NL8203851A - Werkwijze en inrichting voor het automatisch monteren van een baanrol op een fabrieksrolstandaard. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het automatisch monteren van een baanrol op een fabrieksrolstandaard. Download PDF

Info

Publication number
NL8203851A
NL8203851A NL8203851A NL8203851A NL8203851A NL 8203851 A NL8203851 A NL 8203851A NL 8203851 A NL8203851 A NL 8203851A NL 8203851 A NL8203851 A NL 8203851A NL 8203851 A NL8203851 A NL 8203851A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
roll
roller
web
conveyor
Prior art date
Application number
NL8203851A
Other languages
English (en)
Other versions
NL188842C (nl
Original Assignee
Rengo Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP56159856A external-priority patent/JPS5878940A/ja
Priority claimed from JP17105781A external-priority patent/JPS5878941A/ja
Application filed by Rengo Co Ltd filed Critical Rengo Co Ltd
Publication of NL8203851A publication Critical patent/NL8203851A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL188842C publication Critical patent/NL188842C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H19/00Changing the web roll
    • B65H19/10Changing the web roll in unwinding mechanisms or in connection with unwinding operations
    • B65H19/12Lifting, transporting, or inserting the web roll; Removing empty core
    • B65H19/126Lifting, transporting, or inserting the web roll; Removing empty core with both-ends supporting arrangements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/41Winding, unwinding
    • B65H2301/413Supporting web roll
    • B65H2301/4139Supporting means for several rolls
    • B65H2301/41392Supporting means for several rolls moving in forced (kinematic) relationship
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/41Winding, unwinding
    • B65H2301/417Handling or changing web rolls
    • B65H2301/4171Handling web roll
    • B65H2301/4172Handling web roll by circumferential portion, e.g. rolling on circumference
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/41Winding, unwinding
    • B65H2301/417Handling or changing web rolls
    • B65H2301/4171Handling web roll
    • B65H2301/4173Handling web roll by central portion, e.g. gripping central portion
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2405/00Parts for holding the handled material
    • B65H2405/40Holders, supports for rolls
    • B65H2405/42Supports for rolls fully removable from the handling machine
    • B65H2405/422Trolley, cart, i.e. support movable on floor

Landscapes

  • Replacement Of Web Rolls (AREA)
  • Control Of Conveyors (AREA)

Description

- i > fc \ N.O. 31.385 1
Werkwijze en inrichting voor het automatisch monteren van een baanrol op een fabrieksrolstandaard.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het automatisch monteren van rollen van baan of velmateriaal, zoals papier, staal of kunststoffilm, op en vanaf een fabrieksrolstandaard of gestel.
5 Bij het monteren van een baanrol op een fabrieksrolstandaard, wordt de rol door een transporteur vanaf een stand-by positie naar de rolstandaard gevoerd en worden de rolsteunen in het middengat in de baanrol ingevoerd. De transporteur en de rolsteunen worden door het schakelen van drukkknoppen in- en uitgeschakeld terwijl de rol bewaakt 10 wordt door visueel te oordelen of de rol wel of niet naar een juiste positie is bewogen.
Hetzelfde geldt voor eenverticale beweging van de rolsteunen en voor een manuale dwarsbeweging van de rol naar de fabrieksrolstandaard. Gewoonlijk wordt door een visuele beoordeling nagegaan of de positie en 15 hoogte van de rol en van andere delen wel of niet juist zijn.
Daarom is er voor deze handelingen veel werk en tijd nodig. Wan-neer de baanrol op onnauwkeurige wijze ondersteund wordt, kan hij door aanstotlng tegen enig hard onderdeel beschadigd worden. Verder is het voor een arbeider gevaarlijk om dichtbij een zware rol deze visueel te 20 bewaken.
De uitvinding beoogt daarom een werkwijze en inrichting te ver-schaffen voor het automatisch monteren en demonteren van baanrollen die bovengenoemde nadelen ondervangen.
Bij de eerste en tweede uitvoeringsvormen wordt de uitvinding toe-25 gepast op een fabrieksrolstandaard voorzien van een of twee paren van steunarmen die draaibaar op een met schroefdraad voorziene as of assen zijn gemonteerd. Bij de derde en vierde uitvoeringsvormen wordt de uitvinding toegepast op een ander type van fabrieksrolstandaard dat voorzien is van een paar transporteurs die elk rolsteunen dragen.
30 Bij de eerste en derde uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt de uitlijning van de baanrol met de steunassen uitgevoerd door de de baanrol voerende transporteur in een dwarsrichting te bewegen over een door berekening bepaalde afstand en door de steunassen te draaien over een door berekening bepaalde hoek.
35 Bij de tweede en vierde uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt de uitlijning aangevoerd door de eerste transporteur zowel in dwars als in verticale richting te bewegen over door berekening bepaalde afstan- 8203851 V ,
V
, 2 den waarbij de steunorganen op hun vooraf bepaalde positie worden vast-gehouden.
Bij de voorkeursuitvoeringsvormen wordt de uitvinding toegepast op een fabrieksrolstandaard of gestel die bij de vervaardiging van gegolfd 5 vezelbord wordt gebruikt.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvormen met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin: fig. 1 een planaanzicht geeft van een fabrieksrolstandaard; fig. 2 ter toelichting een aanzicht geeft van op welke wijze in de 10 eerste en derde uitvoeringsvormen de steunassen uitgelijnd zijn met het middengat in de baanrol; fig. 3 een blokschema geeft van een in de eerste uitvoeringsvorm toegepaste stuurschakeling; fig. 4 de opstelling toont voor een dwarse en verticale beweging 15 van de eerste transporteur in de tweede uitvoeringsvorm; fig. 5 een aanzicht geeft gelijk aan dat van fig. 2 voor de tweede r en vierde uitvoeringsvormen; fig. 6 een blokschema geeft van een in de tweede uitvoeringsvorm toegepaste stuurschakeling; 20 fig. 7 een planaanzicht geeft van een andere fabrieksrolstandaard; fig. 8 een verticaal doorsnedeaanzicht daarvan geeft; fig. 9 een zijaanzicht daarvan geeft; fig. 10 een blokschema geeft van een in de derde uitvoeringsvorm toegepaste stuurschakeling; 25 fig. 11 een planaanzicht geeft van de in de vierde uitvoeringsvorm toegepaste opstelling; fig. 12 een zijaanzicht daarvan geeft; fig. 13 een perspectivisch aanzicht daarvan geeft; fig. 14 een blokschema geeft van een in de vierde uitvoeringsvorm 30 toegepaste stuurschakeling; en fig. 15 aangeeft op welke wijze de diameter van de baanrol bepaald wordt.
Fig. 1 toont een in de eerste uitvoeringsvorm toegepaste fabrieksrolstandaard die nu kart toegelicht zal worden.
35 Met schroefdraad voorziene assen 1 zijn in de twee richtingen van- uit het midden op verschillende wijze van schroefdraad voorzien. Op el-ke van schroefdraad voorziene as 1 is een paar steunarmen 2 geschroefd. De fabrieksrolstandaard of gestel is voorzien van twee paren steunarmen die afwisselend gebruikt kunnen worden voor een continue toevoer van 40 het baan of velmateriaal naar een golf of plooimachine. Wanneer elke 8203851 ^ -L I* ' 3’ van schroefdraad voorziene as door een omkeerbare motor 3 wordt aange-dreven, zullen de steunarmen 2 zonder rotatie naar en van elkaar weg bewegen. De steunarmen die draaibaar op elke van schroefdraad voorziene as 1 zijn gemonteerd, kunnen rond de as gedraaid worden door middel van 5 een daaraan via een geschikte overbrenging gekoppelde armdraaimotor.
Onder de steunarmen 2 is een eerste transporteur 5 aangebracht die in een richting evenwijdig aan de schroefdraadas 1 en in een richting loodrecht daarop kan bewegen. Achter en voor de eerste transporteur 5 zijn respectievelijk een tweede transporteur 6 voor het toevoeren van 10 een baanrol A en een derde transporteur 7 om deze rol A weg te nemen aangebracht.
De steunarmen 2 zijn aan hun top elk voorzien van een steunas 8 voor ondersteuning van de baanrol A. De baan of velrol wordt onder-steund tussen twee steunassen 8 die in het middengat aan weerszijden 15 van de rol zijn ingevoerd.
Als transporteurs 5, 6 en 7 kunnen roltransporteurs met minusboog-rollen 9 toegepast worden. Rollen of trommels met een vorm zoals aange-geven worden gebruikt om de baanrol A loodrecht op de as van de rollen 9 en in het midden aan te houden. Transporteurs van andere typen, zoals 20 bandtransporteurs en lattentransporteurs met een V-vormig oppervlak, kunnen als de transporteurs 5, 6 gebruikt worden zo lang zij dezelfde functie als de toegepaste roltransporteur kunnen uitvoeren.
De eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding zal nu toegelicht worden.
25 Eerst zal de werkwijze voor het uitlijnen van de steunassen 8 van de steunarmen 2 met het middengat B van de te ondersteunen baanrol A toegelicht worden met verwijzing naar fig. 2.
De hoogte H van het vloeroppervlak F tot het midden van de rol A wordt uitgedrukt door: 30 H«—J- ---(1) sin a waarin R de straal is van de rol en 2a de booghoek is van de rollen 9. Aangenomen wordt dat het onderste deel in het midden van de rollen zich 35 op hetzelfde niveau als het vloeroppervlak F bevindt.
De steunarm 2 is draaibaar rond het punt 0 dat de aslijn van de met schroefdraad voorziene drijfas 1 is. Derhalve wordt de afstand L waarover de rol A tussen een paar steunarmen 8 moet bewegen, uitgedrukt door 40 8203851 ϊ > k .
4 ν L = t -. r sin β -------(2) waarin β de hoek is die de steunarm 2 met een verticale lijn vormt wan-5 neer zij op de hoogte H zijn, t de afstand is vanaf het midden van de rol 9 tot het punt 0» en r de straal is van de cirkel die de steunarm 8 rond het punt 0 trekt.
De hoogte H wordt eveneens uitgedrukt als volgt: 10 H - h - r cos β ----(3) waarin h de hoogte is van het punt 0 ten opzichte van het oppervlak F van de vloer.
Uit de vergelijkingen 1 en 3 volgt 15 β = cos-1 (h - ) --(4) r sin a
Uit de vergelijkingen 2 en 4 volgt 20 L - i - r sin cos*"*· (h--r- ) ^ r s m a
Door op deze wijze de hoek β en de afstand L te bepalen kan de as-lijn van de rol A uitgelijnd worden met de steunassen 8. In de vergelijkingen 4 en 5 worden de straal r, de hoogte h, de booghoek 2a, de straal R en de afstand l vooraf bepaald.
Nu zal de in de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toegepas-te stuurschakeling toegelicht worden met verwijzing naar fig. 3.
De diameter 2R en de breedte 2W van de rol A worden in een instel-eenheid 11 ingesteld, welke eenheid deze grootheden afgeeft aan een ge-2q heugen 13 van de stuureenheid 12. Het geheugen kan een aantal instel-waarden opslaan die door bediening van de insteleenheid 11 kunnen worden veranderd.
De eerste transporteur 5 is voorzlen van een eerste sensor om de aanwezigheid van de rol A te detecteren, welke sensor zich op de 22 middenlijn van de fabrieksrolstandaard bevindt. De tweede transporteur 6 is voor hetzelfde doel voorzien van een tweede sensor S2·
De rollen 9 van de eerste transporteur 5 worden door een eerste roldrijfwerk 14 aangedreven. De eerste transporteur, die een moduul vormt, wordt in een richting loodrecht op de met schroefdraad voorziene as 1 door een dwarsdrijfwerk 15 bewogen. De rollen 9 van de tweede en 8203851 * *· 5 derde transporteurs 6 en 7 worden respectievelijk door tweede en derde roldrijfwerken 16, 17 aangedreven.
De drijfwerken 14 en 15 zijn respectievelijk voorzien van eerste en tweede pulsgeneratoren 18 en 19 die pulsen opwekken, waarvan het 5 aantal respectievelijk evenredig is met de omwentelingen van de rollen 9 en met de afstand van de dwarsbeweging. Be motor 4 om de steunarmen 2 te draaien is voorzien van een derde pulsgenerator 20 die pulsen op-wekt, waarvan het aantal evenredig is met de hoek waarover de steunarmen 2 de met schroefdraad voorziene as 1 rond draaien.
10 Een OF schakeling 22 geeft een OF signaal af wanneer de schakeling ten minste Sin signaal ontvangt van de volgende twee signalen, n.l. het signaal van de toevoerstartschakelaar 21 en het detectiesignaal van de toevoerstartdetector 46. In antwoord op het OF signaal worden de eerste en tweede roldrijfwerken 14 en 16 bekrachtigd. De toevoerstartdetector 15 46 is een sensor, zoals een grensschakelaar, die de uitlijning van de eerste transporteur 5 met de tweede en derde transporteurs 6 en 7 de-tecteert.
In antwoord op het signaal van de OF schakeling wordt een teller 23 teruggesteld die een signaal telkens afgeeft wanneer hij het tweede 20 detectiesignaal van de tweede sensor S£ ontvangt. Een vooraf bepaalde tijd nadat de tijdstuurschakeling 24 het OF signaal ontvangen heeft, geeft deze schakeling een tijdstuursignaal af. Wanneer een OF schakeling 25 een signaal van de teller 23 of het tijdstuursignaal van de tijdstuurschakeling 24 ontvangt, geeft deze OF schakeling een signaal 25 af aan het tweede roldrijfwerk 16 om dit drijfwerk te doen stoppen.
In antwoord op het detectiesignaal van de eerste sensor leeSt een teller 26 de waarde W (de helft van de rolbreedte) uit het geheugen 13 en start met het tellen van de pulsen van de eerste pulsgenerator 18. Wanneer de telling gelijk is geworden aan de waarde W geeft 30 de teller een stopsignaal af om het eerste roldrijfwerk 14 te stoppen.
In antwoord op het signaal van de teller 26 wordt de motor 4 eveneens aangedreven om de steunarmen 2 te laten zakken.
Een rekeneenheid 27 ontvangt van het geheugen 13 de diameter 2R van de rol A en op basis van deze waarde 2R en de vooraf ingestelde 35 waarden a, h, X en r voert deze eenheid een berekening uit weergegeven · door de vergelijkingen 4 en 5 om de hoek 3 en de afstand L van de dwarsbeweging te verkrijgen.
Een eerste omkeerbare teller 28 telt het pulssignaal van de tweede pulsgenerator 19. Zijn telling is evenredig met de positie van de eer-40 ste transporteur 5 ten opzichte van een referentiepunt (bijvoorbeeld 8203851 * t
V
6 het midden van de rollen 9 wanneer de transporteur 5 in uitlijning is met de tweede en derde transporteurs). Wanneer de telling gelijk wordt aan de in de rekeneenheid 27 verkregen waarde L geeft een vergelijker 29 een eerste vergelijkingssignaal af.
5 De eerste omkeerbare teller 28 geeft een eerste referentiesignaal af wanneer zijn telstand nul is, d.w.z. wanneer de eerste transporteur 5 zich op zijn referentiepunt bevindt. Wanneer een OF schakeling 30 het eerste referentiesignaal of het eerste vergelijkingssignaal van de eerste vergelijker 29 ontvangt, stopt deze OF schakeling het dwarsaan-10 drijfwerk 15. Het uitgangssignaal van de teller 26 start het drijfwerk 15.
Een tweede omkeerbare teller 31 telt het pulssignaal van de derde pulsgenerator 20. Zijn telling is evenredig met de hoek $, die de steunarmen 2 met een referentiepunt (bijvoorbeeld het punt wanneer de 15 armen zich in verticale positie bevinden) vormen. Wanneer de telling gelijk wordt aan de waarde overeenkomend met de in de rekeneenheid 27 · verkregen hoek ¢5, geeft een tweede vergelijker 32 een tweede vergelijkingssignaal af. Een OF schakeling 34 geeft een signaal af om de arm-draaimotor 4 te stoppen wanneer de schakeling het tweede vergelijkings-20 signaal of een detectiesignaal ontvangt van een stoppositiedetector 33 die detecteert wanneer de steunarmen 2 zich in hun vooraf bepaalde positie (waarbij de hoek @ maximaal is) bevinden.
Wanneer de EN schakeling 44 zowel het signaal van de eerste vergelijker 29 als het signaal van de tweede vergelijker 32 ontvangt, be-25 krachtigt deze schakeling de omkeerbare motor 3 om de steunarmen 8 naar elkaar te brengen om de rol A te ondersteunen. Wanneer een OF schakeling 37 een signaal ontvangt van een open detector 35 voor de detectie dat de steunarmen 8 volledig open zijn, of een signaal van een steunde-tector 36 voor de detectie dat de rol A volledig tussen de steunarmen 8 30 ondersteund wordt, zal de schakeling de omkeerbare motor 3 stoppen. De open detector 35 en de steundetector 36 kunnen een stroomdetector zijn die de stroomwaarde voor de omkeerbare motor 3 boven een vooraf bepaald niveau detecteert of een bewegende-afstandsdetector die detecteert dat de steunas 8 over een vooraf bepaalde afstand heeft bewogen.
35 Enige tijd na ontvangst van het signaal van de steundetector 36 bekrachtigt een tijdsstuurschakeling 38 de armdraaimotor 4 om de steunarmen 2 naar een vooraf bepaalde positie te bewegen en enige tijd daar-na stopt de motor 4.
In antwoord op een uitwendig signaal dat de voltooiing aangeeft 40 van de toevoer van baan of velmateriaal van de rol, bijvoorbeeld een 8203851
V
:.. 7 splitssignaal, brengt de armdraaimotor 4 de steunarmen 2 omlaag. Bij detectie van de baanrol door een ontladingsdetector 9 wordt de armdraaimotor 4 gestopt. Enige tijd hierna wordt de omkeerbare motor 3 aangedreven cm de steunassen 8 weg van de voor een deel gebruikte baan-5 rol te bewegen. De ontladingsdetector is onder en tussen de steunarmen 2 aangebracht. Deze detector geeft alleen een eerste detectiesignaal na ontvangst van het baantoevoer-voltooidsignaal af.
Het detectiesignaal start het derde roldrijfwerk 17 dat door een signaal van een OF schakeling 42 gestopt wordt. Deze schakeling geeft 10 het signaal af wanneer de schakeling een signaal van een aan het einde van de derde transporteur 7 aangebrachte roldetector 40 of een signaal van een met de ontladingsdetector 49 verbonden tijdstuurschakeling 41 ontvangt.
Een weergeeforgaan 43 duidt de diameters 2R en de breedten 2W van 15 de baanrol aan vanwaar het baan- of velmateriaal wordt toegevoerd en van de de volgende te ondersteunen baanrol.
Het dwarsdrijfwerk 15 wordt naar zijn referentiepositie terug be-wogen door een signaal van de tijdstuurschakeling 45 dat enige tijd na de detectie van de rol door de ontladingsdetector 39 wordt afgegeven.
20 Het drijfwerk wordt door middel van de OF schakeling 30 gestopt in ant-woord op het signaal van de eerste omkeerbare teller 28.
Telkens wanneer het geheugen 13 het signaal van de OF schakeling 22 ontvangt worden de waarden, die voor de berekening gebruikt zijn, gewist en wordt het volgende stel van opgeslagen waarden daarna ge-25 bruikt. De armdraaimotor 4 wordt bekrachtigd om de steunarmen 2 omhoog te brengen in antwoord op het signaal van de tijdstuurschakeling 45 en de motor wordt gestopt in antwoord op het signaal van de stoppositie-detector 33 die de aankomst van de stehnarmen 2 in hun vooraf bepaalde positie detecteert.
30 De totale werking van de eerste uitvoeringsvorm zal nu toegelicht worden.
Aangenomen wordt nu dat er geen baanrol op de steunarmen 2 onder-steund wordt en dat er op deze armen na elkaar in vooraf bepaalde volg-orde verscheidene baanrollen van verschillende diameter en breedte on-35 dersteund moeten worden. Eerst worden de diameters 2R en de breedten 2W van de te ondersteunen baanrollen in de insteleenheid 11 in vooraf bepaalde volgorde ingesteld en in het geheugen 13 opgeslagen.
De toevoerstartschakelaar 21 wordt ingeschakeld. Deze schakelaar bekrachtigt het eerste roldrijfwerk 14 en het tweede roldrijfwerk 16 om 40 de eerste baanrol A op de tweede transporteur 6 en vervolgens op de 8203851
K
i *· 8 eerste transporteur 5 te bewegen.
Wanneer de rol in het midden van de eerste transporteur komt, de-tecteert de eerste sensor S]^ dit. Wanneer de telling van de teller 26 gelijk wordt aan de waarde W (de helft van de rolbreedte) stopt het 5 eerste roldrijfwerk 14 en start het dwarsdrijfwerk 15. Wanneer de eerste transporteur 5 in dwarsrichting beweegt, wekt de tweede pulsgenera-tor 19 dienoveroverkomstig pulsen op. De pulsen worden door de eerste omkeerbare teller 28 geteld. Wanneer de telstand daarvan gelijk wordt aan een waarde die overeenkomt met de afstand L van de dwarsbeweging 10 zoals bepaald door de rekeneenheid 27, zal de eerste vergelijker 29 het dwarsdrijfwerk 15 stoppen. Het tweede roldrijfwerk 16 wordt gestopt door middel van de teller 23 en de OF schakeling 25 bij de tweede de-tectie van de rol door de tweede sensor S2·
De armdraaimotor 4 wordt door een signaal bekrachtigd van de tel-15 ler 26 en wordt gestopt door de tweede vergelijker 32 wanneer de hoek van de steunarm gelijk wordt aan de door de rekeneenheid 27 bepaalde hoek 6. Wanneer de rol in uitlijning komt met de steunassen 8 ontvangt de EN schakeling 44' signalen van de eerste en tweede vergelijkers 29., 32 en bekrachtigt de omkeerbare motor 3 om de steunassen 18 naar elkaar 20 te bewegen.
Wanneer de baanrol door de steunarmen 8 ondersteund is, detecteert de steundetector 36 dit als gevolg van het feit, dat de aan de omkeerbare motor 3 toegevoegde stroom tot voorbij een grenswaarde toeneemt zodat de motor 3 gestopt zal worden. Enige tijd na de ondersteuning van 25 de rol start de tijdstuurschakeling 38 de armdraaimotor 4 en stopt deze wanneer de rol in zijn vooraf bepaalde positie van baantoevoer is geko-men.
Het baan- of velmateriaal wordt vanaf de aldus op de armen 2 on-dersteunde baanrol toegevoerd aan de golf of plooiingsmachine. Wanneer 30 een vereiste hoeveelheid of lengte van baanmateriaal toegevoerd is, wordt de baan door de baanafscheider of splitser afgesneden om een insplitsing met een op een ander paar steunarmen ondersteunde nieuwe baan voor te bereiden. In antwoord op het bij doorsnijding van de oude baan afgegeven baantoevoer-voltooidsignaal wordt de armdraaimotor 4 bekrach-35 tigd om de steunarmen omlaag te brengen. Wanneer de rol op de eerste transporteur gedetecteerd wordt door de ontladingsdetector 39 wordt de motor 4 gestopt. Enige tijd hierna bekrachtigt de tijdstuurschakeling 45 het dwarsdrijfwerk 15 om de, de rol voerende, eerste transporteur 5 te bewegen naar een zodanige positie dat de eerste, tweede en derde 40 transporters met elkaar uitgelijnd zijn. Gelijktijdig wordt de arm- 8203851 * * 9 draaimotor 4 bekrachtigd om de steunarmen 2 naar hun bovenste positie te brengen. Het derde roldrijfwerk 17 wordt gestopt of bij detectie van de baanrol op de derde transporteur 7 door middel van de ontladingsrol-detector 40 of een vooraf bepaalde tijd na de start daarvan.
5 Wanneer de baanrol van de steunarmen is gedemonteerd en ontladen en de eerste, tweede en derde transporteurs met elkaar uitgelijnd zijn, zal de toevoerstartdetector 46 de eerste transporteur 5 detecteren en geeft de OF schakeling 22 een OF signaal af. De bovenvermelde werking zal dus herhaald worden.
10 Nu zal de tweede uitvoeringsvorm toegelicht worden. Deze wordt eveneens in een gebruikelijke fabrieksrolstandaard toegepast. De op-stelling voor het aanbrengen en afnemen van de baanrol op de rolstan-daard is in wezen dezelfde als in de eerste uitvoeringsvonn behalve voor wat betreft de volgende punten.
15 In de eerste uitvoeringsvorm wordt de uitlijning van de steunassen met het middengat van de baanrol uitgevoerd door de baanrol op de eerste transporteur in dwarsrichting te bewegen tot tussen de steunarmen en door de steunarmen te draaien naar dezelfde hoogte als die van het middengat van de baanrol. In de tweede uitvoeringsvorm wordt dit teweeg 20 gebracht door de baanrol op de eerste transporteur zowel in dwars als in verticale richting te bewegen waarbij de steunarmen op een vooraf bepaalde hoogte worden gehouden.
Fig. 4 toont een basisopstelling die toegepast wordt in de tweede uitvoeringsvorm. Dezelfde cijfers worden voor dezelfde of overeenkom-25 stige onderdelen als die in de eerste uitvoeringsvorm toegepast. De rollen 9 van de eerste, tweede en derde transporteurs 5, 6 en 7 worden door de eerste, tweede en derde roldrijfwerken 14, 16 en 17 aangedre-ven. De eerste transporteur 5, die een moduul vormt, wordt door het dwarsdrijfwerk 15 in dwarsrichting loodrecht op de met schroefdraad 30 voorziene as 1 bewogen en wordt door een verticaal drijfwerk 80 in verticale richting bewogen.
In deze uitvoeringsvorm zijn eveneens eerste en tweede sensoren , S2 aangebracht en is het eerste roldrijfwerk 14 voorzien van een eerste pulsgenerator 18. Daarnaast is het verticale drijfwerk 80 35 voorzien van een tweede pulsgenerator 81 om pulsen op te wekken evenre-dig met de grootte van de verticale beweging.
Het verticale drijfwerk 80 drijft een verticale verplaatsingseen-heid 82 aan om de eerste transporteur 5 verticaal te verplaatsen. De verticale verplaatsingseenheid omvat vier met schroefdraad voorziene 40 assen 83 die aan een montageplaat 84 van de eerste transporteur zijn 8203851 I 1 t 10 bevestigd, een steunplaat 85 om op draaibare wijze de met schroefdraad voorziene as 83 aangrijpende moeren 86 te ondersteunen, en een ketting 87 om de moeren 86 te draaien. Wanneer d'e ketting 87 via een ketting-wiel 88 en een overbrenging door het verticale drijfwerk 80 wordt ge-5 draaid, worden de moeren 86 geroteerd waardoor de eerste transporteur 5 verticaal verplaatst wordt. Het dwarsdrijfwerk 15 drijft een dwarse verplaatsingseenheid 89 aan om de de eerste transporteur 5 ondersteu-nende steunplaat 85 te verplaatsen. De dwarse verplaatsingseenheid om-* vat aan de steunplaat 85 bevestigde kettingen 90 en kettingwielen 91 om 10 de kettingen 90 te ondersteunen. De eerste transporteur 5 wordt tezamen met de steunplaat dwars verplaatst wanneer de kettingwielen 91 door het dwarsdrijfwerk 15 gedraaid worden. De verticale en dwarse verplaat-singseenheden 82, 89 zijn niet tot de bovenvermelde opstelling beperkt maar naar keuze voorzover de functie dezelfde is.
15 De werkwijze en inrichting overeenkomstig de tweede uitvoerings- vorm zal nu in detail toegelicht worden.
De werkwijze en inrichting voor het uitlijnen van de steunassen 8 van de steunarmen 2 met het in het midden van de baanrol A gevormde middengat B zal nu toegelicht worden met verwijzing naar fig. 5. Aange-20 nomen wordt eerst dat het onderste deel bij het midden van de rollen 9 zich op hetzelfde niveau als het vloeroppervlak F bevindt en dat de steunassen 8 op de steunarmen 2 gescheiden zijn van het midden van de rollen 9 horizontaal gezien over een afstand L en verticaal gezien over een afstand h’. Dan is de hoogte H vanaf het midden van de rol A ten 25 opzichte van het vloeroppervlak gelijk aan: H = - ----(1) sin a waarin R de straal is van de rol en 2a de booghoek is van de rollen 9. 30 Dan kan de grootte van de horizontale verplaatsing x en die van de verticale verplaatsing y voor het uitlijnen van het middengat B van de rol met de steunassen 8 van de steunarmen 2 als volgt uitgedrukt worden: x = L (6) y = h* - H (7) 35 Uit de vergelijking 1 en 7 volgt y = h*---7- (8) J sin a
Door de afstanden van de horizontale en verticale verplaatsingen 40 zoals boven toegelicht te berekenen kan de aslijn van de rol A met de 8203851 11 steunassen 8,uitgelijnd worden. In de vergelijkingen 6 en 8 zijn de horizontal® af stand L en de verticale afstand h* vanaf het midden van de .rol tot de steunassen 8, de booghoek 2a van de rollen 9 en de straal R van de rol A vooraf bepaalde waarden.
5 Vervolgens zal de in de tweede uitvoeringsvorm toegepaste stuur- schakeling met verwijzing naar fig. 6 toegelicht worden. Dezelfde cij-fers worden voor dezelfde onderdelen als die in de eerste uitvoeringsvorm toegepast.
De insteleenheid 11 en het geheugen 13 in de stuurschakeling 12' 10 voeren dezelfde funetie als die in de eerste uitvoeringsvorm uit.
De OF schakeling 22 geeft een OF signaal af wanneer de schakeling bet signaal van de toevoerstartschakelaar 21 of het signaal van de toe-voerstartdetector 46 ontvangt. In antwoord op het OF signaal worden de eerste en tweede roldrijfwerken 14 en 16 bekrachtigd. De toevoerstart-15 detector 46 is een sensor, zoals een grensschakelaar, die detecteert wanneer de eerste transporteur 5 uitgelijnd is met de tweede en derde transporters 6 en 7 en zich op hetzelfde niveau met hen bevindt.
Een teller 23 wordt in antwoord op het signaal van de OF schakeling teruggesteld en geeft telkens een signaal af wanneer hi j het twee-20 de detectiesignaal van de tweede sensor S2 ontvangt. Een tijdstuur-schakeling 24 geeft een vooraf bepaalde tijd nadat hij het OF signaal ontvangen heeft een tijdstuursignaal af. Wanneer de OF schakeling 25 een signaal van de teller 23 of het tijdstuursignaal van tijdstuurscha-keling 24 ontvangt, geeft deze schakeling 25 een signaal af aan het 25 tweede roldrijfwerk 16 om deze te doen stoppen.
In antwoord op het detectiesignaal van de eerste sensor leest een teller 26 de waarde W (de helft van de rolbreedte) uit het geheugen 13 en begint met het tellen van de pulsen van de eerste pulsgenerator 18. Wanneer de telling gelijk wordt aan de waarde W geeft de teller een 30 stopsignaal af om het eerste roldrijfwerk 14 te doen stoppen. In antwoord op het signaal van de teller 26 wordt eveneens de motor 4 aange-dreven om de steunarmen 2 te laten zakken.
Een rekeneenheid 27 ontvangt de diameter 2R van de rol A van het geheugen 13 en voert op basis van de waarde 2R en de vooraf ingestelde 35 waarden a, hT een berekening uit weergegeven door de vergelijkingen 7 en 8 om de afstand y van de verticale beweging te verkrijgen.
Een omkeerbare teller 28 telt het pulssignaal van de tweede pulsgenerator 81. Zijn telling is evenredig met de verticale positie van de eerste transporteur 5 ten opzichte van zijn referentiepunt (bijvoor-40 beeld wanneer het midden van de rollen 9 zich op het niveau van het 8 2 0 3-.8- 5 1 12 vloeroppervlak bevindt). Wanneer de telling gelijk wordt aan de in de rekeneenheid 27 verkregen waarde y geeft een vergelijker 29 een verge-lijkingssignaal af.
De omkeerbare teller 28 geeft een referentiesignaal af wanneer 5 zijn telling gelijk is aan nul, d.w.z. wanneer de eerste transporteur 5 zich in zijn referentiepunt bevindt. Wanneer een OF schakeling 20 het referentiesignaal of het vergelijkingssignaal van vergelijker 29 ontvangt, stopt deze OF schakeling het verticale drijfwerk 80. Het uit-gangssignaal van de teller 26 start het drijfwerk 80.
10 In antwoord op het signaal van de teller 26 wordt het dwarsdrijf- werk 15 bekrachtigd om de eerste transporteur 5 vanuit zijn beginpunt naar de steunarmen 2 te bewegen en wordt vervolgens gestopt door het signaal van een eindpuntdetector 92. De start of beginpuntdetector kan een grensschakelaar of dergelijke zijn die de onderlinge uitlijning van 15 de eerste, tweede en derde transporteurs detecteert. De eindpuntdetector kan een grensschakelaar of dergelijke zijn die detecteert dat de baanrol zich in zodanige positie bevindt dat zijn middengat zich bevindt direct onder of uitgelijnd is met de steunassen 8 van de steunarmen 2 in een vooraf bepaalde positie.
20 Het signaal van de teller 26 bekrachtigt de armdraaimotor 4 om de steunarmen 2 naar de vooraf bepaalde positie te laten zakken. De motor 4 wordt in antwoord op een signaal van een steunpositiedetector 94 gestopt. Wanneer de steunarmen 2 niet gedetecteerd worden, blijft de motor 4 aangedreven zodat de armen 2 naar het meest lage punt omlaag gaan 25 en vervolgens omhoog gaan. De motor wordt gestopt wanneer de detector 94 detecteert dat de armen zich in opwaartse beweging bevinden. De bo-vengenoemde vooraf bepaalde positie of steunpositie is een stand waarin de steunarmen 2 de baanrol met zelfs de grootste diameter kunnen onder-steunen.
30 Wanneer een EN schakeling 95 zowel het signaal van de vergelijker 29 als het signaal van de eindpuntdetector 92 als het signaal van de steunpositiedetector 94 ontvangt, bekrachtigt deze schakeling de omkeerbare motor 3 om de steunassen 8 naar elkaar te brengen teneinde de rol A te ondersteunen. Wanneer de OF schakeling 37 een signaal ontvangt 35 van een open detector 35 die detecteert dat de steunassen 8 geheel open zijn, of een signaal van een steundetector 36 die detecteert dat de rol A tussen de steunassen 8 volledig ondersteund wordt, zal deze OF schakeling de omkeerbare motor 3 stoppen.
Enige tijd na ontvangst van het signaal van de steundetector 36 40 bekrachtigt een tijdstuurschakeling 38 de armdraaimotor 4 gedurende een 8203851 13 korte tijd teaein.de de steunarmen 2 een weinig omhoog te lichten om de baanrol omhoog en weg van de eerste transporteur 5 te brengen.
In antwoord op een uitwendig signaal dat het einde van de toevoer van baanmateriaal van de rol, bijvoorbeeld een afsplitsingssignaal, 5 aangeeft, brengt de armdraaimotor 4 de steunarmen 2 omlaag. Bij detec-tie van de voor een deel gebruikte baanrol door een ontladingsdetector 39 wordt de armdraaimotor 4 gestopt. Gelijktijdig of enige tijd hierna wordt de omkeerbare motor 3 aangedreven om de steunassen 8 weg van de baanrol te bewegen. De ontladingsdetector is onder en tussen de steun-10 armen 2 aangebracht. De detector geeft alleen na ontvangst van het baantoevoer-voltooidsignaal het eerste detectiesignaal af.
Het signaal van de open detector 35 stopt via de OF schakeling 37 de omkeerbare motor 3. Enige tijd na ontvangst van het signaal van de open detector 35 bekrachtigt de tijdstuurschakeling 96 het dwarsdrijf-15 werk 15 en het verticale drijfwerk 80 zodat de eerste transporteur naar zijn beginpunt op de referent!ehoogte zal teruggaan. Het dwarsdrijfwerk wordt gestopt door het signaal van de beginpuntdetector 33 en het verticale drijfwerk wordt via de OF schakeling 30 door het signaal van de omkeerbare motor 28 gestopt.
20 Het derde roldrijfwerk 17 wordt door een signaal gestopt dat afge- geven wordt door de OF schakeling 42 wanneer deze het signaal van de ontladingsroldetector 40 of het signaal van de met de ontladingsdetector 39 verbonden tijdstuurschakeling 41 ontvangt.
Wanneer een EN schakeling 97 zowel het signaal van de beginpuntde-25 tector 93 als het signaal van de omkeerbare teller 28 ontvangt, zullen de eerste en derde roldrijfwerken 14, 17 enige tijd na het signaal van de EN schakeling 97 gestopt worden.
De totale werking van de tweede uitvoeringsvorm zal nu toegelicht worden.
30 Aangenomen wordt nu dat er op de steunarmen 2 geen baanrol onder- steund wordt en dat er na elkaar in vooraf bepaalde volgorde verschei-dene baanrollen met verschillende diameter en breedte ondersteund moe-ten worden. Eerst worden de diameters 2R en de breedten 2W van de te ondersteunen baanrollen in vooraf bepaalde volgorde in de insteleenheid 35 11 ingesteld en worden zij in het geheugen 13 geregistreerd.
De toevoerstartschakelaar 21 wordt ingeschakeld. De schakelaar bekrachtigt de eerste en tweede roldrijfwerken 14, 16 cm de eerste baanrol A op de tweede transporteur 6 te bewegen en vervolgens op de eerste transporteur 5.
40 Wanneer de rol in het midden van de eerste transporteur komt de- 8203851 14 tecteert de eerste sensor de rol. Wanneer de telling van de teller 26 gelijk wordt aan de waarde W (de helft van de rolbreedte) stopt het eerste roldrijfwerk 14 en beginnen de dwarse en verticale drijfwerken 15, 80. Wanneer de eerste transporteur 5 in verticale richtixig beweegt, 5 wekt de tweede pulsgenerator 80 dienovereenkomstig pulsen op. De pulsen worden door de omkeerbare teller 28 geteld. Wanneer de telling daarvan gelijk wordt aan een waarde die overeenkomt met de afstand y van de verticale beweging zoals bepaald door de rekeneenheid 27, zal de verge-lijker 29 het verticale drijfwerk 80 stoppen. Het dwarse drijfwerk 15 10 wordt gelijktijdig met het verticale drijfwerkwerk gestart can de eerste transporteur naar het eindpunt te bewegen en het drijfwerk wordt in antwoord op het signaal van de eindpuntdetector 92 gestopt. Het tweede roldrijfwerk 16 wordt via de teller 23 en de OF schakeling 25 bij de tweede detectie van de rol door de tweede sensor S2 gestopt.
15 De armdraaimotor 4 wordt door een signaal van de teller 26 be- krachtigd en wordt door de steunpositiedetector 94 gestopt wanneer de steunarmen 2 in de vooraf bepaalde steunpositie zijn gekomen. Wanneer de rol in uitlijning met de steunassen 8 komt, ontvangt de EN schakeling 95 signalen van de vergelijker 29, de eindpuntdetector 92 en de 20 steunpositiedetector 94 en de EN schakeling bekrachtigt de omkeerbare motor 3 om de steunassen 8 naar elkaar te bewegen.
Wanneer de baanrol door de steunassen 8 ondersteund is, detecteert de steundetector 36 dit als gevolg van het feit dat de aan de omkeerbare motor 3 toegevoerde stroom tot voorbij een grenswaarde toeneemt zo-25 dat de motor gestopt zal worden. Enige tijd na de ondersteuning van de rol bekrachtigt de tijdstuurschakeling 38 de armdraaimotor 4 om de steunarmen 2 een weinig op te heffen teneinde de baanrol weg van de rollen 9 te brengen.
Het baan- of velmateriaal wordt vanaf de aldus op de armen 2 on-30 dersteunde baanrol toegevoerd naar de golfmachine. Wanneer er een ver-eiste hoeveelheid of lengte van baanmateriaal is toegevoerd wordt de baan door de baansplitser afgesneden teneinde een insplitsing aan een nieuwe baan voor te bereiden. In antwoord op het baantoevoer-voltooid-signaal dat afgegeven wordt bij het doorsnijden van de oude baan, wordt 35 de armdraaimotor 4 bekrachtigd om de steunarmen omlaag te brengen .“· Wanneer de rolkem of voor een deel gebruikte rol door de ontladingsdetector 39 gedetecteerd wordt, wordt de motor 4 gestopt. Gelijktijdig wordt de omkeerbare motor 3 aangedreven om de steunarmen van elkaar weg te bewegen. Nu bevindt de voor een deel gebruikte rol zich op de eerste 40 transporteur 5. Wanneer de steunassen geheel open zijn, zal de open de- 8203851 15 tector 35 de omkeerbare motor 3 stoppen.
Enlge tijd hiema bekrachtigt de tijdstuurschakelaar 96 de dwarse en vertlcale drijfwerken 15 en 80 om de eerste transporteur 5 terug naar zijn startpunt op referentiehoogte te bewegen. De drijfwerken wor-5 den respectievelijk in antwoord op het signaal van de beginpuntdetector 93 en het nulsignaal van de omkeerbare teller 28 gestopt.
Wanneer de eerste transporteur 5 uitgelijnd is met en zich op de-zelfde hoogte bevindt als de tweede en derde transporteurs worden de eerste en derde roldrijfwerken 14 en 17 aangedreven csn de baanrol vanaf 10 de eerste transporteur naar de derde transporteur 7 te bewegen. Het derde roldrijfwerk 17 wordt gestopt in antwoord op het signaal van de ontladingsroldetector 40 of het signaal van de tijdstuurschakeling 41.
Wanner de toevoerstartdetector 46 de eerste transporteur 5 detec-teert, zal de OF schakeling 22 een signaal afgeven en worden de boven-15 vermelde stappen herhaald.
Met verwijzing naar de fig. 7 tot 10 zal nu de derde uitvoerings-vorm van de uitvinding toegelicht worden. Deze uitvoeringsvorm wordt toegepast op een ander type van fabrieksrolstandaard, maar deze uitvoeringsvorm is gelijk aan de eerste uitvoeringsvorm hierin dat de aslijn 20 van de te ondersteunen baanrol uitgelijnd wordt met de steunas 8 door de eerste transporteur dwars te bewegen en door de steunarmen naar het-zelfde niveau als de aslijn van de baanrol te draaien en niet door de eerste transporteur zowel in dwarse als in verticale richting zoals bij de tweede uitvoeringsvorm te bewegen.
25 Met verwijzing naar de fig. 7 tot 10 wordt toegelicht dat de fa brieksrolstandaard een paar van elkaar gescheiden transporteurs 51 heeft die op synchrone wijze aangedreven kunnen worden. Elke transporteur 51 voert twee of meer rolsteunen 52 die op gelijke afstand van elkaar liggen. De rolsteunen op de ene transporteur liggen tegenover die 30 op de andere transporteur.
Elke transporteur 51 heeft een ketting 53 zonder einde die rond kettingwielen 54 loopt welke elk op het binnenuiteinde van een vrijdra-gende as 55 zijn gemonteerd. Elke transporteur 51 is voorzien van een geleidingseenheid 56 voor zowel de boven als ondersecties van de ket-35 ting 53 zonder eind. Maar de geleidingseenheid voor de ondersectie kan weggelaten worden. De geleidingseenheid 56 bevat kanaalrails 57 en rol-len 60 die op elk einde van pennen 59 zijn gemonteerd voor de koppeling van schakels of verbindingsorganen 58 waaruit de eindloze ketting 53 bestaat.
40 De vrijdragende assen 55 zijn via een overbrenging 62 gekoppeld 8203851 16 met een motor 61 om de transporters 51 op synchrone wijze aan te drij-ven.
Elke rolsteun 52 is voorzien van een steunas 63 die naar en weg van die van de tegenover gelegen rolsteun kan schuiven. De rolsteun 5 heeft een doorlopend gat 65 waardoor een schuifpijp 64 loopt. De steunas 63 loopt door de schuifpijp 64, opgehangen in lagers 64a aan elk uiteinde van de schuifpijp.
Een montageplaat 66 is vast op de schuifpijp 64 aan het buitenein-de daarvan gemonteerd. Van een steekschroef 67 evenwijdig aan de schuif-10 pijp is het buiteneinde bevestigd aan de montageplaat 66. Een (niet aangegeven) opneemschroef is via schroefdraad op de steekschroef gemonteerd en zodanig gelagerd dat zij in een vaste stand kan draaien. Een met de vrouwelijke of opneemschroef integrale koppeling of overbrenging 68 grijpt in een (niet aangegeven) koppeling op de as van de omkeerbare 15 motor 70 direct of via een overbrenging. Wanneer de motor start wordt de rotatie daarvan via de koppeling 68 overgebracht naar de steekschroef 67 die naar rechts of links beweegt tezamen met de steunas 63. Voor de steunassen 63 is een rem 72 aangebracht.
In fig. 7 is aangegeven hoe een roltoevoereenheid 73 om de baan-20 rollen aan de rolsteun 52 toe te voeren voorzien is van drie onafhanke-lijk aangedreven transporters 74, 75 en 76. De tweede en derde transporters 75, 76 bewegen in een richting loodrecht op de richting waarin de transporteur 51 beweegt. De eerste transporter 74 beweegt in rich-tingen zowel parallel aan of loodrecht op die richting. A1 deze trans-25 porters zijn roltransporteurs die dezelfde in fig. 1 aangegeven minus-boogrollen 9 gebruiken. De tweede transporteur 75 is aangebracht om te verhinderen dat de in transport gebrachte baanrol aanstoot tegen de rolsteun 52. Wanneer de roltoevoereenheid 73 voldoende ver verwijderd is van de transporteur 51 kan de tweede transporteur weggelaten worden. 30 Verder is de vierde transporteur 78 aangebracht om de voor een deel gebruikte rol uit de rolsteunen 52 weg te nemen nadat een vereiste hoeveelheid baanmateriaal daarvan is toegevoerd.
Tussen het einde van de transporteur 51 en de vierde transporteur 78 is een ontladen roldetector 79 aangebracht om de aankomst te detec-35 teren van de baanrol ondersteund door een paar rolsteunen 52 in een ontladingspositie. De detector 79 steekt ongeveer halverwege tussen de beide transporteurs 51 uit en detecteert de rol door aanraking daarmede
De werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding zoals toege-past in bovenvermelde fabrieksrolstandaard zal nu toegelicht worden.
40 Hiernaar zal met de derde uitvoeringsvorm verwezen worden.
8203851 17
In. deze uitvoeringsvorm kan de hoek β en de afstand L van de dwar-se beweging voor de eerste transporteur 74 theoretlsch op dezelfde wij-ze bepaald worden als in de eerste uitvoeringsvorm of kan door feite-lijke meting verkregen worden.
5 De omkeerbare motor voor de rolsteunen 52 waardoor een baanrol on- dersteund moet worden zal met 70a aangeduid worden en de omkeerbare motor voor de rolsteunen vanaf welke de baanrol afgenomen moet worden zal met 70b aangeduid worden*
Fig. 10 geeft een blokschema van de in de derde uitvoeringsvorm 10 toegepaste stuurschakeling, waarin de diameter 2R en de breedte 2W van de rol A in een insteleenheid 101 ingesteld worden, die deze grootheden afgeeft aan het geheugen 102 van de stuureenheid 139. Het geheugen kan een aantal ingestelde waarden registreren die veranderd kunnen worden door bediening van de insteleenheid 101.
15 De eerste transporteur 74 is voorzien van een eerste sensor S3 om de aanwezigheid van een rol A te detecteren welke sensor zich op de middenlijn van de fabrieksrolstandaard bevindt. De derde transporteur 76 is aangebracht in een positie nabij de tweede transporteur 75 en voorzien van een tweede sensor S4 voor hetzelfde doel.
20 De rollen 9 van de eerste transporteur 74 worden door een eerste roldrijfwerk 103 aangedreven. De eerste transporteur wordt door een dwarsdrijfwerk 104 in een richting loodrecht op de aslijn van de steun-as bewogen. De rollen 9 van de tweede, derde en vierde transporters 75, 76 en 78 worden respectievelijk aangedreven door tweede, derde en 25 vierde roldrijfwerken 105, 106 en 107.
Het eerste drijfwerk 103 is voorzien van een eerste pulsgenerator 108 die pulsen opwekt, waarvan het aantal evenredig is met de omwente-lingen van de rollen 9. Het dwarsdrijfwerk 104 en de motor 61 voor de transporteur 51 zijn respectievelijk voorzien van tweede en derde puls-30 generatoren 109 en 110. Zij wekken pulsen op waarvan het aantal evenredig is met de afstanden waarover respectievelijk de eerste transporteur 74 en de rolsteunen 52 hebben bewogen.
Een tijdstuurschakeling 111 ontvangt een uitwendig signaal dat aangeeft dat de toevoer van baanmateriaal van de op de rolsteunen 52 35 ondersteunde baanrol voltooid is, bijvoorbeeld een splitsing-voltooid-signaal van de afsplitser, en geeft een vooraf bepaalde tijd na de ont-vangst daarvan een signaal af.
Een OF schakeling 113 geeft een OF signaal af wanneer deze OF schakeling ten minste een van de volgende signaal ontvangt, n.l. het 40 signaal van de tijdstuurschakeling 111 en het signaal van een toevoer- 3203851 18 startschakelaar 112. In antwoord op het OF signaal worden de eerste, tweede en derde roldrijfwerken 103, 105 en 106 aangedreven.
Een teller 114 wordt la antwoord op het signaal van de OF schake-ling teruggesteld en geeft telkens een signaal af wanneer hij het twee-5 de detectiesignaal van de tweede sensor S4 ontvangt. Een tijdstuur-schakelaar 115 geeft een vooraf bepaalde tijd nadat hij het OF signaal ontvangen heeft, een signaal af. Wanneer de OF schakeling 116 het signaal van de teller 114 of het signaal van de tijdstuurschakeling 115 ontvangt, stopt deze schakeling het derde roldrijfwerk 106.
10 Een eerste teller 117 leest in antwoord op het detectiesignaal van de eerste sensor S3 de waarde W (de helft van de rolbreedte) uit het geheugen 102 en start de telling van pulsen van de eerste pulsgenerator 108. Wanneer de telling gelijk wordt aan de waarde W, geeft de eerste teller een signaal af om de eerste en tweede roldrijfwerken 103 en 105 15 te stoppen. In antwoord op het signaal van de eerste teller 117 wordt de motor 61 voor de transporteur 51 via een OF schakeling 118 aangedreven.
Een rekeneenheid 119 ontvangt de diameter 2R van de rol A van het geheugen 102 en voert op basis van de waarde 2R en de vooraf ingestelde 20 waarden a, h, ien r een berekening uit weergegeven door de vergelij-kingen 4 en 5 om de hoek 8 en de afstand L van de dwarsbeweging te ver-krijgen.
Een eerste omkeerbare teller 120 telt het pulssignaal van de tweede pulsgenerator 109. Zijn telling is evenredig met de positie van de 25 eerste transporteur 74 ten opzichte van het referentiepunt (bijvoor-beeld het punt waarbij de eerste, tweede en derde transporteurs in uit-lijning met elkaar zijn). Wanneer de telling gelijk wordt aan de in de rekeneenheid 119 verkregen waarde L geeft de vergelijker 121 een verge-lijkingssignaal af.
30 De omkeerbare teller 120 geeft een referentiesignaal af wanneer zijn telling gelijk is aan nul, d.w.z. wanneer de eerste transporteur 74 zich in zijn referentiepunt bevindt. Bij ontvangst van het referentiesignaal of het vergelijkingssignaal van de vergelijker 121 stopt de OF schakeling 122 het dwarsdrijfwerk 104. Het signaal van de eerste 35 teller 117 bekrachtigt het drijfwerk 104 en de motor 61 voor dd transporteur 51.
Een tweede teller 124 telt het pulssignaal van de derde pulsgenerator 110. De tweede teller leest de waarde die overeenkomt met de hoek β verkregen in de rekeneenheid 119 en start het tellen in antwoord op 40 het signaal van een doorgangdetector 123 die de doorgang detecteert van 8203851 19 de steunassen 63 direct onder het kettingwiel 54’aan de roltoevoerkant. Wanneer de telling van de tweede teller gelijk wordt aan de met de hoek $ overeenkomende waarde geeft de teller een signaal a£ cm de motor 61 voor de transporteur 51 te stoppen.
5 Wanneer een EN schakeling 126 zowel het signaal van de tweede tel ler 124 als het vergelijkingssignaal van de vergelijker 121 ontvangt, bekrachtigt deze EN schakeling de omkeerbare motor 70a teneinde de steunassen 63 naaar elkaar te brengen om de rol A te ondersteunen. In antwoord op een signaal van een steundetector 127 die detecteert dat de 10 rol A volledig tussen de steunassen 63 ondersteund wordt, stopt de omkeerbare motor 70a. *
Enige tijd na ontvangst van het signaal van een steundetector 127 geeft de tijdstuurschakeling 128 aan de OF schakeling 118 een signaal af om de motor 61 voor de transporteur 51 te bekrachtigen en stopt de 15 motor 4. De motor 61 wordt gestopt in antwoord op een detectiesignaal van een eerste rolsteundetector 129 die de aankomst van de rolsteunen 52 in een vooraf bepaalde positle detecteert.
De detector 129 kan een detector zijn die detecteert dat de pulsen van de derde pulsgenerator 110 een vooraf bepaalde telling bereiken na-20 detectie door de doorgangdetector 123. De detector kan eveneens vervan-gen worden door een tijdstuurschakeling die een vooraf bepaalde tijd nadat de tijdstuurschakeling 128 een stuursignaal heeft afgegeven, een signaal afgeeft.
Enige tijd na afgifte van een signaal dat de motor 61 voor de 25 transporteur 51 bekrachtigt, geeft de tijdstuurschakeling 128 een signaal af om het dwarsdrijfwerk 104 te bekrachtigen teneinde de eerste transporteur 74 terug naar het referentiepunt te bewegen.
Het splitsing-voltooidsignaal als uitwendig signaal bekrachtigt de motor 61 voor de transporteur 51 via een OF schakeling 118. De motor 30 wordt gestopt in antwoord op een signaal dat via de OF schakeling 125 vanaf een ontladingsdetector 7 9 wordt toegevoerd welke detector detecteert dat de baanrol uitgevoerd wordt.
Een vooraf bepaalde tijd na de ontvangst van het signaal van de ontladingsdetector 79 geeft de tijdstuurschakeling 130 een tijdstuur-35 signaal af can de omkeerbare motor 70b voor de rolsteunen 52 aan de ont-ladingskant te bekrachtigen zodat de steunassen 63 van elkaar weg zul-len bewegen uit het middengat in de baanrol. De omkeerbare motor 70b kan direct bekrachtigd wordett in antwoord op het signaal van de ontrla-dingsdeteetor 79 en niet via de tijdstuurschakeling 130. De omkeerbare 40 motor 70b wordt gestopt in antwoord op het signaal van een open detec- 8203851 20 tor 131 die detecteert dat de steunassen 63 zich in hun geheel open po-sitie bevinden.
De motor 61 voor de transporteur 51 wordt bekrachtigd in antwoord op een signaal van een signaaldetector 132 die de afname van het sig-5 naal detecteert dat via de OF schakeling 118 door de ontladingsdetector 79 afgegeven wordt en de motor wordt gestopt door een signaal dat vanaf een tweede rolsteundetector 133 (aangebracht onder het kettingwiel 54 aan de ontladingskant) via de OF schakeling 125 afgegeven wordt.
Wanneer de vrijgegeven rol op de vierde transporteur 78 wordt ge-10 plaatst wordt hij door een op de transporteur aangebrachte ontlading-voltooid detector 134 gedetecteerd. Het vierde roldrijfwerk 107 wordt in antwoord op een signaal van de detector 134 bekrachtigd en wordt via een OF schakeling 137 gestopt of door een tijdstuurschakeling 135 op een vooraf bepaalde tijd na het genoemde signaal of door het signaal 15 van een aan het achtereinde van de vierde transporteur 78 aangebrachte ontladingsroldetector 136.
Telkens wanneer het geheugen 102 het signaal van de OF schakeling 113 ontvangt, worden de waarden die voor de berekening gebruikt zijn uit het geheugen gewist en wordt het stel waarden voor de volgende be-20 rekening hernieuwd. De verandering van de voor berekening toegepaste waarden kan op elke wijze geschieden.
Een weergeeforgaan 138 ontvangt de in het geheugen 102 geregi-streerde waarden en duidt de diameters 2R en de breedten 2W van de drie rollen aan, d.w.z. de rol van waaraf de baan aan de golfmachine wordt 25 toegevoerd, de volgende rol van waaraf de baan toegevoerd moet worden, en de volgend op de steunassen 63 te ondersteunen rol. Het weergeef or-gaan 138 kan echter aangepast worden om andere waarden aan te duiden.
Vervolgens zal de totale werking van de derde uitvoeringsvorm toegelicht worden.
30 Wanneer een vooraf bepaalde hoeveelheid van de baan aan de golfma chine vanaf de op de rolsteunen 52 ondersteunde baanrol is toegevoerd en een splitsing-voltooid signaal is gegeven, wordt de motor 61 voor de transporteur 51 aangedreven. Wanneer de voor een deel gebruikte baanrol beweegt en door de ontladingsdetector 79 gedetecteerd wordt, stopt het 35 signaal van de detector de motor 61 en bekrachtigt de omkeerbare motor 70b voor de rolsteunen 52 teneinde de steunassen 63 van elkaar weg te bewegen.
Bij de afname van het signaal van de ontladingsdetector 79 die de baanrol detecteert welke van de steunassen 63 is vrijgegeven, wordt de 40 motor 61 opnieuw gestart om de transporteur 51 aan te drijven totdat de 8203851 21 rolsteunen 52 door de tweede rolsteundetector 133 gedetecteerd worden. Wanneer de baanrol uit de rolsteunen 52 is ontladen en door de ontla-ding-voltooid detector 134 gedetecteerd is, wordt de vierde transporteur 78 aangedreven om de baanrol weg te voeren.
5 Een vooraf bepaalde tijd na afgifte van het splitsing-voltooid signaal geeft de tijdstuurschakeling 111 een signaal af aan de OF scha-keling 113. In antwoord op het signaal van de OF schakeling worden de eerste, tweede en derde transporters 74, 75 en 76 aangedreven zodat de baanrol ongeveer naar het midden van de eerste transporter 74 zal wor-10 den gevoerd.
De eerste* transporter wordt door het dwarsdrijfwerk 104 over de in de rekeneenheid 119 berekende afstand L van dwarsbeweging bewogen.
De rolsteunen 52 worden door de motor 61 naar een positie bewogen die overeenkomt met de in de rekeneenheid 119 berekende hoek β.
15 Het vierde roldrijfwerk 107 voor de vierde transporter 78 wordt of bij detectie van de ontladen rol door de ontladingsroldetector 136 of een vooraf bepaalde tijd na het starten daarvan gestopt. Het derde roldrijfwerk 106 wordt of bij de tweede detectie van de baanrol door de tweede sensor S4 of een vooraf bepaalde tijd na zijn start gestopt.
20 Wanneer zowel het vergelijkingssignaal van de vergelijker 121 als het signaal van de tweede teller 124 afgegeven zijn, worden zowel het dwarsdrijfwerk 104 als de motor 61 voor de transporteur 51 gestopt. Nu zijn de steunassen 63 uitgelijnd met het middengat B in de baanrol A.
De omkeerbare motor 70a zal aangedreven worden om de steunassen 63 naar 25 elkaar te bewegen totdat de baanrol door de steunassen ondersteund wordt. Wanneer dit door de steundetector 127 gedetecteerd wordt, zal de motor 61 opnieuw bekrachtigd worden om de rolsteunen 52 naar een stand-by positie voor baantoevoer te bewegen. Daama wordt de eerste transporteur 74 door het dwarsdrijfwerk 104 naar de referentiepositie 30 terug bewogen.
Door de bovengenoemde stappen te herhalen kan een aantal baanrol-len na elkaar automatisch en continu ondersteund worden op en vrijgege-ven worden van de fabrieksrolstandaard.
De toevoerstartschakelaar 112 is aangebracht om de werking te 35 starten in geval van nood of wanneer er geen baanrol op de rolsteunen 52 ondersteund wordt.
Vervolgens zal de vierde uitvoeringsvorm met verwijzing naar de fig. 11 tot 14 toegelicht worden. Deze wordt toegepast in een fabrieksrolstandaard die in wezen dezelfde is als degene in de derde uitvoe-40 ringsvorm. Deze uitvoeringsvorm is echter hierin gelijk aan de tweede 8203851 22 uitvoeringsvorm dat de uitlijning van de steunarmen mat het middengat van de baanrol uitgevoerd wordt door de baanrol op de eerste transporter zowel in dwars als in verticale richting te bewegen waarbij de steunarmen op een vooraf bepaalde hoogte worden gehouden.
5 Zoals boven vermeld is de fabrieksrolstandaard waarvoor deze uit voeringsvorm toegepast wordt, in wezen dezelfde als degene in de derde uitvoeringsvorm. Daardoor wordt deze in detail niet toegelicht. Voor dezelfde of overeenkomstige onderdelen worden dezelfde cijfers als in de fig. 11 tot 14 gebruikt.
10 Kettingen 53 zonder einde passeren rond kettingwielen 54 die door de motor 61 aangedreven worden. De rolsteunen 52 zijn voorzien van steunassen 63 die axiaal beweegbaar zijn. Elk tegenovergesteld paar van steunassen 63 wordt door de omkeerbare motor 70 aangedreven om naar el-kaar te bewegen. De steunassen kunnen draaien tezamen met de daardoor 15 ondersteunde baanrol A.
De eerste, tweede, derde en vierde transporters 74, 75, 76 en78 maken gebruik van minusboogrollen 9 die door de eerste, tweede, derde en vierde drijfwerken 103, 104, 106 en 107 aangedreven worden.
De eerste transporter 74 is voorzien van eerste en tweede pulsge-20 neratoren 18 en 81, die op dezelfde wijze als die toegepast in de tweede uitvoeringsvorm werken. In deze uitvoeringsvorm zijn eveneens eerste en tweede sensoren S3, S4 aangebracht.
In deze uitvoeringsvorm worden dezelfde dwarse en verticale ver-plaatsingseenheden als in de tweede uitvoeringsvorm toegepast zoals 25 aangegeven in fig. 13.
In deze uitvoeringsvorm wordt eveneens een ontladingsdetector 79 toegepast gelijk aan die in de derde uitvoeringsvorm. Eveneens is een ontlading-voltooid detector 134 aangebracht om te detecteren dat de baanrol op de vierde transporteur 78 is gelegd.
30 Fig. 14 geeft een blokschema van de in de vierde uitvoeringsvorm toegepaste stuurschakeling, waarin de diameter 2R en de breedte 2W van de rol A in een insteleenheid 101 ingesteld worden, welke eenheid deze grootheden afgeeft aan een geheugen 102 van een stuureenheid 139'. Het geheugen kan een aantal ingestelde waarden registreren die door bedie-35 ning van de insteleenheid 101 veranderd kunnen worden.
Een tijdstuurschakeling 111 ontvangt een uitwendig signaal dat aangeeft dat de toevoer van baanmateriaal vanaf de door de rolsteunen 52 ondersteunde baanrol voltooid is, bijvoorbeeld een splitsing-voltooid signaal vanaf de splitser, en de tijdstuurschakeling geeft een vooraf 40 bepaalde tijd na ontvangst daarvan een signaal af.
8203851 4.
23
Een OF schakeling 113 geeft een OF signaal af wanneer de schake-llng ten minste een van de volgende signalen ontvangt, n.l. het signaal van de tijdstuurschakeling 111 en het signaal van een toevoerstartscha-kelaar 112. In antwoord op het OF signaal worden de eerste, tweede en 5 derde roldrijfwerken 103, 104 en 106 aangedreven.
Een teller 114 wordt door het OF signaal teruggesteld en geeft telkens een signaal af wanneer hij het tweede detectiesignaal van de tweede sensor S4 ontvangt. Een tijdstuurschakeling 115 geeft een signaal af een vooraf bepaalde tijd nadat hij het OF signaal ontvangen 10 heeft. Wanneer een OF schakeling 116 een signaal van de teller 114 of het signaal van de tijdstuurschakeling 115 ontvangt, stopt de OF schakeling het derde roldrijfwerk 106.
In antwoord op het detectiesignaal van de eerste sensor S3 leest een teller 117 de waarde W (de helft van de rolbreedte) uit het geheu-15 gen 102 en start het tellen van de pulsen van de eerste pulsgenerator 108. Wanneer de telling gelijk wordt aan de waarde W geeft de teller een signaal af om de eerste en tweede roldrijfwerken 103 en 104 te stoppen.
Een rekeneenheld 119 ontvangt de diameter 2R van de rol A van het 20 geheugen 102 en voert een berekening uit weergegeven door de vergelij-king 8 om deafstand y van de verticale beweging te verkrijgen.
Een omkeerbare teller 120 telt het pulssignaal van de tweede pulsgenerator 109'. De telling van deze teller is evenredig met de positie van de eerste transporteur 74 ten opzichte van het referentiepunt 25 (d.w.z. het punt waarin het onderste deel bij het midden van de rollen 9 zich Op hetzelfde niveau bevindt als het vloeroppervlak). Wanneer de telling gelijk wordt aan de in de rekeneenheld 119 verkregen waarde y geeft een vergelijker 121 een vergelijkingssignaal af.
De omkeerbare teller 120 geeft een referentiesignaal af wanneer 30 zijn telling nul is, d.w.z. wanneer de eerste transporteur 74 zich in zijn referentiepunt bevindt. Bij ontvangst van het referentiesignaal of het vergelijkingssignaal van de vergelijker 121 stopt een OF schakeling 122 het verticale drijfwerk 80 dat in antwoord op het signaal van de teller 117 gestart is geweest.
35 In antwoord op het signaal van de teller 117 wordt het dwarsdrijf- werk 104 bekrachtigd om de eerste transporteur 74 vanuit zijn begintijd te bewegen near de rolsteunen 52 en wordt het drijfwerk gestopt door het signaal van een eindpuntdetector 92.
Wanneer een EN schakeling 155 alle volgende signalen ontvangt, 40 n.l. het signaal van de vergelijker 121, het signaal van de eindpuntde- 8203851 t 24 tector 92 en het signaal van de steunpositiedetector 94, bekrachtigt deze EN schakeling de omkeerbare motor 70a om de steunassen 63 naar el-kaar te brengen teneinde de rol A te ondersteunen. Een signaal van een steundetector 127 die detecteert dat de rol A geheel tussen de steunas-5 sen 63 ondersteund wordt, zal de omkeerbare motor 70a stoppen.
Het signaal van de steundetector 127 bekrachtigt het dwarsdrijf-werk 104 en het verticale drijfwerk 80 zodat de eerste transporteur naar zijn beginpunt op referentiehoogte zal teruggaan. Teneinde vervol-gens te verhinderen dat de baanrol tegen het bovenoppervlak van de eer-10 ste transporteur zal aanwrijven, moet de eerste transporteur bij voor-keur eerst omlaag gebracht worden overe enige afstand door het verticale drijfwerk 80 en vervolgens naar het startpunt door het dwarsdrijf-werk 104 bewogen worden.
Ofschoon de rolsteunen 52 zich nu in de positie voor rolondersteu-15 ning bevinden, kunnen zij naar een stand-by positie voor baantoevoer bewogen worden door de motor 61 voor de transporteur 51 aan te drijven nadat de steundetector 127 een signaal heeft afgegeven. In dit geval kan de motor 61 door een signaal van een (niet aangegeven) stand-by po-sitiedetector gestopt worden.
20 Het splitsing-voltooid signaal als uitwendig signaal bekrachtigt via een OF schakeling 118’ de motor 61 voor de transporteur 51. De motor wordt gestopt in antwoord op een signaal dat via een OF schakeling 125' van een ontladingsdetector 79 wordt afgegeven welke detector de voor een deel gebruikte baanrol detecteert.
25 Een vooraf bepaalde tijd na ontvangst van het signaal van de ont ladingsdetector 79 geeft een tijdstuurschakeling 130 een tijdstuursig-naal af om de omkeerbare motor 70b voor de rolsteunen 52 aan de ontla-dingskant te bekrachtigen zodat de steunassen 63 van elkaar weg zullen bewegen uit het middengat in de baanrol. De omkeerbare motor 70b kan 30 direct in antwoord op het signaal van de ontladingsdetector 79 en niet via de tijdstuurschakeling 130 bekrachtigd worden. De omkeerbare motor 70b wordt in antwoord op het signaal van de open detector 131 gestopt, welke detector detecteert dat de steunassen 63 zich in hun geheel open positie bevinden.
35 De motor 61 voor de transporteur 51 wordt in antwoord op een sig naal van een signaaldetector 132 gedetecteerd welke detector de afname van het signaal van de ontladingsdetector 79 detecteert en de motor wordt gestopt door een signaal dat via de OF schakeling 125' door een rolsteundetector 133 wordt afgegeven.
40 Wanneer de vrijgegeven rol op de vierde transporteur 78 is ge- 8203851 25 plaatst, wordt deze rol door een op de transporteur aangebrachte ontla-ding-voltooid detector 134 gedetecteerd. Het vierde roldrijfwerk 107 wordt in antwoord op een signaal van de detector 134 bekrachtigd en wordt gestopt wanneer een OF schakellng 137 een signaal van een tijd-5 stuurschakellng 135 of een signaal van de ontladingsroldetector 136 ontvangt.
Vervolgens zal de totale werking van de vierde uitvoeringsvorm toegelicht worden.
Wanneer een vooraf bepaalde hoeveelheid van het baanmateriaal van-10 af de op de rolsteunen 52 ondersteunde baanrol is toegevoerd naar de golfmachine en een splitsing-voltooid signaal is afgegeven, wordt de motor 61 voor de transporteur 51 aangedreven. Wanneer de voor een deel gebruikte baanrol beweegt en door de ontladingsdetector 79 gedetecteerd wordt, stopt het signaal van de detector de motor 61 en bekrachtigt de 15 omkeerbare motor 70b voor de rolsteunen 52 teneinde de steunassen 63 van elkaar weg te bewegen.
Bij afname van het signaal van de ontladingsdetector 79 die de baanrol detecteert welke vanaf de steunassen 63 vrijgegeven is, wordt de motor 61 opnieuw gestart om de transporteur 51 aan te drijven totdat 20 de rolsteunen 52 door de rolsteundetector 133 (gewoonlijk juist onder de kettingwielen 54 bij de ontladingskant aangebracht) gedetecteerd worden. Wanneer de baanrol uit de rolsteunen 52 is ontladen en door de ontlading—voltooid detector 134 gedetecteerd is, wordt de vierde transporteur 78 aangedreven om de baanrol weg te voeren. De transporteur 25 wordt gestopt of door een signaal van de ontladingsroldetector 136 of door een tijdstuurschakeling 135 die verbonden is met de ontlading-vol-tooid detector 134.
Een vooraf bepaalde tijd na afgifte van het splitsing-voltooid signaal geeft de tijdstuurschakeling 111 een signaal af aan de OF scha-30 keling 113. In antwoord op het signaal van de OF schakellng worden de eerste, tweede en derde transporters 74, 75 en 76 aangedreven zodat de baanrol ongeveer naar het midden van de eerste transporteur 74 gevoerd zal worden.
Vervolgens worden het dwarsdrijfwerk 104 en het verticale drijf-35 werk 80 bekrachtigd om de eerste transporteur vanaf zijn beginpunt naar de vooraf bepaalde positie over een afstand x in dwarsrichting en over een afstand y in verticale richting te bewegen. Aan de andere kant wordt de motor 61 voor de transporteur 51 bekrachtigd door het signaal van de OF schakellng 113 om de rolsteunen 52 te bewegen totdat zij door 40 een steunpositiedetector 94 gedetecteerd worden. Nu zijn de steunassen 8203851 ♦ 26 63 uitgelijnd met het middengat van de baanrol.
De omkeerbare motor 70a wordt bekrachtigd om de steunassen naar elkaar te bewegen teneinde de baanrol te ondersteunen. Wanneer de baanrol op de steunassen ondersteund is, zal dit door de steundetector 127 5 gedetecteerd worden. Het signaal van deze detector bekrachtigt de dwars- en verticale drijfwerken 104, 80 teneinde de eerste transporteur terug naar zijn beginpunt op referentiehoogte te bewegen. De rolsteunen 52 worden of in deze positie gehouden of naar een stand-by positie be-wogen.
10 Door bovengenoemde stappen te herhalen kan een aantal baanrollen na elkaar automatisch en continu ondersteund worden op en vrijgegeven worden van de fabrieksrolstandaard.
Een toevoerstartschakelaar 112 is aangebracht om in geval van nood of wanneer er geen baanrol op de rolsteunen 52 ondersteund wordt, de 15 werking te starten.
In de vierde uitvoeringsvorm geeft de OF schakeling 113 bij voor-keur een signaal af alleen wanneer de voorste transporteur zich in zijn beginpunt bevindt en op referentiehoogte teneinde te waarborgen dat de baanrol op de eerste transporteur geplaatst wordt.
20 In elke van de uitvoeringsvormen behoeven de afstand L van de dwarsbeweging en de hoek β niet noodzakelijkerwijs in de rekeneenheid 119 berekend te worden, maar kunnen zij verkregen worden door toepassing van eerder voorbereide vergelijkingen of tabellen.
De in de voorkeursuitvoeringsvormen toegepaste detectoren en sen-25 soren kunnen vervangen worden door elk ander middel zo lang zij dezelf-de functie uitvoeren.
De stuur- en detectiesignalen kunnen op elk ander tijdstip dan in de voorkeursuitvoeringen afgegeven worden zo lang een dergelijke wij-ziging binnen het kader van de onderhavige uitvinding gemaakt wordt.
30 Binnen de voorkeursuitvoeringsvormen kunnen de diameter 2R en de breedte 2W van de baanrol automatisch gemeten worden. De breedte daar-van is meetbaar, bijvoorbeeld door pulsen op te laten wekken met een pulsgenerator overeenkomstig de grootte van de omwentelingen van de rollen op de tweede transporteur en door de pulsen te tellen terwijl de 35 baanrol door een rolsensor gedetecteerd wordt.
Eveneens kan de diameter van de baanrol gemeten worden door een paar verticaal beweegbare (fig. 15) fotosensoren S5 aan te brengen en door de afstand te meten waarover de fotosensor ten opzichte van de vloer F bewogen heeft. In plaats van fotosensoren kan een verticaal be-40 weegbare plaat toegepast worden. De diameter van de rol kan bepaald 8203851 ♦ , 27 worden uit de afstand waarover de plaat bewogen is tot aansluiting te-gen. de baanrol. Hij kan eveneens direct door middel van een beeldsensor gemeten worden.
Het zal duidelijk zijn uit bovenvermelde dat de uitvinding tijd en 5 werk vereist voor het aanbrengen en wegnemen van de baanrol op en van de fabrieksrolstandaard kan besparen. De uitvinding waarborgt eveneens een betrouwbare ondersteuning van de baanrol en vermindert de mogelijk-heid van ongelukken voor de bediener.
3203851

Claims (3)

4 , 28 CONCLUSXES
1. Werkwijze voor het automatische aanbrengen van een rol van baanmateriaal op een fabcieksrolstandaard voorzien van ten minste een 5 paar rolsteunen die gemonteerd zijn teneinde verticaal en naar en weg van elkaar te bewegen, omvattende de stappen van het bewegen van de baanrol in een richting evenwijdig aan de rolsteunen tot tussen en zij-delings van de rolsteunen, het bewegen van de baanrol in een dwarsrich-ting over een vooraf bepaalde afstand, het bewegen van de rolsteunen 10 naar dezelfde hoogte als de aslijn van de baanrol teneinde hen uit te lijnen met het middengat in de baanrol, en het bewegen van de rolsteunen naar elkaar om de baanrol op de rolsteunen te ondersteunen.
2. Werkwijze voor het automatisch aanbrengen van een rol van baanmateriaal op een fabrieksrolstandaard voorzien van ten minste een paar 15 rolsteunen die gemonteerd zijn om verticaal en naar en van elkaar te bewegen, omvattende de stappen van het bewegen van de baanrol in een richting evenwijdig aan de rolsteunen tot tussen maar zijdelings van de rolsteunen, het bewegen van de baanrol zowel in dwarsrichting als in verticale richting totdat de aslijn van de baanrol uitgelijnd is met de 20 rolsteunen op een vooraf bepaalde positie, en het bewegen van de rolsteunen naar elkaar teneinde de baanrol op de rolsteunen te ondersteunen.
3. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies. 8203851
NLAANVRAGE8203851,A 1981-10-05 1982-10-04 Inrichting voor het automatisch aanbrengen van een rol van weefselmateriaal op een fabrieksrolstandaard. NL188842C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP56159856A JPS5878940A (ja) 1981-10-05 1981-10-05 ミルロールスタンドへの自動ロール支持装置
JP15985681 1981-10-05
JP17105781A JPS5878941A (ja) 1981-10-21 1981-10-21 ミルロールスタンドへの自動ロール支持装置
JP17105781 1981-10-21

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8203851A true NL8203851A (nl) 1983-05-02
NL188842C NL188842C (nl) 1992-10-16

Family

ID=26486527

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8203851,A NL188842C (nl) 1981-10-05 1982-10-04 Inrichting voor het automatisch aanbrengen van een rol van weefselmateriaal op een fabrieksrolstandaard.

Country Status (13)

Country Link
US (2) US4586673A (nl)
AT (1) AT382588B (nl)
AU (1) AU550163B2 (nl)
CA (1) CA1208340A (nl)
CH (1) CH649516A5 (nl)
DE (1) DE3236873C2 (nl)
FR (1) FR2514100B1 (nl)
GB (1) GB2106875B (nl)
IT (1) IT1153202B (nl)
MX (1) MX158923A (nl)
NL (1) NL188842C (nl)
NZ (1) NZ202054A (nl)
SE (1) SE458523B (nl)

Families Citing this family (34)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4673142A (en) * 1983-11-28 1987-06-16 Enkel Corporation Apparatus for continuously supplying a web of sheet material
CH669583A5 (nl) * 1985-09-06 1989-03-31 Wifag Maschf
IT1221027B (it) * 1985-12-31 1990-06-21 Mondadori Editore Spa Stazione per il caricamento delle bobine di carta sul portabobine di rotative rotocalco
FR2598395B1 (fr) * 1986-05-09 1990-01-19 Monomatic Sa Dispositif de chargement automatique de bobines dans des machines a derouler
JPH0764462B2 (ja) * 1986-09-20 1995-07-12 株式会社磯輪鉄工所 段ボール製造機における原紙の装填方法
US4735372A (en) * 1987-02-18 1988-04-05 Mitsubiski Jukogyo Kabushiki Kaisha Rolled web feed apparatus
DE3715475A1 (de) * 1987-05-08 1988-12-22 Jagenberg Ag Vorrichtung zum abwickeln einer materialbahn von einer rolle
FR2618769B1 (fr) * 1987-07-29 1990-10-12 Monomatic Sa Machine a derouler des bandes comportant des tours porte-bobines
GB2209328B (en) * 1987-09-03 1991-09-25 Isowa Industry Co Cardboard web feeding device for corrugator.
US5000394A (en) * 1987-12-22 1991-03-19 Roll Systems, Inc. Roll support and feed apparatus
US4893763A (en) * 1987-12-22 1990-01-16 Roll Systems, Inc. Roll support and feed apparatus
DE3800029A1 (de) * 1988-01-04 1989-07-13 Focke & Co Verpackungsmaschine zum herstellen von zigaretten-packungen
IT1216045B (it) * 1988-03-10 1990-02-22 Cams Srl Carta ed altro materiale. caricatore automatico per bobine di
JP2558495B2 (ja) * 1988-04-16 1996-11-27 株式会社イソワ ウェブ供給装置の制御方法
DE3822572A1 (de) * 1988-07-04 1990-02-22 Kleinewefers Gmbh Rollen-abwickelvorrichtung, insbesondere fuer eine druckmaschine
DE3825673A1 (de) * 1988-07-28 1990-02-01 Will E C H Gmbh & Co Verfahren und vorrichtung zum entfernen von abgelaufenen vorratsrollen aus einer abrollstation
US4930713A (en) * 1989-03-10 1990-06-05 Mitsubishi Jukogyo Kabushiki Kaisha Mill roll stand
AU657148B2 (en) * 1991-08-13 1995-03-02 Ferag Ag Process and apparatus for changing, transferring and temporarily storing printed product rolls
US5320296A (en) * 1992-07-30 1994-06-14 Laureano Ozcariz Roll handling machine
DE4334582A1 (de) * 1993-10-11 1995-04-13 Roland Man Druckmasch Rollenwechsler
DE9414677U1 (de) * 1994-09-09 1994-12-15 BHS Corrugated Maschinen- und Anlagenbau GmbH, 92729 Weiherhammer Papierrollen-Transport- und Ausricht-Einrichtung für eine Papierverarbeitungs-Abrolleinrichtung
EP0849201B1 (de) * 1996-12-21 2002-03-06 Koenig & Bauer Aktiengesellschaft Verfahren zum Lageerfassen und Positionieren einer Vorratsbahnrolle
US5906333A (en) * 1997-04-16 1999-05-25 Paper Converting Machine Company Center drive unwind system
DE19824695A1 (de) * 1998-06-03 1999-12-09 Bhs Corr Masch & Anlagenbau Abroll-Vorrichtung
US5934604A (en) * 1998-10-13 1999-08-10 Paper Converting Machine Company Center drive unwind system
SE516423C2 (sv) * 2000-05-12 2002-01-15 Baldwin Amal Ab Rullställ för kontinuerlig avrullning av rullar
US6719240B2 (en) 2001-11-13 2004-04-13 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. System and method for unwinding tissue webs
US6722606B2 (en) 2001-11-13 2004-04-20 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. System and method for simultaneously unwinding multiple rolls of material
DE10231521B4 (de) * 2002-07-12 2005-12-08 Man Roland Druckmaschinen Ag Vorrichtung zum Positionieren eines Schlittens zum Be- oder Entladen einer Wickelrolle, wie Bedruckstoffbahnen für Rollenrotationsdruckmaschinen
US6820837B2 (en) 2002-12-20 2004-11-23 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Unwind system with flying-splice roll changing
EP1491475A1 (de) * 2003-06-26 2004-12-29 Metso Paper AG Transportanlage zur Zuführung von Papierrollen zu Rollenständern sowie Hülsenwagen
DE102005008168A1 (de) * 2005-02-22 2006-08-31 Man Roland Druckmaschinen Ag Rollenwechsler einer Rollendruckmaschine
DE102006015912A1 (de) * 2006-04-05 2007-10-18 Klitsch, Edgar Umlaufende Förder- und Zuführeinrichtung bei der die Teile während des Transports manipuliert werden
US9186799B2 (en) 2011-07-13 2015-11-17 Brooks Automation, Inc. Compact direct drive spindle

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1828297A (en) * 1929-04-17 1931-10-20 Hoe & Co R Web roll support
DE551075C (de) * 1928-09-11 1932-05-28 Vogtlaendische Maschinenfabrik Vorrichtung zum Einlagern von Papierrollen in ihre Haltedorne bei Rotationsdruckmaschinen
US3740296A (en) * 1971-05-10 1973-06-19 John Motter Printing Press Co Automatic splicing rollstand
US4131206A (en) * 1977-03-04 1978-12-26 Kabushiki Kaisha Tokyo Seisakusho Automatic apparatus for furnishing web in rotary press

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA476700A (en) * 1951-09-04 Gordon Russell Robert Locating gears
US2899145A (en) * 1959-08-11 Shaftless mill roll stand
US2405637A (en) * 1943-06-07 1946-08-13 Samuel M Langston Co Mill roll stand
US2679363A (en) * 1947-07-11 1954-05-25 United States Steel Corp Coil handling apparatus
US3099117A (en) * 1962-04-16 1963-07-30 Western Electric Co Mechanism for lifting and rotating reels of various sizes
BE632338A (nl) * 1962-05-14
GB1081581A (en) * 1965-04-06 1967-08-31 Davy & United Eng Co Ltd Conveyors
US3415459A (en) * 1965-06-14 1968-12-10 United Eng Foundry Co Coil uncoiling arrangement
US3351299A (en) * 1966-08-10 1967-11-07 United States Steel Corp Coil car
US3424394A (en) * 1966-10-12 1969-01-28 Beloit Eastern Corp Unwinding stand and arm positioner therefor
GB1260829A (en) * 1969-02-21 1972-01-19 Hitachi Ltd Method and apparatus for automatically aligning a coil
BE757948A (fr) * 1970-08-28 1971-04-23 Kalle Ag Dispositif d'emmagasinage pour des rouleaux d'alimentation dansdes appareils de reproduction
US3767133A (en) * 1970-09-09 1973-10-23 Komatsu Mfg Co Ltd Method of auto-loading of coiled material in blanking line
DE2136791B2 (de) * 1971-07-23 1973-05-03 Ungerer Geb. Dollinger, Irma, 7530 Pforzheim Vorrichtung zum beschicken eines abwickelhaspels
US3743198A (en) * 1971-10-13 1973-07-03 R Lucas Apparatus for handling rolls of strip material for unrolling thereof
US3876087A (en) * 1973-05-22 1975-04-08 Francesco Osta Removable cylinder carrying carriage, for rotary machines for the treatment of band material
IT1037812B (it) * 1975-05-02 1979-11-20 Innocenti Santeustacchio Spa Apparecchiatura per alimentare rotoli successivi di lamiera ad una stazione di svolgimento
DE2543261A1 (de) * 1975-09-27 1977-03-31 Muelfarth Wolfgang Stuetzlager-schwenkvorrichtung
DE2944265A1 (de) * 1979-11-02 1982-03-25 Jagenberg-Werke AG, 4000 Düsseldorf Vorrichtung zum mehrfachabrollen von warenbahnen
JPS5670251A (en) * 1979-11-07 1981-06-12 Mitsubishi Electric Corp Coil car
JPS5859144A (ja) * 1981-09-30 1983-04-08 Rengo Co Ltd ミルロ−ルスタンド

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE551075C (de) * 1928-09-11 1932-05-28 Vogtlaendische Maschinenfabrik Vorrichtung zum Einlagern von Papierrollen in ihre Haltedorne bei Rotationsdruckmaschinen
US1828297A (en) * 1929-04-17 1931-10-20 Hoe & Co R Web roll support
US3740296A (en) * 1971-05-10 1973-06-19 John Motter Printing Press Co Automatic splicing rollstand
US4131206A (en) * 1977-03-04 1978-12-26 Kabushiki Kaisha Tokyo Seisakusho Automatic apparatus for furnishing web in rotary press

Also Published As

Publication number Publication date
SE8205654D0 (sv) 1982-10-04
SE458523B (sv) 1989-04-10
IT1153202B (it) 1987-01-14
SE8205654L (sv) 1983-04-06
IT8223591A0 (it) 1982-10-04
CA1208340A (en) 1986-07-22
NL188842C (nl) 1992-10-16
CH649516A5 (fr) 1985-05-31
US4682743A (en) 1987-07-28
ATA368182A (de) 1986-08-15
FR2514100B1 (fr) 1986-07-18
AU8898382A (en) 1983-04-14
AU550163B2 (en) 1986-03-06
US4586673A (en) 1986-05-06
AT382588B (de) 1987-03-10
FR2514100A1 (fr) 1983-04-08
GB2106875B (en) 1985-06-26
DE3236873A1 (de) 1983-04-28
GB2106875A (en) 1983-04-20
DE3236873C2 (de) 1994-01-20
NZ202054A (en) 1985-03-20
MX158923A (es) 1989-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203851A (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch monteren van een baanrol op een fabrieksrolstandaard.
US6007017A (en) Method for detecting the position of a web supply roll and for positioning the roll
JP2010143222A (ja) シート帯を印刷するための装置
EP0260498A1 (en) Web lateral position control
NL8104363A (nl) Werkwijze en inrichting voor het uitlijnen van twee banen.
US20100245562A1 (en) Method and device for detecting shape of sheet roll
CN110286133B (zh) 偏光片检测装置
NL8203632A (nl) Ondersteuningsgestel.
KR200186051Y1 (ko) 스트립 판쏠림 교정장치
CN211711877U (zh) 移动对中台车
KR101003279B1 (ko) 컨베이어 제어장치 및 방법
CN210504432U (zh) 一种输送作业台
JP3571115B2 (ja) ウエッブの巻取・巻返方法およびその装置
KR200203407Y1 (ko) 스트립의 폭에지 절단장치
CN112122170A (zh) 一种食品杂质检测装置
RU2396387C1 (ru) Мерильно-браковочная машина с устройством ориентирования ткани по центру
JP3534466B2 (ja) 条鋼圧延設備の製品長さ切断装置
JP2676129B2 (ja) 延反機に於ける解反装置
JP3322122B2 (ja) リンクチェーンの伸び量測定装置
JPH0638841Y2 (ja) シ−ト材料の供給制御装置
JPH06316369A (ja) 延反機
SU821371A1 (ru) Машина дл измерени длины и накатывани В РулОН ТЕКСТильНОгО пОлОТНА
KR101059152B1 (ko) 이송롤러 표면의 스크래치 제거장치
JPH0275940A (ja) 畳表検査装置
KR101406596B1 (ko) 사상압연기의 판쏠림 측정 장치

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19980501