NL8101312A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents
Grondbewerkingsmachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8101312A NL8101312A NL8101312A NL8101312A NL8101312A NL 8101312 A NL8101312 A NL 8101312A NL 8101312 A NL8101312 A NL 8101312A NL 8101312 A NL8101312 A NL 8101312A NL 8101312 A NL8101312 A NL 8101312A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- machine according
- soil cultivation
- cultivation machine
- gearbox
- frame
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B33/00—Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
- A01B33/06—Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
- A01B33/065—Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B61/00—Devices for, or parts of, agricultural machines or implements for preventing overstrain
- A01B61/04—Devices for, or parts of, agricultural machines or implements for preventing overstrain of the connection between tools and carrier beam or frame
- A01B61/044—Devices for, or parts of, agricultural machines or implements for preventing overstrain of the connection between tools and carrier beam or frame the connection enabling a yielding pivoting movement around a substantially horizontal and transverse axis
- A01B61/046—Devices for, or parts of, agricultural machines or implements for preventing overstrain of the connection between tools and carrier beam or frame the connection enabling a yielding pivoting movement around a substantially horizontal and transverse axis the device including an energy accumulator for restoring the tool to its working position
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
Description
\ * * * C. van der lely ÏÏ.V., Y/everskade 10 Maasland.
"Grondbewerkingsmachine"
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en een aantal rotors die om opwaarts gerichte assen draaibaar in het gestel zijn ondersteund en zijn voorzien van ten minste één be-* 5 werkingsorgaan, terwijl een veerconstructie aanwezig is, die tijdens het bedrijf een rotor in zijn werkstand tracht te houden.
Bij bekende machines van deze soort kunnen, indien tijdens het bedrijf obstakels worden ontmoet, de rotors 10 ' tegen veerwerking in uitwijken, waarbij echter de grootte van de kracht, die de rotor na het uitwijken in zijn uit-gangsstand tracht terug te bewegen, sterk kan wisselen.
Bij de constructie volgens de uitvinding kan dit nadeel nu worden opgeheven doordat middelen aanwezig zijn 15 waarop de veerconstructie aangrijpt en met behulp waarvan bij een uitwijken van een rotor de veerkarakteristiek praktisch constant wordt gehouden.
Een verder aspect van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aan-20 tal rotors, die om opwaarts gerichte assen draaibaar in het gestel zijn ondersteund en zijn voorzien van tenminste één bewerkingsorgaan, terwijl de ondersteuning voor een rotor een tandwielkast omvat, die ten opzichte van het gestel van de machine verzwenkbaar 'is aangebracht tussen 25 steunplaten die aan de achterzijde van een gestel balk zijn gelegen. Op deze wijze kan een betrouwbare ondersteuning voor de verzwehkbare tandwielkasten van de rotors worden verkregen.
Aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld zal de 30 uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewer-kingsmaehine weer, voorzien van een constructie volgens de 8101312 * _ i
V
- 2 - uitvinding.
Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht volgens de pijl II in fig. 1.
Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht 5 weer volgens de lijn III - III in fig. 1, terwijl
Figuur 4 op grotere schaal een aanzicht weergeeft volgens de lijn IV - IV in fig. 1.
Figuur 5 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn V - V in fig. 1.
10 De in de figuren weergegeven inrichting "betreft een grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel dat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende, althans nagenoeg horizontaal gelegen gestelbalk 1 omvat. De gestelbalk 1 wordt gevormd door een 15 profielbalk die is vervaardigd uit plaatstaal en een U-vormige dwarsdoorsnede heeft. De gestelbalk 1 is zodanig aangebracht, dat de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekken, terwijl het deel dat de benen verbindt althans nagenoeg 20 vertikaal is gelegen en zich ten opzichte van de voortbewegingsrichting A aan de voorzijde bevindt. De benen van de genoemde profielbalk zijn nabij de einden althans nagenoeg haaks omgezet en door middel van bouten 2 bevestigd aan een zich althans nagenoeg in verticale richting uit-25 strekkende verstevigingsplaat 3, die de achterzijde van de balk afsluit.
Aan de achterzijde van de gestelbalk 1 zijn op de plaat 3 een aantal steunplaten 4 aangebracht, die zich in opwaartse, bijvoorkeur vertikale richting uitstrekken 30 en naar achteren zijn gericht. De aan de einden van de gestelbalk 1 gelegen steunplaten 4 zijn door middel van een haaks omgezet deel en de bouten 2 aan de plaat 3 bevestigd. Tussen de einden van de gestelbalk 1 zijn paren steunplaten 4 aangebracht, die per paar uit één stuk materiaal zijn 35 vervaardigd en waarbij om en om de afstand tussen de platen van een paar verschilt (fig. 1) . De grootste afstand tussen de steunplaten 4 van een paar bedraagt + 2 x de kleinste afstand tussen de platen van een paar. Paren steunplaten 4 8101 312 i t - 3 - met de grootste onderlinge afstand zijn, zoals verder uit fig. 1 blijkt, nabij de einden van de gestelbalk 1 gelegen.
De steunplaten 4 bebben, zoals uit de figuren 2 en 3 blijkt, een in hoofd zaak rechthoekig verloop waarbij aan de achter-5 zijde een van boven naar beneden en naar voren verlopende afschuining aanwezig is. Tussen de buitenste steunplaten 4 en een daartegenover gelegen steunplaat 4 van de buitenste paren en vervolgens tussen tegenover gelegen steunplaten van de respectieve paren, zijn tandwielkasten 5 aangebracht.
10 In elk van de tandwielkasten 5 is door middel van legers 6 en 7 een as 8 ondersteund, welke as tot buiten de tandwielkast steekt. De assen 8 in de resp. tandwielkasten 5 strekken zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan de gestelbalk 1 en zijn met hun langshartlijnen in eikaars verlengde gelegen.
15 De einden van de resp. assen 8 zijn voorzien van spie-gangen (fig. 5).
Binnen elke tandwielkast 5 is aan één zijde op de as 8 een conisch tandwiel 9 aangebracht, waarvan de naaf is omgeven door het leger 7» dat in een legerbuis 10 is 20 ondergebracht. Het legerbuis 10 is door middel van bouten 11 aan de zijkant van de tandwielkast 5 afneembaar aangebracht. Binnen elke tandwielkast 5 staat het conisch tandwiel 9 in aandrijvende verbinding met een conisch tandwiel 12 op een as 13, die zich haaks op de as 8 uitstrekt en tijdens het 25 bedrijf van de machine althans nagenoeg een verticale stand Inneemt. De as 13 is door middel van legers 14 en 15 ondersteund in een legerbuis 16 dat door middel van bouten 17 aan de onderzijde van elke tandwielkast 5 losneembaar is aangebracht. De respectieve tandwielkasten 5 zijn elk gelegerd 30 in daarvoor aanwezige uitsparingen in tegenover elkaar gelegen steunplaten 4, terwijl de assen van naast elkaar gelegen tandwielkasten 5 door middel van over de aan de einden van de assen 8 aanwezig spiebanen geschoven moffen 18 met elkaar zijn verbonden (fig. 5)· 35 Zoals uit figuur 1 blijkt, zijn naast elkaar ge legen tandwielkasten 5 spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar opgesteld. Hierdoor wordt bereikt dat tijdens het bedrijf via de conische tandwieloverbrenging St 12 in de betreffen-— de tandwielkasten aan de zich naar beneden uitstrekkende as- 8101312 *r . * - 4 - sen 13 een tegengestelde draairichting wordt gegeven. Elk van de naar beneden gerichte assen 13 maakt deel uit van een rotor 19, die is voorzien van een drager 20, welke aan het ondereinde van de as 13 is aangebracht en beugelvormig 5 is uitgevoerd met zich naar beneden uitstrekkende houders voor het opnemen van de bevestigingdelen van bewerkings-organen 21. Elk van de bewerkingsorganen 21 is voorzien-van een bevestigingsdeel dat is opgenomen en gefixeerd in een rechthoekige uitsparing van een bovengenoemde houder.
10 Zoals uit de figuren 2 en 4 blijkt, is elk van de bewerkingsorganen 21 juist onder het midden voorzien van een afgebogen deel waarop afneembaar en omkeerbaar d.m.v. bouten een beitelvormig deel 22 is aangebracht.
Zoals in de figuren aangegeven, nemen de bewer-15 kingsorganen 21 een dusdanige stand in dat het af gebogen deel ten opzichte van de rotatierichting B, die de rotor 19 tijdens het bedrijf krijgt naar voren is gericht. Aan de ten opzichte van de voortbewegingsrichting A achterste zijde is elke tandwielkast 5 voorzien van oren 23 die zich 20 vanaf het legerbuis 16 naar achteren uitstrekken. Tussen de oren 23 :is nabij de achterzijde door middel van een as 24, die zich horizontaal en dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt, een beugel 25 verzwehkbaar aangebracht.
De niet met elkaar verbonden benen van de beugel 25 die 25tussen de oren 23 tegen elkaar rusten, zijn elk nabij hun einden door middel van een as 26, die zich eveneens in horizontale richting en dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt scharnierend verbonden met een drukstuk 27 waarop hieronder nader zal worden ingegaan.
30 -Om de respectieve assen 26 is een arm 28 resp. 28A
verzwehkbaar. De armen 28 en 28A strekken zich bij de normale in figuur 3 weergegeven stand van een rotor 19 naar boven uit.- De bovenzijde van elke arm 28, respectievelijk 28A, is door middel van een zich dwars op de 35voortbewegingsrichting A uitstrekkende althans nagenoeg horizontaal gelegen as 29 verzwehkbaar aangebracht tussen de bovenzijde van de steunplaten 4.
Tussen de steunplaten 4 is een zich eveneens dwars op de voortbewegingsrichting A en evenwijdig aan de in het voorgaan- 8101312 * * - 5 - de genoemde assen 24, 26 en 29 gelegen as 30 aangebracht.
Nabij het midden is de as 30» die zich nabij de achter- en onderzijde van de steunplaten 4 bevindt doorboord. Door de boring is een bout 31 gevoerd die zich in de normale werk-5 stand van een rotor 19 althans nagenoeg in horizontale richting en in de voortbewegingsrichting A uitstrekt. De bout 31 is verder gevoerd door het drukstuk 27« Nabij het achtereinde is de bout 31 voorzien van een door middel van een moer 32 verstelbare aanslag 33· Tussen de aanslag 33 en het 10 drukstuk 27 dat over de bout 31 verschuifbaar is, is om de bout een schroefveer aangebracht, een en ander zodanig, dat het drukstuk 27 onder werking van de veer tegen de as 30 wordt gedrukt (fig. 3)· Op deze wijze wordt op de schamierconstruc-tie 35 gevormd door de beugel 25» de amen 28 en 28A en de 15 recht boven elkaar gelegen assen 24 en 29 via de enigszins naar achteren gelegen, zich nabij het midden tussen de assen 24 en 29 bevindende assen 26 door de veer 34 een kracht uitgeoefend, die een rotor 19 in zijn werkstand tracht te houden.
De assen van de twee aan weerszijden van het midden 20 van de gestelbalk 1 gelegen tandwielkasten 5 zijn zoals uit fig. 5 blijkt, met elkaar verbonden door middel van de naaf van een tandwiel 36 met rechte vertanding, welke naaf door middel van legers 37 is ondersteund in de wanden van een zich tussen de platen uitstrekkend deel van een verder boven de 25 steunplaten 4 gelegen tandwielkast 38, die door middel van steunen 39 aan de gestelbalk 1 is vastgezet. Het tandwiel 36 staat in aandrijvende verbinding met een identiek tandwiel 40. Het tandwiel 40 is aangebracht op een as 41 die zich evenwijdig uitstrekt aan de assen 8. Met één einde steekt 30 de as 41 buiten de tandwielkast 38 uit en reikt met dit einde tot in een aan één zijde van de tandwielkast gelegen huis van een toerenvariator 42. Binnen het huis van de toerenvaria-tor 42 is de as 41 voorzien van een tandwiel 43 dat in aandrijvende verbinding staat met een boven gelegen tandwiel 44 35 op een as 45, die met één einde reikt tot in de tandwielkast 38. Het huis van de toerenvariator 42 is aanéén zijkant afgesloten door middel van een afneembaar deksel, een en ander zodanig, dat de zich in het huis van de toerenvariator bevindende met elkaar in aandrijvende verbinding staande 8101 31 2 i * - 6 - tandwielen 43 en 44 kunnen worden vervangen door andere tandwielen voor het verkrijgen van verschillende overbreng-verhoudingen. De as 45 staat binnen de tandwielkast 38 via een conisch tandwiel 46 in aandrijvende verbinding met 5 een conisch tandwiel 47 op een as 48 die zowel aan de voor-als achterzijde uit de tandwielkast 38 steekt en in de voort-bewegingsrichting A van de machine is gericht. Het buiten de voorzijde van de tandwielkast 38 uitstekende einde van de as 48 kan door middel van een tussenas 49 met de aftakas van 10 een de inrichting tijdens het bedrijf voortbewegende trekker 50 worden verbonden. De gestelbalk 1 is voorzien van aan-koppelmiddelen voor aankoppeling van de machine aan de drie-puntshefinrichting van de trekker 50. De aankoppelmiddelen zijn ten opzichte van het midden van de gestelbalk 1 symme-15 trisch gelegen en omvatten twee op gelijke afstand van het midden gelegen paren oren 51» die aan de voorzijde van de gestelbalk zijn bevestigd en een beugelvormige bok 52 die op de bovenzijde van de gestelbalk 1 is aangebracht. De beugelvormige bok 52 heeft, zoals uit de figuren 1, 2 en 4 blijkt, 20 een gebogen verloop en is op gelijke afstanden van het midden door middel van steunen 53 met een strip 54 op de bovenzijde van een paar steunplaten 4 verbonden.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt: 25 Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de aankoppelmiddelen gevormd door de paren oren 51 en de bok 52 met de driepuntshefinrichting van de trekker 50 verbonden en kan vanaf de aftakas via de tussenas 49 en dein het voorgaande beschreven overbrenging elk van de rotors 19 30 via de conische tandwieloverbrengingen 9» 12 in de respectieve tandwielbakken 5 worden aangedreven in richtingen zoals met pijlen B in figuur 4 is weergegeven. Hierbij worden door naast elkaar gelegen, tegengesteld draaiende rotors 19» waarvan de draai ings as sen op een afstand van + 30 cm. van 35 elkaar zijn gelegen overlappende stroken grond bewerkt door middel van de bewerkingsorganen 21. Met behulp van de naar voren gebogen delen van de respectieve- bewerkingsorganen 21, die elk zijn voorzien van het beitelvormig deel 22, kan ’ 81013 12 » - 7 - zonder dat er eerst wordt geploegd, een veld direkt worden bewerkt.
In overeenstemming met de voortbewegingssnelheid kan met behulp van de in het voorgaande genoemde toeren-5 variator 41 een zodanig rotatiesnelheid aan de rotors 19 worden gegeven, dat deze aan de te bewerken grondsoort en de uit te voeren bewerking is aangepast. Zoals reeds vermeld, wordt tijdens het bedrijf een rotor 19 met behulp van de op de scharnierkonstruktie 35 werkende veerkonstruktie, welke 10 de veer 34 omvat, een zodanige kracht uitgeoefend, dat de rotor in zijn werkstand wordt gehouden, waarna de rotatieas gevormd door de langshartlijn van de as 13 praktisch vertikaal is gelegen.
Indien echter stenen of andere harde voorwerpen, 15 zoals wortels, in de grond voorkomen, kan wanneer deze harde objecten tussen twee naast elkaar gelegen rotors klemraken, of klem dreigen te raken, elke rotor 19 om een as die samenvalt met de langshartlijn van de door de respectieve assen 8 gevormde aandrijfas naar achteren verzwenken. Hierbij wordt 20 via de oren 23 op de beugel 25 een schuin naar achteren en naar boven gerichte kracht uitgeoefend, die de scharniercon-structie 35 welke door de assen 24, 26 en 29 gevormde, boven elkaar gelegen scharnierpunten omvat, in achterwaartse richting doet bewegen (zie fig. 3)« Hierbij wordt het drukstuk 27 langs 25 de door de bout 31 gevormde geleiding tegen de druk van de veer 34 naar achteren bewogen, waarbij de veer over een bepaalde afstand wordt samengedrukt. Indien de veer 34 over de genoemde afstand is ingedrukt, waarbij aanvankelijk slechts een relatief geringe verzwenking van de rotor 19 optreedt, 30 wordt bij een verder hoofdzakelijk omhoog bewegen van de rotor 19 de veer 34 vrijwel niet meer ingedrukt, zodat door de specifieke uitvoering van de scharnierkonstruktie 35, bij het verzwenken van een rotor de veerkarakteristiek van de veerkonstruktie praktisch gelijk blijft. Ha het lossen van 35 het obstakel kan de rotor onder invloed van de veer 34 on-middelijk in zijn uitgangsstand terugkeren.
Met behulp van de specifieke aanbreng van de rotors 19 wordt een machine verkregen, die op elke soort veld kan worden ingezet, waarbij het gevaar voor beschadiging 8101312 » * % * - 8 - van de respectieve rotors "bij het bewerken van velden met veel obstakels door stenen en wortelresten niet of praktisch niet aanwezig is.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, 5 doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
-Conclusies — 81 01312
Claims (27)
1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal rotors, die om opwaarts gerichte assen draaibaar in het gestel zijn ondersteund en zijn voorzien van ten minste één bewerkingsorgaan, terwijl een veerconstructie aan-5 wezig is, die tijdens het bedrijf een rotor in zijn werkstand tracht te houden, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn waarop de veerconstructie aangrijpt en met.behulp waarvan bij een uitwijken van een rotor de veerkarakteristiek praktisch constant wordt gehouden.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een ondersteuning van een rotor een tandwielkast omvat, die verzwenkbaar tussen opwaarts gerichte steunplaten is gelegen, welke steunplaten aan de achterzijde van een zich dwars op de voort bewegingsrichting van de ma-15 chine uitstrekkende gestelbalk zijn aangebracht.
3. G-rondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal rotors, die om opwaarts gerichte assen draaibaar in het gestel zijn ondersteund en zijn voorzien van ten minste één bewerkingsorgaan, terwijl de ondersteuning 20 voor een rotor een tandwielkast omvat, die ten opzichte van het gestel van de machine verzwenkbaar is aangebracht, met het kenmerk, dat de tandwielkast verzwenkbaar is aange-braeht tussen steunplaten die aan de achterzijde van een gestelbalk zijn gelegen. 25
4. G-rondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen zich ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de machine achter een tandwielkast bevinden.
5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4, met 30 het kenmerk, dat de middelen een scharnierconstructie omvatten, die tussen het gestel van de machine en de verzwenkbare tandwielkast is aangebracht.
6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de scharnierconstructie drie boven elkaar 35 gelegen, met elkaar verbonden scharnierpunten omvat, waarvan het onderste en bovenste scharnierpunt praktisch boven elkaar zijn gelegen, terwijl het middelste scharnierpunt verder 8101 3 12 % - 10 - naar achteren is gelegen dan de beide anderen.
7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het bovenste scharnierpunt op het gestel aanwezig is, terwijl het onderste scharnierpunt zich op de 5 tandwielkast bevindt.'
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de veerconstructie een veer omvat, die op het middelste scharnierpunt aangrijpt.
9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met 10 het kenmerk, dat het middelste scharnierpunt zich bevindt op een schuifstuk dat onder veerwerking langs een geleiding verschuifbaar is.
10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de geleiding zich tijdens normaal bedrijf 15 althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekt en verzwenk-baar ten opzichte van het gestel van de machine is ondersteund.
11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de zwenkas voor de geleiding zich vóór de scharnierpunten van de scharnierkonstruktie bevindt, 20
12, Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het middelste scharnierpunt zich ter hoogte van de zwenkas voor de geleiding bevindt.
13· Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 9 - 12, met het kenmerk, dat de veerkonstruktie 25 een schroef veer omvat, die tegen het schuif stuk en een aanslag rustend om de geleiding is aangebracht.
14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 - 13, . met het kenmerk, dat de steunplaten zich althans nagenoeg in vertikale richting en in de voortbewegingsrichting van 30 de machine uitstrekken.
15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de respectieve tandwielkasten schar-nierbaar in de platen zijn ondersteund.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 - 15, 35 met het kenmerk, dat telkens twee voor de ondersteuning van naast elkaar gelegen tandwielkasten aangebrachte platen uit één stuk materiaal zijn gevormd.
17· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, ...............8101312 - 11 - met het kenmerk, dat om en om paren platen zijn aangebracht die op een afstand van elkaar zijn gelegen, die groter is dan de afstand tussen de daartussen gelegen paren platen.
18. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17, 5 met het kenmerk, dat de grootste afstand + twee maal de kleinste afstand tussen twee naast elkaar gelegen platen bedraagt.
19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 - 18, met het kenmerk, dat een tandwielkast volledig tussen twee 10 steunplaten is gelegen.
20. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 2-19, met het kenmerk, dat elke tandwielkast een conische tandwieloverbrenging omvat, die in naast elkaar gelegen tandwielkasten zodanig is aangebracht, 15 dat twee naast elkaar gelegen rotors tijdens het bedrijf in tegengestelde zin worden aangedreven.
21. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat elk van de tandwielkasten een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrek- 20 kende as omvat en de assen van naast elkaar gelegen tandwielkasten door middel van spiegangen en moffen met elkaar zijn verbonden, een en ander zodanig, dat zij een aandrijfas voor de rotors vormen met een langshartli jn waarom de tandwiel-kasten individueel verzwehkbaar zijn.
22. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal rotors, die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van machine uitstrekkende rij naast elkaar zijn aangebracht en via een aan een tandwielbak aanwezige overbrenging om een opwaartse as aandrijf baar zijn, met het 30 kenmerk, dat de hartafstand van de opwaartse assen + 30 cm bedraagt en de tandwielkasten elk een dwarsas omvatten, welke assen door middel van spiegangen en moffen met elkaar zijn verbonden.
23. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 21 of 35 22, met het kenmerk, dat de assen van twee naast elkaar gelegen tandwielkasten nabij het midden via een toerenvariator in aandrijvende verbinding staan met een overbrenging in een tandwielkast, die een ingaande as omvat, die via een tussenas met de af takas van een trekker koppelbaar is. 8101312 - 12 -
24. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23» met het kenmerk, dat de toerenvariator zich aan een zijkant van de tandwielkast bevindt -
25. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaan- 5 de conclusies, met het kenmerk, dat een rotor twee diame traal tegenover elkaar gelegen be werking so rganen omvat, die zijn voorzien van een afneembaar beitelvormig orgaan.
26. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen nabij hun onderein- 10 de zijn voozien van een ten opzichte van de rotatierichting van een rotor naar voren gebogen einden waaraan het afneembare beitelvormige orgaan is bevestigd.
27. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. -o-o-o-o-o- 8101312.......................................
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8101312A NL8101312A (nl) | 1981-03-18 | 1981-03-18 | Grondbewerkingsmachine. |
EP19820200336 EP0060605B1 (en) | 1981-03-18 | 1982-03-17 | Soil cultivating implements |
DE8282200336T DE3265722D1 (en) | 1981-03-18 | 1982-03-17 | Soil cultivating implements |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8101312A NL8101312A (nl) | 1981-03-18 | 1981-03-18 | Grondbewerkingsmachine. |
NL8101312 | 1981-03-18 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8101312A true NL8101312A (nl) | 1982-10-18 |
Family
ID=19837186
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8101312A NL8101312A (nl) | 1981-03-18 | 1981-03-18 | Grondbewerkingsmachine. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0060605B1 (nl) |
DE (1) | DE3265722D1 (nl) |
NL (1) | NL8101312A (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2630879B1 (fr) * | 1988-05-04 | 1991-09-06 | Breton Fabr Mat Richard | Cultivateur rotatif polyvalent a rotors independants mobiles et orientables |
FR2642610B1 (fr) * | 1989-02-07 | 1991-05-17 | Kuhn Sa | Faucheuse avec dispositif de securite a declenchement |
CN111066383A (zh) * | 2019-12-20 | 2020-04-28 | 江艳芬 | 一种基于独立驱动系统的深松耕机及工作方法 |
KR102317898B1 (ko) * | 2019-12-26 | 2021-10-26 | 박재경 | 고랑 제초기 |
CN112586110B (zh) * | 2020-12-29 | 2024-05-28 | 四川中科谷丰农业机械有限公司 | 一种深松土方法 |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1506042A (en) * | 1922-11-16 | 1924-08-26 | Carl E Bauer | Cultivator |
US3949814A (en) * | 1974-03-13 | 1976-04-13 | J. I. Case Company | Spring automatic reset plow assembly |
NL178473B (nl) * | 1974-09-03 | 1985-11-01 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
DE2639272A1 (de) * | 1976-09-01 | 1978-03-09 | Amazonen Werke Dreyer H | Bodenbearbeitungsmaschine |
IT1125044B (it) * | 1979-03-07 | 1986-05-14 | Barato Paolo | Macchina multipla ad assi verticali per coltura a filari |
-
1981
- 1981-03-18 NL NL8101312A patent/NL8101312A/nl not_active Application Discontinuation
-
1982
- 1982-03-17 EP EP19820200336 patent/EP0060605B1/en not_active Expired
- 1982-03-17 DE DE8282200336T patent/DE3265722D1/de not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0060605A1 (en) | 1982-09-22 |
EP0060605B1 (en) | 1985-08-28 |
DE3265722D1 (en) | 1985-10-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8004449A (nl) | Roterende eg. | |
NL8100993A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8203046A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8101312A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8001383A (nl) | Meervoudige machine met vertikale assen voor het bewerken van landbouwgrond met rijen planten. | |
NL8400269A (nl) | Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine. | |
NL8800800A (nl) | Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid. | |
NL8303381A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8300154A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL7809814A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8903162A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8801489A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8602972A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8203045A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8701010A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8300682A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8403460A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8602211A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8700952A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8006776A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8403369A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8602430A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8700136A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL7811963A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8100845A (nl) | Grondbewerkingsmachine. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |