NL8102608A - Magnetisch registreermedium. - Google Patents

Magnetisch registreermedium. Download PDF

Info

Publication number
NL8102608A
NL8102608A NL8102608A NL8102608A NL8102608A NL 8102608 A NL8102608 A NL 8102608A NL 8102608 A NL8102608 A NL 8102608A NL 8102608 A NL8102608 A NL 8102608A NL 8102608 A NL8102608 A NL 8102608A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
compound
formula
residue
recording medium
magnetic recording
Prior art date
Application number
NL8102608A
Other languages
English (en)
Other versions
NL188714C (nl
NL188714B (nl
Original Assignee
Shin Etsu Chemical Co Ltd En S
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Shin Etsu Chemical Co Ltd En S filed Critical Shin Etsu Chemical Co Ltd En S
Publication of NL8102608A publication Critical patent/NL8102608A/nl
Publication of NL188714B publication Critical patent/NL188714B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL188714C publication Critical patent/NL188714C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G77/00Macromolecular compounds obtained by reactions forming a linkage containing silicon with or without sulfur, nitrogen, oxygen or carbon in the main chain of the macromolecule
    • C08G77/04Polysiloxanes
    • C08G77/22Polysiloxanes containing silicon bound to organic groups containing atoms other than carbon, hydrogen and oxygen
    • C08G77/24Polysiloxanes containing silicon bound to organic groups containing atoms other than carbon, hydrogen and oxygen halogen-containing groups
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G77/00Macromolecular compounds obtained by reactions forming a linkage containing silicon with or without sulfur, nitrogen, oxygen or carbon in the main chain of the macromolecule
    • C08G77/04Polysiloxanes
    • C08G77/38Polysiloxanes modified by chemical after-treatment
    • C08G77/382Polysiloxanes modified by chemical after-treatment containing atoms other than carbon, hydrogen, oxygen or silicon
    • C08G77/385Polysiloxanes modified by chemical after-treatment containing atoms other than carbon, hydrogen, oxygen or silicon containing halogens
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/62Record carriers characterised by the selection of the material
    • G11B5/72Protective coatings, e.g. anti-static or antifriction
    • G11B5/725Protective coatings, e.g. anti-static or antifriction containing a lubricant, e.g. organic compounds
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10S428/90Magnetic feature
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/12All metal or with adjacent metals
    • Y10T428/12493Composite; i.e., plural, adjacent, spatially distinct metal components [e.g., layers, joint, etc.]
    • Y10T428/12701Pb-base component
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/31504Composite [nonstructural laminate]
    • Y10T428/3154Of fluorinated addition polymer from unsaturated monomers
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/31504Composite [nonstructural laminate]
    • Y10T428/31652Of asbestos
    • Y10T428/31663As siloxane, silicone or silane

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Paints Or Removers (AREA)
  • Lubricants (AREA)
  • Magnetic Record Carriers (AREA)

Description

V
Br/Bl/lh/1268
Magnetisch registreermedium.
De uitvinding heeft betrekking op magnetische registreermédia, die een niet-magnetisch ^substraat en een magnetische laag omvatten, welke laag magnetiseerbare deeltjes gedispergeerd in een bindmiddel bevat. De uitvinding 5 heeft in het' bijzonder betrekking op een verbeterde smerende laag, die uit éên of meer organopolysiloxanverbindingen bestaat.
Een magnetisch registreermedium, dat voor audio-registratie, video-registratie of andere magnetische regi-10 stratiedoeleinden dient, komt tijdens het gebruik in kontakt met lei-rorganen, magneetkoppen en dergelijke. In het geval van een videobandspeler, waarbij hoge bandsnelheden optreden, moet de band een voldoend hoge slijtvastheid en een relatief kleine wrijvingscoefficient bezitten wil deze ge-15 durende lange tijd glad en gelijkmatig lopen. Bovendien moet de magnetiseerbare deeltjes bevattende magneetpoederlaag , op een dergelijke registreermedium voldoende aan het sub straat zijn gehecht om verlies of losraken van het poeder tijdens het gebruik te voorkomen. De magneetband moet boven-20 dien een goede wasbaarheid bezitten.
Magnetische registreermedia, die relatief hoge wrijvingscoëfficiënten bezit, trillen tijdens het registreren en/of afspelen aan de lei-organen en/of magneetkoppen, zodat de geregistreerde signalen of .gereproduceerde signalen 25 wat betreft frequentie afwijken van de aanvankelijke signalen. In sommige gevallen kan instabiele vibratie (flutter) van het magnetische registreermedium optreden onder vorming van het zogenaamde wQ"-geluid tengevolge van trilling van de registreermedia.
30 Diverse pogingen zijn ondernomen om de boven beschreven gebreken te overwinnen en glijvermogen of gladheid te verlenen aan een magnetisch registreermedium, maar totnogtoe is niet een volkomen bevredigend smeermiddel voor magnetische registreermedia ontwikkeld. Zo is bijvoorbeeld _ ""— — _ 81 02 6 08 . t v · ' * . .
' -2- voorgesteld vast smeermiddelen, zoals molybdeendisulfide, grafiet of een was te gebruiken, zodat het smeermiddel wordt opgenomen in dé magnetische laag, die een magnetisch poeder, zoals gamma-Fe20gf en een bindmiddel, zoals polyvinyl-5 chloride, bevat. Dergelijke vaste smeermiddelen zijn niet effektief bij het verbeteren van de duurzaamheid van de magnetische registreermedia. Wanneer een grote hoeveelheid van het vaste smeermiddel met de magnetische laag wordt gemengd, worden de magnetische gebruikseigenschappen van het 10 registreermedium op nadelige wijze beinvloed. Eveneens is voorgesteld smeermiddelen, zoals hogere vetzuren of esters, of paraffinische koolwaterstoffen en siloxanoliën, zoals dimethylsiloxanolie of difenylsiloxanolie als smeermiddelen te gebruiken. Deze smeermiddelen verschaffen niet een vol-15 doende duurzaamheid en glijvermogen, zodat de magnetische registreermedia, die deze smeermiddelen bevatten, niet op effektieve wijze kunnen, wordt gebruikt in cassettes voor videobandspelers. Magnetische registreermedia, die grotere hoeveelheden van deze smeermiddelen bevatten, kunnen aan-20 leiding geven tot "exsudatie" of "aanlopen" van het opper-/ vlak, hetgeen het gevolg is van een uitzwêten of diffunderen van het smeermiddel aan het oppervlak van de magnetische laag gevolgd door een losraken daarvan. De exsudatie of het aanlopen, dat aan de magnetische laag kan optreden, kan 25 aanleiding geven tot een kleef-slip, waarbij lagen van op elkaar gewikkelde band aan elkaar blijven kleven.
Verder is voorgesteld, dat bepaalde organopoly-siloxanverbindingen als smeermiddelen zouden kunnen worden gebruikt om glijvermogens te verlenen aan magnetische regi-30 streermedia. Zo is bijvoorbeeld in het Amerikaanse octrooi-schrift no. 3.993.846 een door polyoxyalkyleengroepen gesubstitueerde’ siloxanverbinding beschreven,·!die beantwoordt aan de formule 1, waarin R en een alifatische koolwater-stofrest met 8-18 koolstofatomen en R" een waterstofatoom 35 of een methylgroep voorstellen, meen geheel getal met een waarde van 1-5 aangeeft en n^ en ng gehele getallen geven, waarvan de som 2-16 bedraagt.
Dit smeermiddel houdt goede beloften in omdat 81 02 6 0 8 -3- * 1 daarmee een verbeterd magnetisch registreermedium wordt verschaft, waarbij tenminste enkele zo niet alle van de bovenvermelde totnogtoe ondervonden problemen worden opgeheven.
5 Het Amerikaanse .octrooischrift 4.007.314 open baart een organosiliciumverbinding als smeermiddel die beantwoordt aan de formule 2, waarin Reen alifatische koolwaterstofrest met 7-17 koolstofatomen voorstelt en n een geheel getal is met een waarde van 1-3.
10 Dit smeermiddel is eveneens veelbelovend, omdat daarmee een magnetisch registreermedium met verbeterde glij-eigenschappen wordt verschaft.
In het Amerikaanse octrooischrift no. 4.131.717 wordt een magnetisch registreermedium beschreven, dat een 25 niet-magnetisch substraat en daarop een magnetische laag omvat, die een organopolysiloxan bevat en/of daarmee is bekleed, welk organopolysiloxan een gemiddelde eenheid bezit, die beantwoordt aan de formule 3, waarin R een ëën-waardige koolwaterstofrest met 1-5 koolstofatomen en R* een 20 éénwaardige alifatische koolwaterstofrest met 7-17 koolstof- ' atomen voorstellen, n 0 of een positiè'f getal en m een positief getal aangeven met dien verstande, dat n + m minder dan 3 bedraagt en het aantal Si-atomen in een’ molecuul van een dergelijk organopolysiloxan 2-8 bedraagt.
25 Magnetische registreermedia, die dergelijke smeermiddelen bevatten, vertonen een aanzienlijke verminder de dynamische wrijvingscoefficient alsmede een aanzienlijk verminderde neiging van de magnetische laag om de magnetische eigenschappen daarvan te verliezen te zaraeh met een verbeter-30 de lasbaarheid.
In het Amerikaanse octrooischrift 4.007.313 is een smeermiddel voor magnetische registreermedia beschreven, dat bestaat uit een organosilicium-fluorideverbinding met de formule 4, waarin R een alifatische koolwaterstofrest 35 met 7-17 koolstofatomen voorstelt en n een geheel getal met een waarde van 1-3 aangeeft.
Dit smeermiddel is eveneens veelbelovend bij het verschaffen van een verbeterd magnetisch registreermedium.· 8102608 «t * ' . -4-
Hoewel de in de -bovenvermelde bekende octrooi-schriften beschreven smeermiddelen verbeteringen zijn ten opzichte van de' smeermiddelen van de voordien bekende stand der techniek, is het desondanks gewenst nog verder verbeter-5 ' de smeermiddelen te verschaffen ten gebruike voor magnetische registreermedia.
De uitvinding heeft nu ten doel een verbeterd magnetisch registreermedium te verschaffen, dat een smeer- . middel bevat, dat een verbeterd glijvermogen of verbeterde 10 gladheid aan het medium verleent. Het smeermiddel verleent duurzaamheid aan het registreermedium doordat het smeermiddel het registreermedium glad en gèlijkmatig laat lopen, terwijl het met lei-organen en magnetische koppen in kontakt verkeert. Het magnetische registreermedium volgens de uit-15 vinding bevat een smeermiddel, dat de magnetische gebruiks-eigenschappen in de signaalloze toestand, die de neiging bezitten in verloop van tijd te variëren, kan verbeteren en stabiliseren.
Het smeermiddel volgens de uitvinding verleent 20 verbeterde smerende eigenschappen aan een magnetisch regi-" streermedium, waardoor de gebreken en nadelen, die bij de gebruikelijke en tot de stand der techniek behorende smeermiddelen optreden, in aanzienlijke mate kunnen worden verminderd.
25 Volgens de uitvinding wordt een magnetisch regi streermedium verschaft met een niet-magnetisch substraat en een daarop gevormde magnetische laag, die magnetiseer-bare deeltjes gedispergeerd in èen bindmiddel bevat. Het substraat of de hierop gelegen laag bevat een verbeterd 30 smeermiddel, dat de bovenvermelde verbeterde eigenschappen verschaft.
De bij de uitvoering van de uitvinding toegepaste smeermiddelen' zijn organopolysiloxanverbindingen, die beantwoorden aan de formule 5 waarin A^ en elk. onafhanke-35 lijk van elkaar -CH^, -CH2-CH2-(CF,,) ^-CG^ of -R^OCOR.^ een tweewaardige koolwaterstofrest met 1-5· kool stof atomen en R2 een éénwaardige koolwaterstofrest met 7-2.1 koolstof-atomen voorstellen, 1, m en n elk onafhankelijk, van elkaar 8102608 * i -5- 0 of een geheel getal met een waarde van 1-200 en p en 1 elk onafhankelijk van elkaar 0 of een geheel getal met een waarde van 12 aangeven, met dien verstande, dat indien A^ of A2 of beide de rest -R.jOCOR2 voorstelt, resp. voorstellen, 5 1, m en n elk 0 kunnen zijn en dat indien zowel A^ en A2 een andere rest dan de rest -R^OCOï^ voorstellen, 1 en m elk 0 kunnen zijn en n een geheel getal met een waarde van 1-200 aangeeft.
De uitvinding wordt nader beschreven aan de hand 10 van de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuren 1A-1E voorbeelden van magnetische regi-streermedia tonen, die op verschillende plaatsen voorzien zijn van verbeterde lagen volgens de uitvinding?
Figuur 2 een grafiek toont, waaruit, het verband 15 tussen de gebruikseigenschappen in signaalloze toestand en de duur van het bewaren blijkt?
Figuur 3 een grafiek toont, waaruit het verband van de gebruikseigenschappen in signaalloze toestand en dynamische wrijvingscoefficienten blijkt afhankelijk van de 20 hoeveelheden in de magnetische laag gedispergeerde smeermiddelen? en
Figuur 4 een grafiek toont, waar het verband tussen de mate van aanlopen en de hoeveelheden in de magnetische laag gedispergeerde smeermiddelen blijkt.
25 De uitvinding verschaft een verbeterd magnetisch registreermedium met een niet-magnetisch substraat en naar op een magnetische laag, die bestaat uit magnetische of magnetiseerbare deeltjes gedispergeérd in een bindmiddel, welk substraat voorzien is van een laag, die tenminste één 30 van de in deze aanvrage beschreven smeermiddelen bevat.
De organipolysiloxanverbindingen, die voor de doeleinden volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, kunnen worden voorgesteld door de formule 5, waarin A^ en A2 elk onafhankelijk van elkaar -CH^, CH2-CH2~ (CF^^-CF^ 35 of RjOCOR2, R1 een tweewaardige koolwaters tof rest met 1-5 koolstofatomen en R2 een éénwaardige koolwaterstofrest met 7-21 koolstofatomen voorstellen, 1, m en n elk onafhankelijk van elkaar 0 of een geheel getal met een waarde van 1-200 8102608 , -6- · en p en q elk onafhankelijk van elkaar 0 óf een geheel getal met een waarde van 1-12 aangeven,, met dien verstande, dat indien A^ of A2 of beide de rest -R^OCQI^ voorstelt, resp. voorstellen, 1, m en n elk 0 kunnen zijn en dat, indien · 5 zowel A^ als A2 een andere rest dan de rest -R^OCOI^ voorstellen 1 en m 0 kunnen zijn en n een geheel getal met een waarde van 1-200 aangeeft.
De term "tweewaardige koolwaterstofresten", zoals bovenstaand vermeld, heeft ten doel een tweewaardige, 10 rechte of vertakte, verzadigde of onverzadigde alifatische koolwaterstofrest aan te geven. De koolwaterstofresten kunnen een tweewaardige, rechte of vertakte, lagere alkyleengroep of lagere alkenyleengroep zijn. De bovenvermelde alkyleengroep kan bijvoorbeeld een methyleen-, ethyleen-?,· propyleen-, 15 methylethyleen-v ethylmethyleen-, butyleen-, pentyleen-, methylpropyleen-, ethylpropyleen-, methylbutyleen- of propylmethyleengroep zijn. De vermelde alkenyleengroep kan bijvoorbeeld een ethenyleen-, propenyleen-, methyletheny-leen-, butenyleen-, methylbutenyleen-, heptenyleen- en 20 methylpropenyleengroep zijn. De term "éénwaardige koolwater-, stofrest" kan een ëënwaardige, rechte of vertakte, verzadig de of onverzadigde koolwaterstofrest omvatten. De éénwaardige koolwaterstofrest kan een éénwaardige, rechte of vertakte, hogere alkyl- of hogere alkenylgroep zijn. De hogere 25 alkylgroepen kunnen bijvoorbeeld heptyl-, octyl-, nony-, decyl-, undecyl-, tridecyl-, pentadecyl-, heptadecyl-, nona-decyl-, heneicosyl-, methylheptyl-, ethylheptyl-, methyl-nonyl-, methylethylhexy 1-,. methyltridecyl—, propylhexadecyl-, ethylnonadecyl- en methyleicosylgroepen omvatten. De hogere 30 alkenylgroep kan bijvoorbeeld een heptenyl-, octenyl-, nonanyl-, decenyl-, undecenyl-, tridecenyl·, pentadecenyl-, heptadecenyl-, nonadecenyl-, heneicosenyl-, methylhexenyl-, ethylpentenyl-, methylmethylhexenyl-, propylheptenyl-, methyldodecenyl-, ethyltridecenyl-, methyltetradecenyl-, 35 ethylhexadecenyl-, methyloctadecenyl- en ethylnonadecenyl- groep omvatten.
In de bovenvermelde formule 5 verdient het de voorkeur de coefficient, die verkregen wordt door n te 81 02 6 08 -7- ^ * delen door de som van 1 + m .+ n + 2, te beperken tot een waarde gelijk aan of meer dan 0,2.
De organopolysiloxanverbindingen, die als smeermiddelen bij de uitvoering van de uitvinding moeten worden 5 gebruikt, kunnen volgens diverse verschillende methoden worden bereid, zoals bijvoorbeeld: (1) Additiereaktiemethode:
De organopolysiloxanverbindingen met de formule 5 kunnen worden bereid door een silaanverbinding, die be-10 antwoordt aan de formule 6, waarin en A^ elk onafhankelijk van elkaar een waterstofatoom, -CH^ of C^CI^ (CP^JgCF^ voorstellen en 1, m, n, p en q de bovengenoemde betekenis bezitten, en een additiéreaktie met een esterverbinding met de formule 7, waarin R^ een éénwaardige onverzadigde 15 koolwaterstofrest voorstelt en R2 de bovengenoemde betekenis bezit, te ondérwerpen bij aanwezigheid van een platina-katalysator.
In de formule 7 heeft de bovenvermelde term "éênwaardige onverzadigde koolwaterstofrest" ten doel een 20 groep, aan te duiden, die de groep R^, zoals gedefinieerd / voor formule 5 verschaft, wanneer de additiereaktie van de silaanverbinding met de formule 6 met de esterverbinding met de formule 7 wordt uitgevoerd. De éénwaardige onverzadigde koolwaterstofrest kan bijvoorbeeld 3-5 koolstofatomen 25 bevatten.
(21 Dehydrochlorerings- en ontalkaliserings-methoden:
De organopolysiloxanverbindingen met de formule 5 kunnen worden bereid door omzetting van een verbinding 30 met de formule 8 waarin A^ en Ag elk. onafhankelijk van elkaar -CH^, CH2CH2(CF2)gCF3 of een gehalogeneerde koolwaterstofrest met de formule -RjX2 (waarin X2 een ha.l°geena.toom aangeeft) en een halogeenatoom voorstellen en R^, 1, m, n, p en q de bovengenoemde betekenis bezitten, met een vetzuur 35 met de formule 9, waarin R2 de bovengenoemde betekenis bezit, of met een vetzure zout met de formule 10, waarin Z een alkalimetaal of één valentie van een aardalkalimetaal voorstelt en R2 de bovengenoemde betekenis bezit.
8102608 A- **· , ♦ , -8-
In de verbinding met de formule 8 heeft de bovenvermelde term "halogeenatoom" ten doel bijvoorbeeld · chloor of broom aan te duiden. De term "gehalogeneerde kool-waterstofrest" die onder andere voor en Ag wordt toege-5 past, en voorgesteld kan worden door de rest -R.jX2 9eeft een groep aan, die bestaat uit een tweewaardige koolwater-stofrest R^,· welke gesubstitueerd is door een halogeenatoom X2, ^at bijvoorbeeld een chloor of broomatoom kan zijn.
In het vetzuurzout met de formule 10 geeft de daarin ver-10 melde term "alkalimetaal" bijvoorbeeld natrium of kalium aan en de term "aardalkalimetaal11 bijvoorbeeld calcium.
(3) Ontchlorings- of dehydratatie-veresterings-methodeï
De organopolysiloxanverbindingen met de formule 15 5 kunnen worden worden bereid door omzetting van een hydro- xylgroep bevattende verbinding met de formule 11, waarin Κη en Ag elk onafhankelijk van elkaar -CHg, CH2CH2{CF2)^CFg of de rest -R^OH voorstellen en R^, 1, m, n, p en q de bovengenoemde betekenis bezitten, met een zuurhalogenide 20 met de formule 12, waarin X^ een halogeenatoom voorstelt en R2 de bovengenoemde betekenis bezit, of met een verzuur met de formule 9, waarin R2 de bovengenoemde betekenis bezit.
In het zuurhalogenide met de · formule 12 geeft de daarbij toegepaste term "hhlogeenatoom" een halogeenatoom 25 aan, zoals gedifinieerd voor de halo geenatomen voor X^ en X2/ zoals bovenstaand vermeld.
In de organopolysiloxanverbindingen met de formule 5, waarin een door de rest -0.C0R2 voorgestelde esterrest via de door de rest -R^- met 1-5 koolstofatomen 30 voorgestelde tweewaardige koolwaterstofrest is verbonden is de binding van de esterrest aan het Si-atoom veel sterker gemaakt dan in de gevallen, dat de esterrest direkt aan het Si-atoom is verbonden zonder de tussenplaatsing van de rest R^, omdat hydrolyse aanleiding kan geven tot een ontleding 35 van de binding tussen de esterrest en het Si-atoom en de * resterrest kan doen afsplitsen, die anders smerende eigenschappen aan het magnetische registreermedium zou kunnen verschaffen. De aanwezigheid van de rest tussen de ester-i 8102608 -9- rest en het Si-atoom dient daarom in sterke mate om de achteruitgang van de smerende eigenschappen in verloop van de tijd te verminderen. Hoewel het aantal koolstofatomen in de rest R^ gemakshalve tot 5 is beperkt, omdat het moei-5 lijk is substituenten met meer dan 5 koolstofatomen te verschaffen, bestaat er in theorie geen enkele reden waarom de substituenten niet meer dan 5 koolstofatomen zou kunnen bezitten en verbeterde smerende eigenschappen zou verdelen aan de organopolysiloxanverbindingen.
10 Het aantal koolstofatomen in de rest R2 van de acyloxygroep ligt bij voorkeur tussen 7 en 21, omdat een verbinding met een acyloxygroep met minder dan 7 koolstofatomen niet een voldoende verhindering van de dynamische wrijvingscoefficient van het magnetische registreermedium 15 verschaft en de neiging bezit de duurzaamheid daarvan te doen verminderen. Een organopolysiloxanverbinding met een acyloxygroep met meer dan 21 koolstofatomen bezit daarentegen de neiging een overmatige exsudatie of aanlopen te veroorzaken, omdat dit aanleiding kan geven tot een ver-20 mindering van de oplosbaarheid in de magnetische lak of * tot een toename van het smeltpunt van dergelijke verbindingen.
Aangenomen wordt, dat de aanwezigheid van fluoratomen in de substituent ·; w‘ -CH^CH^ pCF3 en /of -de substituent -CH2CH2(CF2)gCP3 de neiging bezit de energie 25 te verminderen, die tijdens het gebruik aan het oppervlak van.een magnetische laag of een bekleding,.die een organopolysiloxanverbinding met de formule 5 bevat, kan optreden, hetgeen leidt'tot een vermindering van de dynamische wrijvingscoefficient van een magnetisch registreermedium, dat 30 van een dergelijke verbinding is voorzien. Bij een organopolysiloxanverbinding met een substituent met meer dan 12 door fluoratomen gesubstitueerde koolstofatomen bestaat de neiging, dat hierdoor een vermindering van de oplosbaarheid in de magnetische lak wordt veroorzaakt alsmede de neiging, 35 dat het smeltpunt van dergelijke verbindingen wordt verhoogd. Bij een organopolysiloxanverbinding met een SiO-rest of met SiO-resten waarbij één of meer van de symbolen 1, m en n de bovenste grens, resp. bovenste grenzen óver- 8102608 m - - * Λ· » . -ίο- schrijden, bestaat de neiging, dat een vermindering van de verenigbaarheid met het bindmiddel wordt veroorzaakt.
Volgens de uitvinding kunnen de organopolysiloxanverbindingen met de formule 5 als smeermiddelen 5 worden toegevoegd of gemengd met magnetische deeltjes en bindmiddelen, die gebruikt worden bij het vormen van een magnetische laag, welke op het niet-magnetische substraat wordt gevormd of kunnen de als smeermiddelen gebruikte organopolysiloxanverbindingen als een deklaag op een magne-10 tische laag worden aangebracht. Het niet-magnetische substraat kan bekleed worden met een ruglaag, die de als smeermiddel gebruikte organopolysiloxanverbindingen bevat, aan het oppervlak tegenover het oppervlak, waarop de magnetische laag wordt gevormd, terwijl de als smeermiddel ge-15 bruikte organöpolysilóxanverbinding ook kan worden toegevoegd of gemengd met een ruglaagbekleding, die bijvoorbeeld roet bevat of als een deklaag aan de achterzijde op de ruglaag kan worden aangebracht.
Figuur IA toont een voorbeeld, waarbij de als 20 smeermiddel gebruikte organopolysiloxanverbinding met de , formule 5 op een niet-magnetisch substraat 1 als een magne tische bekledingslaag 2 is aangebracht, die magnetiseer-bare deeltjes en een bindmiddel bevat. Figuur 1B toont een smeermiddelbevattende deklaag 3, die als een bekleding op 25 de magnetische laag 2 is aangebracht. Figuur 1C toont een voorbeeld waarbij het niet-magnetische substraat 1 een daarop aanwezige magnetische laag 2 bezit eh aan het oppervlak van het niet-magnetische substraat aan de achterzijde tegenover het oppervlak, dat met de magnetische laag is 30 bekleed, voorzien is van een bekledingslaag 4. Figuur 1D toont een voorbeeld van het bekleden met -een ruglaagbekleding 5, die de als smeermiddel fungerende organopolysiloxanverbinding met de formule 5 op het oppervlak van het niet-magnetische substraat 1 bevat waarop aan het andere opper-35 vlak dan waarop de ruglaagbekleding 5 aanwezig is de magnetische laag 2 is gevormd. Figuur IE toont een voorbeeld, waarbij een deklaagbekleding 6 aan de achterzijde wordt gevormd op de ruglaag 5 van de in figuur 1D weergegeven 81 0 2 6 08 - i -11- uitvoeringsvorm. . .
In de gevallen, dat de als smeermiddel fungerende organopolysiloxanverbinding met de formule 5 aan een magnetische laag wordt toegevoegd, zoals weergegeven in figuur 5 IA, verdient het de voorkeur, dat de hoeveelheid van de organopolysiloxanverbinding tussen ongeveer 0,5 en ongeveer 7 gew.delen per 100 gew.pielen magnetiseerbare deeltjes liggen. De ruglaagbekleding 5 zoals weergegeven in figuur 1D, kan het smeermiddel bij voorkeur in een hoeveelheid van 10 ongeveer 0,5 tot 5 gew.delen bevatten. Bij uitvoeringsvormen, waarbij de organopolysiloxanverbinding met de formule 5 gebruikt wordt voor een deklaag aan de bovenzijde of een deklaag aan de achterzijde, kunnen de hoeveelheden als smeermiddel gebruikt organopolysiloxan bij voorkeur 15 tussen ongeveer 1 en 1000 mg/ro liggen. Verder dient hierbij te worden opgemerkt, dat de als smeermiddelen fungerende organopolysiloxanverbindingen met de formule 5 hetzij afzonderlijk hetzij onderling gemengd of gemengd met een smeermiddel van het gebruikelijke type kunnen worden ge-20 bruikt.
Het magnetische poeder of de magnetiseerbare deeltjes, dat, resp. die in combinatie met de organopolysiloxanverbinding met de formule 5 wordt·,, resp. worden gebruikt voor het vormen van een magnetische laag in het 25 magnetische 'registreermedium volgens de uitvinding, kan, resp. kunnen, bestaat uit elk beschikbaar magnetisch of magnetiseerbaar materiaal, zoals gamma-hematiet C^-Fe^Oj); magnetlet (Fe^O^); ijzeroxiden van niet-stoichiometrische oxidatieverbindingen tussen gamma-hematiet en magnetiet; 30 met non-ferro-atomen, zoals cobalt, gedodeerd gamma-hematiet of magnetiet; chroomdioxide (Cr02);'bariumferriet? magnetische of magnetiseerbare legeringen, zoals een ijzer-cobalt-legering (Fe-Co), ijzer-nikkel-legering (Fe-Ni), ijzer-cobalt-nikkel-legering (Fe-Co-Ni), ijzer-cobalt-35 boor-legering (Fe-Co-B), ijzer-cobalt-chroom-boor-legering (Fe-Co-Cr-B), mangaan-bismuth-legering (Μη-Bi), mangaan-aluminium-legering (Μη-Al) of ij zer-cobalt-vanadium-legering (Fe-Co-V); ijzernitride; mengsels van de bovenvermelde 8102608 -12- of ander magnetische of magnetiseerbare materialen.
Het bindmiddel, dat in dé volgens de uitvinding vervaardigde magnetische registreermedia wordt toegepast, kan elk harsachtig bindmiddel zijn, dat voor dit doel kan 5 worden gebruikt. Het harsachtige bindmiddel kan bijvoor- * beeld bestaan uit vinylchloride-vinylacetaat-copolymeren, vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcohhl-copolymeren, vinyl-chloride-vinylacetaat-maleinezuur-copolymeren, vinylchloride-vinylideenchlotide-copolymeren, vinylchloride-acrylonitrile-10 copolymeren, acrylzuurester-acrylonitrile-copolyméren, acrylzuurester.-vinylideenchloride-copolymeren, methacryl-zuuresters-vinylideenchloride-copolymeren, methacrylzuur-ester-styreen-copolymeren, thermoplastische polyurethan-harsen, fenoxyharsen, vinylpolychloride, vinylideenchloride-15 acrylonitrile-copolyraeren, butadieen-acrylonitrile-copoly-meren, acrylonitrile-butadieen-acrylzuur-copolymeren, acrylonitrile-butadieen-methacrylzuur-copolymeren, poly-vinylbutyral, polyvinylacetal, cellulosederivaten, styreen-butadieen-copolymeren, polyesterharsen, fenolharsen, epoxy-20 harsen, thermoharderidepolyurethanharsen, ureumharsen, / melamineharsen, alkydharsen, ureum-formaldehyde-harsen, mengöels daarvan en andere soortgelijke harsachtige bindmiddelen.
Een versterkend'materiaal, dat in de magnetische . 25 laag van magnetische registreermedia volgens de uitvinding kan worden toegepast, kan bijvoorbeeld aluminiumoxide, chroomoxide, siliciumoxide 'of mengsels daarvan zijn.
Magnetische registreermedia, die volgens de uitvinding worden’ vervaardigd, kunnen eveneens antistatisch 30 . makende middelen bevatten van het type, die voor magnetische registreermedia kunnen worden gebruikt. Een voorbeeld van een geschikt antistatisch makend middel is fijnverdeeld roet. Verder kunnen dispergeermiddelen, zoals lecithine en dergelijke aan een magnetische laag van een magnetisch 35 registreermedium volgens de uitvinding worden toegevoegd.
Het met het magnetische poeder of magnetiseerbare deeltjes en bindmiddel te gebruiken organische oplosmiddel voor het bereiden van een magnetische lak, die op 81 02 6 0 8 -13- een niet-magnetisch substraat moet worden aangebracht, kan bijvoorbeeld bestaan uit alcoholen, zoals methanol, ethanol, propanol en butanol; ketonen, zoals aceton, methylethyl-keton, methylisobutylketon en cyclohexanon; esters, zoals 5 methylacetaat, ethylacetaat, butylacetaat, ethyllactaat en glycoldiacetaat; ethers, zoals monoethylethers; glycolethers, zoals ethyleenglycolmonoethylether, ethyleglycoldimethyl-ether en dioxan; aromatische koolwaterstoffen, zoals benzeen, tolueen en xyleen; alifatische koolwaterstoffen, 10 zoals hexaan en heptaan; nitropropaan; mengsels daarvan of met andere geschikte organische oplosmiddelen.
Het magnetische registreermedium volgens de uit= vinding kan elk van de bekende vormen bezitten, zoals magnetische registratiebanden met een buigzaam niet-magne-15 tisch foeliesubstraat en magnetische schijven met een relatief stijf niet-magnetisch substraat. De buigzame niet-magnetische foeliesubstraten kunnen bijvoorbeeld polyesters, zoals polyethyleentereftalaat; polyalkenen, zoals polypropeen; cellulosederivaten, zoals cellulosediacetaat 20 en cellulosetriacetaat; polycarbonaten; polyimiden; metha-, lieke materialen, zoals aluminium en koper, papier; of enig-ander geschikt materiaal zijn. De stijve niet-magne-tische substraten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een keraMsch materiaal of een metaal, zoals een aluminiumplaat. 25 Bij uitvoeringsvormen, waarbij de organopoly- siloxanverbinding met de formule '5 in de ruglaagbekleding van een magnetisch registreermedium volgens de uitvinding wordt gebruikt, khn de ruglaag bijvoorbeeld roet, zoals ovenroet, kanaalroet, acetyleen, thermaalroet en lampzwart; 30 anorganische pigmenten, zoals gamma-FeOOH, alpha-Fe203,
Cr203, Ti02, ZnO, SiO, Si02.2H20, Al203.2Si02.2H20, 3MgO. 4Si02.H20, MgC03.Mg(0H)2.3H20, Al203 en Sb203 bevatten.
In de gevallen, dat de organopolysiloxanverbin- met ding de formule 5 in de deklaag wordt gebruikt, die op het 35 oppervlak van de magnetische laag of van de rugbekledings-laag wordt gevormd of in de laag, waarmee het oppervlak van het niet-magnetische substraat wordt bekleed, kan, resp. kunnen de als smeermiddel gebruikte organopolysiloxan- 8102608 - * -14- f - verbinding(en) worden toegevoegd aan of gemengd met één of meer van de bovengenoemde bindmiddelen in één of meer van de bovenvermelde organische oplosmiddelen.
De volgende organopolysiloxanverbindingeh, die 5 bij de uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding werden toegepast, werden op de volgende wijze bereid:
Bereiding van örganopolysilo'xanverbinding no. I:
Een organopolysiloxanverbinding no. I werd bereid, die beantwoordde aan de formule 13.
10 Een mengsel van 212 g allylcaproaat, 0,26 g van een 2%'s 2-ethylhexanoloplossing van chloorplatinazuur en 200 g tolueen werd in een vierhalfskolf gebracht, die voorzien was van een terugvloeikoeler, een thermometer, een roerder en een druppe1trechter, eh tot 80°C verwarmd. Bij 15 dit mengsel werden druppelsgewijs 201 g van een siloxan-verbinding met de formule 14 gevoegd.
Het druppelsgewijs toevoegen van de siloxanver-binding gaf aanleiding tot een exotherme reaktie, waardoor de temperatuur van de oplossing opliep tot 106°C tegen de 20 tijd dat het toevoegen was voltooid. De oplossing werd verder tot 110°C verhit, waarbij de omzetting nog 5 uren werd voóttgèöet. Na het verwijderen van het tolueen door destillatie onder verminderde druk verkreeg men» 408 g van eên lichtgele vloeistof, waarvan door meting van het infrarood 25 aabsorptiespedtrum (IR) en het magnetische kemspinresonan-tiespectrum (NMR) Werd bepaald, dat deze de bovenvermelde . structuur bezat. Het soortelijke gewicht bij 25°C bedroeg 1,048, terwijl de viskositeit daarvan 133 cSt en de brekings- . index daarvan 1,4252 bedroegen.
30 Bereiding Van organopolysTloxanverbinding no'v TI:
De organopolysiloxanverbinding no. II beantwoordde aan de formule 15.
In een driehalskolf, die voorzien was van een terugvloeikoeler, een roerder en een thermometer, werd een 35 mengsel van 40,5 g triethylamine, 300 g tolueen en 138,2 g van een siloxanverbinding met de formule 16 gebracht. Nadat het mengsel tot 80°C was verwarmd, werden hierbij onder roeren 113,8 g stearinezuur gevoegd. Het mengsel werd ge- 81 02 6 08 -15- durende 7 uren tot omzetting gebracht, terwijl het tolueen onder terugvloeikoeling kookte, en vervolgens, afgekoeld om het triethylamine-hydrochloride neer te slaan,dat daarna door filtratie werd verwijderd. Na de verwijdering van de 5 laagkokende materialen onder verminderde druk werden 219,6 g van lichtgele wasachtige vaste stof verkregen, die een smeltpunt van 54°C bleek te bezitten en die bij meting van het infrarood absorptiespectrum en het magnetische kern-spinresonantiespectrum de bovenvermelde structuur bleek 10 te bezitten.
Bereiding van orgahopolysiloxanverbindingen· /no. Ill-XVI:
De voor de bereiding van de organopolysiloxan-verbinding no. I of no. II toegepaste methoden werden gevolgd voor het bereiden van de volgende organopolysiloxan-15 verbindingen nos. Ill t/m XIV:
Verbinding no. Ill met de formule 17.
Viskositeit (bij 25°C) 85,5 cSt Soortelijk gewicht (bij 25°C) 0,965 Brekingsindex (bij 25°C) 1,4397.
20 Verbinding No. IV met de formule 18.
Smeltpunt 34°C.
Verbinding No.' V met de formule 19.
Viskositeit (bij 25°C) 351,8 cSt Soortelijk gewicht (bij 25°C) 1,114 25 Brekingsindex (bij 25°C) 1,4100.
Verbinding No. VI met de formule 20.
Viskositeit (bij 25°C) 297,9 cSt Soortelijk gewicht (bij 25°C) 1,015 Brekingsindex (bij 25°C) 1,4334.
30 Verbinding No. VII met de formule 21.
Viskositeit (bij 25°C) 342,5 cSt Soortelijk gewicht (bij 25°C) 0,986 Brekingsindex (bij 25°C)·1,4395.
Verbinding No.' VIII met de formule 22.
35 Smeltpunt 36°C
Verbinding No. IX met de formule 23
Smeltpunt 22°C.
8102608 - -16-
Verbinding no.X met de formule 24.
Smeltpunt 23°C.
Verbinding no. XI met de formule 25.
Viskositeit (bij 25°C) 11,9 cSt 5 Soortelijk gewicht (bij 25°C) 1,008
Brekingsindex (bij 25°C) 1,4161 Verbinding no. XII met de formule 26.
Viskositeit (bij 25°C) 22,6 cSt Soortqüjk gewicht (bij 25°C) 1,005 10 Brekingsindex (bij 25°C) 1,4257
Verbinding no. XIII met de formule 27.
Smeltpunt 43°C.
Verbinding no. XIV met de formule 28.
15 Een magnetische laksamenstelling, die bij alle * uitvoeringsvoorbeelden voor de magnetische registreermedia volgens de uitvinding werd gebruikt, bevatte de volgende bestanddelen:
Bestanddelen Gew.delen 20 gamma-Fe202 100 ' Vinylchloride-vinylacetaat-copolymeer (handelsnaam "VAGE", geproduceerd door Union Carbide Corp.) *18
Polyurethanhars (handelsnaam "Estan 5702", 25 geproduceerd door B.P. Goodrich Co.} 12
Roet (antistatisch makend middel) 0,5
Lecithine (dispergeermiddel) 1,0
Oplosmiddelen
Methylethylketon 150 30 Methylisobutylketon *»50
Voorbeeld 1
Bij de bovenvermelde, magnetische laksamenstelling werden 2,0 gew.delen verbinding no. 1 per 100 gew.delen 35 gamma-Fe^-j gevoegd, waarna het mengsel gedurende 24 uren in een kogelmolen werd gemalen. Na het filtreren werden hierbij 3 gew.delen isocyanaat gevoegd en werd het mengsel nog 30 minuten geroerd. Het verkregen mengsel werd vervolgens 8102608 -17- op een foeliesubstraat van polyethyleentereftalaat met een dikte van 12 pro. op zodanige wijze als een bekleding aangebracht, dat een droge filmdikte van 5 μτα werd verkregen.
Het foéliesubstraat werd na het drogen georienteerd en op 5 zichzelf opgewikkeld. De opgewikkelde foelie werd daarna aan een oppervlaktebehandeling onderworpen en op 1,27 cm gesneden.
Voor de op deze wijze vervaardigde band werden vervolgens de gebruikseigenschappen daarvan in "signaalloze" 10 toestand, de dynamische wrijvingscoefficient alsmede de mate van exsudatie of aanlopen door visuele waarneming gemeten- De resultaten zijn onderstaand in tabal A samengevat.
Voorbeelden 2-9
De voorschriften van voorbeeld 1 werden gevolgd, 15 met dien verstande, dat in plaats van verbinding no. I
telkens 2,0 gew.delen, per 100 gew.delen gamma-Fe203, van de verbinding no.III(voorbeeld 2), verbinding no. IV (voorbeeld 3).., verbinding no. V (voorbeeld 4), verbinding no. VI (voorbeeld 5), verbinding no. VII (voorbeeld 6), verbinding 20 no. VIII (voorbeeld 7), verbinding no. IX (voorbeeld 8) en ' verbinding no. XIV (voorbeeld 9} werd toegevoegd.
De resultaten van de gèbruikseigenschappen daarvan met betrekking tot het gedrag in signaalloze toestand, de dynamische wrijvingscoefficient en de mate van aanlopen 25 zijn onderstaand in tabel A vermeld.
Aan de volgens voorbeeld 9 vervaardigde band werden eveneens metingen uitgevoerd op variaties in de gebruikseigenschappen in "signaalloze" toestand afhankelijk van de tijd in een atmosfeer met een temperatuur van 45°C 30 en een relatieve vochtigheid van 80%. De resultaten zijn in figuur 2 als kromme A aangegeven.
Voorbeelden 10-13.
De voorschriften van voorbeeld 1 werden gevolgd afgezien van het feit, dat in plaats van 2,0 gew.delen ver-35 binding no. I 1,0 gew.deel verbinding no. II(voorbeeld 10), verbinding no. X (voorbeeld 11), verbinding no. XII (voorbeeld 121, resp. verbinding no. XIII (voorbeeld 13) werd toegevoegd.
8102608 τ ^ , * ♦ -18-.
De resultaten van de gebruikseigenschappen daarvan blijken uit de onderstaande tabel A.
Voorbeeld 14
De voorschriften van voorbeeld 1 werden gevolgd afgezien van het feit, dat in plaats van 2,0 gew.delen ver-5 binding no.. I, 3,0 gew.delen verbinding no. XI per 100 gew. delen van het magnetische poeder werden toegevoegd.
De resultaten van de gebruikseigenschappen daarvan blijken uit de onderstaande tabel A,
Voorbeeld 15 10 De voorschriften van voofcbeeld 1 werden gevolgd, waarbij echter verschillende hoeveelheden van de verbinding no. IX met de bovenbeschreven magnetische laksamenstelling werden toegepast. Aan de verkregen banden werden gebruikseigenschappen daarvan in signaalloze toestand en dynamische 15 wrijvingscoefficienten gemeten, zoals weergegeven in figuur 3. Figuur 4 geeft de mate van exsudatie of aanlopen aan, die h bij de onderzochte banden optrad. Uit figuren 3 en 4 bleek, dat de hoeveelheden van de verbinding no. IX en daarmee van de organopolysiloxanverbindingen met de formule 5 ' 20 bij voorkeur tussen ongeveer 0,5 en ongeveer 7 gew.delen lag.
Wanneer het smeermiddel in hoeveelheden van minder dan 0.,5 gew.delen werd gebruikt werd het signaalloze gedrag kort, terwijl de dynamische wrijvingscoefficienten . 25 (pd)en de mate van exsudatie of aanlopen voldoende waren.
Indien het smeermiddel in hoeveelheden van meer dan 70 gew. delen werd gebruikt, traden daarentegen verhogingen van de dynamische wrijvlngscoefficienf en de mate van aanlopen op.
Vergelijkende' voorbeelden 1 en' 2 30 Voor vergelijkingsdoeleinden werden gebruikelijke smeermiddelen mét de bovenvermelde magnetische 'laksamenstelling toegepast in plaats van de als smeermiddelen fungerende organopolysiloxanverbindingen volgens de uitvinding. Bij vergelijkend voorbeeld 1 werd dimethylsiloxanolie (handels- 35 naam "KF 96", geproduceerd door Shin-Etsu Chemical Co-, Ltd), en bij vergelijkend voorbeeld 2 methylfenylsiloxanolie (handelsnaam "KF 54", geproduceerd door Shin-Etsu Chemical 81 0 2 6 0 8 . “19“
Co., Ltd) als smeermiddel .gebruikt.
J
De resultaten van de gebruikseigenschappen daarvan zijn eveneens ter vergelijking in de onderstaande tabel A vermeld.
5 Vergelijkend voorbeeld 3
De band werd vervaardigd door de voorschriften van voorbeeld 14 te volgen, waarbij echter in plaats van verbinding no. I een organopolysiloxanverbinding met de formule 29 als smeermiddel werd gebruikt.
10 De resultaten van de gebruikseigenschappen daar·1; van bijn onderstaand in tabel A vermeld.
Volgens vergelijkend voorbeeld 3 werden de banden vervaardigd onder toepassing van de organopolysiloxanverbinding met de formule 29 als smeermiddel in hoeveelheden 15 van 0,5, resp. 7 gew.delen.
Het signaalloze gedrag, zoals gemeten volgens voorbeeld 9, is eveneens in figuur 2 als kromme D weergegeven.
^ , 81 02 6 08 . -20- ï *: * cn
Sm 01 tn
S n 'H -H
> S1 Ö tn.fi
O -H = = = = = = = = = = = = = -H = -H
, S d ai c ff
0 § S H S
ω tn fi·^* •HO* ia-*-.
•riO • ·Η ϋ.
5-1 ^ ·£ ot'-ujocnoc'jr^ini-iovinoinomo 2 « σίΓΗΟοοοΓ-ηνοη^Τ’ζρνοοοΓΟο'^ο η-} Η N ri (S M rl Η Η Η N Η N Μ n <i -Ï « !2j ooooooooooooooooo
*H
gu-i to IW CO) >iO -
PO
rt! P tn H tö
' . P H
C ‘Ö In EH Φ o o o 05 vo f> vo fi Λ . · - lö ^ C Ö fi Ό o-p tö (d rö .
0¾ Ό= = = = = = = = Ό= = = ^}-Ι= = d c Φ d.5 H 5-f Μ Ό 2 Φ Φ Φ fi 5 φ . Φ Φ -ri • g, s a ss
•H
cn
H W CO
• · * $ § §
o rt N M ό tntJ
Hf'lfO,TlO^OINCOö^HHH r-ï rH fi fi fi
φ ·Η *H
10¾¾. ¢13¾¾¾¾¾¾¾¾¾^^^ I—| r—IiHiHi—I1H1—JiHrHr-liHiHiHrH ·ΓΊ 'Π ·Π φ φ φ Φ Φ Φ Φ Φ Φ Φ Φ Φ Φ Φ *H -Η ·Η « φφ φφφφφφφφφΦφφ·ΗΗΗ ,¾ ΛΛΛΛΛΛΛΛΛΛΛΛΛΛΦΦ© Ό nnns-iS-iMUS^ns-iS-i^nntntntn S . ΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟ.ΟΟΜΜΜ ® >>>!>^>!>|>§>^>^>^^|> 81 0 2 6 0 8 -21- · 1) De term "signaalloos gedrag” of ”gebruikseigenschappen in signaalloze toestand",zoals bovenstaand gebruikt, wordt gedefinieerd als de periode, die vereist is om het reproduktie-uitgangssignaal te verminderen tot de 5 helft van het aanvankelijke reproduktie-uitgangssignaal in de signaalloze toestand, waarbij een bovenste roterende cilinder met een magnetische kop wordt geroteerd, terwijl de band niet wordt getransporteerd.
2) De dynamische bereidingscoefficient (μά) wordt als volgt 10 gemeten: een band met een breedte van 0,635 cm wordt met de omtrek van een messingcilinder in kontakt gebracht over ongeveer een quadrant van het omtreksoppervlak van deze cilinder. Het ene einde van de band wordt horizont, taal aan een statief bevestigd, terwijl een gewicht van 15 100 gram aan het andere vrije einde van de band wordt bevestigd,om aan het tussengèlegen gedeelte van de band een spanning te verlenen. De cilinder wordt dan op geregelde wijze met een zodanige snelheid geroteerd, dat de je omtrekssnelheid daarvan 0,75 mm per sec. ten opzichte van 20 de band bedraagt. Spanningsmeters worden op de band aan- '' gebracht tussen het gewicht en de cilinder, resp. tussen de cilinder en het statief, waarmee de spanningen t^ en t2 dan worden gemeten. De dynamische Wrijvingscoefficient (pd) wordt dan berekend met de volgende vergelijking: 25 t pd-|loge^. · 3) De mate van aanlopen of exsudatië wordt visueel waargenomen en gewaardeerd volgens de mate, waarin aan het 30 oppervlak van een band aanlopen of exsudatie optreedt.
8102608 * -22-
Voorbeeld 16-18 .
Een magnetische laag werd gevormd op het oppervlak van een pólyethyleentereftalaat door de voorschriften van voorbeeld 1 te volgen, waarbij echter 1,5 gew.delen 5 squaïaan (C^H^) in plaats van het smeermiddel werden gebruikt.
Het oppervlak van de magnetische laag op de magnetische laag werd met een 1%'s isopropanoloplossing van verbinding no. I, no. XI, resp. no. XI als deklaag, 10 zoals weergegeven in figuur 1B bekleed, zodanig, dat de 2 hoeveelheid 43 mg/m bedroeg.
Vergelijkende voorbeelden 4-6
De voorschriften van voorbeeld 16 werden gevolgd, waarbij echter in plaats van de organopolysiloxanverbindingen 15 met de formule 5 als smeermiddelen de gebruikelijke smeermiddelen van vergelijkend voorbeeld 1 en vergelijkend voor-, beeld 2, resp. de organopolysiloxanverbindfng van vergelijkend voorbeeld 3 werden toegepast.
De volgens voorbeelden 16-18, resp. vergelijken-20 de voorbeelden 4-6 verkregen banden werden onderzocht op , het signaalloze gedrag, de dynamische wrijvingscoefficient en het "Q"-geluid. De resultaten van deze proeVen zijn onderstaand in tabel.B samengevat.
. > · 8102608 -23- ιΗ ^ 0) 'Φ Φ Ό > •Η 0 α ·τ» : π ιΗ Q) Ή Ο) 0) 0) = = £ ;= ,¾ , 01 V > Ο .
1 6 - Ό Φ Οί ι—I Οι s' © £ © φ ft Ρ Φ Λ Λ \ Φ « : £ *» .
“ -.-¾ β § φ πΌ «.
-Η 5 Ο " 54 w* Ό Φ £ cm m m νο ο r~ δΐί +J ίο σι ® κ η co ©Φ Q)Cj Si ft - - © ro ϋ -η ο Ο ο ο ο ο ft's wo' £ £ •Η -Η 1° 5 β«Η · · Η Λ
(g t(4 -P
c® “ ϋ .
(s, Λ Ή tH ·
η AO ö> o S
w M © G © J P O ft
pq Ή O
Η © 01 «H
2 ' Λ 01 S o © g - ^ Cfl «Μ Φ
•H O -P
•PP© Φ ft «-!
C
' Ol G Φ
Dl ' © © -P
rö δω 54 O Ol «ö ' r4 Φ ft · ö
Φ O Ό O -H
01 ' ^ § e s § 01 *—* G Ό * . © S © O fi ©SS : = = > Λ O *H *0 P , Ώ © '
H S φ p Ol C
,Η-Ü t, »0 φ vo Φ © © Ö £ - 0» ' -
© ffl -H +} ° H
ö S S 3 -P
Dl H C
•H · iw © C
W ' ί> Φ J Φ
Ό G
•Η Φ P 0 Ό © ‘ r-i G Ό
Φ © G
ia > oo Ό «d Ό 0» Λ O
i—jHHCWSmCvo I
d) O) Φ s φ Φ
*0 Ό Ό JiO .¾ Ό Λί Ό O Ό N
Η H r-i -nH -rii-t -nH = Φ j) φ φτίφτίφτίφ ΡΌ
C Φ φ φ Η (1) HU) H (0 -PO
0 Λ Si XX ΦΛ Φ-Q ΦΛ © O G
Π3 p 54 p Dip 0i P Οι P EO©
G O O O PO PO PO
S § § § iSg g? - 8102608 -24-
Voorbeelden 19 en 20
Een polyethyleentereftalaat-substraat wordt met een 0,1%'s "Freon"-oplossing van verbinding no. XIV (voorbeeld 19), resp. verbinding no. X (voorbeeld 20) op zodanige o 5 wijze bekleed, dat 2,1 mg/m als bekleding wordt verkregen op het oppervlak tegenover het oppervlak, waarop de magnetische laag is gevormd.
De banden werden daarna op de dynamische wrij-vingscoefficient, ud, daarvan onderzocht bij het lopen voor 10 een eerste maal, resp. bij het lopen voor een tiende maal.
De resultaten zijn in tabel C samengevat.
Vergelijkend voorbeeld 7
Een band volgens voorbeeld 19 zonder een bekleding, die een.organopolysiloxanverbinding volgens de uit-15 vinding als smeermiddel bevat, werd bereid en. de dynamische wrijvingscoefficient, jud, onderzocht. Het resultaat blijkt uit de onderstaande tabel C.
TABEL C
Dynamische wrijvingscoefficient,ud 20 Banden Lopen voor een Lopen voor een , ____ eerste maal...... tiende maal_
Voorbeeld 19 0,188 0,241
Voorbeeld 20 0,157 ,, 0,196
Vergelijkend 0,254 0,319 voorbeeld 7.
25 --
Voorbeeld 21
Een laksamenstelling, die de volgende bestanddelen bevatte, werd gebruikt voor het aanbrengen van een . rugbekleding op het oppervlak tegenover het oppervlak, 30 waarop de magnetische laag als bekleding; swas aangebracht: Bestanddelen Gew .delen
Roet 100
Polyurethanhars (handelsnaam "Estan 5702") 50
Epoxyhars (handelsnaam "Epiclon 351", 35 geproduceerd door Dainippon Ink & Chemical
Co., Ltd.) 50
Me thylethyIketon 400 8102608 -25-
Tolueen . 400 "Desmodur L" (merknaam van Bayer A.G.) 20
Het mengsel werd met 4 gew.delen verbinding no. XIV gemengd en als een bekleding op de andere zijde van 5 een substraat aangebracht, dat daarop een magnetische laag bevatte, enwel op zodanige wijze, dat een droge filmdikte van 3 pm als ruglaagbekleding werd herkregen, zoals weergegeven in figuur 1D.
De dynamische wrijvingscoefficienten bleken 10 0,150 μά bij het lopen voor de eerste maal en 0,160 pd bij het lopen voor de tiende maal te bedragen, indien op dezelfde wijze gemeten als bovenstaand beschreven.
Voorbeeld 22
Een bekleding van verbinding no. XIV werd op 15 de ruglaagbekleding, zoals bij voorbeeld 21 als een dèklaag aan de achterzijde gevormd op zodanige wijze, dat een bekle- 2 dings gewicht van 43 mg/m werd verkregen. De dynamische wrijvingscoefficienten van deze band bleken 0,167 μά bij het lopen’voor de eerste maal en 0.,167 μά bij het lopen voor 20 de tiende maal te bedragen.
* i 8102608

Claims (19)

1. Magnetisch registreermedium, dat een niet-magnetisch substraat en een magnetische laag omvat, . met het kenmerk, dat het niet-magnetische substraat is voorzien van een laag, dat tenminste één organopolysiloxanver-5 binding bevat, die beantwoordt aan de formule 5, waarin A1 en A2 elk onafhankelijk van elkaar -CH3, CH2-CH2-(CF2)g-CF^ of R.|OCÖR2, Rj een tweewaardige koolwaters tof rest met 1-5 koolstof atomen en R2 een eenwaardige koolwaterstofrest met 7-21 koolstofatomen voorstellen en 1, m en n elk onaf- 10 hankelijk van elkaar 0 of een geheel getal met een waarde van 1-200 en p en 1 elk onafhankelijk van elkaar 0 of een geheel getal met een waarde van 1-12 aangeven, met dien verstande, dat A^ of A2 of beide de rest -R^OCOR2 voorstelt, resp. voorstellen, 1, m en n elk 0 kunnen zijn en dat, 15 indien zowel A^ als A2 andere resten van de rest -R^OCOR2 voorstellen, 1 en m 0 kunnen zijn en n een geheel getal met een waarde 1-200 aangeeft.
2. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding aan- ' 20 wezig is in een laag, die op het oppervlak van de magnetische laag. is aangebracht.
3. Magnetisch registreermediüm volgens conclusie . 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding aanwezig is in een laag, die voorzien is aan het oppervlak 25 tegenover het oppervlak van het niet-magnetische substraat, waarop de magnetische laag is gevormd.
4. · Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding aanwezig is in een rugl^ag, die aangebracht is op het oppervlak 30 tegenover het oppervlak van het niet-magnetische substraat, waarop de magnetische laag is gevormd.
5 OCOC^E^-y is, 1 0, m 8, η 1 en p 0 aangeven.
5. Magnetisch registreermedium volgens conclusie · 4, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding aanwezig is in een laag, die aangebracht is op het oppervlak 35 van de ruglaag.
6. Magnetisch, registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een 4 8102608 -27- verbinding met de formule 5 is, waarin A^ en A2 elk een methylgroep voorstellen, de rest -R.jOCOR2 de rest -(CH2)2 OCOCgHig is, en 1 0, m 8, n 10 en p 0 aangevën.
7. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 5 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A^ en A2 elk de rest -CI^OCOC^H^ voorstellen enl 2,m 2, n 0 en p 0 aangeven .
8. Magnetisch registreermedium volgens conclu-10 sie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbing een verbinding met de formule 5 is, waarin A.^ en A2 elk een methylgroep voorstellen, de rest R1OCOR2 de rest -(CH2)3 OCOCgHig is en 1 8, m 0 en n 10 aangeven.
9. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 15 .1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A^ en A2 elk een methylgroep voorstellen, de rest -R^OCOI^ de rest -(CH2)3 OCOC^H^ is en 1 0, m 8, n 10 en p 0 aangeven.
10. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 20 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een ' verbinding met de formule 5 is, waarin A^. en A2 elk een methylgroep voorstellen, de rest -R^OCC^ de rest -(CH2>3 OCOCgHig is en 1 30, m 10, n 18 en p "3 aangeven.
11. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 25 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A^ en A2 elk een methylgroep voorstellen, de rest -R^OCOR2 de rest -(CH2)3 OCOCgHig is, en 1 10, m 8, n 20 én p 0 aangeven.
12. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 30 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A^ en A2 elk een methylgroep aangeven, de rest -R^OCOI^ de rest -(CH2)^OCOC^ H2^ is, en 1 .10, m 8, n 20 en p 0 aangeven.
13. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 35 ' 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A^ en A2 elk een methylgroep voorstellen, de rest -R1OCOR2 de rest -(CH2)3 OCOC17H35 is, en 1 10, m 8, n 20 en p 0 aangeven. 8102608 -28-
14. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A-j^ en A2 elk een methylgroep voorstellen, de rest -R^OCO^ de rest -(CH2)2
15. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A^^ en A2 elk de rest - (CH2). 3OCOC12H27 voorsteilen, de rest -RiOCOR2 de rest 10 - (CH2) ^OCOC^H^ is, en 1 0, m 3, n 2 en p· 0 aangeven.
16. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding metde formule 5 is, waarin A^. en A2 elk de rest -(CH2)2CF2 voorstellen, de rest -R^OCC^ de rest -(CH2)2 15 0000^2^27 is en 1 0, m 0 en η 1 aangeven.
'17. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A.^ en A2 elk de rest - (CH 2 voorsteHen* en 1 0,m l,n Oen 20 p 0 aangeven.
18. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A* en A^ elk de rest -CH 20000^2Η2 7 voorstellen, en 1 0, m l,n Oenp O aan- 25 geven.
19. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organopolysiloxanverbinding een verbinding met de formule 5 is, waarin A^ en A2 elk de rest -(CH2)20COCi3H27 voorstellen, de rest -R1OCOR2 de rest 30 - (CH2120COC13H27 en 1 10, m 8, n 30 en p 0 aar geven. 8102608
NL8102608A 1980-05-28 1981-05-27 Magnetisch registreermedium. NL188714C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP7106580A JPS56169223A (en) 1980-05-28 1980-05-28 Magnetic recording medium
JP7106580 1980-05-28

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8102608A true NL8102608A (nl) 1981-12-16
NL188714B NL188714B (nl) 1992-04-01
NL188714C NL188714C (nl) 1992-09-01

Family

ID=13449745

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102608A NL188714C (nl) 1980-05-28 1981-05-27 Magnetisch registreermedium.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4369230A (nl)
JP (1) JPS56169223A (nl)
DE (1) DE3121215A1 (nl)
FR (1) FR2483663B1 (nl)
NL (1) NL188714C (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS57152535A (en) * 1981-03-18 1982-09-20 Hitachi Maxell Ltd Magnetic recording medium
JPS5823325A (ja) * 1981-03-19 1983-02-12 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気記録媒体
JPS5891527A (ja) * 1981-11-26 1983-05-31 Sony Corp 磁気記録媒体
JPS5922227A (ja) * 1982-07-29 1984-02-04 Victor Co Of Japan Ltd 磁気記録媒体
JPS5922229A (ja) * 1982-07-29 1984-02-04 Victor Co Of Japan Ltd 磁気記録媒体
DE3333930C2 (de) * 1982-09-21 1985-08-14 Victor Company Of Japan, Ltd., Yokohama, Kanagawa Magnetaufzeichnungsmaterial
JPS5994234A (ja) * 1982-11-19 1984-05-30 Sony Corp 磁気記録媒体
US4507217A (en) * 1983-03-07 1985-03-26 Lipid Specialties, Inc. Magnetic compositions and magnetic memory devices prepared therefrom
JPS59188832A (ja) * 1983-04-11 1984-10-26 Sony Corp 磁気記録媒体
JPS6027539A (ja) * 1983-07-26 1985-02-12 帝人株式会社 易滑性ポリエステルフイルム
JPS60111334A (ja) * 1983-11-18 1985-06-17 Matsushita Electric Ind Co Ltd 磁気記録媒体
JPS60119629A (ja) * 1983-11-30 1985-06-27 Sony Corp 磁気記録媒体
JPS61915A (ja) * 1984-06-13 1986-01-06 Konishiroku Photo Ind Co Ltd 磁気記録媒体
JPS6194233A (ja) * 1984-10-15 1986-05-13 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気記録媒体
JPS61104326A (ja) * 1984-10-23 1986-05-22 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気記録媒体
JPS62183027A (ja) * 1986-02-05 1987-08-11 Victor Co Of Japan Ltd 磁気記録媒体
JPS62180521A (ja) * 1986-02-05 1987-08-07 Victor Co Of Japan Ltd 磁気記録媒体
US4640790A (en) * 1986-07-14 1987-02-03 Dow Corning Corporation Dispersant composition for magnetic media
JP2537081B2 (ja) * 1988-10-18 1996-09-25 富士写真フイルム株式会社 磁気記録媒体
JP2796852B2 (ja) * 1988-10-31 1998-09-10 インターナショナル・ビジネス・マシーンズ・コーポレーション 磁気記憶装置及び方法
JP2537395B2 (ja) * 1989-03-15 1996-09-25 大日精化工業株式会社 磁気記録媒体
JP2537396B2 (ja) * 1989-03-15 1996-09-25 大日精化工業株式会社 磁気記録媒体
US5270109A (en) * 1990-01-17 1993-12-14 Fuji Photo Film Co., Ltd. Magnetic recording medium having a magnetic layer comprising ferromagnetic powder, a binder and a specified organosilicon lubricant compound
JPH0497707U (nl) * 1991-02-19 1992-08-24
JP2856938B2 (ja) * 1991-04-26 1999-02-10 富士写真フイルム株式会社 磁気記録媒体

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1057340B (de) * 1955-05-31 1959-05-14 Dow Corning Verfahren zur Herstellung von neuen Organopolysiloxanen
GB960534A (en) * 1961-08-28 1964-06-10 Dow Corning Organosilicon compounds
JPS5228687B2 (nl) * 1973-07-21 1977-07-28
GB1489436A (en) * 1973-12-28 1977-10-19 Basf Ag Magnetic recording medium containing lubricants
JPS5234923B2 (nl) * 1974-10-02 1977-09-06
JPS5234924B2 (nl) * 1974-10-02 1977-09-06
JPS5270811A (en) * 1975-12-10 1977-06-13 Fuji Photo Film Co Ltd Magnetic recording material
JPS52108804A (en) * 1976-03-10 1977-09-12 Fuji Photo Film Co Ltd Magnetic recording material
JPS52140303A (en) * 1976-05-18 1977-11-22 Sony Corp Magnetic record medium
JPS6028051B2 (ja) * 1976-08-19 1985-07-02 富士写真フイルム株式会社 磁気記録体
JPS5414711A (en) * 1977-07-06 1979-02-03 Fuji Photo Film Co Ltd Magnetic recording medium
US4267206A (en) * 1978-03-17 1981-05-12 Graham Magnetics, Inc. Process of making high-temperature magnetic tape

Also Published As

Publication number Publication date
FR2483663B1 (nl) 1984-04-27
NL188714C (nl) 1992-09-01
NL188714B (nl) 1992-04-01
DE3121215A1 (de) 1982-05-19
US4369230A (en) 1983-01-18
JPS56169223A (en) 1981-12-25
FR2483663A1 (nl) 1981-12-04
DE3121215C2 (nl) 1991-10-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8102608A (nl) Magnetisch registreermedium.
US4431703A (en) Magnetic recording medium
US4131717A (en) Magnetic recording medium
US4689181A (en) Fluorine-containing organosilanes useful as magnetic media lubricants
US4469750A (en) Magnetic recording media comprising fluorinated organosilicones in a magnetic layer thereof
US4501801A (en) Magnetic recording medium
JPS6222174B2 (nl)
US5145751A (en) Magnetic recording medium comprising magnetic particles and a binder and a dioxolane ester lubricant
US4368242A (en) Magnetic recording medium
JP2763577B2 (ja) 磁気記録媒体
JPH0157415B2 (nl)
JP2774314B2 (ja) 磁気記録媒体
JPS63306518A (ja) 磁気記録媒体
JPS6391825A (ja) 磁気記録媒体
JPH0337821A (ja) 磁気記録媒体
JPS5994232A (ja) 磁気記録媒体
JPH038112A (ja) 磁気記録媒体
JPS6022413B2 (ja) 磁気記録媒体
JPH02199623A (ja) 磁気記録媒体
JPS60129926A (ja) 磁気記録媒体
JPH0319126A (ja) 磁気記録媒体
JPH079695B2 (ja) 磁気記録媒体
JPH0363931A (ja) 磁気記録媒体
JPS60138726A (ja) 磁気記録媒体
JPH0337822A (ja) 磁気記録媒体

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19971201