NL8803046A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8803046A
NL8803046A NL8803046A NL8803046A NL8803046A NL 8803046 A NL8803046 A NL 8803046A NL 8803046 A NL8803046 A NL 8803046A NL 8803046 A NL8803046 A NL 8803046A NL 8803046 A NL8803046 A NL 8803046A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
soil cultivation
cultivation machine
machine according
circular
roller
Prior art date
Application number
NL8803046A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8803046A priority Critical patent/NL8803046A/nl
Priority to DE1989609896 priority patent/DE68909896T2/de
Priority to EP19890203135 priority patent/EP0373711B1/en
Publication of NL8803046A publication Critical patent/NL8803046A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B29/00Rollers
    • A01B29/06Rollers with special additional arrangements

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

C. van der Lely N.V., Maasland GRONDBEWERKINGSMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één rol, die een aantal cirkelvormige organen omvat, welke naast elkaar zijn aangebracht.
Bij grondbewerkingsmachines van deze soort wordt door middel van de rol de pas bewerkte aarde aangedrukt, waardoor wordt voorkomen dat een te sterke uitdroging plaatsvindt en tevens wordt bereikt dat in de grond gebracht zaad ongestoord kan kiemen. Bij de bewerking van zware gronden echter, kan zich tussen de cirkelvormige organen aarde gaan vastzetten, waardoor de werking van de rol ongunstig wordt beinvloed en de rol uiteindelijk niet meer zijn functie kan vervullen. Met de constructie volgens de uitvinding kan dit nadeel althans verregaand worden voorkomen, doordat volgens de uitvinding een cirkelvormig orgaan zodanige profileringen of uitsteeksels omvat dat materiaal hetwelk tijdens bedrijf tussen de cirkelvormige organen geraakt naar buiten in de richting van de rolomtrek wordt gestuurd. Met behulp van deze voorziening verkrijgt men een zelfreinigende werking van de rol, waardoor deze ook onder ongunstige omstandigheden zijn functie kan blijven vervullen.
Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij een cirkelvormig orgaan aan de omtrek een rand heeft met afwisselend bredere en smallere steunvlakken. Hierdoor kan worden voorkomen, dat zich gemakkelijk aarde tussen de cirkelvormige organen dringt.
Een ander facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij het cirkelvormig orgaan doosvormig is uitgevoerd en de wanden zijn voorzien van een profilering die uitstulpingen omvat. Op deze wijze kan men bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding de rol een lichte uitvoering geven, terwijl desondanks een voldoende stijfheid wordt gehandhaafd om ook bij grotere werkbreedte de machine te ondersteunen.
Een volgend facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij een cirkel vormig orgaan is voorzien van spaakvormige uitsteeksels en de spaakvormige uitsteeksels van twee naast elkaar gelegen cirkelvormige organen zich tegenover elkaar bevinden. Hierdoor wordt bereikt, dat de spaakvormige uitsteeksels van twee naast elkaar gelegen cirkelvormige organen bij het naar buiten stuwen van eventueel tussen de organen geraakte aarde effectief kunnen samenwerken.
Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij de rol een aantal afschrapers heeft, die samenwerken met de spiraal vormige uitsteeksels van een cirkelvormig orgaan. Op deze wijze kan het effect van de spiraalvormige uitsteeksels van een cirkel vormig orgaan op effectieve wijze worden ondersteund.
Een laatste facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij een afschraper zich in de achterste helft van een cirkelvormig orgaan bevindt en door middel van een arm die over een centrale drager van de rol verloopt, nabij de voorzijde van een cirkel vormig orgaan aan een drager is aangebracht. Bij deze voorziening kan de afschraper op maximale wijze met de naar elkaar toegekeerde zijden van de cirkelvormige organen samenwerken zonder dat de wijze waarop de afschraper is aangebracht een ongunstige invloed op zijn werking kan uitoefenen.
