NL7905980A - Inrichting voor het bevestigen van de bovenaanslag op een ritssluitingdraagband. - Google Patents
Inrichting voor het bevestigen van de bovenaanslag op een ritssluitingdraagband. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7905980A NL7905980A NL7905980A NL7905980A NL7905980A NL 7905980 A NL7905980 A NL 7905980A NL 7905980 A NL7905980 A NL 7905980A NL 7905980 A NL7905980 A NL 7905980A NL 7905980 A NL7905980 A NL 7905980A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- dowel
- dowels
- holder
- stop
- arms
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A44—HABERDASHERY; JEWELLERY
- A44B—BUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
- A44B19/00—Slide fasteners
- A44B19/42—Making by processes not fully provided for in one other class, e.g. B21D53/50, B21F45/18, B22D17/16, B29D5/00
- A44B19/60—Applying end stops upon stringer tapes
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/53—Means to assemble or disassemble
- Y10T29/53291—Slide fastener
- Y10T29/53296—Means to assemble stop onto stringer
Landscapes
- Slide Fasteners (AREA)
- Sewing Machines And Sewing (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
- Absorbent Articles And Supports Therefor (AREA)
Description
* >
Yoshida Kogyo K.K. te Tokio, Japan
Inrichting voor het "bevestigen van de bovenaanslag op een ritssluitingdraagband.
De uitvinding heeft betrekking cp een inrichting voor het bevestigen van een bovenaanslag op een einde van een reeks van sluit-elementen van een ritssluitingdraagband.
Een bovenaanslag met een U-vormige of Y-vormige dwars-5 doorsnede en een paar van tegenover elkaar cp een afstand van elkaar gelegen benen wordt aan een langsrand van een ritssluitingdraagband bevestigd door het plaatsen van de baudrand tussen de qp een afstand van elkaar gelegen benen en het vervormen of naar elkaar toe klinken van de benen boven de bandrand door een paar van relatief beweegbare drevels.
10 Bij het aanbrengen van de bovenaanslag is het noodzakelijk om hem op correcte wijze tussen de drevels toe te voeren en de drevels naar elkaar toe te persen terwijl de bovenaanslag stabiel wordt gehouden tussen deze drevels.
Een bekende inrichting is beschreven in de Japanse 15 publicatie nr. 39-^25 en deze toont een inrichting voor het automatisch toevoeren van een bovenaanslag tussen een paar van tegenover elkaar gelegen drevels en het vastklinken van de bovenaanslag over de langsrand van een draagband die is gestoken tussen de tegenover elkaar gelegen benen van de bovenaanslag. De bekende inrichting omvat een aandrijf-20 cilinder met een eerste drevel en een aangedreven buisvormige cilinder dieis geplaatst over de aandrijfcilinder en een tweede drevel heeft, waarbij tussen de eerste en de tweede drevel een bovenaanslag wordt toegevoerd. Met de bovenaanslag tussen de drevels worden de aandrijf-en de aangedreven cilinder gedraaid rond de hartlijnen over een bepaalde 25 hoek naar een vastklinkpositie waarin een langsrand van een draagband wordt gestoken tussen de benen van de bovenaanslag. Vervolgens wordt de aandrijfcilinder ingeschakeld om tot gevolg te hébben dat de eerste drevel beweegt naar de tweede drevel cp de aangedreven cilinder terwijl deze stil wordt gehouden, zodat de benen van de eindaanslag over de langsrand 30 7905980 4s y.
2 van de üand worden vaat geklonken.
Het probleem met de bekende inrichting is, dat een relatief grote eindaanslag niet op de geschikte wijze kan worden bevestigd, omdat de eerste drevel beweegt langs een gebogen baan rond de 5 hartlijn van de aandrijf cilinder, en niet in staat is om gelijkmatige vastklinkkrachten uit te oefenen over het gehele gebied van de benen van de eindaanslag.
Volgens de uitvinding bezit een inrichting voor het aanbrengen van een eindaanslag op een ritssluiting, een paar van drevel-10 armen die draaibaar op een drevelhouder zijn gemonteerd die is gemonteerd op een as die draaibaar op een frame is ondersteund. De drevelarmen hebben een paar van respectieve drevels aan het ene einde voor het vast--klinken van een eindaanslag rond een langsrand van een ritssluiting-draagband. Drevelaandrijfmiddelen zijn werkzaam qp de drevelhouder ge-15 monteerd en werken op de andere einden van de drevelarmen voor het be wegen van de drevels naar elkaar toe en van elkaar af. De drevelarmen en de drevelhouder zijn draaibaar over in ioofdzaak een hoek van 90° tussen een stand voor het aanbrengen van de aanslag en een stand voor het toevoeren van een aanslag in responsie op een hoekbeweging van de as 20 rond zijn eigen hartlijn. Eerste middelen zijn cp het frame gemonteerd voor het bekrachtigen van het drevelaandrijforgaan voor het bewegen van de drevels naar elkaar toe voor het vastklinken van de aanslagbenen rond de langsrand van de band indien de drevelarmen zich in de stand voor het aanbrengen bevinden. Tweede organen zijn op het frame aangebracht voor 25 het bekrachtigen van het drevelaandri jforgaan voor het bewegen van de drevels van elkaar af voor het ontvangen van een aanslag daartussen indien de drevelarmen zich in de stand voor het toevoeren van een aanslag bevinden.
Het is een oogmerk van de uitvinding om een inrichting 30 te leveren voor het bevestigen van een aanslag op stevige wijze cp een langsrand van een draagband van een ritssluiting.
Een ander oognerk van de uitvinding is het leveren van een inrichting voor het aanbrengen van een aanslag die voorzien is van een orgaan voor het op gelijkmatige wijze uitoefenen van vastklinkkrachten 35 op de rand van een aanslag.
7905980
V
3 *
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: 5 fig. 1 een fron taan zicht van een inrichting voor het bevestigen van een aanslag, fig. 2 een zijaanzicht van de inrichting van fig. 1, fig, 3 een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2, fig. Η een uit elkaar getrokken aanzicht van een midden-10 gedeelte van de inrichting, fig. 5 in perspectief op grotere schaal een bovenaanslag die kan worden bevestigd door de uitgevonden inrichting, fig. 6 een schematisch bovenaanzicht van een paar ritssluitin gdraagb an den met een paar van de aanslagen van fig. 5 die er 15 op bevestigd zijn, de fig. 7 en 8 zijaanzichten van een gedeelte van de inrichting ter toelichting van de wijze waarop een bovenaanslag aan een ritssluitingdraagband wordt bevestigd, en de fig. 9-11 zijaanzichten van een gedeelte van de in-20 richting ter toelichting van de wijze waarop een bovenaanslag wordt toe- gevoerd naar een stand tussen een paar van vastklinkende drevels.
De in fig. 1 weergegeven inrichting 12 voor het bevestigen van een eindaanslag omvat een frame 13, een horizontale as 14 die draaibaar op het frame 13 is ondersteund, en een drevelhouder 15 in 25 de vorm van een schijf die is gemonteerd op een einde van de as 1^.
De as 1U is in hoekrichting beweegbaar rond zijn eigen hartlijn over een bepaalde hoek (in dit geval 90°) onder invloed van een geschikt mechanisme, zoals een heugel en tandwiel lUa. Zoals in de fig. 2-k is weergegeven, heeft de drevelhouder 15 een pen 16 die excentrisch is 30 geplaatst ten opzichte van de as 14. Een paar drevel armen 17 en 18 is draaibaar op de pen 16 gemonteerd. Elk van de drevel armen 17 en 18 heeft een lager—nok 19, 20 (fig. l·) inclusief overlappende gedeelten waarover de pen 16 zich uitstrekt, terwijl de drevel armen 17 en 18 in hoofdzaak in een lijn met elkaar liggen.
35 De drevelhouder 15 heeft een door het midden lopende 7905980 '4.
l* groef 21 omvattende een ondiep gedeelte 22 en een diep gedeelte 23» waarbij de pen 16 uitsteekt uit het ondiepe groef gedeelte 22, Een paar van gesegmenteerde stopplaten 2k en 25 is op de drevelhouder 15 gemonteerd en er bevindt zich een aan elke zijde van de groef 21 voor het 5 beperken van de roterende beweging van de drevelarmen 17 en 18 die daar tussen zijn opgesteld.
De drevelarmen 1? en 18 hebben een paar van tegenover elkaar gelegen drevels 26 en 27 aan het ene einde» welke drevels een paar tanden 28 en29 hebben die in de richting van elkaar uitsteken.
10 Sen ruimte 30 is tussen de drevelarmen 17 en 18 aanwezig en strekt zich uit van de drevels 26 en 27 tot de nokken 19 en 20.
Een drevelaandrijforgaan 31 omvat een langwerpige schuif 32 die schuifbaar is qpgesteld in het diepe groef gedeelte 23.
De schuif 32 heeft een paar van convergerende nókvlakken 33 en 3^.
15 Het drevelaandrij forgaan 31 omvat ocik een paar van ndkvolgers 35 en 36 (fig. 7) in de vorm van rollen die draaibaar op de einden van de respectieve drevelarmen 17 en 18 zijn gemonteerd en zich op een afstand bevinden van de drevels 26 en 27, welke rollen 35 en 36 in rollende samenwerking zijn met de respectieve hellende nókvlakken 33 en 3U.
20 De drevels 26 en 27 zijn dus naar elkaar toe beweegbaar in responsie op de beweging van de rollen 35 en 36 van elkaar af, welke beweging wordt veroorzaakt door de schuivende beweging van de schuif 32 naar het midden van de drevelhouder 15. De schuif 32 heeft een groef 37 (fig. 3), waarin een pen 38 van de drevelhouder 15 uitsteekt. Een schroeflijn-25 vormige compressie veer 39 werkt tussen de pen 38 en een einde van de groef 37 voor het belasten van de schuif 32 in een richting voor het normaal sluiten van de drevels 26 en 27.
Zoals in fig. 1* is weergegeven is elk van een paar koppelstukken 1*0 en 1*1 aan het ene einde draaibaar verbonden met een van 30 de drevelarmen 17 en 18 aan het einde daarvan dat is afgekeerd van de drevels 26 en 27, terwijl de andere einden van de koppelstukken Uo en M draaibaar zijn gekoppeld met een pen 1*2 op de schuif 32. Een beweging van de schuif 32 weg uit het midden van de drevelhouder 15 heeft tot gevolg dat de koppelstukken 1*0 en 1*1 naar elkaar toe bewegen, waarna de 35 drevels 26 en 27 van elkaar af worden bewogen.
7905980 5 *
Een aanslaghouder U3 omvat een gevorkte schuif UU die schuifbaar is opgesteld in het ondiepe groefgedeelte 22 van de drevelhouder 15» welke gevorkte schuif 3U een paar benen U5 en U6 heeft die elk zijn geplaatst aan een zijde van de pen 16. Een steun U7 is op de schuif Uk ge-5 monteerd en bevindt zich in de ruimte 30 tussen de drevelarmen 17 en 18. De steun U7 heeft een groef U8 die opent in de richting van de drevels 26 en 27. Een schroeflijn vormige compressie veer U9 werkt tussen de pen 16 en de steun U7 (fig. 3) voor het in radiale richting naar buiten ten opzichte van de drevelhouder 15 belasten van de schuif UU, 10 Zoals in fig. 5 is weergege-^ven omvat een bekende bovenaanslag 50 een kop 51 en een paar benen 52 en 53 die cp een afstand van elkaar zich uitstrekken vanaf de kop 51. De bovenaanslag 50 wordt naar de stand van fig. 11 overgebracht door de drevels 26 en 27 met de kop 51 (fig. 5) in de groef U8 (fig. 2 of U) in de steun U7, waarbij de benen 52 15 en 53 (fig. 5) veerkrachtig tegenover de tanden 28 en 29 (fig. 2 en U) cp de drevels 26 en 27 worden gehouden door de veerbelaste aanslaghouder U3. Zoals in de fig. 2 en 3 is weergegeven heeft een vasthouder 5U die op het frame 13 is gemonteerd, een gebogen oppervlak 55 dat samenwerkt met de steun U7 van de aanslaghouder U3 teneinde te voorkomen dat de 20 aanslaghouder U3 uit het ondiepe groefgedeelte 22 beweegt. Zoals in de fig. 1 en 3 zichtbaar is, is een dekplaat 56 aan de pen 16 bevestigd die de drevelarmen 17 en 18 bedekt.
Zoals in fig. 2 is weergegeven wordt een heen en weer beweegbaar blok 57 voor horizontale beweging cp het frame 13 ondersteund 25 voor het belasten van de schuif 32 in radiale richting ten opzichte van de drevelhouder 15 (of in een tweede richting zoals in conclusie 6 is genoemd) voor het sluiten van de drevels 26 en 27. Een schuifterugtrekhef-boom 58 is draaibaar cp het frame 13 gemonteerd met behulp van een pen 59· De hefboom 58 heeft een gebogen arm 60 die normaal tegen de omtrek van 30 de drevelhouder 15 wordt gehouden onder de belasting van een trekveer 61 die werkt tussen de hefboom 58 en het frame 13. Een aan drijfstang 62 is draaibaar op de hefboom 58 gemonteerd. Indien de aandrijfstang 62 wordt teruggetrokken (naar rechts wordt bewogen in de tekening), wordt de hefboom 58 tegen de bewegingsrichting van de wijzers van een uurwerk 35 geroteerd teneinde de gebogen arm 60 in staat te stellen om te gaan samen- 7905980 a 6 werken met de pen k2 op de schuif 32 en daardoor de schuif 32 terug te trekken weg uit het midden van de drevelhouder 15 (of in een eerste richting zoals in conclusie 6 is genoemd), waarna de drevelhouders 26 en 27 van elkaar af bewegen.
5 Een drevelopen-hefboom 63 is pp een bestuurbare aange dreven as 6h (fig. 1 en 2) gemonteerd die draaibaar pp het frame 13 is ondersteund. De drevel-open-hefboom 63 heeft een horizontale flens 65 die in samenwerking kan komen met de pen k2 op de schuif 32 voor het teweegbrengen van het terugtrekken van de schuif 32 in radiale richting 10 naar buiten, waarbij de drèvels 26 en 27 van elkaar af bewegen. De drevel— open-hefboom 63 is beweegbaar in hoekrichting teneinde de horizontale flens 65 toe te staan pp en neer te bewegen.
Een aanslagtoevoer 67 omvat een g>oot 68 met een paar rails 69 en70 waarlangs een reeks van bovenaanslagen 50 wordt ppgeborgen 15 en toegevoerd, een drukstang 71 die is op gesteld tussen de gootrails 69 en70 en in vertikale richting heen en weer beweegbaar is gemonteerd op het frame 13 voor het afvoeren van een van de bovenaanslagen 50 per keer uit de goot 68, en een paar steunarmen 72 en 73 die draaibaar pp het frame 13 zijn gemonteerd voor het gezamenlijk ondersteunen van de 20 af ge voerde bovenaanslag 50 daartussen. De steunarmen 72 en 73 worden naar elkaar toe belast onder de kracht van een trekveer 7^ die werkt tussen de steunarmen 72 en 73. De drukstang 71 kan naar beneden worden bewogen teneinde de uiterste bovenaanslag 50 voorbij de steunarmen 72 en 73 te drukken terwijl deze van elkaar af worden gedrukt (door de aanslag 25 50) tegen de belasting van de veer 7^.
De steun U7 op de schuif Uh (fig, 2) heeft een pen 75 die naar voren uitsteekt weg van de drevelhouder 15 voorbij de drevel-armen 17 en 18. Een vasthoudplaat 76 is draaibaar gemonteerd met behulp van een pen 77 op het frame 13. De vasthoudplaat 76 heeft een vrij einde 30 78 dat kan samenverken met de pen 75 op de steun 1*7 en is ppgesteld voor het bedekken van een gebied waarin de steunarmen 72 en 73 en de groef 1*8 in de steun 1*7 met elkaar samenwezken. De vasthoudplaat 76 wordt belast door een trekveer 79 teneinde te draaien rond de pen 77 tegen de bewegingsrichting van de wijzers van een uurwerk in een in hoofdzaak horizontale 35 stand waarin het andere einde van de vasthoudplaat 76 samenwerkt met een 7905980 7 voeler 80 van een vaste grenss chakelaar 81 voor het bedienen van de grensschakelaar 81.
De inrichting 12 wordt in volgorde bestuurd door een geschikte besturingsinrichting die kan worden bekrachtigd in responsie 5 op het inschakelen van een (niet weergegeven) voetschakelaar. Een dergelijke besturingsinrichting omvat een aangedreven volgorde klck-schakelaar die kan worden gestart door het bedienen van de grens-schakelaar 81.
De werking van de inrichting 12 is als volgt: zoals 10 in fig. 7 is weergegeven wordt een langsrand van een ritssluitingdraag- band 82 gestoken tussen de op een afstand van elkaar gelegen benen 52 en 53 van een bovenaanslag 50 die wordt ondersteund door en tussen de drevels 26 en 27 op de drevelhouder 15. De houder 15 wordt in een eerste stand gehouden aan een einde van zijn hoekbeweging door middel van de 15 as 1k (fig. 1). De voets chakelaar wordt bediend om tot gevolg te hebben dat het blok 57 de schuif 32 in radiale richting naar binnen ten opzichte van de drevelhouder 15 drukt, waarna de nokvlakken 33 en 3¾ de rollen 35 en 36 van elkaar af bewegen, zodat wordt mogelijk gemaakt dat de drevels 26 en 27 de benen van de aanslag 50 rond de langsrand van 20 de draagband 82 klinken. Zoals in fig. 8 is weergegeven wordt het blok 57 dan teruggetrokken en qp hetzelfde moment wordt de aandrijfstang 62 weer gedrukt tegen de kracht van de veer 61 teneinde tot gevolg te hebben dat de gebogen arm 60 samenweikt met de pen 1*2 en deze weg beweegt van de drevelhouder 15. De koppelstukken 1*0 en 1*1 worden naar elkaar 25 toe getrokken, hetgeen tot gevolg heeft dat de drevels 26 en 27 van elkaar af bewegen. De bevestigde aanslag 50 op de draagband 82 wordt naar buiten getrokken door de veeibelaste steun 1*7 en wordt dan van de drevels 26 en 27 bevrijd qp de weergegeven wijze,
De as 11* wordt dan in hoekrichting bewogen over in hoofd-30 zaak 90° teneinde de drevelhouder 'S te brengen naar de tweede stand diè in fig. 9 is weergegeven aan het andere einde van zijn gebied van hoekbeweging. Op dit moment komen de pen 1*2 en de horizontale flens 65 van de horizontale drevel-open-hefboom 63 van onderaf in samenwerking. De samenwerking van de pen 1*2 met de flens 65 heeft tot gevolg dat de 35 koppelstukken 1*0 en 1*1 samen worden bewogen, waarna de drevelarmen 17 en 7305980 '4 % 8 18 in hoekrichting worden bewogen om de drevels 26 en 27 geheel van elkaar af te spreiden. Be steun b7 wordt toegestaan om in radiale richting naar buiten te bewegen in aanraking met de steun armen 72 en 73 onder de belasting van de veer U9, Gelijktijdig beweegt de pen 75 5 de vasthoudplaat 76 in hoekrichting rond de pen 77 tegen de kracht van de veer 79» waardoor de grens schakelaar 81 op de weergegeven wijze buiten samenwerking wordt gebracht. Op dit moment wordt de uiterste bovenaanslag 50 ondersteund en tussen de steun armen 72 en 73 met de kop 51 van de aanslag 50 naar binnentredend in de groef U8 in de steun ^7. Be 10 steun U7 wordt geperst door de drukstang 71 tegen de kracht van de veer 1+9 totdat de eindaanslag 50 zich bevindt tussen de drevels 26 en 27 terwijl deze van elkaar af worden gehouden (fig. 10). Een neerwaartse beweging van de steun U7 staat het aan de vasthoudplaat j6 toe om te draaien onder de belasting van de veer 79 naar zijn aanvankelijke hori-15 zontale stand, waarna de vasthoudplaat 76 samenwerkt met de voeler 80 en de grensschakelaar 81 inschakelt. Het inschakelen van de grensschakelaar 81 stelt de tijdschakelaar in staat om te worden gestart.
Zoals in fig. 11 is weergegeven wordt de drevel-open— hefboom 63 dan naar boven geroteerd rond de pen 6U teneinde de flens 20 65 toe te staan los te komen van de pen k2. Be schuif 32 beweegt in radiale richting naar binnen onder de kracht van de veer 39 (fig. 3) en de nokvlakken 33 en 3*+ laten de rollen 35 en 36 van elkaar af bewegen, waardoor aan de drevels 26 en 27 wordt toegestaan om de eindaanslag 50 tussen zich in te houden. Be benen van de eindaanslag 50 worden tegen 25 de tanden 28 en 29 van de drevels 26 en 27 gehouden onder de kracht van de veer ^9. Be tijdschakelaar veroorzaakt na verloop van een bepaald tijd interval dat de as HO wordt teruggebracht teneinde de drevelhouder 15 naar zijn eerste stand te brengen, aangenomen dat de grensschakelaar 81 is bediend. Op deze wijze wordt een cyclus van de werking voltooid.
30 Terwijl de eindaanslag 50 wordt toe gevoerd uit de steunarmen 72 en 73 naar de stand tussen de drevels 26 en 27, belet het vrije einde 78 van de vasthoudplaat 76 dat de aanslag?) op onbedoelde wijze uit de inrichting 12 valt.
Indien in fig. 11 geen aanslag aanwezig is tussen de 35 drevels 26 en 27 wordt de steun b7 in radiale richting naar buiten bewogen 7905980 9 onder de belasting van de veer ^9» hetgeen de drevels 26 en 27 van elkaar af doet bewegen totdat de steun ^7 in samenwerking komt met de armen 72 en 73. De vasthoudplaat 76 wordt in hoekrichting bewogen door de pen 75 rond de pen 77, waardoor de grens schakelaar 81 wordt uit geschakeld.
5 Met de uit geschakelde grens schakelaar 81 wordt na verloop van een bepaalde tijd die wordt bestuurd door de tijdschakelaar, de as lU gestept die de ckevelhouder 15 in zijn tweede stand handhaaft. De inrichting 12 wordt dus onwerkzaam gehouden totdat een eindaanslag 50 tussen de drevels 26 en 27 wordt toegevoerd.
10 Hoewel kleine veranderingen zouden kunnen worden voor gesteld door een deskundige, moet worden op gemerkt dat binnen het kader van de conclusies ook andere uitvoeringsvormen vallen dan in de tekening zijn weergegeven.
7905980
Claims (20)
1. Inrichting voor het bevestigen van een eindaanslag met een paar van op afstand van elkaar gelegen benen, aan een langs rand van een draagband van een ritssluiting, met het kenmerk, dat de in- 5 richting besta^at uit: a) een frame b) een as die heen en weer beweegbaar is ondersteund cp het frame voor hoekbeweging rond zijn eigen hartlijn tussen eerste en tweede standen, 10 c) een paar van drevalarmen die draaibaar zijn gemon teerd op de as en een paar van tegenover elkaar gelegen vastklink-drevels hebben voor het ontvangen van de benen van de eindaanslag daartussen, welke drevel armen gezamenlijk in hoekrichting beweegbaar zijn met de as, 15 d) drevelarmaandrij forganen die werkzaam zijn gemonteerd op de as voor het bewegen van de drevels naar elkaar toe en van elkaar af, e) eerste middelen op het frame voor het aandrijven van de drevelaxmaandzijfmiddelen teneinde de drevels in staat te stellen 20 om de eindaanslagbenen te klinken rond de langsrand van de band en vervolgens de vastgeklonken benen in de eerste stand van de as los te laten, en f) tweede middelen op het frame voor het aandrijven van de drevelarmaandrijfmiddelen teneinde drevels in staat te stellen 25 om de benen van een volgende aanslag te ontvangen en vast te houden in de tweede stand van de as.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat qp de as een drevelhouder is gemonteerd, en op de drevelhouder een p»en, welke pen de drevelarmen draaibaar ondersteund. 30 3, Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de drevelarmen een paar lager—nokken hebben die overleppende gedeelten omvatten die draaibaar op de pen zijn gemonteerd. H. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een paar van op afstand van elkaar gelegen stops qp de drevelhouder 35 aanwezig zijn en dienen voor het beperken van de roterende beweging van 7905980 » de drevelarmen.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vastklinkdrevels zich bevinden aan een einde van de drevelarmen en dat de drevelaandri jfiniddelen verken op het andere einde van de drevel- cj armen.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een drevelhouder op de as is gemonteerd en draaibaar de daarop bevestigde drevelarmen ondersteunt, welke drevelhouder een groef heeft, waarbij de drevelarmaandrijfiniddelen een schuif omvatten die beweeg- 10 baar is in en langs de groef, welke schuif een paar nokvlakken heeft, een paar nok volgers op de respectieve drevelarmen die samenverken met de nokvlakken, en een paar koppelstukken die elk draaibaar zijn gekoppeld met de schuif aan een van de drevelarmen, welke klinkende drevels beweegbaar zijn naar elkaar toe door de werking van de nokvlakken en ·£ nok volgers in responsie op beweging van de schuif in een tweede richting tegengesteld aan een eerste richting.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk. dat de drevelarmaandrij flniddelen een veer omvatten die de schuif in de eer/ste richting drukt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de veer tussen de schuif en de drevelhouder werkt.
9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de nokvlakken naar elkaar toe hellend zijn in de eerste richting, terwijl de nbkvolgers een paar rollen omvatten die draaibaar zijn tegen 25 de nokvlakken.
10. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het eerste aandrijf orgaan een blok omvat op het frame voor het drukken van de schuif in de eerste richting en een hefboom die draaibaar is gemonteerd qp het frame voor het terugtrekken van de schuif in 30 de tweede richting.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de schuif een pen bezit die de koppelstukken draaibaar verbindt, welke hefboom kan samenwerken met de pen.
12. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk. 35 dat het tweede aan drijfmiddel een hefboom omvat die draaibaar op het 790 59 80 ï % frame is gemonteerd en kan samenwerken met de schuif voor het bewegen van d/e schuif in de tweede richting.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk. dab de schuif een pen bezit die 'de koppelstukken draaibaar koppelt welke 5 hefboom kan samenwerken met de pen. 1U. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een drevelhouder is onderstemd op de as en de drevel armen draaibaar ondersteunt welke drevelhouder een groef heeft, omvattende een eindaan-slagbouder die schuifbaar in de groef is gemonteerd en een steun heeft Ό voor het houden van de aanslag met zijn benen ondersteund door de respec tieve vastklinkdrevels,
15. Inrichting volgens conclusie 1U, met het kenmerk, dat de vastklink drevels een paar van respectieve tanden bezitten die in de richting van elkaar uitsteken, waarbij de eindaanslaghouder veer-15 organen heeft voor het belasten van de steun in een richting voor het persen van de eindaanslagbenen tegen de respectievelijk dreveltanden.
16. Inrichting volgens conclusie 15» met het kenmerk dat de veerorganen werken tussen de veer en de drevelhouder.
17. Inrichting volgens conclusie 15» met hetkenmerk» 20 dat de steun een groef heeft voor het ontvangen van een gedeelte van de aanslag.
18. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een eindaanslagtoevoerorgaan op het frame is gemonteerd voor het toevoeren van de aanslag tussen de vastklinkende drevels indien de drevel- 25 armen zich in de tweede stand bevinden.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het eindaanslagtoevoerorgaan een goot omvat die aan het frame is bevestigd voor het bevatten van een reeks -«n aanslagen, een drukstang die heen en weer beweegbaar, op het frame is gemonteerd voor het afvoeren 30 van de uiterste van de aanslagen uit de goot, en een paar steunarmen die draaibaar op het frame zijn gemonteerd voor het gezamenlijk ondersteunen van de afgevoerde aanslag daartussen voordat de aanslag wordt ontvangen door de vastklinkdrevels.
20. Inrichting volgens conclusie 19» met het kenmerk. 35 dat een veer is aangebracht die de steunarmen naar elkaar toe belast, 7905980 Λ terwijl de drukstang beweegbaar is voor het belasten van de aanslag naar de vastklinkdrevels voorbij de steunarmen terwijl zij van elkaar af worden bewogen tegen de kracht van de veer.
21. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk. 5 dat een drevelhouder op de as is gemonteerd en de drevelarmen daarop draaibaar ondersteund, terwijl een aanslaghouder schuifbaar op de drevelhouder is gemonteerd, welke eindaanslaghouder een steun heeft voor het vasthouden van de aanslag, en een veer die de steun tegen de steunarmen belast indien de vastklink drevels van elkaar af zijn bewogen in t) de tweede stand van de as.
22. Inrichting voor het bevestigen van een aanslag aan een ritssluiting, met het kenmerk, dat hij bestaat uit: a) een frame, b) een as die heen en weer beweegbaar op het frame 15 is ondersteund voor hoekbeweging rond zijn eigen hartlijn over een hoek van in hoofdzaak 90° tussen eerste en tweede standen aan de einden van de hoekbeweging over 90° van de as, c) een drevelhouder dieq? de as is gemonteerd, d) een paar drevelarmen die draaibaar op de drevelhouder 20 zijn gemonteerd en een paar vastklinkdrevels hebben aan het ene einde daarvan, welke drevelarmen gezamenlijk in hoekiichting met de as beweegbaar zijn, e) drevelarmaandrijfiniddelen die werkzaam pp de drevelhouder zijn gemonteerd voor het bewegen van de drevels naar elkaar toe 25 indien de as zich in de eerste stand bevindt en voor het bewegen van de drevels van elkaar af indien de as zich in de tweede stand bevindt, f) aanslagvasthoudmiddelen die zijn gemonteerd op de drevelhouder voor het ondersteunen van de aanslag tussen de vastklinkdrevels terwijl de as in hoekrichting wordt bewogen van de tweede naar 30 de eerste stand, en g) eindaanslagtoevoermiddelen die pp het frame zijn gemonteerd voor het toevoeren van de volgende aanslag tussen de drevels indien de as zich in de tweede stand bevindt.
23. Inrichting voor het bevestigen van een aanslag aan 35 een ritssluiting, met het kenmerk, dat hij bestaat uit: 7905980 i Hl· a) een frame, b) een drevelhouder die heen en veer bewee$jaar is ondersteund op het frame voor hoekbeweging over een hoek van in hoofd-zaak 90°, 5 c) een paar van drevelannen die draaibaar pp de drevel houder zijn gemonteerd en een paar van tegenover elkaar gelegen vast-klinkdrevels hebben voor het vastklinken van de eindaanslag daartussen, d) drevelarmaandrijfmiddelen die werkzaam zijn gemonteerd op de drevelhouder voor het bewegen van de vastklink drevels naar 10 elkaar toe en van elkaar af, e) eerste middelen op het frame voor het aandrijven van de aandrijfmiddelen voor het bewegen van de drevels naar elkaar toe indien de drevelhouder zich aan het ene einde van zijn hoekbeweging bevindt, en 15 f) tweede middelen op dit frame voor het aandrijven van de aandri j fmi ddelen voor het bewegen van de drevels van elkaar af indien de drevelhouder zich aan het andere einde van zijn hoekbeweging bevindt. 2ll·. Inrichting zoals weergegeven in de tekening en/of 20 besproken aan de hand daarvan. 790 59 80
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP9570978A JPS5521976A (en) | 1978-08-04 | 1978-08-04 | Front portion stop mounting device of slide fastener |
JP9570978 | 1978-08-04 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7905980A true NL7905980A (nl) | 1980-02-06 |
NL183802B NL183802B (nl) | 1988-09-01 |
NL183802C NL183802C (nl) | 1989-02-01 |
Family
ID=14145020
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE7905980,A NL183802C (nl) | 1978-08-04 | 1979-08-03 | Inrichting voor het bevestigen van een eindaanslag aan een draagband van een ritssluiting. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4307511A (nl) |
JP (1) | JPS5521976A (nl) |
AU (1) | AU522140B2 (nl) |
BE (1) | BE878060A (nl) |
BR (1) | BR7905055A (nl) |
CA (1) | CA1147129A (nl) |
DE (1) | DE2931639C2 (nl) |
ES (1) | ES483859A1 (nl) |
FR (1) | FR2432282A1 (nl) |
GB (1) | GB2029896B (nl) |
HK (1) | HK33887A (nl) |
IT (1) | IT1165698B (nl) |
MY (1) | MY8600300A (nl) |
NL (1) | NL183802C (nl) |
PH (1) | PH17396A (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS581315U (ja) * | 1981-06-29 | 1983-01-06 | ワイケイケイ株式会社 | スライドファスナ−のストリンガ−開金具取付器 |
JPS5951820B2 (ja) * | 1981-12-29 | 1984-12-15 | ワイケイケイ株式会社 | フアスナ−チエ−ンの下止具取付方法およびその装置 |
JPS6173602A (ja) * | 1984-09-18 | 1986-04-15 | ワイケイケイ株式会社 | スライドフアスナ−における開離嵌插具取付方法 |
CA1282944C (en) * | 1985-08-28 | 1991-04-16 | Kozo Watanabe | Apparatus for attaching top end stops to a continuous slide fastener chain |
EP0215359B1 (en) * | 1985-09-05 | 1989-08-16 | Yoshida Kogyo K.K. | Top end-stop attaching machine with improved top end-stop supplying apparatus |
JPH0659248B2 (ja) * | 1987-08-04 | 1994-08-10 | 吉田工業株式会社 | スライドファスナ−の部品取付け装置 |
TW201700029A (zh) * | 2015-06-24 | 2017-01-01 | Ykk Corp | 止擋部安裝裝置 |
Family Cites Families (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB600541A (en) * | 1946-02-04 | 1948-04-12 | Strauss Fasteners Inc | Improvements in apparatus and method of controlling paired operations for making slide fasteners |
GB409922A (en) * | 1932-06-23 | 1934-05-10 | Lucien Marcel Schune | Improvements in machines for the manufacture of sliding clasp fasteners |
US2096685A (en) * | 1934-10-05 | 1937-10-19 | Hookless Fastener Co | Stop applying machine for slide fasteners |
GB486736A (en) * | 1937-12-13 | 1938-06-09 | Metallbesatz G M B H | Improvements in or relating to machines for making sliding clasp fasteners |
US2619148A (en) * | 1947-10-31 | 1952-11-25 | Talon Inc | Stop applying machine for slide fasteners |
US2763051A (en) * | 1949-05-11 | 1956-09-18 | Scovill Manufacturing Co | Machine for making fastener stringers |
FR1067418A (fr) * | 1951-12-04 | 1954-06-15 | Lightning Fasteners Ltd | Machine pour la fabrication et la fixation de butées sur des fermetures à curseur |
GB723812A (en) * | 1952-05-26 | 1955-02-09 | Guest Keen & Nettlefolds Ltd | Improvements in machines for applying washers to screw blanks and the like |
GB1207280A (en) * | 1968-12-10 | 1970-09-30 | Morris Perlman | A semiautomatic wire fed top stop machine |
CA929732A (en) * | 1969-11-12 | 1973-07-10 | Yoshida Kogyo Kabushiki Kaisha | Method and apparatus for automatically affixing top stops on slide fastener chain |
US3714698A (en) * | 1970-03-14 | 1973-02-06 | Yoshida Kogyo Kk | Method and machine for assembling slide fasteners of separable type |
FR2129954B1 (nl) * | 1971-03-23 | 1974-08-23 | Yoshida Kogyo Kk | |
BE789530A (fr) * | 1971-10-02 | 1973-01-15 | Yoshida Kogyo Kk | Appareil applicateur d'arret d'extremite pour fermetures a curseur cachees |
-
1978
- 1978-08-04 JP JP9570978A patent/JPS5521976A/ja active Granted
-
1979
- 1979-07-26 AU AU49250/79A patent/AU522140B2/en not_active Ceased
- 1979-08-03 DE DE2931639A patent/DE2931639C2/de not_active Expired
- 1979-08-03 BE BE0/196585A patent/BE878060A/xx not_active IP Right Cessation
- 1979-08-03 BR BR7905055A patent/BR7905055A/pt not_active IP Right Cessation
- 1979-08-03 CA CA000333196A patent/CA1147129A/en not_active Expired
- 1979-08-03 FR FR7920038A patent/FR2432282A1/fr active Granted
- 1979-08-03 NL NLAANVRAGE7905980,A patent/NL183802C/nl not_active IP Right Cessation
- 1979-08-03 US US06/063,513 patent/US4307511A/en not_active Expired - Lifetime
- 1979-08-04 ES ES483859A patent/ES483859A1/es not_active Expired
- 1979-08-06 GB GB7927362A patent/GB2029896B/en not_active Expired
- 1979-08-06 IT IT68623/79A patent/IT1165698B/it active
- 1979-08-06 PH PH22863A patent/PH17396A/en unknown
-
1986
- 1986-12-30 MY MY300/86A patent/MY8600300A/xx unknown
-
1987
- 1987-04-23 HK HK338/87A patent/HK33887A/xx unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL183802C (nl) | 1989-02-01 |
DE2931639C2 (de) | 1984-07-05 |
US4307511A (en) | 1981-12-29 |
GB2029896A (en) | 1980-03-26 |
BR7905055A (pt) | 1980-04-22 |
AU522140B2 (en) | 1982-05-20 |
HK33887A (en) | 1987-05-01 |
JPS5739762B2 (nl) | 1982-08-23 |
AU4925079A (en) | 1980-03-06 |
IT1165698B (it) | 1987-04-22 |
GB2029896B (en) | 1982-11-03 |
ES483859A1 (es) | 1980-05-16 |
NL183802B (nl) | 1988-09-01 |
DE2931639A1 (de) | 1980-02-14 |
CA1147129A (en) | 1983-05-31 |
FR2432282B1 (nl) | 1984-10-26 |
MY8600300A (en) | 1986-12-31 |
PH17396A (en) | 1984-08-08 |
FR2432282A1 (fr) | 1980-02-29 |
JPS5521976A (en) | 1980-02-16 |
IT7968623A0 (it) | 1979-08-06 |
BE878060A (fr) | 1979-12-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
RU2452174C2 (ru) | Аппликатор для прикрепления бирки к животному и бирка для него | |
NL7905980A (nl) | Inrichting voor het bevestigen van de bovenaanslag op een ritssluitingdraagband. | |
AU2010254695B2 (en) | Animal tag applicator | |
US20130006263A1 (en) | Animal tag applicator | |
NL7909343A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van rits- sluitingen. | |
CN101522019B (zh) | 快速释放标签的敷贴器 | |
NO155133B (no) | Analogifremgangsmaate for fremstilling av terapeutisk virksomme dicykliske forbindelser. | |
US4799611A (en) | Apparatus for assembling pairs of garment fastener elements | |
NL7907182A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van een aanslag op een ritssluitingdraagband. | |
US20140326730A1 (en) | Waste-disposal device | |
US4197199A (en) | Filter presses | |
NL8102084A (nl) | Inrichting voor het vormen van een vrije sectie in een paar van continue ritssluitingdraagbanden. | |
NL8801267A (nl) | Draadinsteekinrichting. | |
US20160201342A1 (en) | Rebar Joint Tie Tool | |
NL8502048A (nl) | Hechtpenafgeefmachine. | |
US4718590A (en) | Fastener dispensing devices | |
US4733811A (en) | Machine for attaching buttons, rivets, or similar to garments | |
NL7909346A (nl) | Inrichting voor het maken van een ruimte in een continue ritssluitingdraagband. | |
US4424640A (en) | Binary animal trap | |
CZ309750B6 (cs) | Blokovací zařízení dopravníku | |
US2803457A (en) | Slide feed with spring closed gripper | |
US3538573A (en) | Machine for assembling box springs | |
CN107399575B (zh) | 物流输送系统挂架插入式变轨启动装置 | |
DE2529110A1 (de) | Treib- oder schussapparat zum eintreiben von befestigungselementen in ein werkstueck | |
US2925932A (en) | Eyeletting machine |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
TNT | Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications |
Owner name: YKK CORPORATION |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19970301 |