NL8502151A - Installatie voor sorteren van artikelen met zelfstandig aangedreven wagens. - Google Patents

Description

- 1 - φ *

Installatie voor sorteren van artikelen met zelfstandig aangedreven wagens.

De uitvinding heeft betrekking op een installatie voor het sorteren van artikelen, waarbij de wagens zijn voorzien van onafhankelijke aandrijfmiddelen.

In de installatie volgens de uitvinding bewegen 5 de rijtuigen langs een vaste baan, die bestaat uit een paar zijrails, waarop elke wagen steunt op vrijwielen, en uit een centrale rail, waarop de aandrijfwielen werken.

De inrichting is zodoende drastisch vereenvoudigd, 10 aangezien het mogelijk is om uit te sparen op de tractie- inrichtingen voor de wagens, hetgeen er in resulteert, dat de inrichting meer flexibel is en gemakkelijk aan te passen aan de diverse vereisten, lager in kosten is, terwijl het onderhoud gemakkelijker is.

15 Er zijn bekende inrichtingen voor het voeren en sorteren van artikelen van kleine voorwerpen, bestaande uit een aantal transportvlakken, platen of dergelijke, die gesleept worden over een vaste baan en gekoppeld met middelen, welke de voorwerpen op het geschikte 20 moment afladen.

Deze middelen bestaan in sommige gevallen uit inrichtingen, die er voor zorgen, dat de plaat naar één van beide zijden wordt gekanteld, of uit afstootelementen, die lopen langs het transporteurvlak en de voorwerpen 25 opzij af voeren, of in andere overeenkomstige systemen.

Bij al deze bekende inrichtingen worden de wagens aangedreven met behulp van kettingen of iets dergelijks door een enkele vaste motor.

Dit omvat vele nadelen: de aanwezigheid van continue 30 sleepmiddelen brengt complicaties met zich mee bij de constructieve eigenschappen, in het bijzonder in het geval van niet rechte banen; verder is het, wanneer er sprake is van defekt raken, nodig om de gehele inrichting stop te zetten, teneinde de defekte onderdelen te repareren 35 of te vervangen; in het geval van installaties van grote £ 50 2151 * \ - 2 - afmeting, waarbij er een aantal wagens zijn, zijn de aandrijfinrichtingen van aanzienlijke grootte, hetgeen zodoende het gewicht en de kosten van het gehele systeem beïnvloedt.

5 Teneinde de bovengenoemde nadelen te boven te komen, voorziet de onderhavige uitvinding in een installatie voor het sorteren van artikelen en kleine voorwerpen, waarbij een aantal wagens verschaft zijn met onafhankelijke aandrijfmiddelen, waardoor het mogelijk wordt gemaakt om 10 alle vaste delen van de inrichting aanzienlijk te vereenvoudigen. Dit maakt het mogelijk om de inrichting zelf snel aan te passen aan een of andere nieuwe eis, bijvoorbeeld door het variëren van de lay-out ervan of door het variëren van het aantal eenheden, dat de artikelen transpor-15 teert en ontlaadt.

Het gehele systeem is bovendien goedkoper en het onderhoud ervan gemakkelijk zonder de noodzaak om de installatie stop te zetten teneinde reparaties uit te voeren.

20 De uitvinding zal nu in detail worden beschreven uitsluitend aan de hand van een niet beperkend voorbeeld met verwijzing ndar de bijgêvoegde tekening. In de tekening toont: fig. 1 een aanzicht van boven van een installatie 25 volgens de uitvinding; fig. 2 een zijaanzicht in doorsnee van een paar wagens, gebruikt in de installatie volgens de uitvinding, waarbij de een de ander aandrjft, fig. 3 de doorsnede volgens lijn A-A van fig. 2, en 30 fig. 4 een aanzicht in doorsnee van de vaste con structie bij een installatie volgens de uitvinding.

De installatie omvat een vaste baan, in zijn geheel aangegeven met 1 in fig. 1, waarlangs een aantal wagens 2 bewegen, waarop de te sorteren artikelen zijn gelegd.

35 Baan 1 omvat (zie fig. 4) een frame 3, waaraan een paar zijdelingse bovenrails 4 zijn bevestigd en een binnenste onderrail 5. De rails 4, waarop de wagenwielen steunen, bestaan elk uit een zijwand 6, die nagenoeg vertikaal is.

Aan één van deze wanden 6 is een hoekijzer 7 bevestigd, 40 zodanig geplaatst, dat de horizontale flens ervan ligt 8502151 + * - 3 - boven rail 4, zoals te zien is in de tekening.

De binnenrail 5 daarentegen, welke in wezen in centrale positie ligt, heeft een T-vormige doorsnede.

Ten slotte zijn er langs de baan twee paren voedings-5 staven 8 en 9, bevestigd aan een steun 10, waarvan de funktie hierna zal worden toegelicht.

De wagens 2, die zich bewegen langs de aangegeven baan, kunnen aandrijfwagens zijn (zoals die aan de linkerzijde van fig. 2), of kunnen zijn aangedreven door de 10 eerste (zoals die aan de rechterzijde in dezelfde figuur}.

De aandrijf- en de aangedreven wagens zijn identiek, uitgezonderd voor wat betreft de aanwezigheid van de motoreenheid.

Elke wagen omvat (zie de fig. 2 en 31 een frame 11, 15 waarop aan éën zijde een vrijwiel 12 gemonteerd is, dat glijdt binnen de geleiding, gevormd door rail 4 en het hoekijzer 7, en aan de tegengestelde zijde twee paren vrijwielen 13 en 14, de eerste met vertikale en de tweede met horizontale assen.

20 De wielen 14 grijpen rail 4 aan, terwijl de wielen 13 de betreffende vertikale wand 6'aangrijpen.

De taak van al de bovengenoemde wielen is om het mogelijk te maken, dat de wagen loopt langs de baan, waarbij kantelen ervan wordt voorkomen.

25 Op frame 11 is een roterende riem 15 gemonteerd, welke het transportvlak vormt voor de artikelen, die moeten worden gesorteerd, en wordt aangedreven via een band 16 of iets dergelijks door een motor 17, die wordt gevoed vanuit de voedingsstaven 8 en de glijcontacten 18, 30 Motor 17 kan van elk bekend type zijn, maar bij voorkeur van het gelijkstroom-permanente-magneettype: als gevolg van zijn hoge acceleratie- en deceleratie-karakteristieken maakt deze het mogelijk, dat de artikelen, geplaatst qp riem 15, op meer nauwkeurige wijze worden ontladen.

35 Aan frame 11 kan met behulp van een verbinding 19 met twee scharnieren 2Q en 21 een motorgroep zijn gekoppeld in zijn geheel aangegeven met 22. Deze laatste omvat een frame 23, waarop het transmissiedrijfwerk en een elektrische motor 24 zijn gemonteerd. Deze laatste is afhangend bevestigd 40 aan het frame.

3 9 ή S * v ^ «Μ, l 0 j

V ''I

- 4 -

De motorgroep loopt langs de centrale rail 5, waarop zij gemonteerd is, via een paar vrijwielen 25 met horizontale as en twee paar eveneens vrijwielen 26 met vertikale as. De motortransmissiegroep is bevestigd aan 5 het overblijvende deel van het frame 23 door middel van elastische middelen 27 van bekende soort, zodat zij kan oscilleren ten opzichte van het frame 23 zelf. Het trans-missiedrijfwerk omvat een paar wielen 28, verbonden met motor 24, welke twee tandriemen 29 of dergelijke in bewe-10 ging zetten, die op hun beurt glijden op spanriemwielen 30 en 31 en een corresponderend aantal getande wielen 32 bedienen. Aan de assen van deze wielen zijn drijfwielen 33 bevestigd, die inwerken op het benedenoppervlak van de flens van de centrale rail 5. Tegenover gelegen aan 15 de flens zijn er een paar referentievrijwielen 36.

De voorziening, dat de motordrijfwerkgroep is bevestigd aan het frame 23 met elastische middelen, maakt het mogelijk, dat genoemde groep kan oscilleren ten opzichte van het frame zelf. Zodoende houdt het koppel, 20 dat uitgeoefend wordt door het gewicht van de afhangend gemonteerde motor 24, de wielen 33 constant aangedrukt te'gen de flens van rail 5, teneinde een voldoende adhesie te waarborgen en te compenseren voor de slijtage - zo aanwezig - van de delen, die in onderling contact staan.

25 De wagens zijn voorzien van gelede koppelingsorganen van bekende soort, teneinde de wederzijdse koppeling ervan mogelijk te maken, en van schokvrije legers 37 (zie fig. 2) vervaardigd van zacht materiaal. Tussen paren opeenvolgende wagens zijn er verder platen aanwezig, aangegeven met 38 30 in fig. 1, en schematisch daarin geïllustreerd, geplaatst direkt beneden de riemen 15. Deze platen hebben de funktie om het vlak, bestaande uit twee opeenvolgende riemen continu te maken, en enige spleten tussen de ene wagen en de daarop volgende te vermijden, in het bijzonder, wanneer 35 de laatste loopt langs gekromde banen.

De werking van de inrichting is als volgt:

Langs baan 1 beweegt zich een aantal wagens 2, aan elkaar gekoppeld door middel van gelede koppelorganen.

De wagens lopen langs geleidingen 4 en worden aange-40 dreven door de motormiddelen, aangebracht aan sommige ervan, 8502 1 5 1 c - 5 - en welke inwerken op de centrale rail 5. Het aantal aan-drijfwagens hangt af van het soort baan, het gewicht van de wagens en het gewicht van de te sorteren artikelen.

In de ruimte, omvat tussen één wagen en de daarop 5 volgende,zijn de platen 38 geplaatst, welke het transpor-teurvlak continu maken, zelfs, wanneer de wagens lopen langs gebogen wegen en daardoor van elkaar aan één zijde divergeren.

De werkingen van de installatie worden bestuurd 10 door elektronische inrichtingen van bekende soort. De te sorteren artikelen worden door êën of meer operateurs na een geschikte codebewerking elk neergelegd op een corresponderende wagen.

De besturingsinrichtingen zenden de voedings-15 spanning langs de staven 9 naar de motoren 24. Wanneer elke wagen passeert voor het gebied, waar het getransporteerde artikel moet worden afgeladen, zenden de besturingsinrichtingen aan de voedingsstaven 8 de stroom, nodig om motor 17 te laten werken.

20 Deze laatste doet de riem 15 roteren via band 16, waardoor het getransporteerde artikel wordt ontladen naar beide zijden van de baan.

Vanzelfsprekend zullen de voedingsstaven 8 discontinu zijn, en geplaatst voor de diverse ontladingsposten. 25 Gedurende het voortbewegen van de wagens is het het eigen gewicht van de afhangend gemonteerde motor 24, welke de drijfwielen 33 aangedrukt houdt tegen de flensrail 5.

De drijfwielen worden daardoor steeds aangedrukt 30 tegen rail 5 met constante kracht, ondanks de slijtage die kan optreden. Onder dergelijke omstandigheden is een apparaat zoals hetgeen in het bovenstaande werd beschreven, vanzelfsprekend uitzonderlijk flexibel; het is in feite mogelijk om voor dezelfde baan een verschil-35 lende hoeveelheid wagens te gebruiken in overeenstemming met de vereisten, waarbij geen tussenbeide-koming bij de installatie nodig is.

Elke wagen kan zijn voorzien van onafhankelijke motororganen, of een beperkt aantal van deze laatste 40 kunnen worden gebruikt? de beweegbare eenheid zal in dit 3532151 - 6 - geval bestaan uit een bepaalde hoeveelheid wagens, die getrokken worden door een aantal aandrijfwagens, geplaatst op regelmatige intervallen. Het is aldus mogelijk om uit te sparen op vaste motoren en aandrijfinrichtingen, die 5 noodzakelijkerwijze aan de baan bevestigd zouden moeten blijven; daarentegen is het mogelijk om naar wens de inrichting van de installatie te variëren door eenvoudig verplaatsen, toevoegen of wegnemen van rails, zonder dat enig ander'ingrijpen nodig is.

10 Aan de hand van de bovengegeven beschrijving zal het de vakman mogelijk zijn vele veranderingen en variaties aan te brengen, die alle geacht worden te vallen binnen het kader van de uitvinding.

- conclusies - S502151

Claims (11)

1. Installatie voor het sorteren van artikelen, van het soort, dat een aantal transportwagens bevat, die beweegbaar zijn over een vaste baan, gekenmerkt door de voorziening van onafhankelijke aandrijfmiddelen 5 voor alle of een gedeelte van genoemde wagens.

2. Installatie voor het sorteren van artikelen. volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat genoemde onafhankelijke aandrijfmiddelen bestaan uit een frame (23), verbonden met een wagen door middel van een 10 verbinding en beweegbaar langs een vaste rail (5), aan welk frame een motordrijfwerkgroep is opgehangen, waarbij de motor afhangend bevestigd is, zodanig, dat het gewicht van genoemde motor wordt gebruikt om een koppel voort te brengen, in staat om de drijfwielen aangedrukt te houden 15 tegen genoemde rail.

3. Installatie volgens êên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er een paar geleide·^ rails zijn voor de wagens, en ten minste één onderscheiden rail, waarop de drijfwielen werken.

4. Installatie volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door de voorziening van een roterende riem, gemonteerd op elke wagen, geschikt om aan beide zijden de getransporteerde artikelen te ontladen, welke riem wordt bekrachtigd door motormiddelen, gemonteerd 25 op genoemde wagen.

5. Installatie volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat genoemde motormiddelen bestaan uit een gelijkstroom-permanente-magneetmotor.

6. Installatie volgens één der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk,, dat er langs de baan der wagens is voorzien in onderscheiden voedingsstaven voor de wagenaandrijfmotor en de aandrijfmotor van de roterende 8502151 - 8 - riemen.

7. 'Installatie volgens êên der voorgaande conclusies, gekenmerkt door de voorziening tussen paren continue wagens van platen, geplaatst direkt onder de 5 roterende riemen, teneinde de continuïteit van de transporteurvlakken te waarborgen.

8. Installatie volgens êén der voorgaande conclusies, gekenmerkt door de voorziening van legers van elastisch materiaal, bevestigd aan de kopzijden van 10 elke wagen.

9. Installatie voor het sorteren van artikelen van het soort, dat een aantal wagens omvat, die beweegbaar zijn langs een vaste baan, gekenmerkt door de volgende voorzieningen: 15 a) een baan, bestaande uit een paar geleiderails voor genoemde wagens, met ten minste een derde rail, geschikt om te worden aangegrepen door de motormiddelen, b) een aantal wagens, gekoppeld aan elkaar door middel van gelede koppelorganen, voorzien van vrijwielen, 20 uitgevoerd om te lopen langs genoemde geleiderails, c) één of meer motorgroepen, bestaande uit een frame, in staat om te glijden langs genoemde derde rail, aan welk frame een motordrijfwerkgroep is opgehangen, bestaande uit ten minste één drijfwiel, geschikt om 25 wisselwerking uit te voeren met genoemde rail, en een motor voor het bekrachtigen van genoemd drijfwiel, welke motor afhangend gemonteerd is, zodat het gewicht ervan wordt gebruikt voor het creëren van een koppel voor het aangedrukt houden van genoemd drijfwiel tegen de 30 rail, waarbij genoemde motorgroepen zijn aangebracht aan even zoveel wagens.

10. Installatie volgens de voorgaande conclusies, waarbij de wagens zijn gelegen langs een vaste geleiding, met het kenmerk, dat de koppelingsorganen 35 tussen aangrenzende wagens zijn geplaatst verbonden met de hoeken van de wagens, die zijn gezet aan het binnen- 8502151 - 9 - gedeelte van de baan.

11. Installatie volgens de voorgaande conclusies, waarbij de wagens bewegen langs een gesloten baan, bestaande uit twee steunrails, met het kenmerk, dat de 5 rail, die aan de binnenzijde van de baan is, eveneens dienst doet als geleiderail voor de wagens. 8502151