Aan de hand van een tweetal in de figuren van de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine volgens de uitvinding weer;
Figuur 2 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer volgens de lijn II-II in figuur 1, terwijl
Figuur 3 gedeeltelijk in doorsnede een aanzicht weergeeft volgens de pijl III in figuur 2;
Figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens figuur 2 van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een rol volgens de uitvinding;
Figuur 5 geeft gedeeltelijk in doorsnede een aanzicht weer volgens de pijl V in figuur 4.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. De machine omvat een gesteIdee1 1, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt. In het gesteldeel 1, dat kokervormig is uitgevoerd, zijn op onderling gelijke afstand, van bijvoorkeur 25 cm, de zich in opwaartse, bijvoorkeur verticale richting, uitstrekkende assen 2 gelegerd van bewerkingsorganen. Op het onder uit het gesteldeel stekende einde van elke as 2 is een drager 3 aangebracht, die zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekt en aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 4 in de vorm van tanden. De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van platen 5, die zich in opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken. Nabij de voorzijde is elk van de platen voorzien van een bout 6, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt, een en ander zodanig, dat de langshartlijnen van de respectieve bouten 6 in eikaars verlengde zijn gelegen. Om elk van de bouten 6 is een zich langs de binnenzijde van een plaat 5 naar achteren uitstrekkende arm 7 vrij verzwenkbaar. Elke arm 7 is door middel van een verstelinrichting, die zich nabij de achterzijde van het gesteldeel 1 bevindt en bij dit uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door een schroefspindel 8, in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar. Tussen de einden van de armen 7 is vrij draaibaar een rol 9 aangebracht, die is uitgevoerd als een pakkerrol. De rol 9 omvat een centrale cilindrische drager 10 met een diameter van ± 11 cm, waarvan de einden door middel van assen en in legerhuizen ondergebrachte legers vrij draaibaar in de armen 7 zijn ondersteund. Nabij de einden van de cilindervormige drager 10 en daartussen op gelijke afstand van i 8 cm van elkaar zijn cirkelvormige organen 11 op de cilindervormige drager aangebracht, welke organen bijvoorkeur een diameter hebben van ± 50 cm. De cirkelvormige organen 11, die schijf vormig zijn, strekken zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan een vlak loodrecht op de langshartlijn a van de cilindervormige drager 10, welke langshartlijn de draaiingsas van de rol 9 vormt, i Elk van de cirkel vormige organen 11 is doos vormig opgebouwd (figuur 3) uit twee plaatdelen, die door middel van punt-lassen aan elkaar zijn bevestigd. De afstand tussen de symme-trievlakken van de doosvormige cirkelvormige organen bedraagt ± 12 cm. De zijden van de plaatdelen, die zich althans nagenoeg loodrecht op de draaiingsas a uitstrekken, omvatten een profilering, die bestaat uit instulpingen 12 en uitstulpingen 13, welke elkaar afwisselen (figuur 2) en waarvan de breedte vanaf de cilindervormige drager 10 naar de omtrek toeneemt. De instulpingen 12 en de uitstulpingen 13 verlopen vanaf de cilindervormige drager 10 naar de omtrek van het cirkelvormig orgaan 11 spiraalvormig, daarbij spaakvormige uitsteeksels vormend. Elke instulping 12, respectievelijk uitstulping 13 strekt zich uit over een omtrekshoek van ± 90°, een en ander zodanig dat de aan de omtrek gelegen zijde van de spaakvormige delen aan de onderzijde ten opzichte van de draairichting B van de rol 9 tijdens het bedrijf schuin naar beneden en naar achteren zijn gericht. Aan de zijde van de cilindervormige drager 10 verloopt een spaakvormig uitsteeksel althans nagenoeg tangentiaal ten opzichte van de langshartlijn a, evenals nabij de omtrek van het cirkelvormig orgaan 11. De respectieve instulpingen 12 en uitstulpingen 13 vormen aan de omtrek van het cirkelvormig orgaan 11 een rand 14 die, loodrecht op de draaiingsas a van de rol 9 gezien, afwisselend smalle en bredere steunvlakken omvat. De smalle steunvlakken behoren tot de instulpingen 12, terwijl de bredere steunvlakken behoren tot de uitstulpingen 13 van de profilering. Aan de buitenzijde gaat de rand 14 via uitstulpingen 15 over in de tanden 16 van een vertanding. De vertanding is zaagvormig, waarbij de langste zijde van een tand 16 zich ten opzichte van de draairichting B, die de rol 9 tijdens het bedrijf verkrijgt, aan de voorzijde bevindt en althans nagenoeg tangentiaal verloopt. De kortste zijde van een tand 16, die op de langste zijde van de daarop volgende tand 16 aansluit, verloopt althans nagenoeg radiaal (figuur 2). Tussen de cirkelvormige organen 11 zijn beneden de draaiingsas a van de rol 9 in het achterste onderste quadrant afstrijkers aangebracht (figuur 2). Hiertoe is tussen de armen 7 althans nagenoeg boven de cilindervormige drager 10 een drager 17 aangebracht, waaraan door middel van beugels 18, waarvan de van schroefdraad voorziene einden met moeren samenwerken, een arm 19 is aangebracht. De arm 19 strekt zich vanaf de bevestiging schuin naar beneden en naar achteren uit en gaat, in bovenaanzicht gezien, achter de cilindervormige drager 10 via een knik over in een zich althans nagenoeg recht naar beneden uitstrekkend deel. Op enige afstand onder de cilindervormige drager 10 is de onderzijde van de arm 19 afgeschuind, een en ander zodanig dat de achterzijde lager is gelegen dan de voorzijde. Op de afgeschuinde onderzijde is een steun 20 aangebracht die recht verloopt, een en ander zodanig, dat de voorzijde van de steun 20 hoger is gelegen dan de achterzijde. De voorzijde van de steun 20 heeft een naar beneden afgebogen gedeelte, dat is gevoerd door een uitsparing in een tegen de onderzijde van de steun gelegen afstrijker 21 (figuur 2). De afstrijker 21 strekt zich tot de achterzijde van de steun 20 uit, welke achterzijde althans nagenoeg horizontaal is gelegen. De voorzijde van de afstrijker 21 bevindt zich praktisch onder de draaiingsas a van de rol 9, terwijl de achterzijde reikt tot de baan beschreven door de tanden 16 (figuur 2). De afstrijker 21 bevindt zich ongeveer in het midden van het onderste achterste quadrant van de rol. Aan de achterzijde is door middel van bouten 22 en een klems tuk 23 het bevestigingsdeel van een uit één stuk gevormd paar tanden 24 aangebracht. Het bevestigingsdeel gaat via een winding over in een zich naar beneden en schuin naar achteren uitstrekkend werkzaam deel van de tand dat dienst doet als woelorgaan. De afstrijker 21, waarvan de voorzijde hoger is gelegen dan de achterzijde, sluit een hoek in van ± 15° met de horizontaal, een en ander zodanig dat de afstrijker zich althans nagenoeg loodrecht uitstrekt op het verloop van de door de profilering gevormde uitsteeksels. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is elk van de assen 2 van een bewerkingsorgaan voorzien van een tandwiel 25 met rechte vertanding, een en ander zodanig dat de tandwielen 25 op de assen 2 van naast elkaar gelegen bewer-kingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as 2 van het bewerkingsorgaan naar boven verlengd en reikt tot in een tandwielkast 26, waarbinnen de verlenging via een conische tandwieloverbrenging in verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as, die via een aan de achterzijde van de tandwielkast 26 gelegen toerenvariator 27 in aandrijvende verbinding staat met een daarboven en in bovenaanzicht gezien boven het midden van het kokervormig ges te Idee 1 1 gelegen, zich in de voortbewegingsrichting A uit strekkende as 28, die zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. De as 28 kan met behulp van een tussenas 29 met de aftakas van een trekker worden gekoppeld. De voorzijde van het gesteldeel 1 is voorzien van een bok 30, die een driepuntsbevestiging heeft voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van een trekker.
In de figuren 4 en 5 is een tweede uitvoerings-voorbeeld weergegeven van een pakkerrol 9A volgens de uitvinding. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn op de cilindervormige drager 10 naast elkaar, op een wijze overeenkomend met die bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld, schijfvormige cirkelvormige organen 31 aangebracht. Elk cirkelvormig orgaan 31 omvat een bus 32, die op de drager 10 is bevestigd. Op de bus 32 zijn spiraalvormig naar buiten verlopende, door strippen gevormde spaakvormige uitsteeksels 33 aangebracht, een en ander zodanig dat de afstand tussen twee opvolgende spaakvormige uitsteeksels 33, vanaf de bus 32 gerekend, naar de omtrek van een cirkelvormig orgaan 31 toeneemt. De breedste zijden van de spaakvormige uitsteeksels 33 strekken zich evenwijdig uit aan de draaiingsas a. Ook bij dit uitvoerings-voorbeeld verlopen de uitsteeksels 33 over een omtrekshoek van ± 90° en is de diameter van een cirkel vormig orgaan 31 ± 50 cm. Nabij de omtrek van een cirkel vormig orgaan 31 zijn de spaakvormige uitsteeksels 33 aangebracht aan een rand 34 waarvan het breedste deel met de breedte van een uitsteeksel 33 overeenstemt en zich althans nagenoeg evenwijdig aan de draaiingsas a van de rol 9A uitstrekt. De breedte van de rand 34 bedraagt bij voorkeur ± 4 cm. In het midden is de rand 34 aan de buitenzijde voorzien van een vertanding, die overeenstemt met de vertanding, die zich bevindt aan de omtrek van de cirkelvormige organen 11 bij het voorgaande uitvoerings-voorbeeld. Naast elkaar gelegen cirkelvormige organen 31 zijn zodanig aangebracht, dat de spaakvormige uitsteeksels 33 zich tegenover elkaar bevinden.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.
Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de bok 30 met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld en kan vanaf de aftakas van de trekker via de tussenas 29 en de in het voorgaande beschreven overbrenging elk van de bewerkingsorganen worden aangedreven in een zodanige richting, dat naast elkaar gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde zin roteren en met hun naar beneden gerichte bewerkingselementen 4 ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. Tijdens het bedrijf rust de machine door middel van de in het voorgaande beschreven pakkerrol 9 respectievelijk 9A op de grond. Tijdens de voortbeweging van de machine wordt de pakkerrol met behulp van de vertanding 16 van de cirkelvormige organen 11 respectievelijk 31 aangedreven in een richting die door middel van de pijl B in de figuren is aangegeven. Doordat, evenals bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld, de rand 14 van elk cirkelvormig orgaan 11 steunvlakken met afwisselende breedte heeft, kan worden voorkomen dat grond gemakkelijk tussen twee naast elkaar gelegen cirkelvormige organen dringt. Indien dit desondanks toch plaatsvindt, kan deze grond met behulp van de spiraalvormig verlopende, door de in- en uitstulpingen 12 en 13 van de profilering gevormde spaakvormige uitsteeksels geleidelijk weer naar buiten worden afgevoerd, hetgeen wordt vergemakkelijkt doordat aan de onderzijde de spaakvormige uitsteeksels ten opzichte van de draairichting B schuin naar beneden en naar achteren verlopen. De afvoer van eventueel tussen twee cirkeIvormige organen 11, respectievelijk 31 gedrongen grond kan sterk worden bevorderd met behulp van de afstrijkers 31 die, zoals reeds vermeld, vanaf de achterzijde schuin naar boven en naar voren verlopen onder een hoek van ± 15° met de horizontaal, een en ander zodanig dat het vlak van de afstrijker althans nagenoeg steeds loodrecht staat op het verloop van de spaakvormige uitsteeksels. Met behulp van de zich aan de achterzijde van de afstrijkers 21 bevindende tanden 24 kan een woelwerking worden verkregen. De werking van de pakkerrol 31 volgens het tweede uitvoeringsvoorbeeld is verder praktisch gelijk aan die van de pakkerrol volgens het eerste uitvoeringsvoorbeeld. Beide uitvoeringsvoorbeelden maken het mogelijk ter ondersteuning van de machine een rol toe te passen, die licht van gewicht is en desondanks een voldoende stijfheid heeft om ook machines met een grote werkbreedte te ondersteunen. Door de grote diameter van de cirkelvormige organen 11 respectievelijk 31 van ± 50 cm heeft de rol een geringe rolweerstand. De afstrijkers 21 zijn gemakkelijk verwisselbaar.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.

Claims (29)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één rol, die een aantal cirkelvormige organen omvat, welke naast elkaar zijn aangebracht, met het kenmerk, dat een cirkelvormig orgaan zodanige profileringen of uitsteeksels omvat dat materiaal hetwelk tijdens bedrijf tussen de cirkelvormige organen geraakt naar buiten in de richting van de rolomtrek wordt gestuwd.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een cirkel vormig orgaan aan de omtrek een rand omvat bestaande uit afwisselend smallere en bredere steunvlakken.
3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één rol die een aantal cirkelvormige organen omvat, welke naast elkaar zijn aangebracht, met het kenmerk, dat een cirkelvormig orgaan aan de omtrek een rand heeft met afwisselend bredere en smallere steunvlakken.
4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een cirkelvormig orgaan doosvormig is uitgevoerd, waarbij de zijwanden zijn voorzien van een profilering die instulpingen respectievelijk uitstulpingen omvat.
5. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één rol, die een aantal cirkelvormige organen omvat welke naast elkaar zijn aangebracht, met het kenmerk, dat een cirkelvormig orgaan doosvormig is uitgevoerd, waarbij de wanden zijn voorzien van een profilering die uitstulpingen omvat.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een cirkelvormig orgaan spaakvormige uitsteeksels heeft en de spaakvormige organen van twee naast elkaar gelegen cirke1vormige organen zich tegenover elkaar bevinden.
7. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één rol, die een aantal cirkelvormige organen omvat welke naast elkaar zijn aangebracht, met het kenmerk, dat een cirkelvormig orgaan is voorzien van spaakvormige uitsteeksels en de spaakvormige uitsteeksels van twee naast elkaar gelegen cirkelvormige organen zich tegenover elkaar bevinden.
8. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de cirkelvormige organen schijfvormig zijn, waarbij de zich althans nagenoeg loodrecht op de draaiingsas van de rol uit strekkende zijden zijn voorzien van een profilering, die vanaf een centrale drager spiraalvormig naar de omtrek van een cirkelvormig orgaan verloopt.
9. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profilering instulpingen, respectievelijk uitstulpingen omvat waarvan de breedte naar de omtrek van een cirkel vormig orgaan toeneemt.
10. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 4 - 9, met het kenmerk, dat een cirkelvormig orgaan wordt gevormd door twee op afstand van elkaar gelegen delen, die elk zijn voorzien van een profilering en aan de omtrek aan elkaar zijn bevestigd.
11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de profilering uitloopt in een aan de omtrek gelegen rand, een en ander zodanig dat de rand wordt gevormd door afwisselend smallere en bredere steunvlakken, die tot de instulpingen respectievelijk uitstulpingen van de profilering behoren.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat een cirkelvormig orgaan een aantal vanaf de centrale drager van de rol spiraalvormig verlopende uitsteeksels omvat.
13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de afstand tussen de spiraal vormig naar de omtrek verlopende uitsteeksels naar de omtrek toe toeneemt.
14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de uitsteeksels aan de omtrek zijn aangebracht aan een rand waarvan de breedste zijde zich althans nagenoeg evenwijdig aan de draaiingsas van de rol uitstrekt.
15. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de omtrek van een cirkelvormig orgaan is voorzien van een vertanding.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de vertanding uitstulpingen omvat.
17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de vertanding zaagvormig is, waarbij de ten opzichte van de draairichting van de rol voorste zijde van een tand althans nagenoeg tangentiaal verloopt en de andere zijde nagenoeg radiaal is gericht.
18. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 15 - 17, met het kenmerk, dat de vertanding in het midden van de rand is aangebracht, een en ander zodanig, dat het geheel T-vormig is.
19. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen twee naast elkaar gelegen cirkelvormige organen een afschraper is aangebracht welke samenwerkt met de profilering of uitsteeksels van de cirkelvormige organen.
20. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één rol, die een aantal cirkelvormige organen omvat welke naast elkaar zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de rol een aantal afschrapers heeft, die samenwerken met spiraalvormige uitsteeksels van een cirkelvormig orgaan.
21. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een af schraper zich in de achterste helft van een cirkelvormig orgaan bevindt en door middel van een arm, die over een centrale drager van de rol verloopt nabij de voorzijde van het cirkelvormig orgaan aan een drager is aangebracht.
22. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één rol, die een aantal cirke1vormige organen omvat, welke naast elkaar zijn aangebracht, met het kenmerk, dat een afschraper zich in de achterste helft van een cirkelvormig orgaan bevindt en door middel van een arm, die over een centrale drager van de rol verloopt nabij de voorzijde van het cirkelvormig orgaan aan een drager is aangebracht.
23. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een afstrijker aan de voor zijde hoger is gelegen dan aan de achterzijde, een en ander zodanig dat het vlak van de afschraper althans nagenoeg loodrecht staat op de uitsteeksels van een cirkelvormig orgaan.
24. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 19 - 23, met het kenmerk, dat een af strijker zich vanaf de omtrek van een cirkelvormig orgaan tot onder een centrale drager voor de cirkelvormige organen uitstrekt.
25. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 19 - 24, met het kenmerk, dat een afschraper losneembaar is aangebracht aan een steun, die zich aan de onderzijde van een opwaarts gerichte arm bevindt.
26. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de steun een naar beneden gerichte lip heeft, die zich in een opening van de afschraper bevindt en de afschraper aan de achterzijde door middel van een bout met de steun is verbonden.
27. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de achterzijde van een steun en een afschraper zich in althans nagenoeg horizontale richting uitstrekt en is voorzien van een woelorgaan.
28. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het woelorgaan wordt gevormd door twee naast elkaar gelegen, uit elastisch materiaal gevormde tanden.
29. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren.
NL8803046A 1988-12-13 1988-12-13 Grondbewerkingsmachine. NL8803046A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8803046A NL8803046A (nl) 1988-12-13 1988-12-13 Grondbewerkingsmachine.
DE1989609896 DE68909896T2 (de) 1988-12-13 1989-12-11 Bodenbearbeitungsmaschine.
EP19890203135 EP0373711B1 (en) 1988-12-13 1989-12-11 A soil cultivating machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8803046A NL8803046A (nl) 1988-12-13 1988-12-13 Grondbewerkingsmachine.
NL8803046 1988-12-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8803046A true NL8803046A (nl) 1990-07-02

Family

ID=19853368

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8803046A NL8803046A (nl) 1988-12-13 1988-12-13 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0373711B1 (nl)
DE (1) DE68909896T2 (nl)
NL (1) NL8803046A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4592127B2 (ja) * 1999-03-30 2010-12-01 雪印乳業株式会社 骨吸収抑制剤
DE19918412A1 (de) * 1999-04-23 2000-10-26 Josef Kerner Bodenbearbeitungsgerät
DE10101392C5 (de) * 2001-01-13 2009-02-19 Güttler, Fritz Boden- oder Mulchniederhalter und -nachzerkleinerer
DE102010016873A1 (de) * 2010-05-11 2011-11-17 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co. Kg Landwirtschaftliche Vorrichtung zum Verfestigen des Bodens

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR533738A (nl) * 1922-03-09
DE1178630B (de) * 1962-01-24 1964-09-24 Tigges Eisengiesserei Maschine Schneckenwalze
IT1041185B (it) * 1974-08-17 1980-01-10 Rau Ohg Maschf Rullo stellare per attrezzi agricli
NL181545C (nl) * 1975-06-10 1987-09-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL8105506A (nl) * 1981-12-08 1983-07-01 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
FR2551620B1 (fr) * 1983-09-09 1987-07-03 Lely France Perfectionnements aux rouleaux de compactage
NL8400171A (nl) * 1984-01-19 1985-08-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) * 1984-01-30 1985-08-16 Lely Nv C Van Der Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
EP0292589A1 (de) * 1987-05-26 1988-11-30 Fritz Güttler Ackerwalze zur Bearbeitung und Festigung landwirtschaftlicher Böden

Also Published As

Publication number Publication date
EP0373711B1 (en) 1993-10-13
DE68909896D1 (de) 1993-11-18
DE68909896T2 (de) 1994-05-05
EP0373711A1 (en) 1990-06-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004448A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8100992A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8803046A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301254A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7906631A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204655A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300154A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203047A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204259A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8304356A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301236A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8501212A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300913A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701878A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7810716A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192769C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192557C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL9002567A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8801012A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8105506A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303089A (nl) Rol, in het bijzonder een pakkerrol, die in het bijzonder bestemd is om te worden gebruikt bij een grondbewerkingsmachine voorzien van aangedreven bewerkingsorganen.
NL8800289A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed