NL8006603A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8006603A
NL8006603A NL8006603A NL8006603A NL8006603A NL 8006603 A NL8006603 A NL 8006603A NL 8006603 A NL8006603 A NL 8006603A NL 8006603 A NL8006603 A NL 8006603A NL 8006603 A NL8006603 A NL 8006603A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
soil cultivation
cultivation machine
support
rod
Prior art date
Application number
NL8006603A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190657C (nl
NL190657B (nl
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8006603A priority Critical patent/NL190657C/nl
Priority to GB8136342A priority patent/GB2088683B/en
Priority to DE19813147721 priority patent/DE3147721A1/de
Priority to FR8122558A priority patent/FR2495430B1/fr
Priority to IT25478/81A priority patent/IT1139930B/it
Publication of NL8006603A publication Critical patent/NL8006603A/nl
Publication of NL190657B publication Critical patent/NL190657B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190657C publication Critical patent/NL190657C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/12Arrangement of the tools; Screening of the tools
    • A01B33/125Arrangement of the tools; Screening of the tools screening of tools rotating about a vertical shaft

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

/ * C. van der Lely ST.V.
Weverskade 10, Maasland.
"Grondbewerkingsmachine"
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine vóórzien van een zich dwars op de voort·?· bewegingsrichting uitstrekkend gesteldeel waarin naast elkaar een aantal om opwaarts gerichte assen draaibare, 5 van bewerkingsorganen voorziene rotors zijn aangebracht en nabij ten minste één einde van het gesteldeel een zich in opwaartse richting uitstrekkende, tijdens het bedrijf in hoogterichting beweegbare plaat is aangebraeht, die tijdens het bedrijf met de bewerkingsorganen van een buitenste 10 rotor samenwerkt.
Bij machines van deze soort, waarbij met behulp van de betreffende platen over het algemeen een zeer tevredenstellend resultaat wordt verkregen, kan het voorkomen dat bij het bewerken van velden met in de grond relatief 15 veel harde voorwerpen, zoals stenen en wortels, periodiek de nagestreefde samenwerking tussen de platen en de buitenste rotors wordt verstoord.
Met de constructie volgens de uitvinding kan een dergelijke verstoring nu worden voorkomen doordat middelen 20 aanwezig zijn met behulp waarvan de plaat tijdens het bedrijf althans nagenoeg evenwijdig aan zijn oorspronkelijke stand in buitenwaartse en in hoogterichting beweegbaar is aangebracht. Door toepassing van deze constructie kan de plaat, indien deze wordt gedwongen uit te wijken, zijn 25 oorspronkelijke stand ten opzichte van de bewerkingsorganen van een rotor blijven innemen, zodat ondanks het uitwijken de samenwerking met de bewerkingsorganen van een rotor praktisch maximaal kan worden gehandhaafd.
Aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden zal 30 de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht schematisch een grondbewerkingsmachine weer, voorzien van een constructie volgens de uitvinding.
8 00 6 60 3 , » f τ - 2 -
Figuur 2 geeft op grotere schaal een eerste uit-voeringsvoorbeeld weer van een bevestiging van een plaat volgens de uitvinding, terwijl
Figuur 3 een aanzicht is volgens de pijl III in 5 figuur 2.
Figuur 4 geeft op grotere schaal een tweede uitvoer ingsvoor beeld weer van een plaatbevestiging volgens de uitvinding, terwijl
Figuur 5 een aanzicht is volgens de pijl V in 10 figuur 4.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 waarin op onderlinge afstand van bij 15 voorkeur + 25 cm een aantal om opwaartse, bij voorkeur verti-kale assen 2 draaibare rotors 3 zyn aangebracht. Elk van de rotors 3 is voorzien van twee diametraal tegenover elkaar gelegen, als tanden uitgevoerde, bewerkingsorganen 4, terwijl naast elkaar gelegen rotors tijdens het bedrijf elkaar 20 overlappende stroken grond bewerken.
Aan de einden van het gesteldeel 1 zijn zich in opwaartse en in de voortbewegingsrichting uitstrekkende platen 5 aangebracht. Aan de voorzijde van de platen 5 zijn door middel van een bout 6 verzwenkbaar zich langs de 25 platen naar achteren uitstrekkende armen 7 aangebracht.
De armen 7 kunnen ten opzichte van de platen 5 in hoogte-riehting worden versteld en in meerdere standen worden vastgezet. Tussen de einden van de armen 7 is vrij draaibaar een rol 8 aangebracht, die aan de omtrek is voorzien van 30 langs element en in de vorm van staven of pijpen. Aan de einden van het gesteldeel 1 zijn zich in opwaartse- en in de voortbewegingsrichting uitstrekkende platen 9 aangebracht, die tijdens het bedrijf een stand innemen zoals in de figuur is weergegeven en met de bewerkingsorganen 4 van 35 de buitenste rotors samenwerken ter verkrijging van een verkruimeling en een regelmatige verdeling van de verkruimelde aarde aan de zijkanten van de in totaal door de ma- 8 0 0 6 60 3 * - m.
\ - 3 - chine bewerkte strook grond.
Elke plaat 9 is door middel van bouten 10 in hoogterichting verstelbaar aangebracht aan een drager 11♦
De drager 11 is aan de bovenzijde voorzien van op afstand 5 van elkaar aangebrachte, nabij de voor- resp. achterzijde gelegen steunen 12. Elk van de steunen 12 strekt zich vanaf de bovenzijde van de drager 11 althans nagenoeg evenwijdig aan een vlak door de rotatieassen 2 van de rotors 3 uit en verloopt vanaf zijn bevestiging zoals uit figuur 2 10 blijkt, enigszins schuin naar buiten. Aan de bovenzijde is elke steun 12 voorzien van een zwenktap 13, een en ander zodanig dat de langshartli jnen van de tappen 13 in eikaars verlengde zijn gelegen en een zwenkas vormen die zich althans nagenoeg horizontaal in de voortbewegings-15 riehting A uitstrekt. Elke tap 13 bevindt zich in een sleuf gat 14 waarvan de langshartli jn zich vanaf een einde van de machine gerekend schuin naar boven en naar buiten uitstrekt. De respectieve sleuven 14 zijn elk aangebracht nabij een einde van een steun 15, die op de bovenzijde van het 20 gesteldeel is bevestigd en zich in opwaartse richting uitstrekt. De steun strekt zich eveneens nagenoeg evenwijdig uit aan een vlak door de draaiingsassen van de rotors. Tussen de steunen 15 is een dwarsstuk 16 aangebracht.
Aan de bovenzijde van de drager 11 is aan de voorzijde 25 een trekveer 17 aangebracht, welke veer verder is bevestigd aan een steun 15 (figuur 2). Aan de plaat 5 is nabij de voorzijde elastisch materiaal 5A aangebracht, waartegen de drager 11 kan rusten. Op elk van de assen 2 van de rotors 3 is in het kokervormig gesteldeel 1 een 30 tandwiel 18 aangebracht, een en ander zodanig, dat de tandwielen van.naast elkaar gelegen rotors met elkaar in aandrijvende verbinding staan. De as van een nabij het midden gelegen rotor 3 is naar boven verlengd en reikt tot in een tandwielkast 19, waarbinnen deze as via een toeren-35 variator 20 in verbinding staat met een zich in de voort-bewegingsriehting A uitstrekkende as 21 die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. De as 21 is door middel van een tussenas 22 met de aftakas van een trekker koppelbaar.
8 0 0 6 60 3 • τ» - 4 -
Aan de voorzijde van het gesteldeel 1 is een hok 23 aangebracht voor aankoppeling van de machine met de drie-puntshefinrichting van een trekker.
Tijdens het bedrijf, waarbij de machine in een 5 richting wordt voortbewogen volgens pijl A, worden de respectieve rotors 3 nadat met behulp van de rol 8 aan de achterzijde hun werkdiepte is ingesteld, met behulp van de in het voorgaande beschreven overbrenging aangedreven in richtingen die met pijlen in fig. 1 zijn weergegeven.
10 Hierbij werken de tanden van de buitenste rotor met de platen 9 waarvan de hoogte naar wens instelbaar is samen, ter verkruimeling en regelmatige verdeling van de verkruimelde aarde. Tijdens deze samenwerking kan elke plaat 9 tegen de werking van de veren 17 in naar opzij uitwijken, waarbij 15 de plaat tevens in opwaartse richting wordt bewogen. Hierbij bewegen de respectieve tappen 13 in de door de sleuven 14 gevormde geleiding naar buiten en naar boven. Doordat de plaat 9 bij zijn zijwaartse beweging tegelijkertijd aan zijn bovenzijde naar boven kan uitwijken wordt bereikt dat de 20 plaat tijdens het bedrijf althans nagenoeg evenwijdig aan zijn oorspronkelijke stand kan uitwijken, zodat de voor samenwerking met de tanden van de buitenste rotors meest effectieve stand ook bij het uitwijken behouden kan blijven. Bij het uitwijken kan de drager 11 tevens verzwenken om een 25 as die wordt gevormd door de langshartlijnen van de tappen 13· Het verzwenken vergemakkelijkt het lossen van harde voorwerpen zoals stenen en wortels.
Bij het in fig. 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de drager 11 aan de voorzijde nabij de voor- en achter-30 zijde voorzien van een opwaarts gerichte steun 24. Elke steun 24 is nabij de bovenzijde voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen busvormige delen 25 die door middel van een dwars stuk 26 en een steun 27 met elkaar zijn verbonden en boven elkaar zijn aangebracht. Elk van de busvormige 35 delen 25 is verschuifbaar aangebracht om een schuin vanaf het einde van het gesteldeel 1 naar buiten en naar boven gerichte geleiding 28 resp. 29 in de vorm van een staafvormig deel. ΈΠν van de staven 28 en 29 is aan één einde ondersteund door middel van een op het gesteldeel 1 aangebrachte steun 30.
8 00 6 60 3 Λ i
V
- 5 -
Het andere einde van elk van de staven 28 en 29 is voorzien van een aanslag 31, terwijl tussen een busvormig deel 25 resp. de aanslag 31 om de staven drukveren 32 zijn aangebracht. De langshartlijnen van de staaf vormige delen 28 en 29 zijn 5 althans nagenoeg evenwijdig gelegen aan een vlak door de draaiingsassen van de rotors.
Ook tij dit uitvoeringsvoorbeeld kan de plaat aan zijn bovenzijde met behulp van de geleidingen 28 en 29 althans nagenoeg evenwijdig aan zijn oorspronkelijke stand 10 zodanig uitwijken, dat tegen de werking van de veren 32 een beweging optreedt die zowel een verplaatsing naar boven als naar opzij inhoudt en zijn oorspronkelijke stand behouden blijft. Doordat de platen 9 bij hun beweging naar opzij tevens schuin naar boven bewegen, wordt ook hier bereikt dat 15 de horizontale afstand waarover de plaat naar buiten beweegt relatief gering is, zodat bij een uitwijken van de plaat naar opzij voor harde voorwerpen, zoals stenen en wortels, dit uitwijken de samenwerking tussen de tanden van de buitenste rotors en de platen zo min mogelijk ongunstig beïnvloedt, 20 terwijl toch gemakkelijk de harde voorwerpen kunnen worden gelost.
De uitvinding is niet beprkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
-Conclusies- 800 6 60 3

Claims (20)

1. Grond.bewerkingsmach.ine voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkend gesteldeel waarin naast elkaar een aantal om opwaarts gerichte assen draaibare, van bewerkingsorganen voorziene rotors, zijn 5 aangebracht en nabij ten minste één einde van het gesteldeel een zich in opwaartse richting uitstrekkende, tijdens het bedrijf in hoogterichting beweegbare plaat is aangebracht, die tijdens het bedrijf met de bewerkingscrganen van eoi buitenste rotor samenwerkt, met het kenmerk, dat middelen aanwezig 10 zijn met behulp waarvan de plaat tijdens het bedrijf althans nagenoeg evenwijdig aan zijn oorspronkelijke stand in buitenwaartse-en in hoogterichting beweegbaar is aangebracht.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen een geleiding omvatten waar- 15 langs een drager voor de plaat in buitenwaartse- en hoogterichting beweegbaar is.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de geleiding zich nabij de bovenzijde van de drager bevindt. 20
4- Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat twee geleidingen aanwezig zijn die zich nabij de voor- resp. achterzijde van de drager bevinden.
5. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclu sies 2-4, met het kenmerk, dat de geleiding wordt gevormd 25 door een sleuf.
6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van een zwenktap die in de sleuf beweegbaar is.
7. Grondbeweikingsmachine volgens conclusie 6, 30 met het kenmerk, dat de zwenktap in de sleuf vrij draaibaar is gelegerd.
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de zwenktap wordt ondersteund door een steun op de bovenzijde van het gesteldeel.
9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclu sies 5-8, met het kenmerk, dat de sleuf is aangebracht in 8 00 6 60 3 - 7 - ï* een op de bovenzijde van het gesteldeel aangebrachte steun.
10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de steun zich althans nagenoeg evenwijdig aan een vertikaal vlak door de rotatieassen van de 5 rotors uitstrekt.
11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaat tegen veer- werking in naar buiten beweegbaar is.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, 10 met het kenmerk, dat tussen de bovenzijde van de drager voor de plaat en het gesteldeel een trekveer aanwezig is.
13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat een geleiding ten minste één staaf-voimig deel omvat.
14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat nabij de bovenzijde van een drager voor de plaat een bus is aangebracht die over het staaf-vormig deel verschuifbaar is.
15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, 20 met het kenmerk, dat om het staafvormig deel een tegen de bus rustende drukveer is aangebracht.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de veer is gelegen tussen het vrije einde van het staafvormig deel en de bus.
17. Grondbewerkingsmachine volgens een der con clusies 13 - 16, met het kenmerk, dat twee staafvormige delen boven elkaar zijn gelegen.
18. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de langshartlijnen van de staafvormige 30 delen zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrekken aan een vlak door de rotatieassen van de rotors.
19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17 en 18, met het kenmerk, dat de staafvormige delen door middel van een gemeenschappelijke steun op de bovenzijde van 35 het gesteldeel zijn ondersteund.
20. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het . voorgaande en weergegeven in de figuren. -o-o-o-o-o- 8 00 6 60 3
NL8006603A 1980-12-04 1980-12-04 Grondbewerkingsmachine. NL190657C (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8006603A NL190657C (nl) 1980-12-04 1980-12-04 Grondbewerkingsmachine.
GB8136342A GB2088683B (en) 1980-12-04 1981-12-02 Soil cultivation implements
DE19813147721 DE3147721A1 (de) 1980-12-04 1981-12-02 Bodenbearbeitungsmaschine
FR8122558A FR2495430B1 (fr) 1980-12-04 1981-12-02 Machine pour travailler le sol munie de plaques d'extremite
IT25478/81A IT1139930B (it) 1980-12-04 1981-12-04 Macchina per la lavorazione del terreno con rotori ad asse verticale,avente scudi lateriali mobili verso l'alto e lateralmente

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8006603A NL190657C (nl) 1980-12-04 1980-12-04 Grondbewerkingsmachine.
NL8006603 1980-12-04

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8006603A true NL8006603A (nl) 1982-07-01
NL190657B NL190657B (nl) 1994-01-17
NL190657C NL190657C (nl) 1994-06-16

Family

ID=19836281

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006603A NL190657C (nl) 1980-12-04 1980-12-04 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (5)

Country Link
DE (1) DE3147721A1 (nl)
FR (1) FR2495430B1 (nl)
GB (1) GB2088683B (nl)
IT (1) IT1139930B (nl)
NL (1) NL190657C (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0118868A3 (de) * 1983-03-09 1986-06-25 Rabewerk Heinrich Clausing Bodenbearbeitungsmaschine
NL8401597A (nl) * 1984-05-18 1985-12-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
DE3855904T2 (de) * 1987-03-10 1997-10-16 Lely Nv C Van Der Bodenbearbeitungsmaschine
DE202009009719U1 (de) * 2009-07-16 2010-11-25 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh Bodenbearbeitungsmaschine

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2354036A1 (fr) * 1976-06-11 1978-01-06 Kuhn Sa Attache souple pour deflecteur lateral de machine destinee au travail du sol
NL184346B (nl) * 1977-04-27 1989-02-01 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
DE2833399A1 (de) * 1978-07-29 1980-02-14 Amazonen Werke Dreyer H Kreiselgrubber

Also Published As

Publication number Publication date
NL190657C (nl) 1994-06-16
GB2088683B (en) 1984-06-20
GB2088683A (en) 1982-06-16
NL190657B (nl) 1994-01-17
IT1139930B (it) 1986-09-24
FR2495430B1 (fr) 1986-01-10
FR2495430A1 (fr) 1982-06-11
IT8125478A0 (it) 1981-12-04
DE3147721A1 (de) 1982-06-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100992A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8501109A (nl) Landbouwwerktuig.
NL8401507A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL8006603A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8004888A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7906631A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL8903162A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US4323125A (en) Rotary weeding machine
NL8203748A (nl) Ploeg.
NL8201055A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301236A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305601B1 (en) A soil cultivating machine
NL8403369A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305600B1 (en) A soil cultivating machine
NL8402020A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed.
NL9300659A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203749A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8602972A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192019C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.
NL8700952A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701777A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20001204