NL9100432A - Draad met het voorkomen van gesponnen vezels op basis van polyamide. - Google Patents
Draad met het voorkomen van gesponnen vezels op basis van polyamide. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9100432A NL9100432A NL9100432A NL9100432A NL9100432A NL 9100432 A NL9100432 A NL 9100432A NL 9100432 A NL9100432 A NL 9100432A NL 9100432 A NL9100432 A NL 9100432A NL 9100432 A NL9100432 A NL 9100432A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- filaments
- titer
- spun
- modulus
- tex
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D02—YARNS; MECHANICAL FINISHING OF YARNS OR ROPES; WARPING OR BEAMING
- D02G—CRIMPING OR CURLING FIBRES, FILAMENTS, THREADS, OR YARNS; YARNS OR THREADS
- D02G3/00—Yarns or threads, e.g. fancy yarns; Processes or apparatus for the production thereof, not otherwise provided for
- D02G3/22—Yarns or threads characterised by constructional features, e.g. blending, filament/fibre
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D02—YARNS; MECHANICAL FINISHING OF YARNS OR ROPES; WARPING OR BEAMING
- D02G—CRIMPING OR CURLING FIBRES, FILAMENTS, THREADS, OR YARNS; YARNS OR THREADS
- D02G3/00—Yarns or threads, e.g. fancy yarns; Processes or apparatus for the production thereof, not otherwise provided for
- D02G3/02—Yarns or threads characterised by the material or by the materials from which they are made
- D02G3/04—Blended or other yarns or threads containing components made from different materials
- D02G3/045—Blended or other yarns or threads containing components made from different materials all components being made from artificial or synthetic material
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Yarns And Mechanical Finishing Of Yarns Or Ropes (AREA)
- Woven Fabrics (AREA)
- Artificial Filaments (AREA)
- Knitting Of Fabric (AREA)
Description
UITTREKSEL
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een draad met het voorkomen van gesponnen vezels op basis van polyamide.
De draad vertoont volumineuze gekroesde gedeelten en gelijktijdig ingesnoerde en verstrengelde gedeelten, bezit een cohesiefactor tussen 90 en l40 kruisingen/meter, een elasticiteitsmodulus tussen 100 en 150 cN/tex en een verschil in ligging tussen de twee groepen elementair-draden, bepaald door meting van de geluidsmodulus, die tussen 25 en 50 cN/tex ligt.
De textielprodukten, die uit deze draad worden verkregen, voelen zacht aan en bezitten gelijktijdig volume en stevigheid.
Draad met het voorkomen van gesponnen vezels op basis van polvam-frlp
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een draad met het voorkomen van gesponnen vezels op basis van polyamide en op textiel-produkten die dergelijke vezels bevatten.
Gesponnen vezels zijn om het natuurlijker aanvoelen ervan dan van eindloze kunst- of synthetische garens gewenst om tot weefsels of brei-sels te worden verwerkt, welke laatstgenoemden later worden geverfd en behandeld om in hoofdzaak tot kledingstukken te worden verwerkt.
Voor het maken van een gangbare draad van gesponnen vezels past men gebruikelijke spinmethoden toe van het type voor katoen, gekamde of gekaarde wol, en minder gebruikelijke methoden, zoals de spinmethode met open einden (open-end). Bij deze methoden wordt echter gebruik gemaakt van een aanzienlijke hoeveelheid apparaturen en van talrijke verwerkings-trappen om van de vezel tot een draad van gesponnen vezels te komen.
Bovendien is het op grond van economische overwegingen van belang de verwerkingsmethoden, waaraan de draad wordt onderworpen, zoveel mogelijk te integreren en aan de verwerker een direct bruikbare draad te kunnen leveren. Voor het modificeren van het voorkomen van eindloze draden zijn verschillende methoden toegepast, zoals het kroezen, het op mechanische of pneumatische wijze textureren, het maken van matte of half-matte draden met een speciale doorsnede, enz... De resultaten voor bepaalde toepassingen zijn evenwel niet bevredigend.
Sommige octrooischriften beschrijven het maken van draden met een gemodificeerd of fantasievoorkomen uitgaande van eindloze draden. Dit is het geval bij de Franse octrooischriften, gepubliceerd onder nummers FR 2004868, 2179971 en 2208406, die een garen beschrijven met een kern bestaande uit eindloze kerndraden met een gefixeerde valse twijn en mantel-draden, die de kern omgeven in de vorm van spiralen, waarvan de richting zich langs de lengte van het garen omkeert. Dergelijke garens' vertonen evenwel een kripeffect en niet het voorkomen van een uit vezels gesponnen garen, dat op garens van gesponnen natuurvezels gelijkt. Hierdoor is het aanvoelen ervan stug en weinig vezelachtig.
Het Amerikaanse octrooischrift nummer 4845934 beschrijft een uit meerdere elementairdraden opgebouwd garen, dat twee typen elementairdra-den met een verschillende titer bevat, waarbij de totale titer van het garen ten minste 100 maal de titer van de fijnste elementairdraad bedraagt, die als zodanig minder dan 1 dtex is. Dit garen zonder twijn en zonder verstrengeling kan niet een voldoende cohesie bezitten om de ver- werkbaarheid zonder bedrijfsstoring zowel bij het weven als het breien mogelijk te maken.
De internationale octrooiaanvrage onder nummer WO 89/^389 beschrijft eveneens een garen met een kern, die twee soorten verschillende elemen-tairdraden omvat, welke garen gedeelten, waar de mantel omgekeerde spiralen rondom de kerndraden vormt, in elkaar verwarde gedeelten en open gedeelten vertoont, waarbij de verhouding van de lengte van de open gedeelten en die van de grijpende gedeelten ten minste 0,5 is. Dit garen bezit evenwel een te geringe cohesiefactor (40 tot 80 gesloten gedeelten per meter) om een latere goede verwerkbaarheid mogelijk te maken.
EP-A-34965I heeft betrekking op een kern-mantel-garen met een valse twijn, dat elementairdraden met een verschillende elementairdraadtiter en rek omvat, verstrengelde gedeelten, open gedeelten en in elkaar vervlochten gedeelten vertoont, waarbij de lengte van de open gedeelten en van de in elkaar grijpende gedeelten in een verhouding van 1,5 tot 4 ten opzichte van elkaar staan. Een dergelijk garen vertoont evenwel het nadeel, dat voor de mantel technisch zeer kostbare en moeilijk te vervaardigen elementairdraden met een zeer geringe elementairdraadtiter (< 0,6 denier) worden gebruikt en het bovendien een onvoldoende aantal verstrengelings-punten (50 tot "J0 per meter) bezit om een goede verwerkbaarheid en het verkrijgen van foutloze textielprodukten mogelijk te maken.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een draad met het voorkomen van gesponnen vezels, die het mogelijk maakt textielprodukten te vervaardigen, die eigenschappen van aanvoelen en van vrijwel hetzelfde voorkomen bezitten als die, welke verkregen worden uit gesponnen garens van natuurlijke vezels. Dankzij onder andere de aanzienlijke cohesiefactor ervan is deze zeer gemakkelijk te verwerken zowel tot weefsel als tot breisel. De draad vertoont dus een groot technisch en economisch belang.
De uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op een draad ✓ met het voorkomen van gesponnen vezels, die vrij van twijn of spiralen is en bestaat uit twee groepen elementairdraden die in titer, aantal elementairdraden en in ligging verschillen, en die een wisselvallige afwisseling vertoont van volumineuze, gekroesde gedeelten en ingesnoerde gedeelten van verschillende lengten, waarbij de ingesnoerde gedeelten zowel verstrengeld als verward zijn, de cohesiefactor tussen 90 en 1^0, bij voorkeur 110 tot 130, kruisingen per meter is, de elasticiteitsmodulus tussen 100 en 150 cN/tex ligt en het verschil in ligging tussen de twee groepen elementairdraden, aan het licht gebracht door het meten van de geluidsmodulus, tussen 25 en 50 cN/tex ligt.
Langs een zelfde draad ligt de verhouding van de lengten 1J12 tussen de lengten van de volumineuze gedeelten en die van de ingesnoerde gedeelten tussen 0,6 en 20 en ligt de verhouding van de diameters dx/d2 tussen de diameters van de volumineuze gedeelten en van de ingesnoerde gedeelten tussen 1,3 en 8.
De draden met het vezelvormige voorkomen volgens de onderhavige uitvinding vertonen eveneens de bijzonderheid, dat zij uit afzonderlijke elementairdraden bestaan, die een vrijwel regelmatige hexagonale vorm bezitten, die in doorsneden aan de twee groepen elementairdraden zichtbaar is.
Een van de essentiële elementen van de draad met het voorkomen van gesponnen vezels volgens de uitvinding (in het vervolg van de beschrijving "FAF" genoemd) wordt gevormd door de cohesiefactor van de draad, die tussen 90 en 140, bij voorkeur 110 en 130, kruisingen per meter ligt, visueel gemeten door tellen onder een voorspanning van 100 mg, hetgeen aan de draad een uitmuntende cohesie geeft, die een goede verwerkbaarheid tot zowel weefsel als breisel mogelijk maakt ongeacht het toegepast type weefgetouw. Bovendien zijn de cohesiepunten of kruisingen gedeelten, die zowel verstrengeld als verward zijn, die noch lussen, noch spiralen aan de FAF-draad vormen; deze insnoeringspunten behouden eveneens het zachte aanvoelen van de rest van de draad en vertonen geen aaneenkleven ten gevolge van de temperatuur. Zij zijn op een wisselvallige afstand ten opzichte van elkaar langs de draad aanwezig; zijn kunnen bijvoorbeeld ongeveer 2 tot 19 mm van elkaar verwijderd zijn.
Indien de cohesiefactor minder dan 90 kruisingen/m is, neemt men aan de uit de draden verkregen weefsels de aanwezigheid van fouten, zogenaamde knobbelvormige verdikkingen ("douppions") waar, ten gevolge van een stuiken van elementairdraden met een geringe elementairdraadtiter op elementairdraden met een hogere élementairdraadtiter, waardoor een onge- * wenste opeenhoping van materiaal ontstaat. Zij verenigen zich dan aan het , begin en aan het einde van de inslag en hopen zich op aan de randen van het weefsel. De verdikkingen worden zichtbaar door een donkerdere tint op de weefsels.
Indien omgekeerd de cohesiefactor meer dan 140 kruisingen/m is, omvat de draad te veel gesloten gedeelten, vertoont het weefsel dan min of meer aanzienlijke, ongewenste verdiepte gedeelten en mist het weefsel volheid.
De FAF systeemdraad volgens de onderhavige uitvinding vertoont een geringe elasticiteitsmodulus tussen 100 en 150, bij voorkeur 100 tot 120 cN/tex. De elasticiteitsmodulus E is gelijk aan de tangens van de hoek, die de trekkromme met de.as van de verlengingen maakt. E geeft de verhouding aan: specifieke kracht E = _ 1 eenheid, overeenkomende met lo verkregen uitgaande van de kracht/verlenging-kromme, waarbij 1 de lengte van het proefstuk is op het moment t, waarmee de werkelijke titer overeenkomt, en lo de aanvankelijke lengte van het proefstuk is.
De kracht/verlenging-kromme wordt uitgezet met behulp van een dynamometer van het merk "INSTRON 1122". De geringe elasticiteitsmodulus van de draden draagt bij tot het verlenen van een bijzonder zacht aanvoelen aan textielprodukten, die uit FAF-draden volgens de uitvinding worden verkregen.
De FAF-draad volgens de uitvinding is samengesteld uit twee groepen elementairdraden met een verschillende ligging, bepaald door meting van de geluidsmodulus, hetgeen bestaat in het meten van de verandering van de elektrische fase, die veroorzaakt wordt door de lengtewisselingen van een longitudinale mechanische golf van een draad, die tussen een emittersonde (frequentie 6750 Hz) en een receptorsonde loopt. Deze faseveranderingen geven volgens een eenvoudige relatie direct de wijzigingen van de geluidssnelheid aan, die volgens algemeen bekende relaties het beeld van modulusveranderingen 2 i j n.
De geluids- of dynamische modulus is rechtevenredig met het kwadraat van de geluidssnelheid in het monster door de dichtheid van het materiaal .
Geluidsmodulus (cN/tex) = 10‘4C2 C in m/s *
Het verschil in geluidsmodulus tussen de twee typen elementairdraden ligt tussen 25 en 50 cN/tex, bij voorkeur bij 30 tot 40 cN/tex.
Het verschil in ligging van de draden komt overeen met een verschil in spinsnelheid van de elementairdraden.
Figuren 1 en 2 tonen foto's van de FAF-draad volgens de uitvinding, die volumineuze gekroesde gedeelten van onregelmatige lengten omvat op willekeurige wijze afgewisseld met de gelijktijdig verwarde/verstrengelde cohesiepunten.
Langs eenzelfde draad ligt de verhouding van de lengten 1^2 tussen de volumineuze gedeelten en de cohesiepunten tussen 0,6 en 20 en ligt de verhouding d1/d2 van de diameters tussen 1,3 en 8, welke waarden visueel gemeten zijn aan een gemiddelde van 50 metingen.
Bij voorkeur bezitten de volumineuze gedeelten een lengte lx tussen 2,25 en 15 mm en een diameter tussen 0,8 en 1,9 mm.
Bij voorkeur bezitten de cohesiepunten een lengte tussen 0,5 en 3,6 mm en een diameter tussen 0,l8 en 0,60 mm.
Aan de hand van figuren 1 en 2 is het moeilijk de draden met een hoge titer te onderscheiden van de draden met een kleinere titer, zelfs in de open gedeelten, zodat het in deze draad moeilijk is elementair-draden van de kern en elementairdraden van de mantel te onderscheiden.
De FAF-draden volgens de uitvinding zijn samengesteld uit elementairdraden met een geringe elementairdraadtiter tussen 1 en 2,5 dtex, aanwezig in een hoeveelheid van 20 tot 100, en elementairdraden met een hogere elementairdraadtiter tussen 3 en 5 dtex, aanwezig in een hoeveelheid van 7 tot 40 elementairdraden.
De combinatie van elementairdraadtiter en het aantal elementairdraden vormt een belangrijke component voor het verkrijgen van FAF-draad, die gelijktijdig het aanvoelen, het volume en het gedrag 'bezitten, die bij de gerede textielprodukten gewenst zijn.
De zo verkregen FAF-draden bezitten een geringe krimp in kokend water, in het algemeen tussen 2 en k%, hetgeen de goede verwerkbaarheid van deze draden begunstigt en de gebruiksomstandigheden bij de gerede textielprodukten vergemakkelijkt.
Het meten van de krimp van de draad bestaat in het bepalen van het verschil in lengte van een draadproefstuk onder een voorspanning van 200 mg/dtex na een thermische behandeling van 15 min in kokend water.
aanvankelijke lengte - lengte naar thermische handeling
Krimp % = _"_x 100 aanvankelijke lengte
De samenstellende afzonderlijke elementairdraden van de FAF-draad bezitten in doorsnede een vrijwel regelmatige hexagonale vorm, of het nu gaat om die met een hoge titer of die met een kleine titer, hetgeen ertoe bijdraagt, dat hieraan een bijzonder zacht aanvoelen wordt verleend.
De FAF-draden volgens de uitvinding worden verkregen volgens een werkwijze voor het gelijktijdig strekken-co-textureren (vgl. fig. 3) op gangbare wijze van twee uitgangsdraden, die met verschillende snelheden worden gesponnen, in het algemeen op basis van polyamide, bij voorkeur polyhexamethyleenadipamide of copolyamiden, die ten minste 85% hexa-methyleenadipamide-eenheden en tot 15% andere eenheden bevatten, die verkregen worden door bijvoorbeeld het adipinezuur als uitgangsmateriaal te vervangen door een ander dizuur, zoals tereftaalzuur, sebacinezuur, enz..., of door bijvoorbeeld de twee monomeren te vervangen door caprol-actam.
De uitgangspolyamiden kunnen eveneens additieven bevatten, zoals matterende middelen, middelen voor het stabiliseren tegen licht of tegen warmte en oxidatie, additieven, die bestemd zijn om de ophoping van statische ladingen te verminderen of de vatbaarheid voor verven te modificeren, enz...
De eerste van de uitgangsdraden wordt verkregen met een snelheid van in het algemeen tussen 1700 en 2200 m/min, de andere met een snelheid van ongeveer 4000 tot 5000 m/min, hetgeen aan de draden het vereiste verschil in ligging verleent. De uitgangsdraden worden getextureerd bij een gangbare strekgraad, die aangepast is aan de gebruikelijke wrijving voor het textureren van voorgeoriënteerde draden, namelijk in het algemeen tussen 1,25 en 1,35 X bij een oveninstelling van 200-230°C. De getextureerde draad wordt vervolgens met behulp van een verstrengelingsbuis verstrengeld, hetgeen aan de draad een cohesiefactor van 90 tot 140 kruisingen per meter verleent, en vervolgens overmatig geolied met een in de handel verkrijgbare textureerolie.
De FAF-draad volgens de uitvinding bezit opmerkelijke eigenschappen wat betreft het aanvoelen, het volume, het gedrag en het comfort. De draad bezit eveneens een goede verwerkbaarheid. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt textielprodukten te verkrijgen, die eigenschappen van aanvoelen en voorkomen bezitten, die gelijken op die van draden van gesponnen natuurvezels, zoals katoen.
In het bijzonder worden deze draden met voordeel gebruikt voor de produkten, die bestemd zijn om in contact met de huid te worden gedragen. De structuur van de draad maakt het mogelijk textielprodukten te verkrijgen, die een beter beschuttend vermogend bezitten bij een gelijktijdig kleinere dichtheid dan de tot dusver bekende FAF-draden; deze structuur verleent aan de textielprodukten eveneens een goed aanvoelend en nerveus karakter, hetgeen een goede vatbaarheid voor kreukherstel tot gevolg heeft.
Dergelijke draden vertonen bovendien in vergelijking met gesponnen garen van fijne elementairdraden (> Nm 50, dat is 200 dtex) aanzienlijke voordelen wat betreft kostprijs, gebruik, zoals scheren, weven, bewerken.
Zij maken het eveneens mogelijk lichtere weefsels te verkrijgen voor het bereiken van dezelfde prestaties.
Zij vertonen dus een groot economisch en technisch belang.
De zo verkregen draden zijn bruikbaar voor het maken van weefsels, hetzij 100 % FAF, hetzij ketting of inslag (mengweefsels: met eindloze ketting, inslag FAF - ketting FAF, inslag gesponnen vezel) en rond-breisels en laddervrije breisels voor de volgende toepassingen, die de voorkeur verdienen: weefsels: weefsels voor sportkleding, weefsels voor sportieve kleding, jurken, "linnen"-goed, overhemden breisels: - cirkelvormige steek: . getouwen met een grote diameter: jurken, beschermende kleding, sportmaillots, onderkleding . getouwen van kleine diameter: nauw aansluitende kleding - laddervrije steek: jurken, sportieve kleding, indrukwekkende kleding.
In de onderstaande voorbeelden wordt de treksterkte gemeten op een in de handel verkrijgbare inrichting van het merk INSTRON 1122 als het gemiddelde van 20 metingen, die verbonden is met een computer, die aangeeft: - de aanvankelijke titer (dtex) - breekkracht (cN) (=maximale kracht, die het proefstuk kan onder- steuen) breekkracht (cN) treksterkte in cN/tex = _ aanvankelijke titer (tex) specifieke kracht (cN/tex)
De snijmodulus bij 8% M = _
Al/10 die uit de kracht-verlenging-kromme wordt verkregen voor een verlenging van 8%, waarbij:
Al = toename van de aanvankelijke lengte 10 = aanvankelijke lengte VOORBEELD 1
Uit polyhexamethyleenadipamide met een relatieve viscositeit van 42, gemeten aan een 8,4 %'s oplossing in $0%'s mierezuur, bereidt men twee eindloze draden: - de ene (1), geëxtrudeerd met 4200 m/min, gematteerd met 0,3 gew.j£ titaanoxide, beschermd tegen licht met 7 dpm mangaan, met een titer van 98 dtex/17 elementairdraden, - de andere (2), geëxtrudeerd met 2200 m/min, op dezelfde wijze gematteerd en beschermd tegen licht als de eerste, met een titer van 140 dtex/50 elementairdraden.
De twee draden worden toegevoerd aan een machine voor het gelijktijdig strekken/textureren van het type "ARCT FT 190". Met verwijzing naar fig. 3 worden de twee draden (1) en (2) vanaf twee verschillende spoelen toegevoerd en lopen vervolgens tussen een paar toevoerrollen 3 door, die met een snelheid V1 draaien. De verenigde draden ondergaan een valse twijn, terwijl zij gestrekt worden tot een strekgraad van 1,272 tussen de rollen 3 en de rollen 4, die met een snelheid V2 van 65Ο m/min draaien. In verloop van het valse twijnproces loopt de draad door de oven 5, die op een temperatuur van 225°C wordt gehouden, waarin het strekken optreedt, waarna de draad over de omkeerrollen 7 en over de koelplaat 8 'loopt. De draad wordt gedraaid door de hiervoor gelegen wrijvingspen 9 (handelsmerk P0SIT0RQ 2), onder een spanning Tx en vervolgens voorbij de pen teruggedraaid onder een spanning T2. De wrijvingspen omvat 9 schijven. De draad loopt vervolgens tussen de rollen 4 door, die met een snelheid V2 draaien.
