NL8720257A - Wondbehandelingspreparaat en kosmeticum. - Google Patents

Wondbehandelingspreparaat en kosmeticum. Download PDF

Info

Publication number
NL8720257A
NL8720257A NL8720257A NL8720257A NL8720257A NL 8720257 A NL8720257 A NL 8720257A NL 8720257 A NL8720257 A NL 8720257A NL 8720257 A NL8720257 A NL 8720257A NL 8720257 A NL8720257 A NL 8720257A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ovomacroglobulin
hair
wound
skin
cosmetic
Prior art date
Application number
NL8720257A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Japan Immuno Res Lab
Otsuka Pharma Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP62136516A external-priority patent/JPS63107912A/ja
Application filed by Japan Immuno Res Lab, Otsuka Pharma Co Ltd filed Critical Japan Immuno Res Lab
Publication of NL8720257A publication Critical patent/NL8720257A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07KPEPTIDES
    • C07K14/00Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof
    • C07K14/81Protease inhibitors
    • C07K14/8107Endopeptidase (E.C. 3.4.21-99) inhibitors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K8/00Cosmetics or similar toiletry preparations
    • A61K8/18Cosmetics or similar toiletry preparations characterised by the composition
    • A61K8/30Cosmetics or similar toiletry preparations characterised by the composition containing organic compounds
    • A61K8/64Proteins; Peptides; Derivatives or degradation products thereof
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61QSPECIFIC USE OF COSMETICS OR SIMILAR TOILETRY PREPARATIONS
    • A61Q7/00Preparations for affecting hair growth
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K38/00Medicinal preparations containing peptides

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Gastroenterology & Hepatology (AREA)
  • Dermatology (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)
  • Cosmetics (AREA)

Description

87 2 0 2 57 I »
Wondbehandelingspreparaat en kosmeticum.
Gebied van de uitvinding
Deze uitvinding betreft een wondbehandelingspreparaat, trichogeen of kosmeticum, en meer in het bijzonder een wondbehandelingspreparaat, trichogeen of kosmeticum dat 5 ovomacroglobuline als werkzaam bestanddeel bevat.
Technische achtergrond
Het bevorderen van de granulering en de epidermi-sering van een beschadigd of verwond deel van het lichaam, oftewel van een laesie, is een belangrijk onderdeel van het 10 genezen van wonden, zoals algemene schade, anale fistels, doorliggen en insnijdingen bij ingrijpende operaties in diepgelegen delen van het lichaam.
Retineenzuur, allantoxne, asiaticoside (dat een bestanddeel van schermbloemigen is), zink en dergelijke zijn 15 in de techniek bekend als nuttige stoffen bij het genezen van wonden. Deze verbindingen zijn echter nog niet goed genoeg in het bevorderen van de granulering en de epidermisering.
Ook is het bekend dat het gebruik van anti-ontstekingsmiddelen van steroïde of niet-steroïde type bij het genezen van brand-20 wonden de algemene weerstand van het lichaam verlaagt waardoor het mede gebruik van een geneesmiddel dat die weerstand bevordert of opwekt nodig wordt.
Kortgeleden zijn als geneesmiddelen voor het genezen van wonden een uit zoogdierlichaamsvloeistof geïsoleerd 25 peptide van 52 aminozuren en een molecuulgewicht van ongeveer 5300 (ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage no. 38716/ 1982) en ook een preparaat dat essentiële aminozuren bevat (ter inzage gelegd Japanse octrooiaanvrage no. 80316/1982) voorgesteld. Ook is er een publikatie bekend waarin staat dat 30 eieren die jodium in een concentratie van meer dan 300 jig be vatten effectief zijn bij het bevorderen van het genezen van wonden en het voorkomen van spierstoringen (ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage no. 116225/1984). Ook is een kosmetisch huidpreparaat voorgesteld waarin gedroogd eier- .8720257 - 2 - albumine het basismateriaal is (ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage no. 6801/1986). Deze verbindingen en preparaten zijn voor het genezen van wonden nog steeds onvoldoende. Geneesmiddelen die eieren of eieralbumine bevatten scheppen 5 het probleem van een slechte houdbaarheid, daar zij altijd willen gaan rotten, zelfs als er antiseptica in zitten.
Andere moeilijkheden bij het gebruik van eieralbumine liggen in de feiten dat deze stof alleen in alkalische oplossing oplost, onvoldoende affiniteit heeft voor andere bestand-10 delen van kosmetica en zalven, (wat de gebruikelijke toedie ningsvormen van geneesmiddelen van wonden zijn) en de neiging heeft witte eiwit-neerslagen te vormen.
In de techniek zijn ook haartonicums of tricho-genen voorgesteld die op de haarwortels inwerken en haargroei 15 bevorderen. Geen van de tot nog toe voorgestelde stoffen is echter bijzonder effectief.
Verder bestond er behoefte aan de ontwikkeling van een kosmeticum met uitstekende werking op de huid, dat het tegen ruw worden beschermt en toch een verzachtende werking 20 (behoud van smerende werking), een huidbehandelende werking en een goede affiniteit vertoont.
Definitie van de uitvinding
Als resultaat van ernstig onderzoek door uitvinders dezes werd gevonden dat ovomacroglobuline uitstekende 25 effecten bij de therapie van wonden, het bevorderen van de haargroei en het beschermen van de huid vertoont, en verder dat wondbehandelingsmiddelen, trichogenen zoals haartonicums en haargroeimiddelen, en kosmetica verkregen kunnen worden door die verbinding te gebruiken. Deze vondsten hebben tot 30 voltooiing van de uitvinding geleid.
Het is dan ook een doel van deze uitvinding een wondtherapeuticum, trichogeen of kosmeticum te verschaffen dat ovomacroglobuline als werkzaam bestanddeel bevat.
Een ander doel van deze uitvinding is een werk-35 wijze te verschaffen voor het behandelen van wonden, waarbij men ovomacroglobuline op het verwonde gebied oftewel laesie aanbrengt.
Het andere doel van deze uitvinding is een werkwijze te verschaffen voor het bevorderen van de haargroei, - 8 / .! c *> 5 7 - 3 - waarbij men ovomacroglobuline op het haar of de hoofdhuid aanbrengt.
Nog een ander doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen voor het beschermen van de huid waarbij men ovo-5 macroglobuline op de huid aanbrengt.
Korte beschrijving van de tekeningen
Figuur 1 is een grafiek die veranderingen in lichaamsgewicht van muizen aangeeft welke verbrandingen opliepen en een wondgenezingsproef ondergingen.
10 Figuur 2 is een dwarsdoorsnede van het weefsel van een modelmuis die ontsteking opgelopen had en aan wie 8 dagen na die ontsteking het behandelingsmiddel van de uitvinding gegeven was, en figuur 3 is een zelfde dwarsdoorsnede van het weefsel van een blanco muis wie een hydrofiele zalf 15 gegeven was.
Figuur 4 toont het uitwendig voorkomen van een muis met beschadiging, 6 dagen nadat die een verbranding opgelopen had, en figuur 5 toont dezelfde beschadiging bij een blanco muis.
20 Figuur 6 geeft een dwarsdoorsnede van het weefsel van een muis die verbranding ondergaan had en volgens de uitvinding behandeld was, en wel 4 dagen na de verbranding, en figuur 7 toont een zelfde doorsnede van het weefsel van een blanco muis.
25 Figuren 8 en 9 geven het uitwendig voorkomen van beschadigde muizen waarvan een stukje huid afgepeld was en 0 die volgens de uitvinding behandeld waren, op de 7 dag na het afpellen, en figuur 10 geeft een zelfde aanblik van een blanco muis.
30 Figuren 11 en 12 geven het uitwendig voorkomen van beschadigde muizen waarvan een stukje huid afgepeld was en die volgens de uitvinding behandeld waren, op de 21 dag na het afpellen, en figuur 13 geeft een zelfde aanblik van een blanco muis.
35 Figuur 14 is een grafiek die de ontwikkeling van epitheelcellen van het hoornvlies toont.
Figuur 15 is een dwarsdoorsnede van het parodontium van een muis die verwond was en een behandeling volgens de uit- 6 vinding gekregen had, op de 7 dag na de verwonding, en . S 71' 0 2 5 7 - 4 - figuur 16 geeft een zelfde aanblik van een blanco muis.
De beste wijze om de uitvinding uit te voeren.
Tot de wondgeneesmiddelen volgens deze uitvinding behoren middelen voor het behandelen en genezen van uitwendige 5 beschadigingen oftewel wonden, zoals schaafwonden, sneden, verbrandingen, bevriezingen, huidzweren, barstjes en scheurtjes, hyperkeratose, dermatitis, huidschimmel, insnijdingen, enz., middelen voor het behandelen van anale fistels en doorliggen, middelen voor de behandeling van ontstekingen en 10 alveolaire pyorrhee, pukkels en zonnebrand, en trichogenen waaronder haargroeibevorderende middelen en haartonicums.
Tot de kosmetica volgens deze uitvinding behoren huidkosmetica in een verscheidenheid van vormen zoals lotions, cremes, melkachtige lotions en verzorgingsbases, alsmede di-15 verse soorten haarkosmetica die men op de hoofdhuid of het haar aanbrengt, zoals shampo, haarspoeling, haarwater, fixatief en haartonicum. Deze kosmetica kunnen op de huid aangebracht worden op gelegenheden zoals na het scheren, na het gebruik van een ontharingsmiddel of na het gebruik van een wasmiddel, 20 of ze kunnen op ruw geworden huid aangebracht worden, en ze kunnen de huid beschermen of verbeteringseffecten vertonen, de huid glad en zacht doen aanvoelen; het effect van één of andere behandeling versterken en de affiniteit met de huid verhogen.
25 Voor het wondgeneesmiddel, trichogeen of kosmeti- cum van deze uitvinding is het essentieel dat ze ovomacro-globuline als werkzaam bestanddeel bevatten.
Ovomacroglobuline is bekend als suikereiwit dat in eieralbumine zit en werkwijzen voor de bereiding daarvan 30 zijn in de techniek ook bekend (R.E. Feeney c.s. in Comp.
Biochem. Physiol., 54A, (1976), 281, Ikari c.s. in J. Biochem. 92 (1982) 1679-1682 en 93 (1983) 121-127, en Nagasse c.s. in J.B.C. 258, No. 12. (1983) 7481-7489).
Een toepassing van ovomacroglobuline als toeslag 35 aan media voor celkweken is in de techniek reeds bekend (zie de ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage no. 237989/1985).
Er is geen bepaalde beperking aan de eieralbumines die men als uitgangsstof bij het bereiden van ovomacroglobuline kan gebruiken. In het algemeen gaat de voorkeur uit naar . 8 , ; f?f,5 7 - 5 - die van gemakkelijk verkrijgbare eieren, zoals de eieren van kippen, eenden, kwartels, kalkoenen en dergelijke, hoewel die van diverse andere dieren ook gebruikt kunnen worden. Ook is er geen speciale beperking aan de werkwijze voor het bereiden 5 van het ovomacroglobuline uit het eieralhumine. Diverse me thoden die de fysicochemische eigenschappen van ovomacroglobuline benutten, kunnen op de gebruikelijke wijze toegepast worden om de bestanddelen daarvan te scheiden. Daartoe behoren bijvoorbeeld een behandeling met een eiwit neerslaande stof, 10 chromatografie over een molecuulzeef (gelfiltratie), chroma- tografie over ionenwisselaar, centrifugeren, elektroforese, dialyse en dergelijke. Ze kunnen zowel onafhankelijk van elkaar als in combinatie met andere procedures benut worden.
Een voorbeeld van een methode voor het bereiden 15 van ovomacroglubiline uit eieralbumine bestaat uit het eerst verwijderen van onoplosbare eiwitten zoals ovomucine, hetzij door het eieralbumine met een waterige oplossing zoals Tris.HCl-buffer te mengen of door polyethyleenglycol of iets dergelijks aan het eieralbumine toe te voegen en dan het van onoplosbare 20 eiwitten bevrijde eieralbumine aan gelfiltratie te onderwerpen, waardoor men ovomacroglobuline als suikereiwit met een mole-cuulgewicht van 600.000 tot 800.000 verkrijgt.
het wondgenezingsmiddel volgens deze uitvinding kan bereid worden door zijn bestanddelen met bekende metho-25 den tot gebruikelijke doseringsvormen te verwerken, maar waarin men nu ovomacroglobuline opneemt.
Een geschikte doseringsvorm kan uit diverse vormen gekozen worden, afhankelijk van de beoogde toepassing. Daaivtoe behoren zowel de gebruikelijke uitwendige toepassings-30 vormen, zoals bijvoorbeeld een vloeibaar bekledingsmiddel, een lotion, een aerosol, een liniment, een zalf en een kata-plasma, als andere speciale doseringsmiddelen of toedieningsvormen zoals zetpillen, injectiepreparaten, enz. Diverse ver-dunningsmiddelen en dragers kunnen naar het uitkomt gebruikt 35 worden bij het bereiden van de bovengenoemde diverse vormen.
Als men de bereiding van zalven voor uitwendige toepassing als voorbeeld neemt kunnen hydrofiele en lipofiele zalf-bases, waaronder vetten, vette oliën, lanolien, petrolatum, was, glycolen, hogere alkoholen, glycerol, water en dergelijke 8 "7 Λ n O "Λ ƒ /, ύ u sj / - 6 - gebruikt worden. Naast deze basismaterialen kunnen diverse op zich in de techniek bekende toeslagen, zoals stabilisatoren, smaakstoffen en kleurstoffen, naar behoefte ook opgenomen worden.
5 Er is geen speciale beperking aan de hoeveelheid werkzame stof, ovomacroglobuline, die men in het behande-lingsmiddel volgens deze uitvinding kan opnemen. De specifieke hoeveelheid kan uit een breder traject gekozen worden, hoewel die gewoonlijk tussen 0,0001 en 30 gew.% zal liggen.
10 De hoeveelheid behandelingsmiddel volgens de uit vinding en de wijze waarop het toegepast wordt kunnen bepaald worden afhankelijk van de doseringsvorm, de hoeveelheid werkzame stof daarin, de leeftijd, geslacht en andere omstandigheden van de patiënt, en de omvang van de wond of beschadi-15 ging- In het geval van een uitwendige toepassingsvorm kan het middel bijvoorbeeld één of meerdere malen per dag door bestuiven of bestrijken opgebracht worden in een zodanige hoeveelheid dat het middel zich over het gehele gebied van de beschadiging kan uitstrekken.
20 In het bijzonder kan een trichogeen bijvoorbeeld op de hoofdhuid of op het haar aangebracht worden.
De kosmetica volgens de uitvinding kunnen ook diverse vormen krijgen, zoals hierboven aangegeven, d.i. in vormen voor opbrengen op de huid zoals lotions, cremes, melk-25 achtige lotions en behandelingsbases, en in vormen voor toe passing op de hoofdhuid of op haar zoals shampo, haarspoeling, haarwater, fixatief en haartonicum. De bereiding van deze vormen kan op gebruikelijke wijzen gebeuren, maar waarbij nu ovomacroglobuline in het kosmeticum opgenomen wordt. Een ver-30 scheidenheid van bekende kosmeticumbases en bekende toeslagen, zoals geurstof, antioxydant, oppervlak-actieve stof en anti-septicum kunnen ook gebruikt worden.
De in een kosmeticum volgens de uitvinding op te nemen hoeveelheid ovomacroglobuline kan binnen een breed 35 traject liggen, afhankelijk van de vorm, het beoogde effect e.d. van het kosmeticum. Gewoonlijk zal het tussen 0,0001 en 30 gew.% liggen, bij voorkeur tussen 0,0001 en 0,1 gew.%.
De uitvinding zal nu in meer detail beschreven worden aan de hand van voorbeelden en een voorbereidings- . 8 7 2 G:: 5'/ - 7 - voorbeeld.
Voorbereiding 1
In 10 mM Tris.HCl-buffer (pH = 7,7) die 1 % NaCl bevatte werd 20 kg eieralbumine gesuspendeerd. Aan de suspen-5 sie werd zoveel polyethyleenglycol (MG = 8500; produkt van de
Tokyo Chemicals Co. Ltd.) toegevoegd dat zijn concentratie 2,5 % werd. Het mengsel werd continu op 10.000 rpm gecentrifugeerd en aan de bovenstaande vloeistof werd hetzelfde polyethyleenglycol toegevoegd tot een concentratie van 10 %. Nu werd 10 weer continu op 10.000 rpm gecentrifugeerd en werd het neer slag opgevangen. Dit neerslag werd in dezelfde buffer als hierboven opgelost en 10 minuten op 10.000 rpm gecentrifugeerd; de bovenstaande vloeistof werd op een kolom Cephalose CL-6B (handelsnaam, produkt van de Pharmacia Co.) van 252 x 900 mm 15 gebracht; dit werd geëlueerd met de bovengenoemde buffer in een debiet van 3,6 liter per uur.
Van de geëlueerde fracties werden die gekozen die in de trypsine-remmingsproef werkzaam waren (de door Kitamoto c.s. voorgestelde trypsine-remmingsproef met caseïne 20 als substraat, beschreven door T. Kitamoto, M. Nakashima en A. Ikai in J. Biochem. 92 (1982) 1679-1682).
De aldus opgevangen werkzame fracties werden met een Pelicon cassette geconcentreerd (handelsnaam, produkt van de Millipore Co.), voorzien van een molecuulzeef-membraan dat 25 op MG = 100.000 zeeft, onder vervanging van de buffer door 5 mM Tris.HCl (pH = 7,7). Het aldus verkregen monster werd gebracht op een kolom DEAE-Trisacryl M van 50 x 800 mm (handelsnaam, produkt van de LBK Co.) die in evenwicht gebracht was met 10 mM Tris.HCl (pH = 7,7) waaraan 10 mM NaCl toege-30 voegd was. Na grondig uitwassen met 10 mM Tris.HCl-buffer werd de kolom in 2\ uur geëlueerd met 675 ml 10 mM Tris.HCl-buffer (pH = 7,7) die 50 mM NaCl bevatte en in 2\ uur met 675 ml 10 mM Tris.HCl-buffer (pH = 7,7) die 150 mM NaCl bevatte. De trypsine actief remmende fracties kwamen onder deze 35 omstandigheden los bij concentraties van 70 mM tot 120 ml·!
NaCl.
De trypsine actief remmende fracties werden samen gedialyseerd tegen 1 mM fosfaat-buffer (pH = 7,4). Na grondige dialyse werd de overgehouden vloeistof gevriesdroogd in een . 8 7 2 G Ü a - 8 - vriesdroger van de Labocorn Co.
Met die methodiek werden porties gezuiver ovomacro-globuline van 5,9-7,1 g verkregen.
Een monster aldus gezuiverd produkt werd 24 uur in 5 een dichtgesmolten buis bij 110°C gehydrolyseerd en daarna met een aminozuur-analysator onderzocht (Hitachi High Performance Amino Acid Analyzer van de firma Hitachi Ltd.). De uitkomsten staan in tabel 1.
Tabel 1 10 Aminozuur Gevonden (mol.%)
Asp 10,3
Thr 6,4
Ser 8,0
Glu 11,6 15 Pro 4,3
Gly 5,1
Ala 5,8
Cys/2 1,8
Val 8,2 20 Met 2,0
Ile 6,5
Try 3,9
Phe 4,8
Lys 4,6 25 His 1,8
Arg 3,6
Voorbeeld 1
Remming van de vaatdoorlaatbaarheid na verbranding 30 het doel van deze proef is het wondgenezende effect van het middel volgens de uitvinding aan te tonen, met als indicator de vaatdoorlaatbaarheid van een rat, die men bepaalt door de hoeveelheid in lichaamsvloeistof aanwezige kleurstof te meten die door een brandwond van de rat naar 35 buitenlekt. Voor de proef had de rat door een elektrisch ijzer een brandwond gekregen en was hem een kleurstof (Evans blauw) toegediend. De proef werd als volgt uitgevoerd:
Er werden 10 mannelijke Wistar-ratten van 200 tot 250 gram gebruikt, welke in twee groepen van 5 opgedeeld werden. Van elke rat werd symmetrisch over de mediaan van de .8720257 - 9 - rug met een tondeuze geschoren. Aan één kant van de rug van het dier werd een brandwond van 1 cm doorsnede veroorzaakt door er 20 seconden een elektrisch ijzer tegen te houden (temperatuur volgens de thermometer 100 tot 110°C). De andere kant 5 van de rug werd niet verbrand.
Elke rat van de eerste groep kreeg direct na de verbranding intradermaal 0,2 ml fysiologische zout-oplossing op zowel de verbrande als de niet-verbrande kant; dit was de blanco groep. De dieren van de andere groep kregen intracutaan 10 op dezelfde wijze 0,2 ml ovomacroglobuline-oplossing met een concentratie van 10 mg/ml; deze vormden de proefgroep.
En 23i uur na het toedienen van de fysiologische zout- of ovomacroglobuline-oplossing kregen alle ratten intraveneus 0,5 ml/kg 0,5 % Evans-blauw-oplossing. En 30 minuten 15 later, dus 24 uur na de verbranding, liet men de ratten dood bloeden en werden alle verbrande en niet verbrande huiden eraf gestroopt. Nadat het aanhechtende vet eraf gehaald was werd er een stukje van 1 cm2 uitgeknipt. Dit stukje huid van 1 cm2 werd ondergedompeld in 1 ml 1 N waterige KOH-oplossing, en na 20 20 uur op 37°C om alles in oplossing te laten gaan werd er 9 ml 0,6 N H^PO^/aceton 5:13 aan toegevoegd, en na roeren met een menger werd er bij 25°C op 3000 rpm gecentrifugeerd. Van de bovenstaande vloeistof werd in een spectrofotometer de extinctie bij 620 nm gemeten. De doorgelaten hoeveelheid 25 Evans-blauw (in ƒ1 g) werd uit de extinctie bepaald met behulp van een eerder opgestelde ijklijn. Van de verkregen waarden zijn in tabel 2 de gemiddelden met hun standaardfout opgegeven.
Tabel 2 _Blanco groep_Proefgroep_ 30 Dosis (ml/plek)_0,2_0,2 (10 mg/ml)_
Verbrande plaats 28,7 ± 5,49 16,2 ± 3,82
Niet verbrand 3,6x0,41 4,4±0,40
Verschil 25,0 ± 5,32 11,8 ± 3,55 35 Uit deze tabel ziet men dat de doorgelaten hoe veelheid Evans-blauw (verschil tussen verbrande plek en niet verbrande plek) 25,0 ± 5,32 jig was bij de blanco groep (die fysiologische zout-oplossing kreeg) terwijl die waarde voor de proefgroep (die ovomacroglobuline kreeg) 11,8 ± 3,55 was.
, 87;" C257 - 10 -
Deze uitkomsten laten een opvallende remming van de vaatdoorlaat-baarheid bij toedienen van ovomacroglobuline zien.
Voorbeeld 2
Genezing van een door ontharingscreme veroorzaakte ontsteking 5 Voor deze proef werden 20 mannelijke muizen van de stam Balb/c van 25 tot 30 gram gebruikt. Op de rug van iedere proefmuis werd het haar grondig met een tondeuze geschoren en op een geschoren stuk van 2,0 x 2,5 cm2 werd 0,5 g ontharingscreme "Mavi Hais Remover" (handelsnaam van de 10 Kanebo Co. Ltd.) gelijkmatig aangebracht. 30 minuten later werd de creme met warm water weggeveegd, wat een modelont-steking gaf.
De muizen werden in 5 groepen van vier ingedeeld en op de dag van de ontsteking zelf, de dag daarna en op dagen 15 no.'s 3 en 6 (dus viermaal) kregen ze eenmaal daags 0,3 g zalf op het ontstoken stuk huid. Dit gebeurde in vier groepen: Proefgroep no. 1: Hydrofiele zalf volgens de Japanse Pharmacopee (produkt van de Yoshida Pharmaceutical Co. Ltd.) 20 Proefgroep no. 2: De zelfde zalf met daarin nog 0,01 % ovo macroglobuline .
Proefgroep no. 3: De zelfde zalf met 0,005 % ovomacroglobuline Proefgroep no. 4: De zelfde zalf met 0,001 % ovomacroglobuline.
De muizen van de laatste groep kregen helemaal niets en dienden 25 dus als blanco.
Na het toedienen van de zalf werd de huid van iedere muis, zowel van de proefgroepen als van de blanco groep, iedere dag macroscopisch en histologisch bekeken. De histologische waarnemingen gebeurden onder een microscoop aan monsters die 30 met hematoxyline en eosine gekleurd waren.
Gevonden werd dat op de eerste dag van de ont-haringsbehandeling de muizen van de blanco groep ontstekingen in hun epidermis en corium hadden, waarbij de ontstoken cellen zoals histiocyten en neutrofielen gecoaguleerd waren, met 35 een bijzonder intensieve ontsteking in de epidermis en het aangrenzende corium en daar rondom waren stoffen die met 0 eosine sterk kleurden. Op de 4 dag zag men dat het weefsel van de epidermis en het aangrenzende corium in een ontstoken toestand overgegaan waren, en de ontsteking had zich over het «67 . C ;i § 7 - 11 - gehele gebied van de haarzakjes verspreidt.
Er waren geen verschillen te zien tussen proef-groep 1 (muizen die de hydrofiele zalf kregen) en de blanco groep.
5 Daarentegen was er bij de muizen van de proefgroepen 2 t/m 4 een sterke remming van de ontsteking in epidermis, corium en haarzakjes waar te nemen en ook zag men dat het weefsel zich goed hersteld had. Het bleek dat in de muizen van de groep die de zalf met de laagste ovomacroglobuline-10 concentratie kreeg (proefgroep no. 4) het genezend of remmend effect kleiner was.
Bij histologisch onderzoek van proefgroep 3 (de muizen die de zalf met 0,005 % ovomacroglobuline kregen) op de 8 dag na de ontharing bleek het weefsel er schoner uit te 0 15 zien dan op de 4 dag, en bevestigd werd dat er in het subcu- tane weefsel nieuwe haarzakjes groeiden (figuur 2). De waar- 0 nemingen aan proefgroep 3 kwamen op de 4 dag overeen met die aan muizen van proefgroep 4, dus de groep die hydrofiele zalf vrij van ovomacroglobuline kreeg (figuur 3).
20 Opgemerkt moet worden dat de epidermis van een muis er normaliter ongelijk en ruw uit ziet. Waargenomen werd dat in de muizen van proefgroepen 2 t/m 4 het genezen van de schade zo ver gegaan was dat hun epidermis de bovengenoemde normaal ongelijke en ruwe vorm begon aan te nemen en dat de 25 cellen die met de haargroei te maken hebben aanzienlijk toe genomen en ontwikkeld waren, met daaraan gepaard een begin van nieuwe haren (zie bijvoorbeeld fig. 2).
Voorbeeld 3
Therapeutische proef met een brandwond 30 Er waren vijf groepen van 4 mannelijke muizen van 25 tot 30 gram van de stam Balb/c.
Met een tondeuze werd op de rug van iedere proef-muis het haar grondig weggeschoren en op de geschoren huid werd een ontharingscreme aangebracht. Nadat die 5 minuten op de muis 35 gelaten was (gedurende welke tijd een ontsteking onwaarschijn lijk is) werd de creme met warm water weggepoetst. Toen werd op het geschoren stuk huid van de muis een brandwond van 1,5 x 2,5 cm2 veroorzaakt door er 5 minuten een elektrisch ijzer van 350-400°C tegenaan te houden (paraffine-snijdsmelter T-27 van de firma Takashima Shoten in Japan).
, 8 7e5 7 0 - 12 -
Vanaf de volgende dag en van dan af iedere 3 dag werden de hierna te beschrijven zalven op de proefmuizen aangebracht in een dosis van 0,2 g per muis per keer, en het verloop van het gewicht werd nagegaan en de laesies werden 5 zowel macroscopisch als histologisch onderzocht.
Proefgroep no. 1: Hydrofiele zalf volgens de Japanse
Pharmacopee (produkt van de Yoshida Pharmaceutical Co. Ltd.)
Proefgroep no. 2: De zelfde zalf met daarin 0,01 % ovomacro 10 globuline
Proefgroep no. 3: De zelfde zalf met daarin 0,005 % ovomacro-globuline
Proefgroep no. 4: De zelfde zalf met daarin 0,001 % ovomacro-globuline.
15 De muizen van de laatste groep kregen geen enkele behandeling en dienden dus als blanco.
Het verloop van het lichaamsgewicht van de proefmuizen is afgebeeld in figuur 1, met op de abscis de proefdagen en op de ordinaat de veranderingen in lichaamsgewicht uitge-20 drukt in het gewicht van die muis. In die figuur betreft streepstippellijn (1) de waarden voor proefgroep 4 (de groep die zelf met 0,001 % ovomacroglobuline kreeg), streepjeslijn (2) de waarden van proefgroep 1 (de groep die hydrofiele zalf vrij van ovomacroglobuline kreeg) en de getrokken lijn (3) 25 de waarden van de blanco groep.
De waargenomen gewichtsveranderingen zijn een getrouwe afspiegeling van de mate van verbranding. D.w.z. dat het lichaamsgewicht toenam bij dieren die een verbranding ondergingen doordat de verhoogde vaatdoorlaatbaarheid en het 30 onopgemerkte transpireren ten gevolge van een plaatselijke ontsteking tot oedeem moet leiden, welke groter is naarmate het verbrande gebied groter is.
Figuur 1 laat duidelijk zien dat er bij proefgroep 4 geen aanwijzing op gewichtstoename is, daar de groei van het 35 oedeem bij dieren van deze groep onderdrukt werd, vergeleken met de dieren van de blanco groep en proefgroep 1 (de groep die hydrofiele zalf vrij van ovomacroglobuline kreeg).
De macroscopische waarnemingen bij deze proef zag men dat dieren van proefgroepen 2 t/m 4 duidelijk van de 40 verbranding herstelden, vergeleken met die van de blanco groep . 8 7 r. f;5 7 - 13 - proefgroep 1. Dit ziet men ook duidelijk bij vergelijken van figuur 4 (een fotografie van de beschadiging van een dier van proefgroep 4 op de 6 dag na de verbranding) met figuur 5 (een zelfde fotografie van een blanco muis).
5 Histologische waarnemingen gebeurden na kleuring met hematoxyline en eosine, op dezelfde wijze als bij voorbeeld 2. De uitkomst daarvan was dat op de vierde dag na de verbranding in de muizen van de blancogroep en proefgroep 1 de epidermis en het corium volledig vervangen waren door met 10 eosine kleurende materialen die kenmerkend voor verbranding zijn en ook was van de haarzakjes alleen de vorm nog over (zie figuur 7 die een microfotografie van een verbranding in de blanco groep op de 4 dag was). Daarentegen lieten de groepen die het geneesmiddel volgens de uitvinding kregen 15 (bijv. proefgroep 3) zien dat weefsels naast de subcutane weefsels van het corium zich aan het herstellen waren, onder vorming van corium-achtig weefsel en haarwortels waren gunstig 0 aan de groei (zie figuur 6, een microfotografie op de 4 dag na de verbranding, van proefgroep 3, die zelf met 0,005 % 20 ovomacroglobuline kreeg).
De conclusie was dus dat het oedeem afremmend effect en de genezing van de wond macroscopisch bevestigd werden en verder dat herstel van huid en haar (dus een bevordering van de vorming van nieuw weefsel) histologisch te herkennen 25 waren.
Voorbeeld 4
Organoleptische evaluering van kosmetica volgens de uitvinding
Voor de proef werd een groep van 10 vrouwen van 25-35 jaar uitgezocht waarvan de huid ruw aanvoelde. Elke 30 proefvrouw bracht gedurende 2 weken elke dag het kosmeticum volgens de uitvinding (de huidmelk van formulering 1, zie hierna) op haar huid, namelijk bij het opstaan en voor het naar bed gaan, en toen dat afgelopen was moest zij op drie vragen antwoorden.
35 Ter controle werd een blanco kosmetisch monster, op dezelfde wijze bereid als hierboven maar zonder ovomacroglobuline, op dezelfde wijze beproefd door 5 proefvrouwen met dezelfde ruwe huid.
De uitkomsten van de organoleptische evaluering . 87f f;;:s7 - 14 - zijn weergegeven in tabel 3 waarin elke noemer het aantal proefpersonen geeft en de teller het aantal dat gunstig respondeerde op de te beoordelen behandeling.
Tabel 3 5 Kriterium Kosmeticum volgens Blanco kosmeticum _de uitvinding_
Bevochtigings- 9/10 1/5 gevoel
Glad gevoel 10/10 2/5 10 Verdwijnen van 9/10 2/5 de ruwheid
Uit deze tabel 3 is het duidelijk dat het kosme-tische preparaat volgens de uitvinding met daarin ovomacroglobu-line bij de organoleptische proef uitstekende resultaten gaf.
15 Voorbeeld 5
Therapeutische proef met een snee in de huid (1) Met een zilveren mes werd de rug van een konijn besneden zodat er vijf wijde, opengebroken wonden van elk 25 mm x 25 mm en een diepte van 1,2 mm in ontstonden. Alle 20 wonden lagen ten minste 30 mm uit elkaar zodat er bij de ge nezing geen wisselwerking was.
Elk der hierna te noemen geneesmiddelen (A) tot en met (D) werden eenmaal per dag op één der wonden gebracht, waarbij één wond (de blanco) overbleef. Nadat de wonden be-25 handeld waren werden ze afgedekt met gaas (van 25 mm x 25 mm) en afgedekt met een voor lucht doorlaatbare nylon film (Tegadam, gedeponeerde handelsnaam van de 3M Ltd.) zodat besmetting met andere geneesmiddelen voorkomen werd en het gehele wond-gebied werd met elastisch verband afgesloten. Deze behandelin-30 gen werden de hele tijd door waarnemingen begeleid.
Geneesmiddelen (A) Hydrofiele petrolatum-zalf
Gebleekte bijenwas 8 g 35 Stearylalkohol 3 g
Cholesterol 3 g
Witte petrolatum 86 g
Propyl-paraben 0,0625 g , 8 y ft o:: ö y - 15 - (B) Hydrofiele petrolatum-zelf met daarin 1 % ovomacroglobuline 5 % ovomacroglobuline-opl. in water 20 g (waarin 40 mg methyl-paraben) 5 Hydrofiel petrolatum-basismateriaal 80 g (C) Hydrofiele petrolatum-zelf met daarin 0,1 % ovomacroglobuline 0,5 % ovomacroglobuline-opl. in water 20 g (waarin 40 mg methyl-paraben) 10 Hydrofiel petrolatum-basismateriaal 80 g (D) Hydrofiele petrolatum-zalf met daarin 0,01 % ovomacroglobuline 0,05 % ovomacroglobuline-opl. in water 20 g (waarin 40 mg methyl-paraben) 15 Hydrofiel petrolatum-basismateriaal 80 g (2) Evaluering van de wondgeneesmiddelen gebeurde 6 β 6 door op de 7 , 14 en 21 dag daarna op de volgende dingen te letten: (a) Epithelisering van de wond.
20 Het voortschrijden van de genezing werd vastgelegd door van iedere waarneming foto’s te nemen.
(b) Histologie.
Een monster werd met hematoxyline en eosine gekleurd. Men lette op de hoeveelheid collageen-vezels, de 25 morfologie daarvan in het granulerende weefsel en op het ge vormde epitheel.
(c) Evaluering van neveneffecten.
Er werd gelet op de aanwezigheid of afwezigheid van stimulering tot een normale huid (omkleuren naar rood) en 30 op ontsteking van de huid.
Uitkomsten g
Bij deze proef waren de wonden op de 7 dag nadat ze gemaakt waren iets kleiner bij de gevallen waarbij met zalf met 0,01 % 0,1 % ovomacroglobuline behandeld werd (zie figu-35 ren 8 en 9) dan in het geval dat alleen hydrofiele zalf opge bracht werd (zie figuur 10) en de histologische waarnemingen g lieten de vorming van granulerende weefsels zien. Op de 14 dag zag men verdere vooruitgang van de genezende effecten van ovomacroglobuline, d.w.z. dat de waargenomen afmetingen van 40 wonden die behandeld werden met zalf die 0,01 % of 0,1 % ovomacroglobuline bevatte duidelijk kleiner waren dan die die 8 ? Γ 7 - 16 - alleen met hydrofiele zalf behandeld werden. De verschillen waren ook bij histologische beoordeling te zien, in termen van vorming van granulerend weefsel, hoeveelheid collageen en £ de groei van epitheelweefsel. De waarnemingen op de 21 dag na 5 de verwonding toonde een duidelijk kortere genezingstijd van de plaatsen waarop zalf met 0,01 % of 0,1 % ovomacroglobuline aangebracht was. Dit effect zag men ook bij de histologische beoordeling aan de granulering, de toename van collagaanweefsel en de groei van epitheelcellen, welke opmerkelijk waren. Als 10 andere proef werd ovomacroglobuline-zalf op een normale huid gebracht en er waren noch rode vlekken op de huid noch enig optreden van dermatitis waar te nemen.
De proef met zalf die 1,0 % ovomacroglobuline bevatte gaf net zulke resultaten als de proef met zalf met 0,1 % 15 ovomacroglobuline.
Voorbeeld 6
Uitgroeien van hoornvlies-epitheelcellen
Een konijn van 2,5 tot 3,0 kg werd verdoofd door intraveneus 30 mg/kg pentobarbital (produkt van Pitman-Moor 20 Co.) toe te dienen. Het hoornvlies werd er dan uit losgesne den en men sneedt er strookjes van 2 x 4 mm uit.
De aldus verkregen stukjes hoornvlies werden 28 uur gekweekt in een celkweekoplossing TC-199 waarin ovomacroglobuline opgelost was tot concentraties van 0,05 ^g/ml, 25 0,5 ^ig/ml en 5 ^ig/ml. Na het kweken werden de stukjes weefsel gefixeerd met 5 % azijnzuur in ethanol en in paraffine ingebed, waaruit coupes van 4 ^im geprepareerd werden. Deze ondergingen een gebruikelijke kleuring met hematoxyline en eosine aan de lengte van de groter geworden epitheelcellen van het 30 hoornvlies werden met een microscoop opgemeten.
Gevonden werd dat ovomacroglobuline het uitgroeien van de epitheelcellen van het hoornvlies op een dosis-afhanke-lijke wijze bevordert, zoals in figuur 14 aangegeven is, waarin A de blanco’s aangeeft (kweekoplossing TC-199) en B, C 35 en D de resultaten met diezelfde kweekoplossing waaraan 0,05 yag/ml, 0,5 ^g/ml en 5 ^ig/ml ovomacroglobuline toegevoegd was.
Voorbeeld 7
Genezing van verwonding van het parodontium .87¾0237 - 17 -
Wonden werden op de volgende wijze veroorzaakt in het parodontium van ratten om de genezende werking van het middel volgens de uitvinding te kunnen bestuderen.
Veroorzaken der wonden 5 1. In een rat van 12 weken oud werd vanuit de gehemeltekant een sondeerhaak rondom het midden van de rechtsboven en linksboven voortanden geplaatst. Toen die haak goed geplaatst was werd hij enige keren langs de kroon heen en weer gehaald zodat een wond ontstond. Daarna werd een K-vijl no. 40 10 voor wortelkanaal-therapie juist onder het contactpunt van de tweede rechter voortand geplaatst zodat een doorgang van de wangkant naar de gehemeltekant ontstond. Een zijden draad (blad zijde) 4-0 werd eenmaal rondom de tweede voortand gewonden en aan de wangkant vastgeknoopt. Nadat men zeker was 15 van hemostase werd de proefpasta aangebracht. Al deze bewerkin gen gebeurden onder verdoving met Ketaral dat in de buik geïnjiceerd was.
2. Verwijdering van het tandvlees gebeurde door met een vogelbekschaar φφ 12 vanaf de uitloper van de derde 20 voorkies door de mesiaal van de eerste voorkies een insnijding te maken, daar een proefhaakje in te steken en dat heen en weer te halen. Het tandbeen kwam er voor ongeveer 0,5 mm door bloot te liggen.
(proefpasta's) 25 (A) Blanco pasta
Hydrofiele petrolatum-pasta* 100 g (B) Pasta met 0,005 % ovomacroglobuline 0,025 % ovomacroglobuline-opl. in water 20 g (waarin 40 mg methyl-paraben) 2Q Hydrofiele petrolatum* 80 g (C) Pasta met 0,1 % ovomacroglobuline 0,5 % ovomacroglobuline-opl. in water 20 g (waarin 40 mg methyl-paraben)
Hydrofiele petrolatum* 80 g *Samenstelling van de hydrofiele petrolatum (per 100 g) 35 Gebleekte bijenwas 8 g
Stearylalkohol 3 g
Cholesterol 3 g
Witte petrolatum 86 g
Propylparaben 0,0625 g 8f ·<· f. -· - 18 -
Wijze van toedienen
Van elk der bovengenoemde pasta’s werd wat op een plaatje gedaan en dat kreeg de rat eenmaal per dag gedurende 15 minuten, in een hoeveelheid van gemiddeld 0,32 g. De eerste 5 behandeling was direct nadat hemostase vastgesteld was en de dieren kregen gedurende 2 uur na de behandeling geen water te drinken. De bovengenoemde bewerkingen werden alle uitgevoerd onder verdoving met Nembutal, waarvan 0,1 ml in de buik gein jiceerd werd.
10 Evaluering
Op de eerste dag na het begin van de proef en op dagen no.'s 2 en 7 werden de behandelde ratten gedood. De beschadigde onderdelen werden eruit gehaald, met de vloeistof van Bouin gefixeerd, met trichloorazijnzuur ontkalkt, in paraf-15 fine ingebed, met hematoxyline en eosine of met azan gekleurd, en onderzocht op het aantal ontstoken cellen en de veranderingen in collagaanvezels.
Resultaten
De therapeutische effecten van het wondbehandelings-20 middel volgens de uitvinding was op de dag na het toebrengen van de verwondingen en het aanbrengen van het geneesmiddel, waren in termen van bevochtiging der ontstoken cellen, de bloedingstoestand van de weefsels en de toestand van de collageenvezels, als volgt: 25 (1) Bevochtiging van de ontstoken cellen en de bloedingstoe stand van de weefsels:
Bij bekijken van de blanco bleek dat er in het gebied van de lamina proria van het tandvlees die uit het tand-vleesholte-epitheel door de top van het alveolaire been naar 30 buiten steken, intensieve bloedingen der capillairen waren met een bevochtigde fibrine-horizont en verspreide neutrofielen rondom dat gebied (fig. 16). Aan de andere kant was de bloeding in wonden die het uitwendige middel volgens de uitvinding gekregen had de bloedingstoestand niet zo intens en bleken de 35 lamina proria reeds door de fibrine-horizont bedekt te zijn, hoewel er capillarectasiase in de lamina proria waargenomen werd. De bevochtiging van de neutrofielen van de lamina proria was minder dan bij de blanco, hoewel er op het epitheel van de tandvleesholte en het oppervlak van de fibrine-horizont . & J β;?. 5 / - 19 - van het grensvlakepitheel intensieve beelden van bevochtigende neutrofielen waar te nemen waren. Bij vergelijking van groepen die behandeld waren met pasta’s met 0,005 % en 0,1 % ovomacro-globuline vertoonde de laatste groep minder capillarectasiase 5 en minder bloedingen in de lamina proria en scheen die minder bevochtigende neutrofielen in het epitheel te hebben dan de eerste groep. Figuur 15 is een fotografie van een dwarsdoorsnede van het weefsel waarop pasta met 0,005 % ovomacroglo-buline aangebracht was.
10 (2) Toestand van de collageenvezels:
De collageenvezels werden gekleurd met azan.
Bijkleuring met hematoxyline en eosine zag men plasmotomiën, veranderingen en dergelijke in de collageenvezels in de buurt en rondom de wond van de blanco terwijl bij wonden waarop het 15 geneesmiddel volgens de uitvinding aangebracht was de plasmoto- mie der collageenvezels zich niet tot buiten de wond verbreid had hoewel er in de directe nabijheid plasmotomiën waren. Die neiging was sterker in de groep die de pasta met 0,1 % ovo-macroglobuline had gekregen dan bij de groep van de pasta met 20 0,005 % ovomacroglobuline.
Voorbeeld 8
Nu worden enige voorbeelden gegeven van formuleringen volgens de uitvinding. De bij de diverse bestanddelen gegeven cijfers betreffen gewichtsdelen.
25 Formulering 1: Kosmeticum volgens de uitvinding
Bereiding van huidmelk
Vloeibaar paraffine (100-110 cp) 7
Cetylalkohol 0,5 85 % glycerol 7 30 Ovomacroglobuline 0,01
Bisulfaat van N-(dimethylaminopropyl)- 0,03 lanoline-zuuramide
Antisepticum (methylparaben) 0,2
Reukstof ad lib.
35 Water de rest 100
Een homogeen mengsel werd aangemaakt door eerst het ovomacroglobuline, het bisulfaat van N-(dimethylamino-propyl)lanolinezuuramide en het glycerol met elkaar te mengen, . 872023'/ - 20 - en dan onder roeren bij 75°C water toe te voegen. Een ander homogeen mengsel werd aangemaakt door vloeibaar paraffine, cetylalkohol en methyl-paraben onder roeren op 75°C te verwarmen. Dan werd het eerste mengsel geleidelijk onder roeren 5 aan het tweede toegevoegd terwijl de temperatuur op 75°C ge houden werd. Na het mengen liet men het mengsel tot kamertemperatuur afkoelen en toen werd de reukstof toegevoegd, waarna men de huidmelk volgens deze uitvinding had.
Formulering 2: Kosmeticum volgens de uitvinding 10 Bereiding van huidcreme
Vloeibaar paraffine (100-110 cp) 5
Isopropylmyristaat 10
Stearinezuur 3
Cetanol 2 15 85 % glycerol 10
Polyoxyethyleenstearaat (E0=4) 1
Ovomacroglobuline 0,001
Bisulfaat van N-(dimethylaminopropyl)- 0,04 lanolinezuuramide 20 Antisepticum (methylparaben) 0,2
Reukstof ad lib.
Water de rest 100
De huidcreme volgens de uitvinding werd overeen- 25 komstig de huidmelk van formulering 1 bereid.
Formulering 3: Kosmeticum volgens de uitvinding
Bereiding van een huidlotion 95 % ethanol 20 85 % glycerol 5 30 Lanolinezuur-monoester van polyoxy- 0,5 ethyleensorbitan (E0=20)
Ovomacroglobuline 0,005
Bisulfaat van N-(dimethylaminopropyl)- 0,04 lanolinezuuramide 35 Antisepticum (methylparaben) 0,2
Reuk- en kleurstof ad lib.
Water de rest 100
Een homogeen mengsel werd gemaakt door eerst grondig het ovomacroglobuline, het bisulfaat van N-(dimethyl- . 6 / 2 0 2 a ƒ - 21 - aminopropyl)lanolinezuuramide en het glycerol met elkaar te mengen, en dan onder roeren water toe te voegen. Een ander homogeen mengsel werd bereid door reuk- en kleurstoffen en het antisepticum in ethanol op te lossen, gevolgd door het 5 onder roeren toevoegen van het eerstgenoemde mengsel, en na filtreren had men de huidlotion volgens deze uitvinding.
Formulering 4: Kosmeticum volgens de uitvinding Bereiding van een huidlotion
De huidlotion werd op dezelfde wijze bereid als 10 formulering 3, behalve dat de toegevoegde hoeveelheid ovo- macroglobuline nu 0,0001 gew.dl was.
Formulering 5: Geneesmiddel volgens de uitvinding Ovomacroglobuline 0,01 g
Antisepticum ad lib.
15 Reukstof ad lib.
Gedestilleerd water de rest 100
Aan het ovomacroglobuline, het antisepticum en de reukstof werd gedestilleerd water toegevoegd tot 100 ml.
20 Na steriliseren werd de oplossing omgezet in een spuitpreparaat, wat dan het wondgeneesmiddel volgens deze uitvinding gaf.
Formulering 6: Geneesmiddel volgens de uitvinding Ovomacroglobuline 0,05
Antiseptica ad lib.
25 Reukstoffen ad lib.
Gedestilleerd water de rest 100 ml
Een geneesmiddel volgens de uitvinding van het spuitbus-type werd bereid op basis van de bovenstaande for-30 mulering en op dezelfde wijze als formulering 5.
Formulering 7: Geneesmiddel volgens de uitvinding
Bereiding van een hydrofiele zalf
Ovomacroglobuline 0,5 g
Witte petrolatum 250 g 35 Stearylalkohol 220 g
Propyleenglycol 120 g
Natriumlaurylsulfaat 15 g
Ethyl- (of methyl-)-p-oxybenzoaat 0,25g
Propyl-p-oxybenzoaat 0,15g
Zuiver water geëigende hoe- veelheid_ .8/20207 1000 8 - 22 -
Een geneesmiddel volgens de uitvinding dat ovo-macroglobuline bevatte en de vorm van een hydrofiele zalf was had de bovenstaande samenstelling.
Formuleringen 8-11: Geneesmiddelen volgens de 5 uitvinding
Geneesmiddelen volgens de uitvinding werden overeenkomstig formulering 7 bereid, behalve dat de hoeveelheden ovo-macroglobuline in formuleringen 8, 9, 10 en 11 respectievelijk 0,01 g, 0,05 g, 0,1 g en 1 g waren.
10 Praktische toepassing
Het geneesmiddel volgens de uitvinding, bereid zoals hierboven aangegeven, vertoont bij toepassing als wond-geneesmiddel uitstekende effecten, veel beter dan met de diverse andere wondgeneesmiddelen of -methoden.
15 Indien zo'n middel als trichogeen gebruikt wordt kan het niet alleen de haargroei bevorderen maar ook bestaand haar beschermen of anderszins verbeteren. Deze effecten kunnen bijvoorbeeld verzwakt haar weer goed maken en de glans verbeteren.
20 Verder kan zo'n middel, indien als kosmeticum gebruikt, de huid beschermen en verbeteren en diverse voordelen boven andere kosmetica van dit soort vertonen.
De preparaten volgens de uitvinding hebben ook een uitstekende houdbaarheid en zijn veilig.
25 • 87 ί ύΐι j

Claims (23)

1. Preparaat dat een wondgeneesmiddel of tricho-geen is en dat ovomacroglobuline als werkzaam bestanddeel 5 bevat.
2. Preparaat volgens conclusie 1 dat een wondgeneesmiddel is.
3. Wondgeneesmiddel volgens conclusie 2, bedoeld voor het genezen van schaafwonden, sneden, verbrandingen, 10 bevriezingen, huidzweren,barstjes en scheurtjes, hyperkeratose, dermatitis, huidschimmel, insnijdingen, anale fistels en/of doorliggen.
4. Wondgeneesmiddel volgens conclusie 2 voor het behandelen van zonnebrand en verbrandingen.
5. Wondgeneesmiddel volgens conclusie 2 voor het behandelen van beschadiging van het hoornvlies.
6. Wondgeneesmiddel volgens conclusie 2 voor het behandelen van ontstekingen.
7. Wondgeneesmiddel volgens conclusie 6 voor het 20 behandelen van alveolaire pyorrhee.
8. Preparaat volgens conclusie 1 dat een tricho- geen zoals een haargroeimiddel of haartonicum is.
9. Preparaat volgens conclusie 1 dat tussen 0,0001 en 30 gew.% ovomacroglobuline bevat.
10. Kosmeticum dat ovomacroglobuline als werkzame stof bevat.
11. Kosmeticum volgens conclusie 10 dat een huid-preparaat is.
12. Kosmeticum volgens conclusie 11 dat de vorm van 30 een lotion, creme, emulsie of basispreparaat heeft.
13. Kosmeticum volgens conclusie 10, dat een haar-kosmeticum is.
14. Kosmeticum volgens conclusie 13 dat de vorm van een shampo, spoeling, haarvloeistof, haarfixatief of haar- 35 tonium heeft.
15. Kosmeticum volgens conclusie 10 wat tussen 0,0001 en 0,1 gew.% ovomacroglobuline bevat.
16. Werkwijze voor het genezen van een wond, waarbij men ovomacroglobuline op het beschadigde gebied aanbrengt. • 8 7 Ί U k 3 / - 2V-
17. Werkwijze voor het bevorderen van haargroei waarbij men ovomacroglobuline op de hoofdhuid of het haar aanbrengt.
18. Werkwijze voor het beschermen van huid, waarbij 5 men ovomacroglobuline op die huid aanbrengt.
19. Toepassing van ovomacroglobuline voor het bereiden van een geneesmiddel.
20. Toepassing volgens conclusie 19, voor de bereiding van een wondgeneesmiddel.
21. Toepassing volgens conclusie 19, voor de be reiding van een middel tegen ontstekingen.
22. Toepassing volgens conclusie 19 voor de bereiding van een trichogeen zoals een haargroeimiddel of haar-tonicum.
23. Toepassing van ovomacroglobuline voor het be reiden van een kosmeticum. -o-o-o-o-o- . 87 2. 02s7
NL8720257A 1986-06-13 1987-06-09 Wondbehandelingspreparaat en kosmeticum. NL8720257A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP13867086 1986-06-13
JP13867086 1986-06-13
JP62136516A JPS63107912A (ja) 1986-06-13 1987-05-29 創傷治療剤
JP13651687 1987-05-29
PCT/JP1987/000364 WO1987007505A1 (en) 1986-06-13 1987-06-09 Wound-healing drug and cosmetics
JP8700364 1987-06-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8720257A true NL8720257A (nl) 1988-05-02

Family

ID=26470070

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8720257A NL8720257A (nl) 1986-06-13 1987-06-09 Wondbehandelingspreparaat en kosmeticum.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US5190916A (nl)
EP (1) EP0274532B1 (nl)
CH (1) CH675686A5 (nl)
DE (1) DE3781662T2 (nl)
DK (1) DK167997B1 (nl)
GB (1) GB2200282B (nl)
NL (1) NL8720257A (nl)
SE (1) SE468746B (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7175647B2 (en) * 2000-04-18 2007-02-13 David Berry Repair of ruptured membrane by injection of naturally occurring protein in amniotic fluid sac
US6391047B1 (en) * 2000-04-18 2002-05-21 David Berry Repair of ruptured membrane by injection of naturally occurring protein in amniotic fluid sac
AU2001260794A1 (en) * 2000-05-23 2001-12-03 N.V. Nutricia Use of egg white and egg white fractions for tissue regeneration

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1401515A (fr) * 1964-05-19 1965-06-04 Nouveau produit cosmétologique atténuant ou faisant disparaître momentanément lesrides
DE2341029C2 (de) * 1973-08-14 1984-05-17 geb. Seifried Klara 7580 Bühl Braun Mittel zur Wachstumsförderung und -erhaltung der Haare
FR2356426A1 (fr) * 1976-06-29 1978-01-27 Truffier Jean Claude Fraction ovomucoide du blanc de l'oeuf de caille, ayant des proprietes antiproteasiques
CA1168980A (en) * 1980-04-17 1984-06-12 Rolf Schafer Wound healing compositions
FR2489145A1 (fr) * 1980-09-04 1982-03-05 Geistlich Soehne Ag Compositions pharmaceutiques accelerant la guerison de blessures
JPS5841811A (ja) * 1981-09-08 1983-03-11 Shizuya Shiozu 脱毛防止養毛発毛促進剤
JPS58121220A (ja) * 1982-01-13 1983-07-19 Green Cross Corp:The 寒冷不溶性グロブリンの製造法
JPS5976007A (ja) * 1982-10-22 1984-04-28 Shiseido Co Ltd 化粧料
JPS59116225A (ja) * 1982-12-22 1984-07-05 Nippon Nousan Kogyo Kk 創傷治癒の促進剤組成物
JPS60237989A (ja) * 1984-05-11 1985-11-26 Nippon Koutai Kenkyusho:Kk 細胞培養用添加剤

Also Published As

Publication number Publication date
CH675686A5 (nl) 1990-10-31
EP0274532A1 (en) 1988-07-20
DK72188A (da) 1988-02-12
GB2200282B (en) 1990-06-13
GB8801959D0 (en) 1988-02-24
US5190916A (en) 1993-03-02
GB2200282A (en) 1988-08-03
DK72188D0 (da) 1988-02-12
EP0274532A4 (en) 1989-10-04
SE8800392D0 (sv) 1988-02-08
SE468746B (sv) 1993-03-15
DK167997B1 (da) 1994-01-17
EP0274532B1 (en) 1992-09-09
DE3781662D1 (de) 1992-10-15
SE8800392L (sv) 1988-02-08
DE3781662T2 (de) 1993-03-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR20000069187A (ko) 비자극성 화장품 및 제약 조성물
JPS63502985A (ja) 角膜基質創傷の治療のための組成物
JPH027287B2 (nl)
ES2271373T3 (es) Esmalte de uñas que contiene tazaroteno y su utilizacion en el tratamiento y/o la prevencion de la psoriasis.
RU2202362C2 (ru) Композиция для местного применения, содержащая фактор роста эпидермиса человека
JPH0348165B2 (nl)
NL8720257A (nl) Wondbehandelingspreparaat en kosmeticum.
Shahan et al. The effect of chlorhexidine irrigation on tensile wound strength
US5055456A (en) Anti-alopecia composition
KR940003055B1 (ko) 오보매크로 글로블린을 함유하는 화장품 및 창상치료제
US4996057A (en) Composition for locally treating the epidermis, especially the scalp
CN114366687B (zh) 齐酞酸在促进毛发生长中的应用
JP3778302B2 (ja) 皮膚外用剤
RU2190388C1 (ru) Средство на основе масла чайного дерева (варианты)
RU2246308C2 (ru) Биоконцентрат из плаценты
JP3135294B2 (ja) 皮膚外用剤
RU2110986C1 (ru) Зубной элексир
JP3658114B2 (ja) 皮膚外用剤
JPH0517335A (ja) 皮膚外用剤
JPS63301807A (ja) 養毛皮膚化粧料
JPS59155306A (ja) 発毛促進剤
JPS61263907A (ja) 美爪化粧料
RU2097016C1 (ru) Лечебно-профилактический гигиенический противогерпетический крем
JPS624217A (ja) 化粧料
Waldman et al. Physiology of the Skin and Its Appendages

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed