NL8802774A - Star deksel voor een autodakopening. - Google Patents

Star deksel voor een autodakopening. Download PDF

Info

Publication number
NL8802774A
NL8802774A NL8802774A NL8802774A NL8802774A NL 8802774 A NL8802774 A NL 8802774A NL 8802774 A NL8802774 A NL 8802774A NL 8802774 A NL8802774 A NL 8802774A NL 8802774 A NL8802774 A NL 8802774A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gap
edge
profile
wall
frame
Prior art date
Application number
NL8802774A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rockwell Golde Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE3738400A external-priority patent/DE3738400C1/de
Application filed by Rockwell Golde Gmbh filed Critical Rockwell Golde Gmbh
Publication of NL8802774A publication Critical patent/NL8802774A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J10/00Sealing arrangements
    • B60J10/80Sealing arrangements specially adapted for opening panels, e.g. doors
    • B60J10/82Sealing arrangements specially adapted for opening panels, e.g. doors for movable panels in roofs

Description

l i VO 1310
Titel: Star deksel voor een autodakopening
De uitvinding heeft betrekking op een star deksel voor een autodakopening, welk deksel in zijn sluitstand een dakopening onder afdichting aan alle zijden opvult en van hieruit verplaatsbaar is om die opening althans 5 ten dele vrij te geven, met een dekselplaat, een, die dekselplaat in het randbereik daarvan van de onderzijde uit steungevend versterkingsraam en met een invattingsraam, dat tegen de bovenzijde van de dekselplaat komt aan te liggen, waarbij die dekselplaat en het versterkingsraam 10 met een, het randbereik daarvan bestrijkend, eendelig rondgaand'en tegelijkertijd het bovenste invattingsraam vormend kunststofraam zijn omspoten, aan welks buitenomtrek bevestigingselementen voor een randspleetafdichtprofiel zijn aangebracht.
15 Het is de bedoeling dat in deze beschrijving met de betiteling "autodak" alle gebruikelijke constructies mede omvat worden, welke overeenkomstig de bewegingskarakte-ristiek van het, aan de dakopening toegevoegde, starre deksel als schuifdaken, hefdaken (zogenaamde ventilatieklep-20 pen), schuifhefdaken en "bovenste nok"-schuifdaken worden aangeduid. Voor dergelijke daken zijn als materiaal van de dekselplaat zowel licht doorlaatbare kunststofsoorten of glas, als ook staalplaatmateriaal gebruikelijk, terwijl het versterkingsraam, waaraan de voor de bediening en 25 geleiding van het starre deksel noodzakelijke elementen bevestigd zijn, in het algemeen uit staalplaatmateriaal is geperst.
Voor een waterdichte afdichting van het gesloten, starre deksel zorgt het randspleetafdichtprofiel, dat 30 rondgaand aan de dekselrand, gewoonlijk door opsteken op de zich aan de buitenomtrek bevindende bevestigingselementen van onderen of van opzij uit wordt bevestigd.
• 8802774 * * 'l -2-
Problematisch voor de passing van het starre deksel, in het bijzonder wanneer het daarbij gaat om een glazen deksel, ten opzichte van de dakopening van de auto, zijn de, op grond van verschillend grote toleranties tussen 5 deksel en dakopening optredende maatafwijkingen. De dakopening wordt bij de vervaardiging van de dakschaal van de auto uitgesneden, waarop de zijranden, voor het opnemen van de dakopeningsversterking omlaag worden omgebogen.
Eén en ander leidt tot grotendeels constante maattoleranties 10 aan de dakopening, terwijl het starre deksel uit een aantal onderdelen bestaat, waardoor de vervaardigingstoleranties daarbij groter zijn. Vooral bij glazen deksels kunnen door het met kleefstof bevestigen van het versterkingsraam aan de glazen dekselplaat tolerantie-overschrijdingen 15 optreden, welke zelfs door een elastisch randspleetafdichtprof iel niet meer kunnen worden gecompenseerd. Bij dergelijke tolerantie-overschrijdingen is er geen waarborg meer, dat het aanslagvlak van het randspleetafdichtprofiel rondgaand nauwkeurig zonder spleten tegen het aanslagvlak van de 20 dakopening aan ligt. Weliswaar compenseert het gewoonlijk aanwezige holle-kamergedeelte van het randspleetafdichtprofiel als gevolg van de vervormbaarheid van dat profiel geringe oneffenheden, doch de aandrukkracht van de afdichting is niet meer gelijkmatig over het gehele aanslagvlak verdeeld. 25 Dit kan enerzijds plaatselijke ondichtheden tot gevolg hebben en leidt anderszijds tot een minder fraai, onregelmatig contour-verloop van het, van boven aan het deksel zichtbare afdichtgedeelte van het randspleetafdichtprofiel.
Daarenboven kunnen de, op plaatsen van sterke 30 samendrukking van het holle-kamergedeelte plaatselijk tot boven het dakoppervlak uitstekende afdichtgedeelten van het randspleetafdichtprofiel windgeruis tijdens het rijden van de auto veroorzaken. Wanneer de toleranties van het starre deksel ten opzichte van de dakopening echter 35 zo groot zijn, dat het vervormingsvermogen van het holle-kamergedeelte van het randspleetafdichtprofiel is uitgeput, .8802774
V
i -βίε het niet meer mogelijk, voldoende afdichting van het deksel te bereiken. Het geheel voltooide deksel moet dan als niet meer bruikbaar uitschot worden beschouwd.
Bij een bekend, star deksel (publikatie: DE-OS 35 06 009) 5 van de in de aanhef vermelde soort zijn de dekselplaat en het versterkingsraam met een, de randbereiken van de dekselplaat en van het versterkingsraam bestrijkend, eendelig rondgaand en tegelijkertijd het bovenste invattings-raam vormend kunststofraam omspoten, aan welks buitenomtrek 10 bevestigingselementen aangevormd zijn voor het randspleetaf-dichtprofiel. Door deze uitvoering van het starre deksel is het, naast verdere met die uitvoering bereikte voordelen, mogelijk geworden, de vervaardigingstoleranties van het deksel aanzienlijk te beperken. Niettemin kan echter ook 15 bij een, wat betreft de buitenafmetingen in hoge mate maathoudende vervaardiging van het starre deksel niet worden uitgesloten, dat het vervormingsvermogen van het bolle-kamer-gedeelte van het randspleetafdichtprofiel bij de compensatie van de afmetingstolerantiesuitgeput raakt. Bovendien kunnen 20 aan de, voor de afdichting samenwerkende vlakken van het deksel en aan de dakopening plaatselijke oneffenheden aanwezig zijn, welke tot een ongelijkmatige aandrukkracht van het randspleetafdichtprofiel leiden. Ook dergelijke plaatselijke oneffenheden kunnen door een maathoudende 25 vervaardiging van het starre deksel niet worden vereffend.
Bij een bekend voorstel om deze moeilijkheden op te lossen (publikatie: DE-PS 34 42 653) voor het compenseren van toleranties bij de afdichting van een spleet tussen een star schuifdeksel en een, dat deksel omgevend, 30 vast dakbereik van een automobiel is er in voorzien, dat de onder het vaste dakbereik door een aan de dakzijde bevestigde rail geborgd opgenomen holle-kamerafdichting is voorzien van een aan de kopzijde van de rail toegevoegde verdikkingsrand, welke slechts plaatselijk tegen de kopzijde 35 steun neemt. Om dit te bereiken, reiken van de kopzijde verhogingen uit, waarvan de onderlinge afstand zodanig .8802774 'P.
-4- is gekozen, dat bij het optreden van normale maatafwijkingen slechts de holle kamer van de holle kamer-afdichting wordt verkleind. Wanneer daarentegen extreme toleranties voorkomen, vindt bij het uitgeput raken van het vervormingsvermogen 5 van de holle kamer een verdringing van de afdichting in het bereik van de verdikkingsrand plaats naar tussenruimten, welke zich tussen de verhogingen uitstrekken.
Deze bekende afdichting levert echter geen oplossing van het tolerantieprobleem voor het geval, dat het starre 10 deksel ondermaat heeft ten opzichte van de dakopening.
Ook kan aan deze bekende afdichting geen voorstel worden ontleend betreffende de uitvoering van de afdichting, wanneer het randspleetafdichtprofiel, zoals bij de in de aanhef aangegeven soort, aan het stijve deksel moet 15 worden bevestigd.
Aan de uitvinding ligt nu het probleem ten grondslag, een star deksel van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen, dat met behoud van de door deze soort deksel geboden voordelen in zijn sluitstand een gelijkmatig aanliggen 20 van het afdichtvlak van het randspleetafdichtprofiel tegen de rand van de dakopening ook in die gevallen mogelijk maakt, wanneer het randspleetafdichtprofiel op grond van vervaardigingstoleranties aan het deksel/of aan de dakopening geen of geen doorgaand afdichtende aanligstand tegen de 25 rand van de dakopening heeft.
Het aan de orde gestelde probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat in het kunststofraam rondgaand een uit metaal bestaand spleetvereffeningselement met zijn, naar de dekselplaat toe gekeerde, binnenste randbereik 30 door opspuiten ingebed is, welk spleetvereffeningselement in zijn dwarsrichting in een vervormingszöne onder het toenemen van zijn afmetingen blijvend vervormbaar is, welks buitenste randbereik buiten het kunststofraam uitsteekt en aan zijn buitenrand zodanig is vervormd, dat het de 35 bevestigingselementen voor het randspleetafdichtprofiel vormt.
.8802774 #-· -5-
Het volgens de uitvinding toegepaste spleetveref-feningselement maakt achteraf op eenvoudige wijze een correctie mogelijk van de relatieve stand van het randspleet-afdichtprofiel ten opzichte van het kunststofraam van 5 de dekselplaat, doordat het spleetvereffeningselement op plaatsen van onvoldoend aanliggen van het randspleetaf-dichtprofiel tegen de rand van de dakopening blijvend door dienovereenkomstige vervorming in de vervormingszöne wordt vervormd. Algemeen uitgedrukt stelt de uitvinding 10 in staat tot de mogelijkheid, de buitencontour van het randspleetafdichtprofiel na zijn bevestiging aan het deksel achteraf te corrigeren. Door deze mogelijkheid kunnen ook aanzienlijke, in de zin van een ondermaat van het voltooide deksel aanwezige tolerantie-afwijkingen op eenvou-15 dige en aan het goed functioneren geen afbreuk doende wijze worden vereffend. Bijzonder voordelig is hierbij de mogelijkheid, de voor de tolerantievereffening vereiste, blijvende vervorming van het spleetvereffeningselement gedeeltelijk te kunnen uitvoeren, zodat plaatselijke afwijkingen 20 van een goed afdichtend aanliggen van het randspleetafdichtprofiel tegen de bijbehorende rand van de dakopening kunnen worden vereffend. Plastische vervormingen van het spleetvereffeningselement in de vervormingszöne daarvan kunnen op eenvoudige wijze door geschikte uitoefening van kracht op de vervormings-25 zóne worden bereikt, waarbij de kracht ongeveer loodrecht op het dekselvlak werkzaam is.
Door de volgens de uitvinding voorgestelde uitvoering van het starre deksel wordt bereikt, dat het deksel onmiddellijk na zijn vervaardiging kan worden gecontroleerd 30 op het volgens voorschrift aanbrengen en op de ligging van het randspleetafdichtprofiel, en dat het afdichtvlak kan worden gecorrigeerd. Op deze wijze kan worden gewaarborgd dat de in grote aantallen stuks vervaardigde deksels met gelijkmatige buitenmaat toleranties bij de autodakmontage 35 in de automobielfabrieken beschikbaar komen. Een constante maathoudendheid is vooral van bijzonder belang, omdat . 8802774 -6- autodaken als complete, voor inbouw gerede eenheden door aanleverbedrijven aan de lopende banden van de automobielfabrikanten worden geleverd, waar die autodaken in de reeds van de dakopeningen voorziene carrosserieën worden ingebouwd.
5 Als laatste werkgang aan de carrosserie vindt het inbouwen van het starre deksel plaats, nadat tevoren reeds de elementen voor het doen functioneren van het autodak zijn gemonteerd. Op grond van de wijze van vervaardiging heeft de dakopening betrekkelijk geringe toleranties, 10 omdat deze uit een gering aantal onderdelen bestaat en steeds met dezelfde inrichtingen wordt vervaardigd. Het starre deksel bestaat echter uit een aantal afzonderlijke onderdelen en wordt grotendeels met de hand vervaardigd, hetgeen grotere vervaardigingstoleranties tot gevolg heeft.
15 Een constante maathoudendheid van het volgens de uitvinding voorgestelde starre deksel kan worden bereikt door het inleggen van het deksel in een mal, bijvoorbeeld in een lichtkast. Deze mal heeft nauwkeurig de streefmaten, zoals deze worden bepaald door de betrokken dakuitsparing. Door 20 de meer of minder brede lichtspleet, welke bij ingelegd deksel en van onderen af belichte lichtkast zichtbaar wordt, kunnen maatafwijkingen aan het deksel onmiddellijk worden vastgesteld. Door het plaatselijk uitoefenen van kracht op de vervormingszóne van het spleetvereffeningselement 25 kan nu de buitencontour van de afdichting zodanig worden gecorrigeerd, dat in de mal geen om het deksel heen lopende lichtspleet meer zichtbaar is, respectievelijk dat bij aanwezigheid van een bevlokking aan het afdichtvlak van het randspleetafdichtprofiel een rondgaande, nauwe, dóór 30 die bevlokking heen schijnende lichtspleet van constante breedte zichtbaar is. Op deze wijze heeft het deksel bij zijn montage een zeer nauwkeurige en in de randspleet waterdichte pasvorm. Het spreekt vanzelf dat de achteraf uit te voeren deformatiejustering van het uitgevonden 35 deksel niet slechts door middel van de bovenbeschreven lichtspleetcontrolemethode kan worden gecontroleerd. Zo .8802774 * -7- kunnen bijvoorbeeld bij de met de dakuitsparing corresponderende mal aan de tegenover de dekselrand gelegen wanden druksensoren aanwezig zijn, welke hun meetresultaat overbrengen op hydraulisch in werking te stellen stempels, welke het 5 spleetvereffeningselement door uitoefening van kracht bijstellen op die plaatsen, welke niet maathoudend zijn.
In nadere uitwerking van de uitvindingsgedachte lenen zich tot vorming van het starre deksel in zijn randbereik in hoofdzaak drie uitvoeringsvormen. Bij een eerste uitvoe-10 ringsvorm is de vervormingszone binnen het kunststofraam aangebracht, terwijl bij een tweede uitvoeringsvorm die vervormingszone in het buitenste randbereik buiten het kunststofraam is aangebracht. Een derde, nevengeschikte uitvoeringsvorm zal hieronder nog verder worden toegelicht.
15 Alle drie mogelijkheden veroorloven de beschreven, voordelige najustering van de afdichting.
Bij voorkeur is het spleetvereffeningselement een door vouwen gevormd plaatmetaalprofiel, waarbij het uit het kunststofraam uitstekende, buitenste randbereik 20 ongeveer horizontaal is verricht en ten minste twee tegen elkaar aanliggende plaatlagen bevat, welke bij de vervorming van de vervormingszone ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn. Een dergelijk plaatprofiel kan gemakkelijk en maathoudend worden vervaardigd. Door het aanbrengen van ten minste 25 twee tegen elkaar aanliggende plaatlagen wordt bereikt, dat een schuifleger aanwezig is, dat bij, de blijvende vervorming teweegbrengende inwerking van de kracht op de vervormingszbne,er voor zorgt, dat de horizontale ligging van het buitenste randbereik bewaard blijft.
30 Op doelmatige wijze is de inrichting zodanig, dat op het horizontaal gerichte, buitenste randbereik van het spleetvereffeningselement ongeveer loodrecht omhoog en omlaag gerichte bevestigingselementen voor het randspleet-afdichtprofiel zijn aangesloten. Wegens het genoemde verschuif-35 leger blijft bij de plastische vervorming van de vervormingszone van het spleetvereffeningselement de richting, waarin .8802774 -8- de bevestigingselementen voor het randspXeetafdichtprofiel uitgericht zijn, onveranderd.
In nadere uitwerking van de uitvinding is erin voorzien, dat in de vervormingszöne van het spleetvereffenings-5 element êên op ten minste een van de bevestigingselementen rechtstreeks aansluitende plaatwand, onder vorming van een holle kamer naar onderen is döörgebogen en in het doorbuigingsbereik door inwerking van een naar de holle ruimte toe gerichte kracht blijvend kan worden vervormd.
10 Op deze wijze wordt gewaarborgd, dat de, de afdichtligging corrigerende krachtinwerking in elk geval plaatsvindt van die dekselzijde uit, welke in de gebruiksstand van dat deksel de onderzijde vormt. De blijvende vervormingen van de vervormingszöne, voor zo ver deze zouden opvallen, 15 zijn derhalve van buitenaf niet zichtbaar.
In een voordelige nadere uitwerking van de genoemde, eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvoering is erin voorzien, dat de, in de vervormingszöne gevormde, holle kamer naar boven toe wordt begrensd door een onvervormbaar in het 20 kunststofraam ingebedde plaatwand, welke met een horizontaal geleidingsdeel buiten het kunststofraam uitsteekt, waarbij de, de holle kamer naar onderen toe begrenzende, doorgebogen, vervormbare plaatwand eveneens met een horizontaal wanddeel tot buiten het kunststofraam uitsteekt, welk horizontale 25 wanddeel aan zijn buitenrand voor het vormen van de bevestigingselementen eerst ongeveer vertikaal omlaag, vervolgens ongeveer vertikaal omhoog, daarna ongeveer vertikaal omlaag en ten slotte tot een, naar de holle kamer toe gerichte, horizontale flens is gebogen, welke zich tussen het geleidings-30 deel en het horizontale wanddeel bevindt en tezamen daarmee het buitenste randbereik van het spleetvereffeningselement vormt, en waarbij de doorgebogen plaatwand aan de buitenzijde wordt bedekt door een naar verhouding dunne kunststoflaag, waardoorheen op de plaatwand werkzame vervormingskrachten 35 tot inwerking kunnen worden gebracht en welke tezamen met de plaatwand vervormbaar is. Bij deze nadere uitvoering .8802774 * -9- is het spleetvereffeningselement naar buiten toe praktisch niet zichtbaar, zodra het randspleetafdichtprofiel aan zijn bevestigingselementen is verankerd. Niettemin veroorlooft deze nadere uitwerking het uitoefenen van een vervormingskracht 5 op de vervormingszone.
In een voordelige nadere uitwerking van de in het voorgaande genoemde,tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de inrichting zodanig getroffen, dat de in de vervormingszone gevormde, holle kamer naar boven 10 toe wordt begrensd door een onvervormbaar uit het kunststof-raam horizontaal uitstekend en in hoofdzaak het buitenste randbereik van het spleetvereffeningselement vormende plaatwand, waarbij de, de holle kamer naar onderen toe begrenzende, doorgebogen, vervormbare plaatwand eveneens 15 tot buiten het kunststofraam uitsteekt, en waarbij voor het vormen van de bevestigingselementen de horizontaal uitstekende plaatwand aan zijn buitenrand eerst ongeveer vertikaal omhoog, vervolgens ongeveer vertikaal omlaag is gebogen, waarbij de doorgebogen plaatwand aan zijn 20 buitenrand dienovereenkomstig eerst ongeveer vertikaal omlaag en vervolgens ongeveer vertikaal omhoog is gebogen en waarbij ten slotte de naar onderen gerichte ombuiging van de horizontaal uitstekende plaatwand en de naar boven gerichte ombuiging van de doorgebogen plaatwand een gemeen-25 schappelijke buitenste, vóór een vervorming ongeveer vertikale plaatwand vormen. Op grond van deze zeer eenvoudige uitvoering van het, het spleetvereffeningselement vormende plaatprofiel ondergaat het randspleetafdichtprofiel bij de vervorming van de vervormingszone geen praktisch parallel verplaatste 30 buitenwaartse verplaatsing, zoals bij de in het voorgaande geschetste, voordelige uitwerking van de eerste uitvoeringsvorm, doch voert een soort kantel- of zwenkbeweging uit. Hierbij ontstaat er tussen het bovenste invattingsraam en het randspleetafdichtprofiel op voordeel biedende wijze geen, 35 door de blijvende vervorming veroorzaakte spleet.
Een bijzonder gemakkelijke vervormbaarheid van .8802774 -10- de vervormingszone van bet spleetvereffeningselement wordt bereikt, wanneer de doorgebogen plaatwand twee schuin omlaag gerichte wandbereiken bevat, welke tussen elkaar in een rechte of stompe hoek insluiten.
5 Bij de eerste uitvoeringsvorm van het uitgevonden deksel is het doelmatig, wanneer in het bovenste vlak van het kunststofraam een rand-trapprofilering is ingevormd, waarop een corresponderend uitsteeksel van het randspleetaf-dichtprofiel ter aanpassing aan afmetingsvergrotingen 10 als gevolg van vervormingen van de vervormingszone in de dwarsrichting verschuifbaar een oplegging heeft.
Bij de tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding volgens de uitvinding is daarentegen de inrichting, op doelmatige wijze, zodanig getroffen, dat het kunststofraam 15 en het randspleetafdichtprofiel met afgeronde randen koud tegen elkaar aan liggen. Hierdoor wordt de beschreven, bij de blijvende vervorming van de vervormingszone optredende kantel- respectievelijk zwenkbeweging begunstigd.
In nadere uitwerking van de uitvindingsgedachte 20 is er in voorzien, dat het kunststofraam door het in het op de wijze van een raam rondgaand ingebedde spleetvereffeningselement aanvullend op de door het versterkingsraam geleverde verstijving is verstijfd en dat het versterkingsraam is onderverdeeld in vier afzonderlijke, in het kunststofraam 25 ingebedde profielgedeelten. Bij deze uitvoering wordt gebruik gemaakt van de, het gehele deksel verstijvende of versterkende werkzaamheid van het, met zijn binnenste randbereik in het kunststofraam ingebedde spleetvereffeningselement, met tot gevolg, dat het versterkingsraam niet 30 meer alleen het randbereik van de dekselplaat behoeft te verstijven of te versterken. Het versterkingsraam kan derhalve dunner uitgevoerd zijn, in het bijzonder hoeft het niet meer een eendelig raam te zijn, dat bijvoorbeeld uit staalplaatmateriaal is geperst. Er kan derhalve mee 35 worden volstaan, wanneer aan de vier zijden van het deksel vier afzonderlijke profielgedeelten in het kunststofraam . 8602774 -11- worden ingebed, welke met hun naburige einde niet tegen elkaar aan liggen of zelfs aan de einden tot een gesloten raam met elkaar behoeven te zijn verbonden. Voor de vereiste hoekverstijving zorgt in dit geval in hoofdzaak het op 5 de wijze van een raam rondgaande spleetvereffeningsprofiel in verbinding met de, alle randdelen van het deksel inbeddende kunststof. Op deze wijze is het mogelijk, eenvoudige wals-of strengpersprofielen als versterking toe te passen, waarbij de profilering vooraan, achteraan en opzij overeen-10 komstig de verschillende vereisten op onderling verschillende wijze kan zijn uitgevoerd. Er komen daarbij zowel profielen uit staalplaatmateriaal als ook profielen uit geschikt licht metaal in aanmerking.
Bij de beide in het voorgaande aangegeven uitvoe-15 ringsvorm doet het spleetvereffeningselement tevens dienst voor de bevestiging van het randspleetafdichtprofiel, waarmee bij de vorming van het spleetvereffeningselement door geschikte vormgeving daarvan rekening moet worden gehouden. Bij een derde, nevengeschikte uitvoeringsvorm 20 volgens de uitvinding wordt daarentegen een eenvoudiger uitvoering van het spleetvereffeningselement mogelijk, doordat aan de buitenomtrek van het deksel rondgaand een uit metaal bestaand spleetvereffeningselement is bevestigd, dat in zijn dwaarsrichting in een vervormingszöne onder 25 toename van de afmeting blijvend vervormbaar is en volledig in het randspleetafdichtprofiel is ingevormd, dat tussen het spleetvereffeningselement en het, dit houdende bevesti-gingselement van het kunststofraam minder vervormbaar is uitgevoerd dan in zijn buitenste randbereik.
30 Doordat het spleetvereffeningselement volledig omsloten is ingevormd in het randspleetafdichtprofiel, behoeven aan het spleetvereffeningselement generlei voorzieningen te worden aangebracht voor de bevestiging van het randspleetafdichtprofiel, waardoor het spleetvereffenings-35 element een zeer eenvoudige en vervaardigingstechnisch gunstige vormgeving kan verkrijgen. Door de aangegeven, .8802774 -12- verscbillende vervormbaarheld van bet randspleetafdichtprofiel, wordt de richting van de vervorming vooraf bepaald, welke het randspleetafdichtprofiel bij plastische vervorming van het ingebedde spleetvereffeningselement ondergaat.
5 Op voordelige wijze is hierbij het spleetvereffe- ningselement gevormd uit een metalen hoekprofiel, welks ene hoekbeen ten opzichte van de dekselplaat schuin omhoog en buitenwaarts, en welks andere hoekbeen schuin omlaag en buitenwaarts is gericht, waarbij het bereik van de 10 nok, dat wil zeggen het ontmoetingspunt van de beide benen van het metalen hoekprofiel de vervormingszone vormt.
Op deze eenvoudige wijze wordt een zeer werkzaam spleetveref-feningselement verkregen, welks spleetvereffenende werkzaamheid berust op de omstandigheid, dat de hoekbenen van 15 het metalen hoekprofiel een meer of minder grote hoek tussen elkaar insluiten.
Bij voorkeur is het spleetvereffeningselement tussen een binnenste bevestigingsgroef en een, aan de buitenrand van het randspleetafdichtprofiel op een op 20 zichzelf bekende wijze in het randspleetafdichtprofiel ingesloten holle ruimte aangebracht, waarbij de beide benen de, tot nagenoeg in het hoekbereik van een metalen hoekprofiel reikende holte tussen elkaar insluiten. Door deze uitvoering wordt een aanzienlijke vervormbaarheid 25 van het randspleetafdichtprofiel in de zin van een toename van de breedte daarvan bereikt. Deze uitvoering van het spleetvereffeningselement in het randspleetafdichtprofiel maakt ook de onopvallende en ruimte besparende wijze van onderbrengen van het spleetvereffeningselement in het 30 randspleetafdichtprofiel mogelijk.
Op doelmatige wijze sluiten de hoekbenen van het metalen hoekprofiel in onvervormde toestand een stompe hoek tussen elkaar in.
De vervormbaarheid van het randspleetafdichtprofiel 35 bij plastische vervormingen van het metalen hoekprofiel wordt verbeterd, wanneer de, aan de beide hoekbenen van .8802774 -13- het metalen hoekprofiel grenzende begrenzingswandvlakken van de holle ruimte voor het vormen van een vouwplaats een scherpe hoek met elkaar insluiten, waarvan het hoekpunt dicht bij het hoekpunt van het metalen hoekprofiel ligt.
5 Op voordeel biedende wijze zijn daarbij de benen van het metalen hoekprofiel onderling verschillend lang, waarbij bet langste, omlaag buitenwaarts gerichte hoekbeen zich tot in een overeenkomstig gerichte afdichtlip van het randspleetafdichtprofiel uitstrekt. Op deze wijze 10 wordt door het spleetvereffeningselement tevens een binnenste steungeving bereikt van de afdichtlip, hetgeen de afdichtende werkzaamheid van het randspleetafdichtprofiel verbetert.
Nadere details volgens de uitvinding zullen, in hetgeen thans volgt, aan de hand van in tekening weergegeven 15 uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een afgebroken, perspectivisch aanzicht van een autodak met een zich in de sluitstand bevindend, star deksel;
Fig. 2 is een afgebroken doorsnede volgens de 20 lijn II-II in fig. 1 van een eerste uitvoeringsvorm van een autodak met glazen deksel bij het nog onvervormd spleetvereffeningselement;
Fig. 3 is een met fig. 2 overeenkomende doorsnede doch bij vervormd spleetvereffeningselement; 25 Fig. 4 is een verdere, afgebroken doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 van een tweede uitvoeringsvorm van een voertuigdak met glazen deksel bij nog niet vervormd spleetvereffeningselement;
Fig. 5 is een met fig. 4 corresponderende doorsnede, 30 doch bij vervormd spleetvereffeningselement;
Fig. 6 is een afgebroken en gedeeltelijk opengebroken bovenaanzicht van een autodak met gesloten glazen deksel en een uit vier delen bestaand versterkingsraam;
Fig. 7 is een afgebroken doorsnede volgens de 35 lijn VII-VII in fig. 6 bij een met de tweede uitvoeringsvorm in hoofdzaak corresponderende uitvoering van de dekselrand, .8802774 * -14-
Fig . 8 is een doorsnede van het randbereik van het starre deksel bij de derde uitvoeringsvorm met aangebracht randspleetafdichtprofiel en nog niet voor het vereffenen van de toleranties vervormd spleetvereffeningselement; en 5 Fig. 9 is een doorsnede overeenkomstig Fig. 8 doch met ten opzichte van fig. 8 vervormd spleetvereffeningselement en dienovereenkomstig vervormde randspleetafdichting.
In de tekening zijn de uitvoeringsvoorbeelden van het starre deksel in hoofdzaak schematisch weergegeven, 10 waarbij de doorsnedefiguren 2 tot 5 en 8 en 9 ten opzichte van de werkelijkheid vergroot zijn afgebeeld. In de figuren 2 tot 5 en 8 alsmede 9 zijn eenvoudigheidshalve de, de dakopening begrenzende delen van het autodak niet weergegeven. De in figuur 6 weergegeven inrichting kan ook tezamen 15 met de in de figuren 2 en 3 weergegeven uitvoeringsvorm van het starre deksel worden toegepast. Allereerst zal thans worden verwezen naar de uitvoeringvoorbeelden volgens de figuren 1 tot 7.
Het in fig. 1 weergegeven autodak behoort tot 20 een personenautomobiel, waarvan de voorwaartse rijrichting met de pijl 1 is aangegeven. In het ten opzichte van die richting voorste bereik van een vast dakvlak 2 van het autodak bevindt zich een dakopening 3, waarin een, in de sluitstand weergegeven, star deksel 4 is aangebracht. Het 25 deksel 4 is ten opzichte van een loodrecht omlaag omgezette rand 5 (fig. 7) van het vaste dakvlak 2 door middel van een randspleetafdichtprofiel 6 afgedicht. Uit fig. 1 blijkt voorts een bovenste invattingsraam 7 als integraal bestanddeel van een nog nader te beschrijven kunststofraam 8.
30 Bij alle uitvoeringsvoorbeelden bestaat een, door een kunststofraam 8 ingevatte dekselplaat 9 uit glas of doorzichtig kunststofmateriaal. Bij de,in de figuren 2 tot 5 weergegeven uitvoeringsvorm bevindt zich onder de dekselplaat 9 een, die dekselplaat in zijn randbereik 35 van onderen steun gevend, uit staalplaatmateriaal gevormd ' versterkingsraam 10, waarvan de buitenmaten ongeveer overeen- . 8802774 -15- stenmen met die van de dekselplaat 9. Bij het uitvoerings-voorbeeld volgens de figuren 6 en 7 steekt daarentegen het iets anders uitgevoerde versterkingsraam 10' uit tot voorbij de rand van de dekselplaat 9. Op het versterkingsraam 5 10, respectievelijk 10’ grijpen de bedienings- en geleidings-elementen (welke niet zijn weergegeven) van het autodak aan.
Bij alle uitvoeringsvoorbeelden zijn de dekselplaat 9 met zijn randbereiken en het eendelige versterkingsraam 10 10, respectievelijk het vierdelige versterkingsraam 10' (fig. 6 en 7), vast ingebed in het door omspuiten van deze delen aangebrachte kunststofraam 8, respectievelijk 8'.
Het kunststofraam 8, respectievelijk 8' vormt het bovenste van buiten af niet zichtbare invattingsraam 7, dat ten 15 dele over de dekselplaat 9 grijpt. Onder de dekselplaat 9 is het versterkingsraam 10, respectievelijk 10' volledig ingebed in het kunststofraam 8, respectievelijk 8'.
Voor nadere toelichting van de volgens de uitvinding voorgestelde uitvoering van het deksel zal thans eerst 20 worden verwezen naar de uit de figuren 2 en 3 blijkende, eerste uitvoeringsvorm. Zoals uit die figuren blijkt is in een, de rand van de dekselplaat 9 omgevende verdikking 11 van het kunststofraam 8, het binnenste randbereik van een, algemeen met het verwijzingscijfer 12 aangeduid spleet-25 vereffeningselement door omspuiten ingebed. Het buitenste randbereik van het spleetvereffeningselement 12 steekt buiten de verdikking 11 van het kunststofraam 8 uit en draagt aan zijn buitenzijde bevestigingselementen 13 en 14 voor het aanbrengen van het randspleetafdichtprofiel 30 6. Het spleetvereffeningselement 12 is een, door omvouwen gevormd staalplaatprofiel, waaraan overeenkomstig zijn functie drie gedeelten I, II en III vallen te onderscheiden. Het gedeelte I vormt een vervormingszone, welke een blijvende t toename van de afmetingen van het spleetvereffeningselement 35 naar buiten toe mogelijk maakt. Het gedeelte II vormt een verschuifleger voor een geleide, horizontale beweging, .8802774 -16- wanneer in het bereik van de vervormingszöne op het spleet-vereffeningselement een kracht wordt uitgeoefend voor het teweegbrengen van een toename van de afmeting. Het gedeelte III, tenslotte, waarin zich de bevestigingselementen 5 13 en 14 bevinden, doet dienst voor het opnemen van het randspleetafdichtprofiel. Zoals de figuren 2 en 3 verduidelijken, bevindt zich de, door het gedeelte I bepaalde vervormingszone volledig binnen de verdikking 11 van het kunststofraam 8, terwijl zich het verschuifleger, overeen-10 komstig het gedeelte II, nog slechts ten dele binnen de verdikking 11 bevindt. Het zich,over het grootste deel van zijn lengte buiten de verdikking 11 in het buitenste randbereik van het spleetvereffeningselement 12 bevindende verschuifleger is horizontaal gericht en wordt, op nog 15 nader te beschrijven wijze, gevormd uit een drietal tegen elkaar aan liggende plaatlagen, welke bij toename van de afmetingen van het spleetvereffeningselement ten dele ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn. Bij de toename van de afmetingen blijven de bevestigingselementen 13 20 en 14 in hun, in-de figuren 2 en 3 weergegeven, ongeveer loodrechte richting.
De aan de rand van de dekselplaat 9 grenzende vervormingszone in het gedeelte I bevat een holle kamer 15, welke naar boven toe door een onvervormbaar in het 25 kunststofraam 8 ingebedde plaatwand 16 wordt begrensd.
Op die plaatwand 16 sluit, na tweemaal haaks te zijn omgezet, een,uit het kunststofraam 8 buitenwaarts uitstekend, horizontaal geleidingsdeel 17 aan, dat de bovenste van de drie genoemde plaatlagen vormt en dat bij de toename van de afmetingen 30 het stationair blijvende deel van het verschuifleger is.
Naar beneden toe wordt de holle kamer 15 gevormd door een omlaag doorgebogen plaatwand, welke twee schuin omlaag gerichte wandbereiken 18 en 9 bevat, welke tussen elkaar in een ongeveer rechte hoek insluiten. De bovenste plaatwand 35 16 en de naar onderen dóörgebogen, onderste plaatwand 18, 19 zijn aan de, naar de dekselplaat toe gekeerde zijde .8802774 -17- door middel van een vertikaal wandgedeelte 20 met elkander verbonden. Op het wandbereik 19 sluit een, in de horizontale stand dubbel omgezet en uit het kunststofraam 8 uitstekend wanddeel 21 aan, dat van het ten opzichte daarvan planparallel 5 gerichte, horizontale geleidingsdeel 17 ongeveer ten bedrage van een plaatdikte gescheiden ligt en zich bij de afmeting-toename ten opzichte van het horizontale geleidingsdeel 17 naar buiten toe verplaatst.
Het horizontale wanddeel 21 is aan zijn buitenrand 10 voor het vormen van de beide bevestigingselementen 13 en 14 eerst ongeveer vertikaal omlaag, vervolgens ongeveer vertikaal omhoog daarna weer ongeveer vertikaal omlaag en ten slotte tot een, naar de holle kamer 15 toe gerichte, horizontale flens 22 gebogen, welke flens zich bevindt 15 tussen het horizontale geleidingsdeel 17 en het horizontale wanddeel 21. Het geleidingsdeel 17, de flens 22 en het wanddeel 21 vormen tezamen met de bevestigingselementen 13 en 14 het buitenste randbereik van het spleetvereffenings-element 12 en hebben een ongeveer T-vormig dwarsprofiel.
20 Het randspleetafdichtprofiel 6 beschikt over een, met het buitenste randbereik corresponderend opneemkanaal, waardoor het randspleetafdichtprofiel 6 in vorm aansluitend met het, uit de verdikking 11 van het kunststofraam 8 uitstekende, buitenste randbereik van het spleetvereffenings-25 element 12 tot ingrijping kan worden gebracht. Binnen het randspleetafdichtprofiel 6 bevindt zich een holle ruimte 23, welke de elastische vervorming van dat profiel vergemakkelijkt.
Blijkens de tekening is de onderste, doorgebogen 30 plaatwand 18, 19 aan de buitenzijde slechts door een, ten opzichte van de overige afmetingen van de verdikking dunne kunststoflaag 24 bedekt, waardoorheen op de plaatwand 18, 19 werkzame vervormingskrachten tot inwerking kunnen worden gebracht en welke kunststoflaag aan de vervormings-35 beweging van die plaatwand deelneemt. In het bovenste vlak van het kunststofraam 8 is een rondgaande,trapsgewijze .8802774 -18- prof i lering 25 ingevormd, waar een corresponderend uitsteeksel 26 van het randspleetafdichtprofiel 6 verplaatsbaar een oplegging op heeft. De hoogte van die trapsgewijze randpro-filering 25 komt overeen met de dikte van het uitsteeksel 5 26, zodat de bovenvlakken van het kunststofraam 8 en van het randspleetafdichtprofiel 6 ongeveer in één vlak liggen.
Het randspleetafdichtprofiel 6 kan als profielstrook op het buitenste randbereik van het spleetvereffeningselement 12 zodanig zijn opgestoken, dat zijn einden zonder spleet 10 elkaar ontmoeten, doch kan ook als gesloten ring met aaneen gelaste einden zijn uitgevoerd.
Bij het overeenkomstig de figuren 2 en 3 weergegeven voorbeeld is het versterkingsraam 10 als een, in het bereik van zijn bovenste hoekbeen omlaag Z-vorming dubbel omgezet 15 hoekprofiel uitgevoerd,waar, in het niet aldus omgezette bovenste hoekbereik, de dekselplaat 9 een oplegging op heeft en welk hoekprofiel overigens aan alle zijden door kunststofomspuiting in het kunststofraam 8 is ingebed, dat onder de dekselplaat 9 eveneens ongeveer de vorm van 20 een hoekprofiel heeft. Een nadere beschrijving van de voor het omspuiten van de dekselplaat 9, het versterkingsraam 10 en het spleetvereffeningselement 12 toe te passen spuit-werktuigen lijkt overbodig, aangezien dergelijke spuitgereed-schappen tot de stand van de techniek behoren. Uiteraard 25 worden de te omspuiten delen op nauwkeurig gedefinieerde stand ten opzichte van elkander en ten opzichte van de naburige vlakken van het spuitgereedschap in het spuitgereed-schap ingezet.
Wanneer een correctie van de afstandsmaat van 30 de randspléetafdichting als gevolg van maat-onnauwkeurigheden tussen het starre deksel 4 en de dakopening 3 noodzakelijk wordt, wordt/van de onderzijde van het deksel uit, tegen een vaste oplegging van de dekselbovenzijde een kracht uitgeoefend op die plaats van het spleetvereffeningselement 35 12, welke ongeveer overeenkomt met het hoekpunt van de hoek tussen de wandbereiken 18 en 19 van de, de holle .8802774 -19- to kamer 15 naar onderen toe begrenzende plaatwand. De inwerking van de kracht geschiedt daarbij ongeveer loodrecht op het dekselvlak. Vóór het begin van het uitoefenen van de kracht nemen der zich in het randbereik van het starre 5 deksel 4 bevindende delen ongeveer de in fig. 2 weergegeven stand in. Door de uitgeoefende kracht wordt de hoek tussen de wandbereiken 18 en 19 groter, onder het daarbij gelijktijdig kleiner worden van de afbuighoek tussen het vertikale wandgedeelte 20 en het wandbereik 18 en gelijktijdige 10 vergroting van de hoek tussen het wandbereik 19 en het wanddeel 21. Deze vervormingen van het spleetvereffenings-element 12 vinden in hoofdzaak in het plastische bereik plaats, dat wil zeggen,dat deze vervormingen leiden tot een blijvende toename van de afmeting. Hierbij wordt de 15 holle kamer 15 kleiner, hetgeen door vergelijking tussen de figuren 2 en 3 kan worden vastgesteld. Door de beschreven hoekveranderingen worden het wanddeel 21 en,tezamen daarmee, de daaraan aangevormde bevestigingselementen 13 en 14, alsmede de horizontale flens 22 horizontaal naar buiten 20 verplaatst. Dienovereenkomstig wordt ook het randspleetafdicht-profiel 6 naar buiten verplaatst, waarbij zijn uitsteeksel 26 over de trapvormige randprofilering 25 glijdt.
Blijkens fig. 3 kan,bij de eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding,door schuivende verplaatsing van 25 het randspleetafdichtprofiel 6 in buitenwaartse richting, een aanzienlijke toename van de afmeting worden bereikt.
Afhankelijk van de omstandigheid,of de werkzame kracht slechts plaatselijk aangrijpt, dan wel over de volle lengte van het omtreksgedeelte van het deksel 4, ontstaan er 30 overeenkomstig begrensde of langere vervormingsbereiken.
Ter nadere toelichting van de tweede uitvoeringvorm volgens de uitvinding zal thans nader worden verwezen naar de figuren 4 en 5. Deze uitvoeringsvorm onderscheidt zich van de eerste in hoofdzaak, doordat de vervormingszóne 35 van het spleetvereffeningselement 12' in het buitenste randbereik daarvan , buiten het kunststofraam 8 is aange- .'8802774 y -20- bracht. Hierbij heeft het spleetvereffeningselement 12’ v66r de vervorming (fig. 4) een ongeveer dubbel T-vormig dwarsprofiel. Het, op nog nader te beschrijven wijze van de eerste uitvoe-ringvorm afwijkend uitgevoerde randspleetafdichtprofiel 5 6' is ook weer aangebracht aan, voor de vervorming aanvankelijk ongeveer vertikaal gerichte bevestigingselementen 13, 14. De zich in de vervormingszone bevindende, holle kamer 15' is buiten het kunststofraam 8 aangebracht en wordt naar boven toe door een onvervormbaar in het kunststofraam 10 8 ingebedde plaatwand 27 begrensd, welke een, bij de vervorming in onveranderde stand blijvend en uit het kunststofraam 8 uitstekend, horizontaal geleidingsdeel vormt. Onderaan wordt de holle kamer 15' ook weer door een naar onderen doorgebogen, vervormbare plaatwand gevormd, welke bestaat 15 uit de wandbereiken 18' en 19', die,bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, voor de vervorming eveneens een ongeveer rechte hoek insluiten.
De plaatwand 27 eindigt in een, ten opzichte van de eerste uitvoeringsvorm aanzienlijk kleinere verdikking 20 11' met een ongeveer vertikaal omhoog gerichte,omgezette rand 28. Op het wandbereik 18' sluit een, tegen de plaatwand 27 aan liggend, buiten de verdikking 11' van het kunststofraam 8 uitstekend, horizontaal wanddeel 29 aan, dat aan de binnenzijde eindigt met een, ongeveer met de omgezette 25 rand 28 corresponderende, doch omlaag gerichte, omgezette rand 30. De beide omgezette randen 28 en 30 zorgen bij het omspuiten voor een zekere verankering van het spleetveref feningselement 12' in het kunststofraam 8.
Blijkens fig. 4 is,voor het vormen van de beiden 30 bevestigingselementen 13 en 14,de plaatwand 27 aan zijn buitenrand aanvankelijk ongeveer vertikaal omhoog en vervolgens ongeveer vertikaal omlaag gebogen. De naar onderen, voor het vormen van de holle kamer 15', doorgebogen plaatwand bevat,aansluitend op het wandbereik 19', een horizontaal 35 buitenwaarts gericht en tegen de plaatwand 27 aan liggend wanddeel 31, dat aanvankelijk ongeveer vertikaal omlaag .8802774 -21- en vervolgens ongeveer vertikaal omhoog is gebogen. Hierbij vormen de omlaag gerichte ombuiging van de plaatwand 27 en de naar boven gerichte ombuiging van het wanddeel 31 een gemeenschappelijke, buitenste en vóór een vervorming 5 ongeveer vertikale plaatwand. Zoals blijkt, kan ook bij deze uitvoeringsvorm het spleetvereffeningselement 12' door buigen en vouwen uit één enkele plaatstrook zijn vervaardigd.
Het kunststofraam 8 is, afgezien van het bereik 10 van zijn verdikking 11', ook bij deze tweede uitvoeringsvorm uitgevoerd overeenkomstig de,onder verwijzing naar de figuren 2 en 3 beschreven, eerste uitvoeringsvorm. Dit geldt ook voor de uitvoering en inbedding van het versterkings-raam 10. Het bovenvlak van het invattingsraam 7 gaat met 15 een afgeronde rand 32 over in een ongeveer vertikaal gericht randvlak 33. Het bovenvlak van het randspleetafdichtprofiel 6 bevindt zich ongeveer in één vlak met het bovenvlak van het kunststofraam 8 en gaat met een corresponderend afgeronde rand 34 over in een omlaag gericht, en met het 20 randvlak 33 een scherpe hoek insluitend vlak 35. Zoals blijkt, liggen de afgeronde randen 32 en 34 koud en met voorspanning tegen elkaar, welke voorspanning wordt bereikt door dienovereenkomstige uitvoering van het randspleetafdichtprofiel 6' en welke voorspanning zorgt voor een spleetafdich-25 ting tussen het kunststofraam 8 en het randspleetafdichtprofiel 6'.
Ter correctie van de afstandsmaat van de randspleet-afdichting als gevolg van maatafwijkingen tussen het deksel en de dakopening wordt, van de onderzijde van het deksel 30 uit, tegen een vaste oplegging van de bovenzijde van het deksel een ongeveer loodrecht gerichte kracht op de nok of kruin van de beide wandbereiken 18' en 19' uitgeoefend, waardoor, onder verkleining van de holle kamer 15', de hoek tussen het wanddeel 21 en het wandbereik 18', tussen 35 de wandbereiken 18' en 19' en tussen het wandbereik 19' en het wanddeel 31 telkens groter wordt. Hierbij verplaatst .8802774 -22- zich het wanddeel 31 langs de plaatwand 27 buitenwaarts, waardoor de bevestigingselementen 13 en 14 uit hun, in fig. 4 weergegeven, ongeveer vertikale richting in een schuine stand, zoals weergegeven in fig. 5, worden verplaatst.
5 Op grond van de, in vorm aansluitende ingrijping tussen de bevestigingselementen 13, 14 en het randspleetafdichtprofiel 6' wordt dit laatstgenoemde profiel in een soort zwenk -of kantelbeweging, onder toename van de afmeting, buitenwaarts meegenomen. Hierbij neemt de afgeronde rand 34 van het 10 randspleetafdichtprofiel 6' in toenemende mate steun tegen de afgeronde rand 32, respectievelijk het randvlak 33 van het kunststofraam 8, hetgeen nog door de, in het bereik van het bevestigingselement 13 optredende verwijding van het bijbehorende gedeelte van het opneemkanaal in het 15 randspleetafdichtprofiel wordt ondersteund. Uiteraard kan ook met deze tweede uitvoeringsvorm de inwerking van de kracht op het spleetvereffeningselement 12' met de beschreven gevolgen, hetzij plaatselijk begrensd,of ook over een grotere weglengte van de dekselomtrek plaatsvinden.
20 Zoals uit een vergelijking van de figuren 3 en 5 blijkt, ontstaat er,bij de plastische vervorming van het telkens bijbehorende spleetvereffeningselement bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3/tussen het invattingsraam 7 en het randspleetafdichtprofiel 6 een meer of minder brede spleet, welke 25 de trapvormige randprofilering 25 meer of minder zichtbaar maakt, terwijl bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 de kerf tussen de afgeronde randen 32 en 34 eerder kleiner wordt.
Het ingebed zijn van het spleetvereffeningselement 30 12, respectievelijk 12', in de vorm van een door vouwen gevormd plaatmetaalprofiel bij het door spuiten aanvormen van het kunststofraam 8, leidt tot een aanzienlijke verstijving van het raam, zodat het, in tegenstelling met de tot dusverre beschreven uitvoeringsvoorbeelden, niet noodzakelijk is, 35 dat versterkingsraam 10 eendelig uit te voeren. Fig. 6 laat zien,hoe het versterkingraam uit vier afzonderlijke .8802774 -23- en aan hun einde niet met elkaar verbonden profielgedeelten is opgebouwd. Ter vereenvoudiging zijn in fig. 6 het voorste profielgedeelte 36, het achterste profielgedeelte 37 en het zij-profielgedeelte 38 weergegeven, waarmee het aan 5 de andere zijde aanwezige en niet weergegeven profielgedeelte overeenkomt. De genoemde profielgedeelten 36, 37 en 38 kunnen verschillende en telkens voor het doel geschikte profilering hebben en behoeven niet uit omgezette, respectievelijk geperste plaatmetaaldelen te bestaan. Veeleer kunnen 10 zij uit aluminium-strengpersprofielen zijn afgekort. Door het ingebed zijn van de profielgedeelten 36 tot 38 bij het door spuiten aanvormen van het kunststofraam 8Λ worden de profielgedeelten niet-rechtstreeks door het eromheen gespoten kunststofmateriaal met elkaar verbonden, zodat 15 ook in het hoekbereik van het starre deksel 4 een volledig voldoende dekselversterking is verkregen. De toepassing van afzonderlijke profielgedeelten wordt enerzijds door hetrdoor omspuiten aanvormen van een kunststofraam 8' en anderzijds door de, de stabiliteit bevorderende inbedding 20 van het rondgaand aangebrachte spleetvereffeningselement mogelijk gemaakt.
Uit een buitenrandvlak 140 van het kunststofraam 108 steekt een middelste ribbe 141 uit, welke tezamen met naar boven en naar onderen uitstekende bevestigingsele-25 menten 113 en 114/een ongeveer T-vormige gedaante heeft.
Die ribbe 141 en de bevestigingselementen 113 en 114 vormen de, aan het kunststofraam 108 aangevormde bevestigingselementen voor het randspleetafdichtprofiel 106.
Het randspleetafdichtprofiel 106 bevat een binnenste, 30 praktisch niet-vervormbaar bereik 142 en een gemakkelijk vervormbaar, buitenste bereik 143. In het binnenste bereik 142 bevindt zich een bevestigingsgroef 144, waarvan de dwsrsprofielgedaante ongeveer complementair is ten opzichte van de dwarsprofielgedaante van de middelste ribbe 141 35 met de zich daaraan bevindende bevestigingselementen 113 en 114. In het buitenbereik 143 bevindt zich een holle . 88 0 2774 ------- _i -24- ruimte 123, waardoor de gemakkelijke vervormbaarheid van dat buitenste bereik 143 is verkregen.
Het spleetvereffeningselement 112 heeft de vorm van een, bijvoorbeeld uit staalplaatmateriaal vervaardigd, 5 metalen hoekprofiel en is tussen het binnenste bereik 142 en het buitenste bereik 143 vast ingebed in het randspleet-afdichtprofiel. Ten opzichte van de dekselplaat 109 strekt zich het ene been 146 van het spleetvereffeningselement 112 schuin omhoog en buitenwaarts uit, terwijl het andere 10 hoekbeen 147 schuin omlaag en buitenwaarts is gericht.
Het hoekpuntbereik 148, dat wil zeggen waar de benen bijeen komen, is de vervormingszone van het spleetvereffeningselement 112. De beide hoekbenen 146 en 147 omvatten als het ware de holte 123, welke tot nagenoeg in het ontmoetingsbereik 148 15 van de benen van het metalen hoekprofiel reikt.
In de, in fig. 8 weergegeven uitgangspositie van het spleetvereffeningselement 112 sluiten de benen 146 en 147 onderling een stompe hoek in. Aan die beide benen 146 en 147 grenzende begrenzingswandvlakken 149 20 en 150 van de holte 123 sluiten daarentegen, voor het vormen van een vouwplaats een scherpe hoek in, waarvan het hoekpunt dicht bij het kruin- of nokbereik 148 ligt.
De beide hoekbenen 146 en 147 zijn van onderling verschillende lengte, waarbij het been 147 zich uitstrekt 25 tot in een overeenkomstig gerichte afdichtlip 151 en die afdichtlip verstijft.
Wanneer, bij vast steun nemende dekselbovenzi jde een op het spleetvereffeningselement 112 uitgeoefende kracht in ongeveer loodrechte richting op het randspleetaf-30 dichtprofiel tot inwerking gebracht wordt, neemt de tophoek tussen de hoekbenen 146 en 147 van het spleetvereffeningselement 112 af. Wegens het vast ingebed zijn daarvan in het materiaal van het randspleetafdichtprofiel 106, wordt dit laatste eveneens vervormd, waarbij de holte 123 een 35 samendrukking ondergaat, welke leidt tot een opwaartse verplaatsing van het omtreksvlak van het randspleetafdicht- .8802774 -25- prof iel 106. Op deze wijze kan de buitenomtrek van het starre deksel 104, welke het randspleetafdichtprofiel 106 insluit, ter vereffening van vervaardigingstoleranties in de zin van een toename van de afmeting worden veranderd.
5 Die afmeting-toename kan beperkt blijven tot begrensde omtreksbereiken van het deksel, wanneer slechts plaatselijk vervormend op het spleetvereffeningselement 112 wordt ingewerkt.
Thans zal de derde uitvoeringsvorm, aan de hand 10 van de figuren 8 en 9 nog nader worden toegelicht.
Uit de, ten opzichte van de feitelijke afmeting van de delen vergrote, afbeelding in de bedoelde f iguren is een,afgebroken weergegeven, star deksel 104 te zien, onder welks, uit glas of een doorzicht kunststofmateriaal 15 gevormde,dekselplaat 109 in het randbereik een,in dwarsdoorsnede hoekvormig,versterkingsraam 110 ligt. De dekselplaat 109 wordt omgeven door een aangespoten kunststofraam 108, welk kunststofraam 108 een, boven tegen de dekselplaat 109 aanliggend, bovenste invattingsraam 107 vormt en onder 20 de dekselplaat 109 het versterkingsraam 110 vast inbedt.
.8802774

Claims (18)

1. Star deksel voor een autodakopening, welk deksel in zijn sluitstand een dakopening onder afdichting aan alle zijden opvult en uit die dakopening verplaatsbaar is om die opening althans ten dele vrij te geven, met 5 een dekselplaat, een die dekselplaat in zijn randbereik van onderen steungevend versterkingsraam, en met een bovenste invattingsraam dat tegen de bovenzijde van de dekselplaat komt aan te liggen, waarbij de dekselplaat en het versterkingsraam met een, het randbereik daarvan bestrijkend, eendelig 10 rondgaand en tegelijkertijd het bovenste invattingsraam vormend kunststofraam zijn omspoten, aan welks buitenomtrek bevestigingselementen zijn aangebracht voor een randspleet-afdichtprofiel, met het kenmerk, dat in het kunststofraam (8, respectievelijk 8') rondgaand, een , uit metaal bestaand 15 spleetvereffeningselement (12, resp.12') met zijn, naar de dekselplaat (9) toe gekeerde, binnenste randbereik, door omspuiten is ingebed, welk randbereik in zijn dwarsrichting in een vervormingszöne, onder toeneming van de afmeting, blijvend vervormbaar is, waarvan het buitenste randbereik 20 buiten het kunststofraam uitsteekt, en aan zijn buitenrand voor het vormen van de bevestigingselementen (13 en 14) voor het randspleetafdichtprofiel (6, resp. 6') is gevormd.
2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vervormingszöne is aangebracht binnen het kunststofraam 25 (8).
3. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vervormingzöne in het buitenste randbereik buiten het kunststofraam (8) is aangebracht.
4. Deksel volgens één der conclusie 1 tot 3, met 30 het kenmerk, dat het spleetvereffeningselement (12, 12') een door vouwen gevormd plaatmetaalprofiel is, waarbij het buiten het kunststofraam (8, respectievelijk 8’) uitstekende, buitenste randbereik ongeveer horizontaal is gericht en ten minste twee tegen elkaar aan liggende plaatlagen .8802774 -27- ? bevat, welke bij vervorming van de vervormingszone ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven.
5. Deksel volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat op het horizontaal gerichte, buitenste 5 randbereik van het spleetvereffeningselement (12, respectievelijk 12') ongeveer loodrecht omhoog en omlaag gerichte bevestigingselementen (13 en 14) voor het randspleetafdicht-profiel (6, respectievelijk 6') zijn aangesloten.
6. Deksel volgens één der conclusies 1 tot 5, met 10 het kenmerk, dat in de vervormingszone van het spleetvereffeningselement (12, respectievelijk 12') een, op ten minste één van de bevestigingselementen (14) rechtstreeks aansluitende plaatwand, onder het vormen van een holle kamer (15, respectievelijk 15') naar onderen is doórgebogen, 15 en in het doorbuigingsbereik door, naar de holle ruimte toe gerichte krachtuitoefening,blijvend vervormbaar is.
7. Deksel volgens de conclusies 1, 2 en 4 tot 6, met het kenmerk, dat de, in de vervormingszone gevormde holle kamer (15) naar boven wordt begrensd door een,onvervorm- 20 baar in het kunststofraam (8) ingebedde, plaatwand (16), welke met een horizontaal geleidingsdeel (17) buiten het kunststofraam (8) uitsteekt, dat de, de holle kamer (15) naar onderen toe begrenzende, doorgebogen, vervormbare plaatwand eveneens met een horizontaal wanddeel (21) buiten 25 het kunststofraam (8) uitsteekt, welk horizontaal wanddeel (21) aan zijn buitenrand, voor het vormen van de bevestigingselementen (13 en 14) eerst ongeveer vertikaal omlaag, vervolgens ongeveer vertikaal omhoog, daarna weer ongeveer vertikaal omlaag en ten slotte tot een, naar de holle 30 kamer (15) toe gerichte, horizontale flens (22) gebogen is, welke flens zich bevindt tussen het geleidingsdeel (17) en het horizontale wanddeel (21) en,tezamen hiermee, het buitenste randbereik van het spleetvereffeningselement (12) vormt, en dat de doórgebogen plaatwand aan de buitenzijde 35 wordt bedekt door een naar verhouding dunne kunststoflaag (24), dóór welke kunststoflaag heen op de plaatwand werkzame .8802774 -28- vervormingskrachten tot inwerking kunnen worden gebracht en welke kunststoflaag tezamen met die plaatwand vervormbaar is.
8. Deksel volgens de conclusies 1 en 3 tot 6, met 5 het kenmerk, dat de in de vervotmingszóne gevormde holle kamer (15) naar boven toe wordt begrensd door een onvervormbaar uit het kunststofraam (8) horizontaal uitstekend en in hoofdzaak het buitenste randbereik van het spleetvereffenings-element (12') vormende plaatwand (27) dat de, de holle 10 kamer (15') naar onderen toe begrenzende, dóórgebogen, vervormbare plaatwand eveneens buiten het kunststofraam (8) uitsteekt, en dat voor het vormen van de bevestigingsele-menten (13, 14) de horizontaal uitstekende plaatwand (27) aan zijn buitenrand eerst ongeveer vertikaal omhoog en vervolgens 15 vertikaal omlaag is gebogen, terwijl de dóórgebogen plaatwand aan zijn buitenrand dienovereenkomstig eerst ongeveer vertikaal omlaag en vervolgens ongeveer vertikaal omhoog is gebogen, waarbij het omlaag gerichte, omgebogen gedeelte van de horizontaal uitstekende plaatwand (27) en het omhoog 20 gerichte gedeelte van de dóórgebogen plaatwand het gemeenschappelijke, buitenste, vóór een vervorming ongeveer vertikale plaatwand vormen.
9. Deksel volgens één der conclusies 6 tot 8, met het kenmerk, dat de dóórgebogen plaatwand twee schuin 25 omlaag gerichte wandbereiken (18 en 19, respectievelijk 18' en 19’) bevat, welke tussen elkander in een rechte of stompe hoek insluiten.
10. Deksel volgens de conclusies 1, 2, 4 tot 7 en 9, met het kenmerk, dat in het bovenste vlak van het kunst-30 stofraam een trapvormige randprofilering (25) ingevormd is, waar een corresponderend uitsteeksel (26) van het randspleetafdichtprofiel (6), ter aanpassing aan afmetings-vergrotingen, als gevolg van vervormingen van de vervormings-zóne, in dwarsrichting verschuifbaar een oplegging op 35 heeft.
11. Deksel volgens de conclusies 1, 3 tot 6, 8 en .8802774 -29- » 9, met het kenmerk, dat het kunststofraam (8, respectievelijk 8') en het randspleetafdichtprofiel (6) met afgeronde randen (32 en 34) koud tegen elkaar aan liggen.
12. Deksel volgens één der conclusies 1 tot 11, 5 met het kenmerk, dat het kunststofraam (8 tot 8') door het, in het raamachtig rondgaand ingebedde spleetvereffenings-element (12, respectievelijk 12') aanvullend op de door het versterkingsraam verkregen verstijving is verstijfd, en dat het versterkingsraam bestaat uit vier afzonderlijke, 10 in het kunststofraam ingebedde profielgedeelten (36 tot 38).
13. Star deksel voor een autodakopening, dat in zijn sluitstand een dakopening onder afdichting aan alle zijden opvult en van die opening uit verplaatsbaar is 15 om die opening althans ten dele vrij te geven, met een dekselplaat, een die dekselplaat in zijn randbereik van onderen uit steungevend versterkingsraam, en met een bovenste invattingsraam, dat tegen de bovenzijde van de dekselplaat komt aan te liggen, waarbij die dekselplaat en het verster-20 kingsraam zijn omspoten met een, het randbereik daarvan bestrijkend, ééndelig rondgaand en tegelijkertijd het bovenste invattingsraam vormend kunststofraam, aan welks buitenomtrek bevestigingselementen voor een randspleetafdichtprof iel zijn aangebracht, met het kenmerk, dat aan de 25 buitenomtrek van het deksel (104) rondgaand een, uit metaal bestaand, spleetvereffeningselement (112) is bevestigd, dat in zijn dwarsrichting in een vervormingszone, onder toename van de afmeting blijvend vervormbaar is, en dat het spleetvereffeningselement (112) volledig is ingevormd 30 in het randspleetafdichtprofiel (106), dat tussen het spleetvereffeningselement (112) en de, dat element houdende, bevestigingselementen (113 en 114) van het kunststofraam (108) minder vervormbaar is uitgevoerd, dan in zijn buitenste randbereik (143).
14. Deksel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het spleetvereffeningselement (112) is gevormd uit .8802774 -30- een metalen hoekprofiel, welks éne hoekbeen (146) ten opzichte van de dekselplaat (109) schuin omhoog en buitenwaarts, en welks andere hoekbeen (147) schuin omlaag en buitenwaarts is gericht, waarbij het ontmoetingsbereik (148) van het 5 metalen hoekprofiel de vervormingszóne vormt.
15. Deksel volgens de conclusies 13 en 14, met het kenmerk, dat het spleetvereffeningselement (112) tussen een binnenste bevestigingsgroef (144) en een, aan de buitenrand van het randspleetafdichtprofiel (106) - op een op 10 zichzelf bekende wijze - in het randspleetafdichtprofiel ingesloten holle ruimte (123) is aangebracht, waarbij de beide hoekbenen (146 en 147) de, tot nagenoeg in het ontmoetingsbereik (148) van de benen van het metalen hoekprofiel reikende holte (123) tussen elkaar in insluiten.
16. Deksel volgens één der conclusies 13 tot 15, met het kenmerk, dat de hoekbenen (146 en 147) van het metalen hoekprofiel in onvervormde toestand een stompe hoek insluiten.
17. Deksel volgens één der conclusies 14 tot 16, 20 met het kenmerk, dat de, aan de beide hoekbenen (146, en 147) van het metalen hoekprofiel grenzende begrenzingswand-vlakken (149 en 150) van de holle ruimte (123) voor het vormen van een vouwplaats een scherpe hoek insluiten, waarvan het hoekpuntbereik grenst aan het ontmoetingsbereik 25 (148) van de benen van het metalen hoekprofiel.
18. Deksel volgens één der conclusies 14 tot 17, met het kenmerk, dat de beide hoekbenen (146 en 147) van het metalen hoekprofiel van onderling verschillende lengte zijn, waarbij het langste, omlaag en buitenwaarts gerichte 30 hoekbeen (147) zich uitstrekt tot in een, overeenkomstig gerichte afdichtlip (151) van het randspleetafdichtprofiel (106). .8802774
NL8802774A 1987-11-12 1988-11-11 Star deksel voor een autodakopening. NL8802774A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3738400 1987-11-12
DE3738400A DE3738400C1 (en) 1987-11-12 1987-11-12 Rigid panel (sunroof) for a vehicle roof
DE3828963 1988-08-26
DE3828963A DE3828963C1 (nl) 1987-11-12 1988-08-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8802774A true NL8802774A (nl) 1989-06-01

Family

ID=25861713

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802774A NL8802774A (nl) 1987-11-12 1988-11-11 Star deksel voor een autodakopening.

Country Status (13)

Country Link
US (2) US4925237A (nl)
JP (1) JPH0790700B2 (nl)
AU (1) AU605645B2 (nl)
BR (1) BR8805922A (nl)
CA (1) CA1311780C (nl)
DE (1) DE3828963C1 (nl)
ES (1) ES2013812A6 (nl)
FR (1) FR2623144B1 (nl)
GB (1) GB2212116B (nl)
IT (1) IT1224932B (nl)
MX (1) MX171368B (nl)
NL (1) NL8802774A (nl)
SE (1) SE467658B (nl)

Families Citing this family (61)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3828963C1 (nl) * 1987-11-12 1989-09-28 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De
DE3940304C1 (en) * 1988-08-26 1991-01-24 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De Rigid car roof cover - comprises glass or plastics plate with metal U=profile gap compensators having rigid inner and deformable outer legs
US5366267A (en) * 1989-10-11 1994-11-22 Toyoda Gosei Co., Ltd. Weather strip for motor vehicle
AU632640B2 (en) * 1989-12-06 1993-01-07 Rockwell Golde Gmbh Rigid lid for an automobile roof
US5042201A (en) * 1990-01-18 1991-08-27 The Standard Products Company One-piece weatherstrip with constant cross-section at corner bends
US5170587A (en) * 1990-09-03 1992-12-15 Toyoda Gosei Co., Ltd. Weatherstrip for automotive vehicle
US5261721A (en) * 1991-10-18 1993-11-16 Donnelly Corporation Vehicular window assembly with weather seal
DE69220678T3 (de) * 1992-02-25 2005-03-03 Aga Ab Rückgewinnung von nichteisenmetallen aus krätze
DE9202626U1 (nl) * 1992-02-28 1992-04-23 Zippex-Autotechnik Extrusions Gmbh, 7129 Zaberfeld, De
US5352010A (en) * 1992-03-10 1994-10-04 Brodie James L Post attached structures for window assemblies
US5475956A (en) * 1992-09-25 1995-12-19 Donnelly Corporation Panel assembly
DE4238714C1 (de) * 1992-11-17 1993-11-25 Rockwell Golde Gmbh Starrer Deckel für die Dachöffnung eines Fahrzeugs
DE4238889C2 (de) * 1992-11-19 1995-04-13 Webasto Schade Gmbh Verfahren zur Herstellung eines Deckels eines öffnungsfähigen Fahrzeugdaches
US5401453A (en) * 1993-02-17 1995-03-28 Mid-American Products, Inc. Method of forming a vehicle window frame with a seal insert
DE4308221C2 (de) * 1993-03-15 1996-12-12 Metzeler Automotive Profiles Dichtungsanordnung für einen Deckel an einem Fahrzeugdach
DE4308214C2 (de) * 1993-03-15 1996-12-12 Metzeler Automotive Profiles Dichtungsanordnung für einen Deckel an einem Fahrzeugdach
DE4331790C2 (de) * 1993-09-18 1996-02-08 Daimler Benz Aerospace Ag Einrichtung zur Vermeidung von Quietschgeräuschen durch eine Dichtung an einer Fensterscheibe
US5551197A (en) * 1993-09-30 1996-09-03 Donnelly Corporation Flush-mounted articulated/hinged window assembly
US5635281A (en) * 1994-08-12 1997-06-03 Donnelly Corporation Glazing using a melt-processible gasket material
US7838115B2 (en) 1995-04-11 2010-11-23 Magna Mirrors Of America, Inc. Method for manufacturing an articulatable vehicular window assembly
US5667896A (en) * 1995-04-11 1997-09-16 Donnelly Corporation Vehicle window assembly for mounting interior vehicle accessories
US5853895A (en) * 1995-04-11 1998-12-29 Donnelly Corporation Bonded vehicular glass assemblies utilizing two-component urethanes, and related methods of bonding
US5690376A (en) * 1995-06-06 1997-11-25 Leidal; Andrew G. Vehicle shade
DE19614321A1 (de) * 1996-04-11 1997-10-16 Magna Zippex Autotechnik Gmbh Randspaltabdichtungsprofil
DE19707145C1 (de) * 1997-02-22 1998-03-05 Webasto Systemkomponenten Gmbh Deckel eines öffnungsfähigen Schiebedaches oder Hebedaches für ein Fahrzeug
DE19725777A1 (de) * 1997-06-18 1998-12-24 Henniges Elastomer Kunststoff Befestigungsanordnung an dem Rand einer Scheibe, insbesondere Kraftfahrzeugfenster-Scheibe
US6692245B1 (en) 1997-08-18 2004-02-17 Ipl Inc. Mold for making a window frame
DE19757454C1 (de) * 1997-12-23 1998-12-24 Webasto Systemkomponenten Gmbh Deckel eines öffnungsfähigen Fahrzeugdachs
NL1009807C2 (nl) * 1998-08-05 2000-02-08 Inalfa Ind Bv Paneelsamenstel voor een open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1014151C2 (nl) * 2000-01-21 2001-07-24 Inalfa Ind Bv Open-dakconstructie voor een voertuig.
JP2001301470A (ja) * 2000-04-21 2001-10-31 Toyoda Gosei Co Ltd サンルーフ用ガラスリッド外周のシール構造
DE10023543C1 (de) * 2000-05-15 2001-09-06 Webasto Vehicle Sys Int Gmbh Solardeckel
DE10036630C1 (de) * 2000-07-26 2002-01-24 Webasto Vehicle Sys Int Gmbh Verfahren zum Umschäumen des Umfangsrandbereichs eines Deckels für ein Fahzeugdach und Fahrzeugdach-Deckel
US6286898B1 (en) * 2000-08-11 2001-09-11 Vuteq Corporation Vehicle sunroof with weatherstrip mounting flange
US6740390B2 (en) * 2001-04-25 2004-05-25 Guardian Industries Corp. Applique for A-pillar area of vehicle
DE10150011B4 (de) * 2001-10-11 2007-03-15 Webasto Ag Deckel für ein Fahrzeugdach und Verfahren zu dessen Herstellung
JP2003211967A (ja) * 2002-01-21 2003-07-30 Honda Motor Co Ltd サンルーフ装置のガラスパネル
DE10213994A1 (de) * 2002-03-27 2003-10-16 Arvinmeritor Gmbh Verfahrbarer Deckel für Fahrzeugdach sowie Schiebehebedach-Modul
DE10228615B4 (de) * 2002-06-26 2005-11-10 Webasto Ag Dichtelement für ein öffnungsfähiges Fahrzeugdach
US8862203B2 (en) * 2003-03-27 2014-10-14 Boston Scientific Scimed Inc. Medical device with temperature modulator for use in magnetic resonance imaging
DE202004003396U1 (de) * 2004-03-04 2005-07-14 Inalfa Roof Systems Group B.V. Offendachkonstruktion für ein Fahrzeug
DE102004015296B4 (de) * 2004-03-29 2006-11-09 Webasto Ag Einklemmschutz für ein öffnungsfähiges Fahrzeugdach
JP4185469B2 (ja) * 2004-04-05 2008-11-26 八千代工業株式会社 サンルーフパネルのシール構造
JP5193415B2 (ja) * 2005-04-27 2013-05-08 ベバスト ジャパン株式会社 車両用ルーフパネル
GB2432870A (en) * 2005-11-18 2007-06-06 Gdx North America Inc Sealing assemblies and methods of making them
JP2007145195A (ja) * 2005-11-28 2007-06-14 Aisin Seiki Co Ltd サンルーフ装置におけるパネル構造
JP4856039B2 (ja) * 2007-09-04 2012-01-18 千八喜 坂下 作業用手袋裏返し器
WO2010088906A1 (en) * 2009-02-03 2010-08-12 Vkr Holding A/S A method for making a window and an opening window
US8505262B2 (en) * 2009-03-17 2013-08-13 Pilkington Italia S.P.A. Vehicle glazing having a trim mounted thereon
US8182025B2 (en) * 2009-04-29 2012-05-22 Inalfa Roof Systems Group B.V. Method of producing a panel assembly
EP2353907A1 (en) 2010-01-27 2011-08-10 Inalfa Roof Systems Group B.V. Roof panel and method of manufacturing said panel
CN201895561U (zh) * 2010-12-03 2011-07-13 柳州五菱汽车有限责任公司 休闲车顶棚
JP5802159B2 (ja) * 2012-03-23 2015-10-28 豊田合成株式会社 自動車用ルーフウエザストリップ
JP5886143B2 (ja) * 2012-06-12 2016-03-16 グローリー株式会社 ガラスと樹脂の一体成形品及びその製造方法
JP2014136456A (ja) * 2013-01-15 2014-07-28 Aisin Seiki Co Ltd 車両用ルーフ装置のパネル構造及び車両用ルーフ装置のウエザストリップ
FR3011203B1 (fr) * 2013-10-01 2015-10-09 Saint Gobain Vitrage comportant une portion de joint a insert ferme et procede de fabrication dudit vitrage.
DE102015000866A1 (de) 2015-01-24 2016-07-28 GM Global Technology Operations LLC (n. d. Ges. d. Staates Delaware) Dachplatte für ein Kraftfahrzeug
CN105570454A (zh) * 2016-03-09 2016-05-11 周紫阳 一种可调节平直密封条
KR102440731B1 (ko) * 2017-11-08 2022-09-05 현대자동차주식회사 자동차 루프 지지구조
CN111605622B (zh) * 2019-02-22 2024-03-26 标致雪铁龙汽车股份有限公司 一种车辆的c柱总成及车辆
JP7396033B2 (ja) * 2019-12-25 2023-12-12 株式会社アイシン 車両用開口部のシール構造

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3433526A (en) * 1967-11-24 1969-03-18 Gen Motors Corp Headlining retainer
DE2137849B2 (de) * 1971-07-29 1979-06-13 Webasto-Werk W. Baier Gmbh & Co, 8031 Stockdorf Dichtung für Schiebedächer
IT1084329B (it) * 1977-07-01 1985-05-25 Montedison Spa Padiglione autoportante in materiale plastico per autovetture e simili.
SU734058A1 (ru) * 1977-07-14 1980-05-15 Предприятие П/Я Г-4385 Уплотнение крышки люка транспортного средства
DE7912486U1 (de) * 1979-04-28 1979-08-09 Webasto-Werk W. Baier Gmbh & Co, 8031 Stockdorf Deckelinnenblech für Glasdeckel
GB2068302B (en) * 1980-01-26 1983-11-30 Britax Weathershields Method of attaching u-shaped member
DE3041505C2 (de) * 1980-11-04 1983-12-08 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Starrer Deckel für ein Fahrzeugdach
JPS57110526A (en) * 1980-12-25 1982-07-09 Buorufugangu Tsuitsuperure Sealing member for sliding-roof of automobile and its manufacture
JPS57201718A (en) * 1981-06-03 1982-12-10 Daikiyoo Bebasuto Kk Molding method of sealing member in roof window for vehicle and ship
DE3134340C2 (de) * 1981-08-31 1983-09-29 Vereinigte Glaswerke Gmbh, 5100 Aachen Einklebbare Fahrzeug-Glasscheibe
JPS6025517U (ja) * 1983-07-29 1985-02-21 三菱自動車工業株式会社 リツプ可動式ウエザストリツプ
FR2560657B1 (fr) * 1984-03-05 1986-10-03 Renault Dispositif d'etancheite de gouttiere de toit de vehicule
JPS60259525A (ja) * 1984-06-05 1985-12-21 Kinugawa Rubber Ind Co Ltd サンル−フ用ウエザ−ストリツプ
DE3441776A1 (de) * 1984-11-15 1986-05-22 Adam Opel AG, 6090 Rüsselsheim Verfahren zum anbringen einer dichtung an der aussenkante eines bauteils sowie bauteil mit einer solchen dichtung
DE3442653C1 (de) * 1984-11-22 1986-06-19 Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart Abdichtung fuer den Spalt zwischen einem starren Schiebedeckel und einem diesen umgebenden festen Dachbereich eines Kraftwagens
DE3506009A1 (de) * 1985-02-21 1986-08-28 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Starrer deckel fuer ein fahrzeugdach
US4628639A (en) * 1985-08-08 1986-12-16 Schlegel Corporation Window frame weatherseal for a motor vehicle
JPS6277219A (ja) * 1985-09-30 1987-04-09 Aisin Seiki Co Ltd 車輛用開閉式屋根のウエザストリツプの取付装置
GB2193930B (en) * 1986-02-07 1989-11-01 Britax Weathershields Vehicle opening roof
DE3604298C1 (de) * 1986-02-12 1987-06-19 Schade Wilhelm Fa Dichtungsanordnung fuer einen Hebe-Schiebedeckel o.dgl.
JPH0425377Y2 (nl) * 1986-04-28 1992-06-17
CA1286342C (en) * 1986-06-07 1991-07-16 Rainer Grimm Rigid lid for an automobile roof
DE3634271C1 (de) * 1986-10-08 1988-03-17 Daimler Benz Ag Abdichtung fuer den Spalt zwischen einem starren Schiebedach und einem diesen umgebenden festen Dachbereich
DE3642470A1 (de) * 1986-12-12 1988-06-23 Webasto Ag Fahrzeugtechnik Hohlkammerdichtung
DE3828963C1 (nl) * 1987-11-12 1989-09-28 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De

Also Published As

Publication number Publication date
AU605645B2 (en) 1991-01-17
JPH0790700B2 (ja) 1995-10-04
AU2494488A (en) 1989-05-18
IT8804857A0 (it) 1988-11-10
FR2623144B1 (fr) 1994-04-29
CA1311780C (en) 1992-12-22
ES2013812A6 (es) 1990-06-01
DE3828963C1 (nl) 1989-09-28
SE467658B (sv) 1992-08-24
FR2623144A1 (fr) 1989-05-19
MX171368B (es) 1993-10-21
SE8803922D0 (sv) 1988-10-31
SE8803922L (sv) 1989-05-13
JPH01153328A (ja) 1989-06-15
US5050928A (en) 1991-09-24
GB2212116A (en) 1989-07-19
GB2212116B (en) 1991-04-17
US4925237A (en) 1990-05-15
BR8805922A (pt) 1989-08-01
IT1224932B (it) 1990-10-29
GB8825912D0 (en) 1988-12-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8802774A (nl) Star deksel voor een autodakopening.
US4635398A (en) Watertight window assembly
JP3412551B2 (ja) 自動車用ドアガラスラン
US5463831A (en) Weather strip for motor vehicle
US4509791A (en) Rigid cover for a vehicle top
NL8502646A (nl) Stijf deksel voor een voertuigdak.
JP6909036B2 (ja) 自動車用ドアのシール構造
JPS6125562B2 (nl)
US3665646A (en) Sealing strip
US5101531A (en) Windshield with self locating wiper park ramp
JPH08253037A (ja) 車両のスライドルーフ用の風転向部材
JPS6343245B2 (nl)
US5669657A (en) Sunroof assembly for motor vehicle
US5344205A (en) Automobile windshield molding
JP6892798B2 (ja) ドアウェザーストリップの組付構造
NL9002690A (nl) Star deksel voor een autodakopening.
US7048327B2 (en) Cover panel edge seal and cover panel for vehicle roof provided therewith
NL192438C (nl) Star deksel met afdichting voor een autoschuif- of schuifhefdaksamenstel.
DE3738400C1 (en) Rigid panel (sunroof) for a vehicle roof
EP0307304A2 (en) Sealing element for flush mounted window
JP4284828B2 (ja) 車両の透光パネル取り付け構造
JP4732014B2 (ja) 車両用ルーフ
JPS5921085Y2 (ja) 自動車用樹脂製モ−ル
JPS623299Y2 (nl)
JP3100552B2 (ja) 車両用ウインドモール

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed