NL192769C - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL192769C
NL192769C NL8400104A NL8400104A NL192769C NL 192769 C NL192769 C NL 192769C NL 8400104 A NL8400104 A NL 8400104A NL 8400104 A NL8400104 A NL 8400104A NL 192769 C NL192769 C NL 192769C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotation
active part
working
axis
curvature
Prior art date
Application number
NL8400104A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8400104A (nl
NL192769B (nl
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8400104A priority Critical patent/NL192769C/nl
Priority to GB08431900A priority patent/GB2152343B/en
Priority to DE3500273A priority patent/DE3500273C2/de
Priority to IT19066/85A priority patent/IT1183103B/it
Priority to FR858500357A priority patent/FR2558028B1/fr
Publication of NL8400104A publication Critical patent/NL8400104A/nl
Publication of NL192769B publication Critical patent/NL192769B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192769C publication Critical patent/NL192769C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/10Structural or functional features of the tools ; Theoretical aspects of the cutting action
    • A01B33/106Structural or functional features of the tools ; Theoretical aspects of the cutting action the rotating shaft being oriented vertically or steeply inclined
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

1 192769
Grondbewerkingsmachine
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een frame met daarin een aantal motorisch om althans nagenoeg verticale draaiingsassen 5 draaibaar aandrijfbare bewerkingsorganen, die elk zijn voorzien van een tweetal afzonderlijke, zich naar beneden uitstrekkende op afstand van de draaiingsas opgestelde, in zich stijve bewegingselementen, die een stripvormig werkzaam deel bezitten, waarbij, gerekend in de draairichting van de bewerkingsorganen, de voorzijde van het werkzame deel naar achteren toe in dikte toeneemt en waarbij het in hoofdzaak tangentieel ten opzichte van de draaiingsas verlopende werkzame deel zodanig om zijn rechte langshartlijn 10 is getordeerd, dat de voorzijde van het werkzame deel op een grotere afstand van de draaiingsas is gelegen dan de achterzijde.
Een dergelijke machine is bekend uit de Nederlandse terinzagelegging 7700515. De hierin beschreven machine bezit motorisch om verticale assen aangedreven, als rotors uitgevoerde bewerkingsorganen, met daaraan bevestigd zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen, die mesvormig zijn uitgevoerd.
15 Deze rechte mesvormige bewerkingselementen zijn zodanig aan de rotors aangebracht, dat de elementen ten opzichte van een ten opzichte van de draaicirkel tangentiële positie iets verdraaid zijn, zodanig dat de voorzijde van de bewerkingselementen op een grotere afstand van de draaiingsas zijn gelegen dan de achterzijde. Deze bewerkingselementen zijn geschikt voor harde grondcondities.
Het nadeel van deze bekende constructie is dat de verkruimeling van de bewerkingselementen van de 20 grond niet optimaal is, en dat resistentie tegen vervormingen vooral op steenrijke gronden te klein is.
De uitvinding beoogt en bewerkingselement te verschaffen dat ten opzichte van het hiervoor beschreven bewerkingselement verbeterd is, althans onder bepaalde grondcondities onder behoud van een goede indringing in de grond, een verbeterde verkruimeling en een grotere sterkte heeft.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat elk stripvormig werkzaam deel van deze 25 bewerkingselementen aan zijn naar de draaiingsas van het bijbehorende bewerkingsorgaan gekeerde zijde, met handhaving van de rechte langshartlijn, vanaf zijn vrije einde over althans het grootste deel van zijn lengte een naar deze draaiingsas gericht concaaf gekromd verloop heeft, waarbij de van de draaiingsas afgekeerde zijde van dat werkzame deel vanaf zijn vrije uiteinde over hetzelfde deel van de lengte concentrisch verloopt ten opzichte van het concave verloop van de naar de draaiingsas gekeerde zijde.
30 In een verdere specifieke uitvoering is de straal van de kromming van de concaaf gekromde zijde van het werkzame deel kleiner dan de straal van re grootste cirkel die door een bewerkingselement wordt beschreven tijdens een rotatie van een bewerkingsorgaan. Door het concave verloop van het werkzame deel ten opzichte van de grootste beschreven cirkel door een bewerkingselement tijdens een rotatie wordt de verkruimeling van de aarde geïntensiveerd.
35 In een bijzondere verdere uitvoering van de uitvinding neemt de straal van de kromming van de concaaf gekromde zijde van het werkzaam deel in de richting van het vrije uiteinde van het werkzaam deel toe. Dit heeft het effect dat de tand over zijn gehele lengte een zeer grote buigvastheid behoudt.
In een voorkeursuitvoering neemt daartoe de straal van de kromming van de concaaf gekromde zijde toe van 10 tot 12 cm.
40 Met deze constructie van de bewerkingselementen wordt enerzijds bereikt dat het verkruimelen van de grond intensief is, waarbij minder energie nodig is dan bij de hierboven beschreven mesvormige bewerkingselementen.
Anderzijds zijn deze bewerkingselementen door hun gekromde vorm sterker dan de vlakke, mesvormige bewerkingselementen en kunnen ze beter tegen stoten.
45 Opgemerkt wordt dat uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7409705 een grondbewerkingsmachine bekend is met motorisch om verticale assen roterend aangedreven grondbewerkingsorganen met bewerkingselementen, die stïipvormig zijn en ter hoogte van hun bevestigingsplaats aan de grondbewerkingsorganen om hun lengteas zijn getordeerd, zodanig dat de voorzijde van het werkzame deel op een grotere afstand van de draaiingsas is gelegen dan de achterzijde daarvan, zodat het versmeren van de kluiten door de 50 achterzijden van de bewerkingselementen daarmee wordt voorkomen. De bewerkingselementen zijn echter verend uitgevoerd om schokken op te vangen en zijn hierdoor minder geschikt voor harde grondcondities.
Ten opzichte van de machine volgens de stand der techniek, kan met de bewerkingselementen volgens de uitvinding een optimale slagwerking van de aarde worden verkregen, en daarmee een zeer goede verkruimeling.
55
Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen gezet worden.
192769 2
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer voorzien van bewegingselementen volgens de uitvinding.
Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn ll-ll in figuur 1.
Figuur 3 geeft een aanzicht weer volgens de lijn lll-lll in figuur 2.
5 Figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens de lijn IV-IV in figuur 2.
Figuur 5 geeft een aanzicht weer volgens de pijl V in figuur 3 - op grotere schaal
Figuur 6 geeft een aanzicht weer volgens de lijn VI-VI in figuur 3, terwijl figuur 7 een aanzicht weergeeft volgens de lijn Vil—VII in figuur 3.
10 De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1, waarin naast elkaar de opwaarts gerichte bij voorkeur verticale assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn gelegerd. De afstand tussen de hartlijnen van de assen 2 is gelijk en bedraagt bij voorkeur 25 cm. Op het 15 onder uit het gesteldeel 1 stekende einde van elke as 2 is een zich althans nagenoeg in horizontale richting uistrekkende drager 4 aangebracht. De drager 4 is nabij de einden voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewegingselementen 5 in de vorm van stripvormige tanden. Voor de bevestiging van de bewerkingselementen is elke drager aan de einden voorzien van een cilindrisch deel waarin een bevestigingsdeel 6 van het bewerkingselement 5 is ondergebracht. Het bevestigingsdeel 6 van een 20 bewerkingselement 5 is aan de bovenzijde voorzien van schroefdraad waarop een moer 7 is gedraaid, die met de bovenzijde van het cilindrisch deel van de drager 4 samenwerkt ter fixatie van het bewerkingselement 5. Aan de onderzijde is het bevestigingsdeel 6 voorzien van diametraal tegenover elkaar gelegen nokken 8, die met overeenkomstige uitsparingen aan de onderzijde van het cilindrisch deel van de drager 4 samenwerken. Het bevestigingsdeel 6 van de tand gaat met een naar beneden taps verlopend penvormig 25 deel 9, dat binnen het werkzaam deel is gelegen en een lengte heeft, die nagenoeg een derde van de lengte van het werkzaam deel bedraagt over in een in hoofdzaak plat werkzaam deel 10 van het bewerkingselement 5. Het werkzaam deel 10 sluit een hoek van ± 172° in met de langshartlijn van het bevestigingsdeel 6. De diametraal tegenover elkaar gelegen nokken 8 aan de onderzijde van het bevestigingsdeel 6 gaan over in de voor- resp. achterzijde van het werkzaam deel 10 waarvan de breedte 30 beduidend groter is dan de dikte (figuur 5). Het werkzaam deel 10 verloopt naar de onderzijde taps waarbij de voorzijde een grotere hoek met de langshartlijn insluit dan de achterzijde. De voorzijde is praktisch over de gehele lengte van het werkzaam deel 10 voorzien van een afgeschuind vlak, een en ander zodanig dat hierdoor een naar de voorzijde uitlopende versmalling optreedt. Het werkzaam deel 10 is om zijn langshartlijn getordeerd, een en ander zodanig, dat ten opzichte van de draairichting B (zie figuur 1) van een 35 bewerkingsorgaan 3 de voorzijde verder van de rotatieas a van het bewerkingsorgaan 3 is gelegen dan de achterzijde. De afhankelijkheid van de draairichting vereist daarom twee typen bewerkingselementen namelijk bewerkingselementen voor links draaiende en rechts draaiende bewerkingsorganen. De torderings-hoek met een tangentiaal vlak bedraagt bij voorkeur ± 30°. Het werkzaam deel 10 heeft verder een zich vanaf de voorzijde tot de achterzijde uitstrekkend regelmatig gekromd verloop, een en ander zodanig, dat 40 het werkzaam deel aan de zijde van de rotatieas a van een bewerkingsorgaan 3 concaaf is. De straal van de kromming neemt naar de onderzijde van het werkzaam deel 10 toe, bij voorkeur van 10 tot 12 cm. De straal van de kromming is dus over de gehele lengte van het werkzaam deel kleiner dan de straal van de grootste cirkel beschreven door een bewerkingselement tijdens een rotatie om de draaiingsas a van een bewerkingsorgaan, welke straal ten minste 12,5 cm. bedraagt. Door het concave verloop wordt, in 45 combinatie met de bovenvermelde tordering de verkruimeling van de aarde geïntensiveerd. De vrije einden van het werkzaam deel 10 zijn zoals uit figuur 5 blijkt, praktisch horizontaal tijdens normaal bedrijf. Door de kromming is de kans op versmeren bij de bewerking van zware natte gronden gering. Op harde gronden vormt de dunner wordende voorzijde een ideaal middel ter inleiding van de verkruimeling door slagwerking. De kromming geeft het werkzaam deel een grote resistentie tegen vervorming vooral op steenrijke gronden. 50 De overgang van het bevestigingsdeel via het deel 9 geeft een ideale aansluiting op het werkzaam deel waarbij reactiekrachten zeer goed kunnen worden opgenomen. Alhoewel niet weergegeven kan de tordering van het werkzaam deel ook zodanig zijn dat deze van bovenaf geleidelijk toeneemt.
Het bewerkingselement wordt bij voorkeur door smeden verkregen uit materiaal dat met een speciale phasenharding in opvolgende zones is gehard. Hierbij neemt de hardheid van beneden naar boven af. De 55 einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende opwaarts gerichte platen 11. Nabij de voorzijde is elk van de platen 11 voorzien van een tap 12 voor een zich langs de plaat naar achteren uitstrekkende verzwenkbare arm 13, die door middel van een

Claims (4)

1. Grondbewerkingsmachine voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een frame met daarin een 40 aantal motorisch om althans nagenoeg verticale draaiingsassen draaibaar aandrijfbare bewerkingsorganen, die elk zijn voorzien van een tweetal afzonderlijke, zich naar beneden uitstrekkende op afstand van de draaiingsas opgestelde in zich stijve bewerkingselementen, die een stripvormig werkzaam deel bezitten, waarbij, gerekend in de draairichting van de bewerkingsorganen, de voorzijde van het werkzame deel naar achteren toe in dikte toeneemt en waarbij het in hoofdzaak tangentieel ten opzichte van de draaiingsas 45 verlopende werkzame deel zodanig om zijn rechte langshartlijn is getordeerd, dat de voorzijde van het werkzame deel op een grotere afstand van de draaiingsas is gelegen dan de achterzijde daarvan, met het kenmerk, dat elk stripvormig werkzaam deel (10) van deze bewerkingselementen (5) aan zijn naar de draaiingsas (a) van het bijbehorende bewerkingsorgaan (3) gekeerde zijde, met handhaving van de rechte langshartlijn, vanaf zijn vrije einde over althans het grootste deel van zijn lengte een naar deze draaiingsas 50 (a) gericht concaaf gekromd verloop heeft, waarbij de van de draaiingsas (a) afgekeerde zijde van dat werkzame deel (10) vanaf zijn vrije uiteinde over hetzelfde deel van de lengte concentrisch verloopt ten opzichte van het concave verloop van de naar de draaiingsas (a) gekeerde zijde.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de straal van de kromming van de concaaf gekromde zijde van het werkzame deel (10) kleiner is dan de straal van de grootste cirkel, die door 55 een bewerkingselement (5) wordt beschreven tijdens een rotatie van een bewerkingsorgaan (3).
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de straal van de kromming van de concaaf gekromde zijde van het werkzaam deel (10) in de richting van het vrije einde van het werkzaam 192769 4 deel (10) toeneemt.
3 192769 verstelorgaan 13A in meerdere stemden brengbaar en vastzetbaar is. Tussen de vrije einden van de armen 13 is een vrij draaibare rol 14 aangebracht waarvan de langshartlijn zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan een vlak door de rotatieassen a van de bewerkingsorganen 3 en welke rol aan de omtrek is voorzien van zich in de richting van de langshartlijn uitstrekkende, niet nader weergegeven, staafvormige 5 delen. Aan de einden van het gesteldeel 1 zijn verder tijdens het bedrijf een althans nagenoeg verticale stand innemende platen 15 aangebracht, die om een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as verzwenkbaar zijn en elk met een buitenste bewerkingsorgaan 3 kunnen samenwerken ter verkrijging van een regelmatige verkruimeling en verdeling van de aarde. Binnen het kokervormige gesteldeel 1 is op elk van de assen 2 van een bewerkingsorgaan 3 een tandwiel 16 met rechte vertanding aangebracht, een en 10 ander zodanig, dat de tandwielen op naast elkaar gelegen assen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd en reikt tot in een tandwielkast 17 waarin deze verlenging via een conische tandwieloverbrenging en een aan de achterzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 18 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 19, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. De 15 voorzijde van het gesteldeel 1 is verder voorzien van een bok 20, door middel waarvan de machine met de driepuntshefinrichting van de trekker koppelbaar is. De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt: Tijdens bedrijf is de machine door middel van de bok 20 met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld en kan vanaf de aftakas via een tussenas 21 en de in het voorgaande beschreven overbrenging 20 elk van de bewerkingsorganen 3 in een roterende beweging worden gebracht, een en ander zodanig dat naast elkaar gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde richting draaien (figuur 1). Hierbij bewerken de bewerkingselementen 5 van de respectieve bewerkingsorganen 3 tenminste aan elkaar grenzende stroken grond. Tijdens het bedrijf beweegt elk van de bewerkingselementen met zijn werkzaam deel via een cycloïde 25 baan door de grond. Hierbij is het verloop van de baan afhankelijk van de voortbewegingssnelheid en de rotatiesnelheid van de bewerkingsorganen. Door de bovenbeschreven kromming is in het algemeen de voorzijde zowel als de achterzijde van het werkzaam deel 10 binnen de baan beschreven door het midden van het werkzaam deel gelegen. Op deze wijze wordt bereikt dat ondanks de stripvormige uitvoering van het werkzaam deel de gewenste door slagwerking tevoorschijn te roepen verkruimeling van de aard kan 30 worden verkregen zonder dat een nadelige versmering optreedt. Doordat het werkzaam deel is voorzien van de kromming, die dit werkzaam deel aan de binnenzijde een concave vorm geeft heeft, zoals reeds vermeld, het werkzaam deel een grotere resistentie tegen tijdens het bedrijf op de tand werkende krachten, terwijl bovendien een regelmatig langs het werkzaam deel stromen van de aarde zowel aan de binnen als buitenkant kan plaatsvinden, waardoor een betere verkruimeling optreedt. 35
4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de straal van de kromming van de concaaf gekromde zijde toeneemt van 10 tot 12 cm. Hierbij 2 bladen tekening
NL8400104A 1984-01-12 1984-01-12 Grondbewerkingsmachine. NL192769C (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400104A NL192769C (nl) 1984-01-12 1984-01-12 Grondbewerkingsmachine.
GB08431900A GB2152343B (en) 1984-01-12 1984-12-18 Soil cultivating implements
DE3500273A DE3500273C2 (de) 1984-01-12 1985-01-05 Bodenbearbeitungsmaschine, insbesondere Kreiselegge
IT19066/85A IT1183103B (it) 1984-01-12 1985-01-10 Attrezzo la coltivazione del terreno con organi di lavorazione nastriformi, attorti attorno al loro asse longitudinale
FR858500357A FR2558028B1 (fr) 1984-01-12 1985-01-11 Machine pour travailler le sol du type herse rotative

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400104A NL192769C (nl) 1984-01-12 1984-01-12 Grondbewerkingsmachine.
NL8400104 1984-01-12

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8400104A NL8400104A (nl) 1985-08-01
NL192769B NL192769B (nl) 1997-10-01
NL192769C true NL192769C (nl) 1998-02-03

Family

ID=19843316

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400104A NL192769C (nl) 1984-01-12 1984-01-12 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (5)

Country Link
DE (1) DE3500273C2 (nl)
FR (1) FR2558028B1 (nl)
GB (1) GB2152343B (nl)
IT (1) IT1183103B (nl)
NL (1) NL192769C (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29709134U1 (de) 1997-05-24 1997-08-28 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co KG, 48477 Hörstel Kreiselegge
IT201800004472A1 (it) * 2018-04-13 2019-10-13 Dispositivo per la regolazione automatica della posizione di lavoro degli utensili applicati ad un erpice rotante perfezionato
RU194578U1 (ru) * 2019-09-26 2019-12-16 Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Брянский государственный аграрный университет" Ротор почвообрабатывающей фрезы с вертикальной осью вращения

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1198589A (en) 1915-11-05 1916-09-19 Edward F Shellaberger Earthworking implement.
US1389483A (en) * 1920-02-02 1921-08-30 Rennie E Billingsley Rotary plowshare
US2582364A (en) 1946-10-21 1952-01-15 Reuben S Tice Soil conditioner
GB989461A (en) * 1960-05-05 1965-04-22 Evers & Wall Ltd Improvements in or relating to rotary blade assemblies for cultivators
NL7116820A (nl) * 1971-12-08 1973-06-13
FR2183571B1 (nl) * 1972-05-10 1974-08-30 Santerre Atel Const Meta
NL170361B (nl) * 1973-03-19 1982-06-01 Lely Nv C Van Der Tand voor een bewerkingsorgaan van een grondbewerkingsmachine.
NL7409706A (nl) * 1974-07-18 1976-01-20 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
IT1060339B (it) * 1976-03-29 1982-07-10 Maschio Snc F Lli Fresa ad assi multipli verticali con l utensile disposto con il taglio in direzione non tangenziale
NL7810716A (nl) * 1978-10-27 1980-04-29 Patent Concern Nv Grondbewerkingsmachine.

Also Published As

Publication number Publication date
NL8400104A (nl) 1985-08-01
GB2152343B (en) 1986-10-22
DE3500273C2 (de) 1994-08-25
FR2558028B1 (fr) 1990-02-16
NL192769B (nl) 1997-10-01
GB2152343A (en) 1985-08-07
IT8519066A1 (it) 1986-07-10
DE3500273A1 (de) 1985-07-18
IT1183103B (it) 1987-10-05
IT8519066A0 (it) 1985-01-10
FR2558028A1 (fr) 1985-07-19
GB8431900D0 (en) 1985-01-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2891703C (en) Plough comprising a plurality of plough bodies attached to a plough bar
US4200156A (en) Soil cultivating implements
NL8004448A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US3773112A (en) Motor operated hand hoe
US4412587A (en) Soil working machine
JPS6049442B2 (ja) 土壤耕耘機具
NL192769C (nl) Grondbewerkingsmachine.
GB1573045A (en) Soil cultivating implements
US4109730A (en) Soil tilling machines
NL192071C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192287C (nl) Rotorkopeg.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8300709A (nl) Grondbewerkingsmachine.
GB2127262A (en) A soil cultivating machine
NL8204088A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303382A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8304356A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0189957B1 (en) Soil cultivating machine
NL8300682A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8101312A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8105506A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8501212A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0166493A2 (en) Soil cultivating implements
NL8803046A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030801