NL8302950A - Indrijfapparaat voor spijkers en dergelijke bevestigingselementen. - Google Patents

Indrijfapparaat voor spijkers en dergelijke bevestigingselementen. Download PDF

Info

Publication number
NL8302950A
NL8302950A NL8302950A NL8302950A NL8302950A NL 8302950 A NL8302950 A NL 8302950A NL 8302950 A NL8302950 A NL 8302950A NL 8302950 A NL8302950 A NL 8302950A NL 8302950 A NL8302950 A NL 8302950A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
driving
driver
ram
hook
gear
Prior art date
Application number
NL8302950A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hilti Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hilti Ag filed Critical Hilti Ag
Publication of NL8302950A publication Critical patent/NL8302950A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25CHAND-HELD NAILING OR STAPLING TOOLS; MANUALLY OPERATED PORTABLE STAPLING TOOLS
    • B25C1/00Hand-held nailing tools; Nail feeding devices
    • B25C1/06Hand-held nailing tools; Nail feeding devices operated by electric power

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
  • Mechanical Operated Clutches (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Description

Betr.: Indrijfapparaat voor spijkers en dergelijke bevestigingselementen.
VO 5028
De uitvinding betreft een indrijf apparaat voor spijkers en dergelijke bevestigingselementen, met een aandrijfstoter en een door een aandrijfmotor in rotatie gebracht aandrijf orgaan, dat met de drijvende stoter voor het verkrijgen van een slagbeveging verbindbaar is.
5 Voor het indrijven van spijkers of krammen is een motorisch ge- -dreven apparaat bekend. Een axiaal verschuifbaar gelagerde aandrijf-stoter wordt voor het indrijfproces door een aandrijforgaan, dat als motorisch in rotatie gebracht vliegwiel is uitgevoerd, vooruitgedreven. Eet omzetten van de rotatièbévegirg in een slagbeveging geschiedt door 10 het af rollen van het vliegwiel over de aandrijvende stoter. Hierbij wordt deze laatste door een vast zet bare rol gestemd.
De krachtoverdracht van vliegwiel op drijvende stoter geschiedt door wrijving. Al naar gelang de wrijvingsverhouding tussen vliegwiel en drijvende stoter, hetgeen enerzijds door de aard van het materiaal, 15 de eigenschappen van het materiaal en anderzijds de aanpersdruk, alsmede uitwendige invloeden, zoals vocht en dergelijke, bepaald wordt, schommelen de overdraagbare krachten. In het bijzonder bij het indrijfproces, waarbij een grote kracht wordt vereist, komt het veelvuldig tot een slipverlies, zodat het bevestigingselement niet voldoende diep inge-20 dreven kan worden.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, een indrijf-apparaat van het hierboven bedoelde type te verschaffen, waarbij in hoge mate zonder verlies het door de aandrijfmotor afgegeven vermogen naar de drijvende stoter voor het indrijfproces van de bevestigingsele-25 menten gevoerd wordt.
Volgens de uitvinding wordt dit probleem opgelost, doordat het aandrijforgaan een in hoofdzaak een langsbeweging langs de slagbeweging uitvoerende meenemer en de aandrijvende stoter een koppelingsinrichting voor het verbinden van meenemer en aandrijvende stoter binnen een draai-30 cyclus van het aandrijforgaan heeft,
De meenemer neemt de drijvende stoter na het inkoppelingsproces tenminste in de indrijfrichting mee, Het terugvoeren van de draaiende stoter tegen de indrijf richting in naar de uitgangsstand kan door gescheiden terugvoermiddelen, zoals veren en dergelijke plaats vinden of 35 de drijvende stoter kan ook door de meenemer weer teruggevoerd worden.
jü - -, ··- ï i - 2 -
Daardoor vindt in het eerste geval uitkoppelen reeds nagenoeg na het verloop van een halve draaicyclus plaats, terwijl "bij het terugvoeren door de meenemer de draaicyclus nagenoeg "benut wordt. Het door de aan-drijfmotor afgegeven vermogen staat dus zonder slipverliezen en derge-5 lijke voor het indrijven van de bevestigingselementen ter beschik*· king,
De langsbeweging van de meenemer kan bijvoorbeeld door een kruk-aandrijving of een kurve-aandrijving worden verkregen. De meenemer kan op het door de kruk, respectievelijk de kurvedrager in een rechtlijnige 10 beweging gebracht constructiedeel zijn aangebracht.
Een met betrekking tot de constructieve opbouw en afmeting, alsmede het verloop van de bewegingsoverdracht voordelige oplossing bestaat daarin, dat de meenemer aan een door het aandrijf orgaan in draaiing gebracht en daarbij over een hol tandwiel afrollend planetentandwiel is 15 aangebracht, waarbij de diameter van de steekcirkel van het planetentandwiel met de helft van de steekcirkeldiameter van het holle tandwiel overeenstemt,
Alle genoemde oplossingen geven een nagenoeg sinusvormig en dus ideaal snelheidsverloop van de meenemer. Zo is het mogelijk, het 20 in- respectievelijk uitkoppelen in de faze van de kleinste snelheid van de meenemer te doen plaats vinden. Daardoor wordt, behalve een ongehinderd verloop van het koppelingsproces ook slechts een minimale slijtage van de apparaatdelen gewaarborgd.
Door het aanbrengen van de meenemer op een planeettandwiel 25 kunnen bij een betrekkelijk kleine constructie van het apparaat grote wegen van de meenemer, respectievelijk aandrijvende stoter worden verkregen. Voorts waarborgt de vertandingsingrijping van het planetentandwiel over het zich bijvoorbeeld in het huis van het apparaat steunende holle tandwiel, dat de om de eigen as van het planetentandwiel werkende 30 rotatie-energie tijdens het indrijven volgens het principe van een centrifugaalmassa evenzo op de aandrijvende stoter wordt overgedragen.
Een gedrongen bouw, bij gelijktijdige, maximale heflengte van de door de meenemer beschreven bewegingsbaan, wordt, volgens een ander voorstel van de uitvinding verkregen, doordat de evenwijdig aan de pla-35 neetwielas verlopende as van de meenemer buiten de steekcirkel van het planetentandwiel is aangebracht. De door de meenemer beschreven bewegingsbaan wijkt daardoor van een rechte tot een platte ellips in de fi
r- .·. 0 V
. I
- 3 - langsrichting van de rechte af. Aldus kan een van kantelgevaar vrije be-vegingsoverdracht op de aandrijvende stoter worden bereikt. Het verzetten van de as van de meenemer buiten de steekcirkeldiameter van het planetentandwiel bedraagt doelmatig tot 20$, bij voorkeur ongeveer 10$, van de 5 steekcirkeldiameter.
Doelmatig is met het aandrijf orgaan tenminste een zich over het holle tandwiel afrollend steunwiel verbonden. Het steunwiel ontlast enerzijds de lagering van het aandrijf orgaan en werkt bovendien als mas-mavereffening voor het omloopdrijfwerk, zodat dit als geheel zich door 10 een gelijkmatige loop onderscheidt. Het steunwiel loopt synchroon met het planetentandwiel om de rotatieas van het aandrijforgaan mee en vormt aldus met zijn massa een extra kinetische accumulator. Deze accumulerende werking van het steunwiel wordt door de vertandingsingrijping van het holle tandwiel volkomen slipvrij benut, zodat de om de eigen as van het 15 steunwiel werkende rotatie-energie voor het indrijf proces ter beschikking staat.
Voor het verkrijgen van een zo remmendvrij afrollen van het planetentandwiel en het steunwiel hebben deze een wielkrans met een ongeveer met de steekcirkeldiameter overeenstemmende diameter, waarover zij 20 langs een gladde onderbaan van het holle tandwiel afrollen.
De meenemer kan op verschillende vijzen zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld is deze als een kom met muilvormige opening uit gevoerd, waarmede de een regelorgaan bezittende koppelingsinrichting van de aandrijvende stoter in verbinding treedt. Bij voorkeur is de meenemer als aan het pla-25 netentandwiel aangebrachte kruktap uitgevoerd. Deze uitvoeringsvorm onderscheidt zich door een functionele eenvoud, betrouwbaarheid, alsmede een robuuste opbouw.
Als voor het koppelproces functiezeker en eenvoudig is, volgens een ander voorstel van de uitvinding, aan de koppelingsinriehting een 30 opneemopening voor de meenemer gebleken.
Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding is de opneemr-opening aan een zvenkbaar met de aandrijvende stoter verbonden haak aangebracht . De meenemer loopt bij zich in de onderste stand bevindende aandrijvende stoter in de opneemopening van de haak en neemt de stoter vorm-35 sluitend eerst in de indrijfrichting en vervolgens in de terugvoerrichting mee.
Door het zwenken van de haak wordt het koppelen met de meenemer λ ~ ί. .·' .-. \* λ « t - k - bewerkstelligd. Hiertoe is voordelig een de haak in de meenemer met aan-diijvende stoter verbindende stand zwenkende bedieningsinrichting aanwezig .
Deze laatste kan bijvoorbeeld elektromagnetisch of elektrome-5 chanisch op de haak inwerken. Doelmatig is echter een mechanische bedieningsinrichting gebleken. Deze is. bijvoorbeeld als direkt of indirekt op de haak werkende nok aan het planet ent andwiel uitgevoerd. Als stuur-technisch betrouwbare en evenzo eenvoudige oplossing is voordelig een bedieningsinrichting in de vorm van een zwehkbare hefboom gebleken. Doelma-10 tig is voor de besturing op het aandrijf or gaan een kurvebaan aangebracht. De zwenkstand van de hefboom kan dus onafhankelijk van de\. betreffende draaistand van het aandrijf orgaan automatisch bestuurd worden. De draai-stand van het aandrijf orgaan bepaalt wederom de betreffende momentele stand van de meenemer. De kurvebaan is zodanig op het aandrijf orgaan 15 aangebracht, dat deze de hefboom voor het inkoppelen van de meenemer dan zwenkt, wanneer de meenemer, respectievelijk de aandrijvende stoter zich in de achterste stand bevindt.
De meenemer wordt met de haak voor tenminste een vooruitdrijven-dejslag van de aandrijvende stoter gekoppeld. Omdat de motor het aandrijf-20 orgaan voortdurend in rotatie houdt, kan de drijvende stoter op een geschikt tijdstip ontkoppeld worden. Is voor het terugvoeren van de aandrijvende stoter in de beginstand een gescheiden terugvoermiddel, bijvoorbeeld een veer, aanwezig, dan vindt het ontkoppelen aan het einde van de vooruitgaande slag plaats. Bewerkstelligt daarentegen de meenemer het 25 terugvoeren van de aandrijvende stoter, dan vindt het ontkoppelen aan het einde van het terugvoerproces plaats. Voor dit ontkoppelen dient doelmatig een de haak in de meenemer en aandrijvende stoter ontkoppelde stand zwenkende aanslaginrichting. Deze kan door een aan de zijde van het huis aangebrachte schuine rug worden gevormd, waarlangs de haak loopt.
30 Voor een volgende, gewenste indrijfhandeling wordt de hefboom in het werkbereik van de kurvebaan getrokken, waar doelmatig een schuif aanwezig is. Deze laatste wordt bij voorkeur via een mechanische of elek-tromechanisch afdrukmechanisme bediend.
De uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. 35 Daarin toont ; fig, 1 indrijfapparaat, ten dele in langsdoorsnede; fig. 2 een detailaanzicht II van de aandrijvende stoter volgens n - 5 - * ft fig. 1; fig. 3 een doorsnede over de lijn IIIr-ΙΙΙ door de aandrijvende stoter volgens fig. 2; fig. ^-7 verschillende functionele standen van het afdrukmecha-5 nisme met daardoor bediende apparaatdelen, in doorsnede volgens fig. 1 en iets vergroot; fig. 8 T- 13 het besturings- en bedieningsmechanisme voor de. aandrijvende stoter, overeenkomstig de doorsnede VIII van fig. 1.
Het in fig. 1 weergegeven indrijfapparaat bestaat in hoofdzaak 10 bit een als geheel door 1 aangeduid huis, een motor, waarvan eenvoudig-heidshalve slechts de aandrijfas 2 is getekend, en een in zijn geheel door 3 weergegeven amloopdrijfwerk voor het amzetten van de rotatiebewe-ging in de slagbeveging voor een als geheel door 4 aangeduide aandrijvende stoter.
15 De stoter k bestaat uit een kop 5 en een schacht 6, waarover de naar de monding van het apparaat geordend toegevoerde spijkers 7 afzonderlijk in een opneemwerkstuk gedreven moeten worden. De stoter k wordt daartoe tegen de daarvoor in de as liggende spijker 7 voortgedreven.
20 Deze slagbeweging verkrijgt de aandrijvende stoter k van een als kruktap uitgevoerde meenemer 8. Deze laatste zit op een naar de stoter k toegekeerde kopzijde van een planetentandwiel 9 van het omloopdrijf-werk 3· Het planetentandwiel 9 is op een in hoofdzaak schijfvormig aandrijf orgaan 11 draaibaar gelagerd en grijpt in een in het huis 1 vast aan-25 gebracht hol tandwiel 12. Op het aandrijforgaan 11 is voorts, gelegen tegenover het planetentandwiel 9» een steunwiel 13 draaibaar gelagerd.
De buitenvertandingkam grijpt eveneens in het holle tandwiel 12.
Het planetentandwiel 9 alsmede het steunwiel 13 zijn op pennen 1¾. 15 aan de aandrijfzijde gelagerd en sternen via een vielkrans 16, 30 respectievelijk 17 tegen een gladde omloopbaan 18 van het holle tandwiel 12.
Het aandrijf orgaan 11 is op zijn beurt draaibaar om zijn midden-as in het huis ingelagerd. Yoor het aandrijven en lageren daarvan heeft dit een asstomp 19, welke een tandwiel 21 draagt, Met dit laatste staat 35 een rondsel 22 van de aandrijfas 2 in ingrijping,
De steekcirkeldiameter van het planetentandwiel 9 stemt overeen met de halve diameter van de steekeirkel van het holle tandwiel 12. De * Λ j Ij ¥ * - 6 - as van de tapvormige meenemer 8 ligt iets "buiten de steekcirkel van het planetentandwiel 9. Door deze opstelling "beschrijft de meenemer 8 tijdens bedrijf van het omloopdri j f werk 3 per omwenteling van het aandrijf orgaan 11 een smalle, elliptische baan, waarvan de langsafmeting in een evenwijdig 5 vlak aan de langsas van de aandrijvende stoter 1+ verloopt.
Het aandrijf orgaan 11 heeft voorts een mantelgedeelte 23, dat in drie omlopende kurvebanen 2l+, 25, 26 is onderverdeeld.
Om er zeker van te zijn, dat de spijkers 7 de monding 27 van het apparaat slechts kunnen verlaten, wanneer het apparaat tegen 10 een opneemwerkstuk wordt gedrukt, is voorts een de monding 27 van het apparaat in de ruststand overbruggende veiligheidsbeugel 28 aanwezig. D Deze wordt bij het opplaatsen van het apparaat tegen een drukveer 29 in teruggeschoven en verschuift daarbij mede een overdrachtsstang 31 tegen een drukveer 32 in, De overdrachtsstang 31 werkt op een als geheel 1 _ 15 door 33 weergegeven afdrukmiddel.
De kop 5-vanede drijvende stoter 1+ draagt, zoals uit fig. 2 blijkt, een in hoofdzaak door een haak 3*+ gevormde koppelingsinrichting. Voor het ingrijpen van de meenemer ,8 is aan de haak 3*+ een aan de zijkant open opneemopening 35 aanwezig. De haak 3*+ zit, zoals in fig. 3 20 is "erduidelijkt, niet draaibaar op een legerpen 36 en kan daarmede zwenken. Een de lagerpen 36 omgevende veer 37 zwenkt respectievelijk houdt de haak 3I+ met zijn vrije einde in de bevegingsbaan van de meenemer 8, d.w.z. in fig. 2 tegen de zin van de wijzers van een uurwerk. De armen 38, 39 van de veer 37 grijpen daartoe op een steunpen 1+0, respectievelijk een 25 de legerpen 36 vast omvattende lip 1*1.
Fig. 3 toont voorts een in een geleidingsrail 1+2 voor de kop 5 axiaal verschuifbare arreteerstift 1+3. Een op het huis gesteunde drukveer 1+1+ belast de arresteerstift 1+3, zodat een zijdelings uitstekende arm 1+5 daarvan tegen de kop 5 komt te liggen. De naar de arm 1+5 toegekeerde zijde 30 van de kop 5 is van een zich in het achterste bereik uitstrekkende langs-verdieping 1+6 voorzien. Bij vooruitgaande, aandrijvende stoter 1+ kan de arm 1+5 in de langsverdieping 1+6 vallen, waarna de arreteerstift 1+3 buiten de geleidingsrail 1+2 uitsteekt, om zijn later vereiste arreteerfunctie te kunnen vervullen. De voorste uitloop van de langsverdieping 1+6 is trap-35 loos, om bij het terugkeren van de aandrijvende stoter 1+ het terugdringen van de arreteerstift 1+3 in de uit fig. 3 af te leiden stand te waarborgen.
De in de fig. 1+ - 7 vergroot weergegeven afdrukinrichting 33 be- ' .· ar - 7 - staat uit een bedieningsklink 1*7, welke om een aan de zijde van het huis gelagerde pen 1*8 uit een ruststand volgens fig. k in een werk-stand volgens fig. 5 zvehkbaar is. Op de pen 1*8 zit een de bedieningsklink 1*7 in de ruststand drijvende veer 1*9. De pen 1*8 dient ook als 5 - zwenklagers voor een kniehefboom 51, welke door een drukveer 52 in de zin van de wijzers van een uurwerk belast wordt. Een vrijbeen 53 van de kniehefboom 51 steunt in samengedrukte stand van de bedieningsklink 1*7 (fig. 5) tegen een zwenkhefboom 5^, welke via een pen 55 aan de be-dieningsklink 1*7 draaibaar gelagerd is. Het vrije gedeelte van de zwenk-10 hefboom 5¼ ligt aldus tegen de pen 1*8. Voorts grijpt het vrije gedeelte van de zwenkhefboom 5^ met zijn einde in de verschuivingsbaan van de aan de eindzijde kopvormig verwijde overdrachtsstang 31. Op de kniehefboom 51 is via een pen 56 een spanhefboom 57 zwenkbaar gelagerd.
Een op de pen 56 zittende veer 58, welke met een arm op de kniehefboom 15 51 steunt, belast de onderzijde van de spanhefboom 57 in de tegen de wijzers van een uurwerk gerichte zin.
*
In het vrije eindbereik is de spanhefboom 57 als klauw 59 uitgevoerd. De bovenzijde van de spanhefboom 57 draagt een stuurnok 6l en aan de eindzijde een nok 62. Uit het huis 1 reikt een onder veerwerking : 20 staande stift 63, welke in een bepaalde werkstand van de spanhefboom 57 (fig· 6, 7) op de nok 62 werkt.
In het huis 1 is een penvormige schuif 6k gelagerd. Daarop zit concentrisch en axiaal verschuifbaar een komvormige bus 65. Een tand-vormig uitsteeksel 66 van deze laatste maakt het inhaken van de klauw 25 59 mogelijk. De bus 65 wordt door een drukveer 67, welke tegen een ringvormige kraag 68 van de schuif 6h steunt, in de stand volgens fig. 1*, naar rechts gedrukt. Daarbij staat de bus 65 tegen een ring 69, welke op zijn beurt door een moer 71 in zijn stand wordt gehouden.
Een borgschroef 72 reikt in de langsuitsparing 73 van de schuif 30 61*, om deze tegen verdraaien te borgen. In de ruststand van het apparaat (fig. h) verhindert een grendel 7^ door het ingrijpen in een aan de zijde van de schuif ingestoken gedeelte 75 het axiaal bewegen van de schuif 61*. De grendel 7^ wordt daartoe door een bladveer 76 belast. Met êën einde 77 rekt de grendel 7^ in het werkbereik van de stuurnok 6l.
35 De schuif 61* heeft voorts twee insnijdingen 78. In de ruststand van het apparaat reikt een blokkeerschuif 79 in de linker van de beide insnijdingen J8. De blokkeerschuif 79 wordt door een drukveer 8l, welke op de weergegeven wijze tegen het huis 1 steunt, in deze ingetrokken stand ' Ί Λ
• ·. ‘J
> - 8 - gehouden. In de werkrichting van de drukveer 8l is de blokkeer schuif 79 verlengd en heeft hier een geleidingssleuf 82. Daarin reikt een aan de zijde van het huis vastgezette holle pen 83, waarin de stift 63 .......
ƒ verschuifbaar gelagerd is. De blokkeerschuif 79 wordt door een drukveer 5 81 aan de eindzijde ook tegen de kurvebaan 26 van het schematisch weergegeven aandrijforgaan 11 gehouden.
Co-axiaal ten opzichte van de schuif 61 is in het huis 1 tevens een als geheel door 81 weergegeven zwenkbare hefboom als bedieningsinrichting voor de haak 3l gelagerd, De hefboom 81 bestaat uit een in 10 de fig. 1-7 verkort weergegeven arm 85 en een daarmede één geheel vormende lagerbus 86. Deze laatste is in het huis 1 axiaal niet-verschuifbaar aangebracht. Een de lagerbus 66 doorlopende boring 87 met vierkante doorsnede neemt een drukveer 88 op, welke op een bodem 89 steunt en op een axiaal verschuifbare tap 91 met corresponderende vierkante 15 doorsnede werkt. Vast met de tap 91 verbonden is een zwenkarm 92, welke aldus vast op de hefboom 81 inwerkt.
Het vrije einde van de zwenkarm 92 ligt in de ruststand van het apparaat (fig. 1) tegen de kurvebaan 25, welke in de omlooprichting een glad verloop heeft. De drukveer 88 schuift de tap 91 en dus ook de 20 zwenkarm 92 tegen het kopvlak van de axiaal gearreteerde schuif 61, waardoor de zwenkarm 92.in het bereik van de kurvebaan 25 gehouden wordt.
Voor het aandrukken van het vrije einde van de zwenkarm 92 tegen de kurvebaan 25 dient, zoals uit fig. 8 kan worden afgeleid, een drukveer 93, welke in het huis 1 steunt en op een verhoging 9l aan de 25 hefboom 81 werkt. Voorts toont fig, 8 een buigveer 95 aan de hefboom 9l, welke op de rug van de haak 3l werkt, wanneer de aandrijvende stoter 1, zoals in fig. 8, zich in zijn achterste stand bevindt. De haak 3l wordt daardoor met een nok 96 tegen een steunvlak 97 van de arm 85 gedrukt.
In de ruststand van het apparaat omvat een muilvormige uitspa-30 ring 98 in de arm 85 een door twee uit de kop 5 stekende stiften 99·
Daardoor wordt de aandrijvende stoter 1 tegen de kracht van een drukveer 101 in, welke via een drijfstift 102 de zuiger naar voren, d.w.z. in de drijfrichting, belast (fig, 1), in. de achterste stand gehouden.
Bovendien zijn raststiften 103 aanwezig, welke de kop 5 aan de voor-35 zijde aan twee kanten omvatten. Drukveren lOl brengen de raststiften 103 in de getekende vasthoudstand (fig. 8).
In fig. 8 zijn voor een beter begrip van de constructie schema- : - :· . ·. o - 9 -
ΐ I
tisch (door streeppuntlijnen) enige constructie-elementen, die achter het snijvlak VIII liggen, opgenomen. Zo zijn de glad verlopende kurve-haan 25, de kurvehaan 2k met een langzaam toenemende stuurrug 105, alsmede de kurvehaan 26 met een naar verhouding sneller toenemende stuurrug 5 106 getoond.
Het holle tandwiel 12 is door zijn steekcirkel (welke toevallig strookt met de contour van de kurvehaan 25) aangeduid. Op de steekcirkel van het holle tandwiel 12 rollen, daarmede in ingrijping zijnd, het planetentandwiel 9, alsmede het steunwiel 13 af, die heide eveneens door 10 hun steekcirkel weergegeven zijn. De steekcirkeldiameter van het planetentandwiel 9 stemt overeen met de helft van de steekcirkeldiameter van het holle tandwiel 12. De door het planetentandwiel 9 gedragen tapvormige meenemer 8 is iets buiten de steekcirkel van het planetentandwiel aange-hracht.
15 Het afrollen van het planetentandwiel 9 en het steunwiel 13 langs het holle tandwiel 12 komt door het draaien van het aandrijf or gaan 11 tot stand. Zoals in fig. 8 -door pijlen aangeduid, loopt daarbij het plane-. tentandwiel 9 enerzijds om de as van het aandrijf orgaan 11, welke met de middenas van het holle tandwiel 12 overeenstemt, en draait anderzijds cam 20 zijn eigen as. De meenemer 8 beschrijft daardoor een platte elliptische hewegingshaan 107. Bij gelijkmatige, lineaire aandrijving van het planetentandwiel 9 beweegt de meenemer 8 zich over diens hewegingshaan 107 met een sinusvormig snelheidsverloop.
Voor het in werking stellen van het apparaat wordt de motor inge-25 schakeld, welke onmiddellijk aanloopt. De aandrijfas 2 houdt aldus het aandrijforgaan 11 met het planetentandwiel 9 en het steunwiel 13 in een draaiende beweging. De meenemer 8 beschrijft zijn elliptische bewegings-haan 107 met hoge frequentie, bijvoorbeeld vijftigmaal per seconde.
Met het draaiende aandrijforgaan 11 lopen eveneens diens kurvebanen 2k, 25, 30 26 mede om.
De zwenkarm 92 bevindt zich in zijn ruststand, zoals uit fig. U blijkt, in het bereik van de gladde kurvehaan 25 en ondergaat door deze aldus geen uitwijking. De blokkeerschuif 29 daarentegen staat tegen de kurvehaan 26, waarvan de stuurrug 106 per omwenteling van het aandrijf-35 orgaan 11 de blokkeerschuif 79 tegen de kracht van de drukveer 81 in, opheft. De blokkeerschuif 79 komt bij het oplichten buiten de insnijding 78; dit heeft echter geen invloed op de schuif 6k, welke door de grendel Jb axiaal - 10 - gearreteerd is. Onbelast behouden de overige constructiedelen hun uit de fig. k en 8 af te leiden ruststand. Wordt alsdan door de bediener het afdrukorgaan 33 bedient en het apparaat met zijn monding 27 tegen , een opneemwerkstuk gedrukt, dan zal een draadnagel 7 worden ingedreven.
5 Door aandrukken van de bedieningsklink 1+7 komt deze met de bij behorende delen51> 5^, 57 in de in fig. 5 weergegeven stand. Een daaropvolgend aanpersen van de monding 27 van het apparaat bewerkstelligt het terugschuiven van de beveiligingsbeugel 28, alsmede van de over-drachtsstang 31. Deze laatste loopt dan tegen het vrije einde van de 10 zwenkhefboom 5k en heft deze om de pen 55 in de horizontale stand (fig. 6). Omdat het vrije been 53 op de zwenkhefboom $k steunt, wordt daarbij ook de kniehefboom 51 om zijn pen 1+8 tegen de draaizin van de wijzers van de klok gezwenkt. Dit heeft wederom een verzetten van de pen 58 met de spanhefboom 57 uit de stand volgens fig. 5 in de stand 15 volgens fig. 6, dus naar links, tot gevolg. De nok 62 drukt daarbij de stift 63 tegen de veerkracht in, terug.
Het bedoelde verschuiven van de spanhefboom 57 naar links bewerkstelligt aanvankelijk het omvatten van de uitsteeksels 66 door de klauw 59 met een daaropvolgend verschuiven van de bus 65 tegen de 20 kracht van de drukveer 67 in; tegen het einde van het spannen van de drukveer 67 trekt de stuurnok 61 de grendel 7^ uit. Daarmede is de schuif 6k (fig. 6) naar links voorgespannen. Hij wordt door de blokkeer-schuif 79 aan een verschuiving naar links gehinderd, tot de stuurrug 106 van het omlopende aandrijf orgaan 11 de blokkeer schuif 79 tegen de drukveer 25 81 oplicht en aldus uit de linkerinsnijding J8 trekt. De schuif 6h wordt dan door de gespannen drukveer 6J, welke via de bus 65 tegen de spanhefboom 57 steunt, naar links verschoven en neemt dan ook de tap 91 en de zwenk-arm 92 tegen de iets zwakkere drukveer 88 in, naar links mee. De zwenkr-arm 92 komt daardoor van de gladde kurvebaan 25 op de geleidingsbaan 2k, 30 welke de stuurrug 105 heeft.
Uit deze, uit fig. 7 afgeleide stand, wordt de constructie door de blokkeerschuif 79 vastgehouden, welke na het passeren van de stuur-ruggen 106, aangedreven door de drukveer 81, in de rechterinsnijding 78 getrokken is.
35 Tegen het einde van het hiervoor beschreven verzetten van de schuif 61+ naar links, loopt de vrije kopzijde van de ring 69 impulsger- wijs tegen de bodem van de axiaal stilstaande bus 5^ op en neemt deze - - - · · .n . . . _ j % - 11 - over een kleine stuk weg naar links mee. Daardoor springt het uitsteeksel 66 uit de klauw 59· De spanhefboom 57 wordt nu, zoals eveneens fig.
7 verduidelijkt, door de voorgespannen stift 63 in de zin van de wijzers van een uurwerk teruggezwenkt. De drukveer 67 zit alsdan weer neutraal 5 op de schuif 64.
Eet continu omlopende aandrijforgaan 11 bewerkstelligt, nadat de zwenkarm 92 in de kurvebaan 24 is getrokken, via de stuurrug 105 en zwenken van de zwenkarm 92, respectievelijk de daar vast mee verbonden hefboom 81+ uit de ruststand volgens fig. 8 in de uitgeweken stand 10 volgens fig. 9· De drukveer 93 wordt daardoor sterker gespannen, waardoor een stootsgewijs oplichten van de zwenkarm 92 van de kurvebaan 24 wordt onderdrukt. Bij dit zwenken verwijdert het steunvlak 97 zich van het draaipunt van de haak 34, De nok 96 van de door de buigveer 95 belaste haak 34 glijdt langs het steunvlak 97. Daarbij zwenkt de haak 34 15 in de elliptische bewegingsbaan 107 van de meenemer 8. Dit zwenken wordt door het samenwerken van de kurvebaan 24 met de zwenkarm 92, respect tievelijk met de hefboom 84 gedwongen zodanig gestuurd, dat de meenemer 8 in geen geval met de inzwenkende haak 34 collideert; meer nog loopt de meenemer 8 gedwongen gestuurd in de opneemopening 35 van de haak 34.
20 De over de bewegingsbaan volgens het pijlverloop verderlopende meenemer 8 neemt nu de haak 34 via een onderste schouder 108 van de opneemopening 35, cn dus de aandrijvende stotel 4, naar voren mee (fig. 9)·
Om dit mogelijk te maken, heeft de hefboom 84, respectievelijk de muilvormige uitsparing 98 de stift 99 vrijgegeven. De raststiften 103 worden bij n=.·* 25 het begin van de voortgaande beweging van de aandrijvende stoter 4 teruggedrongen.
Fig. 10 toont de vooruitlopende, aandrijvende stoter 4, gedeelte^ lijk in aanzicht. De haak 34 loopt met zijn vrije einde langs een steunvlak 109 aan de zijde van het huis, waarvan de contour op het zwenkverloop 30 van de haak bij het naar voren bewegen, respectievelijk de indrijf slag, afgestemd is. De zwenkarm 92 bereikt tezamen met de hefboom 84 nu (fig. 10) de grootste uitwijking door de stuurrug 105. Het vrije einde van de arm 85 is de arret eer stift 43 gepasseerd, welke, door de vooruitgaande aandrijvende stoter 4 niet meer tegengehouden, in het zwenkbereik van de arm 85 35 naar voren treedt. De arm 85 wordt door de arreteerstift 43 dus in de maximaal uitgezwenkte stand gehouden.
Fig. 13 toont het voorste keerproces van de meenemer 8. Terwijl :...... ' :· o « * i - 12 - bij de indrijvende slag de meenemer 8 de haak 3^+ via de voorste schouder 108 heeft meegenomen, grijpt de meenemer nu voor het uitvoeren van de teruggaande slag aan op een achterste schouder 111 van de haak. De schouder 111 is zodanig bemeten, dat de aangrijpende meenemer 8, behalve een 5 versnellende kracht in de teruggaande slagrichting ook een moment in de zin van de wijzers van het uurwerk op de haak 3*+ uitoefent. De daardoor verkregen zwenkbeweging van de haak 3^ wordt door de rechter stift 99, waarin het vrije einde van de haak 3^ uitloopt, gestopt. Daardoor is een betrouwbaar aangrijpen van de meenemer 8 op de achterste schouder 10 111 gewaarborgd,
Vanuit de keerstand volgens fig. 11 versnelt de meenemer 8 sinusvormig ongeveer tot op de helft van de langsafmeting van de elliptische bewegingsbaan 107, Totaan het bereiken van de hoogste teruggaande slag-snelheid grijpt de meenemer 8 op de achterste schouder 111 aan. De 15 daaropvolgende sinusvormige vertraging van de meenemer 8 bewerkstelligt op grond van het sneller doorlopen van de aandrijvende stoter 1+ een stand-wisseling van de meenemer ten opzichte van de voorste schouder 108, zoals dit in fig. 12 is verduidelijkt. De in de fig. 2 en 3 weergegeven veer 37 houdt bij de teruggaande slag de haak 3^ in zwenkende aangrijping 20 met de meenemer 8.
De aandrijvende stoter h loopt nu, geremd door de vertragende meenemer 8, verder naar achteren. Tegen het einde van de teruggaande slag loopt de nok 96 van de haak 3*+ tegen een hellende aanslag 112 aan het huis. Zoals uit fig. 13 blijkt, wordt daardoor de haak 3^· tegengesteld 25 aan de zin van de wijzers van een uurwerk uit de bewegingsbaan 107 van de meenemer gezwenkt en komt los van de meenemer 8. Deze laatste loopt over de bewegingsbaan 107 verder.
Voor het bereiken van de achterste stand van de aandrijvende stoter !+ dringt de kop 5 daarvan de arm 1+5 en dus de arreteerstift 1+3 weer 30 tegen de drukveer 3l+ in terug (fig. 2, 3), waardoor de teruggaande zwenkbeweging van de arm 85 en dus van de hefboom 8U wordt vrijgegeven. De achterkant van de aandrijvende stoter 1+ slaat dan, zoals wederom in fig.
13 is verduidelijkt, tegen een radiaal uitstekend gedeelte 113, zodat de hefboom 8U tegen de zin van de wijzers van een uurwerk in zijn rust*· 35 stand (fig. 8) terugkeert. De aandrijvende stoter 1+ wordt vervolgens door de aandrijvende stift 102 iets naar voren tegen de, de kop 5 nu weer omvattende, respectievelijk vasthoudende raststiften 103, in de ·** ' *" > ii • , :· 1-j - 13 ^ 4 ruststand verschoven. De ene stift 99 haakt in de muilvormige uitsparing 98 aan de arm. 85 enfoudt aldus de aandrijvende stoter 4 in de ruststand.
Direkt na het bereiken van de maximale zvenkbeveging van de hefboom 84 (fig. 10) heeft de stuurrug 106 de blokkeerschuif T9 veer opgelegd, 5 zodat deze buiten de rechterinsnijding JB (fig. 7) komt. De drukveer 88 heeft vervolgens via de tap 91 de zwenkarm 92 en de schuif 64 in hun ruststand naar rechts teruggebracht. De zvenkarm 92 bevindt zich dus veer, zoals blijkt uit fig. 4, op de kurvebaan 25. De blokkeerschuif T9 is na het passeren van de stuurrug 106 wederom, in de linkerinsnij ding 78 gevallen 10 en evenzo heeft de bladveer j6 de grendel Jh in het ingestoken gedeelte 75 getrokken. De schuif 64 is dus in deze ruststand axiaal gearreteerd.
Nadat het apparaat van het werkstuk is genomen drijven de druk-veren 29, respectievelijk 32 de veiligheidsbeugel 28 en de overdrachts-stang 31 in de uit fig. 1 af te leiden ruststand. Geeft de bediener de 15 afdrukmiddelen 33 vrij, is dus veer de stand van het indrijfapparaat volgens de fig. 1, 4 en 8 bereikt.
^ , #

Claims (7)

  1. 4 i Τ' τ CONCLUSIES ; 1,. Indrijfapparaat voor spijkers en dergelijke levestigingselementen, met een aandrijvende stoter en een door een aandrijfmotor in rotatie getracht aandrijforgaan, dat met de drijvende stoter, voor het maken van een slagbeweging, verkonden kan worden, met het kenmerk, dat 5 het aandrijf orgaan (11) een in hoofdzaak een langsbeweging over de slagheveging uitvoerende meenemer (8) en de aandrijvende stoter {b) een koppelingsinrichting voor het verbinden van de meenemer (8) en de aandrijvende stoter (k) binnen een draaicyclus van het aandrijforgaan (11) heeft.
  2. 2. Indrijf apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de meenemer (8) aan een door het aandrijforgaan (ll) in omloop gebracht en daarbij over een hol tandwiel (12.) afrollend planetentandwiel (9) aangebracht is, waarbij de steekcirkeldiameter van het planetentandwiel (9). met de helft van de steekcirkeldiameter van het holle tandwiel 12 (12.) overeenstemt.
  3. 3, Indrijfapparaat volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de evenwijdig aan de planetenwielas verlopende as van de meenemer (8) . buiten de steekcirkel van het planetentandwiel (9) ligt, k. Indrijfapparaat volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk, dat 20 met het aandrijf orgaan (11) tenminste een over het holle tandwiel (12) afrollend steunviel (13) verbonden is.
  4. 5. Indrijfapparaat volgens een van de conclusies 1 τ U met het ken merk, dat de meenemer (8) als op het planetentandwiel (9) aangebrachte kruktap is uitgevoerd, 22 6· Indrijfapparaat volgens een van de conclusies 1 - 5 met het ken merk, dat de koppelingsinrichting een opneemopening (35) voor de meenemer (8) heeft,
  5. 7· Indrijfapparaat volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de op neemopening (35) aan een zwenkbaar met de aandrijvende stoter (4) ver-30 bonden haak (3^+) is aangebracht,
  6. 8. Indrijfapparaat volgens conclusie 7 gekenmerkt door een de haak (3^1 in de meenemer (8) en aandrijvende stoter (H) verbindende stand zwenkbare-bedieningsinrichting (8U)
  7. 9. Indrijfapparaat volgens conclusie 7 of 8, gekenmerkt door een 35 de haak (3^in de meenemer (8) en aandrijvende stoter (k) ontkoppelende stand zwenkende aanslaginrichting (112). ,, ·. ^ '·- " J v vi
NL8302950A 1982-10-11 1983-08-23 Indrijfapparaat voor spijkers en dergelijke bevestigingselementen. NL8302950A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3237616 1982-10-11
DE19823237616 DE3237616A1 (de) 1982-10-11 1982-10-11 Eintreibgeraet fuer naegel und dergleichen befestigungselemente

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302950A true NL8302950A (nl) 1984-05-01

Family

ID=6175436

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302950A NL8302950A (nl) 1982-10-11 1983-08-23 Indrijfapparaat voor spijkers en dergelijke bevestigingselementen.

Country Status (22)

Country Link
US (1) US4530454A (nl)
JP (1) JPS5988269A (nl)
AT (1) AT391101B (nl)
AU (1) AU554727B2 (nl)
BE (1) BE897960A (nl)
CA (1) CA1213101A (nl)
CH (1) CH660149A5 (nl)
CS (1) CS261218B2 (nl)
DE (1) DE3237616A1 (nl)
DK (1) DK465183A (nl)
ES (1) ES526353A0 (nl)
FI (1) FI78856C (nl)
FR (1) FR2534173B1 (nl)
GB (1) GB2129357B (nl)
HU (1) HU186314B (nl)
IT (1) IT1167368B (nl)
MX (1) MX156632A (nl)
NL (1) NL8302950A (nl)
NO (1) NO158451C (nl)
PL (1) PL140520B1 (nl)
SE (1) SE458512B (nl)
ZA (1) ZA836963B (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3427614A1 (de) * 1984-07-26 1986-01-30 Hilti Ag, Schaan Eintreibgeraet fuer naegel und dergleichen befestigungselemente
DE3428333C1 (de) * 1984-08-01 1986-03-13 Byrne, Rodger J., 4005 Meerbusch Elektrotacker
EP0231945A1 (de) * 1986-02-06 1987-08-12 Rodger J. Byrne Elektroheftgerät
US4720033A (en) * 1986-05-05 1988-01-19 Swingline Inc. Motor-operated fastener driving machine with movable anvil
DE69003149T2 (de) * 1989-04-14 1994-01-05 Renishaw Plc Tastkopf.
US4953774A (en) * 1989-04-26 1990-09-04 Regitar Power Tools Co., Ltd. Electric stapling gun with auto-reset, energy-saving and shock-absorbing functions
US6705503B1 (en) * 2001-08-20 2004-03-16 Tricord Solutions, Inc. Electrical motor driven nail gun
US6604666B1 (en) * 2001-08-20 2003-08-12 Tricord Solutions, Inc. Portable electrical motor driven nail gun
EP1497080A4 (en) * 2002-03-07 2007-09-26 Tricord Solutions Inc IMPROVED NAIL POLISHED BY AN ELECTRIC MOTOR
JP2005529763A (ja) * 2002-07-25 2005-10-06 奕凱企業股▲分▼有限公司 ネイルガン
CN2635290Y (zh) * 2003-07-07 2004-08-25 益卓有限公司 钉枪
US7975893B2 (en) * 2004-04-02 2011-07-12 Black & Decker Inc. Return cord assembly for a power tool
US7104432B2 (en) * 2004-08-09 2006-09-12 An Puu Hsin Co., Ltd. Transmission mechanism of electric nailing gun
US6971567B1 (en) 2004-10-29 2005-12-06 Black & Decker Inc. Electronic control of a cordless fastening tool
US7121443B2 (en) * 2005-03-02 2006-10-17 An Puu Hsin Co., Ltd. Electric nailing apparatus
US8550324B2 (en) * 2006-05-23 2013-10-08 Black & Decker Inc. Depth adjustment for fastening tool
US7513407B1 (en) * 2007-09-20 2009-04-07 Acuman Power Tools Corp. Counterforce-counteracting device for a nailer
US9216502B2 (en) 2008-04-03 2015-12-22 Black & Decker Inc. Multi-stranded return spring for fastening tool
US8534527B2 (en) 2008-04-03 2013-09-17 Black & Decker Inc. Cordless framing nailer
DE102011007703A1 (de) * 2011-04-19 2012-10-25 Hilti Aktiengesellschaft Eintreibgerät
US20130240594A1 (en) * 2012-03-19 2013-09-19 Stanley Fastening Systems, L.P. Cordless carton closer
US9522463B2 (en) 2012-07-25 2016-12-20 Worktools Inc. Compact electric spring energized desktop stapler
US9346158B2 (en) 2012-09-20 2016-05-24 Black & Decker Inc. Magnetic profile lifter
US9399281B2 (en) 2012-09-20 2016-07-26 Black & Decker Inc. Stall release lever for fastening tool
CN109176411B (zh) * 2018-11-13 2024-03-29 久维科技(苏州)有限公司 一种快速紧固装置
JP2022119301A (ja) * 2021-02-04 2022-08-17 株式会社マキタ 打撃工具

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB662409A (en) * 1948-11-16 1951-12-05 Edmundo Cabezas San Antonio Improvements in or relating to percussive appliances
DE1067740B (de) * 1957-01-31 1959-10-22 Georg Reicherter Spezialfabrik Mechanisch antreibbares Schlaggeraet
US3847322A (en) * 1973-09-10 1974-11-12 H Smith Power driven hammer
CA1030701A (en) * 1973-10-04 1978-05-09 James E. Smith Electric impact tool
US4204622A (en) * 1975-05-23 1980-05-27 Cunningham James D Electric impact tool
DE2654521A1 (de) * 1976-12-01 1978-06-08 Mey Kg Maschf Mafell Nagelvorrichtung
US4323127A (en) * 1977-05-20 1982-04-06 Cunningham James D Electrically operated impact tool
US4129240A (en) * 1977-07-05 1978-12-12 Duo-Fast Corporation Electric nailer
FR2443618A1 (fr) * 1978-12-04 1980-07-04 Boitelle Georges Dispositif de transformation d'un mouvement rectiligne alternatif en un mouvement rotatif et vice-versa et application en resultant
GB2038986B (en) * 1978-12-13 1983-05-05 Black & Decker Inc Converting rotary motion to reciprocatory motion
DE2917475A1 (de) * 1979-04-30 1980-11-13 Hilti Ag Bohr- oder meisselhammer
US4290493A (en) * 1979-09-06 1981-09-22 Senco Products, Inc. Configured impact member for driven flywheel impact device
DE2938206A1 (de) * 1979-09-21 1981-04-09 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Hammer mit einem motorisch angetriebenen schlagwerk
US4449660A (en) * 1981-04-30 1984-05-22 Black & Decker Inc. Fastener tool

Also Published As

Publication number Publication date
SE8305482D0 (sv) 1983-10-05
SE8305482L (sv) 1984-04-12
FI833565A0 (fi) 1983-10-03
US4530454A (en) 1985-07-23
NO158451B (no) 1988-06-06
MX156632A (es) 1988-09-20
CS261218B2 (en) 1989-01-12
JPS5988269A (ja) 1984-05-22
DE3237616A1 (de) 1984-04-12
DK465183D0 (da) 1983-10-10
ATA329183A (de) 1990-02-15
CH660149A5 (de) 1987-03-31
FI78856B (fi) 1989-06-30
ES8405854A1 (es) 1984-06-16
GB2129357A (en) 1984-05-16
ES526353A0 (es) 1984-06-16
NO158451C (no) 1988-09-14
PL140520B1 (en) 1987-05-30
IT8322720A0 (it) 1983-09-01
FR2534173A1 (fr) 1984-04-13
CA1213101A (en) 1986-10-28
GB8323498D0 (en) 1983-10-05
AT391101B (de) 1990-08-27
ZA836963B (en) 1984-05-30
CS736883A2 (en) 1985-08-15
NO833685L (no) 1984-04-12
FI78856C (fi) 1989-10-10
IT1167368B (it) 1987-05-13
AU1906883A (en) 1984-04-19
GB2129357B (en) 1985-11-13
BE897960A (fr) 1984-01-30
DK465183A (da) 1984-04-12
AU554727B2 (en) 1986-08-28
SE458512B (sv) 1989-04-10
FR2534173B1 (fr) 1986-12-19
HU186314B (en) 1985-07-29
FI833565A (fi) 1984-04-12
PL244110A1 (en) 1984-06-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8302950A (nl) Indrijfapparaat voor spijkers en dergelijke bevestigingselementen.
KR900003546A (ko) 급동 바 클램프
JPS5838278B2 (ja) 電気抵抗継目溶接装置
CN108246910B (zh) 一种可进行自动送料的冲床
NL9201369A (nl) Elektrisch handgereedschap met reciprocerende aandrijving.
US4044619A (en) Device for controlling auxiliary means arranged in the reciprocating carriage of single or multistage presses
AU600424B2 (en) Feed device, particularly for can bodies
CN108946031B (zh) 模台驱动装置及堆垛机
NL8020045A (nl) Slagpers.
US3831528A (en) Pressure relieved trolley stop for conveyors
NL7905980A (nl) Inrichting voor het bevestigen van de bovenaanslag op een ritssluitingdraagband.
JPH07316911A (ja) 取付部品を供給するための装置
US4665659A (en) Grinder for grinding an end surface of a cylindrical workpiece
GB1348166A (en) Long-arm grinding machine
EP0950447B1 (en) Forging press comprising an adjustment device
US4373708A (en) Thrust absorption mechanism
SU1260054A1 (ru) Сталкиватель обрезков
US2729903A (en) Release mechanism
SU799877A1 (ru) Механизм выталкивани заготовокиз пуАНСОНА ХОлОдНОВыСАдОчНОгОАВТОМАТА
SU318263A1 (ru) Загрузочно-разгрузочное устройство
US58887A (en) Improvement in machines for making spikes
US6109499A (en) Device for moving wire on machine tools
NL8303030A (nl) Drukapparaat.
JPS5922566B2 (ja) フイルタ−プレスの送り装置
US2659408A (en) Wire bending die unit

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed