NL8502755A - Inrichting voor het transporteren en sorteren van artikelen, die voorzien is van automatisch gedreven wagens. - Google Patents

Description

i · - 1 -

Inrichting voor het transporteren en sorteren van artikelen, die voorzien is van automatisch gedreven wagens.

De uitvinding betreft een inrichting voor het transporteren en sorteren van artikelen, welke inrichting voorzien is van motorisch gedreven transportwagens.

Dit maakt het mogelijk om het vaste deel van de 5 inrichting lichter en„eenvoudiger te maken en als zodanig te laten bestaan uit een eenvoudig spoor of rails, waarover de wagens kunnen voortbewegen. Aldus kan de installatie eenvoudiger en sneller worden aangepast aan de verschillende gebruikseisen, zowel met betrekking IQ tot het ontwerp, wanneer het zeer eenvoudig is om de baan te veranderen, als met betrekking tot de capaciteit, wanneer het mogelijk is om de hoeveelheid transportwagens naar wens te veranderen zonder tussenkomst van andere delen van de installatie, die noodzakelijk, zijn.

15 Er zijn sorteermachines bekend, waarbij artikelen

Op transportvlakken worden gelegd, die gedwongen worden om te worden voortbewogen langs een vaste baan, bestaande uit een aantal verzamelstations, waarin de artikelen worden afgeladen na een geschikt coderen op het tijdstip 20 van opladen door middel van drukelementen, of door het transportvlak te kantelen, of door middel van andere systemen.

Bij al deze bekende Inrichtingen zijn de wagens gemonteerd op losse wielen en wordt hieraan een beweging 25 medegedeeld door middel van éën of meer vaststaande motoren, die tractiemiddelen zoals kettingen en dergelijke, die gekoppeld zijn aan de wagens, bedienen. Deze oplossing vindt in het bijzonder toepassing in het geval van eenvoudige banen zoals rechte banen of liever korte 3Q banen.

In het geval, dat de baan daarentegen bochten, aftakkingen, gebogen delen, of delen, die op verschillende hoogten zijn Ingesteld, omvat, wordt de toestand aanzienlijk gecompliceerder: het is dan nodig om de baan 35 te verdelen In een aantal secties en zorg te dragen voor een geschikte koppeling tussen een sectie en een volgende, ï'Si 2 75 5 k f - 2 - hetwelk tot gevolg heeft, dat de inrichting omvangrijk, zwaar en kostbaar wordt, en bovenal, dat een nauwgezet onderhoud vereist is.

Bovendien zal het wanneer er aan de baan verande-5 ringen moeten worden uitgevoerd, het dikwijls noodzakelijk .zijn om de gehele installatie te herstructureren.

De uitvinding heeft ten doel bovengenoemde problemen op te lossen door te voorzien in een inrichting voor het transporteren en sorteren van artikelen, welke 10 inrichting is toegerust met transportwagens, die voorzien zijn van een onafhankelijke motor, zodat het vaststaande deel van de installatie enkel bestaat uit een geleidings— rails, waarover de wagens voortbewegen. Op deze wijze is het mogelijk de tractie-organen uit te sparen teneinde 15 de onderhoudswerkzaamheden aanzienlijk te reduceren en als gevolg van de eenvoudige installatieconstructie onmiddellijk tussenbeide te komen in het geval, dat veranderingen van enigerlei soort verlangd worden.

De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht 20 aan de hand van een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen. Hierin toont: fig. 1 een bovenaanzicht van een wagen in de inrichting volgens de uitvinding, 25 fig. 2 een vertikale doorsnede van de inrichting volgens de uitvinding, en fig. 3 een vertikale doorsnede van de inrichting volgens fig. 2 langs een vlak, dat loodrecht staat op het voorgaande.

30 In de inrichting volgens de uitvinding bestaat de baan uit een geleidingsrail, aangeduid met het ver-wijzingsgetal 1, die gevormd wordt door een paar hoek-staalprofleien 2, die bevestigd zijn aan een voet 3 op een bepaalde afstand van elkaar verwijderd en zodanig geplaatst, 35 dat hun flenzen 4 naar buiten uitsteken.

Langs de geleidingsrail 1 lopen een aantal wagens 5. Elke wagen bestaat uit een frame 6, waaraan paren assen 7 zijn bevestigd, die even veel leiwielen 8 dragen.

Deze wielen dragen de wagen en werken aan weerszijden op 40 de flenzen 4 van de geleidingsrail 1.

§502 75 5 I * '1 - 3 - * Aan het frame 6 zijn verder een paar assen 9 bevestigd, die in hoofdzaak. vertikaal lopen en aan de uiteinden waarvan leiwielen 10 zijn bevestigd, die tussen de hoekstaalprofielen 2 in lopen.

5 m het geval van automatisch gedreven wagens (zoals weergegeven in de tekeningen! is aan het frame 6 verder een elektromotor 11 of dergelijke krachtbron bevestigd, die door tussenkomst van een reduktiedeel 12 een paar tandwielen 13 bedient, die gespied zijn op 10 assen 14, waarop verder drijfwielen 15 zijn bevestigd, die evenals de voorgaande werkzaam zijn op ëên van de flenzen 4 aan weerszijden. Uiteraard kunnen in het geval van voortgetrokken wagens de wielen 15 worden vervangen door evenveel leiwielen 8. De motor 11 wordt 15 via schuifcontacten 16 gevoed vanuit voedingsstaven 17, die parallel zijn*geplaatst met de geleidingsrail 1.

Boven het frame 6 bevindt zich het transportvlak 18, dat van een bekend type kan zijn en bijvoorbeeld kan bestaan uit een kantelbare plaat of een vaststaand 20 vlak waarop een drukelement voortbeweegt, of een roterende band, die bediend wordt door een onafhankelijke motor, die eveneens via schakelcontacten gevoed wordt vanuit de voedingsstaven.

Met de voorzijden van de wagens zijn naar boven 25 uitstekende wanden 19 verbonden, die gevormd zijn uit flexibel materiaal en die dienen om de ruimte tussen twee opeenvolgende wagens op te vullen teneinde een continuïteit van de vlakken, waarop de objecten zijn geplaatst, te waarborgen en te verhinderen, dat de 30 objecten in deze tussenruimte vallen.

Verder zijn tussen de wagens verbonden koppelings-organen 20 aangebracht. Gedurende het in werking zijn lopen de wagens, die onderling verbonden zijn, langs de geleidingsrail 1, welke wagens de te sorteren artikelen 35 dragen.

De wagens kunnen elk voorzien zijn van een eigen motor, doch het is ook mogelijk dat aandrijfmotoren kunnen wisselen met één of meer voortgetrokken wagens.

Een kenmerk van de uitvinding bestaat hierin, dat het 40 motororgaan zodanig aan de wagens is bevestigd, dat het 350:? 75 5 - 4 - *» / vaststaande deel van de Installatie juist beperkt wordt tot de geleidingsrail, hetwelk hét mogelijk maakt om vaste motoren en wagentractieorganen te besparen.

Aldus zal doordat het beweegbare deel van de 5 inrichting onafhankelijk Is van het vaststaande het mogelijk zijn om elke gewenste verandering aan een eenheid uit te voeren zonder dat de gehele installatie hierdoor wordt beïnvloed.

Bijgevolg zal het eenvoudig zijn om de baan te 10 veranderen door hetzij de rail 1 te laten afbuigen in overeenstemming met de behoeften, hetzij aftakkingen toe te voegen en de lengte daarvan te vergroten of te verkleinen zonder dat hierbij de beweegbare delen op enigerlei wijze behoeven te worden beïnvloed.

15 Even zo zou het aantal wagens kunnen worden ver groot of verkleind in afhankelijkheid van de verlangde installatlecapaclteit zonder dat hierbij enigerlei beïnvloeding van de baan nodig is. Dit maakt een maximum flexibiliteit van de gehele inrichting mogelijk en de 20 meegaandheid hiervan met de verschillende behoeften van het bedrijf in zeer korte tijdsperioden en zonder bijzondere problemen. Verder leidt de constructie tot een lichter, eenvoudiger, goedkoper en meer gereduceerd onderhoud.

25 Het zal duidelijk zijn, dat de vakman verschillen de wijzigingen zou kunnen aanbrengen zonder hierbij buiten het kader van de uitvinding te treden.

- conclusies - 8502755

Claims (6)

1. Inrichting voor het transporteren en sorteren van artikelen, hierdoor gekenmerkt, dat een aantal wagens aanwezig zijn, die beweegbaar zijn langs een vaststaande baan en waarvan ten minste een gedeelte is voor- 5 zien van onafhankelijke motororganen, welke wagens verder voorzien zijn van organen voor het transporteren en uitladen van de artikelen in een tevoren bepaald punt van de baan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, hierdoor g e k e n-10 merkt, dat een geleidingsrail aanwezig is, die bestaat uit een paar hoekstaalprofielen, die op geringe afstand van elkaar verwijderd zijn geplaatst, alsmede wagens voor het transporteren van artikelen, die voorzien zijn van een aantal paren leiwielen, die geschikt zijn om langs 15 de geleidingsrail te lopen, en verder voorzien zijn van ten minste ëën paar drijfwielen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, hierdoor gekenmerkt, dat in ëën of meer wagens motororganen zijn aangebracht, die een paar tandwielen bedienen, 20 die met elkaar in ingrijping zijn en gekoppeld zijn met even veel drijfwielen, die tegenover elkaar werkzaam zijn op een geleidingsrail.

4. Inrichting volgens conclusie 3, hierdoor gekenmerkt, dat de motororganen bestaan uit een elektro- 25 motor, die via schakelcontacten gevoed wordt vanuit voedingsstaven, die evenwijdig met de baan hierlangs zijn geplaatst.

5. Inrichting volgens ëën der voorgaande conclusies, hierdoor gekenmerkt, dat aan de voorzijden 30 van de wagens naar boven uitstekende delen zijn aangebracht, die gevormd zijn uit flexibel materiaal.

6. Inrichting volgens ëën der voorgaande conclusies, hierdoor gekenmerkt, dat aaneengevoegde koppe- 8S 0 2 7 5 5 V ψ Μ - β - lingsorganen zijn aangebracht voor het koppelen van elke wagen met de volgende. 85 ö 2 7 5 5