NL7905828A - Traploos instelbaar kegelschijvendrijfwerk. - Google Patents

Traploos instelbaar kegelschijvendrijfwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL7905828A
NL7905828A NL7905828A NL7905828A NL7905828A NL 7905828 A NL7905828 A NL 7905828A NL 7905828 A NL7905828 A NL 7905828A NL 7905828 A NL7905828 A NL 7905828A NL 7905828 A NL7905828 A NL 7905828A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shaft
pressure
conical
piston
cylinder
Prior art date
Application number
NL7905828A
Other languages
English (en)
Other versions
NL172778B (nl
NL172778C (nl
Original Assignee
Piv Antrieb Reimers Kg Werner
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Piv Antrieb Reimers Kg Werner filed Critical Piv Antrieb Reimers Kg Werner
Publication of NL7905828A publication Critical patent/NL7905828A/nl
Publication of NL172778B publication Critical patent/NL172778B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL172778C publication Critical patent/NL172778C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H13/00Gearing for conveying rotary motion with constant gear ratio by friction between rotary members
    • F16H13/10Means for influencing the pressure between the members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/66Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings
    • F16H61/662Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members
    • F16H61/66272Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members characterised by means for controlling the torque transmitting capability of the gearing
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H9/00Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members
    • F16H9/02Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion
    • F16H9/04Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using belts, V-belts, or ropes
    • F16H9/12Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using belts, V-belts, or ropes engaging a pulley built-up out of relatively axially-adjustable parts in which the belt engages the opposite flanges of the pulley directly without interposed belt-supporting members

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Control Of Transmission Device (AREA)
  • Transmissions By Endless Flexible Members (AREA)
  • Friction Gearing (AREA)

Description

V
^ > S/tJ/MSB/geval 1 P.I.V. Antrieb Werner Reimers K.G. te Bad Homburg,
Bondsrepubliek Duitsland "Traploos instelbaar kegelschijvendrijfwerk”
De uitvinding heeft betrekking op een traploos instelbaar kegelschijvendrijfwerk met telkens twee op de in gaande en uitgaande as aangebrachte kegels chij ven en tussen deze omlopende overbrengingsmiddelen, waarbij op elke 5 as één van de axiaal op de as verschuifbare, echter ten minste direkt met de as meedraaiend verbonden kegelschijven als axiaal verschuifbare, met de as meeroterende drukcilin-der van een ten opzichte van de as vaste zuiger is uitgevoerd, waaraan het drukmiddel voor het instellen en instand-10 houden van de drij fwerkoverbrenging door een vierkanten- stuurschuif wordt toegevoerd, welke via een stelhefboom met één van de axiaal verschuifbare kegelschijven in verbinding staat, terwijl de beide andere kegelschijven ten opzichte van de as axiaal onbeweeglijk zijn ondersteund, en waarbij 15 voor het belasting afhankelijke opwekken van de aandruk- krachten ten minste op éën van de drijfwerkassen een voeler voor het daar overgebrachte draaimoment is aangebracht, waaraan het drukmiddel met de op de eigen of de daartegenover liggende as in het zich daar bevindende cilinder-zui-20 geraggregaat, voor het instellen en instandhouden.van de overbrenging heersende druk toestroomt en welke door een draaimoment afhankelijke relatieve beweging 'van ten minste twee klepdelen van een klep ten opzichte van elkaar een draaimoment afhankelijke hydraulische druk opwekt en de 25 noodzakelijke, belasting afhankelijke, hydraulische aandruk- . kracht uitsluitend bepaalt.
Bij de hierboven beschreven drijfwerksoort moet eerst opgemerkt worden, dat bij het genoemde cilinder-zuiger-aggregaat vanzelfsprekend ook een zodanige omkering 3Q kan plaatsvinden, dat de voor het instellen van de overbren- 7905828 ί ♦ 2 * ging verschuifbare kegelschijf als zuiger is uitgevoerd, welke in een vaste cilinder verschuifbaar is. Gewoonlijk wordt echter de hierboven beschreven constructie toegepast, zodat deze ook voor de hierna, volgende beschrijving van de 5 uitvinding, zonder beperking, gebruikt blijft worden.
De genoemde hydraulisch verstelbare kegelschij-vendrijfwerken zijn bijvoorbeeld bekend uit het DE PS 1 816 950. Zij hebben behalve de op zich zeer goede gebruiks-eigenschappen echter voor bepaalde toepassingsgevallen, 10 respektievelijk voor die waarin deze zwaarder worden belast, enige nadelige eigenschappen.
Zo zijn deze constructief aanzienlijk gecompliceerd, en wel in gelijke mate of de draaimomentvoeler in een schijvenstel is opgenomen of, zoals uit een nog niet 'tot.
15 de stand van de techniek behorend voorstel blijkt, als afzonderlijke aangebrachte bouwdooseenheid is uitgevoerd. De constructieve inspanning betreft niet alleen de uitvoering van de draaimomentvoeler op zich, maar ook de benodige ruimte, welke een ongunstige invloed heeft op de totale grootte van 20 het betreffende drijfwerk.
Bovendien is het nadelig, dat bij het optreden van draaimomentstoten, zoals bij het inschakelen van het drijfwerk, bij het schakelen van koppelingen, van de aangedreven massa’s enzovoorts, een vertraging in de opbouw van 25 de druk van het drukmiddel optreedt, zodat bekende drijfwerken bij optredende draaimomentstoten niét direkty maar alleen vertraagd op de belastingsvergroting kunnen reageren.
Verder is het nadelig, dat de hydraulisch verstelbare kegelschijvendrijfwerken voor het in bedrijf stellen 30 een vooraf inschakelen van de pomp xespektievalijk een olie-verzorging van buitenaf nodig hebben, opdat eerst de noodzakelijke oliedruk respektievelijk oliestroom aanwezig is, * voordat men het drijfwerk op gang brengt, tenzij een hydraulische inschakel- respektievelijk overbelastingskoppeling 35 aanwezig is, zoals blijkt uit het DE-PS 1 256 023, hetgeen echter eveneens weer een zeer veel ruimte innemend, gecompli- 790 5 8 28 3 ceerd en duur onderdeel vormt.
Verder wordt door de meegevendheid' van de onder- van steuning tengevolge van materiaalelastic±teit/de vast ondersteunde kegelschijven en de materiaalelasticiteit van de 5 vast ondersteunde kegelschijven zelf uitgaande van een bepaalde overbrengingsstand een overbrengingsverandering afhankelijk van de door het drijfwerk overgsbrachte belasting teweeggebracht. Deze overbrengingsverandering bedraagt weliswaar in de regel slechts enige procenten, wat echter 10 al naar gelang de omstandigheden van het toepassingsgeval een ernstig nadeel kan vormen.
Tenslotte is het nog bij de bekende drijfwerken noodzakelijk, een afzonderlijke olieleiding voor het smeren en koelen van de wrijvingskontakten tussen het overbrengings-15 middel en de kegelschijven aan te brengen.
Het doel van de uitvinding is de hierboven genoemde nadelen in hoofdzaak door êên enkele, eenvoudige en vrijwel geen extra plaats innemende maatregel gelijktijdig op te heffen. Door de onderhavige uitvinding moet dus een 20 eenvoudige constructieve maatregel worden aangegeven, die bij draaimomentstoten een vrijwel vertragingsvrij reageren van het drijfwerk met hogere aandrukkrachten tussen kegelschijven en overbrengingsmiddel bij een gelijktijdige vereffening van de axiale meegevendheid van de ondersteuning 25 van de vaste schijven en die van de vaste schijven · waarborgt en de genoemde extra olieleiding voor het smeren van het overbrengingsmiddel overbodig maakt. Bovendien moet dan ook nog de mogelijkheid van het in bedrijf stellen van het drijf-werk zonder vooraf inschakelen van de pomp respektie-30 velijk onafhankelijk van een externe oiieverzorging aanwezig zijn.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat ten minste één van de ten opzichte van de as axiaal vast ondersteunde kegelschijven ten opzichte van de as ver-35 schuifbaar en draaibaar is, dat de vaste ondersteuning en de verdraaiingsfixering op de as geschiedt via een draai- 790 5 8 28 4 moment afhankelijke aandrukinrichting met tegenover elkaar staande aandrukkrommen, bijvoorbeeld V-vormige insnijdingen, en daartussen aangebrachte rollichamen, welke met de van de kegelschijf afgekeerde ring axiaal vast op de as wordt 5 ondersteund en met de as meedraaiend is verbonden, en dat de vast ondersteunde kegelschijf ëën van de klepdelen vormt, of bedient voor het belasting afhankelijk opwekken van de aandrukkracht.
Hierbij moet eerst worden duislijk gemaakt, dat 10 onder het begrip "vast ondersteunde kegelschijf" respektie-velijk "vaste schijf" in de zin van de uitvinding een kegelschijf wordt verstaan, die vrijwel vast wordt ondersteund, over maar/een zeer kleine afstand in axiale en omtreksrichting verplaatst kan worden, waarbij deze afstand in de axiale 15 richting in het bijzonder in de grootte-orde van enige 1/100 mm liggen. Daarbij wordt onder het begrip "vast ondersteunde kegelschijf" respektievelijk "vaste schijf” binnen het kader . van de uitvinding niet "onbeweeglijk ondersteund" verstaan, ' maar "vrijwel vaststaand respektievelijk vast ondersteund".
20 De maatregelen overeenkomstig, de uitvinding heb ben tot gevolg, dat bij draaimomentstoten deze als kleine stelbeweging via de aandrukinrichting direkt,. dus zonder tussenschakeling van de hydraulische kringloop, op ten minste één van de kegelschijven werkt en daar tot een axiale 25 verstelling leidt, die de mechanische elasticiteiten van het drijfwerk vereffent. Anderszijds is de vaste schijf tegelijkertijd direkt één van de klepdelen, zodat eveneens vertra-gingsvrij bij draaimomentstoten op de druk van het drukmedi-um op ten minste één van de vóór het instellen en verande-30 ren van de drijfwerkoverbrenging verschuifbare, een cilinder-zuiger-aggregaat vormende, kegelschijven kan inwerken, op deze wijze worden draaimomentstoten direkt opgevangen, zonder dat dit leidt tot verandering vah de ingestelde drijfwerkoverbrenging. Anderszijds is dit door het opnemen van de 35 vast ondersteunde kegelschijf als onderdeel van de draai- momentvoeler op constructief eenvoudige en ruimte-besparende 7905828 5 ·* wijze mogelijk.
Gebleken is, dat het bijzonder doelmatig is, wannneer de vast ondersteunde kegelschijf als zuiger van een met de cilindermantel ten opzichte van de as vast ondersteund 5 cilinder-zuiger-aggregaat is uitgevoerd, waarin het druk- medium met de naar de draaimomentvoeler toestromende druk aanwezig is, en dat het zuigervlak van dit cilinder-zuiger-aggregaat kleiner is dan het zuigervlak van het cilinder-zuiger-aggregaat voor het instellen en instandhouden van de 10 drijfwerkoverbrenging.
Op deze wijze krijgt de vaste schijf over de gehele radiale afmeting een ondersteuningsdruk, welke de aandrukinrichting ontlast, zodat deze weer overeenkomstig lichter uitgevoerd kan zijn en fijngevoeliger kan reageren.
15 Uitvoeringen van de tot zo.ver beschreven uit vinding kunnen op bijzonder doelmatige wijze gerealiseerd worden met de kenmerken van conclusies 3 tot en met 5.
Om bij het inbedrijfstellen van het drijfwerk onafhankelijk te worden van het vooraf inschakelen van de 20 pomp respektievelijk van een externe olieverzorging, zijn de maatregelen volgens de kenmerken van conclusies 6 en 7 gunstig. Deze hebben tot gevolg, dat de kegelschijven voor het instellen en instandhouden van de overbrenging eerst mechanisch via rollagers worden ondersteund, zodat het drijf-25 werk als een mechanisch aangedrukt kegelschijvendrijfwerk werkt bij het inschakelen. Pas wanneer de oliedruk opgebouwd is, hetgeen na korte tijd is gebeurd, bewegen de voor het instellen en instandhouden van de drijfwerkoverbrenging dienende kegelschijven van de mechanische ondersteuning af, 30 waarmee deze voor de verdere werking van het drijfwerk non-aktief wordt.
Een andere mogelijkheid blijkt uit de kenmerken volgens conclusie 8. Deze leiden ertoe, dat bij het inschakelen van de aandrijving van het drijfwerk eerst vrijwel alleen 35 de oliepomp mee-aangedreven wordt, terwijl het drijfwerk langzaam met een toenemende oliedruk wordt meegenomen.
790 5 8 28 6 «*
De uitvinding is zoals hierboven weergegeven eerst uitsluitend in combinatie met maatregelen aan ten minste één der vaste schijven beschreven. In wezen kan de uitvinding echter ook worden verwezenlijkt wanneer men met 5 passende , maatregelen, bij voorkeur aan de zuiger van het cilinder-zuiger-aggregaat, ervoor zorgt dat door de kegelschijf voor het instellen en veranderen/ de drijf-werkoverbrenging mee wordt gevormd. Om hier een doelmatig voorbeeld aan te geven, wordt uitgaande van- het eerste 10 gedeelte van conclusie 9 op het kenmerk daarvan gewezen.
Andere kenmerken en bijzonderheden van de uitvinding blijken uit de hierna volgende beschrijving van uitvoerings.voorbeelden aan de hand van de tekening, waarin deze uitvoeringsvoorbeelden gedeeltelijk vereenvoudigd zijn 15 weergegeven. In de tekeningen toont:
Pig. 1 schematisch de opbouw van een hydraulisch verstelbaar kegelschijvendrijfwerk met een draaimomentvoeler; fig. 2-6 verschillende uitvoeringsvormen en constructies van de draaimomentvoeler volgens de uitvinding; 20 fig. 7 een kegelschijvendrijfwerk met op beide assen aangebrachte draaimomentvoelers; fig. 8 tot en met 10 tonen uitvoeringsvormen van kegelschijfdrijfwerken zonder de noodzaak van het vooraf inschakelen van de pomp of een externe olieverzorging.en 25 fig. 11 de constructie van de draaimomentvoeler volgens de uitvinding op het cilinder-zuiger-aggregaat van de kegelschijf voor het instellen en instandhouden van de drijfwerkoverbrenging.
Zoals in fig. 1 is getoond, omvat een bekend 30 drijfwerk met hydraulisch verstelbare kegelschijven een ingaande as 1 en een uitgaande as 2 , waarop voor het instellen en instandhouden van de drij fwerkoverbrenging axiaal verschuifbare kegelschijven 3, 4 zijn aangebracht, die cilinder-zuiger-aggregaten 5, 6 vormen, terwijl tegenover 35 deze telkens vast ondersteunde kegelschijven 7, 8 zijn • aangebracht. Tussen de betreffende paren kegelschijven 7905828 7 loopt een trekmiddel 9 rond.
Aan de cilinder-zuiger-aggregaten 5, 6 wordt het drukmiddel uit een drukmiddelbron 10 toegevoerd via een vierkanten-stuurschuif 11/ en leidingen 12, 13. Bovendien 5 is op de aandrijfas 2 een draaimomentvoeler 14 aangebracht, waaraan via een leiding 15 het uit de stuurschuif 11 stromende drukmiddel wordt toegevoerd, dat afhankelijk van het draaimoment gesmoord en de druk aan de aandrijving (cilinder-zuiger-aggregaat 5} bepaalt. Van de draaimomentvoeler 14 10 uit stroomt het drukmiddel via een leiding 16 drukloos naar het trekmiddel 9 voor de smering en koeling daarvan.
De cilinder 5 heeft een omtreksgroef 17, waaraan via een glijdstuk 18 de hefboom 19 van een overbrengings-stelorgaan 20 scharnierend is verbonden. Tussen het stel-15 orgaan 20 en het glijdstuk 18 is aan de hefboom 19 bovendien de schuif 21 van de vierkanten-stuurschuif draaibaar scharnierend verbonden.
De werkingswijze van dit bekende drijfwerk zal nog eenmaal kort worden samengevat, waarbij de werking bij 20 het veranderen van de drijfwerkoverbrenging niet meer wordt verklaard, daar deze algemeen bekend is:
Het drijfwerk volgens fig. 1 is op een bepaalde overbrenging ingesteld. Wanneer nu een draaimomentstoot optreedt, dan heeft het drijfwerk de neiging zichzelf te 25 verstellen naar hogere aandrijftoerentallen, daar. via de draaimomentvoeler 14 het wegstromen van drukmiddel via de leiding 16 afhankelijk van de grootte van de draaimomentstoot verder wordt gesmoord, waardoor aan de aandrijfzijde in de cilinder 5 de druk van het drukmedium verhoogd wordt 30 en da schijf aan de aandrijfkant naar buiten verschuifd (toenemend toerental van de uitgaande as). Hierbij worden ook het glijdstuk 18, de hefboom 19 en de stuurzuiger 21 naar rechts meegenomen. Daardoor wordt de stuurkant voor de cilinder aan de zijde van de uitgaande as verder geopend 35 met het resultaat, dat ook de druk in de cilinder 6 van de uitgaande as stijgt.
7905828 8
Deze werking komt tot rust, wanneer zich een volgens de wetten van een dergelijke variabele overbrenging noodzakelijk krachtensvenwicht tussen de in- en de uitgaande as heeft ingesteld.
5 Anderszijds vindt echter bij een verandering van de aandrukkracht tengevolge van een draaimomentstoot of door een belastingverhoging een bepaald meegeven van de ondersteuning van de vaste kegelschijven 7 en 8 en van deze zelf een bepaalde vervorming, tengevolge.van de elasticiteit, 10 plaats, welke niet door de draaimomentvoeler 14 gedetecteerd kan worden en tot een overbrengingsverandering van verscheidene . procenten leidt, welke blijft. Deze overbrengingsverandering tengevolge van de belasting kan in veel gevallen uitgesproken onaangenaam en ongewenst zijn. Bovendien gaat 15 de reactie van de draaimomentvoeler 14 tezamen met een bepaalde traagheid, die ertoe bijdraagt, dat het drijfwerk bij draaimomentstoten eerst ten minste gedurende korte tijd versteld wordt in de richting van hogere toerentallen van de uitgaande as.
20 Fig. 2 toont een mogelijkheid om deze nadelen van bekende, hydraulisch verstelbare drijfwerken tegen te gaan. Daarbij wordt slechts één as met het bijbehorende schijvenstel weergegeven, waarbij dit zowel de aandrijfas als ook. de uitgaande as kan zijn. In wezen kan het ook de 25 aandrijf- en uitgaande as zijn, zoals in een later voorbeeld nog zal worden verduidelijkt.
In fig. 2 is te zien, dat op een as 25 een stel 26, 27 schijven is aangebracht, waartussen een trekmiddel 28 rondloopt. De schijf 26 is de voor het instellen en ver-30 anderen van de drijfwerkoverbranging op de as 25 axiaal verschuifbare kegelschijf, welke door een spieverbinding 29 niet ten opzichte van de as kan verdraaien. De schijf 26 vormt tegelijkertijd de cilinder 30 van een cilinder-zuiger-aggregaat, waarvan de zuiger 31 door middel van een veerring 35 32 vast op de as, dat wil zeggen axiaal vast, ondersteund is aangebracht. Naar de cilinderruimte 33 stroomt het druk- 7905828 9 medium vanaf de vierkanten-stuurschuif toe via een axiale boring 34 en een radiale boring 35.
Daarentegen is de kegelschijf 27 (vaste schijf) via een aandrukinrichting 36 met bijvoorbeeld V-vormige 5 insnijdingen en daartussen aangebrachte rollichamen 37 en door middel van de ring 38 van de aandrukinrichting axiaal vast tegen een rand 39 van de as 25 ondersteund. De kegelschijf 27 zelf is axiaal verschuifbaar en ook verdraaibaar op de as.
10 De kegelschijf 27 vormt met een radiale boring 40 in de as 25 en een stuurkant 41 van de hals 42 van de schijf een stuurklep, waar eveneens het naar de cilinder-ruimta 33 toegevoerde drukmedium via de boring 34 in de as stroomt. Uitgaande van de stuurkant kan het drukmedium via 15 een in hoofdzaak evenwijdig aan de as verlopende boring 43 van de kegelschijf 27 drukloos naar de binnenzijde van het trekmiddel 28 wegstromen, waar het tengevolge van de centri-fugaalkracht dient voor het smeren en koelen van dit middel.
De werking van deze inrichting is als volgt: 20 Wanneer door de as 25 respektievelijk op de as 25 een draaimoment wordt overgebracht, dan wordt de ring 38 door de pasveer 46 meegenomen. Daardoor neemt de aandrukinrichting 36 via de rollichamen 37 ook de kegelschijf 27 mee, waarbij tegelijkertijd vanwege de V-vormige uitsparingen 25 van de aandrukinrichting op de kegelschijf 27 een axiale kracht wordt uitgeoefend.
Anderszijds heerst in de cilinder 33 een druk-mediumdruk, welke daar respektievelijk via de kegelschijf 26 dient voor het instandhouden van de overbrengingsstand.
30 Wanneer nu een draaimomentstoot optreedt, res- pektivelijk een belastingsverandering plaats vindt, dan oefent de aandrukinrichting 36 direkt op de kegelschijf 27 een axiale kracht uit, die ook tot een kleine axiale verstelling van de kegelschijf 27 in de richting naar het trekmedium 28 35 leidt. Deze verkleining smoort bovendien ds afvoer van het drukmedium aan de stuurkant 41, zodat de druk van het druk— 7905828 10 medium in de cilinderruimte 33 tengevolge van het draai-moment wordt verhoogd. Door een geschikte dimensionering van de door de radiale boring 40 en de stuurkant 41 gevormde klep kan op deze wijze een belastingsafhankelijke correc-5 tie van de overbrengingswijziging worden bereikt, zoals aan de hand van fig. 1 werd beschreven. Wanneer de belas-tingsvergroting tengevolge van de draaimomentstoot weer afneemt, dan wordt via de aandrukinrichting 36 de kegel-schijf 27 ook weer teruggesteld, hetgeen via de stuurkant 10 41 eveneens tot een overeenkomstige verlaging van de druk van het drukmedium in de cilinderruimte 33 leidt.
De tot zover beschreven inrichting kan op zich in de weergegeven wijze werken. In fig. 2 is echter de kegel-schijf 27 tezamen met de cilinder 44 nog tot een cilinder-15 zuiger-aggregaat uitgebouwd. De cilinder 44 wordt vast tegen de ring 38 axiaal ondersteund. Na de drukruimte van dit aldus gevormde cilinder-zuiger-aggregaat stroomt het drukmedium toe uit de axiale boring 34 via een andere radiale boring 45 in de buurt van de aandrukinrichting 36, zodat 20 in de uit de kegelschijf 27 en de cilinder 44 gevormde c cilinderruimte eveneens de druk van het drukmedium heerst, welke ook in de cilinderruimte 33 heerst. Van belang is hier alleen, dat het door de kegelschijf 27 gevormde zuiger-vlak kleiner is dan het zuigervlak, dat door de kegelschijf 25 . 26 wordt gevormd.
Deze verdere uitvoering werkt zodanig, dat de aandrukinrichting 36 wordt ontlast, daar een gedeelte van de op de kegelschijf 27 uit te oefenen axiale kracht nu door de druk van het drukmedium wordt opgebracht. Daardoor 30 kan de aandrukinrichting 36 fijngevoeliger werken. Door het aanbrengen van de radiale boring 45 is bovendien een goede smering van de aandrukinrichting 36 verzekerd.
Fig. 3 toont een constructie, die in verregaande mate overeenkomt met die van fig. 2.
35 In fig. 3 is het alleen zo, dat het uit de axi ale boring 34 via de radiale boring 45 In de door de kegel- 790 5 8 28 11 schijf 27 en de. cilinder 44 gevormde cilinderruimte toegevoerde drukmedium deze ruimte via een radiale boring 50 in de hals 42 van de schijf verlaat en vandaaruit in een axiale inwendige groef 41 terecht komt, waarvandaan deze in de 5 tussenruimte tussen de kegelschijven 26 en 27 stroomt. Daar is direkt naast de kegelschijf 27 een ring 53 vast op de as aangebracht, waarmee de kegelschijf 27.de smoorklep vormt. Al naar gelang de kegelschijf 27 dichter bij de ring 53 staat, is de smoring van de drukmiddelstroom groter.
10 De ring 53 vormt overigens een axiale slagbe- grenzing voor de kegelschijf 27. Dit geldt op overeenkomstige wijze voor de eveneens in fig. 2 aangebrachte ring 53, welke daar echter geen klepfunctie heeft.
Ook fig. 4 toont een met fig. 2 overeenkomende 15 constructie, zodat ook hier dezelfde delen niet nader in detail worden beschreven.
In fig. 4 is te zien, dat de vaste schijf 60 weer via een aandrukinrichting 61 met een vaste aanslag 62 verbonden is, welke axiaal en in omtreksrichting onbeweeg-20 lijk is. De vaste schijf 60 vormt met een vaste cilinder 63 een cilinder-zuiger-aggregaat. In de cilinder 63 is het huis 64 van een stuurklep 65 aangebracht, welke met een tastpen 66 op de vaste'schijf 60 rust. De stuurklep heeft een zuiger 67, op de van de tastpen afgekeerde zijde waarvan een druk-25 veer 68 is aangebracht, die tegen het huis drukt.
Het drukmedium komt via een boring 69 in de as en de aandrukinrichting 61 in de cilinderruimte van de vaste schijf 60 en de cilinder 63 binnen. Vandaar komt het drukmedium via een boring 70 in het huis 64 van de stuurklep, 30 stroomt om de stuurzuiger 67 heen en kan via de boring 71 wegstromen, al naar gëLang hoe nauw de spleet 72 via de stuur-zuiger 67 van het huis 64 is.
Bij een vergroting van het draaimoment schuift de aandrukinrichting 61 de vaste schijf 60 naar rechts.
35 Daardoor wordt de stuurzuiger 65 door de werking van de veer 68 eveneens naar rechts verschoven en wordt de stuurspleet 790 5 8 28 12 72 vernauwd, hetgeen leidt tot een verhoging van de druk van het drukmedium en tegelijkertijd tot een verstelling van de vaste schijf 60 naar rechts. Ds verhoging van de druk van het drukmedium komt overeen voor de beide kegel-5 schijven van deze as met de noodzakelijke verhoging van de aandrukkracht, terwijl de geringe verschuiving van de vaste schijf 60 weer de overbrengingscorrectie tot gevolg heeft.
Fig. 5 toont nog eenmaal een totaal aanzicht van een drijfwerk volgens fig. 1, met een constructie van 10 de vaste schijven en een uitvoering, die vrijwel met die volgens fig. 2 overeenkomt. Hier is de constructie op de as 80 aangebracht, waarvan de axiale boring 81 echter door een stop 82 is afgesloten. Op deze wijze kan de cilinderruimte 83 van de kegelschijf 84 voor het instellen van de drijf-15 werkoverbrenging met de druk van het drukmedium aan de aandrijfzijde via de leiding 85 worden verzorgd, terwijl de vaste schijf 86 via de aandrukinrichting 87 en de leiding 88 met de druk van het drukmedium wordt belast, welke via de leiding 89 ook in het cilinder-zuiger-aggregaat 90 20 aan de zijde van de uitgaande as heerst.
•Een ander verschil is nog, dat hiér niet, zoals in fig. 2, het drukmedium via een in hoofdzaak aan de as evenwijdig verlopende boring van de vaste schijf druk-loos weg kan stromen, maar via een radiale boring 91, die 25 aangebracht is door een verlengde schijfhals 92, waarop ook de kegelschijf 84 axiaal verschuifbaar en draaibaar is gelagerd.
Fig. 6 toont een met fig. 5 sterk overeenkomend voorbeeld en ook hier worden de overeenkomende delen niet 30 nader besproken.
Het enige verschil met het voorbeeld volgens fig. 5 is, dat bij fig. 6 de bij de vaste schijf 100 via de aandrukinrichting 101 heersende druk van het drukmedium die is, welke heerst in het cilinder-zuiger-aggregaat 102 van 35 de aandrijfzijde. Terwijl dus overeenkomstig fig. 5 de druk van het drukmedium aan de zijde van de uitgaande as 790 5 8 28 13 via de op de aandrijfas aangebrachte vaste schijf en daarmee gevormde stuurinrichting wordt bepaald, wordt overeenkomstig fig. 6 de druk aan de aandrijfzijde via de eveneens op de aandrijfzijde aangebrachte stuurinrichting bepaald.
5 Het onderwerp van fig. 7 onderscheidt zich van dat van fig. 6 daardoor, dat op de beide drijfwerkassen de vaste schijf 110 respektievelijk 111 door middel van de aandrukinrichtingen 112 respektievelijk 113 en de stuur-* kleppen 114 en 115 als een draaimomentvoeler is uitgevoerd, 10 welke telkens de druk van het drukmedium aan de bijbehorende as bepaalt. Dit systeem is voor toepassingsgevallen gunstig, waarbij aandrijf- en remwerking voorkomt, dus een draai-momentomkering, zodat een wissel tussen ingaande en uitgaande as plaatsvindt.
15 Slechts één van de draaimomentvoelers is echter steeds werkzaam, terwijl de andere door middel van een stuurkant de. klep sluit. Wanneer het drijfwerk op lagere toerentallen van de uitgaande as 116 is ingesteld, werkt de draaimomentvoeler 110, ll2a, 114 aan de aandrijf zij de, 20 terwijl die aan de zijde van de uitgaande as niet werkt.
In het omgekeerde geval werkt de draaimomentvoeler aan de uitgaande as 116. Het omschakelpunt tussen de beide genoemde uiterste overbrengingsstanden 'ontstaat uit de bekende eigenschappen van de kegelschijfdrijfwerken vanzelf in een 25 gebied dat normaal gesproken nabij de .overbrengingsverhou-ding 1:1 ligt.
De tot nog toe aan de hand van fig. 1 tot en met 7 beschreven drijfwerkvormen zijn ervan afhankelijk, dat voor het inbedrijfstellen van het drijfwerk in de stuur-30 schuif een oliedruk aanwezig is, dat dus ofwel de in fig. 1 getoonde oliepomp eerst in werking is gesteld of een externe olieverzorging is ingeschakeld. Er zijn echter toepassings-gevallen, waarbij men een externe olieverzorging niet ter beschikking heeft en een afzonderlijke aandrijving voor de 35 oliepomp bijvoorbeeld wil besparen of niet kan onderbrengen. Op dergelijke toepassingsgevallen hebben de drijfwerken 790 5 8 28 14 volgens, fig. 8 tot en met 10 betrekking, die hierna in detail zullen worden uiteengezet.
Fig. 8 toont een drijfwerk, dat overeenkomt met het drijfwerk dat aan de hand van fig. 7 werd beschreven.
5 Hier is echter in het midden tussen de assen 120 en 121 in het drijfwerkhuis 122 een geleidingsstang 123 aangebracht, waar een Z-vormige beugel 124 vrij kan verschuiven. Tegen de vrije poten 125 en 126 steunen de voor de instelling en het instandhouden van de drijfwerkoverbrenging dienende 10 kegelschijven 127 en 128 via rollagers 129 en 130, door middel van de op geschikte wijze om de zuigers 131 en 132 heenlopende cilindermantels 133 en 134.
De.van de niet meer weergegeven vierkanten-stuur-schuif komende oliestroom voor de aandrijfzijde en de zijde 15 van de uitgaande as loopt via de axiale boringen 135 en 136.
De in de richting van de as gemeten afstand van de armen 125 en 126 is zodanig, dat de rollagers met betrekking tot de axiale bevestiging van de kegelschijven 127 en 128 bij normaal bedrijf van het drijfwerk een kleine . 20 afstand bezitten.
i
Op de as 120 is een rondsel 137 aangebracht, via hetwelk de niet weergegeven pomp voor het hydrauliak-medium wordt aangedreven.
Het aldus weergegeven drijfwerk werkt op de 25 volgende wijze:
Aangenomen wordt, dat de as 120 de aangedreven as en de as 121 de uitgaande as is.. Wanneer nu de machine of dergelijke wordt ingeschakeld, komt eerst de as 120 in beweging, dat wil zeggen hierin wordt een draaimornent inge-30 leid. Het- drukmedium heeft eerst nog geen druk. De' aandrok- inrichting 138 levert echter door het inleiden van het draai-moment een aandrukkracht, welke het trekmiddel tussen de kegelschijven 137 en 127 spant, omdat de kegelschijf 127 vanwege de ondersteuning tegen de arm 125 via het rollager 35 129 niet kan uitwijken. Het draaimornent wordt dus door mid del van een trekmiddel overgebracht op de kegelschijven 138, 7905828 15 140, waar eveneens een overeenkomende axiale aandrukk-racht door de aandrukinrichting 141 wordt opgebouwd. Ook hier kan de kegelschijf 121 dankzij de ondersteuning via het rollager 130 op de arm 125 niet uitwijken. Eerst vindt dus een 5 zuiver mechanische ondersteuning van de kegelschijf plaats bij het gelijktijdig opwekken van met het draaimoment evenredige aandrukkrachten op beide drijfwerkassen.
Wanneer het drijfwerk op deze wijze korte tijd in beweging is, dan is de oliepomp via het rondsel 137 lang 10 genoeg aangedreven om de voor het-hydraulisch opwekken van de-aandrukkrachten bij de schijvenstellen noodzakelijke druk van het drukmedium te leveren, welke door de niet weergegeven vierkanten-stuurschuif, zoals in fig. 7 wordt getoond, aan de beide schijvenstellen wordt aangelegd. Nu bouwen de 15 in de afzonderlijke kegelschijven aangebrachte cilinder- zuiger-aggregaten de voor de.hydraulische ondersteuning noodzakelijke druk van het drukmedium op. Dit leidt met betrekking tot de kegelschijven 127 en 128 ertoe,, dat deze enigszins van de rollagers 129, 130 vrijkomen, zodat de mechani-20 sche ondersteuning van deze kegelschijven vervalt en door de hydraulische ondersteuning wordt overgenomen. Het drijfwerk loopt dan verder uitsluitend hydraulisch gestuurd.
Op deze wijze is het dus mogelijk, zondér het opwekken van de noodzakelijke oliedruk voor hét inschakelen . 25 van het drijfwerk te starten. - Het drijfwerk kan dus direkt mee ingeschakeld worden en de oliedruk wordt in de aanloopfase opgebouwd.
Fig. 9 toont voor hetzelfde probleem een drijfwerk, dat zich slechts van het drijfwerk volgens fig. 8 30 daarin onderscheidt, dat de voor het instandhouden en het instellen van de drij fwerkoverbrenging dienende kegelschijven 150, 151 niet diametraal, maar in hoofdzaak radiaal ” tegenover elkaar liggend zijn aangebracht. Hetzelfde geldt voor de vaste schijven 152 en 153.
35 Hier is aan het drijfwerkhuis 154 een hefboom 155 in het midden tussen de drijfwerkassen 155 en 157 ver- 790 5 8 28 , · . 16 draaibaar gelagerd, waartegen de kegelschijven 150, 151 via rollagers 158, 159 zijn ondersteund. Hier is overigens, hetgeen ook voor fig. 8 geldt, goed te zien dat de armen van de hefboom 145 drukringen 160, 161 omvatten en verdraaibaar 5 in zich dragen, welke ringen’dienen voor het ondersteunen van de rollagers 158 en 159. Overigens komt de werking van het drijfwerk volgens fig. 9 overeen met die van het drijfwerk van fig. 8, dat wil zeggen dat ook hier weer op de aangedreven as 156 een rondsel 162 is aangebracht voor het 10 aandrijven van de oliepomp.
Fig. 10 toont een met fig. 7 overeenkomend voorbeeld, waarbij echter voor de eenvoud slechts een halve doorsnede van één as is getoond.
Hier is op de as 170 weer het cilinder-zuiger-15 aggregaat 171 aangebracht, dat met de kegelschijf 172 dient voor het instellen en instandhouden van de drijfwerkoverbren-ging. De vaste schijf 173 steunt echter met de ring 174,van de aandrukinrichting 175 via een wrijvingsschijf 176 tegen het rondsel 177 voor het aandrijven van de oliepomp, welke 20 laatste axiaal ondersteund en met de as 170 is verbonden.
i
Bovendien is in dit geval de hals 178 van de vaste schijf 173 in de hals 179 van de kegelschijf 172 verlengd en de kegelschijf 172 is op deze schijfhals axiaal· verschuifbaar, maar door de pasveer 180 ten opzichte van 25 deze niet-verdraaibaar aangebracht.
Wanneer dit drijfwerk nu wordt Ingeschakeld, waarbij eerst dus geen oliedruk in de cllinderruimten 181, 182 heerst, kan de as 170 met het rondsel 177 vrij doordraai-' en, daar de zuiger 183 in de cilindsrmantel 184 verdraaibaar 30 is. Door de aandrijving van de oliepomp wordt dan langzaam de oliedruk opgebouwd, welke via de aandrukinrichting 175 langzaam leidt tot het aandrukken van de ring 174 via de koppelingsschijf 176 tegen het rondsel 177, waardoor In met de oliedruk toenemende mate het schijvenstel wordt meegeno-35 men. Op overeenkomstige wijze moet men zich- ook de opbouw van de oliedruk, aan de andere drijfwerkas voorstellen, zodat 7905828
V
17 met liet meenemen van het in fig. 10 getoonde stel schijven dan ook de overeenkomende draaimomentoverbrenging op het schijvenstel van de andere drijfwerkas kan geschieden.
Fig. 11 toont tenslotte, dat het ook mogelijk 5 is de draaimomentvoeler overeenkomstig de uitvinding aan de zuiger van het cilinder-zuiger-aggregaat te brengen, dat door de kegelschijf voor het instellen en instandhouden van de drijfwerkoverbrenging wordt gevormd.
Zoals in fig. 11 is te zien, is op de as 190 10 de kegelschijf 191 voor het instellen van de drij fwerkoverbrenging als cilinder 192 uitgevoerd, waarin een zuiger 193 is aangebracht. De zuiger is axiaal verschuifbaar op de hals 194 van de kegelschijf 191, welke echter door een een vertanding 195 niet verdraaien kan.
15 De zuiger heeft een uitsteeksel 196, dat met een radiaal deel 197 tot de as 190 reikt. De buitenwand van het radiale deel 197 vormt aandrukkrommen, bijvoorbeeld V-vormige uitsparingen, als bestanddeel van de aandrukinrich-ting 198, waarvan de ring vast op de as is aangebracht.
20 De binnenkant 200 van het radiale deel 197 vormt met een radiale boring 201 van de as 190 een stuur-klep, waarvan het drukmedium via de axiale boring 202 in de as drukloos kan wegstromen.
Het drukmedium stroomt via de boring 203 in de 25 as 190 van de vierkanten-stuurschuif toe en bereikt de cilinderruimte 204 via een radiale boring 205 in de as en 206 van de hals 194 van de schijf. Het drukmedium stroomt overeenkomstig de richting van de pijl 208 naar de klep 200, 201 via axiale boringen 207 in de zuiger 196. Om de axiale 30 boringen 203 en 202 van elkaar te scheiden, is een stop 209 aangebracht.
Bij dit drijfwerk is dus de tegenover de kegelschijf 191 aangebrachte vaste schijf 210 een in de werkelijke zin van het woord vast ondersteunde kegelschijf, die 35 zowel in axiale richting als ook in de omtreksrichting ten opzichte van de as onbeweeglijk kan zijn.
790 5 8 28 18
De werking van de in fig. "11 weergegeven constructie komt in hoofdzaak overeen met die van de in fig. 2 tot en met 10 weergegeven constructies.
Wanneer het aldus gevormde drijfwerk een draai-5 momentstoot ondervindt, leidt de werking van de aandrukin- richting 198 tot een eveneens stootsgewijze verschuiving van de zuiger 193 naar links. Dit heeft een overeenkomstig sterkere ondersteuning van de kegelschijf 191 en bovendien een drukverhoging van een drukmedium in de cilinder 204 door 10 smoring aan de stuurkant 200, 201 tot gevolg. Hetzelfde geldt wanneer bij een bepaalde overbrengingsstand van het drijfwerk het overgebrachte vermogen wordt verhoogd. Dan leidt dit via de aandrukinrichting 198 tot een sterkere smoring van de wegstromende drukolie bij de klepplaats 200, 15 201.
a 790 5 8 28

Claims (9)

1. Traploos instelbaar kegelschijvendrijfwerk met telkens twee op de aangedreven en uitgaande as aangebrachte kegelschijven en een tussen deze rondlopend overbrengingsmiddel, waarbij op elke as één van de op de as axiaal verschuifbare, echter ten minste direkt met de as meeroterend verbonden kegelschijven als axiaal verschuifbare, met de as meeroterende drukcilinder van een ten opzichte van de as vaste zuiger is uitgevoerd, waaraan het drukmedium voor het instellen en instandhouden van de drijfwerkoverbren-ging toegevoerd wordt vanaf een vierkanten-stuurschuif, welke via een stelhefboom met één van de axiaal verschuifbare kegelschijven in verbinding staat, terwijl de beide andere kegelschijven ten opzichte van de as axiaal vast zijn ondersteund, waarbij voor het belasting afhankelijk opwekken van de aandrukkracht ten minste op één drijfwerkas een voeler voor het daar overgebrachte draaimoment is aangebracht, waar het drukmedium met de op de eigen of de daartegenover liggende as in het zich daar bevindende cilinder-zuiger-aggregaat voor het instellen en instandhouden van de * overbrenging heersende druk naar toe stroomt en welke door een draaimoment afhankelijke relatieve beweging van ten minste twee klepdelen van een klep ten opzichte van elkaar een van het draaimoment afhankelijke, hydraulische druk opwekt en de noodzakelijke, belasting afhankelijke hydraulische aandrukkracht uitsluitend bepaalt, met het kenmerk, 'dat ten minste één van de ten opzichte van de as axiaal vast ondersteunde kegelschijven (27, 60, 86, 100, 110, 111, 139, 140, 152, 153) ten opzichte van de as axiaal verschuifbaar en draaibaar is, dat de vaste ondersteuning en de ver-draaiingsfixering op de as via een van het draaimoment afhankelijke aandrukinrichting (36, 61, 87, 101, 112, 113, 138, 141) met tegenover elkaar staande aandrukkrommen en daartussen aangebrachte rollichamen geschiedt, welke met de van de kegelschijf afgekeerde ring (38) axiaal vast op de as onder- 790 5 8 28 steund en met de as meeroterend verbonden is , en dat de vast ondersteunde kegelschijf een het klepdeel voor het belasting afhankelijke opwekken van de aandrukkracht vormt of bedient.
2. Kegelschijvendrijfwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vast ondersteunde kegelschijf (27, 60, 86, 100, 110, 111, 138, 140, 152, 153) als zuiger van een met de cilindermantel ten opzichte van de as ondersteund cilinder-zuiger-aggregaat is uitgevoerd, waarin het druk-medium met de naar de draaimomentvoeler toestromende druk aanwezig i.s, en dat het zuigervlak. van dit cilinder-zuiger-aggregaat kleiner is dan het zuigervlak van het cilinder-zuiger-aggregaat voor het instellen en instandhouden van de drij fwerkoverbrenging.
3. Kegelschijvendrijfwerk volgens conclusie 1 of-2, met het kenmerk:, dat de vast ondersteunde kegelschijf (27) met één stuurkant (41) in de boring van de lagerings-hals (42) in combinatie met een radiale boring (40) van de bijbehorende as (25) de klep vormt, waarvan het drukmedium aan via een in hoofdzaak/de hartlijn evenwijdige boring (53) van de kegelschijf of langs een inwendige groef van een verlengde schijfhals (92) en een radiaal, daarvan door de schijfhals lopende boring (91) drukloos naar de binnenzijde van het trekmiddel (28) weg kan stromen.
4. Kegelschijvendrijfwerk volgens conclusie 1 of 2.,. met het kenmerk, dat op de naar de axiaal aangrenzende kegelschijf (26) toegekeerde zijde van de vast ondersteunde kegelschijf (27) een hulpaanslag (53) voor de slag-begrenzing van de vast ondersteunde kegelschijf op de as daarvan is aangebracht, dat de as een radiale boring voor de drukmiddeltoevoer of de lageringshals (42) een van de cilinderruimte van de kegelschijf uitgaande boring.(50) omvat, dat van de boring een inwendige groef (51) in de lageringshals naar de hulpaanslag loopt en dat deze met de hulpaanslag de klep vormt.
5. Kegelschijvendrijfwerk volgens conclusie 2, 790 5 8 28 het kenmerk, dat in de vaste cilindermantel (63) evenwijdig aan de as van het huis (64) een stuurschuif (65) is aangebracht, dat de stuurschuif onder invloed van de werking van een veer (68) met een tastpen (66) in kontakt met de kegelschijf (60) is, en dat de stuurschuif een zuiger (67) omvat, waar het drukmedium aan de veerzijde naartoe stroomt en waarvandaan dit via een aan de van de veer afgekeerde zijde aangebrachte, met de zuiger samenwerkende stuurkant (72) kan wegstromen.
6. Kegelschijvendrijfwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij diametraal tegenover elkaar liggende kegelschijven (127, 128) voor het instellen van de drijfwerkoverbrenging tussen de kegel-schijvenparen op een aan de assen (120, 121) daarvan evenwijdige geleiding (123) een Z-vormige beugel (124) verschuifbaar is gelagerd, dat tegen de vrije, zich radiaal naar de . geleiding uitstrekkende poot (125, 126) daarvan de voor het instellen van de drijfwerkoverbrenging verschuifbare kegelschijven (127, 128) via rollagers (129, 130) met een kleine axiale speling zijn ondersteund en dat de aandrijving voor de pomp voor het opwekken van de druk van het drukmedium van één van de drijfwerkassen is afgeleid.
7. Kegelschijvendrijfwerk volgens één der conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat bij in hoofdzaak radiaal tegenover elkaar liggende kegelschijven (150, 151) voor het instellen van de drijfwerkoverbrenging in het midden tussen de drijfwerkassen (156, 157) een zich in hoofdzaak radiaal naar de drijfwerkassen uitstrekkende hefboom (155) naast deze kegelschijven verdraaibaar is gelagerd, dat tegen de vrije poten (160,151) daarvan de voor het instellen van de drijfwerkoverbrenging verschuifbare kegelschijven via rollagers (158, 159) met een kleine axiale speling steunen en dat de aandrijving voor de pomp voor het opwekken van de druk van het drukmedium afgeleid wordt van één van de drijfwerkassen.
8. Kegelschijvendrijfwerk volgens ëën der con- 790 5 8 28 - clusies 1 tot en met 5 , met het kenmerk./ dat de vaste ondersteuning van de, van de vast ondersteunde kegelschijf (173) afgekeerde ring (174) van de met het draaimoment evenredige aandrukinrichting (175) via een slipkoppeling (176) tegen een aandrijfrondsel (177) of dergelijke voor de pomp voor het opwekken van de' druk van het drukmedium geschiedt, en dat de bijbehorende kegelschijf (172) voor het instellen van de drijfwerkoverbrenging op een verlengde hals (178) van de vast ondersteunde kegelschijf axiaal verschuifbaar maar niet-verdraaibaar gelagerd'is.
9. Traploos instelbaar kegelschijvendrijfwerk met op elk van de aangedreven en uitgaande as aangebrachte kegelschijven en tussen deze rondlopend overbrengingsmiddel, waarbij op elke as ëên van de op de as axiaal verschuifbare, maar direkt met de as meeroterend verbonden kegelschijven als axiaal verschuifbare, met de as meeroterende drukcilin- • der van een ten minste direkt vast op de as aangebrachte zuiger is uitgevoerd, waaraan het drukmiddel voor het instellen en instandhouden van een drijfwerkoverbrenging vanaf een vierkanten-stuurschuif wordt toegevoerd, welke via een stelhefboom met êën van de axiaal verschuifbare kegelschi jven in verbinding staat, terwijl de beide andere kegelschijven axiaal vast ten opzichte van de as zijn ondersteund, en waarbij, voor het belasting afhankelijk opwekken van de aandrukkracht ten minste op één drijfwerkas een voeler voor het daar overgedragen draaimoment is aangebracht, waar het drukmiddel met de op de eigen of de daartegenover liggende as in het daar aanwezige cilinder-zuiger-aggregaat voor het instellen en instandhouden van de overbrenging heersende druk naartoe stroomt en welke door een van het draaimoment afhankelijke relatieve beweging van ten minste twee klepdelen van een klep ten opzichte van elkaar een van hét draaimoment afhankelijke, hydraulische druk opwekt en de noodzakelijke, belasting afhankelijke hydraulische aandrukkracht uitsluitend bepaalt, met het kenmerk, dat de zuiger (193) van ten minste één van de cilinder-zuiger- 790 5 8 28 '23 aggregaten, welke met de kegelschijven (191) voor het instellen van de drijfwerkoverbrenging wordt gevormd, ten opzichte van de as (190) verdraaibaar en axiaal verschuifbaar is, dat de axiale ondersteuning en verdraaiingsfixering van de zuiger via een van het draaimoment afhankelijke aan-drukinrichting (198) met tegenover elkaar staande aandruk-krommen en daartussen aangebrachte rollichamen geschiedt, welke met de van de zuiger afgekeerde ring (199) axiaal vast op de as zijn gesteund en met de as meeroterend zijn verbonden, dat de zuiger op de axiaal verlengde hals (194) van de bijbehorende kegelschijf axiaal verschuifbaar, maar niet-verdraaibaar is gelagerd, dat de zuiger met een axiale verwijding (196, 197) van de cilinderruimte (204) van het cilinder-zuiger-aggregaat vrijwel spelingvrij radiaal op de as wordt geleid, waarbij het radiale deel (L99) van deze verlenging op de van de cilinderruimte afgekeerde buitenzijde de V-vormige uitsparing omvat en dat de binnenkant (2G0) van het radiale deel (199) met een radiale boring (201) in de as de klep vormt, waar het in de cilinderruimte aan-wezige drukmedium drukloos uit kan wegstromen. 790 5 8 28
NLAANVRAGE7905828,A 1978-10-26 1979-07-27 Traploos instelbaar drijfwerk met een over verstelbare poelies lopend eindloos overbrengingsorgaan. NL172778C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2846580 1978-10-26
DE2846580A DE2846580C2 (de) 1978-10-26 1978-10-26 Stufenlos einstellbares Kegelscheibengetriebe

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7905828A true NL7905828A (nl) 1980-04-29
NL172778B NL172778B (nl) 1983-05-16
NL172778C NL172778C (nl) 1983-10-17

Family

ID=6053146

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7905828,A NL172778C (nl) 1978-10-26 1979-07-27 Traploos instelbaar drijfwerk met een over verstelbare poelies lopend eindloos overbrengingsorgaan.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4292031A (nl)
JP (1) JPS5831503B2 (nl)
DE (1) DE2846580C2 (nl)
FR (1) FR2439910B1 (nl)
GB (1) GB2033502B (nl)
IT (1) IT1203238B (nl)
NL (1) NL172778C (nl)
SE (1) SE443425B (nl)

Families Citing this family (48)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5680550A (en) * 1979-12-03 1981-07-01 Aisin Warner Ltd Belt driven type stepless speed changer
DE3028490C2 (de) * 1980-07-26 1983-01-13 P.I.V. Antrieb Werner Reimers GmbH & Co KG, 6380 Bad Homburg Stufenlos einstellbares Kegelscheibengetriebe
JPS5747059A (en) * 1980-09-04 1982-03-17 Aisin Warner Ltd Torque ratio detecting mechanism of v belt type stepless transmission gear
US4411590A (en) * 1980-12-08 1983-10-25 Reliance Electric Company Control system for variable speed belt drives
US4483687A (en) * 1980-12-12 1984-11-20 Ab Volvo Vehicle gearbox with continuously variable gear ratio
JPS57129954A (en) * 1981-02-03 1982-08-12 Aisin Warner Ltd Belt-type stepless speed changer
IT1135352B (it) * 1981-02-06 1986-08-20 Alfa Romeo Spa Cambio di velocita' automatico continuo per autoveicoli
JPS57161345A (en) * 1981-03-28 1982-10-04 Nissan Motor Co Ltd Control method for v-belt stepless speed change gear and its device
JPS57161346A (en) * 1981-03-28 1982-10-04 Nissan Motor Co Ltd Speed change control method for v-belt stepless speed change gear
JPS57161347A (en) * 1981-03-28 1982-10-04 Nissan Motor Co Ltd Hydraulic control unit in v-belt stepless speed change gear
JPS57171154A (en) * 1981-04-11 1982-10-21 Nissan Motor Co Ltd V-belt type stepless speed changer
DE3133109C2 (de) * 1981-08-21 1983-12-15 P.I.V. Antrieb Werner Reimers GmbH & Co KG, 6380 Bad Homburg Stufenlos einstellbares Kegelscheibengetriebe
JPS5867149U (ja) * 1981-10-30 1983-05-07 アイシン・エィ・ダブリュ株式会社 車両用vベルト式無段変速機
JPS5899548A (ja) * 1981-12-10 1983-06-13 Honda Motor Co Ltd ベルト式無段変速機
US4534748A (en) * 1981-12-30 1985-08-13 The Gates Rubber Company Variable speed belt driven transmission system and method
JPS58180863A (ja) * 1982-04-19 1983-10-22 Nissan Motor Co Ltd Vベルト式無段変速機の変速制御装置
JPS58180867A (ja) * 1982-04-19 1983-10-22 Nissan Motor Co Ltd Vベルト式無段変速機の変速制御装置
DE3375381D1 (en) * 1982-04-19 1988-02-25 Nissan Motor Method and apparatus for controlling reduction ratio of continuously variable transmission
JPS58200842A (ja) * 1982-05-14 1983-11-22 Nissan Motor Co Ltd Vベルト式無段変速機の制御装置
ES8400515A1 (es) * 1982-11-10 1983-11-01 Domar Sa Perfeccionamientos en los dispositivos accionadores del tambor giratorio de una maquina lavadora de ropa.
JPS59110952A (ja) * 1982-12-17 1984-06-27 Nissan Motor Co Ltd 無段変速機の変速制御装置
DE3324318A1 (de) * 1983-07-06 1985-01-24 P.I.V. Antrieb Werner Reimers GmbH & Co KG, 6380 Bad Homburg Laschenkette fuer kegelscheibengetriebe
DE3325523C2 (de) * 1983-07-15 1985-10-03 P.I.V. Antrieb Werner Reimers GmbH & Co KG, 6380 Bad Homburg Stufenlos einstellbares Kegelscheiben-Umschlingungsgetriebe
JPS60132161A (ja) * 1983-12-21 1985-07-15 Fuji Heavy Ind Ltd 無段変速機の変速比検出装置
JPS60159456A (ja) * 1984-01-30 1985-08-20 Fuji Heavy Ind Ltd 無段変速機の油圧制御装置
DE3403704C1 (de) * 1984-02-03 1985-09-19 Audi AG, 8070 Ingolstadt Stufenlos einstellbares Kegelscheibengetriebe
JPH0765655B2 (ja) * 1984-07-16 1995-07-19 本田技研工業株式会社 サーボ機構
JPH06100265B2 (ja) * 1984-07-16 1994-12-12 本田技研工業株式会社 自動無段変速機における可動プ−リの側圧制御装置
US4673379A (en) * 1984-09-26 1987-06-16 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Infinitely variable transmission
US4731044A (en) * 1985-12-18 1988-03-15 Borg-Warner Automotive, Inc. Tension sensor and control arrangement for a continuously variable transmission
US4722719A (en) * 1986-12-04 1988-02-02 Caterpillar Inc. Adjustable belt drive mechanism
US4767384A (en) * 1987-04-06 1988-08-30 Ford Motor Company Fluid pressure amplifier for an infinitely variable drive
JP2662961B2 (ja) * 1987-12-23 1997-10-15 富士重工業株式会社 無段変速機のプーリ
DE3817532C1 (nl) * 1988-05-24 1989-06-01 P.I.V. Antrieb Werner Reimers Gmbh & Co Kg, 6380 Bad Homburg, De
DE3917466C1 (nl) * 1989-05-30 1990-09-20 P.I.V. Antrieb Werner Reimers Gmbh & Co Kg, 6380 Bad Homburg, De
DE4036683B4 (de) * 1989-11-21 2008-05-29 Luk Lamellen Und Kupplungsbau Beteiligungs Kg Stufenlos einstellbares Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
US5263903A (en) * 1990-03-20 1993-11-23 Borg-Warner Automotive Transmission & Engine Components Corporation Chain-belt
US5167587A (en) * 1991-06-24 1992-12-01 Borg-Warner Automotive Transmission & Engine Components Corporation Chain-belt
US5147251A (en) * 1991-06-13 1992-09-15 Borg-Warner Automotive Transmission & Engine Components Corporation Chain design
KR0164937B1 (ko) * 1994-06-27 1998-12-15 쯔지 요시후미 연속 가변 변속기용 풀리 장치
DE19546293B4 (de) * 1994-12-15 2009-11-26 Luk Gs Verwaltungs Kg Antriebseinheit mit einem stufenlos einstellbaren Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
JP2000346140A (ja) * 1999-06-04 2000-12-12 Honda Motor Co Ltd 無段変速機用ベルト
DE10052652A1 (de) * 2000-10-24 2003-02-13 Volkswagen Ag Stufenlos verstellbares Getriebe
DE10130388B4 (de) * 2001-06-23 2011-01-13 Zf Friedrichshafen Ag Variator
DE10331470A1 (de) * 2003-07-11 2005-02-24 Piv Drives Gmbh Stufenlos einstellbares Kegelscheibengetriebe mit Drehmomentfühler
US20060154761A1 (en) * 2005-01-11 2006-07-13 Brown Albert W Single chain continuously variable transmission
US20060154762A1 (en) * 2005-01-11 2006-07-13 Brown Albert W Single chain continuously variable transmission
US11835134B2 (en) * 2018-10-22 2023-12-05 Jatco Ltd Continuously variable transmission

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1081733B (de) * 1958-07-19 1960-05-12 Reimers Getriebe K G Steuereinrichtung an stufenlos verstellbaren Getrieben mit zwischen axial verschiebbaren Kegelscheibenpaaren laufenden Zugmittelstraengen und hydraulischer Verstelleinrichtung
DE1210648B (de) * 1958-12-12 1966-02-10 Reimers Getriebe K G Stufenlos verstellbares Kegelscheibengetriebe mit wenigstens einer auf eine der axial verschiebbaren Kegelscheiben einwirkenden mechanischen Anpresseinrichtung zur Erzeugung von dreh-moment- und uebersetzungsabhaengigen Anpress-kraeften
US3052132A (en) * 1958-12-12 1962-09-04 Reimers Getriebe Kg Control mechanism for infinitely variable gears
DE1254981C2 (de) * 1960-08-04 1973-03-01 Piv Antrieb Reimers Kg Werner Steuereinrichtung fuer das stufenlos verstellbare Wechselgetriebe eines Antriebsaggregates, insbesondere fuer Kraftfahrzeuge
FR1367619A (fr) * 1963-06-10 1964-07-24 Cazeneuve Sa Perfectionnements aux poulies à joues mobiles commandées hydrauliquement dans les changements de vitesses progressifs à courroies
DE1256023B (de) * 1964-02-29 1967-12-07 Piv Antrieb Reimers Kg Werner Stufenlos verstellbares Kegelscheiben-Umschlingungsgetriebe
US3451283A (en) * 1967-08-16 1969-06-24 Reimers Getriebe Ag Infinitely variable cone pulley transmission
DE1816949B1 (de) * 1968-12-24 1970-05-27 Piv Antrieb Reimers Kg Werner Kegelscheiben-Umschlingungsgetriebe
DE1816950C3 (de) * 1968-12-24 1971-06-03 Piv Antrieb Reimers Kg Werner Kegelscheiben-Umschlingungsgetriebe
DE2019848B2 (de) * 1970-04-24 1972-02-17 PIV Antrieb, Werner Reimers KG, 6380 Bad Homburg Kegelscheiben umschlingungsgetriebe
DE2200569C2 (de) * 1972-01-07 1974-01-24 P.I.V. Antrieb Werner Reimers Kg, 6380 Bad Homburg Scheibensatz für Kegelscheibenumschlingungsgetriebe mit hydrostatischer Axialabstützung der festen Kegelscheibe
FR2235619A5 (en) * 1973-06-26 1975-01-24 Piat Ets V-belt drive for frequency change device - mobile halves of two pulleys move simultaneously in opposite directions
DE2539094C2 (de) * 1975-09-03 1977-09-08 PIV Antrieb Werner Reimers KG, 6380 Bad Homburg Stufenlos einstellbares Kegelscheibengetriebe

Also Published As

Publication number Publication date
IT7949926A0 (it) 1979-08-01
JPS5560750A (en) 1980-05-08
JPS5831503B2 (ja) 1983-07-06
FR2439910A1 (fr) 1980-05-23
DE2846580C2 (de) 1982-12-09
NL172778B (nl) 1983-05-16
SE7907772L (sv) 1980-04-27
GB2033502B (en) 1983-03-30
SE443425B (sv) 1986-02-24
FR2439910B1 (fr) 1986-02-14
NL172778C (nl) 1983-10-17
US4292031A (en) 1981-09-29
DE2846580A1 (de) 1980-04-30
IT1203238B (it) 1989-02-15
GB2033502A (en) 1980-05-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7905828A (nl) Traploos instelbaar kegelschijvendrijfwerk.
EP1195537B1 (de) Doppelkupplung für ein Getriebe mit zwei Getriebeeingangswellen
NL8102195A (nl) Traploos instelbaar kegeldrijfwerk.
ITMI952558A1 (it) Sensore di momento torcente nonche' trasmissione ad avvolgimento con pulegge a gradini equipaggiata con esso
NL9002528A (nl) Transmissie.
JP2677669B2 (ja) 円錐ベルト車式変速装置
JPH0122507B2 (nl)
SE443849B (sv) Smorjoljedoseringsanordning for i oljebad lopande kopplingar
US2045086A (en) Elastic clutch
JP4611997B2 (ja) ロールスタンドの主駆動系用の安全カップリング
US3704634A (en) Infinitely variable cone pulley transmission
EP2002147A1 (de) Drehmomentfühlvorrichtung für ein kegelscheibenumschlingungsgetriebe
US5298000A (en) Infinitely variable cone pulley transmission
US2916927A (en) Variable speed belt drive
ITMI20000848A1 (it) Giunto a viscosita' comandabile
EP0057807A2 (en) Safety slip-coupling
JP2004278791A (ja) 円錐円盤巻掛け伝動装置
US5730043A (en) Hydraulic axial piston motor with piston-cylinder arrangement located between the cylinder drum and the control plate
DE102004062081B4 (de) Hydrodynamischer Drehmomentwandler
JP6961078B2 (ja) トルク伝達デバイス
NO893258L (no) Kopling for kraftuttaksaksling.
JP2002250418A (ja) 統合されたトルクフィーラを備えた、無段階に調節可能な円錐円板巻掛け伝動装置
US1352673A (en) Machine-tool control
US1456121A (en) Adjusting mechanism for friction gears
ITTO960695A1 (it) Elemento di trasmissione per trasmettere una coppia.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: REIMERS GMBH & CO. KG. P.I.V. ANTRIEB WERNER -

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee