NL8104530A - Snoepgoedartikelen, alsmede inrichtingen en werkwijzen ter bereiding daarvan. - Google Patents

Description

- 1 - % ' t

Ref. Case Q 1050/ ιοί Unilever N.V. te Rotterdam

Titel: Snoepgoedartikelen, alsmede inrichtingen en werkwijzen ter bereiding daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op inrichtingen en werkwijzen ter bereiding van snoepgoedartikelen ("confectionary articles"), in het bijzonder éevroren snoepgoedartikelen. De uitvinding betreft tevens bepaalde vormen van bevroren 5 snoepgoedartikelen op zichzelf.

Het is een in de industrie op ruime schaal toegepaste methode om eetbare houders van wafelgebak, zoals hoorns, te bekleden met chocolade of te voorzien van een chocolade-10 achtige, op vet gebaseerde snoepgoed-omhulling, en ze vervolgens te vullen met consumptie-ijs of dergelijke. Vele van zulke artikelen worden op industriële schaal vervaardigd, en vervolgens gedistribueerd en verkocht als gevulde, ijshoorns, sommige voorzien van een dekselvormige laag met 15 diverse versieringen, waaronder brokjes chocolade. Ook buisvormige houders van wafelgebak zijn bekend, en men heeft al voorgesteld deze te voorzien van een vulling van consumptie-ijs. Niettemin is er geen apparatuur beschikbaar om dit doeltreffend op industriële schaal uit te voeren, en bij 20 proefnemingen is gebleken, dat dergelijke produkten moeilijk houdbaar zijn.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een inrichting en een produktvorm, welke resulteren in 25 een goede stabiliteit en een gemakkelijke hanteerbaarheid bij toepassing op met consumptie-ijs gevulde houders van wafelgebak, en tevens het verschaffen van werkwijzen en inrichtingen welke kunnen worden toegepast bij de bereiding van dergelijke produktvormen op industriële schaal.

30 8104530 - 2 - Q 1050/101 (R)

De onderhavige uitvinding verschaft een samengesteld consumptie-ijsprodukt, omvattende een houder van wafelgebak met open uiteinde, welke aan de binnenzijde is bekleed met een op vet gebaseerd snoepgoedlaagje en welke een vulling 5 van consumptie-ijs bevat, met het kenmerk dat dit ijsprodukt een ononderbroken dekselvormige laag van op vet gebaseerd snoepgoedprodukt bezit, welke het open uiteinde van de uit wafelgebak bestaande houder bedekt en bij voorkeur het aangrenzende gedeelte van ïiet buitenoppervlak van de uit 10 wafelgebak bestaande houder overlapt en tevens één geheel vormt met de inwendige, op vet gebaseerde snoepgoedbe-kleding.

Gewoonlijk worden de ononderbroken dekselvormige lagen van 15 op vet gebaseerd snoepgoed en de uit materiaal op vetbasis vervaardigde bekleding van de uit wafelmateriaal bestaande houder afzonderlijk van elkaar aangebracht, samengestold teneinde één ononderbroken geheel te vormen, en zodanig uitgevoerd dat de ononderbroken dekselvormige laag van op 20 vet gebaseerd snoepgoed tezamen met in de inwendige bekleding van op vet gebaseerd snoepgoed een praktisch ononderbroken, ondoordringbaar omhulsel rond de consumptie-ijsvulling vormt.

25 Dit kan op doelmatige wijze worden bereikt wanneer de ononderbroken dekselvormige laag van op vet gebaseerd snoepgoed is aangebracht als een vloeibare, snel-stollende bekledingslaag, welke in vloeibare toestand wordt gehouden onder het stijgsmeltpunt daarvan, door middel van afschuif~ 30 krachten en, eventueel, overdruk.

Gevonden werd, dat produkten van deze vorm bijzonder geschikt zijn voor het bereiken van mechanische stabiliteit tijdens fabricage, opslag en distributie, en tevens voor de 35 consument een prettig, gemakkelijk hanteerbaar produkt vormen.

8104530 Λ - 3 - Q 1050/ 101 (R) * S*

De uitvinding heeft eveneens betrekking op voor dit doel geschikte fabricageprocédé's, bijvoorbeeld zoals hierna zullen worden beschreven, en daarvoor toe te passen apparatuur.

5

De uitvinding verschaft bijvoorbeeld een werkwijze voor de produktie van samengestelde snoepgoedprodukten, welke uit snoepgoedmateriaal bestaande houders omvatten, die elk twee tegenover elkaar liggende en buitenwaarts gerichte openingen 10 bezitten en gevuld zijn m<*t extrudeerbaar snoepgoedmateriaal, met het kenmerk dat een reeks van de uit snoepgoedmateriaal bestaande houders naar een vulstation wordt gevoerd, welk station een paar tegenover elkaar liggende en buitenwaarts gerichte extrusiekoppen omvat, de 15 te vullen houders van snoepgoedmateriaal in één, vooraf bepaalde lijn worden gehouden met de corresponderende extrusiekoppen, de extrusiekoppen in de tegenover elkaar gelegen houderopeningen worden gevoerd, de houders met het snoepgoedmateriaal worden gevuld door middel van extrusie 20 via de koppen, de extrusiekoppen uit de houderopeningen worden verwijderd, en de gevulde, uit snoepgoedmateriaal bestaande houders uit het vulstation worden weggevoerd, alsmede daarmede corresponderende apparatuur.

25 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze ter bereiding van een samengesteld consumptie-ijsprodukt, welke de volgende stappen omvat: (a) het aanbrengen van een inwendige bekleding van op vet gebaseerd snoepgoedmateriaal op een houder van wafel- 30 gebak met open uiteinde(n); en (b) het inbrengen in de beklede houder van wafelgebak van een vulling van consumptie-ijs; met het kenmerk, dat zij tevens nog de volgende stappen omvat ï 35 (c) het aanbrengen van een ononderbroken dekselvormige laag van op vet gebaseerd snoepgoedmateriaal, welke het open uiteinde van de uit wafelgebak bestaande houder afdekt en bij voorkeur het aangrenzende gedeelte van het buitenoppervlak van de houder van wafelgebak overlapt; en ___ 8104530 ·*' r - 4 - Q 1050/JO 1 (R) (d) het doen stollen van de dekselvormige laag op zodanige wijze dat deze één ononderbroken geheel gaat vormen met de inwendige, uit op vet gebaseerd materiaal bestaande binnenbekleding y alsmede daarmede apparatuur.

5

Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door een opeenvolgende reeks van de gevulde, uit snoepgoedmateriaal bestaande houders te transporteren naar een station waarin de dekselvormige laag wordt aiangebracht, een ononderbroken dek-10 selvormige laag van op vet gebaseerd snoepgoedmateriaal aan te brengen, welke het open uiteinde van de houder van wafelgebak afdekt, en de gevulde houders van wafelgebak weg te voeren uit het station waarin de dekselvormige laag werd aangebracht.

15

Een inrichting volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat aldus een transporteur voor het transporteren van een reeks holle, eetbare, uit snoepgoedmateriaal bestaande houders, elk met een paar openingen aan tegenover 20 elkaar gelegen uiteinden, stapsgewijze aansluitend op stations waar wordt gevuld en waar de dekselvormige laag wordt aangebracht; een vulstation of vulstations, zodanig ingericht dat extrudeerbaar snoepgoedmateriaal in elk van de tegenoverliggende openingen van elke houders wordt afgevuld, 25 en een station of stations voor het aanbrengen van de dekselvormige laag, die erop zijn ingericht, elke aldus gevulde opening te sluiten met een eetbaar, dekselvormend materiaal.

30 In bepaalde bruikbare uitvoeringsvormen kunnen de holle, eetbare houders uit snoepgoedmateriaal buisvormig zijn, met open uiteinden. Zij kunnen bijvoorbeeld uit gebakken wafelmateriaal vervaardigd zijn. Buizen die vervaardigd zijn uit een spiraalvormige winding van wafelmateriaal zijn 35 bijvoorbeeld geschikt. Het extrudeerbare snoepgoedmateriaal kan bestaan uit consumptie-ijs, dat eventueel diverse toevoegsels bevat, in zulk een geval verdient het de voorkeur om de holle, eetbare snoepgoedartikelen, indien 8104530 4 « - 5 - Q 1050/.101 (R) deze bestaan uit droog, eetbaar materiaal zoals wafelgebak, van binnen te bekleden met waterbestendig eetbaar materiaal, b.v. op vet gebaseerde couverture. Deze bekleding kan worden aangebracht, hetzij bij de afzonderlijke wafelfabricage, ofwel op een voorgeschakeld binnenbekleding-station bij de 5 onderhavige inrichting.

Wanneer de holle, uit snoepgoedmateriaal bestaande houders buisvormig zijn (welke buisvorm een ronde of niet-ronde, b.v. ovale doorsnede kan hebben), kan de transporteur 10 voorzien zijn van een reeks dwarse, half-cilindervormige uithollingen, waarin de houders rusten en getransporteerd worden. Hun tegenoverliggende open uiteinden openen dan buitenwaarts aan elke zijde van de transporteur.

15 Een vulstation kan zodanig worden ingericht, dat bij elke vulstap de twee tegenover liggende open uiteinden van één houder gelijktijdig worden gevuld. De inrichting kan ook worden ingesteld op het vastklemmen en vervolgens lossen van de houder die gevuld wordt, b.v. door middel van een klem-20 arm, welke de houder op de juiste plaats op de transporteur vastklemt. De transporteur kan zodanig worden ingericht, dat de te vullen houder nauwkeurig op zijn plaats wordt gehouden ten opzichte van het vulstation, b.v. door het aanbrengen van een of meer formaties zoals een groef of ribbe, welke in 25 elkaar kunnen grijpen met een of meer vaste complementaire formaties, zoals b.v. een ribbe, flens of groef, in de nabijheid van het vulstation.

Het vulstation kan een paar tegenover elkaar liggende 50 mondstukken omvatten, welke aangesloten zijn op een toevoer voor extrudeerbaar snoepgoedmateriaal en zodanig zijn opgesteld dat zij naar elkaar toe kunnen worden bewogen en in de tegenover elkaar liggende houderopeningen worden gevoerd.

35 De voedingsstroom van extrudeerbaar snoepgoedmateriaal en de beweging van de mondstukken worden bij voorkeur op gecoördineerde wijze gestuurd, waarbij de mondstukken snel diep in de tegenover elkaar liggende houderopeningen worden geduwd 8104530 - 6 - Q 1050/ 101 (R) *· * en langzaam worden teruggetrokken. Bij voorkeur wordt het toestromen van het snoepgoedmateriaal ingeschakeld op het moment of vlak voor het moment waarop de binnenwaartse stootbeweging van de mondstukken voltooid is. Wanneer de vulhandeling voltooid is, kan het toestromen van snoep-5/ goedmateriaal worden gestopt. Bij voorkeur op of ongeveer op dit punt wordt de buitenwaartse beweging van de mondstukken heel even gestopt en dan hervat om een snelle verdere en complete terugtrekking teweeg te brengen. Op deze wijze kan de vorming van een gaaf vlak of ondiep pyramidaal oppervlak 10 aan het ingebrachte materiaal worden bevorderd, en het ontstaan van draden of brugjes van extrudeerbaar snoepgoed worden vermeden. Gaaf vullen kan ook worden bevorderd door de stroomregelklep zodanig in te stellen, dat bij het inschakelen een lichte, eerste stoot voorwaarts wordt gegeven, 15 en/of een lichte zuiging achterwaarts bij uitschakelen. De stroomregelkleppen kunnen zo worden ingesteld dat zij het tempo en de hoeveelheid bij het vullen kunnen regelen.

Er kunnen meerdere van dergelijke vulstations worden aange-20 bracht, zodat een aantal uit snoepgoedmateriaal bestaande houders achter elkaar ("in tandem") worden gevuld. Zo kunnen bijvoorbeeld vier paar tegenoverliggende mondstukken worden aangebracht, die bij elke vulhandeling vier houders vullen. De door elk mondstuk van een tegenoverliggend paar in te 25 brengen materialen kunnen gelijk of verschillend zijn: b.v. consumptie-ijs van verschillende smaken of kleuren.

De stations voor het aanbrengen van een dekselvormige laag kunnen middelen omvatten voor het zodanig aanbrengen van 30 materiaal voor de dekselvormige laag, dat gelijktijdig elk van de beide gevulde openingen van een gevulde houder wordt afgesloten. Het materiaal voor de dekselvormige laag is bij voorkeur een op vet gebaseerde couverture die bij aanbrengen, bij voorkeur snel, hardt.

In het bijzonder wanneer de gevulde houder buisvormig is, kunnen de stations voor het aanbrengen van de dekselvormige laag een eerste en een tweede paar mondstukken, b.v. met 8 1 0 4 5 3 0 - 35 - 7 - Q 1050/ΙΟ I (R) een gleuf vorm, omvatten. Het eerste paar kan zodanig worden ingesteld, dat het materiaal voor de dekselvormige laag gedoseerd wordt toegevoerd naar en nabij de uiteinden van de uit snoepgoedmateriaal bestaande buizen, b.v. in een 5 neerwaarts aflopende richting, teneinde aldus een bovenste gedeelte, bij voorkeur ongeveer de helft, van de opening en het uiteinde van de buis te bekleden en af te sluiten. Er kan dan een opstelling worden verschaft waardoor het half van een dekselvormige laag voorziene snoepgoedartikel wordt 10 omgekeerd, b.v. door het cmgeveer om zijn as over 180° te draaien, en het half van een dekselvormige laag voorziene snoepgoedartikel tegenover het tweede paar mondstukken te brengen, waar een verdere dosis materiaal voor de dekselvormige laag, b.v. op soortgelijke wijze, kan worden 15 aangebracht, om het afdekken van de uiteinden der artikelen te voltooien. Bij voorkeur vormt een op vet gebaseerde couverture, indien op deze wijze aangebracht, een coherente, het einde afsluitende dekselvormige laag, welke zich over een korte afstand langs de buitenkant van de buisvormige 20 snoepgoedartikelen uitstrekt. Desgewenst kan het ronddraaien worden uitgevoerd zonder dat het snoepgoedartikel in de lengterichting wordt getransporteerd, zodat hetzelfde paar doseermondstukken zowel de eerste als de tweede helft van de dekselvormige laag voor elk buiseinde aanbrengt. Eventueel 25 kunnen de doseermondstukken ook een ronde doorsnede hebben, in plaats van de gleufvormige.

De gevulde, van een dekselvormige laag voorziene artikelen worden bij voorkeur getransporteerd via een hardingszone, 30 die op een voor het stabiliseren van het produkt geschikte temperatuur wordt gehouden, voor of na een verpakkings-stadium.

Volgens de uitvinding omvat een snoepgoedartikel (voor de 35 bereiding waarvan de hierboven beschreven inrichting en werkwijze kunnen worden toegepast) een buisvormige, droge, eetbare houder (b.v. van wafelgebak), die aan de binnenzijde een voor water ondoordringbare laag (bijvoorbeeld een op vet gebaseerde couverture) bezit, een vulling van consumptie-ijs 8104530 * * - 8 - Q 1050/101 (R) / en twee dekselvormige eindlagen, bijvoorbeeld van voor water ondoordringbaar materiaal* bij voorkeur op vet gebaseerd, als inwendige bekledingslaag en bij voorkeur praktisch één geheel daarmede vormend, teneinde een ondoordringbaar omhul-5 selsel te vormen rond het consumptie-ijsprodukt. Bij voorkeur strekken de dekselvormige eindlagen zich elk ook over een korte afstand langs de buisvormige houder uit#

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van deze uitvinding jq wordt op vet gebaseerde couverture op het te bekleden samengestelde consumptie-ijsprodukt aangebracht bij een temperatuur die lager is dan het stijgsmeltpunt ervan en in een toestand van vloeibaarheid, die in stand wordt gehouden door middel van overdruk en afschuiving, zodat de couvertu-15 re, wanneer deze via een mondstuk op het produkt gespoten wordt, snel stolt. Zulk een couverture kan b.v. worden aangebracht bij een temperatuur van ongeveer 19-21°C en soms tot ongeveer 25°C, terwijl het smeltpunt ervan tot circa 30°C bedraagt, doch bij voorkeur 25eC of lager is.

20

Zulk een couverture kan worden geconditioneerd en onder druk vanuit een doseermondstuk worden toegevoerd uit een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de couverture in een eerste vat tot boven haar smeltpunt wordt verhit, en in 25 een tweede vat wordt gekoeld onder druk en onder roeren tot een temperatuur die gelijk of ongeveer gelijk is aan de gwenste opbrengtemperatuur. Het gekoelde, geroerde mengsel wordt snel, onder druk en bij een hoge afschuifsnelheid, naar een spuitmondstuk of spuitkop gevoerd.

30

Deze opstelling kan met voordeel worden toegepast voor het aanbrengen van de dekselvormige eindlagen op de hierboven genoemde buisvormige, gevulde houders. Onder de doseermond-stukken voor de couverture kan een verwarmde recirculeer-35 afvoerbuis worden gemonteerd voor het opvangen en terugvoeren van een overmaat aan gedsoeerd toegevoerde couverture naar de conditioneerinrichting (bijvoorbeeld naar het verwarmde vat met gesmolten couverture).

8104530 * - 9 - Q 1050/101 (R)

Voorkeursuitvoeringen van de uitvinding in verschillende aspecten zullen bij wijze van voorbeeld hieronder worden beschreven/ onder verwijzing naar de begeleidende tekeningen .

5

Fig. 1 is een schematische tekening in perspectief van een snoepgoedprodukt, dat een uitvoeringsvorm van één bepaald aspect van de uitvinding is;

Fig. la toont een schematische axiale dwarsdoorsnede van 10 produkt dat overeenkomt met het in Fig. 1 weerge- gevene;

Fig. 2 toont een fragmentarische, schematische, ten dele opengewerkte tekening van een inrichting voor het produceren van artikelen als weergegeven in Fig. 1, 15 een uitvoeringsvorm van een ander aspect van de uitvinding, en te gebruiken bij werkwijzen volgens de uitvinding;

Fig. 2a toont een mogelijke vorm van een vulmondstuk ten gebruike in de inrichting van Fig. 2; 20 Fig. 3 toont een overeenkomstig schema en een route- schema van een inrichting voor het conditioneren en afleveren van snel-hardbaar, uit snoepgoed bestaand bekledingsmateriaal, een uitvoeringsvorm van weer een ander, aspect van de uitvinding, toepasbaar bij 25 werkwijzen volgens de uitvinding, en ook (in deze uitvoeringsvorm) deel uitmakend van de inrichting volgens Fig. 2;

Fig. 4 toont een fragmentarische, schematische, ten dele opengewerkte tekening van een tweede, alternatieve 30 inrichting voor het produceren van artikelen als weergegeven in Fig. 1, een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding en toepasbaar bij werkwijzen volgens de uitvinding.

35 In de Figuren 1 en la is in schematisch perspectief en doorsnede een eetbaar snoepgoedprodukt weergegeven, bestaande uit een buisvormige (droge), knapperige, gebakken buitenwafel (1), gevuld met consumptie-ijs (4), dat van de wafel (1) gescheiden is door een inwendige laag van op vet 8104530 - 10 - Q 1050/101 (R) * * gebaseerd bekledingsmateriaal (3), en afgedekt is door twee op vet gebaseerde dekselvormige eindlagen (2). De wafel omvat in dit geval een produkt dat sporen vertoont van de wijze waarop het is vervaardigd# een spiraalvormige winding 5 van een bakkerijprodukt, ofschoon ook andere typen wafels met twee tegenoverliggende openingen kunnen worden toegepast.

De Figuren 1 en la tonen ook, dat elke dekselvormige laag 10 (2) het open uiteinde va^ de buisvormige wafel (1) afdekt, waarbij de consumptie-ijsvulling (4) daarvan een nagenoeg vlak of ondiep pyramidaal oppervlak (5) vertoont aan het open uiteinde van de buisvormige wafel (1), en de dekselvormige laag (2) ook dat gedeelte van het buitenoppervlak 15 van de buisvormige wafel (1) overlapt dat gelegen is nabij het open uiteinde, teneinde een goede afsluiting en stabiliteit tot stand te brengen.

Fig. 2 geeft een inrichting weer voor het bereiden van 20 produkten als weergegeven in Fig. 1. De aan de inrichting toegevoerde uitgangsmaterialen zijn ledige buisvormige wafels, welke aan de binnenzijde bekleed zijn met vethoudend materiaal; consumptie-ijs; en vethoudend bekledingsmateriaal voor de dekselvormige lagen aan de uiteinden. In andere 25 uitvoeringsvormèn kunnen echter ook andere uitgangsstadia worden gekozen.

%

De voornaamste componenten van de in Fig. 2 weergegeven inrichting zijn: een transportgoot (2) voor het toevoeren 30 van buisvormige wafels aan het systeem vanuit weergegeven transportdozen; een laadtrechter of magazijn 4 voor buisvormige wafels; een transporteur 5 voor buisvormige wafels, bestaande uit een kettingschakelband, waarvan elke draag-eenheid van een uitholling is voorzien zodat deze een buis-35 vormige wafel kan opnemen en positief op zijn plaats houden; en voorzien van aandrijf- en regelorganen die de transporteur op een stap-voor-stap wijze doen voortgaan, waarbij de draageenheden positief op hun plaats worden gehouden op de stations met de verschillende functies; een consumptie-ijs- 8104530 • * - 11 - Q 1050//101 (R) vriezer 6, die in dit geval een paar consumptie-ijs-stromen aflevert welke gelijk of verschillend van samenstelling zijn, via een paar lijnen die eventueel voorzien zijn van regelpunten en apparatuur voor het toevoeren van toevoeg-5 seis bij 7; een paar reeksen vulstations 8, hier zodanig opgesteld dat zij vier buizen aan elk einde en bij elke fase in het proces met consumptie-ijs vullen; een conditioneer-eenheid 9 voor materiaal bestemd voor het aanbrengen van de dekselvormige eindlagen, in dit geval een couverture van het 10 chocoladetype; een reeks 10 van mondstukken voor het aanbrengen van de dekselvormige laag (waarvan er in de tekening slechts enkele zijn weergegeven, terwijl evenmin is weergegeven een apparatuur voor het doen roteren van de gevulde wafels tussen het aanbrengen van de successievelij-15 ke dekselvormige lagen); een afvoer 11 voor het recircule-ren van overmaat dekselvormige laag; een hardingstunnel (hier op -16°C) met een warmtewisselaar-circulatiepatroon van inlaatlucht (I) en afgewerkte lucht (E); een over-brengingsorgaan 13, waarbij vrijmaak-kleppen zijn toegepast 20 voor het overbrengen van gevulde, van een dekselvormige laag voorziene, gekoelde produkten van transporteur 5 naar een verpakkingsmachine met 8 banen van het conventionele type, schematisch weergegeven bij 14; en tenslotte een transporteur voor het transport van verpakt produkt 15 naar 25 een'gekoelde opslagruimte.

De details wat betreft de mechanische uitvoering en opstelling van elk der hierboven beschreven componenten kunnen in ruime mate willekeurig gekozen worden. Zo kunnen bijvoor-30 beeld de vulmondstukken, waarvan er acht de reeks 8 vormen, verschuifbare vulbuizen zijn, die worden gevoed door besturing van peristaltische pompen op flexibele lijnen, direct gekoppeld aan de vulbuizen, en fijn afgesteld door klem-organen, met flexibele verende buizen, die "ademen” en het 35 afstemmen van een continue consumptie-ijsstroom uit de vriesinrichting 6 op de discontinue vuloperatie aan de mondstukken mogelijk maken. Een alternatieve opstelling, die bij voorkeur dient te worden gebruikt wanneer de consumptie-i jsstroom of -stromen korrelvormig materiaal be- 8104530 - 12 - Q 1050/..101 (R) vatten, b.v. fijngestampte noten, maakt gebruik van vul-kleppen in de vorm van zuigerschuiven, zoals weergegeven in de aanvullende Fig. 2a. Bij voorkeur wordt de snelheid waarmede de vulmondstukken tijdens de vuloperatie worden 5 teruggetrokken, aangepast aan de extrusiesnelheid van het consumptie-ijs.

Alternatieve inrichtingen voor het voltooien van de vul-handeling en het geven van een gaaf vlak of ondiep pyraraide-10 vormig oppervlak aan de gevulde buisvormige houders kunnen bijvoorbeeld persluchtorganen of snijorganen omvatten voor het verwijderen van een eventuele overmaat aan vulling. Het verdient de voorkeur om een te lage vullingsgraad te voorkomen .

15

Alternatieve voorzieningen voor het aanbrengen van de dekselvormige lagen kunnen hierin bestaan, dat men een enkelvoudige dosering van de op vet gebaseerde bekleding voor elk af te dekken buiseinde uitvoert, bijvoorbeeld met een ver-20 warmd vegertje of spatel, vlak onder elk van een dekselvormige laag te voorzien buiseinde, teneinde de onderkant van de bekleding vlak te maken en een al te sterke druppel-vorming te vermijden.

25 Zoals weergegeven in Fig. 2a, wordt een holle zuiger 1 mechanisch bestuurd door eindschuiven 2 in een kiepcilinder 3. De klep gaat open wanneer opening 4 verschuift van de gesloten stand naar een stand tegenover de inlaatstroombuis 5. Het gehele samenstel is verschuifbaar in de richtingen 30 van de pijlen 6, zodat bij een juiste besturing het afgifte-einde 7 de te vullen holle wafels binnengaat en weer verlaat. Het regelmechanisme voor de klep is voorzien van tijdinstellingen, zodat de wafels op de hierboven beschreven wijze worden gevuld.

35

In Fig. 3 is een uitvoeringsvorm van de conditionerings-inrichting weergegeven, welke kan worden toegepast voor de bereiding van bekledingsmateriaal van het chocoladetype of ander op vet gebaseerd bekledingsmateriaal of couverture, 8104530 - 13 - Q 1050/ 101 (R) bestemd om op snoepgoedartikelen te worden aangebracht. De . inrichting volgens Pig. 3 kan, doch behoeft niet alleen te worden toegepast als deel van de inrichting volgens Fig. 2. Zij kan ook worden toegepast voor het bereiden en/of aanbrengen van bekledingen in vele andere situaties, vooral 5 wanneer een snelle harding van het bekledingsmateriaal wordt gewenst.

De inrichting van Fig. 3 omvat een aanvoerlijn 1 voor het bekledingsmengsel. Dit mengsel kan bijvoorbeeld circa 65% 10 totaal aan vet, circa 25,5% suiker (watergehalte b.v.beneden ca. 1%) bevatten, en een viscositeit bezitten van ongeveer 0,2 Pa s bij 40°C en een vetsmeltpunt van b.v. circa 25-27°C (stijg-smeltpunt). Vele alternatieve recepten kunnen onder geschikte omstandigheden worden toegepast; in het onderhall vige geval is de nagestreefde aanbrengtemperatuur en stollingstemperatuur ongeveer 19-21°C. Het mengsel kan aan de conditioneerinrichting worden toegevoerd bij een temperatuur van circa 25-35'C, eerst in het reservoir 2, voorzien van schrapers/ roerders en een temperatuurregeling, 20 en vervolgens verpompt naar een gesloten koelreservoir 3, eveneens met schrapers/ roerders en temperatuurregeling, door middel van een continu variabele, regelbare pomp 4. De temperatuur in reservoir 3 kan b.v. ongeveer 20°-22°C bedragen, b.v. circa 19°-21°C, en de inhoud kan b.v. onder 25 een overdruk staan van circa 2 tot 5 bar. De inrichting heeft een uitlaatleiding en een recirculatie(drukval)klep 5, waarbij de uitlaatleiding in deze uitvoering voert naar de couverture-aanbrengstations van de hoofdproduktie-eenheid voor snoepgoedartikelen, en in het bijzonder naar de reeks 30 van bekledingsmondstukken 6. Deze kunnen de vorm bezitten van gleuven van b.v. 20 mm x 1 mm, welke evenwijdig aan en boven de as der van een dekselvormige laag te voorziene buizen zijn aangebracht, zodat een afnemende hoeveelheid couverture uit de gleuven ten dele direct op het einde van 35 de buisvormige wafel terechtkomt en ten dele voorbij het einde, zodat de couverture zich hecht aan de (vaak enigszins uitstekende) vulling van consumptie-ijs.

8104530 - 14 - Q 1050/ 10! (R)

Een alternatieve vorm voor de bekledingsmondstukken, welke onder sommige omstandigheden de voorkeur kan hebben, bestaat uit een reeks van ronde mondstukken met een doorsnede van 8 mm, in plaats van gleuven.

5

Een recirculeer-afvoerleiding 7 is aangebracht onder de aan-brengmondstukken; deze afvoerleiding is voorzien van een verwarmingsorgaan 8 om de overmaat couverture te doen smelten, en een recirculeerleiding voert dit terug naar het re-10 servoir 2. Een koelorgaan 9 verschaft koeling voor reservoir 3, en reservoir 2 wordt bij 10 elektrisch verwarmd, en wel op een gebruikelijke wijze.

Wanneer de recirculeerklep 5 gesloten is, stroomt couver-15 ture-materiaal naar de aanbreng- of spuitmondstukken; wanneer geen dosering vereist is, kan de klep opnieuw worden geopend om recirculering tot stand te brengen.

Er werd gevonden, dat door toepassing van de apparatuur van 20 Pig. 3 vethoudend bekledingsmateriaal vloeiend of vloeibaar kan worden gehouden bij een temperatuur die onder het stijg-smeltpunt daarvan ligt, b.v. circa 5-6° onder een stijg-smeltpunt van circa 25-27°C, bij roeren onder druk, en zulks lang genoeg om te worden aangebracht op snoepgoedartikelen 25 terwijl het nog steeds vloeibaar is bij zulk een temperatuur, en dat, wanneer het op deze wijze op een snoepgoed-artikel wordt aangebracht, het veel sneller kan harden dan een bekleding die wordt aangebracht op een temperatuur boven het stijgsmeltpunt daarvan, en ook met minder ongewenst 30 smelten van het consumptie-ijs wanneer dit laatste het te bekleden materiaal is.

De in Fig. 4 weergegeven inrichting voor het produceren van de hierboven beschreven produkten is gebaseerd op een cir-35 culerende transporteur of lijn, welke slagsgewijze voortbeweegt en die is voorzien van grijporganen voor produkteen-heden, welke achtereenvolgens de stadia van het vullen en het aanbrengen van de dekselvormende laag doorlopen.

8104530 - 15 - Q 1050/.?101 (R)

Deze inrichting omvat een aanvoertransporteur 1 voor de buisvormige houders van wafelgebak, die ook zodanig is ingericht, dat hij slagsgewijs naar boven en naar beneden beweegt op een opnamestation 2, op welk station de houders 5 worden opgenomen door grijporganen zoals die welke zijn weergegeven bij 3. De lijn gaat slag voor slag verder naar een vulstation 4, waar de houders op hun plaats worden gehouden, terwijl een stel vulmondstukken in werking wordt gesteld met een heen-en-weergaande beweging in de richting 5 10 om de houders discontinu te vullen op soortgelijke wijze als hierboven beschreven onder verwijzing naar Fig. 2 en 2a. Voorbij het vulstation 4 worden de gevulde houders achtereenvolgens gedraaid naar elk van de beide tegenover elkaar liggende vertikale posities door de draaistations 6 en 7 en van een dekselvormige laag voorzien door slagsgewijze indompelen in gesmolten couverture, die zich bevindt in de dompelbaden 8, welke eveneens een slagsgewijze op- en neergaande beweging maken om de gevulde, in te dompelen houders op te vangen. De gevulde, van een dekselvormige laag vooral ziene houders gaan verder naar de hardingskamer 9 en worden, na daaruit gekomen te zijn, gedeponeerd op transportstation 10 in verpakkingseenheid 11, waar zij op bekende wijze worden getransporteerd en verpakt alvorens tenslotte te worden afgenomen door transporteur 12 en overgebracht naar 25 een hardingstunnel.

Het zal duidelijk zijn, dat het hierboven gestelde ten aanzien van het samengestelde snoepgoedprodukt, de werkwijzen ter bereiding daarvan, alsmede de hiervoor toe te passen 30 inrichtingen op elke gewenste wijze kunnen worden gevarieerd en gecombineerd.

k 8104530

Claims (16)

16. Q 1050/101

1. Werkwijze voor de bereiding van samengestelde consumptie-! jsprodukten, welke uit snoepgoedmateriaal bestaande houders omvatten, die elk twee tegenover elkaar liggende en buitenwaarts gerichte openingen bezitten en gevuld zijn met 5 extrudeerbaar snoepgoedmateriaal, met het kenmerk, dat een reeks van de uit snoepgoedmateriaal bestaande houders naar een vulstation wordt gevoerd, welk station een paar tegenover elkaar liggende en binnenwaarts gerichte extrusiekoppen omvat, de te vullen houders van snoepgoed-10 materiaal' in één, vooraf bepaalde lijn worden gehouden met de corresponderende extrusiekoppen, de extrusiekoppen in de tegenover elkaar gelegen houderopeningen worden gevoerd, de houders met het snoepgoedmateriaal worden gevuld door middel van extrusie via de koppen, de extrusiekoppen uit de houder-15 openingen worden verwijderd, en de gevulde, uit snoepgoedmateriaal bestaande houders uit het vulstation worden weggevoerd .

2. Werkwijze voor de bereiding van samengestelde consump-20 tie-ijsprodukten volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de extrusiemondstukken betrekkelijk snel diep in de corresponderende, tegenover elkaar liggende openingen worden geduwd, en de mondstukken gedurende de vulhandeling langzaam worden teruggetrokken. 25

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan het slot van de vulhandeling een gaaf, praktisch vlak of ondiep pyramidaal oppervlak wordt gevormd aan de vulling, welke zich aan de openingen van elke houder bevindt. 30

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de buitenwaartse beweging van de vulmondstukken, nadat deze gedurende de vulhandeling langzaam zijn teruggetrokken, heel even wordt gestopt, en de buitenwaartse beweging vervolgens 35 wordt hervat en een snelle en verdere terugtrekking tot stand wordt gebracht, teneinde hierdoor een gaaf, praktisch 8104530

17. Q 1050/101 (R) vlak of ondiep pyramidaal oppervlak te verlenen aan de vulling bij de openingen van de houder.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat 5 bij het inschakelen aan het begin van het vullen van elke houder een aanvullende lichte eerste stoot van extrudeerbaar snoepgoedmateriaal uit het mondstuk in voorwaartse richting wordt gegeven, en/of een lichte achterwaartse zuiging bij het uitschakelen aan het slot van het vullen van elke 10 houder.

6. Werkwijze voor de bereiding van een samengesteld consumptie-! jsprodukt volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een reeks van de gevulde, uit snoepgoed bestaande houders wordt 15 getransporteerd naar een station voor het aanbrengen van dekselvormige lagen, een ononderbroken dekselvormige laag van op vet gebaseerd snoepgoedmateriaal wordt aangebracht, die het open uiteinde van de houder van wafelgebak afdekt, en de gevulde houders van wafelgebak worden weggevoerd van 20 het station waar de dekselvormige lagen worden aangebracht.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de ononderbroken dekselvormige laag van op vet gebaseerd snoepgoedmateriaal wordt aangebracht door deze in vloeibare 25 toestand vanuit een bij voorkeur gleufvormig mondstuk om~ laagg te doen vallen op en nabij het open uiteinde van de uit wafelgebak bestaande houder, en het materiaal van de dekselvormige laag te doen stollen.

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het materiaal voor de dekselvormige laag wordt aangebracht op een temperatuur beneden het stijgsmeltpunt daarvan, bij voorkeur op ongeveer 19e-21eC, in vloeibare toestand, welke wordt gehandhaafd door middel van afschuiving en eventueel 35 overdruk. 8104530

18. Q 1050/101 (R)

9. Werkwijze volgens conclusies 6-8, met het kenmerk, dat overmaat aan materiaal voor de dekselvormige laag wordt gerecirculeerd naar de toevoer voor het doseermondstuk via een verwarmde afvoerleiding. 5

10. Werkwijze volgens conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de ononderbroken dekselvormige laag wordt aangebracht in twee opeenvolgende, halve dekselvormige eindlagen, en dat de te vullen houders uit wafelgebak tussen de opeenvolgende 10 handelingen van het aanbrengen van de dekselvormige laag worden omgekeerd door draaien.

11. Inrichting voor de bereiding van samengestelde consump-tie-ijsprodukten, omvattende uit snoepgoed bestaande houders 15 welke elk twee tegenover elkaar liggende en naar buiten gerichte openingen bezitten en gevuld zijn met extrudeerbaar snoepgoedmateriaal, met het kenmerk, dat zij middelen omvat voor het transporteren van een reeks van dé uit snoepgoed bestaande houders naar een vulstation, bestaande uit een 20 paar tegenover elkaar liggende en naar binnen gerichte extrusiemondstukken; middelen voor het vasthouden van de te vullen, uit snoepgoed bestaande houders in één vooraf bepaalde lijn met de corresponderende extrusiemondstukken? middelen voor het bewegen van de extrusiemondstukken in de 25 tegenover elkaar liggende houderopeningen; middelen voor het vullen van de houders met het snoepgoedmateriaal via de mondstukken? middelen voor het verwijderen van de extrusiemondstukken uit de houderopeningen; en middelen voor het wegvoeren van de gevulde, uit snoepgoed bestaande houders 30 uit het vulstation.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat zij middelen omvat voor het betrekkelijk vlug diep induwen van de extrusiemondstukken in de corresponderende, tegenover 35 elkaar liggende houderopeningen, en middelen voor het langzaam terugtrekken van de mondstukken tijdens de vulhande-ling. 8104530

19. Q 1050/101 (R)

13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat zij middelen omvat voor het vormen van een gaaf, praktisch vlak of ondiep pyramidaal oppervlak aan de vulling bij de openingen van elke houder aan het slot van de 5 vulhandeling.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat zij middelen omvat voor het heel even stoppen van de buitenwaartse beweging van de vulmondstukken nadat deze 10 tijdens de vulhandeling langzaam uit de houder zijn teruggetrokken, alsmede voor het hervatten van de buitenwaartse beweging, teneinde een snelle en volledige terugtrekking te bewerkstelligen, en daardoor een gaaf, praktisch vlak of ondiep pyramidaal oppervlak te geven aan de vulling bij de 15 openingen van de houder.

15. Inrichting volgens conclusies 11-14, met het kenmerk, dat zij stroomregelingsorganen omvat voor het geven van een aanvullende lichte beginstoot aan extrudeerbaar snoepgoed- 20 materiaal vanuit het mondstuk bij het inschakelen aan het begin van het vullen van elke houder, en/of een lichte achterwaartse zuiging bij het uitschakelen aan het slot van het vullen van elke houder.

16. Inrichting volgens een of meer der conclusies 11-15, met het kenmerk, dat zij middelen omvat voor het transporteren van een reeks van de gevulde, uit snoepgoed bestaande houders naar een station voor het aanbrengen van dekselvormige houders? middelen voor het aanbrengen van een onon- 30 derbroken dekselvormige laag van op vet gebaseerd snoepgoedmateriaal in vloeibare toestand beneden het stijg-smeltpunt daarvan, welke toestand wordt gehandhaafd door middel van afschuiving en eventueel ook van overdruk, waarbij de open uiteinden van de uit wafelgebak bestaande 35 houders worden afgedekt? alsmede middelen voor het wegvoeren van de gevulde, uit wafelgebak bestaande houders uit het station voor het aanbrengen van dekselvormige lagen. 8104530