NL8502646A - Stijf deksel voor een voertuigdak. - Google Patents

Description

* ....... i VO 7389

Stijf deksel voor een voertuigdak.

De uitvinding heeft betrekking op een stijf deksel voor een voertuigdak, dat in zijn sluitstand een dakopening onder alzijdige afdichting opvult en daaruit tot zijn ten minste ten dele vrijliggende stand te brengen is, met een dekselplaat, een de dekselplaat in zijn 5 randbereik van onderen steunend versterkingsframe, een tegen de bovenzijde van de dekselplaat aanliggend bovenst omlijstingsframe, dat met het versterkingsframe verbonden is, en een rondom aangebracht randspleetafdichtprofiel.

De uitdrukking "voertuigdak" moet alle gebruikelijke 10 constructies omvatten, welke in overeenstemming met de bewegingskarak-teristiek van het bij de dakopening behorende stijve deksel als schuifdaken, hefdaken (z.g. ventilatiekleppen), schuif-hefdaken en bovennokse schuifdaken aangeduid worden. Voor dergelijke daken zijn als materiaal voor de dekselplaat zowel lichtdoorlatende kunst-15 stoffen of glas alsook staalplaat gebruikelijk, terwijl het versterkingsf rame, waaraan de voor het bedienen en geleiden van het stijve deksel noodzakelijke elementen bevestigd zijn, in het algemeen eendelig uit staalplaat geperst is.

Het een waterdicht afdichten van het stijve deksel ten opzichte 20 van de randkant van de dakopening bij gesloten voertuigdak bewerkstelligende randspleetafdichtprofiel wordt volgens de stand van de techniek normaliter na het verbinden van de dekselplaat met het versterkingsframe van onder af op een omgezette omlopende rand van het deksel gestoken.

25 Bij de fabricage van het stijve deksel is het van groot belang dat de fabricagetoleranties van de dekselafmetingen zo klein mogelijk zijn, omdat het deksel bij een overmaat in de dakopening klemt, respectievelijk bij te kleine afmeting niet door de rand-spleetafdichting doeltreffend wordt afgedicht. Terwijl bij deksels 30 uit staal de fabricagetoleranties in de regel naar verhouding binnen nauwe grenzen gehouden worden, treden bij glazen deksel aan de dekselplaat door de fabricage en het materiaal vereist, vaak tolerantie-overschrijdingen in de orde van grootte van meerdere millimeters, op welke onder bepaalde omstandigheden door de elastische randspleet-35 8502 64 6 ί '6 -2- afdichting niet meer vereffend kunnen worden, vaak ook door de randspleetafdichting zelf en het aanbrengen met de hand andere tolerantieafwijkingen in de afmetingen van het deksel kunnen optreden.

In het bijzonder bij glazen deksels ontstaan door het 5 gebruikelijk lijmen van het versterkingsframe aan de dekselplaat problemen omdat door verschillende uitzettingscoëfficienten van het glas en de staalplaat de lijmplaten sterk belast worden. Bovendien heeft de lijm lange uithardtijden nodig, welke bovendien door gebrekkige luchtuitwisseling op de lijmplaatsen als gevolg van de 10 rondomlopend aangebrachte randspleetafdichting verlengd worden.

Bij een stijf deksel volgens de inleiding (Duits Offen-legungsschrift 30 41 505) met een dekselplaat uit licht doorlatend materiaal zijn de onderste versterkingsframes en de bovenste omlij stingsframes door klemmen star met elkaar verbonden en spannen 15 de rand van de dekselplaat, waardoor het stijve deksel een verhoogde stabiliteit moet verkrijgen. Vereist door de in elkaar grijpende constructies van de beide frames en de fabrikage van de bovenste om-lijstingsfrarae uit een lichtmetaal-strengpersprofiel is het bovenste omlijstingsframe in de omtreksrichting tenminste tweemaal gedeeld, 20 zodat bij de montage meerdere framedelen met elkaar verbonden moeten worden. Het bekende deksel vereist dus een aanzienlijke montage tijd, zodat de dekselplaat ten opzichte van het meerdelige frame ook nog door een afdichtende massa moet worden afgedicht.

Doordat het meerdelige, samengestelde bovenste omlijstingsframe het 25 versterkingsframe van buiten af omgeeft, zijn bij deze bekende deksel-constructies grote fabricagetoleranties in de buitenafmetingen van het deksel niet uit te sluiten. De raécpjaat sen tussen de framedelen vein het bovenste omlij stingsframe kunnen bovendien aanleiding zijn, dat water als gevolg van de capillaire werking of uit 30 elkaar drukken als gevolg van temperatuur binnen het deksel komt en tot corrosie op de metaaldelen leidt.

Aan de uitvinding ligt het probtem ten grondslag, een stijf deksel te verschaffen dat onder vermijding van de besproken nadelen met kleine fabricagetoleranties op eenvoudige wijze vervaardigd 35 kan worden.

8502 64 6 S Λ -3-

Dit probleem wordt uitgaande van een stijf deksel volgens het hierboven aangegeven type opgelost, doordat de dekselplaat en het versterkingsprofiel met een de randbereiken van de dekselplaat en het versterkingsframe omgevende, eendelig rondomlopen en gelijktijdig 5 het bovenste omlijstingsframe vormende kunststofframe omspoten zijn, aan de buitenomtrek waarvan de bevestigingselementen voor het rand— spleetafdichtprofiel gevormd zijn.

Door het volgens de uitvinding spuiten van de dekselplaat en het versterkingsframe met een geschikte kunststof bijvoorbeeld een zacht 10 gemaakt polyvinylchloride, worden zeer kleine fabricagetoleranties in de buitenafmetingen van het deksel verkregen, welke praktisch alleen nog van gelijkblijvende afmeting van het spuitwerktuig afhangen. Schommelingen in de buitenafmetingen van de dekselplaat zoals deze in het bijzonder bij glazen deksels optreden, worden zonder meer 15 bij het omspuiten gecompenseerd en werken niet op de buitenafmetingen van het gerede deksel. Omdat het omspoten kunststofframe eendelig is en alzijdig dicht tegen de dekselplaat aansluit, wordt zonder extra afdichtende massa een zeer goede afdichtende werking verkregen. Het deksel volgens de uitvinding kan eenvoudig en zonder dure handarbeid 20 in grote series met gelijkblijvende buitenafmetingen vervaardigd worden.

Op grond van de bij het omspuiten gelijktijdig aangevormde bevestigingselementen voor het randspleetafdichtprofiel kan dit gemakkelijk en betrouwbaar worden aangebracht. Vastlijmen van de dekseldelen is niet noodzakelijk.

25 Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van het stijve deksel volgens de uitvinding wordt voorgesteld, dat tussen de op bekende wijze uit een lichtdoorlatend materiaal bestaande dekselplaat en het versterkingsframe een deze delen op afstand houdend en zonder onderbreking rondlopend snoer of dergelijke gelegd is, dat tegelijk de bij het 30 omspuiten tussen de dekselplaat en het versterkingsframe komende kunststof laag naar binnen toe begrenst. Het aldus uitgevoerde lichtdoorlatende deksel is van eenvoudige constructie en bijzonder stabiel, omdat door de omspuiten met kunststof het versterkingsframe met de dekselplaat praktisch tot een deel verenigd wordt.

35 Voor de hierboven bedoelde uitvoeringsvorm van een lichtdoorla- tend deksel is het voordelig, wanneer het snoer of dergelijke in een groefvormige verdieping van het versterkingsframe gelegd is. Op deze 85 0 2 64 6 b c -4- wijze wordt de fabricage van het deksel nog verder vereenvoudigd, waarbij de plaats van het snoer en dus de plaats van de begrenzing voor de bij het omspuiten tussen dekselplaat en versterkingsframe komende kunststoflaag door de verdieping exact bepaald is.

5 De uitvinding is niet beperkt tot een deksel met een deksel plaat uit lichtdoorlatend materiaal. De voorgestelde dekseiconstructie kan ook dan met voordeel worden toegepast, wanneer de dekselplaat op bekende wijze uit een metaalplaat gevormd is.

Een wezenlijk voordeel van het deksel volgens de uitvinding 10 bestaat daarin, dat de dekselplaat, onverschillig of deze uit een lichtdoorlatend materiaal of uit metaal gevormd is, en het versterkingsframe uitsluitend door het omspoten kunststofframe vast samengehouden kunnen worden. Er zijn dus geen extra bevestigingsmiddelen tussen dekselplaat en versterkingsframe noodzakelijk. Moet 15 bij een dekselplaat uit metaal niet van een extra verbinding tussen versterkingsframe en dekselplaat afgezien worden, zo kunnen deze beide delen op eenvoudige wijze in horizontalle bereiken door puntlassen met elkaar verbonden worden, omdat bij het omspuiten van de delen de puntlassen door het mede omspoten bovenste omlijstingsframe afgedekt 20 kunnen worden.

In plaats van een tussenplaat en versterkingsframe zich bevindend snoer kan ook een eindloos op het versterkingsframe gebrachte lijmrups worden toegepast, waarop de dekselplaat gelegd is.

Doelmatig zijn de aan het eendelige kunststofframe gevormde 25 bevestigingselementen als naar buiten open groef of dergelijke uitgevoerd, waarin het randspleetafdichtingsprofiel via het kunststofframe naar buiten uitstekend gestoken is.

Het deksel kan echter ook zodanig zijn uitgevoerd, dat aan het eendelige kunststofframe het randspleetafdichtprofiel uit een ander 30 materiaal gespoten is. Het spuiten van het randspleetafdichtingsprofiel kan met hetzelfde gereedschap plaatsvinden, waarmede het kunststofframe gespoten wordt.

Als gevolg van de uitvindingsgedachte kan de dekselplaat van een van het bovenvlak uitgaande omliggende rand trede of dergelijke 35 voorzien zijn, waarin het kunststofframe ter vorming van een met het 850 2 64 6 -5- bovenvlak van de dekselplaat strokend bovenst omlijstingsframe ingrijpt. Bij deze uitvoeringsvorm ligt het kunststofframe op één lijn met het bovenste dekselvlak, waardoor een vlak buitenvlak van het deksl verkregen wordt.

5 Verdere details van de uitvinding worden aan de hand van een in de tekaiingweergegeven uitvoeringsvoorbeeld toegelicht.

Daarin toont: fig. 1 een afgebroken perspectivische voorstelling van een voer-tuigdak met een in de sluitstand getekend stijf deksel; 10 fig. 2 een afgebroken doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 door een voertuigdak met glazen deksel; fig. 3 tot 5 doorsneden overeenkomstig fig. 2, welke andere uitvoeringsvormen van het kunststofframe voorstellen; fig. 6 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, 15 doch door een stalen deksel; fig. 7 een andere afgebroken doorsnede door het randbereik van een van een randtrede voorzien glazen deksel en fig. 8 een doorsnede overeenkomstig fig. 7 door een randbereik van een van een randtrede voorzien stalen deksel.

20 In de tekeningen zijn de uitvoeringsvormen van het stijve deksel schematisch weergegeven, waarbij de doorsneden volgens fig. 2 tot 8 in een ten opzichte van de werkelijkheid vergrote schaal voorgesteld zijn. In de figuren 6-8 is ter vereenvoudiging het randspleetafdichtprofiel niet ingetekend. In de tekeningen zijn 25 overeenkomstige delen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.

Het in fig. 1 weergegeven voertuigdak behoort tot een personenautomobiel, waarvan de voorwaartsrijrichting door de richtingpijl 1 aangegeven is. In het met betrekking tot de voorwaartse rijrichting voorste bereik van het vaste dakvlak 2 van het 30 voertuigdak bevindt zich de dakopening 5, waarin het in de sluitstand weergegeven stijve deksel 3 zich bevindt. Het deksel 3 is ten opzichte van de vertikale omzetting 6(fig.2) van het vaste dakvlak 2 door het randspleetafdichtprofiel af gedicht. Uit fig. 1 blijkt voorts het bovenste omlijstingsraam 7 als integraal bestanddeel van het nog 35 nader te beschrijven kunststofframe 8.

8502 64 6 -6-

Bij het in fig. 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaat de dekselplaat 9 uit glas of een doorzichtige kunststof. Dit geldt ook voor de uitvoeringsvoorbeelden volgens de figuren 3 - 5 en 7.

. 5 Onder de dekselplaat 9 bevindt zich het de dekselplaat in zijn rand-bereik van onderen steunend, uit staalplaat gevormde versterkingsframe 10, waarvan de buitenafmetingen ongeveer met die van de dekselplaat 9 overeenstemmen. Op het versterkingsframe 10 grijpen de bedienings-en geleidingselementen (niet weergegeven) van het voertuigdak 10 aan..

In het versterkingsframe 10 bevindt zich een omlopend ingedrukte groefvormige verdieping 11, waarin een zonder onderbreking omlopend snoer 12 gelegd is, dat in onbelaste toestand een cirkelvormige doorsnede kan hebben. In fig. 2 en ook in de fig. 3 en 4 is het 15 snoer in zijn gedeformeerde, belaste toestand weergegeven, welke ten dele door het gewicht van de opgelegde dekselplaat 9 en ten dele door het spuitwerktuig veroorzaakt wordt. Het gedeformeerde snoer 12' houdt de dekselplaat 9 en het versterkingsframe 10 op een voorafbepaalde rondom gelijkblijvende afstand.

20 Bij alle uitvoeringsvoorbeelden zijn de dekselplaten 9 en de versterkingsframes 10 met hun randbereiken in de door omspuiten van deze delen aangebracht kunststofframe 8 vast ingebed. Bij het omspuiten treedt de smeltvloeibare kunststofmassa ook in de spleetruimte tussen het ondervlak van de dekselplaat 9 en het bovenvlak van het 25 versterkingsframe 10 naar binnen en vormt aldaar een kunststoflaag 13, welke naar binnen toe door het snoer 12 begrensd is. Dit draagt tot een vaste verbinding tussen de dekselplaat 9, het versterkingsframe 10 en het kunststofframe 8 bij. Daarenboven wordt het bijbehorende bereik van het versterkingsframe 10 door de kunststoflaag 13 naar buiten toe 30 af gedekt, zodat van boven af dit bereik van het versterkingsframe 10 door de dekselplaat 9 niet zichtbaar is.

Het kunststofframe 8 vormt het bovenste van buiten af zichtbare inlaatframe 7, dat ten dele om de dekselplaat 9 heen grijpt.

Van onderen bedekt het kunststofframe 8 ten dele het ondervlak 35 van het versterkingsframe 10, waarbij bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 het kunststofframe 8 door een rondom aangebrachte ribbe 14 van het versterkingsframe 10 begrensd is. De ribbe 14 8502 64 6 -7- ontstaat door indrukken van de groefvoxmige verdieping 11 in het versterkingsframe 10. Bij de uitvoeringsvoorbeelden volgens de fig. 3 en 4 eindigt het kunststof frame 8 reeds voor de ribbe 14.

Uiteraard zou dit ook tot aan de ribbe 14 kunnen doorlopen.

► 5 Dit geldt ook voor de uitvoeringsvoorbeelden volgens de fig. 5 en 7.

Een nadere beschrijving van het voor het omspuiten van de deksel-plaat 9 en het versterkingsframe 10 toe te passen spuitwerktuig is niet noodzakelijk, omdat dergelijke spuitwerktuigen met de stand van de techniek overeenstemmen. Uiteraard worden de dekselplaat 9 en het 10 versterkingsframe 10 in een nauwkeurig ten opzichte van elkaar bepaalde stand ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een naburig vlak van het spuitwerktuig daarin gezet.

Tijdens het spuiten worden de aan de buitenomtrek van het kunststofframe 8 de bevestigingselementen voor de randspleetafdichting 15 gevormd, welke bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 uit twee ongeveer horizontaal naar buiten zich uitstrekkende flenslijsten 15 bestaan. De bovenste flenslijst 15 is met zijn boven buitenvlak bestanddeel van het bovenste omlijstingsframe 7, terwijl de onderste flens 15 met zijn ondervlak strokend met het gehele ondervlak van het kunststof-20 frame 8 ligt. De beide flenslij een 5 begrenzen naar boven en naar onderen een naar de zijde open profielruimte 16, waarin het randspleetaf-. dichtprofiel 4 geschoven is. Het randspleetafdichtprofiel 4 wordt door aan de binnenvlakken van de flenslijsten 15 aangebrachte rast-ribben 17, welke in overeenstemmende rastgroeven van het randspleet-25 afdichtprofiel ingrijpen, om het kunststofframe 8 vastgehouden.

Bij het voorbeeld volgens fig. 2 bezit het randspleetafdichtprofiel 4 ter vergroting van zijn vervormbaarheid een luchtkamer 18 en draagt aan zijn buitenliggende vlak een borstelvormige vlokkenlaag 19. Het in fig. 2 weergegeven aanbrengen van het randspleetafdichtprofiel 30 4 door zijdelingsopsteken op het stijve deksel 3 biedt het voordeel, dat het randspleetafdichtprofiel 4 bij vertikale relatieve verschuivingen tussen het deksel 3 en de haakse omzetting 6 zeker in zijn in de profielruimte 16 van het kunststofframe 8 verankerde plaats blijft.

De uitvoeringsvoorbeelden volgens fig. 3 en 4 wijken van het 35 voorbeeld volgens fig. 2 in wezen af door een kunststofframe 8 met onderscheidelijk aangebrachte bevestigingselementen voor het randspleetafdichtprofiel 4. In fig. 3 is het kunststofframe voor het opsteken 8502 64 6 -8- van het randspleetafdichtprofiel 4 van onderen gesteund, terwijl bij het in fig. 4 getoonde kunststofframe het randspleetafdichtprofiel van boven af opgestoken wordt. Daartoe bevindt zich in het kunststof-frame 8 volgens fig. 3 een naar onderen toe open opneemkanaal 20 5 waarvan de buitenzijwand een naar onderen gerichte bevestigingslijst 21 vormt. Het voer het verhogen van zijn elastische vervormbaar-heid wederom van een luchtkamer 18 voorziene randspleetafdichtprofiel 4 heeft in zijn naar het kunststofframe 8 toegekeerde bevestigings-bereik in hoofdzaak een U-vormige doorsnede, waarvan het binnen-10 been in het opneemkanaal 20 grijpt en‘waarvan het buitenbeen van buiten tegen de bevestigingslijst 21 aanligt. Het bovenvlak van het randspleetafdichtprofiel ligt tegen het ondervlak van een horizontaal uitsteeksel van het bovenste omlijstingsframe aan. Bovendien is bij deze uitvoeringsvorm het randspleetafdichtprofiel bovendien van een 15 naar buiten en naar onderen gerichte dichtlip 23 voorzien. De afmetingen van het randspleetafdichtprofiel zijn uiteraard zodanig op de afmetingen van het kunststofframe, in het bijzonder in het bereik van het opneemkanaal 20 en de bevestigingslijst 21 afgestemd, dat het profiel na het opsteken aan het frame vastzit.

20 In fig. 4 is het kunststofframe 8 van een naar boven toe open opneemkanaal 24 voorzien, waarvan de buitenwand door een eveneens naar boven gerichte bevestigingslijst 25 gevormd wordt. Het randspleetafdichtprofiel 4 heeft in zijn bevestigingsbereik wederom een in hoofdzaak U-vormig uitgevoerde doorsnede, welke in zijn afme-25 tingen zodanig op het opneemkanaal 24 en de bevestigingslijst 25 afgestemd is, dat het profiel na het opsteken van boven vast op het kunststofframe gehouden wordt. Daartoe kan het opneemkanaal 24, zoals in fig. 4 is aangeduid, achtergesneden uitgevoerd zijn.

Het bovenvlak van het randspleetafdichtprofiel 4 strookt met dat 30 van de bovenste omlijstingsframe 7. Ook in dit geval heeft het randspleetafdichtprofiel een luchtkamer 18 en een dichtlip 23.

Bij de tot tot nog toe beschreven uitvoeringsvoorbeelden van het stijve deksel werd het randspleetafdichtprofiel 4 steeds naderhand door het opsteken aan het kunststofframe 8 bevestigd. Het aanbrengen 35 van het randspleetafdichtprofiel kan echter ook door het aanspuiten aan het kunststofframe 8 plaatsvinden. Dit is in fig.5 als voorbeeld van de reeds in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm van het kunststofframe 8- 85 0 2 64 β —9— geïllustreerd. Hierbij vult het aangespoten materiaal van het rand-spleetafdichtprofiel de holle profielruimte 16 volledig. Het voor het aanspuiten van van het randspleetafdichtprofiel gebruikte materiaal is bij voorkeur een elastisch kunststofschuim met gesloten cel dat over 5 een voldoende elastische vervormbaarheid beschikt. Aan zijn buitenvlak kan het aangesloten randspleetafdichtprofiel wederom van een borstelvormige vlokkenlaag 19 voorzien zijn. Het aanspuiten van het randspleetafdichtprofiel kan direct na het door spuiten vormen van het kunststofframe 8 plaatsvinden. Ook de in fig. 3 en 4 getoonde 10 uitvoeringsvormen van het kunststofframe 8 zijn voor het door spuiten aanvormen van het randspleetafdichtprofiel geschikt.

Bij de in fig. 6 weergegeven uitvoeringsvorm van het stijve deksel 3' bestaat de dekselplaat 9' uit staalplaat, welke van een naar onderen gerichte randomzetting 26 voorzien is. Het versterkingsframe 15 10' ligt bij plaatdeksels op gebruikelijke wijze direct tegen het onder vlak van de dekselplaat 9' en het binnenvlak van de randomzetting 26 aan. Van de met de randomzetting 26 overeenstemmende omzetting van het versterkingsframe 10' kan ook af gezien worden. In dat geval zijn de randbereiken van de dekselplaat 9' en van het versterkingsframe 10' 20 vast in het aangespoten kunststofframe 8 ingebed. Zoals bij de tot nog toe beschreven uitvoeringsvoorbeelden kan het vast samenhouden van de dekselplaat en het versterkingsframe uitsluitend door het kunststofframe 8 gewaarborgd zijn. Indien gewenst, kunnen uiteraard de dekselplaten 9' en de versterkingsframes 10' voor het omspuiten door 25 puntlassen met elkaar verbonden worden, zelfs in het horizontale bereik van deze beide delen, alsmede deze ten minste van boven door het bovenste omlijstingsframe 7, dat het randbereik van de dekselplaten 9' overlapt, afgedekt is. De bevestigingselementen voor het randspleetafdichtprofiel stemmen bij fig. 6 en ook nog bij de te 30 beschrijven fig. 7 en 8 overeen met die volgens fig. 2 en 5.

In de figuren 7 en 8 zijn uitvoeringsvoorbeelden weergegeven, waarbij de bovenvlakken van het omlijstingsframe 7 strookt met het bovenvlak van de dekselplaten 9 resp. 9'. Daartoe is bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 7, waarbij een dekselplaat 9 35 uit kunststof of glas toegepast is, de dekselplaat van een van het bovenvlak uitgaande rondomlopende randtrede 27 voorzien, welke bij 8502 64 6 -10- » V.

het omspuiten in het kunststof frame 8 ingebed wordt, zodat een extra overlapping van het bovenvlak van de dekselplaat 9 door het bovenste omlijstingsframe 7 niet noodzakelijk is.

Fig. 8 illustreert een dienovereenkomstig uitgevoerd plaat? 5 deksel. Daarbij is de uit staalplaat bestaande dekselplaat 9' eveneens van een van het bovenvlak van de dekselplaat uitgaande, rondomlopende randtrede 27' voorzien, welke op de reeds met betrekking tot fig. 7 beschreven wijze in het kunststofframe 8 ingebed is. Overigens stemt de uitvoeringsvorm van het stijve deksel volgens fig. 8 10 nagenoeg overeen met dat volgens fig. 6. Het versterkingsframe 10' kan, zoals uit fig. 8 blijkt, eveneens de contouren van de dekselplaat 9' volgen, van een trede zijn voorzien.

Binnen het kader van de uitvinding zijn talrijke modificaties voor de uitvoeringsvorm van het kunststofframe 8 en zijn aangevormde 15 bevestigingselementen voor het randspleetafdichtprofiel mogelijk.

Wezenlijk daarbij is steeds, dat zowel de dekselplaat alsook het versterkingsframe in zijn randbereiken bij het omspuiten betrokken worden, zodat zij met het· aangespoten kunststofframe een eenheid vormen.

\ 8502 646

Claims (9)

1. Stijf deksel voor een voertuigdak, dat in zijn sluitstand een dakopening aider alzijdige afdichting opvult en daaruit tot zijn tenminste ten dele vrij liggende stand te brengen is, met een dekselplaat, een de dekselplaat in zijn randbereik van onderen steunend 5 versterkingsframe., een tegen de bovenzijde van de dekselplaat aanliggend bovenst omlijstingsframe, dat met het versterkingframe verbonden is, en een rondom aangebracht randspleetafdichtprofiel, met het kenmerk, dat de dekselplaat (9,9') en het versterkingsframe (10,10') met een de randbereiken van de dekselplaat en het versterkingsframe omgevende, 10 eendelig rondom lopend en gelijktijdig het bovenste omlijs- tingsframe (7) vormende kunststof frame (8) omspoten zijn, aan de buitenomtrek waarvan bevestigingselementen (15,16,17;20,21; 24,25) voor het randspleetafdichtprofiel (4) gevormd zijn.

2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen de 15 op bekende wijze uit een lichtdoorlatend materiaal bestaande dekselplaat (9) en het versterkingsframe (10) een deze delen op afstand houdend en zonder onderbreking rondomlopend snoer of dergelijke (12) gelegd is, dat tegelijk de bij het omspuiten tussen de dekselplaat (9) en het versterkingsframe (10) komende kunststoflaag (13) naar binenn toe begrenst.

3. Deksel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het snoer of dergelijke (12) in een groefvormige verdieping (11) van het versterkingsframe· (10) gelegd is.

4. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dekselplaat (9') op bekende wijze uit metaalplaat gevormd is.

5. Deksel volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de dekselplaat (9,9') en het versterkingsframe (10,10') uitsluitend door het omspoten kunststofframe (8) vast samengehouden zijn.

6. Deksel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het snoer (12) uit een op het versterkingsframe (10) eindloos op- 30 gedragen lijnrups gevormd is, waarop de dekselplaat (9) gelegd is.

7. Deksel volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de aan het eendelige kunststofframe (8) gevormde bevestigingselementen als naar buiten toe open groef of dergelijke (16,20,24) uitgevoerd zijn, waarin het randspleet afdichtprofiel (4) buiten het kunststofframe 35 (8) naar buiten toe uitstekend gestoken is. 8502 64 6 -12-

8- Deksel volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat aan het eendelige kunststofframe (8) het randspleetafdichtprofiel (4) uit een ander materiaal gespoten is (fig.5).

9. Deksel volgens een van de conèlusies 1-8, met het kenmerk, 5 dat de dekselplaat (9,9') van een vanaf het bovenvlak uitgaande rondomlopende randsponning of dergelijke (27) voorzien is, waarin het kunststofframe (8) ter vorming van een met het bovenvlak van de dekselplaat strokend bovenst omlijstingsframe (7) ingrijpt. 35 0 2 6 4 6