NL8300154A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents
Grondbewerkingsmachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8300154A NL8300154A NL8300154A NL8300154A NL8300154A NL 8300154 A NL8300154 A NL 8300154A NL 8300154 A NL8300154 A NL 8300154A NL 8300154 A NL8300154 A NL 8300154A NL 8300154 A NL8300154 A NL 8300154A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- machine according
- soil cultivation
- frame
- soil
- machine
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B49/00—Combined machines
- A01B49/02—Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
- A01B49/022—Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Description
* -'v *'
Texas Industries Ine., Willemstad, Cura9ao M Gr ondbe werkingsmachine,r
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in het gestel ondersteund om een zich dwars op de voortbewe-gingsriehting van de machine uitstrekkende as aandrijfbaar 5 bewerkingsorgaan.
Grondbewerkingsmachines van deze soort zijn veelal niet in staat om in één arbeidsgang een zodanige grondbewerking uit te voeren dat een structuur wordt verkregen, die optimale omstandigheden kan verschaffen voor de kieming 10 van zaad of pootgoed.
De uitvinding beoogt nu op een eenvoudige, relatief goedkope wijze een zodanige uitbreiding van de machine dat de verkregen grondbewerking een directe inzaai of direct poten mogelijk maakt. Volgens de uitvinding wordt dit be-15 reikt doordat het bewerkingsorgaan een aantal schijven omvat, die samenwerken met een van tanden voorziene rol.
Volgens een verder facet van de uitvinding kan de voorgestelde machine dienst doen als eenheid waarmee verschillende inrichtingen op effectieve wijze te combineren 20 zijn doordat het gestel is voorzien van aankoppelpunten met behulp waarvan verdere werktuigen, die zijn voorzien van een driepuntsbevestiging met het gestel kunnen worden verbonden.
Liet behulp van het bovengenoemde voorstel volgens 25 de uitvinding, kan een basis-machine worden verkregen, die - indien met de juiste inrichting gecombineerd - gedurende het gehele jaar ter verkrijging van een aangepaste en gewenste grondbewerking kan worden ingezet.
Aan de hand van een aantal in de figuren weergegeven 30 uitvoeringsvoorbeelden, zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft een bovenaanzicht weer van een machine volgens de uitvinding, die tevens een eenheid vormt welke als basis kan dienen voor combinatie met verdere 35 inrichtingen.
Figuur 2 geeft een zijaanzicht weer volgens de pijl II in figuur 1.
8 3 0 G 1 5 4 i i - 2 -
Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn III - III in figuur 1.
Figuur 4 is een aanzicht volgens de pijl IV in figuur 3· 5 Figuur 5 geeft een combinatie van de machine vol gens de uitvinding weer met een als zaaimachine uitgevoerde inrichting.
Figuur 6 geeft een combinatie van de machine volgens de uitvinding weer met een als cultivator uitgevoerde 10 inrichting.
Figuur 7 geeft een combinatie vieer als in figuur 6 waarbij tevens een zaaimachine aanwezig is.
Figuur 8 geeft een bovenaanzicht weer van de in figuur 7 afgeheelde combinatie.
15 Figuur 9 geeft een combinatie weer van een machine volgens de uitvinding met een andere grondbewerkingsinrich-ting.
Figuur 10 geeft een gedeelte van de in figuur 9 met de machine gecombineerde grondbewemingsinrichting weer. 20 Figuur 11 geeft een combinatie van een machine volgens de uitvinding weer, zoals afgeheeld in figuur o, waarbij de combinatie is aangevuld met een pakkerrol waarvan de hoogte ten opzichte van de combinatie instelbaar is.
De in de fig. 1- 4 afgebeelde inrichting betreft 25 een grondbew^erkingsmachine voorzien van twee ten opzichte van de voortbewegingsrichting A van de machine achter elkaar gelegen, zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende gestel-balken 1 en 2. De gestelbalken 1 en 2 zijn althans nagenoeg horizontaal gelegen en strekken zich dwars op de vocrtbewe-30 gingsrichting A van de machine uit.Zoals uit fig. 2 blijkt, is de gestelbalk 2 hoger gelegen dan de gestelba.lk 1. De einden van de gestelbalken 1 en 2 zijn met elkaar verbonden door middel van zich in de voort bewegingsrichting A uitstrekkende opwaarts gerichte platen 3 (fig. 2). Bovendien 35 zijn de gestelbalken tussen de einden door middel van steunen 4 met elkaar verbonden. De voor- en achterzijden van de platen 3 strekken zich althans nagenoeg evenwijdig aan 8300154 * % - 3 - elkaar uil; en verlopen schuin naar beneden en naar achteren.
De onderzijde van elke plaat 3 is althans nagenoeg horizontaal gelegen. Nabij de overgang van de voorzijde in de onderzijde is tussen de platen 3 door middel van tappen en legers 5 sen buisvormige drager 5 draaibaar aangebracht. De buisvormige drager 5 is voorzien van schijven 6 die zich althans nagenoeg loodrecht op de draaiingsas van de drager uitstrekken. De buisvormige drager 5 en de schijven 6 vormen een roterend bewerkingsorgaan 7. De schijven 6 zijn op een onder— 10 ling gelijke afstand van elkaar aangebracht. De afstand tussen de schijven 6 bedraagt bij voorkeur 15 cm terwijl hun diameter bij voorkeur 50 cm bedraagt. Elk van de schijven 6 is voorzien van een centraal gelegen rechthoekige, bij voorkeur vierkante opening 8 waardoor op de buisvormige drager 5 aan-15 srebrachte, eveneens rechthoekige, bijvoorkeur vierkante platen 9 beweegbaar zijn, een en ander zodanig dat elk van de schijven 8 aan een plaat 9 vastzetbaar is door middel van bouten 10 die in de hoeken van de platen zijn aangebracht en door gaten nabij het midden van de zijden van de vierkante 20 opening 8 zijn gevoerd (fig. 3). Nabij de ontrek is elke schijf 6 voorzien van gaten 11 die bij het weergegeven uit-vo 9 rimsv oor be eld cirkelvormig zijn en waarvan de middelpunten over omtrekshoeken van + 45° op een denkbeeldige oirkel met het middelpunt op de draaiingsas van het bewerkingsor--ροη 7 riiv -eieren. De betreffende cirkel bevindt zich op eer. afstand van de omtrek van de schijf 6, die ongeveer een kwart van de straal van de schijf bedraagt. Elke schijf 6 is verder aan de omtrek voorzien van traceziumvozmige uitsparingen 12 die midden tussen twee gaten 11 zijn gelegen.
-.Q 7}e uitsparingen 12 hebben een zijde, die althans nagenoeg radiaal verloopt, terwijl de andere zijde een hoek met de radiaal insluit die + 20° bedraagt, een en ander zodanig dat de uitsparing naar buiten ruimer wordt. De zijde van elke uitsparing 12 die een hoek insluit met de radiaal is "5 ten opzichte van de draairichting 3 die de schijven 6 tiidens het bedrijf wordt gegeven aan de achterzijde gelegen en verloopt hierbij slepend. Zoals uit fig. 3 blijkt, reiken de uitsparingen 12 tot een denkbeeldige cirkel die de buiten- 83 0 0 1 5 4 4 % - 4 - zijde van de gaten 11 raakt. De uitsparingen 12 vormen aan de omtrek van de schijf 6 tanden 13. Tussen de achterzijden van de platen 3 is een rol 14· aangehracht waarvan de einden door middel van tappen en legers in legerhuizen roteerbaar 5 door platen zijn ondersteund. De rol 14 omvat een buisvormige drager 15, die is voorzien van op afstand van elkaar gelegen kransen tanden 16. De kransen zijn zodanig aangebracht dat de tanden 16 van elke krans midden tussen twee schijven 6 van het bewerkingsorgaan 7 bewegen waarbij de 10 tanden, die zoals uit figuur 3 blijkt, recht zijn uitgevoerd en radiaal zijn aangebracht, over hun gehele werkzame lengte tot tussen de schijven 6 kunnen reiken. Elke krans omvat vier tanden 16 die radiaal zijn aangebracht over omtreks-hoeken van + 90° -en met hun einden een baan beschrijven 15 waarvan de diameter bij voorkeur + 50 cm bedraagt. Elke tand is door middel van een stift 18 aangebracht in een busvormige houder 17, die op de omtrek van de buisvormige drager 15 is gelast. Elke tand 16 heeft een hoekige, bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede en is zodanig opgesteld dat een diagonaal in een 20 vlak loodrecht op de langshartlijn van de buisvormige drager is gelegen, welke langshartlijn tevens de draaiingsas voor de rol 14 vormt. Boven elke gestelbalk 1 resp. 2 bevindt zich een beugelvormige balk 19, die elk nabij de einden van de balken 1 en 2 zijn aangebracht en in het midden zijn voorzien van 25 een horizontaal deel, De horizontale delen zijn door middel van zich in de voortbewegingsrichting k uitstrekkende steunen 20 met elkaar verbonden. 'Het horizontale middendeel van de voorste balk 19 is aan de voorzijde nabij het midden voorzien van een paar lippen 21 voor aankoppeling van de bovenste arm 30 van een driepuntsbevestiging van een trekker. Op gelijke afstand van het midden zijn aan de voorzijde van de gestelbalk 1 paren lippen 22 aangebracht voor het aanbrengen van de onderste armen van de driepuntsbevestiging. Het middendeel van de achterste balk 19 is nabij het midden voorzien van 35 een lippenpaar 22Aterwijl op gelijke afstand van het midden aan de achterzijde van de gestelbalk 2 paren lippen 23 zijn bevestigd. De paren lippen 22Aen 23Avormen aankoppelpunten voor . een driepuntsbevestiging van een met de machine te combineren inrichting op welke combinaties in het hiernavolgende verder 8300154 - 5 - i 4 zal worden ingegaan.
Aan de in de voortbewegingsrichting A gezien linkerzijde is een tap van de buisvormige drager 5 van het bewerkingsorgaan 7 verlengd en reikt met deze verlenging 24 5 tot in een aan de buitenzijde van de plaat 3 aanwezige schermkast 25· Binnen de schermkast 25 is op de verlenging 24 een kettingwiel 26 aangebracht waarover een ketting 27 is geslagen die tevens is geslagen over een kettingwiel 28 op het verlengde 29 van een tap van de buisvormige drager *jQ 15 van de rol 14. Aan de zijde van de buisvormige drager 15, waar zich de verlenging 24 bevindt is de drager voorzien van een kettingwiel 30 dat in een schermkast 31 is gelegen die zich aan de binnenzijde van de plaat 3 bevindt. Over het kettingwiel 30 is een ketting 32 geslagen die tevens is 15 geslagen over een kettingwiel 33 op een as 34. De as 34 is nabij de bovenzijde van de schermkast 31 gelegerd en verder in een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine en evenwijdig aan de gestelbalken 1 en 2 uitstrekkende pijp 35 die met zijn andere einde is bevestigd aan een tandwiel-20 kast 36 tot waarbinnen de as reikt. De tandwielkast 36 is ondersteund door middel van de gestelbalken 1 en 2 en omvat een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 37 die via een toerenvariator 38 die zich aan de achterzijde van de tandwielkast bevindt, in aandrijvende verbinding staat 25 met de as 34. De as 37 steekt aan de voorzijde buiten de tandwielkast 36 uit en kan door middel van een tussenas 39 met de aftakas van een trekker worden verbonden.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine die een combinatie van een om een althans nagenoeg 30 horizontale dwarsas roteerbaar bewerkingsorgaan 7 met een . van tanden 1c voorziene rol 14 omvat is als volgt:
Door middel van de aankoppelmiddelen 20 en 21 aan de voorzijde van de balken 1 en 19, is de machine tijdens het bedrijf met de driepuntshefinrichting van de trekker 35 verbonden en kan het geheel in een richting worden voortbewogen volgens pijl A. Hierbij kan door middel van de tussenas 39 vanaf de af takas van de trekker via de in het voorgaande beschreven overbrenging het voorliggende bewerkingsorgaan _____ ,8300154 . # » - 6 - 7 in draaiing worden gebracht in een richting die met een pijl 33.in fig. 2 is aangeduid. Tijdens de draaiing wordt door de schijven 6 de grond in stroken verdeeld waarna deze stroken door de tanden 16 van de rol 14, die zoals vermeld 5 qua werkzame diameter met de diameter van het bewerkings-orgaan 7 overeenkomt verder wordt bewerkt. Bij deze bewerking wordt de grond door de tanden 16 tussen twee schijven aangegrepen en vervolgens de tussen twee schijven opgesloten grond naar achteren verplaatst. De specifieke uitvoering van de 10 schijven die wordt gevormd door de combinatie van de aan de omtrek aanwezige gaten 11, uitsparingen 12 en tanden 13 maakt de machine bijzonder geschikt voor het uitvoeren van een primaire bewerking hetzij in.het voorjaar, hetzij in het najaar. Vooral op sterk vervuild land en/of op stoppelvelden zijn de 15 schijven door hun specifieke uitvoering in staat effectief met de tanden 16 samen te werken om het aanwezige materiaal onder een intensieve vermenging met de grond verder te verwerken. Met behulp van aan de voorzijde van de gestelbalk 1 aangebrachte in hoogte verstelbare loopwielen 40 kan de werk-20 diepte van het bev/erkingsorgaan 7 en de rol 14 worden ingesteld, ïndien men de loopwielen 40 in een stand brengt zoals bijv. in fig. 5 is weergegeven kan de rol 14 met de buisvormige drager 15 eveneens op de grond rusten. Hierdoor wordt niet alleen de stabiliteit van de machine tijdens het bedrijf vergroot doch 25 kan men een grondstructuur creëren, die zeer geschikt is voor inzaai, daar de buisvormige drager 15 dan een pakkerwerking uitoefent. In deze werkstand kan de machine dan zeer effectief met een zaaimachine 41 samenwerken, die zoals in figuur 5 aangegeven, door middel van armen 42 en 43 met de aankoppel-30 middelen 22 en 23 koppelbaar is.
De aan de hand van de figuren 1-4 beschreven inrichting kan door de aanwezigheid van de aan de achterzijde gelegen aankoppelpunten gevormd door de paren lippen 22 en 23 naar keuze worden gekoppeld met een cultivator 42A zoals bijv.
35 in fig. 6 is weergegeven. De cultivator 42A omvat een zich dwars op de voortbevfegingsrichting A uitstrekkende gestelbalk 43A waaraan door middel van op gelijke afstand van 8300154 * » - 7 - elkaar gelegen paren lippen 44 verzwenkbaar een rij eultivatortanden 45 is aangebracht. Elk van de eultivatortanden 45 kan door middel van een veermechanisme 46 tegen veerwerking in uitwijken indien overbelasting dreigt. De gestelbalk 43A 5 is op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 47 en in het midden van een steun 48, die tesamen een driepuntsbevestiging vormen die met de aankoppelpunten gevormd door de lippen 22, 23 aan de achterzijde van de gestelbalken 2 en 19 kan worden verbonden. Zoals uit fig. 6 10 blijkt kunnen bij de voorgestelde aankoppeling de eultivatortanden 45 met het vrije einde tot onder de rol 14 reiken. De combinatie met de cultivator 42A is bij uitstek geschikt om te worden gebruikt bij het bewerken van velden met een relatief harde grond zoals dit het geval kan zijn gedurende 15 de zomer of vooral tegen het einde van de zomer. Zo is de combinatie met de cultivator 42A, die in fig. 6 is weergegeven bij uitstek geschikt voor het bewerken van stoppelvelden.
Indien men het geheel op een diepte brengt waarbij de buisvormige drager 15 van de rol 14 tijdens het bedrijf op de 20 grond rust, kan men - daar de eultivatortanden 45 praktisch tot onder de rol reiken - met behulp van de buisvormige drager eveneens een soort pakker-werking en een stabilisatie verkrijgen zodat het geheel gecombineerd kan worden met een zaaimachine die op dezelfde wijze als in figuur 5 door middel 25 van een driepuntsbevestiging ditmaal aan aankoppelmiddelen die zich aan de achterzijde van de balk 43A en de steun 48 bevinden kan worden aangebracht.
De machine beschreven aan de hand van de fig. 1-4 kan eveneens worden gecombineerd met een inrichting die een 30 gestel 49 omvat, dat door middel van een bok 50 en armen 51 en 52 waarvan de bovenste arm qua lengte instelbaar is met de aankoppelpunten 22, 23 aan de achterzijde van de gestelbalken 19 en 2 kan worden aangebracht (zie fig. 9). Het gestel 49 omvat een dwarsbalk 53 waaraan een rij naast elkaar 35 gelegen door middel van armen 54 ondersteunde vrij draaibare schijven 55 is aangebracht. De rij strekt zich dwars op de voortbewegingsrichting A uit en de draaiingsassen van de respectieve schijven 55 zijn althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar gelegen. Een vlak loodrecht op de draaiingsassen van 8300154 - 8 -
«# V
de schijven 55 sluit een hoek van + 60° met de voort-bewegingsrichting A in. De schijven 55 zijn elk voorzien van een naaf 56 waaraan zich in radiale richting uitstrekkende taps toelopende ribben 57 zijn aangebracht, die zich tot 5 althans nagenoeg de helft van de schijf uitstrekken. De omtrek van elke schijf 55 is voorzien van een zaagvormige vertanding, een en ander zodanig dat zij tijdens bedrijf door hun aanraking met de grond in draaiing worden gebracht en hierbij een zijdelingse verplaatsing van de grond teweeg-10 brengen.
Achter de rij schijven 55 is een pakkerwals 58 aangebracht, die door middel van schuin naar beneden en naar achteren gerichte, aan het raam aangebrachte steunen 59 vrij draaibaar is ondersteund. De in de figuren 9 en 10 weergegeven 15 combinatie kan op effectieve wijze worden gebruikt voor een grondbewerking die bijvoorbeeld gedurende of aan het einde van de zomer plaatsvindt waarbij de als schijven 54 uitgevoerde organen, die grond zijdelings kunnen verplaatsen onder andere op hellingen zeer goed kunnen voldoen.
20 Sen combinatie met de in de figuren 1-4 beschreven machine die men op zwaardere, dus aan het eind van de zomer zeer harde. grond kan inzetten, is afgebeeld in fig. 11. Deze combinatie omvat de in fig. 6 afgebeelde met de machine gecombineerde cultivator waarbij achter de cultivator door 25 middel van een driepuntsbevestiging die armen 59A en 60a omvat, een van een bok 60- voorzien gestel 61 is aangebracht, in welk gestel vrij draaibaar een pakkerwals 62 is gelegerd.
De pakkerwals 62 omvat tevens aan de achterzijde gelegen afschrapers 63 die tussen de tandkransen van de pakkerrol 30 reiken en onder een horizontaal vlak door de draaiingsas tegen de buisvormige drager van de pakkerwals zijn gelegen.
De respectieve afschrapers 63 zijn aangebracht aan een dwarsdrager 64 die zich nabij de achterzijde van het gestel 61 bevindt. Door middel van een schroefspindel 65 tussen een 35 onderste arm 60A en de bok 60 op het gestel 61 kan de stand van de pakkerwals ten opzichte van de overige werktuigen van de combinatie worden ingesteld.
De in het voorgaande, aan de hand van de figuren 1- 4 beschreven machine die het van schijven 6 met een .83 0 0 1 5 4 - 9 -
• V
» specifieke uitvoering voorziene bewerkingsorganen 7 en de daarmee samenwerkende van tanden 16 voorziene rol 14 omvat, kan -zoals uit het voorgaande is gebleken- als basis-eenheid op zodanige wijze met andere inrichtingen worden gecombineerd 5 dat in elk jaargetijde de grond effectief kan worden bewerkt, waarbij verder door combinatie met een zaaimachine op rationele wijze zowel in het voor- als in het najaar in één werkgang zaad kan worden ingebracht. De beschreven machine is op deze wijze geschikt om op elk tijdstip te worden 10 ingezet en hierbij een aan de omstandigheden aangepaste en gewenste grondbewerking uit te voeren.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
Conclusies 8300154
Claims (28)
- 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de van tanden voorziene rol motorisch aan-drijfbaar is en een buisvormige drager omvat, die tijdens 10 het bedrijf op de grond rust.
- 3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel ondersteund, om een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende as aandrijfbaar bewerkingsorgaan, met het kenmerk, dat het 15 bewerkingsorgaan is uitgevoerd als een aangedreven rol die is voorzien van tanden en een buisvormige drager omvat, die tijdens het bedrijf op de grond rust.
- 4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de van tanden voorziene 20 rol is aangebracht achter een grondbewerkingsorgaan dat een aantal schijven omvat, die zijn voorzien van gaten.
- 5. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel ondersteund om een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende 25 as aandrijfbaar bewerkingsorgaan, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan een aantal schijven omvat, die zijn voorzien van gaten.
- 6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine tevens ten minste 30 één tijdens het bedrijf de grond zijwaarts verplaatsend orgaan omvat.
- 7. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel ondersteund om een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende 35 as aangedreven bewerkingsorgaan, met het kenmerk, dat de machine tevens ten minste één tijdens het bedrijf de grond zijwaarts verplaatsend orgaan omvat. 8300154 » * ' .V - 11 -
- 8. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1-5, mei; het kenmerk, dat de machine naast een van schijven voorzien bewerl-cingsorgaan en een daarachter gelegen van tanden voorziene rol tevens een aantal cultivatortanden om- 5 vat.
- 9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat in de voortbewegingsrichting van de machine gerekend de schijven vóór de cultivatortanden zijn aangebracht, welke tanden wegneembaar zijn. - r\
- 10 Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel ondersteund om een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende as aandrijfbaar bewerkingsorgaan, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan een· aantal schijven omvat, die in de 15 voortbewegingsrichting van de machine gerekend zijn gelegen vóór cultivatortanden die wegneembaar zijn aangebracht.
- 11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel is voorzien van aankoppelpunten voor het aankoppelen van verdere inrich- 20 tingen die zijn voorzien van een driepuntsbevestiging.
- 12. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel ondersteund om een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende as aandrijfbaar bewerkingsorgaan, met het kenmerk, 25 dat het bewerkingsorgaan schijven omvat en het gestel is voorzien van aankopoelpunten met behulp waarvan verdere werktuigen, die zijn voorzien van een driepuntsbevestiging •met het gestel kunnen worden verbonden.
- 13. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de machine een van schijven voorzien bewerkingsorgaan en een daarachter gelegen rol •omvat, welke rol is voorzien van tanden, die tot zussen de schijven reiken.
- 14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13, met 35 het kenmerk, dat de tanden over hun gehele werkzame lengte tot tussen de schijven van het bewerkingsorgaan kunnen reiken.
- 15. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tanden van de rol in ___ 8300154 r - 12 - kransen zijn aangebracht,
- 16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15 , met het kenmerk, dat de tanden in een krans over omtrekshoeken van 90° ten opzichte van elkaar zijn aangebracht en zich 5 althans nagenoeg in radiale richting uitstrekken.
- 17· Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tanden bijvoorkeur een vierkante dwarsdoorsnede hebben en zodanig zijn aangebracht, dat een diagonaal van de dwarsdoorsnede althans 10 nagenoeg is gelegen in een vlak loodrecht op de draaiingsas van de rol.
- 18. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 15 - 17j met het kenmerk, dat een tand is aangebracht in een bus die op een buisvormige drager is gelast. 15 19· Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 13 - 18, met het kenmerk, dat de diameter van de baan beschreven door de tandeinden althans nagenoeg overeenstemt met de diameter van een schijf van het voorgelegen bewer-kingsorgaan.
- 20. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schijven aan de omtrek zijn voorzien van tanden.
- 21. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 8 - 20 en conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de gaten 25 cirkelvormig zijn en zijn aangebracht nabij de ontrek van de schijfvormige organen.
- 22. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat een denkbeeldige cirkel, die raakt aan de buitenomtrek van de gaten op een afstand van de 30 omtrek van de schijven is gelegen, die althans nagenoeg gelijk is aan de hoogte van de tanden.
- 23· Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 13 - 22, met het kenmerk, dat de schijven op afstand van + 15 cm. van elkaar zijn aangebracht.
- 24. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 11 - 23, met het kenmerk, dat achter de van tanden voorziene rol een zaaimachine is aangebracht, die door middel van een driepuatsbevestiging met overeenkomstige aahkoppelpunten op het gestel van de machine verbonden is. 8300154 4 - 13 - ’ 25 · Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 8-24, met het kenmerk, dat de cultivatortanden zijn aan-gebracht aan een gestel dat door middel van een driepunts-bevestiging met overeenkomstige aankoppelpunten op het 5 gestel van de machine is verbonden. 2c. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies δ - 25, en conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat achter de van tanden voorziene rol een aantal in een dwarsrij aangebrachte schijven zijn aargebracht met behulp 1G v-aarvan tijdens het bedrijf de grond zijwaarts wordt verplaatst .
- 27. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de schijven aan de omtrek zijn voorzien van tanden en tijdens het bedrijf door een aanraking met 15 de grond in draaiing worden gebracht.
- 28. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat achter de cultivatortanden een pakkerrol is aar.gebraoht.
- 23. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande ?G conclusies, met het kenmerk, dat de pakkerrol aan de s.chter-zijde is voorzien van schrapers, die beneden de draaiings-as tegen de rol steunen.
- 30. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van 25 in hoogterienting verstelbare loopwielen met behulp waarvan deze tijdens het bedrijf tezamen met de driepuntsbevesti-min« aar de trekker wordt ondersteund.
- 31. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voormaande en weergegeven in de figuren.
- 32. Werkwijze voor het bewerken van grond met het ken merk, dat een laag grond eerst in stroken wordt verdeeld en de grond in de stroken daarna afzonderlijk naar achteren wordt bewogen. -o-o-o-o-o- 8 3 0 0 1 5 4
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8300154A NL192071C (nl) | 1983-01-17 | 1983-01-17 | Grondbewerkingsmachine. |
GB08400380A GB2133663B (en) | 1983-01-17 | 1984-01-09 | Soil cultivating machines |
US06/570,925 US4641713A (en) | 1983-01-17 | 1984-01-12 | Soil cultivating machines |
IT19149/84A IT1173023B (it) | 1983-01-17 | 1984-01-13 | Macchina per la coltivazione del terreno avente un organo di lavorazione munito di dischi e di rullo a denti |
JP59003697A JPS59135804A (ja) | 1983-01-17 | 1984-01-13 | 耕土機械 |
DE19843401133 DE3401133A1 (de) | 1983-01-17 | 1984-01-14 | Bodenbearbeitungsmaschine |
FR8400581A FR2539267B1 (fr) | 1983-01-17 | 1984-01-16 | Machine rotative a axe horizontal pour le travail du sol |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8300154 | 1983-01-17 | ||
NL8300154A NL192071C (nl) | 1983-01-17 | 1983-01-17 | Grondbewerkingsmachine. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8300154A true NL8300154A (nl) | 1984-08-16 |
NL192071B NL192071B (nl) | 1996-10-01 |
NL192071C NL192071C (nl) | 1997-02-04 |
Family
ID=19841242
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8300154A NL192071C (nl) | 1983-01-17 | 1983-01-17 | Grondbewerkingsmachine. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4641713A (nl) |
JP (1) | JPS59135804A (nl) |
DE (1) | DE3401133A1 (nl) |
FR (1) | FR2539267B1 (nl) |
GB (1) | GB2133663B (nl) |
IT (1) | IT1173023B (nl) |
NL (1) | NL192071C (nl) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS6192503A (ja) * | 1984-10-12 | 1986-05-10 | 石狩造機株式会社 | 下層土破砕鎮圧方法およびその下層土破砕鎮圧機 |
DE3521785A1 (de) * | 1985-06-19 | 1987-01-02 | Rabewerk Clausing Heinrich | Ackerstriegel |
FR2613899B1 (fr) * | 1987-03-06 | 1991-03-29 | Kuhn Sa | Machine agricole de travail du sol munie d'un rotor s'etendant obliquement par rapport a sa direction de deplacement |
NL1018718C2 (nl) * | 2001-08-07 | 2003-02-10 | Jacob Jacobus Rodenburg | Inrichting voor het bewerken van een grasmat. |
US9723773B2 (en) * | 2014-10-09 | 2017-08-08 | Ben Jordan | Soil tillage apparatus and method |
RU169363U1 (ru) * | 2016-03-28 | 2017-03-15 | Федеральное государственное бюджетное научное учреждение Федеральный научный агроинженерный центр ВИМ (ФГБНУ ФНАЦ ВИМ) | Беспилотный робот для мониторинга урожайности |
AU2017276303B2 (en) * | 2016-12-14 | 2024-02-29 | Aqua Tech International Pty Ltd | A Vertical Cultivation Tool |
ES2973877A1 (es) * | 2022-11-14 | 2024-06-24 | Univ Leon | Equipo de laboreo en bandas |
Family Cites Families (27)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE281919C (nl) * | ||||
GB190923769A (en) * | 1909-10-16 | 1910-05-05 | Frank Oliver | Improvements in Land Rollers or Clod Crushers. |
US1388930A (en) * | 1916-05-08 | 1921-08-30 | Int Harvester Co | Tillage implement |
US1391614A (en) * | 1920-11-16 | 1921-09-20 | Christensen Hans | Earth-pulverizing machine |
US1397428A (en) * | 1920-12-17 | 1921-11-15 | Isaac A Kerr | Soil-disintegrator |
DE549689C (de) * | 1928-02-07 | 1932-04-30 | Elisabeth Hintze | Maschine zum Bearbeiten von Brachlaendereien |
US1916330A (en) * | 1932-05-19 | 1933-07-04 | Nordstrom Abel | Roller for crushing clods |
US2044507A (en) * | 1935-03-09 | 1936-06-16 | Edward M Nowlin | Wheeled pulverizing and grading machine |
US2046046A (en) * | 1935-05-17 | 1936-06-30 | Washington John | Ground working machine |
US2204569A (en) * | 1939-02-23 | 1940-06-18 | Tolbert C Bushong | Agricultural machine |
US2617341A (en) * | 1948-01-30 | 1952-11-11 | Nina L Clayton | Earthworking implement |
AT197109B (de) * | 1956-12-27 | 1958-04-10 | Hubert Groemer | Bodenbearbeitungsgerät |
GB828098A (en) * | 1957-02-26 | 1960-02-17 | Robert George Norman | An improved soil cultivating machine |
US2948345A (en) * | 1957-11-06 | 1960-08-09 | Brewster Albert | Soil buffer |
US3367293A (en) * | 1966-05-31 | 1968-02-06 | Clyde D. Cox | Landscaping implement |
NL6807087A (nl) * | 1968-05-17 | 1969-11-19 | ||
DE2137457A1 (de) * | 1971-07-27 | 1973-05-10 | Bruno Barlage | Verfahren und vorrichtung zur saatbettbereitung in einem arbeitsgang |
SU519154A1 (ru) * | 1974-11-13 | 1976-06-30 | Всесоюзный Ордена Трудового Красного Знамени Научно-Исследовательский Институт Механизации Сельского Хозяйства | Комбинированное почвообрабатывающее орудие |
NL7612404A (nl) * | 1976-11-09 | 1978-05-11 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
US4099576A (en) * | 1977-06-27 | 1978-07-11 | Borg-Warner Corporation | High-speed agricultural disc |
DE2839689A1 (de) * | 1977-09-12 | 1979-07-26 | Webb Jun | Unkrautjaete- und bodenbearbeitungsmaschine |
DE2806300A1 (de) * | 1978-02-15 | 1979-08-16 | Rabewerk Clausing Heinrich | Bodenbearbeitungsgeraet |
DE2819990A1 (de) * | 1978-05-08 | 1979-11-15 | Ernst Weichel | An einem geraet zur bodenlockerung anbaubare vorrichtung |
DE2840298A1 (de) * | 1978-09-15 | 1980-04-03 | Ernst Weichel | Anbauvorrichtung fuer traktoren zur koppelung mehrerer arbeitsgeraete |
NL7809814A (nl) * | 1978-09-28 | 1980-04-01 | Patent Concern Nv | Grondbewerkingsmachine. |
DE2915628A1 (de) * | 1979-04-18 | 1980-10-30 | Ernst Weichel | An einem traktor anbaubare vorrichtung zur bodenlockerung |
DE3105639C3 (de) * | 1981-02-17 | 1993-12-02 | Amazonen Werke Dreyer H | Geschlossene Gerätekombination für die Landwirtschaft |
-
1983
- 1983-01-17 NL NL8300154A patent/NL192071C/nl not_active IP Right Cessation
-
1984
- 1984-01-09 GB GB08400380A patent/GB2133663B/en not_active Expired
- 1984-01-12 US US06/570,925 patent/US4641713A/en not_active Expired - Fee Related
- 1984-01-13 IT IT19149/84A patent/IT1173023B/it active
- 1984-01-13 JP JP59003697A patent/JPS59135804A/ja active Pending
- 1984-01-14 DE DE19843401133 patent/DE3401133A1/de not_active Withdrawn
- 1984-01-16 FR FR8400581A patent/FR2539267B1/fr not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2133663A (en) | 1984-08-01 |
NL192071C (nl) | 1997-02-04 |
FR2539267B1 (fr) | 1989-11-10 |
FR2539267A1 (fr) | 1984-07-20 |
DE3401133A1 (de) | 1984-07-19 |
JPS59135804A (ja) | 1984-08-04 |
US4641713A (en) | 1987-02-10 |
IT8419149A0 (it) | 1984-01-13 |
GB2133663B (en) | 1987-03-11 |
GB8400380D0 (en) | 1984-02-08 |
NL192071B (nl) | 1996-10-01 |
IT1173023B (it) | 1987-06-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8004449A (nl) | Roterende eg. | |
NL8300154A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8203046A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8001383A (nl) | Meervoudige machine met vertikale assen voor het bewerken van landbouwgrond met rijen planten. | |
NL8400269A (nl) | Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine. | |
NL8303381A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8203748A (nl) | Ploeg. | |
NL8203047A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9201411A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL192496C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8602005A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8403460A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL192769C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8101312A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8203045A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8501212A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8803046A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8802987A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9002567A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8602972A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8203749A (nl) | Grondbewerkingsinrichting. | |
NL8701878A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8801012A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8300682A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8701725A (nl) | Grondbewerkingsmachine. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020801 |