NL8105815A

NL8105815A - Filtersamenstel.

Info

Publication number: NL8105815A
Application number: NL8105815A
Authority: NL
Original assignee: Kataoka Bussan Kk
Priority date: 1980-12-27
Filing date: 1981-12-23
Publication date: 1982-07-16
Also published as: GB2091541A; SE462827B; FR2497084B1; NL8105813A; SE8107747L; DE3150185C2; NZ199331A; FI814074L; CH653308A5; SE461437B; IT1194132B; IT8125835A0; GB2093338A; ATA558281A; NO155993B; FI75267C; NL190224B; DK151527B; DK150625B; DK151527C

Description

___ ..._____ ., ........ - - - - - ' ............ ...... — . # ·* 813270/Rey/mk

Korte aanduiding: Filtersamenstel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een filtersamenstel voor het zetten van koffie of een dergelijk filtraat en dat in 5 een opgevouwen compacte toestand kan worden bewaard en gemakkelijk en economisch is te gebruiken.

Heden ten dage zijn de verschillende methoden beschikbaar voor het zetten van koffie, bijvoorbeeld het opgieten is algemeen geaccepteerd als een .in vergelijking eenvoudige en gemakkelijke methode.

10 Voor de opgietmethode, wordt veelal gebruik gemaakt van een filter bestaande uit een weefsel, plastic of van keramiek hetgeen na gebruik of voor het opbergen lastige schoonmaakwerkzaamheden vereist. Er zijn filters van papier of plastic folie voorgesteld, die goedkoop zijn en relatief makkelijk zijn te hanteren.

15 Een dergelijk soort filter is beschreven in het Japanse gebruiksmodel nr. 52-2703/1977· Dit filter omvat een steunplaat die in zijn middengedeelte is voorzien van een opening en in zijn tegenover elkaar gelegen zijdelen van vouwbare steunorganen. De steunorganen zijn via vouwlijnen met de rest van de steunplaat verbonden. Vanaf de uiteinden van de 20 afzonderlijke steunorganen lopen uitsteeksels naar buiten. Een zak van filtreerpapier is met zijn omtreksrand rondom de opening aan de achterkant van de steunplaat bevestigd. De steunorganen zijn gevouwen langs de vouwlijnen en vervolgens rechtop geplaatst op de bovenrand van een kop of dergelijke houder door de uitsteeksels met de houder te verbinden. Het filter 25 is echter min of meer op de houder gelegd en zodoende onstabiel tengevolge van de simpele verbinding van de uitsteeksels met de houder. Het filter heeft de neiging naar beneden te vallen of de steunorganen raken los van de rand van de houder wanneer heet water in het filter wordt gegoten' tengevolge van het gewicht van het hete water. Op deze wijze in hun rechtop-30 staande stand gevouwen hebben de steunpoten voortdurend de neiging terug te keren in hun vlakke, niet gevouwen stand door naar buiten van elkaar af te bewegen. Dit brengt nog een ander probleem met zich mee, dat de vai de uitsteeksels voorziene draagplaat te zwak is zodat tijdens het opbouwen van een dergelijk filtersamenstel oplettendheid noodzakelijk is.

35 De onderhavige uitvinding beoogt een filtersamenstel te verschaffen, dat stabiel rechtop op een kop of dergelijke houder kan staan en hier stevig mee verbonden is en gemakkelijk in een dergelijke rechtop staande stand kan worden gebracht, teneinde het gemakkelijk hanteren hiervan te bevorderen.

40 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat 3 1 0 5 8 1 5 __ * * -2- het filtersamenstel bestaat uit een steunplaat die in zijn middengedeelte is voorzien van een opening om heet water door te gieten alsmede van een paar steunpoten, die met de tegenover elkaar gelegen zijden van het middengedeelte zijn verbonden, en uit een zak · van filtreerpapier dat de opening 5 voor de steunplaat afsluit. Meer in het bijzonder kenmerkt het filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding zich doordat elk van de steunpoten van de tegenover elkaar gelegen zijden van het middengedeelte is voorzien van tenminste één insnijding of sleuf, die symmetrisch ten opzichte van de longitudinale middenlijn van de steunplaat is aangebracht en een aantal! 10 sluit- of klemorganen vormt.

Het aantal klemorganen kan een inwendig klemorgaan en een paar buitenste klemorganen omvatten, die worden gevormd door een paar sleuven, die elk eindigen bij de rand van een betreffende steunpoot. Eventueel kan elke steunpoot zijn uitgerust met een in hoofdzaak ü-vormige 15 sleuf die op een bepaalde afstand van de rand is aangebracht zodat de sleuf t aan zijn binnenrand een tongvormig inwendig klemorgaan en aan de buitenrand een buitenste klemstrip vormt. In elk geval kan het filtersamenstel in een stabiele rechtopstaande stand worden gehouden door de binnenste en buitenste klemorganen op een kop of dergelijke houder te bevestigen. De 20 klemorganen kunnen niet inzakken of los van de houder komen indien bij het gebruik heet water in het filtersamenstel wordt gegoten, of in de houder glijden, wanneer van boven af een gering druk op het samenstel wordt uit-* geoefend.

De opening in het middengedeelte van de steunplaat kan 25 worden gevormd tijdens de vervaardiging van het filtersamenstel. Eventueel kan, daar de filterzak is gevuld met gemalen koffie en het filtersamenstel met een dergelijke filterzak hermetisch is opgesloten in een omhulsel, waarbij het open uiteinde van de zak open wordt gelaten, het middengedeelte van de steunplaat zijn voorzien van discontinue insnijdingen voor het vor-30 men van een losneembaar deksel, die bij het verwijderen de opening vrijlaat.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, die een aantal uitvoeringsvormen van het filtersamenstel volgens de uitvinding toont.

Fig. 1 is een gedeeltelijk weggebroken perspectief aan-35 zicht van een koffieverpakking met een filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het filtersamenstel in opgevouwen toestand is weergegeven.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1.

Fig. 3 is een perspektief aanzicht van een filtersamen-*K> stel volgens de onderhavige uitvinding, in een half opgevouwen toestand.

8105815 - * * t -3-

Fig. b is een perspektief aanzicht van het filtersamen-stel volgens fig. 3.

Fig. 5 is een in onderdelen uiteengenomen perspektief aanzicht van het filtersamenstel volgens fig. 3-5 Fig. 6 is een opengevouwen aanzicht van de filterzak, die een deel vormt van een filtersamenstel volgens de uitvinding.

Fig. 7 - 9 zijn perspektief aanzichten die verschillende manieren tonen waarop het filtersamenstel van fig. 3 kan worden gebruikt.

Fig. 10-12 tonen bovenaanzichten van andere uitvoerings-10 vormen van de onderhavige uitvinding,

Fig. 13 is een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Fig. 1b is een perspektief aanzicht van het filtersamenstel volgens fig. 13 tijdens het gebruik.

15 Fig. 15 is een perspektief aanzicht van een filtersamen stel waarbij één methode voor het opsluiten van gemalen koffie in een filterzak is weergegeven.

Fig. 16 is een doorsnede volgens de lijn XVI-XVI in fig. 15.

20 Fig. 17 is een perspektief aanzicht van een filtersamen stel waarbij één methode voor het afsluiten van een filterzak is weergegeven.

Fig. 18 is een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in het bijzonder van een filterzak.

Fig. 19 is een vooraanzicht van het filtersamenstel 25 volgens fig. 18.

Fig. 20 is een doorsnede volgens de lijn XX-XX in fig.

18.

Fig. 21 is een aanzicht van de opengevouwen filterzak volgens fig. 18.

30 Fig. 22 is een perspektief aanzicht die het filtersamen stel volgens fig. 18 getoond tijdens het gebruik.

Fig. 23 is een doorsnede volgens de lijn' XXIII-XXIII in fig. 22.

Fig. 2b is een bovenaanzicht van een filtersamenstel 35 volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Fig. 25 is een doorsnede volgens de lijn XXV-XXV in fig.

2k.

Fig. 26 toont het filtersamenstel volgens fig. 2b tijdens het gebruik.

4θ Fig, 27 is een doorsnede volgens de lijn XXVII-XXVII in 8 1 0 5 8 1 5 ____ A *' -k- fig. 26.

Fig. 28 - 30 zijn gedeeltelijke bovenaanzichten van de steunplaten die zijn voorzien van sleuven, die verschillen van die, welke respektievelijk in de fig. 3 tot 5 zijn weergegeven.

5 In de figuren 1 tot 5 is een filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding weergegeven, die wordt toegepast bij een koffieverpakking of dergelijke, die geschikt is om gemalen koffie te bewaren alsmede voor het zetten van koffie. De koffieverpakking bestaat in het algemeen uit een omhulsel 1 en een filtersamenstel 2 volgens de onderha-10 vige uitvinding, die hermetisch is opgesloten in het omhulsel 1 tezamen met een afgewogen hoeveelheid gemalen koffie 3. Het filtersamenstel 2 omvat een draag- of steunplaat *t, die bestaat uit een nagenoeg rechthoekig uitgesneden stuk plaat met een gewenste stijfheid, dat wil zeggen een dik papier of plastic. Een zak van filtreerpapier 5i die bijvoorbeeld is ver-15 vaardigd van viscose, is aan de achterkant van de steunplaat ^ gehecht. Zoals het beste blijkt uit fig. b, heeft de steunplaat b in zijn middengedeelte een in hoofdzaak cirkelvormig losneembare deksel 8, die wordt gevormd door discontinue insnijdingen of sleuven 6. De deksel 8 vormt een geheel met de rest van de steunplaat via niet ingesneden delen 6a. Als 20 de deksel 8 is weggenomen laat deze een nagenoeg cirkelvormige opening of mond 7 vrij, zoals hierna zal worden beschreven. Aan elke kant van de deksel 8 zijn een*aantal evenwijdige vouwlijnen gevormd, die symmetrisch ten opzichte van elkaar lopen. De vouwlijnen 9 aan de tegenover elkaar gelegen zijden van de deksel 8 bepalen de tegenover elkaar gelegen zij-25 randen van de steunplaat b in samenwerking met de overeenkomstige uiteinden hiervan. In deze randdelen van de steunplaat b zijn een paar symmetrische steunpoten 8 gevormd. Indien gewenst kan de opening 7 in de steunplaat b worden gevormd tijdens de vervaardiging van het filtersamenstel en zijn voorzien van een vierkante of veelhoekige omtrek. Driehoekige en 30 andere openingen die niet geschikt zijn om heet water door te gieten, zijn hierbij niet gewenst.

De steunplaat met de deksel 8 en het paar poten 10 kan in tweeen worden gevouwen langs de longitudinale hartlijn 11. Elke steun-poot is voorzien van in hoofdzaak T-vormige sleuven 12, die symmetrisch 35 ten opzichte van de hartlijn 11 zijn aangebracht. Deze sleuven 12 doen dienst wanneer het filtersamenstel op een kop of dergelijke houder wordt geplaatst, zoals hierna zal worden beschreven. Elk van de T-vormige sleuven 12 bestaat uit een sleuf 12a, die vanaf de betreffende rand van de poot 12 naar binnen loopt en uit een in hoofdzaak rechthoekige opening 12b in het ^+0 midden waarvan de sleuf 12a eindigt; de opening 12b is langwerpig in een 8105815 -5- richting die loodrecht op de sleuf 12a staat en evenwijdig met de rand loopt. Opgemerkt wordt, dat in plaats van de T-vorm, de sleuf 12 elke andere vorm kan hebben, die bij de rand een relatief kleine breedte heeft en aan de binnenkant breder wordt, bijvoorbeeld een L-vorm (zie fig. 28), 5 een sleutelgatvorm (zie fig. 29) of een trapeziumvorm (zie fig. 30).

Het filter 5 is gevormd als een platte zak voor het filtreren van de hierin opgeslagen gemalen koffie 3· Zoals blijkt uit fig. 6, is de filterzak 5 volgens de uitvoeringsvorm vervaardigd door een in hoofdzaak rechthoekig deel uit filtreerpapier te snijden, het uitge-10 sneden deel langs zijn centrale hartlijn 13 om te vouwen en door op de tegenover elkaar gelegen zijranden 15 tussen de centrale hartlijn 13 en dwarslijnen 14 in hoofdzaak tussen de hartlijn 13 en de boven en onderste uiteinden van het uitgesneden deel een kleefmiddel aan te brengen, en de gevouwen delen langs de randen 15 met elkaar te verbinden. De zak is zo-15 doende aan zijn bovenste uiteinde langs de midden-hartlijn open. FÏappen 16 die vanaf de individuele tussenhartlijnen 14 naar buiten lopen zijn tegen de achterkant van de steunplaat 4 geplaatst en afzonderlijk hiermee verbonden via hun omtreksranden 15a. Hiermee is het totale samenstel van de filterzak 5 met de steunplaat 4 gecompleteerd. In een normale situatie, 20 is de filterzak 5 aan de onderkant van de steunplaat 4 bevestigd, zoals weergegeven in fig. 5 waarbij de tegenover elkaar gelegen randen van de opening van de zak evenwijdig tegen elkaar worden gehouden teneinde deze opening af te sluiten. De afmeting van het open uiteinde van de filterzak is zodanig gekozen, dat deze groter is dan de ruimte tussen de vouw-25 lijnen 9 op de steunplaat 4. Zodoende liggen de buitenranden van de flappen 16 op een afstand van elkaar die groter is dan de diameter van de deksel 8 van de steunplaat 4. De aldus bemeten filterzak 5 is aan de achterkant vaide steunplaat 4 bevestigd, zodat de dwarslijnen 14 die de randen van het open uiteinde bepalen samenvallen met de longitudinale 30 hartlijn 11 van de steunplaat 4, terwijl het open uiteinde van de zak juist onder de deksel langs de hartlijn 11 is gelegen. Wanneer de flappen 16 aan de steunplaat 4 zijn gehecht, zal het open uiteinde van de zak worden afgesloten door de deksel 8 en het hiernaast gelegen gedeelte van de steunplaat 4.

35 Bij toepassing in een koffieverpakking of dergelijke wordt de filterzak 5 voordat deze aan de steunplaat 4 wordt bevestigd, gevuld met een voorafbepaalde hoeveelheid gemalen koffie 3· Door de filterzak 5 aan de steunplaat 4 te bevestigen, wordt de gemalen koffie 3 in de zak opgesloten.

4o Het op deze wijze geconstrueerde filtersamenstel is om- 8 1 0 5 8 1 5 ____ -6- geven door een omhulsel, waarbij de gemalen koffie 3 in de filterzak 5 is opgesloten· In deze uitvoeringsvorm is het filtersamenstel 2 opgesloten in het omhulsel 5, waarbij de filterzak 5 net de hierin opgeslagen gemalen koffie 3 binnen de langs de hartlijn 11 dubbelgevouwen steunplaat b wordt 5 vastgehouden. Hierna wordt het inwendige van het omhulsel 1 onder vacuum gebracht of na het onder vacuum brengen gevuld met een inert gas teneinde het filtersamenstel 2 hier luchtdicht in af te sluiten.

Alhoewel het filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding hier is weergegeven en beschreven als zijnde opgesloten in een 10 omhulsel waarbij gemalen koffie hierin is opgeslagen, zal het duidelijk zijn, dat ook tijdens het gebruik een gewenste hoeveelheid gemalen koffie in de filterzak kan worden aangebracht·

De fig. 7 tot 9 tonen als voorbeeld verschillende manieren waarop de koffieverpakking kan worden gebruikt. Eerst wordt het omhul-15 sel 1 geopend en het filtersamenstel 2 eruit genomen. De steunplaat b van het filtersamenstel 2 wordt ontvouwen zoals weergegeven in fig. b waarna de niet ingesneden delen 6a worden weggesneden of gebroken, teneinde de deksel 8 te verwijderen en hierbij de mond 1*f van de filterzak 5 te openen. Vervolgens worden de steunpoten 10 van de steunplaat b naar beneden 20 gebogen tot ze -in hoofdzaak loodrecht op de rest van de steunplaat b staan door deze poten langs het gewenste paar vouwlijnen 9 te vouwen. In deze toestand kan de steunplaat b via de sleuven 12 in de poten 10 rechtop m- staan op de rand van een kop 17, waarna heet water in het filterstel 2 kan worden gegoten.

25 Uit de fig. 7 tot 9 blijkt, dat de koffieverpakking ten gevolge van de concentrische vouwlijnen 9 in de steunplaat kan samenwerken met koppen 17 van verschillende diameters. In fig. 7 zijn de poten 10 langs het meest binnenste paar vouwlijnen 9a gebogen, teneinde te kunnen . samenwerken met een kop die een relatief kleine diameter heeft, terwijl 30 de poten in fig. 8 volgens het meest buitenste paar'.vouwlijnen 9c zijn gebogen, teneinde samen te werken met een kop die een relatief grote diameter heeft. Indien geen van de vouwlijnen 9 overeenkomt met de diameter van een kop, zal., elke poot 10 verbogen worden, zoals weergegeven in fig.

9 door de steunplaat b langs de meest binnenste vouwlijn 9a te vouwen en 35 vervolgens de middelste en buitenste vouwlijnen 9b en 9c een weinig te buigen tot een bepaalde bocht die geschikt is voor de diameter van de kop. Dit is bijzonder doelmatig gebleken indien de bovenste rand van de kop naar buiten toe uitloopt, zoals weergegeven in fig. 9. De aldus gevormde draagplaat b wordt stevig op de rand van de kop 17 geplaatst door gebruik 1*0 te maken van de sleuven 12 in de poten 10. Een inwendige klemvinger 18 van 8105815 -7- elke poot 10 wordt ia de kop 17 gestoken, terwijl uitwendige klemvingers 19 aan de buitenkant van de kop 17 worden geplaatst waarbij de rand van de kop aan beide kanten hiervan stevig wordt omvat.

Indien de houder een naar buiten toe uitlopende bovenste 5 rand heeft, zal een dergelijke rand overeenkomstig de onderhavige uitvinding naar buiten uitsteken via de sleuf 12 terwijl de uitwendige klemvingers 19 onder de rand van de houder komt te liggen tegenover de inwendige klemvingers 18. Dit verzekert een nog stabielere bevestiging van het filtersamenstel op de houder.

10 Daar de vouwlijnen 9 in deze uitvoeringsvorm boogvormig zijn, waardoor de poten 10 recht worden gebogen, wordt de steunplaat automatisch gebogen met een stijfheid, die groot genoeg is om het gehele samenstel te dragen. Daar de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de filter-zak aan de steunplaat k zijn bevestigd tot voorbij de steunpoten 10, brengt 15 het opbouwen van de steunplaat k de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de filterzak 5 naar elkaar toe tengevolge van de deformatie van de steunplaat, zodat het bovenste uiteinde van de filterzak 5 automatisch wordt geopend teneinde het gemakkelijk ingieten van heet water te bevorderen. Opgemerkt zal worden, dat de vouwlijnen 9 ook rechte lijnen kunnen zijn, 20 die loodrecht staan op de longitudinale hartlijn 11 of kunnen bestaan uit met een aantal hoeken geknikte lijnen.

Het filtersamenstel 2 kan zodoende worden opgebouwd en rechtop op een kop worden geplaatst door middel van eenvoudige handelingen en de vloeibare koffie wordt automatisch opgevangen door de kop door een-25 voudig heet water hierin te gieten. Dit bevordert het gemakkelijk hanteren van het filtersamenstel 2. Het opgebouwde filtersamenstel 2 staat rechtop op een kop, zodat men de filterzak 5 in het inwendige van de kop kan zien tussen de draagpoten 10 teneinde de voortgang van het koffiezetten te controleren.

50 In de fig. 10 tot 12 zijn andere voorbeelden van de klem- delen weergegeven, die nabij de tegenover elkaar gelegen uiteinden van het filtersamenstel zijn aangebracht. In fig. 10 is elke steunpoot 10 van de steunplaat uitgerust met een in hoofdzaak IJ-vormige snede of sleuf 21, die grenzend aan maar op een afstand van de rand van de steunpoot is gelegen.

55 sleuf 21 is symmetrisch gevormd ten opzichte van de longitudinale hartlijn 11 van de steunplaat k. In elke steunpoot 10 vormt de sleuf 21 een inwendige klemtong 23 aan de binnenrand en een uitwendige klemstrip 22 aan de buitenrand. De sleuven 21 in de tegenover elkaar gelegen steunpoten 10 zijn symmetrisch ten opzichte van de dwarshartlijn 20 van de steunplaat 4.

^0 Het filtersamenstel van fig. 10 kan met één hand op een houder worden ge- 8105815 f * -8- plaatst door de buitenste klemstrippen 22 in contact met de buitenrand van de houder te brengen en de binnenste klemtongen 23 naar binnen te drukken, zodat de tegenover elkaar gelegen randen 2k van elke sleuf 21 op .de houder komen te rusten» Indien een houder een naar buiten toe uitlopen-5 de bovenrand heeft, zullen de buitenste klemstrippen 22 samenwerken met de binnenste klemtongen 23, waarbij de houder op de met betrekking tot de fig. 3-9 beschreven wijze wordt vastgeklemd.

In fig· 11 is een gewijzigde uitvoeringsvorm van de steunplaat b uit fig. 10 weergegeven, waarbij de steunplaat k tijdens de 10 vervaardiging van het filtersamenstel is voorzien van de opening 7· Het binnenste klemorgaan 23 dat in fig, 11 bestaat uit de algemeen IJ-vormige sleuf die loodrecht op de longitudinale hartlijn 11 van de steunplaat staat, is bovendien in zijn middengedeelte voorzien van inkepingen, teneinde een in hoofdzaak E-vormige sleuf 21 te vormen. Een dergelijke vorm 15 van de sleuf 21 verschaft een buitenste sluit- of klemstrip 22 nabij de rand van de steunpoot 10 en een paar uitstekende delen 25 die vanaf de binnenrand 26 van de sleuf 21 naar buiten steken tegenover de buitenste klemstrip 22. De uitstekende delen 25 van de binnenste klemtong 23 zijn symmetrisch ten opzichte van de longitudinale hartlijn 11 van de steun-20 plaat k. Met deze constructie, zal het filtersamenstel wanneer dit op een houder is gemonteerd, stevig op drie punten van elke steunpoot 10 worden ondersteund: twee punten bij de uitstekende delen 25, die in aanraking kunnen komen met het inwendige oppervlak van de houder en één punt waarbij de buitenste klemstrip 22 die nauw in aanraking komt met het uitwen-25 dige oppervlak van de houder langs de boog en wel op een zodanige wijze, dat de houder van buitenaf wordt omvat. Dit verzekert een nog stabielere rechtopstaande stand van het filtersamenstel op de houder. De verbinding die met deze constructie kan worden bereikt, blijft stabiel en is nauwelijks afhankelijk van een verandering in de diameter van een houder.

30 Fig. 12 toont een gewijzigde versie van de in fig. 11 weergegeven klemorganen van de steunpoten. In fig. 12 lopen insnijdingen 27 naar elkaar toe vanaf de buitenzijden van de uitstekende delen 25 van elke inwendige klemtong 23, teneinde smalle elastische delen 28 te vormen. Deze insnijdingen 27 maken de uitstekende delen 25 van de inwendige klem-35 tong 23 flexibel teneinde zelfs" met houders van relatief kleine diameters te kunnen samenwerken.

Bovendien omvat elke buitenste klemstrip 22 in fig. 12 een paar kleine uitsteeksels 29, die vanaf de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de klemstrip 22 naar het inwendige klemorgaan 23 zijn gericht. ko Dientengevolge, ondersteunen de inwendige en uitwendige klemorganen van 8105815 -9- elke steunpoot 10 het filtersamenstel op vier punten op een houder, waardoor een betere inklemming wordt verkregen dan met de driepuntsondersteu-ning van fig. 11. Het zal duidelijk zijn, dat dergelijke kleine uitsteeksels 29 ook kunnen worden toegepast bij de uitvoeringsvormen'die zijn 5 weergegeven in fig. 10 of 11.

In de fig. 13 en l^f, is elke steunpoot 10 voorzien van een vouwlijn 36, die evenwijdig loopt met de rand 22a. Tevens is de poot voorzien van een in hoofdzaak IJ-vormige snede of sleuf 37» die de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de vouwlijn 36 ®et elkaar verbindt, zo-10 dat de bodem van de "U" is verwijderd van de rand van de poot. De sleuf 37 vormt een inwendig klemorgaan of tong 38, die ten opzichte van de rest van de poot 10 omhoog kan worden gebracht, zoals hierna zal worden beschreven. De afstand tussen de vouwlijn 36 en het hier tegenover gelegen deel van de sleuf 37 is groter dan de afstand tussen de vouwlijn 36 en de 15 rand 22a van de poot. Door deze dimensionele relatie steekt het vrije uiteinde van de tong 38 naar buiten voorbij de rand 22a wanneer de tong langs de vouwlijn 36 wordt verdraaid haar de rand 22a. De tongen 38 die langs de vouwlijnen 36 over 180° naar buiten zijn gebogen, komen in drukcontact met de houder tengevolge van hun eigen terugveerkrachten en verzekeren 20 hierbij een stabiele ondersteuning. De tongen 38 laten openingen van complementaire vormen in de betreffende steunpoot achter, wanneer ze in hun ondersteuningsstanden worden verdraaid. Door deze openingen kan men zodoende het variërende vloeistofniveau in de houder 17 veel duidelijker waarnemen.

25 In de fig. 15 en 16 heeft de filterzak 5 flappen 16, die vanaf de tegenover elkaar gelegen randen *f1 van het open uiteinde van de filterzak 5 van elkaar af naar buiten lopen. De filterzak 5 is stevig bevestigd aan de steunplaat b door de flappen 16 met hun omtreksranden 15a aan de achterkant van de steunplaat 4 te hechten. Bij de randen k1, zijn 30 de naar elkaar toe gerichte inwendige oppervlakken van de filterzak 5 losneembaar met elkaar verbonden door lijmen, pressen of warmte-lassen, teneinde een voorafbepaalde hoeveelheid gemalen koffie 3 of dergelijke hierin op te sluiten.

In de uitvoeringsvorm volgens de fig. 2-9, is de ope-35 ning voor het opgieten van heet water indien het filtersamenstel buiten gebruik is gesloten door de deksel 8. Wanneer de steunplaat b niet is voorzien van de deksel 8 voor het afsluiten van de opening, is het noodzakelijk de naar elkaar toe gerichte randen bij de mond van de filterzak met elkaar te verbinden. Het zal echter duidelijk zijn, dat het afsluiten van 40 de mond kl van de filterzak niet nodig is, zelfs indien de steunplaat b .8105815 -10- geen deksel 8 heeft, zolang het filtersamenstel niet is opgesloten in een omhulsel maar wordt gebruikt als een filter waarin bij het gebruik een gewenste hoeveelheid gemalen koffie kan worden aangebracht.

Indien het omhulsel dat de filterzak bevat onder vacuum 5 moet worden gebracht, voor het luchtdicht afsluiten, biedt de onderhavige uitvinding tevens het voordeel, dat het gesloten uiteinde van de filterzak voorkomt dat de inhoud hiervan wordt meegezogen, zodat alleen de lucht kan worden verwijderd.

Bij voorkeur is de verbinding van de tegen elkaar gele-10 gen randen van de open zak zo zwak, dat men die gemakkelijk met de hand kan scheiden zonder het filterpapier te beschadigen. Zoals weergegeven in fig. 17, kan het dekselorgaan b2 om de opening van de filterzak af te sluiten zijn vervangen door een langwerpige strip, die afzonderlijk aan het bovenoppervlak van de flap en k5 is gehecht langs de open rand 41 15 van de zak die naar de opening 7 is gericht. Bovendien kan een dergelijke strip aan één uiteinde een trekstrook bevatten, die buiten de opening 7 uitsteekt. De trekstrook zal "het losmaken van de strip vergemakkelijken wat het gehele samenstel gefflakkelijker te hanteren maakt.

In de fig. 18 tot 23 is een andere uitvoeringsvorm van 20 een filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding weergegeven. Overeenkomstig de steunplaat k van fig. 10, is in de fig. 18 - 23 een steun-plaat 101 weergegeven, die is voorzien van een paar steunpoten 102, die grenzen aan het middengedeelte, een opening 103 voor het in het middengedeelte gieten van heet water, en een filterzak 10*t, die aan de onderkant 25 van de steunplaat 101 is aangebracht, waarbij het open 'uiteinde naar de opening 103 is gericht.

De steunplaat 101 en steunpoten 102 zijn gevormd als een één geheel vormend rechthoekig stuk door deze uit een enkel relatief dik vel papier te snijden. Terwijl de steunplaat 101 en de steunpoten 102 30 uit een vel zijn gesneden, is elke steunpoot 102 voorzien van klemdeel 105·

De klemdelen 105 van de afzonderlijke poten 102 kunnen het filtersamenstel op zijn plaats houden op een houder 106, zoals hierna zal worden toegelicht. In deze uitvoeringsvorm is elk klemdeel 105 nabij zijn uiteinde voorzien van een in de breedte lopende sleuf 107. De sleuf 35 107 is zodanig gevormd, dat een inwendige klemtong 108 en een uitwendig klemstuk 109 worden gevormd, die één geheel vormen met de rest van de steunpoot 102.

Bovendien omvat de filterzak 10^ tegenover elkaar gelegen zijwanden 110a, 110b, flappen 111a, 111b die in tegengestelde rich-^0 tingen vanaf de afzonderlijke zijwanden 110a, 110b lopen alsmede een ver- 8105815 -11- bindingsstrip 112, die de zijwanden met elkaar verbindt.

Een methode voor het vervaardigen van de filterzak 104 omvat het langs de hartlijn 113 van de verbindingsstrip 112 dubbelgevouwen van het vel, de tegenover elkaar gelegen randen 11^· van de verbindings-5 strip 112 in tegengestelde richtingen te draaien terwijl de rest in contact met elkaar wordt gebracht waarbij de verbindingsstrip 112 hiertussen is gelegen, de flappen 111a en 111b langs de randen 115 naar buiten te draaien, en de met elkaar in verbinding staande zijwanden 110a, 110b met hun zijranden 116 te verbinden met de zijranden van de verbindingsstrip 10 112, waar de eerste zijranden overheen liggen. De filterzak 10*l· heeft zodoende de vorm van een platte zak waarvan de bodem wordt gevormd door de verbindingsstrip 112. De randen 114 van de verbindingsstrip 112 vormen de onderste randen van de zijwanden 110a, 110b. De bovenste rand 115 van elke zijwand 110a, 110b vormt een open rand, zodat de flappen 111a, 111b 15 zich vanaf de randen van het open uiteinde van de zak uitstrekken.

In gemonteerde toestand, is de filterzak 10^· onder de steunplaat 101 aangebracht, zodat de aangrenzende bovenste randen 115 van de zijwanden 110a, 110b in lijn liggen met de hartlijn van de steunplaat 101. De flappen 111a, 111b die vanaf de randen 115 lopen, worden direkt 20 tegen de onderkant van de steunplaat 110 en van de hieraangrenzende benen 102 geplaatst. In deze stand worden de flappen 111a, 111b met hun omtreks-randen 117 aan de steunplaat en de bijbehorende poten gehecht.

• Voor het gebruik zullen de zijwanden 110a, 110b van de filterzak door het filtersamenstel in aanraking met elkaar en in een platte 25 stand worden gehouden waarbij de verbindingsstrip 112 hiertussen is opgesloten. In deze stand kan de filterzak geheel naar een van de flappen 111a, 111b worden gevouwen in aanraking met de onderkant van de steunplaat 101, teneinde het gehele samenstel plat te maken.

Indien de steunpoten 102 aan de tegenover elkaar gelegen 30 zijden van de steunplaat 101 ten opzichte van het middengedeelte hiervan naar beneden worden gebogen, komen de zijwanden 110a, 110b van de filterzak 10^ los langs hun bovenste randen 115 tengevolge van de hierboven beschreven constructie van de filterzak. Hierdoor wordt de filterzak automatisch geopend en worden de tegenover elkaar gelegen zijranden 116 dichter 35 naar elkaar toe gebracht, zodat de filterzak uitzet.

Het aldus opgebouwde filtersamenstel is bovenop een houder 106 geplaatst, zodat de uiteinden van de steunpoten 102 naar de bovenste rand van de houder 106 zijn gericht. Vervolgens-wordt de buitenste klepstrip 109 van elke poot 102 in aanraking gebracht met het buiten-ifO oppervlak van de houder 106 en de binnenste klemtong 108 met het binnen- 8105315 * · -12- oppervlak hiervan. Zoals weergegeven in fig. 22, klemmen de strip 109 en de top 108 de wand van de houder 106 van buiten en van binnen in, waarbij het filtersamenstel stevig op de houder is bevestigd.

Hierna kan een gewenste hoeveelheid gemalen koffie en 5 vervolgens heet water in de filterzak 5 worden gegoten, die nu wijdopen staat. Zoals blijkt uit fig. 23, doet het gewicht van de koffie en het hete water de gevouwen verbindingsstrip 112 ontvouwen en naar beneden hangen vanaf de onderste randen van de zijwanden 110a, 110b. Dit heeft tot gevolg, dat de filterzak 104 van een platte tot een bolle vorm wordt ge-10 deformeerd.

Het zal duidelijk zijn, dat het filtersamenstel volgens deze uitvoeringsvorm geheel plat kan worden gevouwen en de filterzak bij het gebruik automatisch wordt geopend en door het gewicht van de gemalen koffie in een naar beneden gerichte kegel wordt getransformeerd. De top 15 van de kegel, dat wil zeggen het middelpunt van de bodem van de filterzak 104, verzamelt alle stromen van vloeibare koffie, die ontstaan door heet wder in de filterzak te gieten.

Hierbij wordt voorkomen, dat vloeibare koffie vanaf de zijdelen van de filterzak 104 buiten de houder 106 drupt. Tevens wordt 20 door het vergroten van het filtreergebied door de expansie van de verbindingsstrip 102 een doelmatige filtrering bevorderd.

Terwijl de verbindingsstrip 112 van het filtersamenstel elke gewenste dikte kan hebben, moet het met zijn zijranden integraal zijn bevestigd aan de randen 116 van de zijwanden 110a, 110b. Bij voorkeur steken 25 de zijwanden 110a, 110b met hun onderste randen niet buiten de onderkant van de steunplaat 1 of steunpoten 2 uit, wanneer zij in opgevouwen toestand zijn.

Een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal aan de hand van de fig. 24 - 27 worden beschreven. Het filtersamenstel 30 omvat een steunplaat 200 dat in zijn middengebied is voorzien van schuine delen 201, 202 en van een zak van filtreerpapier 203 voor het opslaan van gemalen koffie 204.

Een paar schuine delen 201, 202 hebben identieke rechthoekige vormen en zijn langs hun bovenranden 201’, 202* met elkaar verbon-35 den door een verbindingsstrip 205· De schuine delen 201, 202 kunnen langs de randen 201', 202' worden gevouwen in een in hoofdzaak omgekeerd V-vormig deel. Elk schuin deel 201, 202 is via een vouwlijn 211, 212 verbonden met een steunplaat 214 en is voorzien van een in hoofdzaak U-vormige sleuf 206 langs en nabij zijn uiteinde in dezelfde stand als de ander. De U-vormige 40 sleuf 206 is zodanig uitgevoerd, dat een inwendig klemorgaan 207 en een 8105813 « -13- uitwendige klemstrip 208 worden gevormd, die een geheel vormen met de rest van de steunpoot. Het schuine deel 201 is voorzien van een rechthoekige opening 209 om heet water door te gieten. De filterzak 203 is aan de achterkant van het schuine deel 201 geplaatst dat de opening 209 bevat.

5 De filterzak 203 is bevestigd aan het schuine deel 201 en hangt hiervan naar beneden waarbij de randen die een open uiteinde of mond van de filterzak 203 vormen rondom de opening 209 zijn aangebracht.

De gehele filterzak 203 is gelegen in de dubbelgevouwen steunplaat 200.

De filterzak 203 is tevens plaatselijk bij 210 aan de achterkant van het 10 andere schuine deel 202 gehecht en dientengevolge hangt het aan beide schuine delen 201, 202.

De vouwlijnen 211, 212 lopen dwars tussen het middengedeelte van de steunplaat 200 en de tegenover elkaar gelegen steunpoten 214.

Indien het aldus geconstrueerde filtersamenstel buiten 15 gebruik is, wordt het in platte toestand gehanteerd waarbij de steunplaat 200 in tweeen is gevouwen en de filterzak 203 zich binnen de steunplaat 200 bevindt. Tijdens het gebruik wordt de steunplaat 200 opengevouwen en worden de steunpoten 214 vast op de bovenrand van een koffiekop of dergelijke houder bevestigd.

20 Een manier waarop een filtersamenstel kan worden ge bruikt is weergegeven in de fig. 26 en 27· Wanneer de steunplaat 200 wordt opengevouwen, wordt door de hechtingsplaats 210 aan de filterzak 203 ge-trokken, zodat deze zich automatisch uitzet. Boven een houder 213 geplaatst, wordt eerst een klemstrip 208 van het filtersamenstel in aanraking ge-25 bracht met de buitenkant van de rand van de houder 213 en de klemtong 207 in de houder gedrukt. In deze toestand is het filtersamenstel op zijn plaats bevestigd op de houder 213, waarbij de tong 207 en de strip 208 t de rand van de houder respektievelijk van binnen en buiten inklemmen. Hierna wordt een gewenste hoeveelheid gemalen koffie 20*f en vervolgens heet 30 water in de filterzak 203 gegoten teneinde direkt in de houder 213 koffie te zetten. De afstand tussen de nu geopende draagpoten wordt gekozen afhankelijk van de diameter van de houder 213· Teneinde een stabielere stand van het filtersamenstel op de houder 213 te verkrijgen, kan de steunplaat 200 zijn voorzien van schuine delen 201, 202 en kunnen de poten 21*f langs 35 de vouwlijnen 211, 212 zijn gebogen, totdat de overeenkomstige klemorganen 207 en 208 vanaf de rand van de houder 213 zo recht mogelijk omhoog lopen.

Het filtersamenstel voleis de bovenbeschreven uitvoeringsvorm is gemakkelijk te hanteren en op te bergen daar het kan worden plat-gevouwen wanneer het niet in gebruik is. Het filtersamenstel kan bij het ^•0 gebruik gemakkelijk op een houder worden bevestigd, daar het automatisch 8105315 5 * » -lif- hierop blijft staan als de draagplaat is opengevouwen bij een houder van bepaalde afmetingen en vervolgens de inwendige en uitwendige klemorganen 207 en 208 worden aangebracht teneinde de houder hiertussen te klemmen.

8105815

Claims

1. Filtersamenstel voor koffie of dergelijke, bestaande uit een steunplaat die is voorzien van een middengedeelte waarin een ope- 5 ning is aangebracht, waardoor water kan worden gegoten alsmede van een paar steunpoten die zijn verbonden met de tegenover elkaar gelegen zijden van het middengedeelte, en uit een zak van filterpapier die de opening in de steunplaat afsluit, met het kenmerk, dat elk van de steunpoten een aantal sluit- of klemorganen bevat, die tenminste worden gevormd 10 door één insnijding of sleuf, die symmetrisch ten opzichte van de longitudinale hartlijn van de steunplaten loopt.

2. Filtersamenstel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elk van de steunpoten is voorzien van een paar sleuven, dieëLk vanaf de rand van de steunpoot naar binnen lopen, zodat een inwen- 15 dig klemorgaan tussen de sleuven wcrdt gevormd en een paar uitwendige klemorganen aan de buitenranden van de afzonderlijke sleuven worden gevormd.

3. Filtersamenstel volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat elk van de sleuven met een relatief smalle breedte aan 20 de rand uitmondt en het naar binnengelegen uiteinde breder is. k. Filtersamenstel volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de sleuf in het algemeen T-vormig is. * 5· Filtersamenstel volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de sleuf in het algemeen L-vormig is.

6. Filtersamenstel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elk van de steunpoten is voorzien van een ïï-vormige sleuf, die op een afstand van de rand van de steunpoot ligt, welke ïï-vormige sleuf aan de binnenkant van de "ïïu een tongvormig inwendig klemorgaan en aan de buitenzijde van de ’TT” een uitwendig klemorgaan vormt.

7. Filtersamenstel volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat vanaf het binnenste klemorgaan een paar op een afstand van elkaar gelegen uitsteeksels uitsteken.

8. Filtersamenstel volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat het buitenste klemorgaan aan de zijranden hiervan is 35 voorzien van kleine uitstekende delen die naar het binnenste klemorgaan zijn toegericht.

9- Filtersamenstel volgens conclusie 8, m e t het k e n m e r k,dat vanaf de tegenover elkaar gelegen zijranden van een voet van het binnenste klemorgaan insnijdingen of sleuven naar elkaar toe lopen JfO voor het vormen van in vergelijking kleine delen met een grotere flexibi- 8105815 -16- liteit.

10. Filtersamenstel voor koffie of dergelijke bestaande uit een steunplaat, die is voorzien van een middengedeelte waarin een opening is >aangebracht waardoor heet water kan worden gegoten en van een paar 5 steunpoten, die zijn verbonden met de tegenover elkaar gelegen zijden van het middengedeelte, en uit een zak van filtreerpapier, die de opening in de steunplaat afsluit, met het kenmerk, dat in elk van de steunpoten een binnenste sluitdeel is aangebracht door een U-vormige snede of sleuf, die symmetrisch is ten opzichte van de longitudinale hartlijn 10 van de steunplaat, welke U-vormige sleuf zodanig is ge plaste t, dat de bodem van de "U" is af gekeerd van de rand van de steunpoot, waarbij het binnenste sluitdeel wordt verdraaid teneinde het filtersamenstel in samenwerking met de rand van de steunpoot op de bovenste rand van een houder vast te zetten.

11. Filtersamenstel volgens conclusie 1, ra e t het kenmerk, dat het middengedeelte dat de opening bevat is voorzien van tenminste één paar vouwlijnen, die symmetrisch ten opzichte van de opening in het middengedeelte zijn, welke vouwlijnen de steunplaat verdelen in het middengedeelte en de steunpoten.

12. Filtersamenstel volgens conclusie 11, m e t het kenmerk, dat de vouwlijnen boogvormig rond de opening in het middengedeelte lopen. IJ. Filtersamenstel volgens conclusie 1, ra e t het kenmerk, dat de filterzak die aan de achterkant van de steunplaat 25 is gehecht, is voorzien van een open uiteinde, waarvan de 'tégenover elkaar gelegen randen gedeeltelijk aan één oppervlak van de steunpoten zijn gehecht. 1^. Filtersamenstel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de filterzak een platte zak omvat, die aan één uit-30 einde open is en wordt gevormd door het dubbelvouwen van een vel f iltreerpapier en de resulterende twee delen langs de tegenover elkaar liggende zijranden aan een te hechten, waarbij flappen vanaf de naar elkaar toe gerichte randen van de filterzak, die het open uiteinde vormen, naar buiten lopen, waarbij de open randen van de filterzak in het velengde liggen van 35 hun vouwlijn waarlangs de steunplaat in tweeën kan worden gevouwen, waarbij de flappen langs hun omtreksranden aan één oppervlak van de steunplaat worden gehecht.

15. Filtersamenstel volgens conclusie 1^, m e t het kenmerk, dat de tegenover elkaar gelegen zijwanden, die worden ge-kO vormd door het dubbelvouwen van de steunplaat langs de onderste randen 8105815 -17- met elkaar zijn verbonden door middel van een verbin dings strip, die in tweeën is gevouwen.

16. Filtersamenstel volgens conclusie 1, m e t het' kenmerk, dat de steunplaat langs een vouwlijn, die samenvalt met de 5 longitudinale hartlijn, in tweeën kan worden gevouwen.

17. Filtersamenstel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de steunplaat langs een vouwlijn, die loodrecht staat op de longitudinale hartlijn, in tweeën kan worden gevouwen.

18. Filtersamenstel volgens conclusie 17, met het 10 kenmerk, dat de opening voor het opgieten van heet water aan weerszijden van de vouwlijn is gelegen.

19. Filtersamenstel volgens één der voorgaande conclusies 1 - 18, met het kenmerk, dat de steunplaat een in hoofdzaak rechthoekige vorm heeft.

20. Filtersamenstel volgens één der voorgaande conclusies 1- 19, met het kenmerk, dat de opening voor het opgieten van heet water wordt gevormd door vier bogen. 20 8105815