NL9002528A - Transmissie. - Google Patents

Transmissie. Download PDF

Info

Publication number
NL9002528A
NL9002528A NL9002528A NL9002528A NL9002528A NL 9002528 A NL9002528 A NL 9002528A NL 9002528 A NL9002528 A NL 9002528A NL 9002528 A NL9002528 A NL 9002528A NL 9002528 A NL9002528 A NL 9002528A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pump
belt transmission
disc
torque
cone
Prior art date
Application number
NL9002528A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Luk Lamellen & Kupplungsbau
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Luk Lamellen & Kupplungsbau filed Critical Luk Lamellen & Kupplungsbau
Publication of NL9002528A publication Critical patent/NL9002528A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/66Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings
    • F16H61/662Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members
    • F16H61/66272Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members characterised by means for controlling the torque transmitting capability of the gearing
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/66Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings
    • F16H61/662Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members
    • F16H2061/66286Control for optimising pump efficiency
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/0021Generation or control of line pressure
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/66Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings
    • F16H61/662Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Control Of Transmission Device (AREA)
  • Transmissions By Endless Flexible Members (AREA)
  • Gear-Shifting Mechanisms (AREA)
  • Hydraulic Clutches, Magnetic Clutches, Fluid Clutches, And Fluid Joints (AREA)

Description

Titel: Transmissie
De uitvinding heeft betrekking op een wrijvingstransmissie met een koppelafhankelijk gestuurde aandrukkracht tussen de overbrengingselementen, zoals een traploos regelbare kegelschijvenriemtransmissie met twee ten opzichte van elkaar verstelbare kegelschijvenparen - één aan de aandrijfzijde en één aan de aangedreven zijde -, waarbij elk kegelschijvenpaar is voorzien van een koppelafhankelijke regelelement, zoals een zuiger/cilindereenheid, voor het spannen van een transmissie-element.
Dergelijk inrichtingen zijn bijvoorbeeld bekend uit het Duitse octrooischrift 28 28 347. Daarbij is voor het opwekken van de koppelafhankelijke spandruk tussen de aandrijving en het kegelschijvenpaar aan de aandrijfzijde een koppeltaster geplaatst die is uitgevoerd als een koppelafhankelijk gestuurde klep. Deze klep wordt door een afzonderlijke pomp gevoed en bij koppelstoten tenminste gedeeltelijk gesloten, waardoor een overeenkomstige drukverhoging wordt opgewekt in de regelelementen - die zijn uitgevoerd als zuigers en cilinders -van de kegelschijvenparen en daardoor een verhoging in de spanning van het transmissie-element optreedt die overeenstemt met de koppelstoot. Voor de verstelling van de klep is de koppeltaster voorzien van tegenover elkaar liggende schijven die zijn voorzien van aandrukcurven met daar tussen gelegen walslichamen die door de, door de pomp opgewekte druk in de klepruimte op elkaar worden gedrukt. Bij koppelstoten op de aandrijfzijde bewegen de beide schijven zich uit elkaar waarbij de axiaal beweegbare schijf een uitstroomopening verkleint of afsluit in overeenstemming met de koppelstoot. Bovendien wordt het koppel mechanisch overgebracht door de aandrukschijven met de aandrukcurven, en wordt overeenkomstig dit overgebrachte koppel ook de klep gesloten en wordt de aandrukkracht ingesteld op het transmissie-element, zoals een ketting. In deze klep bestaat dus steeds een stroming - behalve bij zeer grote koppelstoten, waardoor de uitstroomopening volledig kan worden afgesloten -, en derhalve moet de pomp, behalve voor het opwekken van de druk die benodigd is voor voldoende aanspanning van de aandrukcurven voor de koppeloverbrenging, daarbij nog over voldoende vermogen beschikken voor het onderhouden van de stroming van het onder druk staande medium in de klep, hetgeen dus een permanent verliesvermogen betekent.
De uitvinding heeft tot doel het verminderen van de hydraulische vermogensveliezen bij dergelijke transmissies en het verkrijgen van een eenvoudige regeling van de koppelafhankelijke aandrukkracht. Verder moet een economische fabricage en een optimale werking worden verkregen.
Volgens de uitvinding worden deze doelen bij inrichtingen van de in de aanhef genoemde soort bereikt door de regelelementen aan te sluiten op een pomp die is geplaatst in het gebied waar het koppel aanwezig is tussen het aandrijf en het aangedreven gedeelte waarbij de pomp een druk opwekt die afhankelijk is van het koppel, en waarbij de pomp is uitgevoerd voor het permanente transport van het drukmedium. Een dergelijke pomp, in het bijzonder een hydrostatische pomp, die direct in het gebied waar het koppel heerst is aangebracht en aldus in feite als een hydrostatische koppeling werkt, wekt zelf de druk op die benodigd is voor het overbrengen van het koppel, en brengt daardoor zelf hydrostatisch het aangeboden aandrijfkoppel over, en wekt daarbij zelf ook de aanspanning op die in overeenstemming is met het aangeboden koppel alsook de extra bij plotselinge koppelstoten benodigde druk, dat wil zeggen koppelafhankelijk aanspanning van de kegelschijven.
Naast de voordelen van een eenvoudiger constructie en een meer economische fabricage biedt de uitvinding ten opzichte van de bekende inrichtingen het voordeel van geringere vermogensbehoefte en geringere verliesvermogens, omdat — afgezien van de aan te vullen lekverliezen, die echter bij de stand van de techniek nog in hogere mate optreden - alleen bij koppelstoten een transport optreedt, en geen permanent transport noodzakelijk is.
Als pomp kan een hydrostatische pomp worden toegepast, bijvoorbeeld een zuiger-, een centrifugaal- (D.
Flügelzellenpump) of ook in een eenvoudige uitvoering een tandradpomp, welke pomp zodanig is ingebouwd dat het huis roteert en het opgenomen /ermogen bij gesloten uitstroomopening hydrostatisch doorgeeft, afgezien van de relatief geringe verliezen en de lekkageverliezen. De pomp kan, afhankelijk van de te gebruiken regeling, zowel tussen de aangedreven zijde en het aangedreven schijvenpaar, als tussen de aandrijving en het aandrijvende schijvenpaar zijn geplaatst. Bij de toepassing in een voertuigaandrijving bleek in de meeste gevallen de laatst genoemde plaatsing de meest gunstige.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan de aldus toegepaste pomp tegelijkertijd worden gebruikt als optrekkoppeling waarbij de uitstroomopening van de pomp kan zijn voorzien van een, van een rijbevel afhankelijke, regelbare klep. Indien de klep volledig wordt geopend is dienovereenkomstig geen tegenkoppel aanwezig, dan wordt slechts drukmedium getransporteerd en geen koppel op het aangedreven schijvenpaar overgebracht. Een andere mogelijkheid om de pomp tegelijktijd als optrekkoppeling te gebruiken ontstaat door het pomphuis afhankelijk van een rijbevel af te remmen respectievelijk te laten roteren.
De pomp kan echter in nadere uitwerking van de uitvinding ook of bovendien worden gebruikt voor het beperken van het koppel respectievelijk voor het compenseren van plotseling optredende koppelstoten, aangezien het overdraagbare koppel van de pomp regelbaar is, en bijvoorbeeld kan worden veranderd afhankelijk van bepaalde aan besturingsparameters toegewezen koppelen.
Hiertoe kan de reeds genoemde klep die is aangebracht in de uitstroomopening van de pomp zodanig worden geregeld dat een grotere uitstroming ontstaat wanneer een hoger koppel optreedt dan dat wat bijvoorbeeld past bij een bepaalde stand van de gasklep.
Voor het överbrengingsafhankelijk verstellen van de kegelschijfparen kan het regelelement, bijvoorbeeld een zuiger/cilindereenheid van het aandrijvende schijvenpaar, zijn verbonden via een de krachten optellende parallelschakeling met een ander, door andere pompen gevoed, regelelement, zoals ook een zuiger/cilindereenheid.
De överbrengingsafhankelijke verstelling van het aagedreven schijvenpaar kan ook hydraulisch plaats vinden, aangezièn ook hier het regelelement, bijvoorbeeld een zuiger/cilindereenheid, via een krachten optellende parallelschakeling is verbonden met een verder regelelement, dat ook een zuiger/cilindereenheid kan zijn, en dat door een andere, of door de reeds genoemde andere pomp wordt gevoed.
Een dergelijke door het drukmedium gestuurde regeling van de overbrengingsverhoudingen van de schijvenparen zowel aan de aandrijfzijde als aan de aangedreven zijde, waarbij de zuiger/cilindereenheden voor de aangedreven zijde en de aandrijfzijde ieder mechanisch parallel aan elkaar zijn geschakeld, kan worden verwezenlijkt doordat de steeds axiaal bewegende delen van de zuiger/cilindereenheden vast met elkaar zijn verbonden, waardoor de enkelvoudige drukken bij elkaar worden opgeteld. Hiervoor zijn in het bijzonder radiaal in elkaar gelegen zuiger/cilindereenheden geschikt. Daarbij kan het gunstig zijn wanneer de radiaal buiten gelegen zuiger/cilindereenheid de eenheid is die het medium bevat waarvan de druk afhankelijk is van het koppel en de radiaal binnen gelegen eenheid het medium bevat waarvan de drukbelasting afhankelijk is van de overbrengingsverhouding.
Het axiaal verplaatsbare schijfdeel van het aandrijvende schijvenpaar kan zijn verbonden met de radiaal buiten gelegen holle cilinder ofwel kan dit schijfdeel zelf zijn uitgevoerd als een axiaal verplaatsbare holle cilinder. Het - axiaal stationaire - contra-element van deze zuiger/cilindereenheid, derhalve de radiaal buiten gelegen zuiger, kan als ringzuiger zijn uitgevoerd en vast zijn verbonden met het eveneens axiaal stationair gelegen onderdeel - de cilinder - van de radiaal binnen gelegen zuiger/cilindereenheid voor de instelling van de overbrengingsverhoudingen. De axiaal beweegbare zuiger van deze eenheid is dan verbonden met de axiaal beweegbare schijf.
Op dezelfde wijze kunnen de zuiger/cilindereenheden van het aangedreven schijvenpaar zijn ingericht respectievelijk uitgevoerd.
De voeding van de zuiger/cilindereenheid die de overbrengingsverhouding instelt, derhalve de radiaal binnen gelegen eenheid, vindt doelmatig plaats via bijvoorbeeld een meervoudige hydraulische schuif zodat door één gemeenschappelijke pomp de beide (radiaal binnen gelegen) zuiger/cilindereenheden voor de regeling van de overbrengingsverhouding afwisselend kunnen worden belast. Het overtollige volume van de zuiger/cilindereenheid die de overbrengingsverhouding regelt en waarvan het volume telkens afneemt wordt door een, via de meevoudige hydraulische schuif regelbare, voorspanklep teruggeleid in het drukmediumvoorraadvat. De radiale plaatsing van het overbregingsafhankelijke regelbare regelelement binnen het koppelafhakelijke regelelement biedt het voordeel dat de pomp die dit regelelement voedt slechts voor een relatief klein debiet behoeft zijn ontworpen.
Het kan echter volgens een ander kenmerk van de uitvinding gunstig zijn, de inrichting zo uit te voeren, dat voor de opwekking van de spankracht op het axiaal beweegbare schijvenpaar tenminste één schotelveer wordt gebruikt, terwijl de overbrengingsafhankelijke verstelling kan plaats vinden door een overeenstemmende hydraulische tegendruk te brengen op het axiaal verplaatsbare schijfdeel van het andere schijvenpaar. De koppelafhankelijk verhoging van de aandrukkracht op het transmissie-element kan plaatsvinden indien beide axiaal beweegbare schijven op de boven beschreven wijze met een hogere druk worden belast.
Bij de laatsgenoemde uitvoering met opwekking van de overbrengingsafhankelijke druk door middel van tenminste één schotelveer en van de tegendruk door een drukmedium gestuurd regelelement, kan bijzonder gunstig zijn wanneer alleen het axiaal verplaatsbare schijfdeel van het aangedreven schijvenpaar wordt belast door schotelveren. Het kan daarbij gunstig zijn, wanneer de axiaal beweegbare schijf wordt belast door minstens één schotelveer met een afnemende karakteristiek, zodanig, dat de door schotelveer uitgeoefende axiaalkracht groter is wanneer het transmissie-element op het aandrijvende schijvenpaar op een radiaal naar binnen gelegen positie aangrijpt en kleiner wanneer het transmissie-element op het aandrijvende schijvenpaar in aangrijping is op een radiaal naar buiten gelegen positie, De schotelveer kan zijn aangebracht in de vloeistofkamer van het overeenkomstige regelelement. De inrichting van het andere schijvenpaar, de plaatsing van de regelelementen en de drukbelasting hiervan, kan in het bovengenoemde geval, van het aandrijvende schijvenpaar dus, plaats vinden op de reeds beschreven wijze.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding, die: eventueel onafhankelijk van het kenmerkende deel van conclusie 1 kan worden toegepast, is in het gebied waar het koppel heerst tussen de aandrijf- en de aangedreven zijde een hydrostatische pomp aangebracht die dient als demper en die geschikt is permanent transport te garanderen. Daarbij kan het doelmatig zijn wanneer deze demper is aangebracht in het gebied waar het koppel heerst tussen de aandrijving en het aandrijvende schijvenpaar. Een dergelijke demper, die bijvoorbeeld is uitgevoerd als tandradpomp en zodanig is opgesteld dat het huis rondloopt, draagt het koppel hydrostatisch over, en bij koppelstoten kan een relatieve rotatie optreden tussen het aandrijvende en het aangedreven deel van déze pomp en kan een volume worden verplaatst waardoor in overeenstemming met dit volume een demping van de koppelstoten optreedt. Hiervoor kan de pomp respectievelijk demper zijn voorzien van een drukopslag of hiermee zijn verbonden, waarbij de drukopslag onder voorspanning staat en bijvoorbeeld een veranderbaar volume heeft. De demper, derhalve de pomp, kan bijvoorbeeld echter ook zijn verbonden met een onder voorspanning staande en/of koppelafhankelijke klep. Deze klep kan bijvoorbeeld worden geregeld afhankelijk van de in het systeem heersende, koppelafhankelijke druk, dus bijvoorbeeld worden geregeld in afhankelijkheid van de door de pomp zelf opgewekte koppelafhankelijke druk. Deze druk kan direkt of indirekt voor regeling worden gebruikt.
Verder kan het gunstig zijn wanneer de aandrijflijn is voorzien van een koppeling, dus een optrekkoppeling waarvan de sluitkracht regelbaar is en afhankelijk is van de druk die door één van de pompen wordt opgewekt. Hiervoor kan de verdere pomp geschikt zijn die ook de koppelafhankelijke druk kan opwekken, of de pomp die de additionele aandrukkracht op de ketting opwekt, waarbij de druk direkt voor de regeling kan worden gebruikt of waarbij de druk kan worden afgetapt. De sluitkracht van een dergelijke koppeling kan verder afhankelijk van afwijkingen van bepaalde aan besturingsparameters toegewezen koppels worden veranderd en wel zowel tijdens het optrekken, als ook tijdens het bedrijf, dus bijvoorbeeld wanneer het koppel, dat overeenstemt met het koppel dat behoort bij een bepaalde gaskiepstand, verhoogt. Dergelijke sturings-, respectievelijk regelingsmogelijkheden zowel voor het optrekken als voor het rijden zijn beschreven in een oudere aanvrage P 39 12 562.9.
Een dempende werking kan echter ook bereikt worden door bij een uitvoering volgens conclusie 1 of volgende conclusies de regelelementen, in het bijzonder de wanden hiervan, en het mogelijke debiet van de pompen zodanig op elkaar af te stemmen dat bij een van te voren bepaalde koppelwaarde een van te voren bepaald getransporteerd volume door het wijder worden van de wanden wordt opgevangen.
Aan de hand van de fign. 1 en 2 wordt de uitvinding nader verduidelijkt.
Fig. 1 toont schematisch een kegelschijventransmissie met een schijvenpaar 1 aan de aandrijfzijde vast bevestigd op de aandrijfas I en een schijvenpaar 2 dat vast is bevestigd op de aangedreven as II. Elk schijvenpaar heeft een axiaal beweegbaar schijfdeel la en 2a en elk een axiaal stationair schijvenpaar lb en 2b. Tussen, de beide schijvenparen is een transmissie-element aangebracht, zoals een ketting 3, voor de overbrenging van het koppel.
Op het axiaal beweegbare schijfdeel 2a op de aangedreven zijde wordt een overbrengingsafhankelijke kracht uitgeoefend door een schotelveer 4, die zodanig is ingebouwd en uitgevoerd dat op de ketting 3 een hogere kracht wordt uitgeoefend wanneer déze zich in het radiaal binnen gelegen gebied van het schijvenpaar 1 bevindt en een kleinere kracht, wanneer deze zich op een grotere diameter bevindt van het schijvenpaar 1 aan de aandrijfzijde.
De schotelveer 4 ligt met de radiaal inwendige gebieden tegen de axiaal beweegbare schijf 2a en met de radiaal uitwendig gelegen gebieden tegen het axiaal stationair gelegen onderdeel - in dit geval een zuiger 5 - van de zuiger/cilindereenheid 6. Van deze zuiger/cilindereenheid 6 is het axiaal beweegbare en roteerbare cilinderdeel 7 draaivast met het axiaal beweegbare schijfdeel 2a verbonden.
Bij schijvenpaar 1 aan de aandrijfzijde is eveneens de axiaal beweegbare schijf la met een ronddraaiend en axiaal beweegbaar cilinderdeel 8 van een zuiger/cilindereenheid 9 verbonden waarvan het meelopende echter axiaal stationaire zuigerdeel in dit geval is uitgevoerd als een ringzuiger 10.
Mechanisch parallel geschakeld met deze zuiger/cilindereenheid 9 is een zuiger/cilindereenheid 11, waarvan het axiaal stationaire (dat wil zeggen met de as I draaivast verbonden) cilinderdeel 12 vast is verbonden met het zuigerdeel 10 van de buitenste zuiger/cilindereenheid en waarvan het zuigerdeel 13 axiaal verplaatsbaar, echter met de as I draaivast is verbonden met het cilinderdeel 8 van buitenste zuiger/cilidereenheid.
De aandrijfas I drijft een pomp 14 aan, die, afhankelijk van de gewenste, respectievelijk benodigde overbrengingsverhouding die door een hydraulische schuif 15 wordt geregeld, drukmedium kan transporteren door een leiding 16 in de drukkamer lia van de inwendige zuiger/cilindereenheid 11. Afhankelijk van de stand van de schuif 15 wordt ofwel drukmedium via de leiding 16 in de drukkamer 11a gepompt en verplaatst daarmee de ketting 3 op het schijvenpaar 1 - tegen de kracht van de schotelveren in - naar buiten, ofwel wordt door de overeenkomstige stand van de schuif 15 drukmedium teruggevoerd via de leiding 17 in een oliepan. In de drukmediumstroom is voor de pomp 14 een filter 18 geplaatst en tussen de pompen 14 en de schuif 15 een voorspanklep 19.
Direct in het gebied waar het koppel heerst en voor het schijvenpaar 1 aan de aandrijfzijde is een hydrostatische pomp 20 aangebracht die werkzaam is als hydrostatische koppeling. Deze pomp die is uitgevoerd als een tandradpomp is zodanig ingebouwd dat het huis hiervan rondloopt en is verbonden via een schematisch aangeduide leiding 21 met de drukkamers 9a en 6a van de regelelementen 9 en 6. De pomp 20, die is ontworpen om een permanent transport van het drukmedium op te wekken, wekt eerst een druk op die evenredig is met het koppel en draagt daardoor hydrostatisch het aangeboden (D. anstehende) aandrijfkoppel proportioneel over op het schijvenpaar 1 en is daarbij zowel het enige middel voor de opwekking van de met het aangeboden koppel overeenstemmende druk voor de aanspanning van de kegelschijven alsook het enige middel voor de opwekking van de druk die nodig is voor de extra aanspanning, dat wil zeggen koppelafhankelijke aanspanning, van de kegelschijven bij plotselinge koppelstoten. Bij een constant koppel transporteert de pomp 20 schlechts een volume dat overeenstemt met de lekkageverliezen die in de pomp zelf, in de regelelementen en in de toevoer optreden, zodat alleen daardoor slechts een gering verliesvermogen optreedt. Gelijktijdig wordt ook een met het aangeboden koppel overeenstemmende druk op de ketting 3 uitgeoefend zowel door het schijvenpaar 1 - door drukvehoging in kamer 9a - als door het schijvenpaar 2 - door drukverhoging in kamer 6a Door de getoonde inrichting en plaatsing van de zuiger/cilindereenheden 9 en 11, wordt de in kamer 11a opgewekte overbrengingsafhankelijke druk opgeteld bij de in kamer 9a opgewekte koppelafhankelijk druk. De koppelafhankelijke druk in kamer 6a komt ook bij de druk van de schotelveren 4 op het schijvenpaar 2. Bij plotselinge koppelveranderingen wordt in de drukkamers 6a en 9a een overeenstemmende hogere druk opgebouwd, en het door de pomp getransporteerde volume kan worden opgevangen door de juist uitgevoerde stijfheid of soepelheid van de wanden van de regelelementen. Bij koppelvermindering draait de pompbehuizing slechts over de overeenstemmende afstand terug, afgezien van de afstand die overeenstemt met de de lekkageverliezen. De in de drukkamer 6a ondergebrachte schotelveer 4 zorgt ervoor dat, bij overbrengingsveranderingen in de zin van een verkleining van de aangrijpdiameter op het schijvenpaar 1 van de aangedreven zijde, olie uit de kamer 11a wordt teruggevoerd via de voorspanklep 19 in de oliepan. Bovendien zorgt de veer 4 bij dergelijke overbrengingsveranderingen ervoor dat het drukmedium uit de kamer 9a in de kamer 6a wordt gedrukt. De uitoefening van de overbrengingsafhankelijke druk door de schotelveren 4 is onder andere gunstig omdat dan ook een minimale spankracht aanwezig is wanneer er geen koppel wordt overgedragen. De plaatsing en de uitvoering van de schotelveren waarbij op de ketting 3 een hogere kracht wordt uitgeoefend wanneer deze zich in het radiaal binnen gelegen gebied van het aan de aandrijfzijde gelegen schijvenpaar 1 bevindt heeft het voordeel dat na de start van de aandrijf machine, dus ook wanneer de pomp 14 nog geen of niet voldoende volume heeft geleverd, reeds een verstelkracht aanwezig is gericht op een overbrenging die behoort bij de optrekstand , dus bij langzaam rijden. Bovendien wordt daardoor ook bij het uitvallen van het hydraulische cirquit een noodrijmogelijkheid geboden.
De radiale in elkaar plaatsing van de zuiger/cilindereenheid 11 en 9 biedt het voordeel van een relatief geringe plaatsbehoefte. De radiale inwendige plaatsing van de overbrengingsafhankelijke zuiger/cilindereenheid 11 biedt het voordeel dat de pomp 14 slechts voor het transport van een relatief klein volume behoeft te worden uitgevoerd. De radiale uitwendige plaatsing van de koppelafhankelijk gestuurde zuiger/cilindereenheid biedt het voordeel van een hoge drukoverbrenging.
Een in het krachtoverbrengingstraject en een als hydraulische koppeling werkzame pomp 20 kan op bijzonder eenvoudige wijze ook of tegelijkertijd als demper werkzaam zijn, waarvoor deze bijvoorbeeld een hydraulische opslag 22, derhalve een onder druk staande opslag, bevat of met een dergelijke opslag kan zijn verbonden.
Verder kan een demping van koppelpieken bij voorbeeld door een met elektromagneten gestuurde regelklep 23 plaats vinden. Deze kan bij het optreden van hoge koppelpieken overeenkomstig kortstondig worden geopend bijvoorbeeld afhankelijk van de in drukleiding 21 heersende verhoogde druk. Verder kunnen koppelpieken worden afgebouwd door, afhankelijk van bepaalde bij bedrijfsparameters behorende koppels, het transport van het drukmedium toe te laten of te verhogen doordat bijvoorbeeld de klep 23 overeenkomstig wordt geopend.
Ter vervanging van de regelklep 23 kan echter ook een eenvoudige overloopklep worden gebruikt die zodanig is voorgespannen dat bij het optreden van koppelpieken die beduidend boven het nominale koppel van de aandrijfmachine liggen, daarmee corresponderend drukmedium wegvloeit.
Aangezien echter de door pomp 20 opgewekte druk evenredig is met het aangeboden koppel kan de pomp 20 ook voor de regeling van een optrek- of schakelkoppeling 24 dienen, doordat de daar opgewekte druk de koppeling overeenkomstig sluit of wordt aangewend voor besturing. Afhankelijk van koppelpieken kan de op de koppeling werkende druk hetzij worden verzwakt, hetzij verminderd, en wel bijvoorbeeld afhankelijk van de in de drukleiding 21 plotseling toenemende druk die immers evenredig is met de koppelstoten. Koppelstoten kunnen echter ook worden afgebouwd door het overbrengingsvermogen van de koppeling 24 te verminderen, afhankelijk van bijvoorbeeld een overschrijding van een bij een bepaalde gaskiepstand behorend koppel.
De pomp 20 kan echter zelf voor het optrekproces worden gebruikt, waarbij bijvoorbeeld een op de plaats van de klep 23 aangebrachte klep zodanig wordt bestuurd dat bij stilstand van het voertuig door de pomp 20 geen koppel wordt overgebracht op het schijvenpaar 1 terwijl afhankelijk van een rijbevel de klep overeenkomstig wordt gesloten. De pomp 20 kan echter ook regelbaar zijn op de manier van een optrekkoppeling waarbij de behuizing afhankelijk van een rijbevel wordt afgeremd door een rem 25. Daardoor wordt overeenkomstig minder koppel overgebracht op het schijvenpaar 1. Een passend regelelement van de rem 25 kan via een leiding 26 zijn verbonden met de drukleiding 21 en zodanig regelbaar zijn dat de remwerking regelbaar is afhankelijk van plotselinge koppelstoten, en wel niet zoals bij de hiervoor beschreven besturingswijzen alleen bij het optrekproces, maar ook tijdens het normale bedrijf.
In plaats van de pomp 20 kan ook pomp14 respectievelijk de door deze pomp opgewekte druk worden gebruikt voor de besturings- respectievelijk regelfuncties voor het optrekken, bijvoorbeeld door middel van een koppeling 24, en/of voor de verzwakking van koppelpieken.
In fig. 2 komt de uitvoering en de plaatsing van het schijvenpaar 1 aan de aandrijfzijde, de uitvoering van zuiger/cilindereenheden 9 en 11 alsook de plaatsing van pomp 20 overeen met die in fig. 1. In zoverre zijn de overeenkomstige delen voorzien van dezelfde verwijzingcijfers. Ter vervanging van de in fig. 1 gebruikte zuiger/cilindereenheid 6 zijn echter in fig. 2 voor het schijvenpaar 2 twee zuiger/cilindereenheden 30, 31 aangebracht die overeenstemmen met het zuiger/cilindereenheden 9 en 11. De axiaal beweegbare schijf is vast verbonden met een axiaal beweegbaar cilinderdeel 32 van de zuiger/cilindereenheid 30 waarvan het axiaal stationaire zuigerdeel hier is uitgevoerd als een ringzuiger 33.
Het met de as II verbonden cilinderdeel 34 van de radiaal inwendig gelegen zuiger/cilindereenheid 31, waarvan het axiaal beweegbare zuigerdeel 35 vast is verbonden met de axiaal beweegbare schijf 2a, is mechanisch verbonden met, en parallel geschakeld aan het zuigerdeel 33.
Via een vierwegschuif 36 en een leiding 16 kan de drukkamer 11a van de overbrengingsafhankelijk gestuurde zuiger/cilindereenheid voor het schijvenpaar 11 aan de aandrijfzijde onder druk worden gezet en via de leiding 37 de drukkamer 31a van de zuiger/cilindereenheid 31 van het schijvenpaar 2 aan de aangedreven zijde.
De pomp 14 voor het opwekken van de overbrengingsafhankelijke druk wordt weer aangedreven met de aandrijfas I.
De pomp 20 die de koppelafhankelijke druk opwekt is met de radiaal uitwendig gelegen drukkamers 9a en 30a van zuiger/cilindereenheden 9 en 30 verbonden via de leiding 21.
Het in de respectieve drukkamers 11a en 31a bij een overbrengingsverandering kleiner wordende volume wordt ofwel via de leiding 16 ofwel via dè leiding 37 via de hydraulische schuif 36 en de voorspanklep 19 teruggetransporteerd in de oliepan. Het veranderende volume in de drukkamers 30a en 9a wordt slechts tussen de beide drukkamers heen en weer gepompt.

Claims (23)

1. Traploos regelbare kegelschijvenriemtransmissie met twee ten opzicht van elkaar verstelbare kegelschijvenparen - één aan de aandrijfzijde en één aan de aangedreven zijde — die elk zijn voorzien van een regelelement, zoals een zuiger/cilindereenheid, welk regelelement afhankelijk van een koppel via een koppeltaster door een drukmedium wordt bestuurd en dient voor het aanspannen van het transmissie-element en voor een drukmedium afhankelijk gestuurde overbrenging, met het kenmerk, dat de regelelementen met een voor permanent transport geschikte pomp zijn verbonden die is geplaatst in het gebied waar het koppel heerst tussen de aandrijf- en de aangedreven zijde en die zelf een koppelafhankelijke druk opwekt.
2. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat pomp is aangebracht in het gebied waar het koppel heerst tussen de aandrijving en het aandrijvende schijvenpaar.
3. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de pomp een hydrostatische pomp is, zoals een tandradpomp.
4. Kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de pomp is uitgevoerd als optrekkoppeling.
5. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in de afvoer van de pomp een afhankelijk van een rijbevel bestuurbare klep is aangebracht.
6. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de behuizing van de pomp afhankelijk van een rijbevel kan worden afgeremd, respectievelijk worden geroteerd.
7. kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het overdraagbare koppel van de pomp veranderbaar is afhankelijk van afwijkingen van bepaalde bij bedrijfsparameters behorende koppels.
8. Kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het regelelement van het aandrijvende schijvenpaar is verbonden via een krachten optellende parallelschakeling met een verder regelelement dat door een verdere pomp wordt gevoed.
9. Kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het regelelement van het aangedreven schijvenpaar via een krachten optellende parallelschakeling is verbonden met een verder regelelement dat door een verdere pomp wordt gevoed.
10. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de druk in het verdere regelelement regelbaar is afhankelijk van de overbrenging.
11. Kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de conclusies 8-10, met het kenmerk, dat het regelelement en het verdere regelelement radiaal in elkaar zijn aangebracht.
12. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het koppelafhankelijke, drukmedium gestuurde regelelement radiaal aan de buitenzijde is gelegen.
13. Kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het middel dat bij één van de schijvenparen de spankracht voor het transmissie-element opwekt een schotelveer is.
14. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het axiaal verplaatsbare schijfdeel van het aangedreven schijvenpaar door de schotelveer wordt belast.
15. Kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de conclusie 8 of 10-14, met het kenmerk, dat de axiaal beweegbare schijf van één van de schijfparen door tenminste één schotelveer met een afnemende karakteristiek belastbaar is, zodanig, dat de uitgeoefende axiale kracht groter is wanneer op het aandrijvende schijvenpaar het transmissie-element op een radiaal naar binnen gelegen positie aangrijpt, en kleiner is wanneer het transmissie-element op het aandrijvende schijvenpaar op een radiaal naar buiten gelegen positie aangrijpt.
16. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusies 13-15, met het kenmerk, dat de schotelveren in de vloeistofruimte van het regelelement zijn aangebracht.
17. Kegelschijvenriemtransmissie, in het bijzonder volgens conclusie 1, met het kenmerk,' dat een hydrostatische pomp, die in het gebied is aangebracht waar het koppel heerst en die geschikt is voor permanent transport, als demper werkt.
18. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de pomp is voorzien van een drukopslag.
19. Kegelschijvenriemtransmissie volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de pomp verbonden is met een voorgespannen klep.
20. Kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de conclusies 17-19, met het kenmerk, dat de pomp is verbonden met een koppelafhankelijk bestuurde klep.
21. Kegelschijvenriemtransmissie volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sluitkracht van een in de aandrijflijn aangebrachte koppeling regelbaar is afhankelijk van de door één van de pompen opgewekte druk.
22. Kegelschijvenriemtransmissie in het bijzonder volgens één van de conclusies 1-21, met het kenmerk dat de sluitkracht van een in de aandrijflijn aangebrachte koppeling kan worden veranderd afhankelijk van afwijkingen van bepaalde bij bedrijfsparameters behorende koppels.
23. Këgelschijvenriemtransmissie in het bijzonder volgens één van de conclusies 1-22, met het kenmerk, dat de regelelementen, in het bijzonder de wanden hiervan, en het debiet van de pompen zodanig op elkaar zijn afgestemd dat bij een bepaalde koppelwaarde een bepaald getransporteerd volume door het wijken van de wanden wordt opgevangen.
NL9002528A 1989-11-21 1990-11-20 Transmissie. NL9002528A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3938593 1989-11-21
DE3938593 1989-11-21
DE3940460 1989-12-07
DE3940460 1989-12-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002528A true NL9002528A (nl) 1991-06-17

Family

ID=25887276

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002530A NL9002530A (nl) 1989-11-21 1990-11-20 Kegelschijvenriemtransmissie met gescheiden circuits voor de koppel- en de overbrengings-afhankelijke druk.
NL9002528A NL9002528A (nl) 1989-11-21 1990-11-20 Transmissie.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002530A NL9002530A (nl) 1989-11-21 1990-11-20 Kegelschijvenriemtransmissie met gescheiden circuits voor de koppel- en de overbrengings-afhankelijke druk.

Country Status (6)

Country Link
US (2) US5046991A (nl)
JP (2) JP2911589B2 (nl)
DE (1) DE4036683B4 (nl)
FR (2) FR2654788B1 (nl)
GB (2) GB2238587B (nl)
NL (2) NL9002530A (nl)

Families Citing this family (49)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3121853B2 (ja) * 1990-04-14 2001-01-09 ルーク ラメレン ウント クツプルングスバウ ゲゼルシヤフト ミツト ベシユレンクテル ハフツング 車両用の駆動ユニット
DE4131933C2 (de) * 1990-09-26 1999-10-07 Zahnradfabrik Friedrichshafen Verstellbares Umschlingungsgetriebe
IT1251671B (it) * 1990-10-20 1995-05-19 Luk Lamellen Und Kapplungsbau Unita' di comando per una trasmissione, in particolare per autoveicoli
US5217412A (en) * 1990-10-20 1993-06-08 Luk Lamellen Und Kupplungsbau Gmbh Continuously variable speed transmission
DE4201692B4 (de) * 1991-02-02 2008-05-15 Luk Lamellen Und Kupplungsbau Beteiligungs Kg Stufenlos einstellbares Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
US5269726A (en) * 1991-06-26 1993-12-14 Borg-Warner Automotive, Inc. Control system and strategies for a double acting secondary sheave servo for a continuously variable transmission
DE4234294B4 (de) * 1991-10-19 2008-04-03 Luk Lamellen Und Kupplungsbau Beteiligungs Kg Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
DE4203362C2 (de) * 1992-02-06 1994-02-17 Piv Antrieb Reimers Kg Werner Kegelscheibengetriebe, insbesondere für Kraftfahrzeuge
IN189939B (nl) * 1993-12-20 2003-05-17 Torotrak Dev Ltd
DE4436506A1 (de) * 1994-10-13 1996-04-18 Zahnradfabrik Friedrichshafen Einrichtung zum Steuern eines CVT
DE19544644B4 (de) * 1994-12-06 2008-03-27 Luk Gs Verwaltungs Kg Drehmomentfühler sowie damit ausgestattetes Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
NL1001815C2 (nl) * 1994-12-06 1998-05-20 Luk Getriebe Systeme Gmbh Draaimomentsensor alsmede een daarmee uitgevoerde kegelschijf- omspanningsoverbrenging.
DE19546294A1 (de) * 1994-12-15 1996-06-20 Luk Getriebe Systeme Gmbh Antriebseinheit mit Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
DE19826747A1 (de) * 1997-07-14 1999-01-21 Luk Getriebe Systeme Gmbh Getriebe
DE19828844A1 (de) * 1997-07-14 1999-01-21 Atlas Fahrzeugtechnik Gmbh Getriebe
GB2331561B (en) * 1997-11-24 2002-09-18 Luk Getriebe Systeme Gmbh Continuously variable speed transmission
DE19853335B4 (de) 1997-11-29 2016-02-18 Schaeffler Technologies AG & Co. KG Stufenlos einstellbares Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
DE19857709B4 (de) 1997-12-22 2006-03-23 Luk Gs Verwaltungs Kg Getriebe
DE19857710B4 (de) 1997-12-22 2013-02-21 Schaeffler Technologies AG & Co. KG Getriebe
DE19909347B4 (de) 1998-03-10 2012-03-29 Schaeffler Technologies Gmbh & Co. Kg Getriebe
DE19934935B4 (de) 1998-07-30 2015-08-06 Schaeffler Technologies AG & Co. KG Umschlingungsmittel
DE19937053A1 (de) 1998-08-17 2000-02-24 Daimler Chrysler Ag Verfahren und Vorrichtung für ein Ventil
DE19841346A1 (de) * 1998-09-10 2000-03-16 Volkswagen Ag Stufenlos verstellbares Kegelscheibenumschlingungsgetriebe, insbesondere für Kraftfahrzeuge
JP4806825B2 (ja) 1999-04-07 2011-11-02 シェフラー テクノロジーズ ゲゼルシャフト ミット ベシュレンクテル ハフツング ウント コンパニー コマンディートゲゼルシャフト 変速機
DE10021793B4 (de) * 1999-05-14 2010-05-20 Luk Lamellen Und Kupplungsbau Beteiligungs Kg Einrichtung zur Ansteuerung von CVT-Getrieben
US6287227B1 (en) * 1999-09-20 2001-09-11 General Motors Corporation Hydraulic control for a continuously variable transmission
DE10052471B4 (de) * 1999-11-08 2012-08-23 Schaeffler Technologies Gmbh & Co. Kg Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
US6640733B2 (en) 1999-12-08 2003-11-04 Edward H. Huffmeyer Inclinometer-controlled apparatus for varying the rate of seed population
CA2327914A1 (en) * 1999-12-08 2001-06-08 Edward H. Huffmeyer Apparatus for varying the rate of seed population
DE10118102A1 (de) * 2000-04-28 2001-10-31 Luk Lamellen & Kupplungsbau Laschenkette
JP4038349B2 (ja) * 2001-04-27 2008-01-23 ジヤトコ株式会社 ベルト式無段変速機
DE60204655T2 (de) * 2002-03-29 2006-05-11 Van Doorne's Transmissie B.V. Umschlingungsgetriebe
DE10231612A1 (de) * 2002-07-12 2004-01-29 Zf Friedrichshafen Ag Getriebe mit einer über ein hydraulisches Drucksystem ansteuerbaren Anfahrkupplung
US6986725B2 (en) 2002-11-01 2006-01-17 Eaton Corporation Continuously variable stepped transmission
US7261672B2 (en) * 2003-03-19 2007-08-28 The Regents Of The University Of California Method and system for controlling rate of change of ratio in a continuously variable transmission
JP4449441B2 (ja) * 2003-12-09 2010-04-14 トヨタ自動車株式会社 ベルト式無段変速機
EP1655511B1 (en) * 2004-11-08 2013-01-09 JATCO Ltd Double piston and belt type continuously variable transmission
US7473202B2 (en) 2005-04-15 2009-01-06 Eaton Corporation Continuously variable dual mode transmission
CN101611247B (zh) * 2007-02-21 2013-09-25 舍弗勒技术股份两合公司 液压系统
WO2008148035A2 (en) * 2007-05-23 2008-12-04 Brown Albert W Mechanical function control of continuously variable transmission hydraulic system
DE102008059807A1 (de) * 2007-12-19 2009-06-25 Luk Lamellen Und Kupplungsbau Beteiligungs Kg Hydrauliksystem
WO2009132636A1 (de) 2008-04-29 2009-11-05 Luk Lamellen Und Kupplungsbau Beteiligungs Kg Kegelscheibenumschlingungsgetriebe
JP5005054B2 (ja) * 2010-02-23 2012-08-22 本田技研工業株式会社 発進クラッチ制御装置
US9689493B2 (en) * 2013-05-31 2017-06-27 GM Global Technoloogy Operations LLC System and method for minimal draindown in CVT
US9188218B2 (en) * 2013-05-31 2015-11-17 Gm Global Technology Operations, Llc Methodology for controlling a hydraulic control system of a continuously variable transmission
US9777810B2 (en) * 2013-06-07 2017-10-03 Toyota Jidosha Kabushiki Kaisha Belt-driven continuously variable transmission
EP3128207B1 (en) * 2014-03-20 2019-12-04 Changzhou Dongfeng Continuously Variable Transmission Co., Ltd. Beveled disc type stepless transmission
CN106884945B (zh) * 2017-04-28 2019-01-08 重庆大学 机械液压双控无级变速器
CN109027156B (zh) * 2017-06-12 2022-10-11 童俊生 四油缸通路金属带式无级变速器

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1816949B1 (de) * 1968-12-24 1970-05-27 Piv Antrieb Reimers Kg Werner Kegelscheiben-Umschlingungsgetriebe
DE2301776B2 (de) * 1973-01-15 1976-12-02 P.I.V. Antrieb Werner Reimers Kg, 6380 Bad Homburg Steuereinrichtung fuer einen aus einer brennkraftmaschine und motor und einem von dieser angetriebenen stufenlos einstellbarem zugorgangetriebe bestehenden fahrantrieb
NL181597C (nl) * 1976-10-05 1987-09-16 Volvo Car Bv Continu variabele transmissie.
US4228691A (en) * 1977-03-01 1980-10-21 Borg-Warner Corporation Variable pulley transmission
DE2744947C3 (de) * 1977-10-06 1980-10-23 P.I.V. Antrieb Werner Reimers Kg, 6380 Bad Homburg Stufenlos einstellbares Kegelscheiben-Umschlingungsgetriebe
DE2828347C2 (de) * 1978-06-28 1982-10-21 P.I.V. Antrieb Werner Reimers GmbH & Co KG, 6380 Bad Homburg Reibgetriebe
DE2846580C2 (de) * 1978-10-26 1982-12-09 P.I.V. Antrieb Werner Reimers GmbH & Co KG, 6380 Bad Homburg Stufenlos einstellbares Kegelscheibengetriebe
US4241618A (en) * 1979-03-02 1980-12-30 Borg-Warner Corporation Variable pulley transmission
US4433594A (en) * 1981-04-24 1984-02-28 Borg-Warner Corporation Variable pulley transmission
US4494943A (en) * 1981-09-08 1985-01-22 Nippondenso Co., Ltd. Power transmission device for vehicles
NL189731C (nl) * 1982-02-08 1993-07-01 Honda Motor Co Ltd Variabele transmissie.
JPS5917054A (ja) * 1982-07-19 1984-01-28 Toyota Motor Corp ベルト駆動式無段変速機の油圧装置
US4475416A (en) * 1982-07-27 1984-10-09 Borg-Warner Corporation Continuously variable transmission down shift control
US4583423A (en) * 1983-02-24 1986-04-22 Ford Motor Company Infinitely variable transmission for automotive vehicle driveline
US4569670A (en) * 1984-05-31 1986-02-11 Borg-Warner Corporation Variable pulley accessory drive
DE3538884A1 (de) * 1985-11-02 1987-05-21 Ford Werke Ag Stufenlos regelbares getriebeaggregat fuer kraftfahrzeuge
JPS62155339A (ja) * 1985-12-26 1987-07-10 Toyota Central Res & Dev Lab Inc 回転トルク伝達接手
JPS6353353A (ja) * 1986-08-19 1988-03-07 Fuji Heavy Ind Ltd 無段変速機の制御装置
US4767384A (en) * 1987-04-06 1988-08-30 Ford Motor Company Fluid pressure amplifier for an infinitely variable drive
US4747809A (en) * 1987-06-15 1988-05-31 General Motors Corporation Hydraulic control for a continuously variable transmission
DE3727633A1 (de) * 1987-08-19 1989-03-02 Manfred Rattunde Kegelscheibenumschlingungsgetriebe mit geregelter druckmittelmenge
JP2741041B2 (ja) * 1988-10-14 1998-04-15 富士重工業株式会社 無段変速機の変速制御装置

Also Published As

Publication number Publication date
FR2654788A1 (fr) 1991-05-24
JPH03209058A (ja) 1991-09-12
GB9025174D0 (en) 1991-01-02
NL9002530A (nl) 1991-06-17
FR2654788B1 (fr) 1995-08-18
GB9025173D0 (en) 1991-01-02
JPH03209059A (ja) 1991-09-12
GB2238587B (en) 1993-08-25
GB2238587A (en) 1991-06-05
DE4036683B4 (de) 2008-05-29
JP3126375B2 (ja) 2001-01-22
DE4036683A1 (de) 1991-05-23
FR2654789A1 (fr) 1991-05-24
US5046991A (en) 1991-09-10
JP2911589B2 (ja) 1999-06-23
GB2238588A (en) 1991-06-05
US5201687A (en) 1993-04-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9002528A (nl) Transmissie.
NL1001815C2 (nl) Draaimomentsensor alsmede een daarmee uitgevoerde kegelschijf- omspanningsoverbrenging.
US5217412A (en) Continuously variable speed transmission
US5184981A (en) Cam loaded continuously variable transmission
JP4867052B2 (ja) Cvtトランスミッションを制御する装置
JP3474213B2 (ja) 無段調節可能の変速機
US6174260B1 (en) Continuously variable transmission
EP0356102A1 (en) Hydraulic control circuits for continuously-variable-ratio transmissions
NL1012971C2 (nl) Aandrijving.
JP2000027959A (ja) 円錐形ディスク式巻掛け伝動装置
JPH04258566A (ja) 駆動ユニット
US3451283A (en) Infinitely variable cone pulley transmission
KR20060054040A (ko) 원추형 풀리 벨트구동 트랜스미션, 그의 제어 및 작동 방법및 상기 방식의 트랜스미션을 구비한 차량
EP0194821A1 (en) Infinitely variable transmission
EP0389030A1 (en) Pulley
US4942786A (en) Continuously variable transmission system with by-pass check valves
GB2252369A (en) V-belt continuously variable transmission has setting pressure dependent on torque sensor pressure and ratio
JP3307659B2 (ja) 調節できるポンプを有する連続可変トランスミッション
US5298000A (en) Infinitely variable cone pulley transmission
EP0073546B1 (en) Transmission, in particular for a motor vehicle
CA1289387C (en) Belt-and-pulley type continuously variable transmission
US5279523A (en) Cone disc transmission, particularly for motor vehicles
NL1011614C2 (nl) Koppelvoeler.
JP2000145908A (ja) 連続的に調節可能な巻掛け伝動装置
JP2022092483A (ja) 無段変速機

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: - LUK LAMELLEN UND KUPPLUNGSBAU BETEILIGUNGS KG

BI The patent application has been withdrawn