NL8401597A - Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. - Google Patents
Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8401597A NL8401597A NL8401597A NL8401597A NL8401597A NL 8401597 A NL8401597 A NL 8401597A NL 8401597 A NL8401597 A NL 8401597A NL 8401597 A NL8401597 A NL 8401597A NL 8401597 A NL8401597 A NL 8401597A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plate
- shaped member
- soil cultivation
- machine according
- cultivation machine
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B33/00—Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
- A01B33/08—Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
- A01B33/12—Arrangement of the tools; Screening of the tools
- A01B33/125—Arrangement of the tools; Screening of the tools screening of tools rotating about a vertical shaft
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
Description
C. van der Bely H.V., Maasland "Grondbewerkingsmachine in bet bijzonder voor de bereiding van een zaaibed"
De uitvinding beeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine in bet bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een aantal bewerkingsorganen die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine 5 uitstrekkende rij zijn aangebracht en om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en ten minste één met een buitenste bewerkingsorgaan samenwerkend plaatvormig orgaan aanwezig is, dat tijdens het bedrijf om een as verzwenkbaar is.
Bij grondbewerkingsmachines van deze soort heeft men 10 in de praktijk ten aanzien van de beoogde samenwerking tussen een plaatvormig orgaan en een buitenste bewerkingsorgaan zeer tevredenstellende resultaten verkregen. Echter is gebleken dat indien men op sterk uiteenlopende diepten werkt, de stand van het plaatvormig orgaan door verzwenking om de 15 as zich zodanig kan wijzigen dat de samenwerking tussen het plaatvormig orgaan en het buitenste bewerkingsorgaan minder effectief wordt.
De uitvinding beoogt nu een voorziening te treffen, met behulp waarvan het mogelijk is om bij verandering van 20 werkdiepte van de machine de meest effectieve stand van een plaatvormig orgaan voor samenwerking met een buitenste bewerkingsorgaan te handhaven.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de zwenkas in ten minste twee op verschillende hoogten gelegen 2'5 standen aanbrengbaar is. Hierdoor kan men - indien een werkdieptewijziging wordt doorgevoerd - de plaats van de zwenkas voor het plaatvormig orgaan zodanig kiezen, dat opnieuw een maximale samenwerking tussen het plaatvormig orgaan en een buitenste bewerkingsorgaan mogelijk wordt.
30 Volgens een verder facet van de uitvinding kan een verend mechanisme aanwezig zijn, dat een naar buiten ver-zwenken van een plaatvormig orgaan tegenwerkt en in elke stand van de zwenkas althans nagenoeg dezelfde voorspanning heeft. Hierbij kan het verend mechanisme tevens dienstdoen 35 voor het aanbrengen van het plaatvormig orgaan. Met behulp van deze constructie kan men een snelle verstelling van de 8401597 2 ,» « zwenkas voor het plaatvormig orgaan verkrijgen, waarbij het verend mechanisme tegelijk met de zwenkas wordt verplaatst, zodat ook in de nieuwe stand van het plaatvormig orgaan dit orgaan door middel van dezelfde veerspanning wordt belast.
5 Een verder facet van de uitvinding betreft een plaat vormig orgaan dat door verzwenking om zijn zwenkas in ten minste twee werkstanden brengbaar is. Op deze wijze kan men - indien een diepte-wijziging wordt doorgevoerd - de stand van het plaatvormig orgaan door het verzwenken om een as 10 zodanig wijzigen dat een nieuwe stand wordt verkregen waarin het plaatvormig orgaan opnieuw maximaal met een buitenste bewerkingsorgaan kan samenwerken. De term plaatvormig orgaan is gekozen om tot uiting te brengen dat organen bijv. gevormd door strippen of staven eveneens zijn inbegrepen.
1 5 J Aan de hand van een aantal in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings-machine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed 20 weer, welke machine is voorzien van een constructie volgens de uitvinding,
Fig. 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1
Fig. 3 geeft een aanzicht weer volgens de lijn 25 III - III in fig. 2
Fig. 4 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1 van een tweede uitvoeringsvoor-beeld volgens de uitvinding
Fig. 5 geeft een aanzicht weer volgens de pijl V in 30 fig. 4
Fig. 6 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1 van een derde uitvoeringsvoor-beeld volgens de uitvinding.
Fig. 7 geeft een aanzicht weer volgens de pijl VII 35 in fig. 6
Fig, 8 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in fig, 1 van een vierde uitvoerings-voorbeeld volgens de -uitvinding 8401597 3
Pig. 9 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IX
in fig. 8 terwijl
Fig. 10 een aanzicht weergeeft volgens fig. 8 met 5 een tweede werkstand van het plaatvormig orgaan.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
De machine omvat een zich dwars op de voor Ι-ΙΟ bewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1, waarin naast elkaar bewerkingsorganen 2 zijn ondersteund, welke bewerkingsorganen in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij zijn opgesteld en om opwaartse, bij voorkeur, verticale assen 3 aandrijf baar zijn.
15 De afstand tussen de draaiingsassen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 2 bedraagt bij voorkeur + 25 cm.
Elk van de bewerkingsorganen 2 omvat een, op het onder uit het gesteldeel 1 uitstekende einde van een as 3 aangebrachte, althans nagenoeg horizontale drager 4, die nabij 20 de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5, in de vorm van tanden.
De einden van het gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van zich in opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A van de machine 25 uitstrekkende platen 6. De platen 6 zijn elk nabij de voorzijde voorzien van een pen 7 waarom een zich langs de plaat naar achteren uitstrekkende arm 8 verzwenkbaar is. Elk van de armen 8 is nabij de achterzijde van de plaat 6, door middel van een schroefspindel 9 in hoogterichting verstelbaar. Tussen 30 de achtereinden van de armen 8 is vrij draaibaar een rol 10 aangebracht, met behulp waarvan de machine tijdens het bedrijf op de grond mist en waarmede door middel van de armen 8 en de schroefspindels 9, de werkdiepte-instelling van de bewerkingsorganen 2 kan plaats vinden, habi j de einden van het koker-35 vormig gesteldeel 1 is aan de bovenzijde een plaatvormig orgaan 11 verzwenkbaar aangebracht. De platen 11, die tijdens het bedrijf de in fig. 1 en 2 weergegeven stand innemen werken ter verkruimeling van de aarde en ter verdeling van de verkruimelde aarde met een buitenste bewerkingsorgaan 2 samen.
8401597
If s 4
Elke plaat 11 is althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A gelegen en neemt tijdens het bedrijf een althans nagenoeg verticale stand in. De platen 11 zijn aan de bovenzijde nabij de voorzijde voorzien van een arm 12 5 die zich schuin naar voren en naar boven en vervolgens dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt (fig. 1).
Het dwarsgelegen gedeelte 13 van elke arm 12 strekt zich uit over een afstand die althans nagenoeg gelijk is aan anderhalf maal de afstand tussen de assen van twee naast 10 elkaar gelegen bewerkingsorganen 2. Het gedeelte 13 van elke arm 12 gaat via een haakse ombuiging over in een zich in de voortbewegingsrichting naar achteren uitstrekkend deel 14 dat vrij draaibaar is ondersteund. Voor de vrij draaibare ondersteuning van het deel 14 van elke arm 12 zijn nabij 15 de voor- en achterzijde op het gesteldeel 1 naar boven uitstrekkende steunen 15 en 16 aangebracht. De voorste steun 15 is U-vormig en zodanig aangebracht dat de benen zich naar voren uitstrekken (fig. 1 en 3). In elk van de steunen 15 en . 16 zijn drie op gelijke afstand boven elkaar gelegen cirkel-20 vormige gaten 17 aangebracht, een en ander zodanig dat door corresponderende gaten het deel 14 van een arm 12 kan worden gestoken. Nabij de overgang van het gedeelte 13 en het deel 14 is elke arm voorzien van een verend mechanisme 18, dat voor het aanbrengen van het deel 14 tussen de benen van de 25 steun 15 wordt geschoven waarna de achterzijde van het deel 14 door middel van een door een boring gevoerde borgpen 19 wordt geborgd. Het verend mechanisme 18 dat als een geheel met het als zwenkas dienst doende deel 14 van de arm 12 is uitgevoerd en tevens voor het aanbrengen van de arm 12 dienst 30 doet, omvat een pen 20, die aan een einde een afgeronde kop 21 heeft en aan het andere einde is voorzien van een dop 22 bestaande uit elastisch materiaal, bij voorkeur rubber.
ïussen de kop 21 en een aanslag 23 is om de pen 20 een voorgespannen drukveer 24 aangebracht. De aanslag 21 35 is tesamen met een tegen de dop 22 rustende bus 25 tegen de druk van de veer 24 over de pen 20 verschuifbaar. De bus 25 is verbonden met een hefboom 26 die zich vanaf het onnder-steunde deel 14 naar boven uitstrekt. Voor het aanbrengen van de arm 12 wordt het verend mechanisme 18 door middel van 8401597 5 de pen 20 tussen de benen van de steun 15 gebracht. Hierbij rusten de kop 21 en de dop 22, doordat een geringe speling aanwezig is praktisch tegen de resp. benen van de steun. Op deze wijze wordt tevens een goede afscherming voor het verend 5 mechanisme verkregen.
Binnen het gesteldeel 1 is op elk van de assen 3 een tandwiel 27 aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op naast elkaar gelegen assen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Kabij het midden is de as van een bewerkings— 10 orgaan 2 verlengd en reikt tot in een tandwielkast 28 waarbinnen deze verlenging via een aan de achterzijde aangebrachte toerenvariator 29 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewegingsriehting A uitstrekkende as 30 die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Het 15 buiten de tandwielkast 28 uitstekende einde van de as 30 is via een tussenas 31 verbindbaar met de aftakas van een trekker. Habij de voorzijde van het gesteldeel 1 is een aan-koppelbok 32 aangebracht voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.
20 De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt:
Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 32 met de driepuntshefinrichting van de trekker gekoppeld en kan men vanaf de aftakas via de tussenas 31 en de in het 25 voorgaande beschreven aandrijving naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 2 in tegengestelde zin aandrijven, waarbij zij met de zich naar beneden uitstrekkende bewerkings elementen 5 elkaar overlappende stroken grond bewerken.
Zoals reeds vermeld kan de werkdiepte van de 30 bewerkings organen 2 worden ingesteld door middel van de rol 10 die met behulp van de armen 8 en de schroef spindels 9 in hoogterichting ten opzichte van het gesteldeel 1 kan worden versteld en vastgezet. Tijdens het bedrijf werken de buitenst e bewerkings organen 2 samen met de plaatvormige 35 organen 11 die de in de figuren weergegeven stand innemen. Hierbij wordt ook aan de buitenzijde de grond op doelmatige wijze verkruimeld en verdeeld, zodat een praktisch zelfde bewerking ontstaat als tussen twee met elkaar samenwerkende bewerkingsorganen 2.
8401597 6
Tijdens het bedrijf kan hef plaatvormig orgaan 11 tegen de werking van de voorgespannen veer 24 in om het zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkende deel 14 van de arm 12, dat door corresponderende gaten 17 in de steunen 5 15 en 16 is gevoerd en een zwenkas vormt, naar buiten ver-zwenken, een en ander zodanig, dat het orgaan tijdens het bedrijf zijn meest gunstige stand voor een effectieve samenwerking met de bewerkingselementen van het buitenste bewer-kingsorgaan kan behouden en de gewenste verkruimeling van 10 de aarde en de verdeling kan worden verkregen. Indien de werkdiepte van de machine wordt gewijzigd kan men bij de in het voorgaande beschreven constructie het zwenkpunt voor een plaatvormig orgaan aan deze werkdiepte-wi jziging aanpassen en wel door het zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkende, 15 als zwenkas dienstdoende, deel 14» na het verwijderen van de borgpen 19 tesamen met het verend mechanisme 18 d.m.v. de opening 17 in een in deze stand t.o.v. de steunen 15 en 16 aan te brengen en opnieuw door middel van het verend mechanisme 18 en de borgpen 19 te borgen. Op deze wijze, namelijk 20 door een hoogteverstelling van de zwenkas van de arm 12, kan worden bereikt dat bij iedere werkdiepte-verandering een praktisch verticale stand van een plaatvormig orgaan 11 kan worden gehandhaafd, waardoor de samenwerking tussen het plaatvormig orgaan en een buitenste bewerkings orgaan 2 25 maximaal kan zijn. In elk van de standen kan de plaat op de in het voorgaande beschreven wijze tegen de werking van de in dezelfde mate voorgespannen veer 24 van het verend mechanisme 18 uitwijken. Door de aanwezigheid van de voorgespannen veer 24 wordt een zodanige reactiekracht verkregen dat het 30 plaatvormig orgaan 11 voldoende resistentie heeft tegen een zijdelings uitwijken en de effectieve samenwerking tussen een bewerkings orgaan en de plaat niet ongunstig kan worden beïnvloed.
Bij dit uitvoeringsvoorbeeld kan het plaatvormig or-35 gaan 11 in een transportstand worden gebracht, die in fig.
2 met streeplijnen is aangegeven. Hiertoe kan het deel 14 na het verwijderen van de borgpen 19 samen met het verend mechanisme 18 worden losgenomen en na een verdraaiing over 180° opnieuw worden aangebracht. Hierbij komt het verend 8401597 7 mechanisme 18 onder het deel 14 te liggen. Een en ander is vanzelfsprekend alleen mogelijk indien men het deel 14 in een zodanig hooggelegen opening 17 van de respectieve steunen 15 en 16 aanbrengt, dat er voldoende ruimte overblijft voor 5 het tussen de benen van de steun 15 aanbrengen van het verend mechanisme 18.
Alhoewel niet nader weergegeven, kan voor de hoogte-verstelling van de zwenkas voor het plaatvormig orgaan 11 ook een voorziening zijn getroffen waarbij deze verstelling 10 continue kan plaatsvinden.
In de figuren 5 en 6 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven waarbij een plaatvormig orgaan 11 aan de bovenzijde is voorzien van op afstand van elkaar gelegen armen 33, die vanaf hun bevestiging een zich naar boven uitstrekkend 15 deel hebben, dat overgaat in een zich dwars op de voort-bewegingsrichting van de machine uitstrekkend deel 34. De einden van de armen 33 zijn haaks omgebogen zodat in eikaars verlengde gelegen assen 34 en 36 zijn gevormd, die een zich in de voortbewegingsrichtingsrichting van de machine uit-20 strekkende zwenkas voor een plaatvormig orgaan vormen. De as 35 aan de voorzijde is hierbij langer dan de as 36 (fig. 5)· De assen 35 en 36 die elk zijn voorzien van een aanslag 37 zijn in corresponderende openingen 17 brengbaar van de steunen 15 en 16. De voorste as 35 is hierbij voorzien van een boring 25 voor een borgpen 19 en een verend mechanisme 18, dat op dezelfde wijze is uitgevoerd en op dezelfde wijze met de voorste steun kan samenwerken voor het aanbrengen van het plaatvormig orgaan 11.
Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is de pen 20 van het 30 verend mechanisme 18 aan twee zijden voorzien van een uit elastisch materiaal gevormde dop 22. Het elastisch materiaal is ook hier bij voorkeur rubber.
De werking van het op de in de figuren 4 en 5 weergegeven wijze aangebrachte plaatvormig orgaan 11 is 35 hetzelfde als bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld is de zwenkas voor het plaatvormig orgaan 11 op verschillende hoogten brengbaar waarbi j steeds een constante voorspanning van de veer 24 aanwezig is.
In de figuren 6 en 7 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven 8401597
* V
8 waarbij met het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 1-3 overeenkomende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn op de bovenzijde van het gesteldeel 1 op dezelfde plaats als bij 5 het eerste uitvoeringsvoorbeeld steunen 15A en 16 aangebracht, die elk zijn voorzien van drie boven elkaar gelegen op gelijke afstand van elkaar aangebrachte openingen 17 waardoor het deel 14 van de arm kan worden gevoerd. Het deel 14 van de arm 12 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld nabij de voorzijde 10 voorzien van een naar beneden gerichte lip 38 die is bevestigd aan een bus 39. De bus 39 is aan de van het plaatvormig orgaan 11 afgekeerde zijde voorzien van een dop 40 bestaande uit elastisch materiaal, bij voorkeur rubber, een én ander zodanig, dat zoals in fig. 6 is afgebeeld, de 15 dop 40 kan rusten tegen een haaks naar voren omgezet, zich naar boven uitstrekkend deel van de steun 15A. Aan de onderzijde is een voor de bevestiging van de steun 15A aanwezige voet aan de van het plaatvormig orgaan 11 afgekeerde zijde voorzien van een pen 41, waarom een zich naar boven uitstrek-20 kende hefboom 42 verzwenkbaar is, welke hefboom door middel van een pen 43 en twee openingen 44 in een lip 45 nabij de bovenzijde van de steun 15A kan worden vastgezet. De onderzijde van de hefboom 42 is voorzien van een vorkachtig deel waarin door middel van een verstelbaar oog 46, een einde van 25 een trekveer 47 is aangebracht, welke trekveer met zijn andere einde is gehaakt in een gat in een lip 48 aan de onderzijde van het deel 14 van de arm 12. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld wordt het plaatvormig orgaan 11 tijdens het bedrijf door middel van de trekveer 47 in zijn gewenste stand gehouden, 30 waarbij de dop 40 tegen de steun 15A rust (fig. 6). Ihdien in verband met een werkdiepte-wijziging de zwenkas voor het plaatvormig orgaan 11 dient te worden versteld, kan men de pen 45 waarmee de hefboom 42 is vastgezet verwijderen zodat deze hefboom om de pen 41 in de richting van het plaatvormig 35 orgaan 11 kan verzwenken, waarbij de veer 47 zich ontspant. Hierna kan men door het uitnemen van de borgpen 19 het de zwenkas vormende deel 14 van de arm 12 uit de gaten 17 nemen en vervolgens in daar boven of daar beneden gelegen corresponderende gaten 17 van de steunen 15A en 16 brengen. Na het 8401597 •J- * 9 inbrengen van het deel 14 kan men dan opnieuw de veer 47 zijn spanning teruggeven door de hefboom 42 door middel van de pen 43 vast te zetten. De spanning van de veer 47 kan men in verband met de uitgevoerde verstelling, wijzigen door de 5 hefboom door middel van het tweede gat 44 en de pen 43 in een tweede stand vast te zetten. Op deze wijze kan men ook in de nieuwe stand ongeveer dezelfde veerspanning verkrijgen.
Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld kan men dus door verstelling van de zwenkas voor het plaatvormig orgaan 11 10 een effectieve aanpassing aan de diepte-instelling van de machine verkrijgen, zodat de plaat ook bij een wijziging van de diepte zijn meest effectieve stand voor de samenwerking met een buitenste bewerkingsorgaan kan blijven innemen.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld dat is weergegeven in 15 de figuren 8 - 10 is een plaatvormig orgaan 11 aan de bovenzijde nabij de voorzijde voorzien van een zich naar boven uitstrekkende arm 48, die zich vanaf zijn bevestiging over enige afstand naar boven uitstrekt en vervolgens haaks naar voren is omgezet. Het voorste deel 48A van de arm 48 vormt 20 een zwenkas en is gevoerd door een stripvormige steun 49 en door middel van een borgpen 5QA.aan de voorzijde vastgezet.
Aan de achterzijde is de zwenkas 4δΑ voorzien van een plaat 50 die zich vanaf de arm verbreedt en tegen de achterzijde van de stripvormige steun 49 is gelegen. De steun 49 is met zijn 25 andere einde bevestigd op een zich in de voortbewegingsrich-ting uitstrekkende as 51, die draaibaar is ondersteund in nabij de voor- en achterzijde van het gesteldeel 1 aangebrachte driehoekige steunen 52. Juist voor de voorste driehoekige steun 53 is de as 51 voorzien van een zich naar 30 boven uitstrekkende lip 53 die aan zijn einde is voorzien van een dop 54 bestaande uit elastisch materiaal, bij voorkeur rubber, een en ander zodanig dat bij een verzwenken van de steun 49 over + 180°, de dop 54 op de bovenzijde van het gesteldeel 1 komt te rusten.
35 Aan de voorzijde ter hoogte van de binnenste be grenzing van de plaat 50, is een steun 49 voorzien van een beugel 55 waarin een onder werking van een veer 55A staande, van een dwarsstuk voorziene pen 56 is ondersteund, welke pen reikt tot in een gat in de steun 49. De pen 56 is onder 8401597 * 10 werking van de veer 55A in een van twee "boven elkaar aan-gebrachte gaten 57 en 58 in de plaat 50 brenghaar. Boven de gaten is aan de bovenzijde van de plaat 50 een dakvormige aanslag 59 aangebracht, die kan samenwerken met een op de 5 bovenzijde van het gesteldeel 1 aangebrachte, uit kunststof, bij voorkeur rubber, gevormde dop 60. De onderzijde van de beugel 55 is voorzien van een haakvormig deel 61 voor de bevestiging van een einde van een trekveer 62, welke trekveer met zijn andere einde vast is aangebraeht aan een aan de 10 voorzijde van het gesteldeel 11 aanwezige, niet nader weergegeven steun. Met behulp van de onder veerwerking staande pen 56 en de gaten 57 en 58 in de plaat 50 kan het plaatvormig orgaan 11 door verzwenken om de door het deel 48 A van de arm 48 gevormde zwenkas, in twee verschillende standen 15 worden gebracht, een en ander zodanig dat hierdoor het plaatvormig orgaan bij verschillende werkdiepten van de machine zijn meest gewenste stand kan blijven innemen. De diepste stand van het plaatvormig orgaan 11 is in fig. 8 weergegeven. Hierbij bevindt de onder veerwerking staande pen 56 zich in 20 de bovenste opening 57 van de plaat 50 en rust tijdens het bedrijf de dakvormige aanslag 59 aan de achterzijde van de plaat op de uit elastisch materiaal gevormde dop 60 op de bovenzijde van het gesteldeel 1. Door middel van de trekveer 62 wordt er voor gezorgd dat het orgaan 11 een voldoende 25 resistentie heeft om een effectieve samenwerking met het buitenste bewerkingsorgaan mogelijk te maken. Ihdien men met de machine dieper wil werken kan men de pen 56 tegen de werking van de veer 55A in, naar voren trekken en vervolgens in het onderste gat 57 brengen. Hierbij verzwenkt de plaat 50 30 en daarmee het plaatvormig orgaan 11 om de zwenkas 48A en komt in een stand als in fig. 10 is weergegeven, waarbij het plaatvormig orgaan opnieuw een althans nagenoeg verticale stand, dat wil zeggen de meest gunstige stand ook bij de diepere grondbewerking, kan innemen. De onderste opening 57 35 in de plaat 50 heeft een zodanige diameter, dat de onder veerwerking staande pen 56 verder in de opening kan bewegen, waardoor deze pen kan dienst doen als aanslag en tijdens het bedrijf kan komen te rusten op de uit elastisch materiaal gevormde dop 60 aan de bovenzijde van het gesteldeel. Indien 8401597 Φ -¾ 11 men het plaatvormig orgaan 11 in de transportstand wil brengen, kan men het geheel verzwenken, tot de dop 54 tegen de bovenzijde van het gesteldeel komt te rusten en in deze stand onder werking van de trekveer 47 wordt gehouden.
5 De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
Conclusies 3401597
Claims (25)
- 9 - 12 - Conclusies :
- 1. Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een aantal bewerkings-organen die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij zijn aangebracht en om op- 5 waarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en ten minste één met een buitenste bewerkingsorgaan samenwerkend, plaatvormig orgaan aanwezig is, dat tijdens het bedrijf om een as ver-zwenkbaar is, met het kenmerk, dat de zwenkas in ten minste twee op verschillende hoogten gelegen standen aanbrengbaar 10 is.
- 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatvormig orgaan tegen veerwerking verzwenkbaar is en een verend mechanisme aanwezig is dat in elke stand van de zwenkas althans nagenoeg dezelfde voor-15 spanning heeft.
- 3. Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed voorzien van een aantal bewer-kingsorganen die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij zijn aangebracht en 20 om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en ten minste één met een buitenste bewerkingsorgaan samenwerkend plaatvormig orgaan aanwezig is dat tijdens het bedrijf tegen veerwerking in om een as verzwenkbaar is, met het kenmerk, dat een verend mechanisme aanwezig is dat met het plaatvormig 25 orgaan een eenheid vormt, die losneembaar resp. aanbrengbaar is.
- 4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het verend mechanisme tevens dienst doet voor het aanbrengen van het plaatvormig orgaan.
- 5. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zwenkas zich althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekt en hoger is gelegen dan een de bewerkingsorganen ondersteunend gesteldeel.
- 6. Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een aantal bewerkingsorganen die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij zijn aangebracht en 8401597 z2 * - 13 - om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en ten minste één met een buitenste bewerkingsorgaan samenwerkend plaatvormig orgaan aanwezig is, dat om een zich in de voortbewegings-richting van de machine uitstrekkende as verzwenkbaar is, 5 met het kenmerk, dat het plaatvormige orgaan door verzwen-king om de as in ten minste twee werkstanden brengbaar is.
- 7. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1- 5, met het kenmerk, dat ten minste één steun aanwezig is ten opzichte waarvan de zwenkas in meerdere standen breng-10 baar en vastzetbaar is,
- 8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat op een gesteldeel dat de bewerkingsorganen ondersteunt, twee achter elkaar gelegen steunen aanwezig zijn die zijn voorzien van met elkaar corresponderende boven 15 elkaar gelegen openingen voor het opnemen van de zwenkas.
- 9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2- 8, met het kenmerk, dat het verend mechanisme een geheel vormt met de zwenkas en met een steun kan samenwerken voor het aanbrengen van een plaatvormig orgaan.
- 10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de voorste steun U-vormig is uitgevoerd met zich naar voren uitstrekkende benen waartussen het verend mechanisme met geringe speling aanbrengbaar is en de zwenkas aan de achterzijde door middel van een borgpen 25 ten opzichte van de achterste steun is geborgd.
- 11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het verend mechanisme een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende pen omvat, die met geringe speling tussen de benen van de steun is gele-30 gerd en om de pen een veer is aangebracht tegen de werking waarvan een om de pen gelegen met een arm voor het plaatvormige orgaan verbonden bus verschuifbaar is.
- 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de verschuifbare bus zich aan de zijde 35 van het plaatvormig orgaan bevindt en de pen aan deze zijde is voorzien van elastisch materiaal.
- 13. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de zwenkas wordt gevormd door een zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkend deel 34015 δ7 - 14 - van een arm voor het plaatvormig orgaan, welk deel overgaat in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkend deel dat in bovenaanzicht gezien voor het gestel-deel is gelegen..
- 14. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, voor zover afhankelijk van conclusie 1, met het kenmerk, dat de zwenkas wordt gevormd door een zich in de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkend deel van een arm voor het plaatvormig orgaan, welk deel aan de voorzij- 10 de overgaat in een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkend gedeelte dat door middel van een trekveer is verbonden met een verzwenkbare hefboom, die zich bij een aangebracht plaatvormig orgaan in een vergrendelde stand bevindt.
- 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de arm verzwenkbaar is om een zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkende as, een en ander zodanig dat de verspanning kan worden weggenomen bij het verstellen van de zwenkas.
- 16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de zwenkas waarom het plaatvormig orgaan verzwenkbaar is, zich nabij een einde van een de bewer-kingsorganen dragend gesteldeel bevindt.
- 17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, 25 met het kenmerk, dat de zwenkas is aangebracht aan een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende steun , die om een zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkende as verzwenkbaar met de bovenzijde van het gesteldeel is verbonden.
- 18. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het plaatvormig orgaan is aangebracht aan een arm die ten opzichte van de steun verzwenkbaar is en in ten minste twee standen ten opzichte van de steun brengbaar en vastzetbaar is.
- 19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de arm aan de voorzijde is voorzien van een langs de steun beweegbare plaat waarin openingen zijn aangebracht waardoor een pen brengbaar is die eveneens brengbaar is door een opening in de steun. 8401597 - 15 -
- 20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de onderste opening een grotere diameter heeft dan de bovenste, een en ander zodanig dat de pen verder door de onderste opening reikt en hierbij dienst 5 doet als aanslag ter begrenzing van een neerwaarts bewegen van het plaatvormige orgaan.
- 21. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de pen kan samenwerken met op de bovenzijde van het gesteldeel aanwezig elastisch materiaal.
- 22. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 17 - 21, met het kenmerk, dat de as waarom de steun verzwenk-baar is zich op een afstand van het einde van het gesteldeel bevindt die plusminus gelijk is aan de afstand tussen de rotatieassen van twee naast elkaar gelegen bewerkingsorganen. 15 23. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 17 - 22, met het kenmerk, dat tussen de steun en de arm voor het plaatvormig orgaan een trekveer aanwezig is.
- 24. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de trekveer zich dwars op de voortbewe- 20 gingsrichting uitstrekt en lager is gelegen dan de zwenkas waarom het plaatvormig orgaan verstelbaar is.
- 25. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. -o-o-o-o-o- 8401597
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8401597A NL8401597A (nl) | 1984-05-18 | 1984-05-18 | Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. |
GB8511659A GB2158685B (en) | 1984-05-18 | 1985-05-08 | Soil cultivating implements |
DE19853516437 DE3516437C3 (de) | 1984-05-18 | 1985-05-08 | Bodenbearbeitungsmaschine, insbesondere Kreiselegge |
FR8507376A FR2564275B1 (fr) | 1984-05-18 | 1985-05-15 | Machine pour travailler le sol, en particulier pour la preparation d'un lit de semences |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8401597 | 1984-05-18 | ||
NL8401597A NL8401597A (nl) | 1984-05-18 | 1984-05-18 | Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8401597A true NL8401597A (nl) | 1985-12-16 |
Family
ID=19843970
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8401597A NL8401597A (nl) | 1984-05-18 | 1984-05-18 | Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3516437C3 (nl) |
FR (1) | FR2564275B1 (nl) |
GB (1) | GB2158685B (nl) |
NL (1) | NL8401597A (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3923223A1 (de) * | 1989-07-14 | 1991-01-24 | Amazonen Werke Dreyer H | Bodenbearbeitungsmaschine, insbesondere kreiselegge |
DE102017126050A1 (de) * | 2017-11-08 | 2019-05-09 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co. Kg | Bodenbearbeitungsmaschine |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8138215U1 (de) * | 1982-06-16 | Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen | Bodenbearbeitungsgerät mit rotierenden Werkzeugen | |
NL161967C (nl) * | 1970-12-21 | 1983-08-16 | Lely Nv C Van Der | Verbetering aan een grondbewerkingsmachine. |
US4042041A (en) * | 1971-12-08 | 1977-08-16 | Lely Cornelis V D | Rotary harrows |
US3944000A (en) * | 1974-04-16 | 1976-03-16 | Lely Ary Van Der | Rotary harrows |
NL7709867A (nl) * | 1977-09-08 | 1979-03-12 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
NL190657C (nl) * | 1980-12-04 | 1994-06-16 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
DE3308245A1 (de) * | 1983-03-09 | 1984-09-13 | Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen | Bodenbearbeitungsmaschine |
-
1984
- 1984-05-18 NL NL8401597A patent/NL8401597A/nl not_active Application Discontinuation
-
1985
- 1985-05-08 GB GB8511659A patent/GB2158685B/en not_active Expired
- 1985-05-08 DE DE19853516437 patent/DE3516437C3/de not_active Expired - Fee Related
- 1985-05-15 FR FR8507376A patent/FR2564275B1/fr not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3516437A1 (de) | 1985-11-21 |
FR2564275B1 (fr) | 1990-05-18 |
DE3516437C2 (nl) | 1994-09-01 |
FR2564275A1 (fr) | 1985-11-22 |
DE3516437C3 (de) | 1994-09-01 |
GB2158685B (en) | 1988-01-27 |
GB8511659D0 (en) | 1985-06-12 |
GB2158685A (en) | 1985-11-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0271119A1 (en) | A soil cultivating machine | |
NL8501109A (nl) | Landbouwwerktuig. | |
NL8401507A (nl) | Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. | |
EP0199406B1 (en) | A plough | |
NL8401597A (nl) | Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. | |
NL8800800A (nl) | Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid. | |
NL193433C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8601048A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8903162A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8400171A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL193084C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9300659A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9200243A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
EP0305601B1 (en) | A soil cultivating machine | |
NL8602005A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8403460A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
EP0666015B1 (en) | An agricultural machine | |
EP0305600B1 (en) | A soil cultivating machine | |
NL8006603A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
RU222866U1 (ru) | Универсальный комбинированный агрегат для разуплотнения и обработки почвы | |
NL8601943A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8006776A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL192019C (nl) | Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed. | |
NL8402020A (nl) | Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed. | |
NL8902832A (nl) | Landbouwmachine. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |