NL8204576A - Cassette voor buigzame magneetschijf. - Google Patents

Description

T/tJ/jzf/Sony-1492

CASSETTE VOOR BUIGZAME MAGNEETSCHIJF

De uitvinding heeft betrekking op een cassette voor een buigzame magneetschijf en meer in het bijzonder op een dergelijke cassette met een sluiter.

Het. is bekend dat de buigzame magneetschijf, wanneer 5 deze niet wordt gebruikt, tegen stof of vingerafdrukken kan worden beschermd door op een floppy disc cassette een verschuifbare sluiter aan te brengen.

De Amerikaanse octrooiaanvrage nr. 292.447 beschrijft bijvoorbeeld een floppy disc cassette met een handbedienbare 10 sluiter.

Bij die conventionele schijfcassettes is het algemeen gebruikelijk geweest dat de gebruiker eerst een sluiter met zijn handen uit een gesloten stand naar een geopende stand verschuift en vervolgens de schijfcassette in een aandrijf-15 systeem daarvoor steekt, en na gebruik trekt de gebruiker de schijfcassette uit het aandrijfsysteem en beweegt de sluiter teneinde een koppen-toegangsgat af te sluiten.

In dit verband bestaat er een grote vraag naar een systeem, waarbij, bij het in het aandrijfsysteem positioneren 20 van de schijfcassette, de sluiter automatisch wordt verschoven voor het openen van het koppen-toegangsgat, terwijl dit koppen-toegangsgat automatisch door de sluiter wordt gesloten, wanneer de cassette naar buiten wordt getrokken.

Als gevolg daarvan bestaan er twee soorten schijf-25 aandrijvingen, nl. een schijfaandrijving met een automatische sluiter en een conventionele schijfaandrijving met handbediende sluiter, en twee soorten cassettes, nl. een schijf-cassette met een handbedienbare sluiter en een cassette met een automatisch bedienbare sluiter. Er bestaat echter het 30 probleem, dat de schijfcassette met handbedienbare sluiter wel in de schijfaandrijving voor automatische sluiter gebruikt zou kunnen worden, maar dat de schijfcassette met automatische sluiter niet gebruikt kan worden in de schij faandrijving voor schijven met handbedienbare sluiter.

35 Het is daarom een belangrijk doel van de onderhavige uitvinding om een cassette voor een buigzame magneetschijf te ί * -2- verschaffen die een in een omhulling aangebracht toegangs-gat zowel handbediend als automatisch kan openen en sluiten.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een buigzame magneetschijfcassette die zelfs 5 tussen magnetische opneem/weergeefinrichtingen met verschillende overdrachtmechanismen verwisselbaar is.

Bovenstaande en andere doeleinden, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden in de volgende gedetailleerde beschrijving van kenmerkende uit-10 voeringsvormen daarvan welke beschrijving gelezen moet worden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een voorkeurs-uitvoeringsvorm van een cassette voor een buigzame magneetschijf volgens de onderhavige uitvinding.

15 Figuur 2 is een gedeeltelijk bovenaanzicht dat de toestand toont waarin een sluiter met de hand vastgezet is.

Figuur 3 is een bovenaanzicht dat een sluiter-' openingsmechanisme toont voor een schijfaandrijving met automatische sluiterbediening.

20 Figuur 4 toont een werkingsschema van figuur 3 voor het uiteenzetten van de werking van een sluiter-aandrijfpen, wanneer een schijfcassette in de aandrijving wordt geduwd.

Figuur 5 toont een werkingsschema dat gebruikt wordt voor het uiteenzetten van de werking van de sluiter-aandrijf-25 pen, wanneer de schijfcassette verder naar binnen wordt geduwd.

In'figuur 1 wordt een voorkeursuitvoeringsvorm van een cassette voor een buigzame magneetschijf volgens de onderhavige uitvinding getoond, welke cassette 1 een omhulling 30 2 omvat met bovenste en onderste helften, een roteerbaar in de omhulling 2 opgenomen buigzame magneetschijf 3 en een verschuifbaar gemonteerde sluiter 4.

Het bewegingsgebied van de sluiter 4 wordt beperkt door een op het oppervlak van de omhulling 2 gevormde rand 5, 35 en de sluiter 4 kan zelf in drie standen wórden bewogen, dat wil zeggen een met (A) aangegeven gesloten stands een met (B) aangegeven niet-vergrendelde werkzame stand, en een met (C) aangegeven zelf-vergrendelde werkzame stand.

8204576 ..... ^ 1 " ..: .·!· · I ‘ ; . ' . ' . * t. Λ -3-

De bovenste en de onderste helft van de omhulling 2 zijn elk voorzien van een koppen-toegangsgat 6. De sluiter 4 is voorzien van een sluitergat 7 op een plaats die overeenkomt met het koppentoegangsgat 6. In dit geval is de breedte 5 van het sluitergat groter, zodat het koppen-toegangsgat 6 in de niet-vergrendelde werkzame stand (B) en de zelf-vergrendelde werkzame stand (C) vrijgelaten wordt. Daar tussen de sluiter 4 en de omhulling 2 een veer 8 is aangebracht, wordt de sluiter altijd door de veer 8 in de met een pijl "a" in de 10 tekening aangegeven richting gedwongen. Met andere woorden, de sluiter 4 wordt in de rusttoestand door de werking van de veer 8 in de in figuur 1 getoonde gesloten stand (A) geplaatst.

Zoals in figuur 1 en 2 is te zien is de omhulling 2 15 voorzien van een uitsparing 9 en een sluitervergrendeling 10.

Dé sluitervergrendeling 10 omvat een grendelpen 11 en een veer 12. De sluiter 4 is voorzien van uitsparingen 13 en 14. Zoals later zal worden beschreven, wordt een drijfpen in de uitsparing 13 gestoken, en wordt de grendelpen 11 van de 20 Sluiter in de uitsparing 14 gestoken. Alhoewel dit niet in de tekeningen wordt getoond, is de onderste helft van de omhulling 2 voorzien van een aandrijfgat waardoorheen een schijf aangegrepeh kan worden. De beschrijving met betrekking tot dit punt wordt weggelaten daar deze niet direct betrekking heeft 25 op het onderwerp van de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 toont een toestand waarin de sluiter 4 met de hand zelf-vergrendeld is. Wanneer de sluiter 4 in een in figuur 1 met een pijl ”b" aangegeven richting wordt bewogen, dringt de grendelpen 11 van de sluiter in de uitsparing 14 in 30 de zelf-vergrendelde werkzame stand (C),en wordt in deze stand (figuur 2) vergrendeld. In een dergelijke toestand kan de cassette 1 gebruikt worden in een schijfaandrijving voor handbediende sluiters. Wanneer het voorste einde van de sluitergrendelpen 11 tegen de druk van de veer 12 in wordt 35 bewogen wordt de sluiter 4 ontgrendeld en door de druk van de veer 8 terugbewogen naar de gesloten stand (A).

Vervolgens zal de werking van de schijfaandrijving voor automatische sluiter aan de hand van figuur 3 worden 8204576 -4- verduidelijkt, welke figuur slechts een sluiter-openings-mechanisme van een dergelijke aandrijving toont.

In figuur 3 is te zien dat het sluiter-openings-mechanisme een cassettehouder 20 omvat met een ruimte waarin 5 de schijfcassette 1 kan worden gestoken. Sen L-vormige arm 21 is door middel van een as 22 scharnierend op de cassettehouder 20 gemonteerd. Daar tussen de cassettehouder 20 en de L-vormige arm 21 voorbelastingsveer 23 is aangebracht/ wordt de arm 21 altijd onderworpen aan een verdraaiingskracht in 10 de richting van de klok, door middel van de veer 23. Bovendien is de L-vormige arm 21 altijd in contact met een aanslag 24 die in de cassettehouder 20 is aangebracht. Een sluiterarm 25 is aan het voorste einde van de L-vormige am 21 gemonteerd door middel van een as 26. Tussen de am 21 en de sluiteram 15 25 is een voorbelastingsveer 27 aangebracht. De sluiteram 25 neemt dus altijd een verdraaiingskracht in de richting tegen de klok in van de voorbelastingsveer 27 op, maar het bewegingstraject daarvan wordt in de rusttoestand beperkt door een op de L-vomige am 21 aangebrachte aanslag 28. Aan 20 de sluiteram 25 is een zich benedenwaarts uitstrekkende sluiteraandrijfpen 29 gemonteerd.

In de bovenomschreven constructie is de spanning van de veer 23 zwakker dan die van de veer 8 in de schijf-cassette 1 en de spanning van de veer 27 is zwakker dan die 25 van de veer 23. Bovendien is de cassettehouder 20 voorzien van een cassette aanslag 30 teneinde het verder dan nodig insteken van de schijfcassette 1 te voorkomen.

In bedrijf werkt het sluiter-openingsmechanisme zoals getoond in figuur 3 als volgt.

30 Wanneer de schijfcassette 1 eerst in de cassette houder 20 wordt gestoken, in de in figuur 3 met een pijl "c" aangegeven richting, dringt de sluiter-aandrijfpen 29 de uitsparing 13 in de sluiter 4 binnen, welke sluiter 4 zich op dat moment in de gesloten stand bevindt.

35 Wanneer de schijfcassette 1 verder in de richting "c" wordt geduwd, wordt de L-vomige am 21 in de richting tegen de klok in verdraaid, daar de sluiter-aandrijfpen 29 8204576 '-"Τ'......." ............ '' * ·φ. ^-:^-=:-- ··.·.··· . ... .· ' . r % ’ ' ' ' -5- zich rechts van de as 22 bevindt. De sluiter-aandrijfpen 29 wordt dus naar rechts bewogen, teneinde de sluiter 4 te bewegen.

Zoals in figuur 3 wordt getoond met de streep-5 dubbelstip-streeplijnen, valt de sluiterdrijfpen 29 in de uitsparing 9 van de omhulling 2, tijdens de insteekbeweging.

Wanneer de schijfcassette 1 verder naar binnen wordt gedrukt, beweegt .de sluiterdrijfpen 29 de sluiter 4 omhoog tot een positie vlak voor de zelf-vergrendelde werkzame stand, 10 zoals in figuur 4 met getrokken lijnen wordt getoond. Een belangrijk kenmerk bij de bovenbeschreven werking is dat de sluiter 4 op geen enkele wijze wordt vergrendeld door de sluiteraandrijfpen 29.

Wanneer de cassette 1 nog verder naar binnen wordt 15 geduwd, grijpt de sluiter 4 de sluiteraandrijfpen 29 vast door middel van de uitsparing 9 in de omhulling 2 en de uitsparing 13 in de sluiter 4, en deze wordt vervolgens in de niet-vergrendelde werkzame stand gehouden.

De schij fcassette zal dus in een toestand worden 20 gebracht waarin het op de buigzame magneetschijf 3 opnemen van gegevens en het daarvan weergeven mogelijk is via het koppentoegangsgat 6 van de schijfcassette, daar de sluiter 4 door middel van de cassettehouder 20 in de niet-vergrendelde werkzame stand gehouden zal worden.

25 Be beweging van de sluiter-aandrijfpen 29 op het moment dat de schijfcassette 1 naar buiten wordt getrokken is precies tegengesteld aan de werking op het moment van insteken. Wanneer de cassette uit de cassettehouder 20 wordt getrokken, zal de sluiter 4 terugbewegen naar de gesloten 30 stand, zoals in figuur 1 is aangegeven.

Zoals boven is uiteengezet, kan de cassette voor een buigzame magneetschijf volgens de onderhavige uitvinding zowel automatisch als met handbediening worden gebruikt.

8204576 ii . . . Ir.·:.. . ..::1::. —rm'-'Ü

Claims (3)

4 Z -6-

1. Cassette voor buigzame raagneetschijf omvattende een buigzame raagneetschijf, een omhulling met een bovenste helft en een onderste helft voor het daartussen opnemen van de buigzame magneetschijf, een op de omhulling aangebracht toegangsgat voor het ten behoeve van opname en/of weergave vrijlaten van een gedeelte van de buigzame magneetschijf, gekenmerkt door een verschuifbaar op de omhulling gemonteerde sluiter (4) voor het naar keuze afsluiten van het toegangsgat, welke sluiter gepositioneerd kan worden in een gesloten stand (A), een niet-vergrendelde werkzame stand (B) en een vergrendelde werkzame stand (C), een op de omhulling aangebracht grendelorgaan (10) voor het in de vergrendelde werkzame stand vergrendelen van de sluiter, en een op de omhulling aangebrachte uitsparing (9), welke uitsparing door de sluiter wordt afgeschermd totdat de sluiter uit de gesloten stand in de niet-vergrendelde werkzame stand is bewogen.

2. Cassette voor buigzame magneetschijf volgens conclusie 1, gekenmerkt door een verend orgaan (8) dat de sluiter (4) op de omhulling naar de gesloten stand (A) dwingt.

3. Cassette voor buigzame magneetschijf volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de sluiter voorzien is van toegangsgaten (7) welke de opname en/of weergave op de buigzame'magneetschijf (3) mogelijk maken, wanneer de sluiter (4) zich in de vergrendelde werkzame stand (C) en niet-vergrendelde werkzame stand (B) bevindt. 8204576