NL8204082A - Inrichting voor het selecteren en sorteren van voorwerpen. - Google Patents

Description

' I

-1- 22745/CV/tl

Korte Aanduiding: Inrichting voor het selecteren en sorteren van voorwerpen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het selec-5 teren en sorteren van voorwerpen van het type bestaande uit een aantal transportvlakken,welke langs een vaste baan worden getrokken en in staat zijn om de gedragen voorwerpen te ontladen bij vooraf bepaalde ontlaadstations.

Ieder van deze vlakken bestaat uit een kleine draaiende bandtrans-10 porteur,aangedreven door een electromotor,bij voorkeur een gelijkstroom- motor. Een speciaal kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding is de mogelijkheid welke iedere band heeft om te worden gecontroleerd onafhankelijk van alle andere banden en op een andere wijze,zodat schuifbe-weging kan worden geregeld in de ene of de andere richting en met ver-15 schillende snelheden al naar het ontladen vereist .

Een ander kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding is dat deze kan bewegen langs verdraaide banen ,waaronder bochten in het horizontale vlak om met stijgende of dalende gedeelten.

Richtende inrichtingen ,welke deel zijn van de bestaande techniek 20 zijn algemeen bekend,zoals die,welke worden gebruikt in grote postkantoren voor het sorteren van post of bij postorderbedrijven,of daar waar er behoefte is aan het selecteren en verdelen van een groot aantal producten, welke in afmeting en gewicht kunnen verschillen,ten einde deze te geleiden naar duidelijk bepaalde en afzonderlijke verzamelpunten.

25 Sommige van deze toepassingen bestaan uit continue bandtranspor- teurs met omleidorganen of soortgelijke inrichtingen welke langs de lengte daarvan zijn opgesteld en kunnen worden geregeld met behulp van electromechanische inrichtingen,welke het ontladen van de gedragen voorwerpen bewerkstelligen,bijvoorbeeld om deze naar andere bandtransporteurs 30 te verplaatsen.

Andere inrichtingen bestaan uit een aantal platformen,die langs een vaste baan worden gedragen en samenwerken met geschikte inrichtingen wel-een kanteling daarvan veroorzaken voor het bewerkstelligen van de beoogde loshandeling.

35 Deze bekende inrichtingen hebben echter aanzienlijke begrenzingen.

Sommige van de inrichtingen kunnen geen onregelmatige‘banen volgen en in 8204082 -2- 22745/CV/tl

* I

aanvulling daarop vindt een ontladen voor alle gedragen voorwerpen op dezelfde wijze plaats,hetgeen een aanzienlijke beperking met zich meebrengt.

In het geval van bijvoorbeeld een sorteersysteem,dat een aantal machinegreedschappen bedient is deze beperking bijzonder sterk. In feite 5 wordt ieder machinegereedschap in overeenstemming met de bewerkingsbe-handeling,welke dit gereedschap uitvoert.gevoed met een zeer specifiek ritme en dientengevolge moeten de werkstukken het desbetreffende machinegereedschap bereiken met een snelheid,welke van machinegereedschap' tot machinegereedschap verschilt.

10 Dientengevolge moeten de bandtransporteurs,welke werkstukken naar deze machines toevoeren allen met verschillende snelheden lopen en daarbij zal het het meest geschikt zijn, indien de op deze banden geloste voorwerpen de bariden bereiken met snelheden,die althans nagenoeg gelijk zijn aan die van de band zelf. Het nut van een sorteerinrichting, 15 welke het afgeven van voorwerpen met verschillende snelheden mogelijk maakt afhankelijk van het losstation,dat wordt gevoed, of zelfs bij hetzelfde station, zal duidelijk zijn.

Voor het oplossen van het beschreven probleem £elt de huidige uitvinding een sorteer en richtinrichting voor.waarbij de transportvlak-20 ken ieder bestaan uit een draaiende band aangedreven door een electromotor van het permanente magneetgelijkstroomtype en la^s een vaste baan getrokken.

Deze smalle banden worden aangebracht op een gestel,dat door vrij draaibare wielen ondersteund en door een bijvoorbeeld door een electro-25 motor aangedeeven ketting getrokken langs een monorail schuift. Paren voedingsstaven zijn evenwijdig aan deze monorail opgesteld.Schuifcontac-ten lopen op deze staaf en geven de voor de de kleine riemen aandrijvende motoren benodigde vermogens.

Ieder van deze paren voedingsstaven is opgesteld bij een losstation 30 en ieder is onafhankelijk van de andere. Dit maakt het mogelijk om het aan iedere motor toegevoerde vermogen te variëren,waardoor het mogelijk wordt om het lossen aan de ene zijde of aan de andere zijde en met de vereiste snelheid uit te voeren door het eenvoudig omkeren van de polariteit van de vermogenstoevoer of het variëren van de spanning.

35 De uitvinding zal hieronder nader worden beschreven aan de hand van een ter illustratie weergegeven uitvoeringsvoorbeeld afgebeeld in bij- 8204082 -3- 227^5/CV/tl ί % » gaande figuren.

Fig. 1 toont schematisch een deel van een zijaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht op fig.1.

5 Fig. 3 toont op grotere schaal een dwarsdoorsnede over een inrich ting volgens de uitvinding gezien haaks op de voedingsrichting.

Het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding omvat een gestel 1,welke een monorail 2 ondersteunt. Langs de monorail kan een aantal wagentjes,waarvan slechts 10 een wagentje 4 in zijn geheel in de figuur is weergegeven,worden getrokken met behulp van een in de figuur niet nader weergegeven ketting,welke kan worden aangedreven met behulp van een electromotor 3 of een soortgelijke inrichting van een bekad type.

De monorail 2 (fig.3) volgt een gesloten baan,welke kan zijn opge-15 steld in een verticaal vlak,zoals afgebeeld in fig.3 of in een horizontaal vlak of iedere daartussen gelegen variatie.

De monorail heeft in dwarsdoorsnede gezien een T-vorm.

Ieder wagentje 4 omvat een gestel 5,dat op de monorail 2 is aangebracht onder het gebruikmaken van vrij draaibare wielen 6,7 en 8.

20 Van deze vrij draaibare wielparen dienen de wielen 6 en 7 met hori zontale daaiingsassen voor het ondersteunen van het gestel 5 waarbij een van deze wielen op het horizontale deel van de monorail 2 rust afhankelijk van het feit of het wagentje 4 züi boven of onder de monorail bevindt.

25 De wielen 8,die om verticale draaiingsassen draaibaar zijn dienen voor het geleiden van het wagentje 4.

Deze uitvoering,welke het gebruik van een enkeloèteunrail mogelijk maakt,maakt let verder mogelijk om de wagentjes zelfs langs een slingerend verlopende baan,welke een bepaald gewenst verloop heeft,te bewegen.

30 Ieder gestel 5 draagt onder gebruikmaking van rolparen 9 en 10 een kleine draaibare band 11,welke beweegbaar is in een richting haaks op de voedingsrichting van wagentje 4.

Deze kleine bandtransporteur wordt aangedreven met behulp van een electromotor,bijvoorbeeld een permanente magneetgelijkstroomtype,dat niet 35 nader in de figuur is weergegeven.

8204082 * * r -4- 22745/CV/tl

Vast opgestelde voedingsstaafparen 12 zijn aangebracht langs de baan van de monorail 2 bij ieder losstation. Ieder paar voedingsstaven is onafhankelijk van de andere voedingsstaven en strekt zich nagenoeg over de gehele lengte van het los£ation uit.

5 De motor voor het aandrijven van de smalle band 11 krijgt zijn vermogen rechtstreeks van deze vaste staven onder gebruikmaking van een paar borstels of schuifcontacten 13.

Verder zijn voedingsbanden 14 (fig.1) aangebracht voor het plaatsen van de te sorteren voorwerpen op de kleine banden 11. De banden 14 zijn 10 boven de baan van de wagentjes 4 geplaatst en zijn verbonden met inrichtingen,bij voorkeur niet nader in de figuren weergegeven electronische inrichtingen,die de werking daarvan controleren.

Dit gebeurt als volgt:

De door de band 14 gedragen te sorteren voorwerpen vallen op kleine 15 banden 11,terwijl de wagentjes 4 langs de monorail 2 worden getrokken.

Om dit te bewerkstelligen is er een synchroniserende regeleenheid,welke het lossen van de voorwerpen op de band 14 regelt.

Deze regeleenheid,die geprogrammeerd kan zijn,kan hetzij door een bediener van de machine of door een automatisch bewakingsorgaan ,bijvoor-20 beeld een bewakingsorgaan voor staafcodes, in werking worden gesteld.

Deze regeleenheid commandeert,afhankelijk van de uiteindelijke bestemming van het voorwerp,de band 14 een loshandeling uit te voeren, bijvoorbeeld op de eerste band 11,welke vrij is, en zet vervolgens een zodanige regeling in,dat indien de kleine band een vooraf bepaald los-25 station passeert de daarbij opgestelde vaste staven worden gevoed met de voor het uitvoeren van het lossen vereiste spanning.

Dientengevolge kan het systeem zodanig zijn uitgevoerd,dat indien ieder wagentje 4 met zijn verhoudingsgewijs kleine band 11 een vooraf bepaald losstation passeert het systeem zowel de polariteit als de grootte 30 van de spanning van de stroom,welke door de voedingsstaven 12 naar de de kleine banden aandrijvende motoren beweegt,kiest waardoor veroorzaakt wordt,dat een desbetreffende motor 12 in de ene of de andere richting draait.,afhankelijk van de gekozen polariteit,en tevens met een vooraf bepaalde lossnelheid afhankelijk van de spanning.

35 Dit maakt het mogelijk de aan permanente magneetgelijkstroommotoren verbonden eigenschappen te benutten waarbij een eenvoudige regeling van de 8204082 f ^ -5- 22745/CV/tl versnellingskenmerken,welke dit type inrichting onderscheidt,mogelijk wordt,zodat bijvoorbeeld de voorwerpen op andere bandtransporteurs worden gelost met althans nagenoeg dezelfde snelheid als die van de transporteurs waarop de voorwerpen dan terecht komen.

5 Het zal duidelijk zijn,dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding op het bovenstaande talrijke variaties en/of aanvullingen te bedenken zkjn.

8204082

Claims (7)

1. Sorteer en richtinrichting gekenmerkt door het feit,dat de inrichting voor het transporteren en ontladen van voorwerpen is voorzien van een aantal langs een vaste baan getrokken gestellen op ieder waarvan een kleine bandtransporteur is aangebracht,waarbij de kleine bandtrans- 5 porteur aan te drijven is in richtingen althans nagenoeg loodrecht op de verplaatsingsrichting van het desbetreffende gestel voor het uitveeren van een loshandeling met behulp van de kleine bandtransporteur.terwijl verder middelen zijn aangebracht voor het onafhankelijk van elkaar regelen van de kleine bandtransporteur met het oog op het bewerkstelligen van 10 een lossen in de gewenste richting en met de gewenste snelheid.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat voor het aandrijven van de kleine bandtransporteurs de inrichting is voorzien van elec-tromotoren van het gelijkstroom permanente magneettype.

3. Inrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat de motoren wor-15 den gevoed onder gebruikmaking van vast opgestelde voedingsstaven,die bij ieder losstation zijn opgesteld.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een aantal vaste voedingsstaven,die onafhankelijk van elkaar zijn opgesteld en zijn ontworpen om te werken 20 onder gebruikmaking van schuivende contacten,die zijn verbonden met de wagentjes,die de kleine bandtransporteurs ondersteunen,zodanig dat iedere motor,welke een bepaalde bandtransporteur aandrijft,kan worden gevoed onafhankelijk van de de andere bandtransporteurs aandrijvende motoren.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 25 dat de inrichting is voorzien van een monorail voor het ondersteunen en geleiden van de beweq&are transportvlakken.

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat ieder wagentje op de monorail is aangebracht onder gebruikmaking van paren vrij draaibare «Leien, terwijl de wagentjes met behulp van een ketting langs de 30 baan worden getrokken.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrihting is voorzien van althans een band voor het laden van voorwerpen op de bovengenoemde transportvlakken terwijl de inrichting verder is uitgerust met synchroniseerinrichtingen,welke bestemd zijn om 35 het lossen van voorwerpen op de transportvlakken te regelen en om het lossen op gang te brengen indien de wagentjes bij bepaalde losstations tomen, g 2 0 4 0 82