NL8401505A - Werkwijze en inrichting voor het afwerken van oppervlakken. - Google Patents

Description

*· ί - 1 - 23994/CV/ts ' 5

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het afwerken van oppervlakken.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bewerken van oppervlakken, bijvoorbeeld slijpen, polijsten of dergelijke op werk-5 stukken met behulp van roterende slijpelementen, en op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Bij de vervaardiging van geprofileerde voorwerpen, zoals bijvoorbeeld kastdeuren, jaloeziedeuren of dergelijke, moet het oppervlak geslepen worden om het oppervlak de vereiste afwerking te geven. Voor dit doel 10 is een draagbare polijstmachine bekend', die met de hand over de voorwerpen kan worden gevoerd. Daarbij is een zeker vakmanschap vereist om een gelijkmatig resultaat te verkrijgen, terwijl ook afdekorganen of dergelijke moeten worden aangebracht, teneinde te voorkomen, dat eventueel delen op ongewenste wijze afgerond worden tijdens het slijpen. Zoals reeds vermeld, 15 vereist dit werk vakmanschap, terwijl ook veel tijd vereist wordt voor het slijpen of polijstei van dergelijke werkstukken en indien het dan ook gaat om een massaproduktie van gelijksoortige voorwerpen, is dit een zeer kostbare en tijdrovende bewerking.

Het is een oogmerk van de uitvinding om bovengeschetste nadelen 2° op te heffen en dit wordt verkregen door een werkwijze, waarbij de werkstukken worden verplaatst onder een aantal slijpelementen, die zijn aangebracht op bij voorkeur horizontaal gedragen draaibare spillen, welke spillen worden bewogen in een draaibeweging, zodat de slijpelementen een cirkelvormige beweging beschrijven over de werkstukken, terwijl te-25 gelijkertijd de spillen kunnen draaien.

Hierbij wordt een tot nu ongekende mat* van doelmatigheid en kwaliteit bereikt, indien de draaiende slijporganen worden bewogen in een cirkelvormige baan over de werkstukken, hetgeen het effect heeft, dat de werkstukken nagenoeg gelijk afgewerkt worden, indien de slijporganen deze -- van alle zijden aangrijpen. Een geheel gelijkmatig slijpresultaat is hierbij gewaarborgd.

Door de werkstukken onder de slijpspil te laten bewegen, bijvoorbeeld met behulp van een transportband, kan een continu afwerken van het oppervlak in een effectieve wijze plaatsvinden. Door een geschikte keuze 3,5 van slijporganen, snelheid en vooruitbeweging kan de gewenste kwaliteit en produktiesnelheid worden verkregen.

Door de slijporganen in verschillende richtingen te laten draaien, zoals uiteengezet in conclusie 2, is het mogelijk een zeer glad oppervlak te verkrijgen door bijvoorbeeld naburige spillen in tegengestelde richtingen 8401505 _2 - 23924/CV/ts , V * t ** te laten draaien, waarbij geen slijpsporen zullen achterblijven, aangezien een tegengesteld afwerken over het gehele oppervlak plaatsvindt, terwijl de werkstukken onder de slijporganen worden doorbewogen.

Door in staat te zijn de draairichting te bepalen evenals het in-5 en uitschakelen van de draaiing van de slijporganen op bepaalde plaatsen in de draaibaan van de spillen, zoals omschreven in conclusie 3, zal het mogelijk zijn het slijpen te programmeren, zodat het mogelijk wordt om meer of minder zorgvuldig en in bepaalde richtingen te slijpen en zonder eventueel het slijpen van scherpe randen, eindvlakken en dergelijke, zodat 10 het slijpresuitaat wordt verbeterd.

Door de spillen op te stellen, zoals omschreven in conclusie 4, is het mogelijk om door middel van een eenvoudig aandrijforgaan een be-wegingsoverdracht te verkrijgen van een centrale draaiende cilinder naar de afzonderlijke spillen, welke overdracht de mogelijkheid geeft om aan 15 te liggen tegen hetzij de onderste of de bovenste wrijving sring, welke de draairichting van de spil bepaalt.

Tenslotte is het doelmatig, zoals omschreven in conclusie 5, de legers van de spillen te bewegen met behulp van een nok, welke kan inwerken op een bedieningshefboom, waardoor ingrijping en ontkoppeling, 20 evenals draairichting van de spillen door een geschikte plaatsing van nokken kan worden gekoppeld.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Fig. 1 toont een inrichting gezien in de richting I-I in fig. 2.

25 Fig. 2 toont dezelfde inrichting, gezien in de richting II-II in fig. 1.

Fig. 3 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting, gezien in dezelfde richting als in fig. 2.

In fig. 1 ën 2 is een uitvoeringsvoorbeeld va de uitvinding weerge-30 geven in de vorm van een doorloopslijpmachine, bijvoorbeeld voor houtaf-werking en tussenslijpen van panelen, deuren, poorten met panelen en dergelijke. De machine omvat een niet weergegeven geètel, waarop een transportband is aangebracht voor te bewerken werkstukken, zoals de weergegeven paneeldeuren 12. De transporteur omvat twee transportbanden 35 13, welke worden aangedreven met behulp van een as 15.

De deuren worden op zodanige wijze op de transportbanden geplaatst, dat zij tegen elkaar aanliggen. Verder is aan weerszijden onder de slijporganen 11 een beschermmiddel 14 geplaatst, waarvan de bovenrand in lijn is met de oppervlakken van de deuren 12. Hierbij zijn de zijranden van 8 4 Ö 1 5 0 5 è > - 3- 23924/CT/ts , \ « de deuren bescherm tegen slijpen, doordat de slijporganen de randen niet kunnen grijpen, zodat de randen scherp zullen blijven.

De slijpopstelling zelf is boven de werkstukken 12 opgesteld. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat de slijpopstelling Zes spillen 10, 5 die zijn aangebracht in niet nader weergegeven legers, die kunnen worden gedraaid om het hart van de uitrusting. De draaiïngsas is vertikaal. Hierbij kunnen de spillen 10 een cirkelvormige beweging beschrijven, indien een motor 3 via een niet nader weergegeven aandrijving alle spillen in draaiing brengt. Iedere spil is uitgerust met een stuurarm 9, welke aan de bovendo zijde een horizontaal opgestelde rol 16 draagt, die tijdens draaiing wordt bewogen onder een stationaire ring 5. Op deze ring 5 kunnen verschillende nokken of geleidingen 17» 18 worden bevestigd, die in vertikale richting op de stuurarm 9 kunnen inwerken.

Verder is een cilinder 19 draaibaar gelegerd zodanig,dat deze in 15 draaiing kan worden gebracht om een vertikale as met behulp van een motor 2. De cilinder 19 is voorzien van bovenste en onderste hellend verlopende vlakken 6 en 7, die zijn voorzien van wrijving bevorderend materiaal, zoals rubber of dergelijke.

Tussen deze twee vlakken 6, 7 is een wrijvingskonus 8 aangebracht, 20 die aan een einde van een spil 10 is bevestigd. Door deze konus omhoog of omlaag te bewegen met behulp van de stuurarm 9 kan worden bewerkstelligd, dat de spil naar wens in de ene of de andere richting draait of in de middenstand is ontkoppeld, zoals afgebeeld in fig. 2 voor de linkerspil.

Deze constructie geeft de mogelijkheid om het slijpproces te program-25 meren met behulp van een keuze van nokken of geleidingen, welke het slijpproces op iedere gewenste wijze, afhankelijk van het uit te voeren slijpwerk, kunnen laten verlopen.

De gehele slijpuitrusting is bevestigd aan een bovenste machinedeel 1, dat omhoog of omlaag kan worden bewogen ten opzichte van de transport-3° band, waardoor een hoogteinstelling van de machine ten opzichte van de werkstukken en het voedingsmechanisme kan worden gerealiseerd.

In fig. 3 is een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding weergegeven. Deze verschilt van de in fig. 1 en 2 af geheelde en hierboven beschreven inrichting doordat de in fig. 3 weergegeven inrich-35 ting een grote U-vormige bedieningsarra 20 heeft, welke zich uitstrekt tussen een leger 25 binnen de draaiende aandrijfcilinder 19 en de spil 10 tussen het slijporgaan 11 en de konus 8. Het leger 25 is op zodanige wijze met de motor 3 verbonden, dat de arm 20 en de spillen om de cilinder 19 kunnen draaien. _ _ 8401505 %k' s * * -¾ - 23924/CV/ts ·

De arm 20 kan kantelen om het leger 25, zodat de konus 8 in contact kan worden gebracht met de onderste of de bovenste wrijvingsring 6, respectievelijk 7 op de cilinder 19.

Op de bovenzijde van de arm 10 is een rol 21 aangebracht, die kan 5 worden gedraaid om een vertikale as. Tijdens draaiing van.de spil 10 kan deze rol 21 worden gekanteld in of uit samenhang met de ring door middel van nokken 23 en 24, die zijn aangebracht op de stationaire ring 5, en zo de spil 10 met de konus 8 ten opzichte van de cilinder 19 omhoog of omlaag zwaaien.

10 Teneinde de rol tegen de nokken‘23 en 24 te houden, zijn een of meer trekveren 22 aangebracht.

Door een geschikte keuze van nokafmeting, kan de draairichting voor de spillen worden bepaald. Zoals weergegeven in fig. 3 wordt de linkerspil zo gekanteld, dat de konus 8 in wrijvingscontact is met de onderste ring 6.

1 ζ

Een kleinere nok 24, rechts op de tekening weergegeven, zal bewerkstelligen, dat de konus in ingrijping komt met de bovenste wrijvingsring 7, waardoor de spil in tegengestelde richting in draaiing wordt gebracht. Een nok met een dikte tussen die van de genoemde nokken, zal de konus tussen de wrijvingsringen 6 en 7 houden en dus een stopzetten van de draaiing van pn de spil bewerkstelligen.

Bij het kiezen van de afmeting van de nok en de plaats van deze nokken op de ring 5 kan dus het slijpen op zodanige wijze worden geprogrammeerd, dat het individueel aan de behoeften op een bepaald tijdstip kan worden aangepast. Verder geeft de zeer stijve constructie van arm, legering en spillen een geheel niet vibrerend en dus gelijkmatig en nauwkeurig slijp-resultaat.

De andere delen weergegeven in fig. 3, die overeenkomen met de in fig. 1 en 2 afgebeelde. delen zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.

De weergegeven motoren 2 en 3 zijn bij voorkeur traploos instelbaar 30 waarbij de gewenste geheel te programmeren doorloopmachine kan worden bereikt .

Het beschreven en afgebeelde slijporgaan is een cilinder voorzien van naast elkaar opgestelde ringen met dunne slijpdradep, waarbij het slijporgaan het werkstuk op een effectieve wijze kan aangrijpen. Iedere 35 vorm slijporgaan polijstschijf of staaldraadborstel, koperdraadborstel of dergelijke, kan volgens de uitvinding worden gebruikt.

In plaats van de beschreven uitvoeringsvorm met stuurhefbomen en nokken, kan de machine zijn uitgerust met andere soorten regel- en instel-middelen. Zo kan de spil in- of uit ingrijping worden gebracht met behulp van 8401505 ♦ « t · y -5- 23924/CV/fcs hydraulische of elektromagnetische middelen, terwijl ook een onafhankelijke motor voor iedere spil denkbaar zal zijn.

3401505

Claims (5)

1. Werkwijze voor het afwerken van oppervlakken, bijvoorbeeld slijpen, polijsten.of dergelijke van werkstukken door middel'van draaiende slijpor-5 ganen, met het kenmerk, dat de werkstukken (12) worden geplaatst onder een aantal slijporganen (11), welke zïjn aangebracht op bij voorkeur horizontaal gelegerde draaibare spillen (10), die in een draaibeweging worden bewogen, terwijl de slijporganen (11), terwijl de spillen (10) kunnen draaien, een cirkdvormige beweging over de werkstukken (12) beschrijven.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spillen (10) en dus de slijporganen (11) in verschillende richtingen kunnen draaien.

3. We’rkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de spillen ( 10) en dus de draaibare slijporganen (11) op ieder gekozen punt van de cirkelvormige beweging in draaiing kunnen worden gebracht en kunnen worden 15 stopgezet.

4. Inrichting voor het uitvoerenvvan de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spillen (10) zijn gelegerd in een aandrijforgaan (3» 4), dat de spillen (10) draait, waarbij de spillen (10) draaien met een wrijving tussen een konus (8) bij het binneneinde van 20 de spil en een wrijvingsvlak (6, 7) op de bovenzijde, respectievelijk onderzijde van een draaiende cilinder (19).

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een legerorgaan van een spil (10) is voorzien van een stuurarm (9» 20) welke is voorzien van een rol (16, 21), die de arm (!9, 20) en dus de spil (10) kan bewegen in 25 vertikale richting door nokken (17, 18, 23, 24), die zijn opgesteld in de rolbaan om de stand van de konus (8) ten opzichte van de wrijvingsvlak-ken (6, 7) te bepalen. 8401505