NL7810716A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL7810716A
NL7810716A NL7810716A NL7810716A NL7810716A NL 7810716 A NL7810716 A NL 7810716A NL 7810716 A NL7810716 A NL 7810716A NL 7810716 A NL7810716 A NL 7810716A NL 7810716 A NL7810716 A NL 7810716A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
soil cultivation
cultivation machine
active part
tine
Prior art date
Application number
NL7810716A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Patent Concern Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patent Concern Nv filed Critical Patent Concern Nv
Priority to NL7810716A priority Critical patent/NL7810716A/nl
Priority to GB7936819A priority patent/GB2032744B/en
Priority to DE19792943040 priority patent/DE2943040A1/de
Priority to FR7926605A priority patent/FR2439537A1/fr
Priority to IT26838/79A priority patent/IT1124682B/it
Publication of NL7810716A publication Critical patent/NL7810716A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/14Attaching the tools to the rotating shaft, e.g. resiliently or flexibly-attached tools
    • A01B33/146Attaching the tools to the rotating shaft, e.g. resiliently or flexibly-attached tools the rotating shaft being oriented vertically or steeply inclined

Description

. -«· V'*®*·; *'
'VÏ: 4 :V
* «*
Patent Concern N.V., WillemstM, Cura9ao ' . -v.
Grondbewerkingsmachine I>e uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel gelegerd, om een \|j>waartöe as roteerbaar, aangedreven bewerkingsorgaaÉ' dat is voorzien van slechts één 5 tand.
Bij grondbewerkingséachines van deze soort ontmoet men - >··" ·· het probleem dat een betrouwbare tandbevestiging sléchts ten koste van een relatief ingewikkelde constructie kan worden verkregen.
10 Met de constructie volgens de uitvinding wordt nu een eenvoudige en goedkope bfvestigiiig van de tand mogelijk, doordat.de tand is voorzien van een bevestigingsdeel dat door middel van een centraal ten opzichte van de as gelegen klemmiddel aan de as van het bewerkingsorgaan is bevestigd. 4 15 Met behulp van déze constructie is de ligging van de bevestiging van de taajd zodanig» dat deze zo gunstig mogelijk kan worden belast.
Aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader worden uiteengezet.
20 Big. 1 geeft in bovenaanzicht schematisch een -grond-, bewerkingsmachine volgens de uitvinding weer, terwijl in fig.--.-2 eèn zijaanzicht van de in fig. 1 afgebeelde machine is weergegeven. ~ $
Big. 3 gééft op vergrote schaal een eerste uitvoerings-25 voorbeeld weer van een tand en zijn bevestiging bij een machine volgens de uitvinding.
Big. 4 geeft een aaÉzicht ireer volgens de pijl IV in fig. 3, terwijl fig. 5 een aanzicht weergeeft volgens de pijl V in 30 fig. 4. " ^ '
De fig. 6-10 geven respectieve aanzichten weer volgens de lijnen TC-VI,j7ÏI-VXI, VIIX-VTII en ΓΣ-ΙΧ in 781 07 1 6 k 2 fig. 4.
Pig. 11 geeft een tweede uitvoeringsvoorbeeld weer van een tand en zijn "bevestiging bij de machine volgens de uitvinding.
5 Pig. 12 geeft een derde uitvoeringsvoorbeeld weer van een tand en zijn "bevestiging, terwijl fig. 13 een vierde uitvoeringsvoorbeeld weergeeft van een tand en zijn bevestiging.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een 10 grondbewerkingsmachine die een zich dwars op de voort- bewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 omvat. In het kokervormige gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstanden van bij voorkeur ongeveer 15 cm zich in althans nagenoeg verticale richting uitstrekkende, tijdens 15 het bedrijf licht naar voren hellende' assen 2 van bewerkingsorganen 3 gelegerd. Elk van de assen 2 steekt aan de onderzijde buiten het gesteldeel 1 uit en is aan deze onderzijde voorzien van een vlak steundeel 4 dat zich loodrecht op de de draaiingsas van het bewerkingsorgaan vormende 20 langshartlijn a van de as 2 uitstrekt. Het deel 4 is cirkelvormig en aan de onderzijde voorzien van een van schroefdraad voorziene tap 5 die ten opzichte van het deel 4 en de langshartlijn 1 van de as 2 centraal is gelegen. Elk bewerkingsorgaan 3 omvat een tand 6 die door middel van een 25 bevestigingsdeel 7 met behulp van een hierna te bespreken, centraal gelegen klemmiddel tegen het deel 4 aan de onderzijde van de as 2 is geklemd. Het bevestigingsdeel 7 van de tand 6 gaat via een kromming 8 over in een naar beneden gericht en naar zijn vrije einde conisch verlopend recht 30 werkzaam deel 9, een en ander zodanig dat de langshartlijn van het werkzame deel op een afstand van ten minste 5 cm en bij voorkeur van 6 cm van de draaiingsas a van het bewerkingsorgaan 3 is gelegen en zich aan de bovenzijde verder van de as bevindt dan aan de onderzijde.
35 Het bevestigingsdeel 4 van de tand 6 is aan de boven- 78 1 0 7 1 6 >' .3" ' ·:·3.
V
zijde rondom een centraal gelegen opening voor de doorvoer van de tap 5 enigszins uitgehold (fig. 3) en heeft verder een verloop dat althans nagenoeg met het verloop van het deel 4 aan de onderzijde van de as 2 overeenstemt. Door 5 middel van een het reeds genoemde centrale klemmiddel vormende moer 10 die op de tap 5 is gedraaid, is de "bovenzijde van het bevestigingsdeel 7 tegen de onderzijde van het plaatvormige deel 4 geklemd. De moer is met een conisch verlopende bovenzijde da een overeenkomstige 10 uitsparing aan de onderzijde van het bevestigingsdeel 7 gelegen. Het bevestigingsdeel 7 is aan zijn van het werkzame deel 9 afgekeerde zijde voorzien van een naar boven gerichte nok 11 waarvan de opwaarts gerichte zijden een hoek van ongeveer 30° met elkaar insluiten (fig. 4) en welke nok 15 past in een overeenkomstige uitsparing 12 aan de omtrek van het plaatvormige deel 4. Het werkzame deel 9 van de tand is voorzien van een uitholling 13 die zich ongeveer vanaf het midden van het werkzame teel in breedte en aanvankelijk ook in diepte toenemend naar boven uitstrekt en aansluit op een 20 aan de onderzijde van het bevestigingsdeel 7 tussen wangen 14 gevormde ruimte, waarin de moer 10 is gelegen, kan de van het werkzame deel 9 afgekeerde zijde van het bevestigingsdeel 7 ziji de wangen 14 op een omtrekshoek van elkaar gelegen, die ongeveer 75° bedraagt. De diepte van de uit-25 holling 13 neemt over een af-stand die ongeveer een vierde van de lengte van het werkzame deel bedraagt toe en blijft vervolgens constant (fig* 3).
Zoals uit de fig. 6 en 7 blijkt, is de uitholling in hoofdzaak cirkelvormig, .'Zodat door der uitsparing de dwars-30 doorsnede van het werkzame deel die over zijn gehele lengte in hoofdzaak rond is in de bovenste helft van het werkzame deel sikkel vormig wordt, waarbij de bolle zijde zich ten opzichte van de draairichting B van een bewerkingsorgaan 3 v<5dr en de holle zijde zich achter bevindt. De dwars-35 doorsnede van het werkzame deel 9 heeft aan de bovenzijde 781 07 1 6 » 4 een diameter van bij voorkeur 5 cm die ten minste vijfmaal en bij voorkeur achtmaal de diameter van de dwarsdoorsnede aan het vrije einde bedraagt, De lengte van het werkzame deel is meer dan vijfmaal de diameter van de dwarsdoorsnede aan 5 de bovenzijde* Op enige afstand onder het punt waar de uitholling 13 begint, omvat het werkzame deel 9 een van schroefdraad voorziene, centraal gelegen tap 15 waarop een aan de bovenzijde van een overeenkomstige uitsparing 15A voorzien stiftvormig deel 16 is gedraaid dat het ondereinde van het 10 werkzame deel vormt en een lengte heeft die ongeveer de helft van de lengte van het werkzame deel bedraagt. Ter hoogte van de uitsparing 15A is een radiale boring 17 aangebracht waarin een staaf vormig orgaan kan worden gestoken voor het bevestigen respectievelijk losnemen van het stiftdeel 16.
15 Zoals uit de fig. 4 en 5 blijkt, verloopt het werkzame deel 9 van de tand 6, die bij voorkeur een lengte heeft van ongeveer 30 cm, vanaf zijn overgang in het gekromde deel 8 zodanig, dat zijn langshartlijn slepend staat ten opzichte van de rotatierichting B van het bewerkingsorgaan 3 tijdens 20 het bedrijf. Aan de einden is het kokervormige gesteldeel 1 afgesloten door middel van opwaarts gerichte platen 18, waaraan door middel van tappen 19 verzwenkbaar, zich langs de platen naar achteren uitstrekkende armen 20 zijn aangebracht, die in meerdere standen ten opzichte van het gestel-25 deel brengbaar en vastzetbaar zijn. Tussen de einden van de armen 20 is vrij draaibaar een zich dwars op de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende rol 21 aangebracht, die is voorzien van zich in de langsrichting uitstrekkende, schroeflijnvormig verlopende staven 22. Binnen het koker-30 vormige gesteldeel 1 is elke as 2 van een bewerkingsorgaan 3 voorzien van een tandwiel 23, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkings-organen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 verlengd en 35 reikt tot in een tandwielkast 24, waarin deze as via een 78 1 07 1 6 •4:' ·'·' -·: ·:-" ·Ή .: ν - Λ : 7..·- '.:; . : ·:· 5 .
'.'. ν.
conische tandwieloverbrenging in Verbinding staat met een as die zich in de voortbswegiiigsrichting· uitstrekt en aan de r voorzijde buiten de taodi^aUcast uitsteekt. Door middel van een tussenas kan de desbetreffende as met de aftakas van een 5 trekker worden verbondenfvoor hét aandrijven van de respectieve bewerkingsorganen ia richtingsi sals met pijlen in fig. 1 is weergegeven. Nabij bet midden is bet koker- ..:¾ vormige gesteldeel 1 voorzien van een bok 25 met behulp IJ·.,· waarvan de machine met de driepuntsbefinrichting van een 10 trekker kan worden gekoppeld.
De werking van de machine is als volgt:
Tijdens bet bedrijf is de machine met behulp van de bok 25 met de driepuntshefinrichting van de trekker gekoppeld en kinnen zoals vermeld de respectieve bewerkingsorganen 3 via 15 de bovenbeschreven overbrenging vanaf de af takas van de trekker worden aangedreven. Hierbij roteren naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met een toerental van tenminste 400 omw./min. en in tegengestelde zin en worden door de werkzame delen van de tanden 6 van de respectieve bewerkings-. 20 organen 3 naast elkaar gelegen banen met een diameter van ongeveer 10 cm beschreven^ Bij een asafstand van ongeveer 15 cm kan bij een practisch aansluitende grondbewerking vermogen worden gespaard.
Tijdens het bedrijf heeft, zoals vermeld, het werkzame 25 deel 9 van een tand 6 een ten opzichte van de rotatie- richting B van een bewerkingsorgaan 3 slepende stand en kan door zijn specifieke conische uitvoering, waarbij de tand aan zijn ondereinde een relatief kleine diameter heeft zodat de conische zijde van de'tand een relatief steil verloop £ · " -i 30 heeft, gemakkelijk eventQeel zich aan de tand hechtend onkruid en/of gewasresteii naargeneden wordenbewogen_eb aldus worden gelost. Het stiftdeel 16 aan het ondereinde van het werkzame deel 9 van de tand 6 is uit duurzaam hard materiaal vervaardigd en kan met behulp van de boring 17 en 35 een daarin aan te brengen staafvormig deel gemakkelijk 781 07 1 6
: : I
f - . I;-# a
X
6 worden losgemaakt ter vervanging. Op deze wijze behoeft slechts een deel van de tand te worden vervangen. De in de bovenste helft van het werkzame deel 9 van de tand 6 aanwezige uitholling 13 maakt het mogelijk om met een 5 minimum aan materiaal het bovendeel van het werkzame deel van de tand toch een zodanige dikte te geven, dat voldoende stijfheid ontstaat, terwijl bovendien hierdoor een betere greep op de te verkruimelen aarde kan worden' verkregen, waarbij deze aardè tijdens het vloeien langs de begrenzing 10 van de min of meer cirkel vormige uitsparing een goede homogene verkruimeling kan worden gegeven. De centrale bevestiging van de tand 6 door middel van het bovenbeschreven bevestigingsdeel 7 dat met behulp van het door de moer '10 gevormde centrale klemmiddel en de opwaarts 15 gerichte nok 11 ten opzichte van het steundeel 4 aan het ondereinde van de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 is gefixeerd, geeft de mogelijkheid om een betrouwbare en toch goedkope tandbevestiging te verkrijgen, die zodanig is dat een eventuele vervanging van de gehele tand gemakkelijk kan 20 plaatsvinden. Verder is de kans gering dat stenen en dergelijke harde voorwerpen de draaiing van de tand tijdens het bedrijf kunnen blokkeren. De beschreven en afgebeelde tand is gemakkelijk door smeden te vervaardigen, terwijl de moer van de centrale bevestiging door zijn ligging in de 25 ruimte onder het bevestigingsdeel goed is beschermd tegen beschadiging .
Bij het in fig. 11 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat de tand 26 een werkzaam deel 27 dat eenzelfde conische uitvoering en opstelling heeft als bij de tand volgens het 30 voorgaande uitvoeringsvoorbeeld, terwijl de bevestiging van de tand eveneens op dezelfde wijze tot stand komt. Ook hier is het bevestigingsdeel 7 door middel van de centraal aahbrengbare moer 10 en'de naar boven gerichte nok 11 door klemming te fixeren. De moer 10 is bij dit uitvoerings-35 voorbeeld gelegen in een in de kromming 8 aanwezige uit- 78 1 07 1 6 :.- Κ ν ' 7 sparing 28 die aansluit op de ruimte aan de onderzijde van het bevestigingsdeel 7 die wordt begrensd door de wangen 14*
Het werkzame deel 27 van de tand 26 heeft geen uitholling doch is wel voorzien van het afneembare stiftdeel 16. Ook 5 bij dit uitvoeringsvoorbeeid verloopt het werkzame deel 27 van de tand zódanig, dat het een slepende stand inneemt ten opzichte van de draairichting B die een bewerkingsorgaan tijdens het bedrijf verkrijgt. De tand 26 is bij uitstek geschikt om te worden gebruikt op zeer zware gronden.
10 In fig. 12 is een tand 29 weergegeven, die practisch overeenstemt met de tand 26 bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeid. Echter is de overgang tussen bet bevestigings- :: deel 7 en het werkzame deel 30 korter en is de langs-hartlijn van het werkzame deel aan de bovenzijde dichter bij 15 de draaiingsas van het béwerkingsorgaan gelegen dan aan het vrije einde. De uitsparing 31 ia de overgang tussen het bevestigingsdeel 7 en het werkzame deel 30 sluit ook hier aan op de ruimte tussen &è wangen 14A aan de onderzijde van het bevestigingsdeel. De tand 32 volgens het in fig. 13 20 weergegeven uitvoeringsvoorbeeid is qua voim en opstelling gelijk aan de tand volgens fig. 12; deze tand heeft echter geen afneembaar stiftdeel 16. De werking van de tanden volgens de fig. 12 en 13 stemt in hoofdzaak overeen met de werking van de tand volgens fig. 11, echter hebben de 25 tanden volgens de fig. 12 en 13 een groter werkbereik.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
78 1 0 7 1 6

Claims (34)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel gelegerd, om een opwaartse as roteerbaar, aangedreven bewerkingsorgaan, dat is voorzien van slechts één tand, met het kenmerk, dat de tand is voorzien 5 van een bevestigingsdeel dat door middel van een centraal ten opzichte van de as gelegen klemmiddel aan de as van het bewerkingsorgaan is bevestigd,
1 ' 8 Conclusies :
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel van de tand met behulp van 10 een klemmiddel tegen een steundeel aan de onderzijde van de as van het bewerkingsorgaan is geklemd.
3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel gelegerd, om een opwaartse as roteerbaar, aangedreven bewerkingsorgaan, dat slechts één 15 tand omvat, met het kenmerk, dat de as een steundeel omvat dat is voorzien van een tap, met behulp waarvan een bevestigingsdeel van de tand tegen het steundeel klembaar is.
4. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de tand nabij het bevestigingsdeel 20 een ruimte omvat, waarvan de begrenzing het klemmiddel omgeeft.
5. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één in dit gestel gelegerd, om een opwaartse as roteerbaar, aangedreven bewerkingsorgaan, dat slechts één 25 tand omvat, met het kenmerk, dat de tand nabij het bevestigingsdeel een ruimte omvat waarvan de begrenzing een klemmiddel voor de fixatie van het bevestigingsdeel omgeeft.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de vorm van het bevestigings- 30 deel althans nagenoeg overeenstemt met de vorm van het steundeel aan de onderzijde van de as,
7. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat'het bevestigingsdeel, in boven- 78 1 0 7 1 6 Τ .:; '.-.'T · t' 9 .':'· aanzicht gezien, althans nagenoeg cirkelvormig is,
8. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2-7, met het kenmerk, :.dit' 'hét Icleimaiddel een moer omvat die kan samenwerken met ||n ziek op het steundeel aan de 5 onderzijde van de as kevi&aode tap, die door een centrale boring van het bevestigingsdeel i*eikt en is voorzien van schroefdraad. \
9. Grondbewerkingsmackine volgens een der conclusies 2 - 8, met het kenmerk, φΐ ket ibevestigngsdeel is voorzien :; 10 van een opwaarts gerichte! nok die kan samenwerken .met een * "!' i _.'jv overeenkomstige uitspariiig in het steundeel aan de onderzijde van de as.
10. Grondbewerkingsmackine volgens conclusie 9, met ket kenmerk, dat de opwaarts gerichte nok is voorzien van 15 opstaande zijden die naar boven convergeren.
11. Grondbewerkingsmackine volgens een der conclusies f 8 - 10, met ket kenmerk, Jdat ket bevestigingsdeel aan zijn bovenzijde om de central# boring enigszins is uitgekold. i
12. Grondbewerkingsmackine volgens een der voorgaande 20 conclusies, met ket kenmèrk, dat de tand is voorzien van een conisch werkzaam'deel mei een eltkans nagenoeg ronde dwarsdoorsnede, waarbij de ditoeter van de dwarsdoorsnede nabij de bovenzijde van het werkzame deel ten minste vijfmaal! de diameter van de dwarsdoorsnede nabij het ondereinde van I 25 'het werkzame deel is, t^wijl^ lengte van het werkzame deel meer dan vvij'ftaaai de diameter van de dwarsdoorsnede nabij f . . * . ‘ > de bovenzijde bedraagt. ΐ
13. Grondbewerkingsmackine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de diameter van de bovenste dwarsdoorsnede » 30 van het werkzame deel ongeveer achtmaal de diameter van de dwarsdoorsnede nabij hel ondereinde bedraagt. 4
14. Grondbewerkingsmackine volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het werkzame deel van de tand is I voorzien van een uitholling.
15. Grondbewerkingsmackine volgens conclusie 14, met ket 781 0 7 16 ï 1 kenmerk, dat de uitholling ten opzichte van de rotatie-richting van een hewerkingsorgaan aan de achterzijde van het werkzame deel is gelegen.
16. Grondhewerkingsmachine volgens conclusie 14 of 15, met 5 het kenmerk, dat de uitholling zich althans nagenoeg over de halve lengte van het werkzame deel uit strekt.
17. Grondhewerkingsmachine volgens een der conclusies 14 - 16, met het kenmerk, dat de uitholling zich in de bovenste helft van het werkzame deel bevindt en, van onderen JO naar boven gerekend, de diepte en de breedte van de uit-hollinf toenemen.
18. Grondhewerkingsmachine volgens een der conclusies 14 - 17, met het kenmerk, dat de uitholling in hoofdzaak cirkelvoimig is.
19. Grondhewerkingsmachine volgens een der conclusies 12 - 18, met het kenmerk, dat het werkzame deel van de tand aan de onderzijde is voorzien van een afneembaar stiftdeel.
20. Grondhewerkingsmachine volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de lengte van het stiftdeel ongeveer de helft 20 van de lengte van het werkzame deel bedraagt. *
21. Grondhewerkingsmachine volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de conische vorm van het stiftdeel op de conische vorm van het overige deel van het werkzame deel aansluit.
22. Grondhewerkingsmachine volgens een der conclusies 19-21, met het kenmerk, dat het stiftdeel uit slijtvast materiaal is vervaardigd.
23. Grondhewerkingsmachine volgens een der conclusies 19 - 22, met het kenmerk, dat het stiftdeel aan zijn hoven- * 30 zijde is voorzien van een van schroefdraad voorziene uitholling, waarmee een overeenkomstig gevormd uitsteeksel aan het ondereinde van het bovenste deel van het werkzame deel kan samenwerken.
24. Grondhewerkingsmachine volgens een der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat het werkzame deel op 781 07 1 6 ; -·ψ:-::··1 - - . '— . 11 V afstand van de as van het bewerkingsorgaan is gelegen en zijn onderzijde zich dichter bij de rotatieas van het bewerkingsorgaan bevindt &an de bovenzijde.
25. Grondbewerkingsmaehiiie volgens een der conclusies 5 1 - 23, met het kenmerk, dat het werkzame deel van de tand zich op afstand van de rotatieas van het bewerkingsorgaan bevindt en het werkzame deel aan de bovenzijde dichter bij de as van het bewerkingsoigaan is gelegen dan aan de onderzijde.
26. Grondbëwerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het werkzame deel van de tand ten opzichte van de draairichting van een bewerkingsoigaan slepend staat opgesteld.
27. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat het werkzame deel via een kromming overgaat in een bevestigingsdeel van de tand.
28. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4 of 5 en een der conclusies 14 - 27, met het kenmerk, dat onder het bevestigingsdeel een ruimte aanwezig is waarin het klem- 20 middel is opgesloten en d| ruimte wordt begrensd door wangen. ΐ
29. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meerdere bewerkingsorganen aanwezig zijn die in een aich dwars op de voortbewegings- ? -4--. >.·· . '>1 25 richting van de machine uit strekkende rij staan opgesteld en .4 de tanden van naast elkaai» gelegen bewerkingsorganen banen beschrijven die naast elkiar zijn gelegen.
30. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal in een zich dwars J>P &® voortbewegingsrichting van 30-· de machine uitstrekkende rij aangebrachte, om opwaartse assen roteerbare, aangedreven, van slechts één tand voorziene bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat de tanden van naburige bewerkingsorganèja tijdens bht bedrijf banen beschrijven die naast elkaar zijn gelegen.
31. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 78 1 07 16 conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen tijdens het bedrijf worden aangedreven met een rotatiesnalheid van meer dan 400 t/min.
32. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen de draaiingsassen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen ongeveer 15 cm bedraagt.
33. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het werkzame deel van de 10 tand op een afstand van de draaiingsas van het bewerkings-orgaan is gelegen, die minder dan 12 cm bedraagt.
34. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze achter de bewerkingsorganen is voorzien van een rol en aan de voorzijde van 15 aankoppelmiddelen voor aankoppeling van de machine aan de hefinrichting van een trekker. —O—O—O—o— 781 07 16
NL7810716A 1978-10-27 1978-10-27 Grondbewerkingsmachine. NL7810716A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810716A NL7810716A (nl) 1978-10-27 1978-10-27 Grondbewerkingsmachine.
GB7936819A GB2032744B (en) 1978-10-27 1979-10-24 Soil cultivating implements
DE19792943040 DE2943040A1 (de) 1978-10-27 1979-10-25 Bodenbearbeitungsmaschine
FR7926605A FR2439537A1 (fr) 1978-10-27 1979-10-26 Machine agricole pour la preparation des sols du type herse rotative
IT26838/79A IT1124682B (it) 1978-10-27 1979-10-26 Attrezzo per lavorazione del terreno con singoli denti bloccati sull'asse di rotazione

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810716A NL7810716A (nl) 1978-10-27 1978-10-27 Grondbewerkingsmachine.
NL7810716 1978-10-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7810716A true NL7810716A (nl) 1980-04-29

Family

ID=19831787

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7810716A NL7810716A (nl) 1978-10-27 1978-10-27 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (5)

Country Link
DE (1) DE2943040A1 (nl)
FR (1) FR2439537A1 (nl)
GB (1) GB2032744B (nl)
IT (1) IT1124682B (nl)
NL (1) NL7810716A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL192496C (nl) * 1982-12-20 1997-09-02 Texas Industries Inc Grondbewerkingsmachine.
NL192769C (nl) * 1984-01-12 1998-02-03 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
DE3538895A1 (de) * 1985-11-02 1987-05-07 Amazonen Werke Dreyer H Zinken fuer eine bodenbearbeitungsmaschine
GB8626626D0 (en) * 1986-11-07 1986-12-10 Dowdeswell Eng Co Ltd Cultivator blade mounting
NL8800289A (nl) * 1988-02-08 1989-09-01 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
FR2770365B1 (fr) * 1997-11-04 1999-12-31 Kuhn Sa Systeme de fixation pour des outils d'une machine agricole

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2088141A (en) * 1935-07-05 1937-07-27 Radial Tillers Ltd Rotary cultivator
US2680944A (en) * 1948-01-23 1954-06-15 Mathisen Arne Lars Flexible land clearing harrow
US3028919A (en) * 1960-11-04 1962-04-10 Smith Alexander Mower and hoe
NL7007690A (nl) * 1970-05-28 1971-11-30
NL7116820A (nl) * 1971-12-08 1973-06-13
NL168107C (nl) * 1972-03-03 1982-03-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
DE2256807A1 (de) * 1972-11-20 1974-05-30 Karl Elsner Reinigungsvorrichtung an bodenbearbeitungsmaschinen und geraeten
DE2360004A1 (de) * 1972-12-04 1974-06-06 Lely Nv C Van Der Bodenbearbeitungsmaschine
GB1460371A (en) * 1973-01-16 1977-01-06 Lely Nv C Van Der Coil cultivating implements
NL7403070A (nl) * 1974-03-07 1975-09-09 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL179780C (nl) * 1975-03-06 1986-11-17 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.

Also Published As

Publication number Publication date
DE2943040A1 (de) 1980-05-08
IT1124682B (it) 1986-05-14
GB2032744B (en) 1982-09-22
IT7926838A0 (it) 1979-10-26
FR2439537A1 (fr) 1980-05-23
GB2032744A (en) 1980-05-14
DE2943040C2 (nl) 1989-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7810716A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8202143A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301254A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8004888A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US4415041A (en) Minimum till rotary hoe
NL7810717A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US3106968A (en) Combination weeding and cultivating attachment for a towing vehicle
NL8203748A (nl) Ploeg.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
EP0305601B1 (en) A soil cultivating machine
US4042042A (en) Soil cultivating machines
NL8500135A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203749A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8105506A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
CH643432A5 (en) Agricultural machine for tilling pastures
NL8601573A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403369A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305600A1 (en) A soil cultivating machine
NL8602211A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701010A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701725A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9000990A (nl) Grondbewerkingsmachine.
BE1005570A5 (fr) Equipement pour tracteur destine au labourage.
NL8701878A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed