende metalen pin omvat, waarbij de pin via een stroomvoerende en naar 5 boven lopende geleider en een stroombron verbindbaar is met een op het reeds geplaatste damwanddeel aan te sluiten volgend damwanddeel, zodanig dat de onderste dwarsrand van het volgende damwanddeel bij een volledig op elkaar aansluiten van de damwanddelen in elektrisch contact met de pin brengbaar is.
10 Voor een meer nauwkeurig functioneren van de inrichting volgens de uitvinding is ten minste één van een elektrisch isolerend materiaal vervaardigde afscherming om de metalen pin aangebracht. Daarbij kan eventueel de van een afscherming voorziene metalen pin opgenomen zijn in een, in het profiel reikend pijpstuk.
15 Bij voorkeur is de afscherming een van siliconenrubber vervaardigd en om de pin aanbrengbaar slangdeel en meer in het bijzonder bestaat de afscherming uit twee in elkaar geschoven slangdelen van verschillende materialen.
Bij een zeer functionele uitvoeringsvorm van de inrichting 20 volgens de uitvinding, is het pijpstuk geplaatst op een tegen de onderste dwarsrand van het damwanddeel bevestigbare flens. Hierdoor wordt een meer robuuste constructie verkregen, waardoor de inrichting beter bestand is tegen de trillingen en schokken tijdens het in de grond drijven van het damwanddeel, hetgeen de functionali tei t ten goede komt en derhalve de 25 kans op beschadigingen en uitval verminderd. Bovendien wordt met de flens het profiel van de langsrand, waarin de contactpin is opgenomen, afgeschermd, zodat tijdens het in de grond drijven geen aarde in het profiel kan ophopen en een eventuele beschadiging aan de contactpin wordt vermeden.
30 Extra bescherming alsmede de mogelijkheid om de flens tegen de onderste dwarsrand van het damwanddeel te bevestigen, bijvoorbeeld 1018647 i 5 door lassen, wordt verkregen doordat overeenkomstig de uitvinding de flens een tot voorbij de langsrand van het damwanddeel reikend en naar boven omgebogen deel omvat. Eventueel kan de flens aan zijn naar boven gerichte zijde voorzien zijn van een trekontlasting voor de 5 stroomvoerende geleider.
Ter voorkoming van beschadiging van de stroomvoerende geleider en met name ter voorkoming van een breuk in de geleider en een dienovereenkomstig uitvallen van de inrichting wordt de stroomvoerende geleider overeenkomstig de uitvinding door een op het damwanddeel 10 aangebrachte pijp geleid.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een damwanddeel voorzien van de inrichting volgens de uitvinding.
De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont: 15 fig. 1 toont een zijaanzicht van een uit damwanddelen samengestelde damwand; fig. 2 toont een aanzicht van een damwanddeel nabij zijn onderste dwarsrand voorzien van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; 20 fign. 3A en 3B tonen aanzichten van de inrichting volgens fig. 2.
Fig. 1 toont een uit damwandpanelen 1 respectievelijk 2 samengestelde damwand, waarbij de damwandpanelen met hun geprofileerde langsranden lb respectievelijk 2a in elkaar grijpend in de grond zijn 25 geplaatst. Het damwanddeel 2 is daarbij nog niet geheel in de grond gedreven bijvoorbeeld met behulp van een niet-weergegeven kraan en hei-en/of tril inrichting. Het in elkaar grijpen van aangrenzende damwanddelen vindt plaats met behulp van de in fig. 2 getoonde geprofileerde langsranden la, lb, 2a en 2b. De damwanddelen 1 en 2 welke bij voorkeur 30 een specifieke vorm bezitten (in deze situatie een U-vorm), bezitten complementaire langsranden welke in elkaar geschoven een waterdichte 1018647 6 damwand kunnen vormen.
In fig. 2 wordt een uitvoeringsvorm van een controlesysteem overeenkomstig de uitvinding getoond, welke controle-inrichting dient om een over de gehele lengte in elkaar grijpen van de twee 5 geprofileerde langsranden lb respectievelijk 2a te signaleren. De inrichting volgens de uitvinding voor het controleren van het aansluiten van deze twee geprofileerde langsranden omvat een contactpin 4 welke in de door het profiel lb gevormde slot 3 kan reiken. De inrichting is voorts voorzien van een flens 5 welke tegen de onderste dwarsrand lc van 10 het damwanddeel 1 kan worden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van lassen.
Onder verwijzing naar de fign. 3A en 3B is de contactpin 4 opgenomen in een pijpstuk 8 dat ter plaatse van A op de flens 5 is gelast. De contactpin 4 is voorzien van een stroomvoerende geleider 9, 15 welke via een trekontlasting 10 naar boven wordt geleid en aldaar via een stroombron 11 met het volgende damwanddeel 2 verbonden kan worden (zie fig. 2). Tijdens het door heien of trillen naar beneden in de grond drijven van het volgende damwanddeel 2, waarbij de geprofileerde langsrand 2a verschuifbaar ingrijpt met de geprofileerde langsrand lb van 20 het reeds geplaatst damwanddeel 1, zal indien de beide geprofileerde langsranden lb en 2a over de volledige lengte met elkaar in aangrijping blijven, de onderste dwarsrand 2c contact gaan maken met het in het slot 3 van de geprofileerde langsrand lb opgenomen contactpin 4 en zo de gevormde stroomkring sluiten. Dit sluiten van de stroomkring kan op 25 geschikte wijze worden geconstateerd, bijvoorbeeld met behulp van een in de stroomkring opgenomen signaleringsmiddel, bijvoorbeeld een lamp of luidspreker (niet weergegeven).
Teneinde te voorkomen dat de contactpin 4 elektrisch contact maakt met de geprofileerde langsrand lb van het damwanddeel 1, is 30 deze overeenkomstig de uitvinding omgeven door een afscherming 7a (zie fig. 3A en 3B), welke bij voorkeur van een elektrisch isolerend materiaal 101 8647 f * 7 is vervaardigd en meer in het bijzonder van siliconenrubber. Zodoende kan de stroomkring enkel gesloten worden door het in contact komen van de onderste dwarsrand 2c van het damwanddeel 2 met de contactpin 4.
Voor het verkrijgen van een enigszins robuuste constructie 5 alsook voor het eenvoudiger aanbrengen van de contactpin 4 in het slot 3 van het profiel lb, is de van de afscherming 7a voorziene contactpin 4 opgenomen in een pijpstuk 8 dat op de flens 5 is bevestigd. Het pijpstuk 8 is ter plaatse van 8a en de flens 5 voorzien van een opening, alwaar de van een afscherming 7b voorziene stroomvoerende geleider 9 met de 10 contactpin 4 is verbonden. Omdat bij het fabriceren van de controle-inrichting volgens de uitvinding het pijpstuk 8 met daarin opgenomen de van een afscherming 7a voorziene contactpin 4 en de stroomvoerende geleider 9 ter plaatse van A op de flens 5 wordt bevestigd, bij voorkeur door lassen, dient de afscherming 7b niet alleen flexibel te zijn doch 15 ook hittebestendig. Deze flexibele, hittebestendige afscherming 7b kan over de gehele contactpin 4 zijn aangebracht, echter het is ook mogelijk om de afscherming 7b in de richting van het vrije einde van de contactpin 4 over te laten gaan in een ander type afscherming 7a, welke daarbij om de afscherming 7b is aangebracht.
20 De essentie van de uitvinding is gelegen in het feit dat tijdens het in de grond plaatsen van het damwanddeel 2 de onderste eindrand 2c bij een over de volledige lengte aansluiten van de beide geprofileerde langsranden lb respectievelijk 2a in contact komt met de afgeschermde contactpin 4, daarbij de afscherming 7a dusdanig beschadigt, 25 dat een elektrische stroomkring wordt gesloten. Het sluiten van de stroomkring kan met geschikte middelen, bijvoorbeeld een lamp of luidspreker, worden gedetecteerd. Een uitblijven van een dergelijke signalering geeft een duidelijke indicatie dat de stroomkring niet is gesloten en dat derhalve de geprofileerde langsrand 2a van het 30 damwanddeel 2 niet over de volledige lengte aangrijpt in de geprofileerde langsrand lb van het reeds geplaatste damwanddeel 1. Net andere woorden, 10186 4 - V. · 8 hieruit kan geconcludeerd worden dat er geen waterdichte afscherming tussen deze twee opeenvolgende damwanddelen is verkregen. Het damwanddeel 2 zal derhalve omhoog uit de bodem verwijderd moeten worden en een nieuw damwanddeel 2 zal vervolgens geplaatst moeten worden.
5 Met deze controle-inrichting volgens de uitvinding kan met een grotere nauwkeurigheid dan de tot nu toe bekende toepassingen de aansluiting van de in elkaar grijpende damwanddelen gecontroleerd worden.
Bij voorkeur is de flens 5 zoals getoond in fig. 2 tegen de onderste dwarsrand 2c en het profiel lb van het damwanddeel 1 gemonteerd, 10 en meer in het bijzonder door middel van lassen. De flens 5 beschermd de stroomvoerende geleider 9 alsmede de contactpin 4, welke in het slot 3 van de geprofileerde langsrand lb reikt en beschermd met name tijdens het in de grond heien of drijven van het damwanddeel 1. Zodoende kan voorkomen worden dat reeds tijdens het in de grond drijven van het 15 damwanddeel 1 de stroomvoerende geleider en de contactpin 4 beschadigd raken, waardoor het controlesysteem niet goed kan functioneren.
Meer in het bijzonder is de stroomvoerende geleider door een pijp, welke op het damwanddeel 1 is gelast, naar boven geleid. Met name deze laatste voorziening voorkomt een onverhoopte beschadiging c.q. 20 verbreking van de elektrische geleider 10, hetgeen onherroepelijk zou resulteren in een niet-functionerend controlesysteem. Naast het pijpstuk 8 dient als extra bescherming voor de contactpin 4 het omgebogen deel 6 van de flens 5. Dit omgebogen deel 6 reikt zoals fig. 3B toont voorbij de geprofileerde langsrand la van het damwanddeel 1. Het omgebogen deel 6 25 kan door middel van lassen met het damwanddeel 1 worden bevestigd en verschaft zodoende een extra stevigheid en afscherming tijdens het in de grond drijven van het damwanddeel 1.
Zoals fig. 2 toont is het damwanddeel 2 nabij de dwarsrand 2c en de geprofileerde langsrand 2b voorzien van een overeenkomstige 30 uitvoering van de controle-inrichting volgens de uitvinding. Hierbij is de contactpin 4' opgenomen in het slot 3" van de geprofileerde langsrand 101 8647 » < 1 9 2b. Een overeenkomstige flens 5' is aan de onderzijde van de dwarsrand 2c gelast.
De inrichting voor het controleren van de aansluiting van twee in elkaar grijpende damwanddelen is zeer eenvoudig te construeren en 5 bestaat uit een minimum aan onderdelen. Daarnaast is de inrichting zeer robuust van constructie hetgeen eveneens een goed functioneren garandeert zelfs onder de zware omstandigheden waaraan het wordt blootgesteld tijdens het in de grond drijven van het damwanddeel.
101 8647 *
Claims (11)
1. Werkwijze voor het controleren van het op elkaar aansluiten van in de grond gedreven en met geprofileerde langsranden verschuifbaar 5 in elkaar grijpende metalen damwanddelen, met het kenmerk, dat nabij de onderste dwarsrand van een te plaatsen damwanddeel in het profiel een contactelement wordt aangebracht voorzien van een naar boven lopende stroomgeleider, waarbij na het plaatsen van het damwanddeel de stroomgeleider via een stroombron verbonden wordt met een volgend, op het 10 reeds geplaatste damwanddeel aansluitend, damwanddeel, en indien de geprofileerde langsranden van beide damwanddelen over de gehele lengte van de damwanddelen in elkaar grijpen de onderste dwarsrand van het volgende damwanddeel in elektrisch contact met het contactelement wordt gebracht.
2. Inrichting voor het controleren van het op elkaar aansluiten van in de grond gedreven en met geprofileerde langsranden verschuifbaar in elkaar grijpende metalen damwanddelen volgens de werkwijze van de uitvinding, met het kenmerk, dat de inrichting een in het profiel van een reeds geplaatst damwanddeel reikende metalen pin omvat, 20 waarbij de pin via een stroomvoerende en naar boven lopende geleider en een stroombron verbindbaar is met een op het reeds geplaatste damwanddeel aan te sluiten volgend damwanddeel, zodanig dat de onderste dwarsrand van het volgende damwanddeel bij een volledig op elkaar aansluiten van de damwanddelen in elektrisch contact met de pin brengbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tenminste één van een elektrisch isolerend materiaal vervaardigde afscherming om de metalen pin is aangebracht.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de van een afscherming voorziene metalen pin opgenomen is in een in het profiel 30 reikend pijpstuk.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat 1018647* A · de afscherming een van si 1iconen-rubber vervaardigd en om de pin aanbrengbaar slangdeel is.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de afscherming uit twee in elkaar geschoven slangdelen van verschillende 5 materialen bestaan.
7. Inrichting volgens één of meer van de conclusie 4 tot en met 6, met het kenmerk, dat het pijpstuk geplaatst is op een tegen de onderste dwarsrand van het damwanddeel bevestigbare flens.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 10 flens een tot voorbij de langsrand van het damwanddeel reikend en naar boven omgebogen deel omvat.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de flens aan zijn naar boven gerichte zijde voorzien is van een trekontlasting voor de stroomvoerende geleider.
10. Inrichting één of meer van de conclusies 2 tot en met 9, met het kenmerk, dat de stroomvoerende geleider door een op het damwanddeel aangebrachte pijp is geleid.
11, Damwanddeel voorzien van de inrichting volgens één of meer van de conclusies 2 tot en met 10. 1018647 *
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018647A NL1018647C2 (nl) | 2001-07-27 | 2001-07-27 | Slotcontrole-inrichting. |
EP02077738A EP1279772A1 (en) | 2001-07-27 | 2002-07-08 | Lock monitoring device |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018647A NL1018647C2 (nl) | 2001-07-27 | 2001-07-27 | Slotcontrole-inrichting. |
NL1018647 | 2001-07-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1018647C2 true NL1018647C2 (nl) | 2003-01-28 |
Family
ID=19773797
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1018647A NL1018647C2 (nl) | 2001-07-27 | 2001-07-27 | Slotcontrole-inrichting. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1279772A1 (nl) |
NL (1) | NL1018647C2 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7908262A (nl) * | 1979-11-12 | 1981-06-01 | Hollandsche Betongroep Nv | Werkwijze voor het in de grond heien van damplanken en het afdichten van de damwand alsmede inrichting voor het toepassen van de werkwijze. |
EP0431710A1 (en) * | 1989-12-08 | 1991-06-12 | Hollandsche Beton Groep N.V. | Lock monitoring system |
NL9301636A (nl) | 1993-09-22 | 1995-04-18 | Tijmen Van Halteren | Werkwijze voor het slaan van een damwand. |
EP0715027A1 (en) * | 1994-12-02 | 1996-06-05 | van Halteren, Tijmen | A method for driving a sheet pile wall |
-
2001
- 2001-07-27 NL NL1018647A patent/NL1018647C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-07-08 EP EP02077738A patent/EP1279772A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7908262A (nl) * | 1979-11-12 | 1981-06-01 | Hollandsche Betongroep Nv | Werkwijze voor het in de grond heien van damplanken en het afdichten van de damwand alsmede inrichting voor het toepassen van de werkwijze. |
EP0431710A1 (en) * | 1989-12-08 | 1991-06-12 | Hollandsche Beton Groep N.V. | Lock monitoring system |
NL9301636A (nl) | 1993-09-22 | 1995-04-18 | Tijmen Van Halteren | Werkwijze voor het slaan van een damwand. |
EP0715027A1 (en) * | 1994-12-02 | 1996-06-05 | van Halteren, Tijmen | A method for driving a sheet pile wall |
NL9402032A (nl) | 1994-12-02 | 1996-07-01 | Tijmen Van Halteren | Werkwijze voor het slaan van een damwand. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1279772A1 (en) | 2003-01-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN104254788B (zh) | 埋地设施检测 | |
EP2278358A1 (en) | Method and system for detecting the proximity of a conductive, buried structure | |
NL1018647C2 (nl) | Slotcontrole-inrichting. | |
GB2517093A (en) | Fence with sensor cable | |
KR101671395B1 (ko) | 흙막이 구조 | |
US20070183851A1 (en) | Method for producing a sheet pile wall and sheet pile plank therefor | |
JP2005345137A (ja) | 侵入者検知装置 | |
US11466562B2 (en) | Electronic sensing of discontinuities in a well casing | |
US7907065B2 (en) | Device for activating inductive loop sensor of a traffic light control system | |
JP4401232B2 (ja) | 侵入検知システム | |
KR101482238B1 (ko) | 지중배전 이엘피 입상연결관 | |
KR101987606B1 (ko) | 파이프라인 상태 탐지 시스템 | |
US5929758A (en) | Method and apparatus for achieving parallel cable boring | |
JP6719985B2 (ja) | 施工状態監視方法、施工状態監視装置、および自動施工装置 | |
KR102474677B1 (ko) | 절토면 내부의 토사 유동 센싱을 위한 옹벽 그리드 시스템 | |
KR20220035794A (ko) | 선택적 배치에 따른 독립적 주파수 조사를 통한 맨홀 내부 메저링 시스템 | |
KR102025648B1 (ko) | 지중배전선로의 자동화 감시 시스템 | |
US20180031145A1 (en) | Piping equipped with a sensing member | |
KR100720741B1 (ko) | 누액감지 장치 | |
JP3501400B2 (ja) | 斜面崩壊検知装置 | |
JP2968299B2 (ja) | 伸縮可撓管継手の挙動探査方法 | |
KR200471757Y1 (ko) | 매설관 손상 위치 감지를 위한 감지 테이프 | |
KR102397535B1 (ko) | 공동주택의 설치 지반 상태 안전진단 장치 | |
KR101084496B1 (ko) | 관로 탐지용 경고시트 접속장치 | |
KR100882183B1 (ko) | 전력 지중관 고정 장치. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20080201 |