- strekgraad: V2/^i ................ = 1,272 - verhouding van de spanningen T2/Tx = 0,85 - D/Y ...............................= 2,13
De draad loopt vervolgens in een verstrengelingsbuis (10), waaraan perslucht wordt toegevoerd onder een druk van 3.5 bar, na op gebruikelijke wijze overmatig te zijn geolied. De draad wordt opgewikkeld op een spoel (11) met een krimp van 4,99# om een goede wikkelvorming op de spoel mogelijk te maken.
De eigenschappen van de verkregen draad zijn als volgt: - totale titer, dtex...................... 195 - aantal elementairdraden.............. 67 - herstelgraad %..... 9,7 - treksterkte cN/tex ...................... 25 - rek, % .................................. 22,8 - elasticiteitsmodulus cN/tex ............. 120 - modulus bij verlenging met 8%-cN/tex..... 143 - cohesiefactor, kruisingen/meter ......... 135 - krimp % ................................. 3 - krimpkracht (cN) ........................ 6,66 - verschil in geluidsmodulus van de twee bestanddelen cN/tex ..................... 30 - li/l2.................................... 3.2 tot 10,9 - d1/d2 ................................... 1,4 tot 8,4 - de lengte van de volumineuze gedeelten lx wisselt van 2,9 tot 7.7 mm - de diameter van de volumineuze gedeelten dx wisselt van 0,9 tot 1,8 mm - de lengte van de verstrengelde gedeelten 12 wisselt van 1,1 tot 3.5 mm - de diameter van de verstrengelde gedeelten d2 wisselt van 0,3 tot 0,47 mm VOORBEELD 2
Men herhaalt voorbeeld 1 onder toepassing van dezelfde uitgangs-draden, die met dezelfde snelheid worden afgewikkeld, en onder toepassing van dezelfde methode voor het textureren met de volgende instellingen: - snelheid ter hoogte van de rollen 4 ...... 65Ο m/min
- gelijktijdige strekgraad ................. 1,3 X
- D/Y ...................................... 2,11
- oventemperatuur.......................... 225 °C
- druk bij verstrengelingsbuis ............. 3,5 bar - opvang krimp, % .......................... 6,66 - verhouding van spannigen ................. 0,66 - uitgangsdraden: 97.1 dtex/17 elementairdraden en 147 dtex/50 elementairdraden
Eigenschappen van de getextureerde draad: - totale titer, dtex ....................... 191.8 - aantal elementairdraden .................. 67 - herstelgraad, % .......................... 7 - treksterkte, cN/tex ...................... 22,4 - cohesiefactor, kruisingen/meter .......... 114 - elasticiteitsmodulus, cN/tex ............. 116 - modulus bij verlenging met 8%, cN/tex .... 139 - krimp, % ................................. 3.1 - verschil in geluidsmodulus van de twee bestanddelen, cN/tex ..................... 39 - lj/la tussen............................. 0,625 en 12 - di/d2 tussen ............................. 1,6 en 7.9 - li wisselt van 3.1 tot 9.9 mm - 12 wisselt van 1,1 tot 3.55 mui - d-L wisselt van 0,9 tot 1,85 mm - d2 wisselt van 0,32 tot 0,52 mm VOORBEELD λ
Men herhaalt voorbeeld 1 onder toepassing van een draad, die met 4200 m/min is geëxtrudeerd, gematteerd en tegen licht beschermd, met een titer van 42,8 dtex/10 elementairdraden en een draad, die met 2200 m/min is geëxtrudeerd, met een titer van 75 dtex/23 elementairdraden als uitgangsdraden.
De draden worden volgens het in voorbeeld 1 aangegeven voorschrift •getextureerd onder de volgende instellingen: - snelheid ter hoogte van de rol 4 .......... 65Ο m/min
- gelijktijdige strekgraad .................. 1,31 X
- D/Y ....................................... 2,13
- oventemperatuur ........................... 220°C
- druk in de verstrengelingsbuis ............ 3.5 bar - opvangkrimp, % ............................ 6,23 - T2/Tx ..................................... 1,16
Eigenschappen van de eetextureerde draad: - totale titer, dtex ........................ 93.8 - aantal elementairdraden ................... 33 - treksterkte, cN/tex ....................... 19.8 - rek, % .................................... 17,9 - cohesiefactor, kruisingen/meter ........... 117 - elasticiteitsmodulus, cN/tex .............. 123 - modulus bij verlenging met 8#, cN/tex ..... l4l - krimp, % .................................. 2,5 - verschil in geluidsmodulus van de twee bestandingen, cN/tex ...................... 30 - li/l2 tussen .............................. 1,33 en 19,68 - di/d2 tussen ........................... 1,65 en 7,5 - li wisselt van 3,6 tot 14 mm - 12 wisselt van 0,725 tot 2,7 mm - di wisselt van 0,68 tot 1,36 mm - d2 wisselt van 0,18 tot 0,4l mm VOORBEELD 4
Uit de polyhexamethyleenadipamide met een relatieve viscositeit van 42, gemeten aan een 8,4 %'s oplossing in $0%' s mierezuur, vervaardigt men twee eindloze draden: - de ene (1), geëxtrudeerd met 4200 m/min, gematteerd met 0,3 gew.# titaanoxide, tegen licht beschermd met 7 dpm mangaan, met een titer van 42 dtex/7 elementairdraden, - de andere (2), geëxtrudeerd met 2000 m/min, op dezelfde wijze als de eerste gematteerd en beschermd tegen licht, met een titer van 60 dtex/30 elementairdraden.
✓
De twee draden worden toegevoerd aan een machine voor het gelijktijdig strekken en textureren van het type "ARCT FT 190". Met verwijzing naar figuur 3 worden de twee draden (1) en (2) vanaf twee afzonderlijke spoelen toegevoerd en vervolgens over een paar toevoerrollen 3 geleid, die met een snelheid V1 draaien. De samengevoegde draden ondergaan een valse twijn, terwijl zij met een strekgraad van 1,32 worden gestrekt tussen de rollen 3 en de rollen 4, die met een snelheid V2 van 650 m/min draaien. Tijdens het proces van het vals twijnen loopt de draad door de oven 5, die op een temperatuur van 220°C wordt gehouden, waarin het strekken plaatsvindt, waarna de draad over de omkeerrollen 7 en over de koelplaat 8 loopt. De draad wordt door de wrijvingspen 9 (handelsmerk POSITORQ 2) hieraan voorafgaand gedraaid onder een spanning Tx en vervolgens voorbij de pen onder een spanning T2 teruggedraaid. De wrijvingspen omvat 9 schijven. De draad loopt vervolgens tussen de rollen 4 door, die met een snelheid V2 draaien.
- strekgraad: V2/Vi ................ = 1,32 - verhouding van de spanningen = 0,83 - D/Y ...............................= 2,3
De draad loopt vervolgens, nadat deze op gebruikelijke wijze overmatig is geolied in een verstrengelingsbuis (10), waaraan perslucht wordt toegevoerd onder een druk van 3,5 bar. De draad wordt opgewikkeld op een spoel (11) met een krimp van 5% om een goed opwikkelen op de spoel mogelijk te maken.
De eigenschappen van de verkregen draad zijn als volgt: - totale titer, dtex...........................79 Λ - aantal elementairdraden ...................... 37 - herstelgraad, % .............................. 6,4 - treksterkte, cN/tex .......................... 32,6 - rek, % .......................................24,5 - elasticiteitsmodulus, cN/tex ................. 130 - modulus bij verlenging met 8%, cN/tex ........ 147 - cohesiefactor, kruisingen/meter .............. 101 - krimp, % ..................................... 1,9 - verschil in geluidsmodulus van de twee bestanddelen, cN/tex ......................... 30 * - 1J12 ........................................ 0,9 tot 20 - dj/d2......................................... 1,3 tot 6 - de lengte van de volumineuze gedeelten lx wisselt van 3,4 tot 12 mm - de diameter van de volumineuze gedeelten dj^ wisselt van 0,8 tot 1,8 mm - de lengte van de verstrengelde gedeelten 12 wisselt van 0,6 tot 3,6 mm - de diameter van de verstrengelde gedeelten d2 wisselt van 0,3 tot 0,6 mm.
Claims (9)
1. Draad met het voorkomen van gesponnen vezels op basis van polyamide, die vrij van twijn of spiralen is en bestaat uit twee groepen in titer verschillende elementairdraden, waarbij het aantal elementairdraden en de ligging een wisselvallige afwisseling vertonen van volumineuze gekroesde gedeelten en verstrengeld ingesnoerde gedeelten van verschillende lengten, met het kenmerk, dat - de ingesnoerde gedeelten gelijktijdig verstrengeld en verward zijn - de cohesiefactor tussen 90 en 140 kruisingen/m ligt, - de elasticiteitsmodulus tussen 100 en 150 cN/dtex ligt, - het verschil in ligging tussen de twee groepen elementairdraden, bepaald door meting van de geluidsmodulus, tussen 25 en 50 cN/tex ligt.
2. Draad met het voorkomen van gesponnen vezels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat langs de lengte van eenzelfde draad: - de verhouding van de lengten lj/lj tussen de volumineuze gedeelten en de ingesnoerde gedeelten tussen 0,6 en 20 ligt, - de verhouding van de diameters dx/d2 tussen de volumineuze gedeelten en de ingesnoerde gedeelten tussen 1,3 en 8 ligt.
3. Draad met het voorkomen van gesponnen vezels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lengte van de open gedeelten tussen 2,25 en 15 mm ligt en de lengte van de verstrengelde gedeelten tussen 0,5 en 3.6 mm ligt, de diameter van de volumineuze gedeelten tussen 0,8 en 1,9 mm ligt en die van de verstrengelde gedeelten tussen 0,18 en 0,60 mm ligt.
4. Draad met het voorkomen van gesponnen vezels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elementairdraden met een kleine titer een elemen-tairdraadtiter tussen 1 en 2,5 dtex bezitten en de elementairdraden met een hogere titer een elementairdraadtiter tussen 3 en 5 dtex bezitten. 4
5· Draden met het voorkomen van gesponnen vezels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elementairdraden met de hoogste elementairdraadtiter in een aantal van 7 tot 40 elementairdraden aanwezig zijn en de elementairdraden met de kleinste elementairdraadtiter aanwezig zijn in een aantal van 20 tot 100.
6. Draden met het voorkomen van gesponnen vezels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elasticiteitsmodulus tussen 120 en 140 cN/tex ligt.
7. Draden met het voorkomen van gesponnen vezels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verschil in ligging, bepaald door meting van de geluidsmodulus, tussen 30 en 40 cN/tex ligt.
8. Draden met het voorkomen van gesponnen vezels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat alle elementairdraden waaruit de gesponnen draad is samengesteld, in dwarsdoorsnede een vrijwel regelmatige hexagonale vorm bezitten.
9. Textielprodukten, zoals weefsels, breisels, met het kenmerk, dat zij draden met het voorkomen van gesponnen vezels volgens een der conclusies 1 tot 8 bevatten.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR9003643A FR2659669B1 (fr) | 1990-03-16 | 1990-03-16 | Fil a aspect file de fibres a base de polyamide. |
FR9003643 | 1990-03-16 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9100432A true NL9100432A (nl) | 1991-10-16 |
NL193323B NL193323B (nl) | 1999-02-01 |
NL193323C NL193323C (nl) | 1999-06-02 |
Family
ID=9394975
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9100432A NL193323C (nl) | 1990-03-16 | 1991-03-11 | Draad met het voorkomen van gekroesde vezels op basis van polyamide. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5341632A (nl) |
JP (1) | JP2679885B2 (nl) |
BR (1) | BR9101099A (nl) |
CA (1) | CA2038333C (nl) |
CH (1) | CH685318B5 (nl) |
DE (1) | DE4108509A1 (nl) |
ES (1) | ES2028717A6 (nl) |
FR (1) | FR2659669B1 (nl) |
GB (1) | GB2241967B (nl) |
GR (1) | GR1000798B (nl) |
IT (1) | IT1244782B (nl) |
LU (1) | LU87905A1 (nl) |
NL (1) | NL193323C (nl) |
PT (1) | PT97053B (nl) |
SE (1) | SE9100801L (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
KR100310815B1 (ko) * | 1993-02-23 | 2001-12-15 | 히라이 가쯔히꼬 | 고강도폴리아미드섬유 |
US20040168479A1 (en) * | 2003-02-28 | 2004-09-02 | Mcmurray Brian | Highly resilient multifilament yarn and products made therefrom |
US20050003184A1 (en) * | 2003-07-03 | 2005-01-06 | Milliken & Company | Yarn having variable shrinkage zones |
US11116498B2 (en) | 2011-02-02 | 2021-09-14 | Syntorr Inc. | Variable denier yarn and suture |
WO2012106127A2 (en) * | 2011-02-02 | 2012-08-09 | Syntorr, Inc. | Variable denier yarn and suture |
DE102011012202B4 (de) * | 2011-02-23 | 2014-09-25 | Dbw Holding Gmbh | Schalldämpfereinsatz für Kraftfahrzeuge und Verfahren zur Herstellung hiervon |
DE102011012156A1 (de) * | 2011-02-23 | 2012-08-23 | Dbw Holding Gmbh | Verfahren zur Herstellung eines Formmatrials aus Fasermaterialien und Vorrichtung hierüber |
Family Cites Families (18)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH426089A (de) * | 1965-01-13 | 1967-06-15 | Heberlein & Co Ag | Verfahren zur Herstellung eines elastischen Textilgarns |
US3780515A (en) * | 1969-03-10 | 1973-12-25 | Ici Ltd | Textured core yarns |
US3824776A (en) * | 1972-01-11 | 1974-07-23 | Burlington Industries Inc | Fabric having improved pick resistance |
USRE31376E (en) * | 1973-06-11 | 1983-09-13 | Bigelow-Sanford, Inc. | Yarn structure and method for producing same |
GB1488255A (en) * | 1975-02-27 | 1977-10-12 | Courtaulds Ltd | Yarn-texturising process |
JPS5212362A (en) * | 1975-07-18 | 1977-01-29 | Toray Industries | Fluid treatment apparatus |
US4170867A (en) * | 1978-02-27 | 1979-10-16 | Phillips Petroleum Company | Spun-like continuous multifilament yarn |
US4244171A (en) * | 1978-05-17 | 1981-01-13 | Teijin Limited | Bulkable filamentary yarn |
US4262481A (en) * | 1979-02-21 | 1981-04-21 | Toray Industries, Inc. | Spun yarn-like high bulky textured yarns and process for producing same |
DE3166259D1 (en) * | 1980-04-02 | 1984-10-31 | Teijin Ltd | A process for manufacturing a bulky flat yarn |
JPS5721526A (en) * | 1980-07-15 | 1982-02-04 | Teijin Ltd | Polyester spun like processed yarn and method |
DE3115759A1 (de) * | 1981-04-18 | 1982-11-04 | Hoechst Ag, 6000 Frankfurt | "verfahren zur herstellung von texturiertem profilgarn und die dabei erhaltenen garne" |
US4712366A (en) * | 1985-12-28 | 1987-12-15 | Nippon Ester Co., Ltd. | Denier-mixed composite yarn, denier-mixed special thick and thin yarn, false twist yarn and denier-mixed shrinkage-mixed composite yarn |
US4649257A (en) * | 1986-05-06 | 1987-03-10 | The Perkin-Elmer Corporation | Gas distribution ring for plasma gun |
JPS6332889A (ja) * | 1986-07-24 | 1988-02-12 | 株式会社日立ホームテック | シ−ズヒ−タ |
DE3715971A1 (de) * | 1987-05-13 | 1988-12-01 | Guenther Dr Bauer | Falschdralltexturiertes multifilamentgarn, verfahren zu seiner herstellung sowie verwendung dieses garns |
DE3851704T2 (de) * | 1987-11-06 | 1995-05-11 | Teijin Ltd | Ultraweiches flaches multifilamentgarn und dessen herstellungsverfahren. |
JP2659380B2 (ja) * | 1987-12-23 | 1997-09-30 | 帝人株式会社 | 均染性混繊仮撚加工糸 |
-
1990
- 1990-03-16 FR FR9003643A patent/FR2659669B1/fr not_active Expired - Lifetime
-
1991
- 1991-03-06 GR GR910100107A patent/GR1000798B/el unknown
- 1991-03-07 CH CH69991A patent/CH685318B5/fr not_active IP Right Cessation
- 1991-03-07 ES ES9100581A patent/ES2028717A6/es not_active Expired - Lifetime
- 1991-03-07 LU LU87905A patent/LU87905A1/fr unknown
- 1991-03-11 NL NL9100432A patent/NL193323C/nl not_active IP Right Cessation
- 1991-03-13 GB GB9105344A patent/GB2241967B/en not_active Expired - Fee Related
- 1991-03-14 IT ITMI910682A patent/IT1244782B/it active IP Right Grant
- 1991-03-15 JP JP3051145A patent/JP2679885B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 1991-03-15 SE SE9100801A patent/SE9100801L/ not_active Application Discontinuation
- 1991-03-15 DE DE4108509A patent/DE4108509A1/de not_active Ceased
- 1991-03-15 CA CA002038333A patent/CA2038333C/fr not_active Expired - Fee Related
- 1991-03-15 PT PT97053A patent/PT97053B/pt not_active IP Right Cessation
- 1991-03-15 BR BR919101099A patent/BR9101099A/pt not_active IP Right Cessation
-
1993
- 1993-05-06 US US08/057,420 patent/US5341632A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2659669A1 (fr) | 1991-09-20 |
ITMI910682A0 (it) | 1991-03-14 |
ITMI910682A1 (it) | 1992-09-14 |
FR2659669B1 (fr) | 1992-06-12 |
NL193323C (nl) | 1999-06-02 |
ES2028717A6 (es) | 1992-07-01 |
GB2241967B (en) | 1994-07-20 |
CH685318B5 (fr) | 1995-12-15 |
PT97053A (pt) | 1991-10-31 |
NL193323B (nl) | 1999-02-01 |
CH685318GA3 (fr) | 1995-06-15 |
GR1000798B (el) | 1993-01-25 |
SE9100801D0 (sv) | 1991-03-15 |
GB2241967A (en) | 1991-09-18 |
JP2679885B2 (ja) | 1997-11-19 |
GR910100107A (en) | 1992-06-30 |
CA2038333C (fr) | 1995-05-16 |
JPH0770855A (ja) | 1995-03-14 |
SE9100801L (sv) | 1991-09-17 |
BR9101099A (pt) | 1991-11-05 |
US5341632A (en) | 1994-08-30 |
CA2038333A1 (fr) | 1991-09-17 |
GB9105344D0 (en) | 1991-04-24 |
PT97053B (pt) | 1998-10-30 |
DE4108509A1 (de) | 1991-09-19 |
LU87905A1 (fr) | 1992-03-03 |
IT1244782B (it) | 1994-08-08 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1040404A (en) | Elastic yarn combined with inelastic polymer filaments | |
JP5953819B2 (ja) | ポリエステル融着延伸仮撚加工糸 | |
NL193323C (nl) | Draad met het voorkomen van gekroesde vezels op basis van polyamide. | |
JP7521255B2 (ja) | ポリエステル仮撚糸および編織物 | |
US4262481A (en) | Spun yarn-like high bulky textured yarns and process for producing same | |
JP3080964B2 (ja) | 弾性交絡加工糸およびその製造方法 | |
JP7259200B2 (ja) | ポリエステル仮撚糸 | |
JP2816846B2 (ja) | 交絡混繊マルチフィラメント複合糸およびその糸を用いた嵩高織物の製造法 | |
JP2004183142A (ja) | 複合仮撚加工糸およびその製造方法 | |
JP4217517B2 (ja) | 織編物 | |
JP3043374B2 (ja) | 耐摩擦溶融糸の仮撚加工法 | |
JP2003041443A (ja) | ナイロン複合混繊糸 | |
JPH07331549A (ja) | 高強力毛羽糸およびその製造方法 | |
JP2527212B2 (ja) | ポリエステル加工糸 | |
JP2530721B2 (ja) | 混繊交絡糸 | |
JPS6119736B2 (nl) | ||
JPS6021941A (ja) | 抗ピル性を有する布帛 | |
JP4592167B2 (ja) | 杢調嵩高加工糸とその製造方法 | |
JPH07292535A (ja) | スパンライクカバリング糸及びその製造方法 | |
JPS63112742A (ja) | ポリエステル複合加工糸 | |
JPS595688B2 (ja) | スパンライクカ−ペツトヤ−ン及びその製造法 | |
JPH0465543A (ja) | 混合紡績糸 | |
JPS6332894B2 (nl) | ||
JPS6246656B2 (nl) | ||
JPH11286843A (ja) | 化繊ポリエステル繊維複合糸及びこの複合糸からなる織編物 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20041001 |