NL8403460A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8403460A
NL8403460A NL8403460A NL8403460A NL8403460A NL 8403460 A NL8403460 A NL 8403460A NL 8403460 A NL8403460 A NL 8403460A NL 8403460 A NL8403460 A NL 8403460A NL 8403460 A NL8403460 A NL 8403460A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
soil cultivation
machine according
cultivation machine
frame part
mass
Prior art date
Application number
NL8403460A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19844758&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8403460(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8403460A priority Critical patent/NL8403460A/nl
Priority to DE8585201848T priority patent/DE3575650D1/de
Priority to EP85201848A priority patent/EP0182432B1/en
Publication of NL8403460A publication Critical patent/NL8403460A/nl
Priority to US07/263,972 priority patent/US4884640A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/14Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/04Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
    • A01B49/06Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
    • A01B49/065Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven

Description

4 * C. van der Lely N.V., Maasland _
Grondbewerkingsmachine
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een zich dwars op de voortbewegings-richting van de machine uitstrekkend gesteldeel waarin een aantal naast elkaar aangëbrachte bewerkingsorganen draai-5 baar zijn aangebracht en het gesteldeel door middel van een achter de bewerkingsorganen gelegen steunorgaan, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt is ondersteund.
Bij bekende machines van deze soort kunnen, indien 10 in de ondergrond grote obstakels, zoals rotsblokken, voorkomen, beschadigingen van de bewerkingsorganen en zelfs van de aandrijving voor de bewerkingsorganen optreden.
Verder heeft men bij het bewerken van zware harde gronden soms te kampen met het probleem dat de 15 bewerkingsorganen minder gemakkelijk in de te bewerken grond te brengen en te houden zijn.
De in het voorgaande genoemde moeilijkheden kan men nu in aanzienlijke mate voorkomen, indien volgens de uitvinding middelen aanwezig zijn met behulp waarvan 20 een massa via het steunorgaan een opwaarts gerichte respectievelijk neerwaarts gerichte krachtcomponent op het gesteldeel kan uitoefenen. Door toepassing van deze constructie kan men naar keuze, afhankelijk van de heersende omstandigheden en de voorkomende grondsoorten 25 naar wens op het de bewerkingsorganen dragende gesteldeel een opwaarts gerichte kracht uitoefenen waardoor dit gestel indien de bewerkingsorganen op een hard obstakel stoten gemakkelijker naar boven kan uitwijken teneinde de bovengenoemde beschadigingen te voorkomen. Anderzijds 30 kan men indien een harde grond moet worden bewerkt een neerwaarts» gerichte krachtcomponent op het gesteldeel uitoefenen waardoor de bewerkingsorganen gemakkelijker in de grond dringen en ook blijven tijdens het bedrijf.
Aan de hand van enkele in de tekeningen weergegeven 35 uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
84 0 3 4 6 0 t ,* - 2 - - Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings- machine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed weer, voorzien van een constructie volgens de uitvinding, welke machine is gecombineerd met een werktuig in de vorm 5 van een zaaimachine
Fig. 2 geeft een zijaanzicht weer van hetgeen in Fig. 1 is afgebeeld
Fig. 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens fig. 2 van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van 10 een constructie volgens de uitvinding
Fig. 4 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IV
in fig. 3
Fig. 5 geeft een aanzicht weer volgens fig. 3 van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een constructie volgens de 15 uitvinding
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder bestemd voor de bereiding van een zaaibed.
De machine omvat een zich dwars op de voort-20 bewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 waarin op onderling gelijke afstand van bij voorkeur + 25cm een zich in opwaartse, bij voorkeur althans nagenoeg verticale richting uitstrekkende assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn ondersteund.
25 De bewerkingsorganen 3 omvatten elk een onder het gesteldeel 1 op het uit het gesteldeel uitstekende einde van de as 2 aangebrachte althans nagenoeg horizontale drager 4 die nabij de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van 30 tanden. Nabij de einden is het kokervormig gesteldeel 1 voorzien van zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende opwaarts gerichte platen 6 waarvan de onderzijde tot de onderzijde van het gesteldeel reikt. De platen 6 steken aan de bovenzijde voor meer dan de helft van hun hoogte 33 boven het gesteldeel 1 uit. Nabij de voorzijde is op enige afstand boven de voorzijde van het gesteldeel 1 (fig. 2) elke plaat 6 voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende tap 7. Om een tap 7 is 8403450 • * * - 3 - het vooreinde verzwenkbaar van een zich langs de binnenzijde van de plaat 6 naar achteren uitstrekkende arm 8. Elke arm 8 omvat een vanaf de door de tap 7 gevormde verzwenkbare bevestiging recht verlopend enigszins opwaarts gericht 5 gedeelte 9 dat juist achter de achterzijde van het gesteldeel 1 via een knik over gaat in een gedeelte 10, dat enigszins "naar beneden 'is gericht en een grotere breedte heeft dan het gedeelte 9. Aan het einde loopt het gedeelte 10 uit in een verbreding, die schuin naar boven en naar achteren is ge-10 richt. De onderzijden van de verbredingen aan het achtereinde van de armen 8 zijn met elkaar verbonden door een balk 11 die zich dwars op de voortbewegingsrichting A en zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekt...
Vóór de balk 11 zijn rechte plaatvormige steunen 12 15 aangebracht waarvan de langsrichting naar beneden verloopt en zich althans nagenoeg loodrecht op de langshartlijn van het achterste gedeelte 10 van de armen 8 uitstrekt. Tussen de onderzijden van de plaatvormige steunen 12 is door middel van assen 13 en in legerhuizen aangebrachte legers vrij 20 draaibaar een steunorgaan 15 aangebracht. Het steunorgaan wordt gevormd door een pakkerrol. De pakkerrol omvat een cylindervormig deel 16 waarop nabij de einden en verder op een afstand van elkaar, die althans nagenoeg overeenkomt met de afstand tussen de draaiingsassen van twee naast el-25 kaar gelegen bewerkingsorganen 3 kransen tanden 17 zijn aangebracht. Tussen de kransen tanden 17 zijn tot nabij de omtrek van het cylindervormig deel reikende afschrapers 18 aanwezig. Elk van de afschrapers 18 is aangebracht aan een tweetal zich schuin naar boven en naar achteren uit-30 strekkende dragers 19, die op afstand van elkaar zijn gelegen en door middel van een gemeenschappelijk klemstuk 20 en drie beugels 21 op de drager zijn vastgeklemd. De bovenzijden van de verbredingen aan de achterzijden van de armen 8 zijn met elkaar verbonden door middel van een pijpvormige 25 drager 22. De drager 22 is V-vormig met nabij het midden een knik (fig. 1) en is zodanig aangebracht, dat in zijaanzicht gezien de benen van de V zich vanaf de verbredingen schuin naar boven en naar achteren uitstrekken (fig. 2). De achterzijden van de platen 6 zijn achter het kokervormig s n
y ~ v T ' j U
V Ot - 4 - gesteldeel 1 voorzien van een aan elke zijde aangebrachte, naar boven verlopende strip, welke strippen aan de bovenzijde met elkaar zijn verbonden. De strippen vormen een geleiding 23 waartussen de armen 8 voor de rol ter hoogte van de over-5 gang van het gedeelte 9 in het gedeelte 10 zijn gelegen.
Elk van de strippen van de geleiding 23 is voorzien van rijen boven elkaar gelegen gaten 24, welke rijen achter elkaar zijn aangebracht, een en ander zodanig dat de gaten in de ene rij versprongen ten opzichte van de gaten in de 10 andere rij zijn gelegen (fig. 2). Door corresponderende gaten kan een pen 25 worden gestoken, een en ander zodanig dat door middel van de pen de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 instelbaar is doordat het gesteldeel dat ten opzichte van de armen 8 om de tappen 7 vrij verzwenkbaar is op de 15 bovenzijde van de armen rust tijdens het bedrijf.
De drager 22 is nabij het midden voorzien van een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende arm 26, die qua uitvoering praktisch overeenstemt met de armen 8. De arm 26 is eveneens nabij de voorzijde van het gesteldeel 1 20 door middel van een tap 27 verzwenkbaar aangebracht. De tap 27 is bevestigd aan de voorzijde van een plaat 28 die zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A en in opwaartse richting uitstrekt en op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is bevestigd. De langshartlijnen 25 van de tappen 7 en de tap 27, die een scharnieras van een scharnierende verbinding voor het gesteldeel vormen zijn in eikaars verlengde gelegen. Nabij het midden ter hoogte van de knik is de V-vormige drager voorzien van een beugel 29 met achterwaarts gerichte benen. De benen van de beugel 29 30 zijn voorzien van gaten voor een pen 30. Met behulp van de pen 30 kan een in lengterichting verstelbare trekarm 31 worden aangebracht van een met de machine te combineren werktuig, in dit geval een zaaimachine 32, die tijdens bedrijf door loopwielen 33 wordt ondersteund.
35 Aan de voorzijde van het gesteldeel 1 is een afscherming 34 aangebracht, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en door een hoekijzer wordt gevormd. De afscherming 34 bevindt zich ter hoogte van de dragers 4 van de bewerkingsorganen 3 en neemt tijdens het 0 Λ Π ^ Λ £
Y
• · s - 5 - bedrijf een stand in zoals in fig. 2 is weergegeven. Met behulp van de afscherming 34 kan worden voorkomen dat harde voorwerpen zoals stenen in de grond, tijdens het bedrijf tussen de dragers van de bewerkingsorganen en/of de dragers 5 en de onderzijde van het gesteldeel kunnen geraken. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is op elk van de assen 2 een tandwiel 35 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 met elkaar in aandrijvende 10 verbinding zijn. Nabij het midden is de as van een bewer-kingsorgaan 3 verlengd en reikt met deze verlenging in een tandwielkast 36 waarbinnen de as via een conische tandwieloverbrenging en een achter de tandwielkast gelegen toeren-variator 37 in aandrijvende verbinding staat met een zich 15 in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 38, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. De as 38 is door middel van een tussenas 39 met de aftakas van een trekker koppelbaar.
Nabij het midden van het gesteldeel 1 is een bok 40 20 aangebracht, die is voorzien van een driepuntsbevestiging voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt: 25
Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 40 met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld en kan het geheel worden voortbewogen in een richting volgens pijl A, waarbij via de tussenas 39 en de in het 2q voorgaande beschreven overbrenging de respect, bewerkingsorganen 3 worden aangedreven in tegengestelde richtingen ' (fig, 1), waarbij de bewerkingselementen 5 van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen tenminste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. Zoals reeds vermeld kan met behulp van 25 de rol 15 en de nabij de achterzijde van de platen 6 door de geleidingen 23 en de pen 25 gevormde verstelinrichting de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 worden ingesteld.
Tijdens het bedrijf rust het kokervormig gesteldeel 1 met de er in ondersteunde bewerkingsorganen 3 via de pen 25 04 0 3 4 §0 % __ - 6 - op de bovenzijde van de armen 8 waardoor de ingestelde werkdiepte tijdens het bedrijf blijft gehandhaafd. Indien echter één of meerdere bewerkingsorganen 30 op een zich in de bodem bevindend obstakel, bijvoorbeeld een groot rots-5 blok, stoten dan kan het kokervormig gesteldeel 1 om de nabij de voorzijde van het gesteldeel gelegen door de tappen 7 en de tap 27 gevormde scharnierende verbinding met de armen 8 met behulp van de geleidingen 23 in hoogte-richting bewegen. Deze beweging kan nu volgens de uit-10 vindingsgedachte worden ondersteund door het aanbrengen van een massa, die in bovenaanzicht gezien, is gelegen achter een vertikaal vlak A-A door de draaiingsas van de rol 15 en . een naar beneden gerichte krachtcomponent uitoefent. Een dergelijke krachtcomponent kan bijvoorbeeld worden ver-15 kregen via de massa van het bij dit uitvoeringsvoorbeeld weergegeven werktuig, dat wordt gevormd door de zaaimachine 32. Tijdens het voortbewegen van dit werktuig wordt op de drager 22, die tesamen met de armen 8, 26 en de balk 11 een draagconstructie 41 voor de rol vormt in het door de 20 beugel 29 gevormde aankoppelpunt dat achter het vlak A-A is gelegen en waar de massa (werktuig) aangrijpt, een kracht uitgeoefend met een neerwaarts gerichte component waardoor via de rol en de draagconstructie in de scharnierpunten tussen de armen 8 resp. de arm 26 en het koker-25 vormig gesteldeel 1 nabij de voorzijde op het gesteldeel een omhoog gerichte kracht wordt uitgeoefend. Hierdoor wordt in geval van de bovenbedoelde noodzakelijke hoogtebeweging van het gesteldeel ten opzichte van de armen deze beweging vergemakkelijkt en kan minder snel een beschadiging van de 30 bewerkingselementen en/of de aandrijving voor de bewerkingsorganen optreden. Het koppel, dat de bovengenoemde hoogtebeweging van het gesteldeel kan ondersteunen kan men uitgaande van het door de beugel 29 gevormde aankoppelpunt verkleinen, door dit punt in de richting van het vlak A-A 35 te verplaatsen. Het koppel wordt praktisch tot nul gereduceerd als het aankoppelpunt zich nabij het vlak A-A bevindt. Komt het aankoppelpunt vóór het vlak A-A te liggen dan gaat via de scharnlerverbinding met de draagconstructie 41 op de voorzijde van het gesteldeel 1 een neerwaarts gerichte g & fl * Λ β 0 % —--------- r Ό - 7 - kracht werken. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn indien harde gronden moeten worden bewerkt, daar hierdoor de bewerkingselementen 5 gemakkelijker in de grond zullen dringen en tijdens het bedrijf aanvullend naar beneden 5 worden gedrukt.
De boven besproken wijziging.van de ligging van het aankoppelpunt kan men verkrijgen met behulp van een constructie zoals als voorbeeld is weergegeven in fig.
3 en 4. Hierbij heeft men aan één zijde van de nabij het mid-10 den gelegen arm 26 een geleiding 42 aangebracht voor een van een aankoppelpunt 43 voorzien glijstuk 44. Het glijstuk 44 is door middel van een pen 45 en in de opstaande wanden van de U-vormige geleiding 42 aanwezige gaten 46 in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar (fig. 3), waar-15 bij men het in het voorgaande besprokene kan bereiken.
Zoals uit fig. 3 blijkt is bij dit uitvoeringsvoorbeeld de drager 22 vlak gelegen teneinde ruimte te maken voor de in lengte veranderbare trekarm 31. In plaats van de massa van een voort te bewegen werktuig kan men volgens de 20 uitvinding ook gebruik maken van bijvoorbeeld op het draagge-stel 41 aanwezige middelen voor het aanbrengen van een of meerdere als gewichten uitgevoerde massa's. Een dergelijk voorstel is afgebeeld in fig. 5. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is nabij elk van de einden van de rol 25 15 een om de as 13 van de rol verzwenkbare arm 47 aange bracht. De arm 47 is door middel van een stelhout 48 in meerdere standen ten opzichte van een aan de buitenzijde van een arm 8 aangebrachte om de draaiingsas van de rol gebogen beugel 49 brengbaar en vastzetbaar. De beugel strekt zich 30 over een omtrekshoek van + 90° uit en is met het middelpunt praktisch in het vlak A-A gelegen. Op de arm 47 kan men dan verschillende.-massa' s in de vorm van gewichten aanbrengen.
Zoals in de figuur is weergegeven kan een gewicht 50 zijn aangebracht, dat op de arm is geschoven en door middel 35 van een klembout 51 in meerdere standen ten opzichte van de arm vastzetbaar is. Op deze wijze kan men de grootte van het door de massa van het gewicht 50 veroorzaakte koppel, dat via de scharnierpunten tussen de draagconstructie 41 en het 8403460 ^ % I «v
A
- 8 - kokervormig gesteldeel 1 op het kokervormig gesteldeel wordt overgebracht, wijzigen en daarmede de grootte van de opwaarts gerichte krachtcomponent. Zo kan men bij het uit-voeringsvoorbeeld volgens fig. 5 uitgaande van de massa van 5 het gewicht 50 een maximaal opwaarts gerichte krachtcomponent verkrijgen door het gewicht nabij het einde van de arm 47 aan te brengen waarbij de arm zich bevindt in een stand als met getrokken lijnen is weergegeven. Wil men het koppel verminderen, dan kan men het gewicht 50 naar beneden ver-10 plaatsen en/of de arm 47 naar voren in de richting van het vlak A - A verzwenken. Eveneens is het mogelijk om het gewicht 50 in dezelfde stand te vervangen door een lichter of zwaarder gewicht.‘Bij het verplaatsen van de arm 47 naar voren, wordt de massa van het gewicht 50 in de richting van het 15 vlak A - A verplaatst. Indien het gewicht 50 zich ter hoogte van het vlak A - A bevindt, is het koppel praktisch tot nul gereduceerd. Bij het verder verzwenken van de arm 47 gaat dan een koppel werken, dat op het gesteldeel een krachtcomponent uitoefent, die naar beneden is gericht. Op deze wijze 20 kan men zoals in het voorgaande reeds vermeld, bij het bewerken van harde, zware gronden, een gemakkelijker in de grond brengen en houden van de bewerkingselementen 5 van de bewer-kingsorganen 3 verkrijgen.
Met behulp van de op het gesteldeel via de in het 25 voorgaande genoemde massa's op de draagconstructie uit te oefenen koppels is het eveneens mogelijk de rol 15 naar wens meer of minder zwaar te belasten waardoor een doelmatige aanpassing van de door de rol uit te oefenen druk aan de heersende omstandigheden en voorkomende grondsoorten, kan 30 worden verkregen.
Door de toepassing van de relatief grote ruimten tussen de kransen tanden 17 van de rol 15 kan worden bereikt dat minder gemakkelijk aarde of in de aarde voorkomende verontreinigingen tussen de kransen geraken en daardoor de wer-35 king van de rol ongunstig zouden kunnen beïnvloeden.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
-Conclusies- 8 4 Q ύ 4 5 0

Claims (24)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkend gesteldeel waarin een aantal naast elkaar aangebrachte bewerkingsorganen draaibaar zijn aan gebracht en het gestel- 5 deel door middel van een achter de bewerkingsorganen gelegen steunorgaan, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt is ondersteund, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan een massa via het steunorgaan een opwaarts gerichte resp. neerwaarts IQ gerichte krachtcomponent op het gesteldeel kan uitoefenen.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aangrijpingspunt van de krachtcomponent zich nabij de voorzijde van het gesteldeel bevindt.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 3_5 2, met het kenmerk, dat het aangrijpingspunt van de massa in meerdere punten ten opzichte van een vertikaal vlak, door een - punt- van het steunorgaan brengbaar is.
4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen een draagcon- 2Q structie omvatten, met behulp waarvan het steunorgaan scharnierend ten opzichte van het gesteldeel is aangebracht.
5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de scharnierende verbinding tussen de draagconstructie en het gesteldeel zich nabij de voorzijde van 25 het gesteldeel bevindt.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunorgaan wordt gevormd door een rol, die door middel van de draagconstructie verzwenkbaar ten opzichte van het gesteldeel is aangebracht, 3Q een en ander zodanig dat het gesteldeel tijdens bedrijf ten opzichte van de rol in hoogterichting beweegbaar is.
7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de rol door middel van tot de draagconstructie behorende armen nabij de voorzijde van hetgesteldeel 35 verzwenkbaar is aangebracht en ten minste één van de armen kan samenwerken met een aan het gesteldeel aangebrachte geleiding ten opzichte waarvan een beweging in neerwaartse richting is begrensd. fs f n t / λ λ 8. u c *:· o 0 % - 10 - *
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de geleiding is voorzien van een aantal boven elkaar gelegen gaten, waarin een met de bovenzijde van de armen samenwerkende aanslag aanbrengbaar is.
9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclu sies 4-8, met het kenmerk, dat de massa aangrijpt op de voor het steunorgaan aanwezige draagconstructie.
10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de massa wordt gevormd door een met de 10 machine te combineren en voort te bewegen werktuig en het aangrijpingspunt voor de massa een aankoppelpunt omvat, dat zich op de draagconstructie bevindt.
11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het aankoppelpunt zich nabij het 15 midden van een tot de draagconstructie behorende dwarsdrager bevindt.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusies 3 - 9, en conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het aankop pelpunt deel uitmaakt van een glijstuk, dat verstelbaar is 20 ten opzichte van een geleiding, die zich in de voortbewe- gingsrichting van de machine uitstrekt en tot voor het verti-kale vlak door de draaiingsas van de rol reikt.
13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het glijstuk door middel van een pen 25 in meerdere standen ten opzichte van de geleiding vastzet-baar is.
14. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 9-13, met het kenmerk, dat de massa wordt gevormd door een gewicht dat ten opzichte van het vertikaal vlak door 30 de draaiingsas van de rol verplaatsbaar is aangebracht.
15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de massa vóór respectievelijk achter het verticale vlak door de draaiingsas van de rol brengbaar is.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de massa verzwenkbaar is om een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkende as.
17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de as samenvalt met de rotatieas van 8403450 ' j N-/ J - 11 - de rol.
18. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de massa aanbrengbaar is op een arm die om een as voor de rol verzwenkbaar is.
19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de massa verschuifbaar is ten opzichte van de armen en in meerdere standen vastzetbaar is.
20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat verschillende gewichten op de arm 10 aanbrengbaar zijn.
21. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 18 - 20, met het kenmerk, dat de arm langs een beugel verstelbaar is, die zich over een omtrekshoek van + 90° uitstrekt.
22. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclu-15 sies 18 - 21, met het kenmerk, dat nabij elk van de einden van een rol een arm verzwenkbaar is aangebracht.
23. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de naast elkaar gelegen bewerkingsorganen om althans nagenoeg verticale assen 20 motorisch aandrijfbaar zijn en de machine met de driepunts-hefinrichting van een trekker koppelbaar is.
24. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. -o-o-o-o-o- 84 ö 3 4 60
NL8403460A 1984-11-13 1984-11-13 Grondbewerkingsmachine. NL8403460A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403460A NL8403460A (nl) 1984-11-13 1984-11-13 Grondbewerkingsmachine.
DE8585201848T DE3575650D1 (de) 1984-11-13 1985-11-12 Bodenbearbeitungsgeraete.
EP85201848A EP0182432B1 (en) 1984-11-13 1985-11-12 Soil cultivating implements
US07/263,972 US4884640A (en) 1984-11-13 1988-10-27 Soil cultivating implements

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403460 1984-11-13
NL8403460A NL8403460A (nl) 1984-11-13 1984-11-13 Grondbewerkingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403460A true NL8403460A (nl) 1986-06-02

Family

ID=19844758

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403460A NL8403460A (nl) 1984-11-13 1984-11-13 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4884640A (nl)
EP (1) EP0182432B1 (nl)
DE (1) DE3575650D1 (nl)
NL (1) NL8403460A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3751912T2 (de) * 1986-11-04 1997-03-06 Lely Nv C Van Der Bodenbearbeitungsmaschine zur Saatbettherrichtung
DE19705958A1 (de) * 1997-02-17 1998-08-20 Amazonen Werke Dreyer H Landwirtschaftliche Bestellkombination
US7640995B2 (en) * 2006-03-20 2010-01-05 Cnh America Llc Seedbed conditioning vertical tillage apparatus
CN107295839A (zh) * 2016-12-08 2017-10-27 东北林业大学 播种单体调正装置
US20180160614A1 (en) * 2016-12-09 2018-06-14 Cnh Industrial America Llc Strip tillage implement and method

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2691334A (en) * 1950-07-11 1954-10-12 Robert M Cannon Tractor-tread track digger
US3358777A (en) * 1965-07-02 1967-12-19 Portable Elevator Mfg Company Dolly wheel hitch
US3902437A (en) * 1970-07-30 1975-09-02 Der Lely Ary Van Cultivator and tractor combinations
US4059160A (en) * 1970-12-18 1977-11-22 C. Van Der Lely N. V. Rotary harrows
NL7314805A (nl) * 1973-10-29 1975-05-02 Lely Nv C Van Der Combinatie van twee grondbewerkingsinrichtingen.
NL180558C (nl) * 1975-01-07 1987-03-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
US4124078A (en) * 1975-06-02 1978-11-07 C. Van Der Lely N.V. Agricultural implements
DE2634688A1 (de) * 1975-08-21 1977-02-24 Lauri Johannes Junnila Kombinationsmaschine zur bodenbearbeitung sowie zum ablegen von saat und/oder duengemitteln
NL7510308A (nl) * 1975-09-02 1977-03-04 Lely Nv C Van Der Landbouwwerktuig.
NL183071C (nl) * 1975-12-02 1988-07-18 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7612404A (nl) * 1976-11-09 1978-05-11 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7613259A (nl) * 1976-11-29 1978-05-31 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
US4136741A (en) * 1976-12-03 1979-01-30 C. Van Der Lely N.V. Soil cultivating implement
NL190503C (nl) * 1980-08-29 1994-04-05 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL8102623A (nl) * 1981-05-29 1982-12-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL8103195A (nl) * 1981-07-03 1983-02-01 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL191167B (nl) * 1982-12-06 1994-10-03 Lely Nv C Van Der Samenstel van een rol en een zaaimachine.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0182432B1 (en) 1990-01-31
US4884640A (en) 1989-12-05
EP0182432A3 (en) 1987-08-19
EP0182432A2 (en) 1986-05-28
DE3575650D1 (de) 1990-03-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2891703C (en) Plough comprising a plurality of plough bodies attached to a plough bar
NL8401507A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL8204705A (nl) Grondbewerkingsrol.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8400171A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8903162A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204655A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9300659A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9200243A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8201055A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305601B1 (en) A soil cultivating machine
EP0305600B1 (en) A soil cultivating machine
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9101330A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9400177A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602430A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006603A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8700952A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192019C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.
NL8403369A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402020A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BI The patent application has been withdrawn