BE1016943A6 - Werkwijze voor het vermijden van mengcontouren in poolweefsels. - Google Patents

Abstract

Het doel van de uitvinding bestaat erin een werkwijze te definiëren waarbij in het proces van produceren poolweefsels volgens gemaakte kaarttekeningen ondersteuning geboden worden voor of tijdens het processen tot een bestand die de jacquardinrichting van de weefinrichting aanstuurt om het optreden van mengcontouren te voorkomen.

Description

Werkwijze voor het vermijden van mengcontouren in poolweefsels

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het in een kaarttekening van een weefselpatroon detecteren van kleurovergangen die mengcontouren in het weefsel kunnen veroorzaken door middel van een computer omvattende centrale verwerkingsmiddelen, busmiddelen, detectiemiddelen, gegevensinbrengmiddelen, geheugen- middelen, afbeeldingsmiddelen, waarbij de gegevens van de kaarttekening van het weefselpatroon via de gegevensinbrengmiddelen ingébracht worden en waarbij een verwerkingsprogramma op gekende wijze correctiemanchons toepast op kleurovergangen

Bij het dubbelstukpoolweven in meerdere kleuren bevat elke kettinggang in het weefsel alle kleuren van de poolkettinggarens aanwezig in het weefsel. Wanneer een poolkettinggaren poolvormend is beweegt het zich tussen boven - en onderweefsel en bindt alternerend af over een inslag in elk van de genoemde weefsels. Wanneer het poolkettinggaren niet - poolvormend is (dode pool), dan wordt het in het grondweefsel van één van de beide weefsels ingebonden, waarbij de poolkettinggarens verdeeld worden over het boven - en onderweefsel om als dode pool te worden ingebonden.

Voor een optimale toevoer van de poolkettinggarens in het weefsel, voor een goede gaapvorming en voor een goed overzicht voor de werknemers die de bobijnen met poolkettinggaren in een weefrek vervangen en aanvullen, zijn in het weefrek dat de bobijnen met poolkettinggarens bevat en van waaruit de poolkettinggarens aan de weefinrichting toegevoerd worden, de poolkettinggarens die in het bovenweefsel ingebonden worden bovenaan in het weefrek voorzien en zijn de poolkettinggarens die ingebonden worden in het onderweefsel onderaan in het weefrek voorzien.

Het is gekend dat in poolweefsels bij een kleurovergang (zijnde een wisseling van poolvormend poolkettinggaren waarbij een poolkettinggaren poolvorming stopt en in zijn toegewezen weefsel wordt ingebonden als dode pool terwijl een ander poolkettinggaren vanuit zijn ingebonden toestand als dode pool in het hem toegewezen weefsel poolvormend wordt) in bepaalde gevallen mengcontouren of dubbelwerkers kunnen optreden.

Het optreden van een mengcontour betekent dat tussen twee opeenvolgende inslagen in een weefsel, twee poolbeentjes van een verschillende koor of kleur die elkaar kruisen in het dubbelstukweefsel. Omdat geen inslag de twee poolbeentjes van elkaar scheidt hebben de twee poolbeentjes van verschillende kleur sterk de neiging om zich ten opzichte van elkaar verkeerd te positioneren (waarmee bedoeld wordt dat ze niet aanleunen tegen de naastliggende poolbeentjes van dezelfde kleur maar tussen poolbeentjes van een andere kleur komen te staan) en leidt dit tot een onduidelijkheid in de tekening van het weefsel.

Het optreden van een dubbelwerker betekent dat tussen twee opeenvolgende inslagen in een weefsel twee poolbeentjes van een verschillende koor of kleur voorkomen die naast elkaar lopen zonder elkaar te kruisen. Dergelijke naast elkaar liggende poolbeentjes hebben in principe wel een juiste positie in functie van de kleurvorming, maar deze positie is weinig geborgd, waardoor beide poolbeentjes gemakkelijk van positie kunnen wisselen, wat op zijn beurt aanleiding geeft tot een onduidelijkheid in de tekening van het weefsel.

Tevens geven deze dubbelwerkers aanleiding tot een lokale verdichting van het weefsel, gezien plaatselijk dubbel aantal poolbeentjes aanwezig zijn.

Het optreden van mengcontour is afhankelijk van: - de weefselstructuur (enkel -, dubbel driegrijperbindingen in combinatie met het bindingstype); - uit welk weefsel het ingebonden poolkettinggaren dat poolvormend wordt afkomstig is; - in welk weefsel het poolkettinggaren dat zijn poolvorming stopt ingebonden wordt; - met andere woorden van de weeffekopstelling, gezien de opstelling van de koors in het weefrek gerelateerd is tot het weefsel waarin het poolkettinggaren als dode pool ingebonden wordt.

In onderstaande tabel worden een aantal voorbeelden getoond van situaties waarin mengcontouren (MC) of dubbelwerkers (DW) optreden. De aanduiding (0) betekent dat geen mengcontouren noch dubbelwerkers optreden. In aanduiding van de kleurovergangen (BT-BT; BT-OT; OT-OT en OT-OT) duidt de eerste aanduiding het weefsel aan waarin het poolkettinggaren dat poolvorming stopt als dode pool ingebonden wordt en duidt de tweede aanduiding het weefsel aan waaruit het poolvorming startende poolkettinggaren komt (BT staat voor bovenweefsel (boventapijt), OT staat voor onderweefsel (ondertapijt)).

In het vervolg van deze octrooiaanvraag zullen we enkel over mengcontour spreken waarbij telkens zowel mengcontour als dubbelwerkers bedoeld worden.

Dergelijke mengcontour effecten kunnen vermeden worden door het respecteren van een aantal ontwerpregels. Zo stelt een ontwerpregel voor 1/2V bindingen dat in de kaarttekening bij een kleurovergang waarin twee kleuren als lijnstuk in betrokken zijn minstens één van de twee kleuren over twee lijnen van hetzelfde kleur (dezelfde koor) in kettingrichting moet aanwezig zijn. Op deze wijze is het mogelijk om de werkwijze toe te passen die beschreven staat in de Europese octrooipublicatie EP 927782 en waarbij van minstens één van de poolkettinggarens die bij de kleurwissel betrokken is één dubbele manchon voor de poolwissel of één dubbele manchon na de poolwissel vervangen wordt door correctiemanchons. In deze correctiemanchon wordt namelijk één kleurpunt weggelaten. Wanneer dit gebeurt zodat het kleurpunt weggelaten wordt van het kleur waarvan twee lijnen en dus twee punten in kettingrichting na elkaar liggen, blijft na toepassing van de correctiemanchon nog één kleurpunt over.

Dergelijke correctiemanchons kunnen in de praktijk automatisch toegepast worden in de processingsoftware die de kaarttekening (dessin) omzet in een bestand die als input dient om de jacquardinrichting aan te sturen.

Echter om dit te kunnen toepassen moeten wel zoals aangegeven een aantal ontwerpregels gerespecteerd worden tijdens het aanmaken van de kaarttekening (het dessin). De correctiemanchon is enkel toepasbaar met het verwachte effect, wanneer gedurende twee opeenvolgende manchons (opeenvolgend in kettingrichting) pool gevormd wordt door hetzelfde poolkettinggaren. In de praktijk stellen we vast dat deze ontwerpregels niet altijd toegepast worden zodat, zelfs wanneer de correctiemanchons automatisch toegepast worden door de processingsoftware die de kaarttekening omzet in een bestand die als input dient om de jacquardinrichting aan te sturen, toch nog mengcontouren optreden in de weefsels.

De ontwerper van de kaarttekening is zich niet voldoende bewust van waar en wanneer mengcontouren optreden, omdat hij mogelijks de ontwerpregels en de effecten die optreden bij het niet toepassen, niet voldoende begrijpt, maar vooral ook omdat het voor hem niet duidelijk is waarom deze effecten in de ene situatie niet optreden en in de andere situatie wel (namelijk wegens de voor hem onbekende definitieve weeffekopstelling en weefselstructuur).

De personen in de productieafdeling die de processing doorvoeren, de weefselstructuur kiezen en de jacquardmachine kiezen met bijhorend weeffek kunnen of durven weinig ingrijpen om de kaarttekening aan te passen waar nodig zodat mengcontouren blijven optreden.

In vele gevallen worden mengcontouren dan ook slechts aangepakt wanneer dit de figuur in het geweven product kwalitatief te sterk aantast. Hiervoor wordt in de praktijk in vele gevallen assistentie gevraagd van de leverancier van de jacquardinrichting of van de processingsoftware.

Dit betekent dat er ondertussen reeds producten van lage kwaliteit met onnauwkeurige tekening geweven werden en in bepaalde gevallen zelfs uitval, alvorens uiteindelijk gecorrigeerd wordt. Verder leiden de interventies van de leveranciers tot een tijdverlies en een extra kost.

Het doel van de uitvinding bestaat erin een werkwijze te definiëren waarbij in het proces van produceren poolweefsels volgens gemaakte kaarttekeningen ondersteuning geboden worden voor of tijdens het processen tot een bestand die de jacquardinrichting van de weefinrichting aanstuurt om het optreden van mengcontouren te voorkomen.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het in een kaarttekening van een weefselpatroon detecteren van kleurovergangen die mengcontouren in het weefsel kunnen veroorzaken door middel van een computer omvattende centrale verwerkingsmiddelen, busmiddelen, detectiemiddelen, gegevensinbrengmiddelen, geheugen- middelen, afbeeldingsmiddelen, waarbij de gegevens van de kaarttekening van het weefselpatroon via de gegevensinbrengmiddelen ingebracht worden en waarbij een verwerkingsprogramma op gekende wijze correctiemanchons toepast op kleurovergangen waarbij op basis van de via de gegevensinbrengmiddelen ingebrachte gegevens, de kleurovergangen in de kaarttekening via de detectiemiddelen gedetecteerd worden en dat via de afbeeldingsmiddelen de kleurovergangen aangeduid worden waar een mengcontour in het weefsel optreedt die niet door correctiemanchons kan vermeden worden.

De ingebrachte gegevens zijn bij voorkeur de kaarttekening van het weefselpatroon, de gekozen weefselstructuur van het weefsel en de rekopstelling van de jacquardweefïnrichting waarop het weefsel zal geweven worden.

De gegevens over de kaarttekening van het weefselpatroon, de weefselstructuur en rekopstelling kunnen hierbij op de computer aanwezig zijn of ingebracht worden door alle gekende gegevensinbrengmiddelen zoals daar zijn: manueel intikken, inladen via een netwerk of andere verbindingen mogelijk vanuit de machine, vanuit CAD systeem, vanuit een andere computer, vanaf een informatiedrager (diskette, CD-rom, USB-stick, e.a).

De werkwijze volgens de uitvinding bestaat er verder in om alvorens de kaarttekening van een weefselpatroon om te zetten tot een bestand om de jacquardinrichting waarop het weefsel met het genoemde patroon zal geweven worden aan te sturen door middel van een computerprogramma) de kaarttekening in combinatie met de gegevens over de effectieve rekopstelling van de jacquardinrichting waarop het weefsel zal geweven worden en in combinatie met de gegevens over de weefselstructuur die zal toegepast worden te screenen op correcte toepassing van de ontwerpregels die moeten toelaten om waar zich een mengcontour voordoet correctiemanchons toe te passen zoals gekend in de stand van de techniek waarvan voorbeelden beschreven worden in EP 927782.

De werkwijze geeft als output door middel van afbeeldingsmiddelen aanduidingen in de kaarttekening waar zich een mengcontour voordoet die niet door middel van een correctiemanchon kan vermeden worden. Dit kan gebeuren door in de kaarttekening bijvoorbeeld pixels op te lichten, pixels te laten flikkeren, door met een lijn of een cirkel de zone te markeren, of enig andere afbeeldingsmiddel.

Dit moet de gebruiker toelaten om alsnog, voor het omvormen van de kaarttekening tot een bestand om de jacquardinrichting aan te sturen, de kaarttekening aan te passen volgens de ontwerpregels zodat toch correctiemanchons kunnen toegepast worden om de mengcontour te vermijden. Deze werkwijze biedt het voordeel dat voor het effectieve weven duidelijk zichtbaar is of er zich mengcontouren zullen voordoen en dat nog voor het weven kan ingegrepen worden om deze mengcontouren te vermijden door aanpassing van de kaarttekening. Zo wordt het weven van mindere kwaliteit of uitval vermeden.

Verder biedt deze werkwijze het voordeel dat enkel de mengcontouren eigen aan de effectieve weefrekopstelling in combinatie met de effectief toegepaste weefselstructuur gecompenseerd worden.

In een voorkeurswerkwijze volgens de uitvinding kan de computer ingesteld worden dat alleen kleurovergangen die tot een mengcontour leiden, die niet door correctiemanchons kunnen gecorrigeerd worden, waarvan er een bepaald minimum aantal naast elkaar liggen, aangeduid worden. Eén enkele losstaande mengcontour wordt in de praktijk in het weefsel niet altijd opgemerkt en bovendien beogen bepaalde tekeningen (patronen, dessins) juist dat verschillende poolkettinggarens in een puntenwolk pool vormen van verschillende kleuren, waarbij mengcontouren het gewenste effect versterken. Het minimum aantal naast elkaar liggende kleurovergangen met mengcontouren die niet door een correctiemanchon kunnen gecorrigeerd worden en waarbij men kiest om bij kleinere aantallen naast elkaar liggende kleurovergangen de mengcontour te behouden is instelbaar door de gebruiker van het computerprogramma dat de werkwijze uitvoert.

In zijn eenvoudigste vorm worden hierbij in inslagrichting naast elkaar liggende kleurovergangen beschouwd. Gezien de mengcontour fout zich in kettingrichting prononceert en de kettingrichting loodrecht staat op de inslagrichting zullen kleurovergangen in de kaarttekening die in inslagrichting naast elkaar liggen en waarop geen correctiemanchons kunnen toegepast worden om mengcontour te vermijden, zich het duidelijkst als afwijking ten opzichte van de gewenste tekening uiten in het geweven product. Wanneer de gebruiker deze kleurovergangen in de kaarttekening aanpast volgens de ontwerpregels zal dit het meest efficiënt bijdragen tot een kwaliteitsverbetering.

In een meer geperfectioneerde werkwijze kunnen het minimum aantal naast elkaar liggende kleurovergangen die tot een mengcontour leiden die niet door correctiemanchons kunnen vermeden worden volgens een rechte in een willekeurige richting liggen en in een nog verdere voorkeursvorm zelfs aaneengesloten een willekeurige lijn vertonen waarbij de rechte of de willekeurige lijn telkens een minimum aantal punten dient te bevatten, ingesteld door de gebruiker, om als punt of zone aangeduid te worden waar mengcontouren zullen optreden na toepassing van het verwerkingsprogramma om door middel van correctiemanchons mengcontouren te vermijden. Het bepalen van deze rechten met willekeurige richting en lijnen met willekeurige vorm kan bvb gebeuren door het vectoriseren van de kaarttekening .

Het weze duidelijk dat wanneer de gebruiker het aantal naast elkaar liggende punten met mengcontour zonder compensatiemogelijkheid door middel van correctiemanchons op één instelt, het computerprogramma dat de werkwijze volgens de uitvinding uitvoert de gebruiker alle punten in het weefsel zal aanduiden waar een mengcontour zal optreden.

In een verdere voorkeurswerkwijze volgens de uitvinding duidt het computerprogramma niet enkel de kleurovergangen of de verzameling van kleurovergangen aan waar mengcontouren zullen optreden, maar geeft het computerprogramma per kleurovergang of verzameling van kleurovergangen waar mengcontouren zullen optreden, als deel van de aanduiding één of meerdere voorstellen aan tot correctie van de kaarttekening om de mengcontouren te vermijden. De gebruiker kan dan kiezen om één van de gemaakte voorstellen te valideren of om zelf voor een andere aanpassing van de kaarttekening te kiezen of om de kaarttekening te behouden in zijn huidige versie.

In een nog verdere voorkeurswerkwijze voert het computerprogramma voor een gedeelte of voor het geheel van de opgespoorde kleurovergangen waar een mengcontour zal optreden, automatisch correcties door aan de kaarttekening om optredende meng contouren door correctiemanchons te vermijden.

Om voorstellen uit te zoeken om de kaarttekening aan te passen om mengcontouren te kunnen vermijden door het toepassen van correctiemanchons, dient het computerprogramma zich een beeld te vormen van de figuurelementen in de kaarttekening waartoe de punten van de kaarttekening behoren die in kettingrichting aan weerszijden van de kleurovergang gelegen zijn, waar een mengcontour niet door correctiemanchons kan weggewerkt worden. Om deze figuurelementen op te sporen in de kaarttekening wordt bij voorkeur een deel van de tekening of de volledige tekening gevectoriseerd.

De kaarttekening is een rastertekening die een raster van punten definieert waarbij de assen van het raster overeenstemmen met de ketting - en inslagrichting. In het raster wordt aan elk punt een kleur toekent. Door in de rastertekening punten op te sporen die aan de rand liggen van kleurovergangen en de richting bij te houden tussen opeenvolgende van deze punten vectoriseert men een deel van de rastertekening en kan men de figuren in de kaarttekening herkennen.

Deze gevectoriseerde informatie kan in een apart laver van de tekening bijgehouden worden.

Men kan ook de volledige kaarttekening vectoriseren.

In deze gevectoriseerde informatie selecteert men volgens een beslissingslogica vastgelegd in een computerprogramma welke figuurvorm het best geschikt is om aangepast te worden om de mengcontour te vermijden en voert de aanpassing van de figuurvorm door in de gevectoriseerde informatie. Daarna zet het programma de gevectoriseede informatie terug om naar rasterinformatie. De werkwijze kan zowel deze aanpassing onmiddellijk goedkeuren of als nog een goedkeuring vragen van de gebruiker alvorens de aanpassing door te voeren. Bij goedkeuring wordt verder gewerkt met de aangepaste rastertekening om verdere niet met correctiemanchons vermijdbare mengcontouren te elimineren door aanpassing van de kaarttekening. Wanneer de volledige kaarttekening van het weefselpatroon volgens de werkwijze volgens de uitvinding doorlopen is wordt het verwerkingsprogramma voor de processing gestart waarbij de aangepaste kaarttekening omgezet wordt tot een bestand geschikt voor de aansturing van de jacquardinrichting.

Met de gevectoriseerde informatie (positie en richting) kan dus de figuurvorm van figuurelementen afgeleid worden en is de noodzakelijke informatie beschikbaar om met het computerprogramma een complete figuurvorm aan te passen om mengcontouren te vermijden, waarbij de figuurvorm door de aanpassing bepaalde van zijn kenmerken kan behouden (vb cirkelvorm kan aangepast worden tot een nieuwe cirkelvorm met een gecorrigeerde straal). Hierbij is de richtinginformatie van belang om, wanneer op een bepaald punt of in een bepaalde zone van de figuurvorm een aantal punten dienen toegevoegd te worden om in de kaarttekening een mengcontour te kunnen vermijden door het toepassen van correctiemanchons, om de volledige figuurvorm mee aan te passen om essentiële kenmerken van de figuurvorm te behouden (bvb cirkelvorm,...).

Figuren 1, 2, 3 en 4 illustreren in een blokschema de werkwijzen volgens de uitvinding;

Tijdens processen (omzetten van kaarttekening naar file ter aansturing van jacquardcontroller) worden waar mogelijk correctiemanchons toegepast zoals voorgesteld in figuur 5 . Hier wordt in een 1/2V weefselstructuur in dubbelgrijperweeftechniek een poolkettingovergang (kleurovergang) voorgesteld van een eerste poolvormend poolettinggaren dat als dode pool inbindt in het onderwerk naar een tweede poolvormend poolkettinggaren dat als dode pool inbindt in het bovenwerk.

In de voorstelling "voor" toepassen correctiemanchons ziet men dat een mengcontour optreedt.

"Na" toepassing van de correctiemanchons is de mengcontour vermeden maar is voor het figuurgedeelte bovenaan in het bovenweefsel een volledige pooltufit (twee poolbeentjes) van het eerste poolkettinggaren verloren gegaan. In het onderweefsel van het zelfde figuurgedeelte blijven evenveel pooltufts en poolbeentjes aanwezig.

In het onderste figuurgedeelte is in het onderweefsel een volledige pooltuft (twee poolbeentjes) van het tweede poolkettinggaren verloren gegaan terwijl in het bovenweefsel van hetzelfde figuurgedeelte alle pooltufts en poolbeentjes aanwezig blijven.

Dit betekent dat wanneer de correctiemanchons zouden toegepast worden op een kaarttekeninggedeelte waarin in kettingrichting achtereenvolgens twee of meer enkele kleurlijnen voorkomen (één lijn met bepaald kleur gevolgd door lijn met ander kleur eventueel opnieuw gevolgd door lijn met ander kleur) hierbij in één van de weefsels minstens een kleurlijn zou verdwijnen wat onaanvaardbaar is voor het beoogde dessin tijdens het weefproces.

Daarom past het verwerkingsprogramma van de processingsoftware algemeen gevallen waar een bepaald kleur in één van de twee weefsels zou verdwijnen na toepassen van de correctiemanchons deze correctiemanchons niet toe, zodat tijdens het weefproces effectief een mengcontour zal optreden.

Dergelijke onvolmaaktheid kan wel vermeden worden door de kaarttekening aan te passen zodat bij elke kleurovergang minstens één van de kleuren die bij de kleurovergang betrokken is over twee kleurlijnen aanwezig is. Het verwerkingsprogramma binnen de processingsoftware zal dan deze correctiemanchons kiezen waarbij de weggevallen pooltuft een pooltuft is van het kleur waarvan twee kleurlijnen in de kaarttekening aanwezig zijn zodat in beide weefsels nog minimum één van beide kleurlijnen als pooltuft aanwezig is.

Claims (2)

1. Werkwijze voor het in een kaarttekening van een weefselpatroon detecteren van kleurovergangen die mengcontouren in het weefsel kunnen veroorzaken door middel van een computer omvattende centrale verwerkingsmiddelen, busmiddelen, detectiemiddelen, gegevensinbrengmiddelen, geheugen-middelen, afbeeldingsmiddelen, waarbij de gegevens van de kaarttekening van het weefselpatroon via de gegevensinbrengmiddelen ingebracht worden en waarbij een verwerkingsprogramma op gekende wijze correctiemanchons toepast op kleurovergangen met het kenmerk dat op basis van de via de gegevensinbrengmiddelen ingebrachte gegevens, de kleurovergangen in de kaarttekening via de detectiemiddelen gedetecteerd worden en dat via de afbeeldingsmiddelen de kleurovergangen aangeduid worden waar een mengcontour in het weefsel optreedt die niet door een correctiemanchon kan vermeden worden.

2. Methode volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde ingebrachte gegevens zijn: de kaarttekening van het weefselpatroon, de gekozen weefselstructuur van het weefsel en de rekopstelling van de jacquardweefinrichting waarop het weefsel zal geweven worden.