NL9000152A - Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat verbonden is met of een deel vormt van een plaat, alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze en plaat vervaardigbaar volgens de werkwijze. - Google Patents
Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat verbonden is met of een deel vormt van een plaat, alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze en plaat vervaardigbaar volgens de werkwijze. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9000152A NL9000152A NL9000152A NL9000152A NL9000152A NL 9000152 A NL9000152 A NL 9000152A NL 9000152 A NL9000152 A NL 9000152A NL 9000152 A NL9000152 A NL 9000152A NL 9000152 A NL9000152 A NL 9000152A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plate
- support
- positioning
- punch
- reference plane
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23P—METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; COMBINED OPERATIONS; UNIVERSAL MACHINE TOOLS
- B23P21/00—Machines for assembling a multiplicity of different parts to compose units, with or without preceding or subsequent working of such parts, e.g. with programme control
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23P—METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; COMBINED OPERATIONS; UNIVERSAL MACHINE TOOLS
- B23P19/00—Machines for simply fitting together or separating metal parts or objects, or metal and non-metal parts, whether or not involving some deformation; Tools or devices therefor so far as not provided for in other classes
- B23P19/02—Machines for simply fitting together or separating metal parts or objects, or metal and non-metal parts, whether or not involving some deformation; Tools or devices therefor so far as not provided for in other classes for connecting objects by press fit or for detaching same
- B23P19/027—Machines for simply fitting together or separating metal parts or objects, or metal and non-metal parts, whether or not involving some deformation; Tools or devices therefor so far as not provided for in other classes for connecting objects by press fit or for detaching same using hydraulic or pneumatic means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D22/00—Shaping without cutting, by stamping, spinning, or deep-drawing
- B21D22/02—Stamping using rigid devices or tools
- B21D22/04—Stamping using rigid devices or tools for dimpling
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/53—Means to assemble or disassemble
- Y10T29/53039—Means to assemble or disassemble with control means energized in response to activator stimulated by condition sensor
- Y10T29/53061—Responsive to work or work-related machine element
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/141—With means to monitor and control operation [e.g., self-regulating means]
- Y10T83/148—Including means to correct the sensed operation
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/525—Operation controlled by detector means responsive to work
- Y10T83/536—Movement of work controlled
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Bending Of Plates, Rods, And Pipes (AREA)
- Shaping Metal By Deep-Drawing, Or The Like (AREA)
- Electrical Discharge Machining, Electrochemical Machining, And Combined Machining (AREA)
- Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
- Perforating, Stamping-Out Or Severing By Means Other Than Cutting (AREA)
- Shaping Of Tube Ends By Bending Or Straightening (AREA)
- Automatic Assembly (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
- Blow-Moulding Or Thermoforming Of Plastics Or The Like (AREA)
- Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
Description
N.V. Philips* Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat verbonden ismet of een deel vormt van een plaat, alsmede inrichting geschikt voorhet uitvoeren van de werkwijze en plaat vervaardigbaar volgens de werk¬wijze."
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor hetpositioneren van een onderdeel, dat verbonden is met of een deel vormtvan een plaat, die ter plaatse van het onderdeel ondersteund wordt dooreen ondersteuning, waarbij het positioneren geschiedt met behulp vaneen stempel. De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichtinggeschikt voor het uitvoeren van de werkwijze en een plaat vervaardig¬baar volgens de werkwijze.
Een in de aanhef genoemde werkwijze en inrichting zijnalgemeen bekend in de vorm van een persinrichting voorzien van eenboven- en een onderstempel. In een dergelijke bekende persinrichtingwordt een plaat op de onderstempel gelegd waarna de bovenstempel tegende plaat wordt gedrukt zodanig dat de plaat blijvend vervormt. Tijdenshet persen zal de plaat niet alleen plastisch vervormen maar zal ookeen zekere elastische vervorming van de plaat optreden. Na het optillenvan de bovenstempel zal de plaat enigszins terugveren ten gevolge vande elastische energie in de plaat. Hierdoor wijkt de uiteindelijke vormvan de plaat iets af van de vorm van de stempels. Door met de elasti¬sche terugvering rekening te houden en de plaat iets meer te vervormen,wordt dit probleem deels opgelost. Echter de grondvorm van de te ver¬vormen platen is niet voor alle platen gelijk, waardoor sommige platenmeer elastisch vervormen dan andere platen en hierdoor uiteindelijk nogsteeds, zij het wel kleiner, onderlinge vormafwijkingen tussen degeperste platen aanwezig zullen zijn. Indien de platen bestemd zijn omals chassisplaten te worden gebruikt waarop onderdelen gemonteerdworden die zeer nauwkeurig ten opzichte van elkaar gepositioneerdmoeten zijn, zullen de posities van deze onderdelen na montage nognagesteld dienen te worden, daar door de vormtoleranties van dechassisplaat afwijkingen in de posities van de onderdelen optreden.
Deze gang van zaken doet zich ook voor bij de productie vanchassisplaten voor videorecorders. Bij videorecorders worden zeer hogeeisen gesteld aan de onderlinge posities van onder andere de aftasteen-heid, de toonas en de bandgeleiders. De vereiste nauwkeurigheid ligt in de orde van micrometers. Door de elastische terugvering van de plaattreden echter afwijkingen in de orde van tientallen micrometers op.Hierom worden de onderdelen zo aangebracht dat hun posities nastelbaarzijn. Dit nastellen is een kostbare en tijdrovende bezigheid.
Een chassisplaat waarbij de montagevlakken voor de aan tebrengen onderdelen nauwkeurig ten opzichte van elkaar gepositioneerdzijn is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP 0,184,159 A2. Hierbijis de chassisplaat gegoten en zijn de montagevlakken in één opspanningnabewerkt. Nadeel van deze chassisplaat is dat de fabricage ervan zeerbewerkelijk is en daardoor ook duur. Tevens is door de gegoten con¬structie de plaat zwaar en zijn de materiaalkosten hoog.
Het doel van de uitvinding is onder andere een werkwijze teverschaffen waarbij op eenvoudige wijze en met zeer hoge nauwkeurigheidonderdelen van of op een plaat kunnen worden gepositioneerd, waardoornabewerkingen van de plaat of nastellingen van de aan te brengen onder¬delen niet meer noodzakelijk zijn.
Een verder doel van de uitvinding is om een inrichting teverschaffen, waarmee op voordelige wijze de beoogde werkwijze uitge¬voerd kan worden.
Voor wat betreft de werkwijze is de uitvinding gekenmerkt,doordat de plaat door een oplegging gedragen wordt en tijdens hetpositioneren van het onderdeel de positie van het onderdeel ten opzich¬te van een referentievlak gemeten wordt en een regelsysteem de krachtuitgeoefend op de plaat door, of de positie ten opzichte van de plaatvan, de stempel en de ondersteuning regelt, tot het onderdeel eengewenste positie ten opzichte van het referentievlak inneemt, waarbijhet dragen van plaat en/of het positioneren van het onderdeel zodanigwordt uitgevoerd, dat althans bij het bereiken van de gewenste positievan het onderdeel de plaat vrij is van elastische vervormingen. Door deplaat niet tussen twee stempelvlakken te klemmen maar op een opleggingte laten rusten, kunnen er ten gevolge van vormafwijkingen van de plaathierbij geen elastische vervormingen in de plaat optreden. Hierdoor zaler ook geen sprake zijn van elastische terugvering van de plaat. Doorde positie van het onderdeel ten opzichte van een referentievlak temeten, kan men vaststellen in welke mate de kracht uitgeoefend op deplaat door, of de positie ten opzichte van de plaat van, de stempel ende ondersteuning veranderd moet worden om de juiste positie van het onderdeel ten opzichte van het referentievlak te verkrijgen. Door eengeschikte wijze van dragen van de plaat en/of door een geschikte wijzevan positioneren van het onderdeel, wordt bewerkstelligd dat bij hetpositioneren van het onderdeel uiteindelijk geen elastische vervormin¬gen in de plaat resteren. Hierdoor zal er nadien ook geen terugveringoptreden en zal de juiste positie gehandhaafd blijven.
Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvindingis gekenmerkt, doordat elastische vervormingen van de plaat gedetec¬teerd worden en het regelsysteem tevens regelt, dat er bij het bereikenvan de gewenste positie van het onderdeel uiteindelijk geen elastischevervormingen in de plaat aanwezig zijn, door de kracht in, of depositie van de ondersteuning tijdens het positioneren van het onderdeelte regelen. Hiermee kan men zodra er elastische vervormingen in deplaat optreden deze opheffen door de kracht in of de positie van deondersteuning te veranderen zodanig, dat de oorzaken van de elastischevervorming van de plaat gecompenseerd worden. De elastische vervormingvan de plaat kan bijvoorbeeld ontstaan ten gevolge van elastische door-buiging van een frame waarop de ondersteuning aanwezig is.
Een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uit¬vinding is gekenmerkt, doordat elastische vervormingen van de plaat ge¬detecteerd worden door de krachten in de oplegging te meten. Dit is eeneenvoudige methode om de aanwezigheid van elastische vervormingen ineen plaat te detecteren.
Een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uit¬vinding is gekenmerkt, doordat elastische vervormingen van de plaat ge¬detecteerd worden door de verplaatsing van de plaat ten opzichte van deoplegging te meten. Dit is een andere eenvoudige methode om de aan¬wezigheid van elastische vervormingen in een plaat te detecteren.
Nog een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens deuitvinding is gekenmerkt, doordat het regelsysteem tijdens het positio¬neren van het onderdeel de kracht in of de positie van de ondersteuningregelt totdat de genoemde krachten in hoofdzaak nul zijn of totdat degenoemde verplaatsing in hoofdzaak nul is. Indien deze krachten nulzijn of deze verplaatsing nul is kunnen geen elastische vervormingenmeer in de plaat aanwezig zijn, waardoor er dus ook geen terugveren vande plaat op kan treden en de positie van het onderdeel gehandhaafdblijft.
Een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uit¬vinding is gekenmerkt, doordat tijdens het positioneren van het onder¬deel de plaat uitsluitend door twee oplegpunten en door de ondersteu¬ning gedragen wordt, zodat er tijdens het positioneren van het onder¬deel geen elastische vervorming van de plaat op kan treden. Door bijeen driepuntsoplegging ter plaatse van één van de punten (gevormd doorde ondersteuning) een kracht op de plaat uit te oefenen wordt dezekracht volledig gedragen door dat punt (ondersteuning) en treden er inde andere twee punten geen reaetiekrachten op. Hierdoor kunnen er bui¬ten het genoemde punt (ondersteuning) ook geen spanningen in de plaatoptreden.
Nog een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens deuitvinding is gekenmerkt, doordat het onderdeel zodanig wordt geposi¬tioneerd dat de resulterende kracht, van de krachten door de stempel endoor de ondersteuning op de plaat uitgeoefend, gelijk is aan nul.
Indien bij het positioneren van het onderdeel met behulp van de stempelen de ondersteuning geen resulterende kracht op de plaat wordt uitge¬oefend, zal de plaat buiten de ondersteuning ook niet elastisch ver¬vormen. Hierdoor zal er ook geen sprake van terugvering zijn bij hetverwijderen van de stempel en de ondersteuning waardoor de positie vanhet onderdeel gehandhaafd blijft.
Een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uit¬vinding is gekenmerkt, doordat het positioneren geschiedt door hetonderdeel, dat gevormd wordt door een element, door een opening in deplaat te persen, welk element geklemd wordt door een wand van deopening. Op deze wijze kan de positie van een element, bijvoorbeeld eenbandgeleider of een stationaire magneetkop nauwkeurig in hoogte geposi¬tioneerd worden. Hierdoor is er geen hoogte instelling met behulp vaneen instelmechanisme nodig.
Nog een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens deuitvinding is gekenmerkt, doordat het positioneren geschiedt door deplaat lokaal plastisch te vervormen waardoor een plaatdeel op degewenste afstand van het referentievlak komt te liggen, waarbij hetonderdeel gevormd wordt door het genoemde plaatdeel. Op deze wijze kanmet zeer grote nauwkeurigheid een montagevlak in een plaat aangebrachtworden. Hierop kan bijvoorbeeld een aftasteenheid van een videorecorderof een motor van een toonas gemonteerd worden, waarvan de positie zeer nauwkeurig bekend moet zijn.
Het kan echter voorkomen, dat de positie van een onderdeelvan de plaat al met de gewenste positie overeenkomt. In dit uitzonder¬lijke geval zal tijdens het positioneren de plaat niet vervormd worden.
Een hiermee samenhangende uitvoeringsvorm van de werkwijzevolgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het plastisch vervormengeschiedt door rekken van de plaat. Doordat dit rekken zeer lokaal,nl. alleen ter plaatse van de ondersteuning plaatsvindt is hierbij deelastische vervorming van de plaat zeer gering en is de terugvering vande plaat verwaarloosbaar.
Een andere hiermee samenhangende uitvoeringsvorm van dewerkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het plastischvervormen geschiedt door afschuiving in de plaat. Bij afschuiving wordtde plaat nagenoeg uitsluitend plastisch gedeformeerd. Hierdoor vindt erna het positioneren van het onderdeel nagenoeg geen terugvering van hetvervormde deel op en zal de positie zeer nauwkeurig gehandhaafd blij¬ven.
Nog een andere hiermee samenhangende uitvoeringsvorm van dewerkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het plastischvervormen geschiedt door stuiken van de plaat. Hierbij kan de plaatlokaal dunner worden gemaakt. Dit is van voordeel indien een elementter plaatse van het onderdeel door middel van laser-lassen op de plaatbevestigd wordt. Hierbij wordt de van het aan te brengen element afge¬keerde zijde van de plaat lokaal verhit door een laser waardoor eenlasverbinding verkregen wordt. Bij een geringere dikte van de plaat terplaatse van de te vormen verbinding is hiervoor minder energie nodigwaardoor ook minder spanningen in de plaat optreden.
Nog een andere hiermee samenhangende uitvoeringsvorm van dewerkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het plastischvervormen geschiedt door extrusie van de plaat. Hierdoor kan op eenvou¬dige en nauwkeurige wijze een onderdeel, bijvoorbeeld een asstompje, inde plaat gevormd worden.
Een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uit¬vinding is gekenmerkt, doordat het referentievlak bepaald wordt door deposities van oplegpunten van de oplegging te meten, waarbij een vlakdoor de oplegpunten het referentievlak vormt. Indien de oplegging drieoplegpunten omvat kan hierdoor voor elke plaat, ongeacht de afwijkingen ten gevolge van vormtoleranties, met zeer grote nauwkeurigheid enreproduceerbaarheid een onderdeel van of op de plaat gepositioneerdworden ten opzichte van drie op de plaat aanwezige punten.
Nog een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens deuitvinding is gekenmerkt, doordat in de tijd gezien na elkaar verschei¬dene onderdelen, gepositioneerd worden. Dit heeft grote voordelen indienverscheidene onderdelen op de plaat gemonteerd moeten worden waarvan deposities ten opzichte van elkaar zeer nauwkeurig moeten zijn.
Vaak zijn alleen de onderlinge posities van de onderdelenvan belang en niet de posities van de onderdelen ten opzichte van deplaat. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een videorecorder waarbijalleen de onderlinge posities van de bandgeleiders van belang zijn.
Door elk onderdeel nauwkeurig ten opzichte van een referentievlak aante brengen worden de gewenste onderling posities verkregen. De positiesvan de onderdelen worden bepaald ten opzichte van een referentievlakdoor de plaat en niet ten opzichte van de plaat zelf, daar in ditlaatste geval door de vormtoleranties van de plaat de posities van deonderdelen ten opzichte van elkaar niet juist kunnen blijken te zijn.
Een hiermee samenhangende uitvoeringsvorm van de werkwijzevolgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat een verder referentievlakbepaald wordt door drie onderdelen te positioneren waarbij een vlakdoor referentiepunten op deze onderdelen het verdere referentievlakvormt voor de hierna nog te positioneren verdere onderdelen. Door eenvlak door bijvoorbeeld op de eerste drie gepositioneerde onderdelenaanwezige referentiepunten, die bijvoorbeeld dienen als montagevlakkenvoor een aftasteenheid van een videorecorder, als referentievlak tenemen, hoeft de positie van deze onderdelen niet zo nauwkeurig tezijn. Zij kunnen bijvoorbeeld al vooraf in de plaat aanwezig zijn. Dehierna aan te brengen onderdelen moeten dan weer wel met grote nauw¬keurigheid ten opzichte van het referentievlak aangebracht worden. Opdeze wijze worden de onderlinge posities van de onderdelen nog nauw¬keuriger gerealiseerd.
Voor wat betreft de inrichting is de uitvinding gekenmerkt,doordat de inrichting is voorzien van een hoofdframe, waaraan een ver¬plaatsbare stempel en een verplaatsbare ondersteuning zijn bevestigdvoor het bij 'aanwezigheidvan een plaat positioneren van een onderdeel,een hulpframe, voorzien van een oplegging voor het dragen van een plaat, meetmiddelen voor het bij aanwezigheid van de genoemde plaatbepalen van de positie van het onderdeel ten opzichte van een referen-tievlak, een regelsysteem voor het sturen van de stempel en/of deondersteuning totdat bij aanwezigheid van de genoemde plaat hetreferentiepunt de gewenste positie heeft en middelen die de stempel en/of de ondersteuning regelen of de plaat of de stempel en de ondersteu¬ning dragen zodanig dat er, althans bij het bereiken van de gewenstepositie van het onderdeel de plaat vrij is van elastische vervormin¬gen. Met deze inrichting kan de positie van het onderdeel gemetenworden. Met deze meetwaarde kan het regelsysteem de stempel en deondersteuning sturen voor het verkrijgen van de gewenste positie vanhet onderdeel. Doordat bij de inrichting het hoofdframe, waaraan destempel en de ondersteuning bevestigd zijn, en het hulpframe, waarop deoplegging zich bevindt, van elkaar gescheiden zijn kunnen de bewer-kingskrachten de oplegging niet beïnvloeden. Met de genoemde middelenkan er tenslotte voor gezorgd worden dat elastische vervormingen van deplaat, ten gevolge van een belasting uitgeoefend door de stempel, onge¬daan gemaakt worden. Dit kan alleen indien de oplegging van de plaatniet resulteert in een statisch overbepaalde situatie. Ten gevolge vaneen statisch overbepaalde situatie kunnen elastische vervormingen in deplaat optreden. Daar aan de oplegging niets te regelen valt kunnen erdus elastische vervormingen in de plaat aanwezig zijn, die na het aan¬brengen van het onderdeel terugvering van de plaat tot gevolg hebben.Indien de plaat op een oplegging ligt, zoals bij deze inrichting hetgeval is, wordt er geen statisch overbepaalde situatie verkregen enkunnen er, louter ten gevolge van de oplegging geen elastische vervor¬mingen in de plaat optreden.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvindingis gekenmerkt, doordat de genoemde middelen het regelsysteem omvattenen een regelaar van het regelsysteem de ondersteuning regelt. Door depositie van of de kracht in de ondersteuning te veranderen kunnen deelastische vervormingen in de plaat beïnvloed worden en door een ge¬schikte regeling zelfs geheel ongedaan gemaakt worden.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens deuitvinding is gekenmerkt, doordat de inrichting voorts meetmiddelenomvat voor het bij aanwezigheid van de genoemde plaat meten van de ver¬plaatsing van de plaat ten opzichte van het referentievlak. Hiermee kan a « Λ de aanwezigheid van elastische vervormingen in de plaat gedetecteerdworden. Door de oplegging worden er geen elastische vervormingen in deplaat geïntroduceerd. Als de plaat nu ter plaatse van de ondersteuningverplaatst is, dit kan doordat de stempel een kracht op de plaat uit¬oefent, zullen er elastische vervormingen in de plaat aanwezig zijn.Zolang dus een verplaatsing ongelijk aan nul gemeten wordt zal hetregelsysteem er voor moeten zorgen dat de verplaatsing ongedaan wordtgemaakt, door bijvoorbeeld de positie van de ondersteuning aan te pas¬sen .
Nog een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens dewerkwijze is gekenmerkt, doordat de oplegging gevormd wordt door drieoplegpunten en welke inrichting voorts meetmiddelen omvat voor hetmeten van de kracht in ten minste één van de oplegpunten. Dit is eenandere uitvoeringsvorm waarmee de aanwezigheid van elastische vervor¬mingen in de plaat gedetecteerd kunnen worden. Ook hierbij kunnen doorde drie-puntsoplegging geen elastische spanningen in de plaat geïntro¬duceerd worden. Wordt hierbij in een oplegpunt een kracht gemeten, dankan deze kracht alleen via de plaat overgebracht zijn waardoor erelastisch spanningen in de plaat aanwezig moeten zijn. Zolang dezekracht ongelijk aan nul is zullen er elastische vervormingen in deplaat aanwezig zijn en zal het regelsysteem deze ongedaan moeten maken.
Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uit¬vinding is gekenmerkt, doordat de genoemde middelen twee oplegpunten ende ondersteuning omvatten. Door de plaat op twee oplegpunten en deondersteuning op te leggen en de belasting door de stempel ter plaatsevan de ondersteuning op de plaat aan te laten grijpen, kan de plaatnoch ten gevolge van de oplegging, noch ten gevolge van de belastingelastisch vervormen. Hierdoor kan het regelsysteem vereenvoudigdworden.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvindingis gekenmerkt, doordat de inrichting voorts een subframe omvat voorzienvan drie verdere oplegpunten waarop de plaat kan aanliggen, welk sub¬frame op de twee op het hulpframe aanwezige oplegpunten aanligt enwelke inrichting voorts meetmiddelen omvat voor het meten van de posi¬tie van het onderdeel en van het subframe ten opzichte van een externereferentie. Door de hiervoor beschreven middelen hoeft het regelsysteemnu alleen te regelen dat de juiste positie van het onderdeel ten op¬ zichte van het referentievlak verkregen wordt. Dit kan door te regelen,dat de positie van het subframe, dat tevens de positie van het referen¬tievlak bepaald, constant blijft en dat de gewenste positie van hetonderdeel bereikt wordt.
Nog een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens deuitvinding is gekenmerkt, doordat de stempel en de ondersteuning aaneen tang bevestigd zijn, welke tang met de stempel en met de onder¬steuning een zwaartepunt hebben en in het zwaartepunt gelagerd zijn metbehulp van een lagering en dat de genoemde middelen de genoemdelagering omvatten. Met deze inrichting is de resulterende kracht, vande krachten die door de stempel en door de ondersteuning op de plaatuitgeoefend worden, gelijk aan nul. Hierdoor wordt de plaat dus nietbelast en treden er ook geen elastische vervormingen in de plaat op.Door meer van dergelijke tangen op het hoofdframe aan te brengen kanmet deze inrichting tegelijkertijd verschillende onderdelen op éénplaat gepositioneerd worden zonder, dat daarbij elastische vervormingenin de plaat optreden.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvindingis gekenmerkt, doordat de inrichting ten minste één hydraulischecilinder omvat voor het verplaatsen van de stempel en/of de ondersteu¬ning. Met behulp van een hydraulische cilinder kunnen grote krachten opgoed controleerbare en regelbare wijze aangebracht worden.
Nog een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvin¬ding is gekenmerkt, doordat de inrichting een verplaatsbare arm omvatwaarop de stempel en de ondersteuning zich bevinden. Hierdoor kan metéén stempel-ondersteuning combinatie door het verplaatsen van de armverscheidene onderdelen op één plaat gepositioneerd worden.
Nog een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens deuitvinding is gekenmerkt, doordat de inrichting verscheidene stempelsen ondersteuningen omvat en verscheidene hydraulische cilinders omvatvoor het verplaatsen van de stempels en de ondersteuningen. Ook ditheeft als voordeel, dat hierdoor verscheidene onderdelen op een plaatgepositioneerd kunnen worden.
Nog een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens deuitvinding is gekenmerkt, doordat het hulpframe verplaatsbaar is tenopzichte van het hoofdframe. Ook hierdoor kan met één stempel-onder¬steuning combinatie verschillende onderdelen op één plaat gepositio- neerd worden.
Voor wat betreft de plaat is de uitvinding gekenmerkt, door¬dat openingen in de plaat aanwezig zijn aan weerszijden van een plaat-deel welk plaatdeel een centraal plaatdeel omvat dat het onderdeelvormt en ten opzichte van een referentievlak door de plaat een gewenstepositie inneemt en welk plaatdeel verbindingsplaatdelen omvat die hetcentrale plaatdeel met de rest van de plaat verbinden. Doordat hetplaatdeel via verbindingsdelen met de rest van de plaat verbonden is,is voor het plaatdeel, dat het onderdeel vormt, van het referentiepunt* het vervormen van de verbindingsdelen reeds voldoende. Hierdoor kan metminder vervormingsenergie een onderdeel gepositioneerd worden dan ineen massieve plaat.
Een uitvoeringsvorm van de plaat volgens de uitvinding isgekenmerkt, doordat het centrale plaatdeel ten opzichte van de ver¬bindingsplaatdelen afgeschoven is. Doordat bij afschuiving nauwelijkselastische energie in de plaat gaat zitten, treedt er ook geen terug-vering op en wordt een zeer hoge positie-nauwkeurigheid van hetcentrale plaatdeel verkregen.
Een verder uitvoeringsvorm van de plaat volgens de uitvin- i ding is gekenmerkt, doordat de verbindingsplaatdelen opgerekt zijn.Hierbij is de positie-nauwkeurigheid bereikt door het oprekken van deverbindingsdelen, ook hierbij wordt de plaat nauwelijks elastisch ver¬vormd .
Hieronder wordt de uitvinding nader toegelicht aan de handvan in figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van inrichtingen diegeschikt zijn voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvin¬ding.
Hierbij toont:
Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting waar¬bij een regelbaar van het regelsysteem de ondersteuning regelt en waar¬bij elastische vervormingen van de plaat gedetecteerd worden door deverplaatsing van de plaat te meten,
Figuur 2 een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting waar¬bij elastische vervormingen van de plaat gedetecteerd worden door dekrachten in de oplegging te meten,
Figuur 3a een derde uitvoeringsvorm van een inrichting waar¬bij de plaat uitsluitend door twee oplegpunten en door de ondersteuning gedragen wordt,
Figuur 3b doorsnede van de in figuur 3a weergegeven inrich¬ting nabij de oplegpunten,
Figuur 4 een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens eenprincipe van een van de in figuur 1, 2 en 3a getoonde inrichtingen,waarmee verscheidene onderdelen gepositioneerd kunnen worden,
Figuur 5 een vierde uitvoeringsvorm van een inrichting waar¬bij de stempel en de ondersteuning aan een tang bevestigd zijn, die inzijn zwaartepunt gelagerd is,
Figuur 6 een bovenaanzicht van de in figuur 5 getoonde in¬richting, maar nu met verschillende tangen,
Figuur 7 een uitvoeringsvorm van een inrichting volgensfiguur 5 waarbij de tang en het hulpframe verplaatsbaar zijn,
Figuur 8 de inrichting volgens figuur 7 waarbij het hulp¬frame met daarop de plaat onder een hoek is geplaatst ten opzichte vanhet hoofdframe,
Figuur 9 een deel van een plaat, waarvan een onderdeel doorafschuiving is gepositioneerd,
Figuur 10 een plaatdeel waarvan een onderdeel door rekkenvan verbindingsplaatdelen is gepositioneerd,
Figuur 11 een afschuifbewerking op een plaat,
Figuur 12 een stuikbewerking op een plaat,
Figuur 13 een extrusiebewerking op een plaat enFiguur 14 een plaat waarbij onderdelen van de plaat enonderdelen geperst in de plaat ten opzichte van een referentievlak ge¬positioneerd zijn.
Figuur 1 geeft schematisch een eerste uitvoeringsvorm vaneen inrichting weer waarmee een werkwijze volgens de uitvinding uit¬voerbaar is. De inrichting omvat een hoofdframe 2 waaraan twee hydrau¬lische cilinders 4 en 6 zijn bevestigd voor het verplaatsen van eenondersteuning 8 en een stempel 10. De inrichting omvat voorts een hulp¬frame 12 voorzien van een oplegging 14, bijvoorbeeld bestaande uit drieoplegpunten 16, 18 (waarvan er twee getoond zijn) voor het dragen vaneen plaat 20. Met behulp van de stempel 10, die samenwerkt met deondersteuning 8, kan een onderdeel 22 van de plaat 20 vervormd worden.
Met deze inrichting is het mogelijk om op enkele pm*s nauw¬keurig een onderdeel 22 van de plaat 20 ten opzichte van een referen- tievlak 26 te positioneren, door het onderdeel 22 ten opzichte van derest van de plaat 20 te verplaatsen, bijvoorbeeld door afschuiving inde plaat. Hiertoe wordt de positie van het onderdeel 22 ten opzichtevan het referentievlak 26, dat bijvoorbeeld gevormd wordt door een vlakdoor de drie oplegpunten 16, 18, met behulp van meetmiddelen 19 bepaalden wordt de verplaatsing van de stempel 10 geregeld totdat het onder¬deel 22 de gewenste positie inneemt. Deze verplaatsing wordt geregelddoor een regelsysteem 28, dat tijdens de werkwijze het onderdeel 22 opde gewenste positie ten opzichte van het referentievlak 26 houdt.
1 Tijdens het vervormen van de plaat 20 zal het hoofdframe 2 iets doorbuigen waardoor de ondersteuning 8 verplaatst en in de plaatelastische vervormingen optreden. Deze vervormingen hebben tot gevolg,dat na het positioneren van het onderdeel 22, de plaat 20 terugveertwaardoor de positie van het onderdeel 22 ten opzichte van het referen¬tievlak 26 verandert. Om te bewerkstelligen, dat bij het bereiken vande gewenste positie van het onderdeel 22, de plaat vrij is van dezeelastische vervormingen, is de inrichting voorzien van middelen omvat¬tende een regelaar 30, die deel uitmaakt van het regelsysteem, en eenverplaatsingsopnemen 32 voor het meten van de verplaatsing a van deplaat 20. De elastische vervormingen worden nu uit de plaat verwijderddoor de ondersteuning 8 te verplaatsen zodanig, dat de doorbuiging vanhet hoofdframe 2 gecompenseerd wordt. Hiertoe wordt de verplaatsing avan de plaat 20 ten opzichte van het referentievlak 26 gemeten met be¬hulp an de verplaatsingsopnemer 32 en wordt de ondersteuning 8 ver¬plaatst tot de verplaatsing van de plaat nul is. De verplaatsing van deondersteuning 8 wordt geregeld door de regelaar 30.
De verplaatsing van de ondersteuning 8 kan weer tot gevolghebben, dat de stempel 10 iets verplaatst ten gevolge van doorbuigingvan het hoofdframe 2. Deze verplaatsing wordt echter zoals reeds ver¬meld door het regelsysteem 28 gecompenseerd.
Piguur 2 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm, dievan de hierboven beschreven uitvoeringsvorm verschilt in, dat deelastische vervormingen in de plaat gedetecteerd worden door de krachtin de oplegging te meten. Hiertoe omvat de inrichting meetmiddelen 34voor het meten van de kracht in één van de oplegpunten 18, welke meet¬middelen een krachtopnemer 34 omvatten. Indien de kracht in één van deoplegpunten nul is volgt uit het momentenevenwicht, dat de krachten in de andere oplegpunten ook nul moeten zijn, waaruit dan volgt dat ergeen elastische vervormingen in de plaat aanwezig zijn.
In de figuren 3a en 3b wordt een derde uitvoeringsvorm vande inrichting weergegeven waarbij het optreden van elastische ver¬vormingen in de plaat vermeden wordt door middelen die de plaat op drieplaatsen dragen. De middelen voor het dragen van de plaat worden ge¬vormd door twee oplegpunten 36 * 38 en de ondersteuning 8, die direkt(oplegpunten) of indirect (ondersteuning via de plaat) een subframe 40dragen. Het subframe 40 omvat drie verdere oplegpunten 42, 44 (waarvaner twee zijn weergegeven) die de plaat 20 dragen. De stempel 10 en deondersteuning 8 zijn weer aan een hoofdframe bevestigd (niet weergege¬ven) . Indien nu het hoofdframe doorbuigt, ten gevolge van de reaotie-krachten van de stempel en de ondersteuning op het hoofdframe, tredener geen elastische vervormingen op in de plaat, maar zal de plaat endus ook het subframe verplaatsen. Door deze verplaatsing met behulp vanmeetmiddelen 46 te meten kan via een regelaar 48 de ondersteuning 8verplaatst worden waardoor het referentievlak 26 ten opzichte van eenexterne referentie 50 en daarmee ook de stand van de plaat ten opzichtevan de stempel en de ondersteuning op hun plaats blijven. Met behulpvan een regelsysteem 52 kan, door de positie van het te positionerenonderdeel te meten en de stempel te verplaatsen, de juiste positie vanhet onderdeel 22 verkregen worden. Om de plaat 20 in contact te houdenmet de verdere oplegpunten 42, 44 wordt de plaat door middel van klem¬men 54, 56, 58 op de verdere oplegpunten gedrukt.
In figuur 4 wordt een inrichting getoond waarmee verschei¬dene onderdelen 118, 119, 120 en 122 van of op een plaat 64 gepositio¬neerd kunnen worden. Hiertoe omvat de inrichting verscheidene stempels66, 67, 68 en 69 en ondersteuningen 70, 71» 72 en 73. De stempels zijnbevestigd aan een bovenste verdeelplaat 74 en de ondersteuningen zijnbevestigd aan een onderste verdeelplaat 76. De verdeelplaten zijn iedermet een zuiger verbonden die hydraulisch in een hoofdcilinder 78, 80verplaatsbaar zijn. De hoofdcilinders zijn aan een hoofdframe 82 van deinrichting bevestigd. De inrichting omvat voorts een hulpframe 84 waar¬op zich drie oplegpunten 86, 88 (waarvan er twee zijn weergegeven) be¬vinden voor het dragen van de plaat.
De stempels en de ondersteuningen kunnen ten opzichte vanelkaar elk afzonderlijk teruggetrokken worden. Hierdoor kan men alle stempels en ondersteuningen in een teruggetrokken stand 90 brengen envervolgens elke stempelondersteuning combinatie na elkaar, tijdelijk ineen naar elkaar toegebrachte werkstand 92 brengen. In de werkstand kandan een onderdeel van de plaat of op de plaat gepositioneerd wordendoor de hydraulische hoofdcilinders 78, 80 te sturen.
Met deze inrichting is het ook mogelijk om onderdelen van ofop een plaatdeel 94 te positioneren, dat zich onder een hoek met derest van de plaat bevindt. Hiertoe bevindt zich op elke verdeelplaat74, 76 een hydraulische hulpcilinder 96, 98 die onder een hoek ten op¬zichte van de verdeelplaat ingesteld kan worden. In deze hulpcilinderszijn de stempel 67 en de ondersteuning 71 verplaatsbaar. Voor het aan¬brengen van het onderdeel 119 dienen nu ook de hulpcilinders 96, 98 ge¬stuurd te worden. De hulpcilinders kunnen in een cirkelvormige baan be¬wogen worden om zodoende verscheidene onderdelen van of op het plaat¬deel te positioneren.
De in figuur 4 getoonde inrichting omvat verder een regel¬systeem 100 voor het positioneren van de onderdelen. Dit regelsysteemomvat vier slaafregelingen 102, 104, 106 en 108 die elk de druk in eenhoofd- of hulpcilinder regelen tot deze gelijk is aan een gewenstewaarde. Deze gewenste waarde wordt aangegeven door een meesterregeling110, 112, 114 en 116, waarvan er ook vier in het regelsysteem aanwezigzijn. Twee van deze meesterregelingen 110 en 112 zorgen ervoor datindien er elastische spanningen in de plaat optreden deze tot nulgereduceerd worden. Hiertoe wordt in één van de oplegpunten 88 dekracht gemeten. Indien deze kracht ongelijk is aan nul oefent de plaatdus een kracht op het oplegpunt uit waardoor de plaat dus onderspanning moet staan. Door de kracht in de zich in werkstand bevindendeondersteuning 70 te regelen kan men de kracht in het oplegpunt tot nulterugbrengen. Indien in één van de drie oplegpunten de kracht nul is,zijn de krachten in de andere twee oplegpunten ook nul waardoor er dusgeen elastische spanning in de plaat aanwezig kan zijn. De kracht in deondersteuning wordt geregeld door de druk in de onderste hoofd- en/ofhulpcilinder 80 respectievelijk 98 te regelen. De overige twee meesterregelingen 114 en 116 zorgen er voor dat het onderdeel de gewenstepositie ten opzichte van een referentievlak door de plaat inneemt. Depositie van het onderdeel wordt niet bepaald ten opzichte van de plaat64 omdat de vorm van de plaat aan tolleranties onderhevig is. Als referentievlak door de plaat wordt het vlak door de drie oplegpuntengenomen. Het gaat erom dat alle onderdelen de juiste posities tenopzichte van elkaar innemen wat op hetzelfde neerkomt als dat de onder¬delen de juiste posities ten opzichte van een externe referentie in¬nemen. Hierom wordt de positie van het te positioneren onderdeel geme¬ten ten opzichte van de externe referentie met welke referentie ook deoplegpunten verbonden zijn. Deze externe referentie wordt gevormd doorhet hulpframe 84. De meesterregelingen 114 en 116 regelen de druk in debovenste hoofd- en/of hulpcilinder 78 respectievelijk 96 zodat destempel de juiste positie inneemt en dus ook het onderdeel zijn juistepositie bereikt.
Zoals in figuur 4 reeds getoond is hoeven de onderdelen 118,120 niet altijd een deel van de plaat 64 te zijn maar kunnen zij ooklosse elementen 122 zijn die door openingen in de plaat geperstworden. Onderdeel 122 wordt gevormd door een pen 122 die in een openingin de plaat geperst is. Met behulp van de stempel 66 wordt het onder¬deel 122 op de juiste hoogte gebracht.
Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvorm van een inrichtingwaarmee een werkwijze volgens de uitvinding uitvoerbaar is. Hierbij be¬vinden de stempel 130 en de ondersteuning 132 zich elk op een deel 134,136 van een tang 138. De beide uiteinden 140, 142 van de delen kunnenmet behulp van een hydraulische cilinder 144 naar elkaar toegebracht ofvan elkaar verwijderd worden en zijn om een draaipunt 146 ten opzichtevan elkaar scharnierbaar. De tang 138 met daarop de cilinder 144, deondersteuning 132 en de stempel 130 is in zijn zwaartepunt 147gelagerd, bijvoorbeeld door middel van een kogellagering 148. Het lager148 is met een hoofdframe 150 verbonden. Door de tang in zijn zwaarte¬punt te lageren is de resulterende kracht uitgeoefend door de stempl130 en de ondersteuning 132 op de plaat 152 altijd gelijk aan nul enkunnen er dus geen elastische vervormingen in de plaat optreden. Delagering 148 van de tang 138 maakt bij deze uitvoeringsvorm dus deeluit van de middelen die ervoor zorgen dat de plaat vrij is van elasti¬sche vervormingen. Met behulp van meetmiddelen 154, hier in de vorm vaneen meetklok uitgevoerd, wordt de positie van de ondersteuning 132 ge¬meten. Uit de positie van de ondersteuning kan de positie van hetonderdeel 156 bepaald worden. Afhankelijk van deze positie van hetonderdeel 156 wordt de cilinder door middel van een regelsysteem 158 geregeld. Het is eventueel ook mogelijk om de cilinder met de hand teregelen.
De oplegging van de plaat 152 wordt gevormd door steunen160, 162 die met een hulpframe 164 verbonden zijn. Bij de hiervoor be¬schreven uitvoeringsvormen kunnen bij gelijktijdig positioneren vanverschillende onderdelen toch elastische vervormingen in de plaat op¬treden ook al wordt er in een oplegpunt geen kracht gemeten of ook alwordt er op een plaats geen verplaatsing gemeten. In tegenstelling totde hiervoor beschreven uitvoeringsvormen is het bij de in figuur 5 ge¬toonde uitvoeringsvorm mogelijk om verschillende onderdelen gelijktij¬dig op de plaat 152 te positioneren. Hiertoe worden verschillendetangen 138, 160, 162, 164, 166 op het hoofdframe aangebracht zoals infiguur 6 is weergegeven.
Om met de in figuur 5 getoonde inrichting verscheideneonderdelen na elkaar op een plaat te positioneren moet de plaat ten op¬zichte van de tang verplaatsbaar zijn. Een mogelijkheid hiervoor is,dat de plaat in verschillende standen op de steunen geplaatst kan wor¬den. Een andere mogelijkheid is om de lagering op een verplaatsbare armaan te brengen, welke arm dan aan het hoofdframe bevestigd is. Nog eenandere mogelijkheid om de plaat ten opzichte van de tang te verplaatsenis om het hulpframe en het hoofdframe ten opzichte van elkaar ver¬plaatsbaar te maken. In figuur 7 is een uitvoeringsvorm weergegevenwaarbij zowel het hoofdframe 170 als het hulpframe 172 verplaatsbaarzijn ten opzichte van een externe referentie 174. Om tijdens het ver¬plaatsen de beide delen 176 en 178 van de tang 180 ver genoeg vanelkaar te verwijderen is de tang 180 voorzien van een geschiktmechanisme 182 en een verbindingsstang 184. De externe referentie 174is voorzien van een steun 186 waarop het hulpframe 172 geplaatst kanworden om onderdelen onder een hoek met het vlak van de plaat 188 op deplaat te positioneren. Figuur 8 toont de situatie waarbij het hulpframe172 onder een hoek is geplaatst. In deze stand kunnen bijvoorbeeldonderdelen van de plaat gepositioneerd worden die fungeren als montage-vlakken voor de montage van een aftasteenheid van een videorecorder.
Figuur 9 toont een deel van een plaat 200 waarvan een onder¬deel 206 gepositioneerd is. De plaat 200 is aan beide zijden van eenplaatdeel 205 van openingen 202 en 204 voorzien. Het plaatdeel 105omvat een centraal plaatdeel 206, dat het onderdeel vormt, en verbin- dingsplaatdelen 208 en 210 die het centrale plaatdeel 206 met de restvan de plaat 200 verbinden. Het onderdeel 206 is gepositioneerd doorhet centrale plaatdeel 206 ten opzichte van de verbindingsplaatdelen208 en 210 af te schuiven. Dit is kenbaar aan de plaat 200 door de aan¬wezigheid van afschuifzones 212 en 214.
Figuur 10 toont een plaatdeel 215 waarbij een onderdeel 216gepositioneerd is door verbindingsplaatdelen 218 en 220 op te rekkenwaardoor rekzones 222 en 224 ontstaan.
Figuur 11 toont het plaatdeel 205 tijdens het positionerenvan een onderdeel van de plaat. Door stempel 226 en ondersteuning 228naar elkaar toe te bewegen treedt in het plaatdeel 205 afschuiving op.De positie van het onderdeel wordt gemeten met behulp van een meetdoorn230 die in de ondersteuning 228 is aangebracht.
Figuur 12 toont een plaatdeel 232 waarbij een onderdeel 234door stuiken van de plaat gepositioneerd wordt. Hierbij bevindt zicheen referentiepunt 235 op de naar een stempel 236 toegekeerde zijde vanhet onderdeel 234. Aan de andere zijde van het onderdeel bevindt zicheen ondersteuning 238 met een grotere diameter dan die van de stempel236.
Figuur 13 toont een laatste voorbeeld van een onderdeel 242van een plaat 240 dat door middel van een stempel 244 en een onder¬steuning 246 gepositioneerd is. Hierbij is het onderdeel 242 gestuikten wordt een referentiepunt 243 gevormd door een bovenvlak van een op¬gestuikte wand van het onderdeel 242.
Figuur 14 toont een plaat 250 waarbij onderdelen 268, 270 en272 van de plaat en onderdelen 252 en 254 als elementen geperst inopeningen 256 en 258 in de plaat ten opzichte van elkaar gepositioneerdzijn. De elementen 252 en 254 zijn als eerste gepositioneerd en wordendoor wanden 260 en 262 in de plaat 250 geklemd. Een vlak 267 doorreferentiepunten 264 en 266 op de twee weergegeven elementen en op eenderde niet weergegeven element vormt een referentievlak 267 voor dehierna te positioneren onderdelen 268, 270 en 272. Deze onderdelen zijnop gewenste afstanden a-j, a2 en ag van het referentievlak 267 gebracht.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot dehier beschreven en getoonde uitvoeringsvormen van de werkwijze, van deinrichting en van de plaat. Het is ook mogelijk om een chassisplaatvoor een audiorecorder, CD-speler of een ander electrisch apparaat te vervaardigen en te voorzien van nauwkeurig gepositioneerde onderdelen.De verplaatsing van de stempel en de ondersteuning kan ook met behulpvan een mechanische constructie of een electrische constructie gereali¬seerd worden bijvoorbeeld een electromagneet.
Claims (30)
1. Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat ver¬bonden is met of een deel vormt van een plaat, die ter plaatse van hetonderdeel ondersteund wordt door een ondersteuning, waarbij hetpositioneren geschiedt met behulp van een stempel, met het kenmerk, datde plaat door een oplegging gedragen wordt en tijdens het positionerenvan het onderdeel de positie van het onderdeel ten opzichte van eenreferentievlak gemeten wordt en een regelsysteem de kracht uitgeoefendop de plaat door, of de positie ten opzichte van de plaat van, destempel en de ondersteuning regelt, tot het onderdeel een gewenstepositie ten opzichte van het referentievlak inneemt, waarbij het dragenvan plaat en/of het positioneren van het onderdeel zodanig wordt uitge¬voerd, dat althans bij het bereiken van de gewenste positie van hetonderdeel de plaat vrij is van elastische vervormingen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elasti¬sche vervormingen van de plaat gedetecteerd worden en het regelsysteemtevens regelt, dat er bij het bereiken van de gewenste positie van hetonderdeel uiteindelijk geen elastische vervormingen in de plaat aan¬wezig zijn, door de kracht in, of de positie van de ondersteuningtijdens het positioneren van het onderdeel te regelen.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elasti¬sche vervormingen van de plaat gedetecteerd worden door de krachten inde oplegging te meten.
4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elasti¬sche vervormingen van de plaat gedetecteerd worden door de verplaatsingvan de plaat ten opzichte van de oplegging te meten.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat hetregelsysteem tijdens het positioneren van het onderdeel de kracht in ofde positie van de ondersteuning regelt totdat de genoemde krachten inhoofdzaak nul zijn of totdat de genoemde verplaatsing in hoofdzaak nulis.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tijdenshet positioneren van het onderdeel de plaat uitsluitend door tweeoplegpunten en door de ondersteuning gedragen wordt, zodat er tijdenshet positioneren van het onderdeel geen elastische vervorming van deplaat op kan treden.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hetonderdeel zodanig wordt gepositioneerd dat de resulterende kracht, van de krachten door de stempel en door de ondersteuning op de plaat uitge¬oefend, gelijk is aan nul.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat het positioneren geschiedt door het onderdeel, dat gevormdwordt door een element, door een opening in de plaat te persen, welkelement geklemd wordt door een wand van de opening.
9. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7, met hetkenmerk, dat het positioneren geschiedt door de plaat lokaal plastischte vervormen waardoor een plaatdeel op de gewenste afstand van hetreferentievlak komt te liggen, waarbij het onderdeel gevormd wordt doorhet genoemde plaatdeel.
10. Werkwijze volgens conclusie 9> met het kenmerk, dat hetplastisch vervormen geschiedt door rekken van de plaat.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat hetplastisch vervormen geschiedt door afschuiving in de plaat.
12. Werkwijze volgens conclusie 9> met het kenmerk, dat hetplastisch vervormen geschiedt door stuiken van de plaat.
13. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat hetplastisch vervormen geschiedt door extrusie van de plaat.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat het referentievlak bepaald wordt door de posities van op-legpunten van de oplegging te meten, waarbij een vlak door de oplegpun-ten het referentievlak vormt.
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat in de tijd gezien na elkaar verscheidene onderdelen ge¬positioneerd worden.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat eenverder referentievlak bepaald wordt door drie onderdelen te positione¬ren waarbij een vlak door referentiepunten op deze onderdelen hetverdere referentievlak vormt voor de hierna nog te positioneren verdereonderdelen.
17. Inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijzevolgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrich¬ting is voorzien van: - een hoofdframe, waaraan een verplaatsbare stempel en een verplaats¬bare ondersteuning zijn bevestigd voor het bij aanwezigheidvan een plaat positioneren van een onderdeel, - een hulpframe, voorzien van een oplegging voor het dragen van eenplaat, - meetmiddelen voor het bij aanwezigheid van de genoemde plaat bepalenvan de positie van het onderdeel ten opzichte van een referentievlak, - een regelsysteem voor het sturen van de stempel en/of de ondersteu¬ning totdat bij aanwezigheid van de genoemde plaat het referentiepuntde gewenste positie heeft en - middelen die de stempel en/of de ondersteuning regelen of de plaatof de stempel en de ondersteuning dragen zodanig dat er, althans bijhet bereiken van de gewenste positie van het onderdeel de plaat vrij isvan elastische vervormingen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat degenoemde middelen het regelsysteem omvatten en een regelaar van hetregelsysteem de ondersteuning regelt.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat deinrichting voorts meetmiddelen omvat voor het bij aanwezigheid van degenoemde plaat meten van de verplaatsing van de plaat ter plaatse vande ondersteuning ten opzichte van het referentievlak.
20. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat deoplegging gevormd wordt door drie oplegpunten en welke inrichtingvoorts meetmiddelen omvat voor het meten van de kracht in ten minsteéén van de oplegpunten.
21. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat degenoemde middelen twee oplegpunten en de ondersteuning omvatten.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat deinrichting voorts een subframe omvat voorzien van drie verdere opleg¬punten waarop de plaat kan aanliggen, welk subframe op de twee op hethulpframe aanwezige oplegpunten aanligt en welke inrichting voortsmeetmiddelen omvat voor het meten van de positie van het onderdeel envan het subframe ten opzichte van een externe referentie.
23. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat destempel en de ondersteuning aan een tang bevestigd zijn, welke tang metde stempel en met de ondersteuning een zwaartepunt hebben en in hetzwaartepunt gelagerd zijn met behulp van een lagering en dat degenoemde middelen de genoemde lagering omvatten.
24. Inrichting volgens conclusie 17, 18, 19, 20, 21, 22 of 23met het kenmerk, dat de inrichting ten minste één hydraulische cilinder omvat voor het verplaatsen van de stempel en/of de ondersteuning.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat deinrichting een verplaatsbare arm omvat waarop de stempel en de onder¬steuning zich bevinden.
26. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat deinrichting verscheidene stempels en ondersteuningen omvat en verschei¬dene hydraulische cilinders omvat voor het verplaatsen van de stempelsen de ondersteuningen.
27. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat hethulpframe verplaatsbaar is ten opzichte van het hoofdframe.
28. Plaat vervaardigbaar volgens een werkwijze volgens een dervoorgaande conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk, dat openingenin de plaat aanwezig zijn aan weerszijden van een plaatdeel welk plaat-deel een centraal plaatdeel omvat, dat het onderdeel vormt en ten op¬zichte van een referentievlak door de plaat een gewenste positieinneemt en welk plaatdeel verbindingsplaatdelen omvat die het centraleplaatdeel met de rest van de plaat verbinden.
29. Plaat volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat hetcentrale plaatdeel ten opzichte van de verbindingsplaatdelen afgescho¬ven is.
30. Plaat volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de verbin¬dingsplaatdelen opgerekt zijn.
Priority Applications (12)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9000152A NL9000152A (nl) | 1990-01-22 | 1990-01-22 | Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat verbonden is met of een deel vormt van een plaat, alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze en plaat vervaardigbaar volgens de werkwijze. |
ES90203397T ES2102359T3 (es) | 1990-01-22 | 1990-12-18 | Metodo para el posicionamiento de 1 componente que esta en relacion con una plancha o que forma parte de la misma, dispositivo para la realizacion del metodo y chapa obtenida segun este metodo. |
EP90203397A EP0438829B1 (en) | 1990-01-22 | 1990-12-18 | Method of producing a plate-shaped product comprising positioning a component which is connected to or forms part of a plate, and also device suitable for carrying out the method and plate-shaped product which can be manufactured according to the method |
DE69030307T DE69030307T2 (de) | 1990-01-22 | 1990-12-18 | Verfahren zum Positionieren eines Bauteils, das mit einer Platte verbunden ist oder einen Teil derselben bildet, sowie Vorrichtung zum Durchführen des Verfahren, und nach diesem Verfahren hergestellte Platte |
AT90203397T ATE150685T1 (de) | 1990-01-22 | 1990-12-18 | Verfahren zum positionieren eines bauteils, das mit einer platte verbunden ist oder einen teil derselben bildet, sowie vorrichtung zum durchführen des verfahren, und nach diesem verfahren hergestellte platte |
US07/642,740 US5168737A (en) | 1990-01-22 | 1991-01-17 | Method of producing a plate-shaped product comprising positioning a component which is connected to or forms part of a plate, and also device suitable for carrying out the method and plate-shaped product which can be manufactured according to the method |
SU914894151A RU1838018C (ru) | 1990-01-22 | 1991-01-18 | Устройство дл изготовлени пластинчатого издели и способ изготовлени пластинчатого издели |
CS91111A CS11191A2 (en) | 1990-01-22 | 1991-01-18 | Fixed board, method of its production and device for such method realization |
MYPI91000089A MY105451A (en) | 1990-01-22 | 1991-01-19 | Method of producing a plate-shaped product comprising positioning a component which is connected to or forms part of a plate, and also device suitable for carrying out the method and plate-shaped product which can be manufactured according to the method |
KR1019910000874A KR100193122B1 (ko) | 1990-01-22 | 1991-01-19 | 플레이트형 제품제조방법 및 장치와 그 방법에 따라 제작된 플레이트형 제품 |
JP3021689A JP3032022B2 (ja) | 1990-01-22 | 1991-01-21 | 板に結合されている、または板の一部を形成するコンポーネントを位置決めする方法、及びその方法の実施に適した装置、並びにその方法により製造することが出来る板製品 |
HK98105221A HK1006432A1 (en) | 1990-01-22 | 1998-06-12 | Method of producing a plate-shaped product comprising positioning a component which is connected to or forms parts of a plate and also device suitable for carrying out the method and plate-shaped product which can be manufactured according to the method |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9000152 | 1990-01-22 | ||
NL9000152A NL9000152A (nl) | 1990-01-22 | 1990-01-22 | Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat verbonden is met of een deel vormt van een plaat, alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze en plaat vervaardigbaar volgens de werkwijze. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9000152A true NL9000152A (nl) | 1991-08-16 |
Family
ID=19856461
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9000152A NL9000152A (nl) | 1990-01-22 | 1990-01-22 | Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat verbonden is met of een deel vormt van een plaat, alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze en plaat vervaardigbaar volgens de werkwijze. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5168737A (nl) |
EP (1) | EP0438829B1 (nl) |
JP (1) | JP3032022B2 (nl) |
KR (1) | KR100193122B1 (nl) |
AT (1) | ATE150685T1 (nl) |
CS (1) | CS11191A2 (nl) |
DE (1) | DE69030307T2 (nl) |
ES (1) | ES2102359T3 (nl) |
HK (1) | HK1006432A1 (nl) |
MY (1) | MY105451A (nl) |
NL (1) | NL9000152A (nl) |
RU (1) | RU1838018C (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5537734A (en) * | 1995-01-30 | 1996-07-23 | Western Atlas, Inc. | Press |
JPH1196640A (ja) * | 1997-09-26 | 1999-04-09 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | ディスク装置 |
US6223573B1 (en) * | 1999-06-25 | 2001-05-01 | General Electric Company | Method for precision temperature controlled hot forming |
TW201438883A (zh) * | 2013-04-11 | 2014-10-16 | Wistron Corp | 整形裝置與機箱的整形方法 |
CN109454432B (zh) * | 2018-12-27 | 2021-05-04 | 宁波博睿智能设备科技有限公司 | 一种胶皮梳的自动组装机 |
CN113878313B (zh) * | 2021-11-01 | 2024-05-17 | 无锡亿臻机械有限公司 | 高速织机用新型连杆支撑结构制作方法 |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2305283C3 (de) * | 1973-02-02 | 1980-02-21 | G. Siempelkamp Gmbh & Co, 4150 Krefeld | Verfahren und Vorrichtung zum Messen der bleibenden Durchbiegung eines Werkstückes bei einer Blechbiegepresse |
IT1097410B (it) * | 1978-07-26 | 1985-08-31 | Galdabini Renzo | Macchina per il raddrizzamento automatico di pezzi allungati |
DE3333666A1 (de) * | 1983-09-17 | 1985-04-04 | Skf Kugellagerfabriken Gmbh, 8720 Schweinfurt | Verfahren und vorrichtung zum zusammenbau von kreuzgelenken |
EP0166351A3 (de) * | 1984-06-27 | 1986-09-17 | Arnold Stucki | Vorrichtung an einer Maschine für Umformarbeiten an blechförmigen Materialien |
DE3587731D1 (de) * | 1984-11-29 | 1994-03-03 | Papst Motoren Gmbh & Co Kg | Integriertes Antriebssystem für Festplattenspeicher. |
JPH0773752B2 (ja) * | 1986-07-31 | 1995-08-09 | 松下電器産業株式会社 | パンチング装置 |
US4802357A (en) * | 1987-05-28 | 1989-02-07 | The Boeing Company | Apparatus and method of compensating for springback in a workpiece |
EP0299111B1 (de) * | 1987-07-13 | 1994-06-01 | Wilhelm Hegenscheidt Gesellschaft mbH | Verfahren und Einrichtung zum Richten von Schlag aufweisenden Werkstücken |
DE3741855A1 (de) * | 1987-12-10 | 1989-06-22 | Opel Adam Ag | Verfahren zur spanabhebenden bearbeitung eines bauteiles sowie spannteil zu seiner durchfuehrung |
US5062283A (en) * | 1988-07-19 | 1991-11-05 | Yamazaki Mazak Kabushiki Kaisha | Press brake and a workpiece measuring method in the press brake |
-
1990
- 1990-01-22 NL NL9000152A patent/NL9000152A/nl not_active Application Discontinuation
- 1990-12-18 ES ES90203397T patent/ES2102359T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1990-12-18 EP EP90203397A patent/EP0438829B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1990-12-18 AT AT90203397T patent/ATE150685T1/de active
- 1990-12-18 DE DE69030307T patent/DE69030307T2/de not_active Expired - Fee Related
-
1991
- 1991-01-17 US US07/642,740 patent/US5168737A/en not_active Expired - Fee Related
- 1991-01-18 CS CS91111A patent/CS11191A2/cs unknown
- 1991-01-18 RU SU914894151A patent/RU1838018C/ru active
- 1991-01-19 MY MYPI91000089A patent/MY105451A/en unknown
- 1991-01-19 KR KR1019910000874A patent/KR100193122B1/ko not_active IP Right Cessation
- 1991-01-21 JP JP3021689A patent/JP3032022B2/ja not_active Expired - Lifetime
-
1998
- 1998-06-12 HK HK98105221A patent/HK1006432A1/xx not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
KR100193122B1 (ko) | 1999-06-15 |
MY105451A (en) | 1994-10-31 |
CS11191A2 (en) | 1991-08-13 |
ES2102359T3 (es) | 1997-08-01 |
DE69030307T2 (de) | 1997-09-18 |
KR910014176A (ko) | 1991-08-31 |
JP3032022B2 (ja) | 2000-04-10 |
RU1838018C (ru) | 1993-08-30 |
EP0438829A2 (en) | 1991-07-31 |
EP0438829A3 (en) | 1991-11-13 |
EP0438829B1 (en) | 1997-03-26 |
DE69030307D1 (de) | 1997-04-30 |
JPH04217434A (ja) | 1992-08-07 |
US5168737A (en) | 1992-12-08 |
HK1006432A1 (en) | 1999-02-26 |
ATE150685T1 (de) | 1997-04-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR100230167B1 (ko) | 굽힘가공기 | |
NL8301678A (nl) | Forceermachine. | |
JPH02224821A (ja) | 板材曲げ加工機械 | |
JPH10503972A (ja) | 工作物を折り曲げるための方法及び加工機械 | |
NL8902274A (nl) | Ponsmachine. | |
NL9000152A (nl) | Werkwijze voor het positioneren van een onderdeel, dat verbonden is met of een deel vormt van een plaat, alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze en plaat vervaardigbaar volgens de werkwijze. | |
US11020786B2 (en) | System for controlling the restraining force applied to a panel during a drawing operation | |
US5478225A (en) | Tool set type powder compacting press | |
JP2001520121A (ja) | 少なくとも1つのクラウニングシステムと相互作用する上部桟及び下部桟の偏向検出装置を備えたプレス曲げ装置。 | |
JP2000237825A (ja) | 引張力の自動設定機構付きストレッチベンダー | |
JP3268163B2 (ja) | 板の曲げ加工方法 | |
JPH01299711A (ja) | 知能曲げプレス | |
JP3424396B2 (ja) | 寸法測定装置 | |
JP2855039B2 (ja) | 金属薄板折り曲げ加工方法及び装置 | |
JPH05138253A (ja) | プレスブレーキ | |
EP0692326B1 (en) | Leaf spring cambering apparatus | |
BE1029272B1 (nl) | Proces voor het opeenvolgende buigen van plaatmateriaal met behulp van een geautomatiseerd voedingssysteem | |
JP3353918B2 (ja) | 順送り加工装置 | |
JP3504648B2 (ja) | 折曲げ加工機 | |
JPH0222115Y2 (nl) | ||
JPH074105Y2 (ja) | テレビフレーム切削加工用クランピング装置 | |
JP2590381Y2 (ja) | 板材折曲げ加工機 | |
JPH05131237A (ja) | 板ばねの成形装置 | |
JPH04322821A (ja) | 薄板のハット形状折り曲げ加工方法およびそのハット形状折り曲げ金型 | |
JPH07246427A (ja) | 折曲げ加工方法および装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |