BE1004348A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1004348A3 BE1004348A3 BE9000563A BE9000563A BE1004348A3 BE 1004348 A3 BE1004348 A3 BE 1004348A3 BE 9000563 A BE9000563 A BE 9000563A BE 9000563 A BE9000563 A BE 9000563A BE 1004348 A3 BE1004348 A3 BE 1004348A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- thread
- pile
- pole
- manchon
- report
- Prior art date
- Legal status (The legal status is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the status listed.)
- Expired - Fee Related
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D27/00—Woven pile fabrics
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D27/00—Woven pile fabrics
- D03D27/02—Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
- D03D27/10—Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Woven Fabrics (AREA)
- Looms (AREA)
- Cleaning Implements For Floors, Carpets, Furniture, Walls, And The Like (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk-poolweefsel, meer in het bijzonder van een 2-schotbinding met het kenmerk dat het opgelegde werkingsrapport over 3-schot gaat, terwijl het werkingsrapport van de grondbinding slechts over 2-schot gaat, waarbij elk mogelijk werkingsrapport- over 3-schot voor elke mogelijke poolkettingdraad gedefinieerd wordt door een manchon, die bij elk schot de stand van de poolkettingdraad bepaalt.
Description
<Desc/Clms Page number 1> "Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels". EMI1.1 ------------------ De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van dubbelstuk geweven tapijten, waarbij de figuren door de zogenaamde poolkettingdraden worden gevormd, die van het bovenweefsel naar het onderweefsel en omgekeerd lopen, en die onderscheiden worden in werkende of figuurvormende pool, op het ogenblik dat de pooldraden van een weefsel naar het ander lopen, terwijl de niet-werkende pooldraden als dode pool aangeduid worden. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het weven op een dubbelgrijperweefmachine van een dubbelstukweefsel volgens de 2-schotbinding. De stand van de techniek wordt geillustreerd aan e hand van de hierbijgevoegde figuur 1, die schematisch een dubbelspoelige 2-schotbinding van een dubbelstukweefsel voorstelt. Voor het weven van een dubbelstuktapijtweefsel volgens het dubbelspoelig weefprincipe, wordt een inslagdraad (I) gelijktijdig in het onderweefsel (OW) en in het bovenweefsel (BW) ingebracht. Bij één schot bevindt zieh de inslag (I) van het onderweefsel (OW) onder de spankettingdraad (SO) van het onderweefsel (OW), en de inslag (I) van het bovenweefsel (BW) onder de spankettingdraad (SB) van het bovenweefsel (BW). Bij HET volgende schot bevindt zieh de inslag van het OW boven SO en de inslag van het bovenweefsel boven SB. Om de inslag (I) aan de spankettingen SO en SB te binden, worden er een of meer bindkettingen BO en BB toegevoegd. Er zijn verschillende gekende manieren om deze bindkettingen af te binden. Er wordt van een 2- <Desc/Clms Page number 2> schotbinding gesproken - zoals bij het voorbeeld op fig. 1 het geval is-wanneer de binding op schot 1-2 zieh herhaalt op schot 3-4, op schot 5-6, enz... Voor het nummeren van elk schot wordt vertrokken vanaf de meest linkse inslag-bestaande uit twee boven elkaar ingebrachte inslagdraden (I), respectievelijk in BW en OW - die als schot 1 wordt aangeduid, terwijl men, het weefsel van links naar rechts op fig. 1 doorlopend, de opeenvolgende dubbele inslagen in volgorde aanduidt, als schot 2, schot 3, enz... Deze nummering wordt vertikaal onder elke inslag op de figuur aangeduidt. De poolkettingdraden worden aangeduid als Pl, P2, P3, P4, P5. Ten opzichte van de grijpers of ten opzichte van elke inslag, kunnen deze poolkettingdraden theoretisch drie standen innemen : onder - midden (tussen) - boven. Wanneer de poolkettingdraad geen verbinding maakt tussen het onderweefsel (OW) en het bovenweefsel (BW), d. w. z. als dode pool optreedt, neemt deze poolkettingdraad deel aan de binding van OW, respectievelijk BW, en spreken wij van een ingebonden poolkettingdraad, of kortweg een ingebonden dode pool. Een ingebonden poolkettingdraad - bijvoorbeeld P1 - heeft in een eerstvolgende schot 1 de keuze hetzij ingebonden te blijven, hetzij als werkende of figuurvormende poolkettingdraad de weefsels bv. OW resp. BW met het andere BW resp. OW te verbinden. Bij het volgende schot 2 heeft men voor dezelfde poolkettingdraad opnieuw dezelfde keuze, nl. inbinden of opnieuw werkend als figuurvormende poolkettingdraad gebruikt te worden. EMI2.1 Wanneer een poolkettingdraad werkende fungeert in schot 1, wordt deze draad P3 die vóór schot 1 in één grondweefsel, bv. onderweefsel (OW), ingebonden was, eerst afgebonden onder schot 1, en bij schot 2, afgebonden in het andere grondweefsel, nl. bovenweefsel (BW), door boven de inslag (I) van het <Desc/Clms Page number 3> bovenweefsel te lopen en dan terug te keren naar het onderweefsel. Zodus, praktisch gezien, zijn twee standen per schot voldoende om een 2-schotsbinding te weven. Om in te binden in het bovenwerk : boven en midden ; in het onderwerk : onder en midden ; en om pool te weven : onder en boven. Door het na elkaar kombineren van deze standen met een jacquardmachine bekomt men aldus de 2-schotbinding. Deze 2-schotsbinding heeft als nadeel dat zij zogenaamde mengcontouren vertoont. Bij de overgang van een bepaald kleur gevormd door een figuurvormende poolkettingdraad die na die overgang ingebonden wordt in het bovenweefsel naar een ander kleur gevormd door een figuurvormende poolkettingdraad die vóór die overgang ingebonden was in het onderweefsel, loopt een beentje van de laatste poollus van het stoppende kleur over in het nieuwe kleur, en een beentje van de eerste poollus van het nieuwe kleur begint reeds in het vorige kleur (zie schot 3 t/m 6 op fig. 1). De scheidingslijn tussen deze twee kleurvelden is bijgevolg verstoord doordat de verwachte kleur van een eerste pool in het kleur van de laatste pool uitloopt, en de kleur van de laatste pool reeds begint in het kleurveld van de eerste pool. Dit gebeurt bij de overgang in twee opeenvolgende rapporten, bv. wanneer een bindingsrapport (schot 3-4) met een figuurvormende pooldraad (P3) welke ingebonden wordt in het onderweefsel (OW) gevolgd wordt door een bindingsrapport (schot 5-6) met een andere figuurvormende pooldraad (P2), welke ingebonden wordt in het bovenweefsel (BW). Om deze mengcontouren te vermijden, kan men de kleurvelden van elkaar gescheiden houden door een supplementaire inlassing van een rapport lijnwaad waarin over 2 schot geen figuurvormende pooldraad wordt gebruikt. Om dit te bekomen, zal men bij het ontwerp van de <Desc/Clms Page number 4> kaarttekening reeds dit effekt bijtekenen om een perfekte kleurovergang te verwezenlijken. Dit schept uiteraard een enorm werk bij de kaarttekenaar. Een tweede mogelijkheid is die waarbij men de kaarttekening maakt voor 1 kleurpunt per 4-schot in het tapijt. Het gevolg hiervan is dat de fijnheid van de tekening gehalveerd wordt, en men aldus een geringe dichtheid in het tapijt zal bekomen. Voor een dessineringsfijnheid van bv. 4 slagen/cm, moet men 16 scheuten/cm leggen. Deze werkwijze is niet aanvaardbaar. Het voorwerp van de uitvinding is een werkwijze voor het weven van een dubbelstuk poolweefsel, meer in het bijzonder van een 2-schot-binding volgens het dubbelspoelig weefprocede met als doel de mengcontouren te vermijden zonder dat de dessineringsfijnheid erdoor verkleint en eenzelfde weefsnelheid kan behouden worden. De werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het opgelegde werkingsrapport voor de poolkettingdraden over 3-schot gaat, terwijl het werkingsrapport van de grondbinding slechts over 2-schot gaat. Meer bijzonderheden en voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een werkwijze volgens de uitvinding met de hulp van de bijgevoegde figuren en tabellen. Figuur 1 is een schematische voorstelling van een dubbelstuk dubbelspoelige 2-schotbinding volgens de stand van de techniek. Figuur 2a is een schematische voorstelling van een dubbelstuk dubbelspoelige 2-schotbinding volgens de uitvinding, waarbij men de voorkeur geeft aan dubbelpunten langs de poolzijde van het weefsel. Figuur 2b is een schematische voorstelling van een dubbelstuk dubbelspoelige 2-schotbinding volgens de uitvinding, waarbij men de voorkeur geeft aan dubbelpunten <Desc/Clms Page number 5> langs de rugzijde van het weefsel. Figuur 3 is de voorstelling van een beslissingsschema voor de keuze van een manchon. Figuren 4a en 4b zijn tabellen over de overeenstemming tussen de gebruikte manchons en de gewenste posities van de poolkettingdraden. Bij een dubbelstuk poolweefsel volgens een dubbelspoelig geweven 2-schotbinding, waarvan de bindingen in figuren 2a en 2b zijn voorgesteld, wordt een inslag in het onderweefsel (OW) en het bovenweefsel (BW) gelijktijdig ingebracht. Bij elk onpaar schot (1, 3, 5,...) bevindt zieh de inslag (101, I03,...) van het onderweefsel (OW) onder de spanketting (SO), en de inslag (IB1, IB3,. ..) van het bovenweefsel onder de spanketting (SB). Bij elk paar schot (2,4, 6... ) bevindt zieh de inslag (102, 104,...) van het onderweefsel (OW) boven de spanketting (SO), en de inslag (IB2, IB4,. ..) van het bovenweefsel boven de spanketting (SB). De manier waarop deze inslagen door middel van bindkettingen worden afgebonden, is gekend en gebeurt onder een rapport van 2-schot (vandaar de benaming"2schotbinding") zoals op figuur 1 werd voorgesteld. Anderzijds bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt een werkingsrapport voor de poolkettingdraden over 3schot opgelegd : dit werkingsrapport wordt gespecifieerd voor de figuurvormende (PF) poolkettingdraden, voor de poolkettingdraden ingebonden in het bovenweefsel (PIBW) en ingebonden in het onderweefsel (PIOW). In het geval van een 3-korig weefsel, zoals voorgesteld in figuur 2a, is poolkettingdraad (21) bij EMI5.1 schot (1, 2, 3) figuurvormend, en ingebonden in het onderweefsel bij schot (4, poolkettingdraad (22) is ingebonden in het bovenweefsel bij schot (1, 2, 3) en figuurvormend bij schot (4, 5, 6), (7, 8, 9) <Desc/Clms Page number 6> en terug ingebonden in bovenweefsel bij schot (10, 11, 12) ; - poolkettingdraad (23) is ingebonden in bovenweefsel bij schot (1, 2, 3) (4, 5, 6) (7, 8, 9) en figuurvormend bij schot (10, 11, 12). Op de kaart krijgt men 1 kleurpunt per 3-schot in het tapijt, terwijl het werkingsrapport voor de poolkettingdraden over drie schot gaat met afwisselend een rapport A en B voor afbinding in de grondbinding. Bij rapport A hebben wij I01 onder SO en IB1 onder SB I02 boven SO en IB2 boven SB I03 onder SO en IB3 onder SB Bij rapport B hebben wij I04 boven SO en IB4 boven SB I05 onder SO en IB5 onder SB I06 boven SO en IB6 boven SB De in te nemen positie van de poolkettingdraden in een bepaald werkingsrapport, is afhankelijk van de stand van de poolkettingdraden tijdens het vorig rapport, hetzij in een figuurvormende pool hetzij ingebonden, of in het werkingsrapport A, of in het werkingsrapport B. De verschillende-mogelijkheden zijn verzameld in figuur 3. Deze tabel kan gebruikt worden voor de keuze van de juiste Manchon. De volgende afkortingen worden gebruikt. PF : figuurvormende poolkettingdraad L : lijnwaad (ingebonden poolkettingdraad) OW : onderweefsel BW : bovenweefsel Volgens de gewenste werkwijze worden in figuur 4a de te gebruiken bindingsmanchons aangeduid samen met de respectievelijke posities voor de kettingdraden. Bij elke 2-schot van de grondbinding wordt er een poollusje met tenminste één been op het onderweefsel (OW) gevormd evenwel als op het bovenweefsel (BW). Alleen ontbreekt er een poollusje (zie schot 3,4 op figuur 2a) van een figuurvormende poolkettingdraad in het onderweefsel, in de overgang van werkingsrapport A naar B, <Desc/Clms Page number 7> wanneer een nieuwe figuurvormende poolkettingdraad van uit het bovenweefsel in een werkingsrapport B naar onder komt en de voorgaande kleur (de voorgaande figuurvormende poolkettingdraad) in dit werkingsrapport B moet ingebonden worden. In de binding volgens de werkwijze volgens de uitvinding zoals voorgesteld in figuur 2a, hebben wij bij schot 1, 2, 3 een figuurvormende poolkettingdraad (21) die voorzien is in te binden in het onderweefsel (OW), waarbij het vorige werkingsrapport geen figuurvormende was (lijnwaad), en nu het werkingsrapport A en dus manchon (1) dient gebruikt te worden (zie tabel van figuur 3). bij schot 4, 5, 6 is de figuurvormende poolkettingdraad voorzien om in te binden in het bovenwerk. Het vorig rapport was poolvormend maar van een andere poolkettingdraad die voorzien was om in het onderwerk ingebonden te worden, en het is de beurt aan werkingsrapport B. Dan dient manchon (14) gebruikt te worden (zie fig. 3). Er is geen mengcontour tussen (1, 2, 3) en (4, 5, 6) in de overgang van werkingsrapport A naar B (zie fig. 2a). bij schot 7, 8, 9 is de figuurvormende poolkettingdraad voorzien om in te binden in het bovenwerk, terwijl het vorige rapport figuurvormend was, maar met zelfde poolkettingdraad gebleven, maar nu in een werkingsrapport A waarvoor dan ook manchon (11) dient gebruikt te worden (zie fig. 3). bij schot 10, 11, 12 is de figuurvormende pooldraad voorzien om in te binden in het bovenweefsel terwijl het vorige werkingsrapport ook figuurvormend was met pooldraad van een andere kleur die voorzien is in te binden in het bovenweefsel, nu is werkingsrapport B aan de beurt waarvoor dan ook manchon (16) dient gebruikt te worden (zie fig. 3). In de hierbij gevoegde figuur 4a worden dan de <Desc/Clms Page number 8> verschillende standen van de verschillende kettingdraden voor elk manchon voorgesteld in tabelvorm. Voor de binding uit figuur 2a hebben'we achtereenvolgens de manchons 1, 14,11 en 16 nodig. Bij aflezen in de tabel van fig. 4a hebben we bijvoorbeeld voor de figuurvormende poolkettingdraad achtereenvolgens de EMI8.1 standen onder-boven-onder/boven-onder- Dit komt inderdaad overeen met de standen van achtereenvolgens poolkettingdraad (21) (voor schot 1, 2, 3), poolkettingdraad (22) (voor schot 4, 5, 6 en schot 7, en poolkettingdraad (23) (voor schot 10,11, 12), zoals de schematische voorstelling van de gewenste binding op fig. 2a voorstelt. Op figuur 4a kunnen we op dezelfde manier ook van de andere poolkettingdraden de standen aflezen, die corresponderen met de verschillende manchons. De andere mogelijke poolkettingdraden (zie tabel van fig. 4a) zijn : de vorige figuurvormende pool ; de poolkettingdraad die in het onderweefsel ingebonden wordt (PIOW), indien deze niet de huidige of de vorige figuurvormende poolkettingdraad is, de poolkettingdraad die in het bovenweefsel ingebonden wordt (PIBW), indien deze niet de huidige of de vorige figuurvormende poolkettingdraad is. Bij de overgang tussen twee figuurvormende pooldraden die voorzien zijn om in hetzelfde weefsel (BW of OW) ingebonden te worden als ze niet figuurvormend zijn, merken we dat tussen twee opeenvolgende inslagen van hetzelfde weefsel 2 poolbeentjes zitten van een verschillende poolkettingdraad. Door het verschillend kleur van beide poolkettingdraden wordt aan het pooloppervlak van het weefsel een wazig beeld gegeven. Deze zogenaamde dubbele punten komen voor bij het weefsel, voorgesteld in figuur 2a, tussen schot 10 en schot 11, bij de overgang van figuurvormende poolkettingdraad (22) naar <Desc/Clms Page number 9> figuurvormende poolkettingdraad (23), die beide in het bovenweefsel ingebonden worden als ze niet figuurvormend zijn. Tussen de inslagen 10 en 11 zitten in het bovenweefsel bijgevolg twee poolbeentjes van verschillende poolkettingdraden. Deze dubbele punten komen voor (zie tabel van fig. 3) bij de overgang van een figuurvormende poolkettingdraad voorzien om in te binden in het onderweefsel (PFOW) naar een figuurvormende poolkettingdraad die eveneens voorzien is om in te binden in het onderweefsel (PFOW) en bij de overgang van een figuurvormende poolkettingdraad voorzien om in te binden in het bovenweefsel (PFBW) naar een figuurvormende poolkettingdraad die eveneens voorzien is om in te binden in het bovenweefsel (PFBW), zowel voor bindingsrapport A als vor bindingsrapport B van de grondbinding. Bijgevolg komen deze dubbele punten voor bij gebruik van manchons 5, 6,15 en 16. Door in te grijpen op deze. manchons 5,6, 15 en 16 kunnen we komen tot manchons 5', 6', 15'en 16'die respectievelijk de manchons 5,6, 15 en 16 vervangen, en waardoor de dubbele punten aan de poolzijde van het weefsel worden vermeden. De manchons 5', 6', 15'en 16'worden gedefinieerd door middel van figuur 4b die een tabel voorstelt met betrekking tot de met elk van deze manchons (5'), (6'), (15'), (16') overeenkomende posities van de verschillende poolkettingdraden. Het gebruik van deze tabel is identiek aan het gebruik van de tabel uit figuur 4a. In het beslissingsschema voor de keuze van de manchons kan men elk van de manchonnummers (5'), (6'), (15') en (16') invullen respectievelijk naast de oorspronkelijke nummers (5), (6), (15) en (16), waarbij men telkens de keuze heeft tussen (5) en (5'), (6) en (6'), <Desc/Clms Page number 10> (15) en (15'), (16) en (16') al naargelang men de dubbelpunten langs de poolzijde van het weefsel wil laten voorkomen - manchons (5), (6), (15) en (16) - of wil vermijden - manchons (5'), (6'), (15') en (16'). Een voorbeeld van gebruik van manchon (16') in plaats van manchon (16) wordt geillustreerd door middel van figuur 2b, waar dezelfde binding als in figuur 2a schematisch wordt voorgesteld, terwijl voor het bindingsrapport B van schot 10,11, 12, manchon (16') in plaats van manchon (16) wordt gebruikt. De figuurvormende poolkettingdraad (23) blijft dezelfde standen behouden (boven - onder - boven) bij manchon (16') als bij manchon (16). De vorige figuurvormende pooldraad (22) wordt nu echter bij schot (10) boven de inslag (IB10) gebracht in plaats van eronder. De standen van de andere ingebonden poolkettingdraden (PIOW) en (PIBW) - die in het voorbeeld niet voorkomen-blijven bij beide manchons (16) en (16') identiek. Tussen de inslagen IB10 en IB11 op figuur 2b komt langs de poolzijde geen dubbelpunt meer voor in het bovenweefsel (zie aanduiding door omcirkeling op figuren 2a en 2b en vergelijk) hetgeen op figuur 2a wel het geval was. Op figuur 2b komt het dubbelpunt nu voor langs de rugzijde van het weefsel, boven inslagdraad (IB10) waar twee verschillende poolkettingdraden een poolkettingafbindingslus vormen. Op dezelfde wijze kan het gebruik van manchons (5'), (6') en (15') ervoor zorgen dat dubbele punten langs de poolzijde van het weefsel voorkomen, in die gevallen waar volgens figuur 3 het gebruik van manchons (5), (6) en (15) aangewezen was, zowel bij bindingsrapport A als bindingsrapport B van het grondweefsel. Het voordeel van deze werkwijze volgens de uitvinding gebruik maken van manchons (5'), (6'), (15') en (16'), bestaat uit het feit dat vermeden wordt dat het <Desc/Clms Page number 11> pooloppervlak van het weefsel een wazig beeld geeft. Het voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding, in het algemeen, bestaat uit het feit dat geen mengcontouren meer voorkomen in de 20 vervaardigde dubbelstuk weefsels, terwijl de dessineringsfijnheid niet verkleind wordt, terwijl de kaarttekenaar geen bijkomend en tijdrovend werk moet verrichten en waarbij eenzelfde weefsnelheid kan behouden worden als voorheen. Een willekeurig rapport van 6-schot met overgang van PFOW naar PFOW laat zieh herkennen door 3 poollusjes per 6-schot zowel in het onderweefsel als in het bovenweefsel. Een willekeurig rapport van 6-schot met overgang van PFOW naar PFBW laat zieh herkennen door 3 poollusjes per 6-schot zowel in het onderweefsel als in het bovenweefsel. Een willekeurig rapport van 6-schot met overgang van PFBW naar PFBW laat zieh herkennen door 3 poollusjes zowel in het onderweefsel als in het bovenweefsel. Een willekeurig rapport van 6-schot met overgang van PFBW naar PFOW laat zieh herkennen door 2 poollusjes zowel in het onderweefsel als in het bovenweefsel. Het aantal kleurpunten in de kaarttekening van het tapijt is gelijk aan een derde van het totaal aantal schot en elke inslag van zowel het onderweefsel als het bovenweefsel die aan de rugzijde ligt van de spanketting wordt gedekt door 1 poolkettingafbindingslus. De figuurtekening is dus perfekt op de rug zichtbaar.
Claims (1)
- CONCLUSIES.1. Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk-poolweefsel, meer in het bijzonder van een 2-schot binding met het kenmerk dat het opgelegde werkingsrapport voor de poolkettingdraden over 3-schot gaat, terwijl het werkingsrapport van de grondbinding slechts over 2-schot gaat.2. Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk-poolweefsel volgens conclusie 1 met het kenmerk dat elk mogelijk werkingsrapport-over 3-schot-voor elke mogelijke poolkettingdraad gedefinieerd wordt door een manchon, die bij elk schot de stand van die poolkettingdraad bepaalt.3. Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk poolweefsel, meer in het bijzonder van een 2-schot-binding volgens het dubbelspoelig weefprocédé volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat 18 manchons ter beschikking zijn om de opeenvolgende standen van elke mogelijke poolkettingdraaad, in een werkingsrapport over 3-schot te definiëren, namelijk :waarbij de figuurvormende pooldraad in het werkend rapport met het cijfer 1 aangeduid wordt de figuurvormende pooldraad uit het vorig rapport met het cijfer 2 aangeduid wordt de pooldraad die in het onderweefsel ingebonden wordt (en noch 1, noch 2 is) met het cijfer 3 aangeduid wordt de pooldraad die in het bovenweefsel ingebonden wordt (en noch 1, noch 2 is) met het cijfer 4 aangeduid wordt en waarbij met de standen onder, midden, boven voor deze poolkettingdraden bedoeld wordt dat deze zieh respectievelijk onder de twee boven elkaar liggende inslagdraden bevinden, ertussen of erboven, en waarbij deze standen respectievelijk als O,M,B worden afgekort : Manchon 1 : pooldraad 1 : 0-B-0 ; pooldraad 2 : komt niet voor pooldraad 3 : M-O-M ; pooldraad 4 :B-M-B <Desc/Clms Page number 13> EMI13.1 Manchon 2 pooldraad 1 : pooldraad 2 komt niet voor pooldraad 3 :O-M-O; 4 : Manchon 3 pooldraad 1 :O-B-O; 2 : niet voor pooldraad 3 : pooldraad 4 : Manchon 4 pooldraad 1 : pooldraad 2 : niet voor pooldraad 3 0-M-O pooldraad 4 : Manchon 5 pooldraad 1 zO-B-O; 2 : pooldraad 3 M-O-M 4 : Manchon 6 pooldraad 1 0-0-B 2 :B-M-O pooldraad 3 0-M-O pooldraad 4 : Manchon 7 pooldraad 1 zO-B-O; 2 : pooldraad 3 : pooldraad 4 : Manchon 8 pooldraad 1 0-0-B pooldraad 2 : pooldraad 3 :O-M-O; 4 : :Manchon 9 : pooldraad 1 :O-B-O; pooldraad 2 :komt niet voor pooldraad 3 M-O-M ; pooldraad 4 : B-M-B Manchon 10 : pooldraad 1 B-O-B ; pooldraad 2 :komt niet voor pooldraad 3 :O-M-O; pooldraad 4 :M-B-M Manchon 11 : pooldraad 1 :O-B-O; pooldraad 2 :komt niet voor pooldraad 3 M-O-M ; pooldraad 4 : B-M-B Manchon 12 : pooldraad 1 :B-O-B; pooldraad 2 : komt niet voor EMI13.2 pooldraad 3 zO-M-O; 4 : Manchon 13 pooldraad 1 B-B-0 2 0-0-M pooldraad 3 : pooldraad 4 : Manchon 14 pooldraad 1 B-O-B 2 0-M-O pooldraad 3 zO-M-O; 4 : pooldraadManchon 15 : pooldraad 1 B-B-0 ; pooldraad 2 O-M-B pooldraad 3 M-O-M ; pooldraad 4 : B-M-B Manchon 16 : pooldraad 1 B-O-B ; pooldraad 2 M-B-M pooldraad 3 O-M-O; pooldraad 4 M-B-M Manchon 17 : pooldraad 1 komt niet voor ; pooldraad 2 : komt niet voor pooldraad 3 : M-O-M ; pooldraad 4 :B-M-B Manchon 18 : pooldraad 1 : komt niet voor ; pooldraad 2 : komt niet voor <Desc/Clms Page number 14> pooldraad 3 rO-M-O; pooldraad 4 : M-B-M waarbij de figuurvormende pooldraad in het werkend rapport met het cijfer 1 aangeduid wordt de figuurvormende pooldraad uit het vorig rapport met het cijfer 2 aangeduid wordt de pooldraad die in het onderweefsel ingebonden wordt (en noch 1, noch 2 is) met het cijfer 3 aangeduid wordt de pooldraad die in het bovenweefsel ingebonden wordt (en noch 1, noch 2 is) met het cijfer 4 aangeduid wordt en waarbij met de standen onder, midden, boven voor deze poolkettingdraden bedoeld wordt dat deze zieh respectievelijk onder de twee boven elkaar liggende inslagdraden bevinden, ertussen of erboven, en waarbij deze standen respectievelijk als O,M,B worden afgekort : 4. Werkwijze volgens conclusie 3 met het kenmerk dat : -indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt, die voorzien is in te binden in het onderweefsel, waarbij in het vorig rapport geen figuurvormende pooldraad voorkomt, manchon 1 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 2 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport B -indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt, die voorzien is in te binden in het onderweefsel, en in het vorig rapport dezelfde pooldraad figuur vormt, manchon 3 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 4 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport B -indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt waarbij deze voorzien is om in te binden in het onderweefsel,en in het vorig rapport een andere pooldraad figuur vormt die voorzien is om in het onderweefsel ingebonden te worden, manchon 5 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 6 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport B -indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport <Desc/Clms Page number 15> voorkomt, die voorzien is om in te binden in het onderweefsel, en in het vorig rapport een andere pooldraad figuur vormt, die voorzien is om in het bovenweefsel ingebonden te worden, manchon 7 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 8 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport B -indien in het werkend rapport een figuurvormende pooldraad voorkomt, die voorzien is in te binden in het bovenweefsel, terwijl in het vorig rapport geen figuurvormende pooldraad voorkomt,manchon 9 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 10 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport B -indien in het werkend rapport een figuurvormende pooldraad voorkomt die voorzien is in te binden in het bovenweefsel, terwijl in het vorig rapport dezelfde pooldraad figuur vormt, manchon 11 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 12 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport B -indien in het werkend rapport een figuurvormende pooldraad voorkomt die voorzien is in te binden in het bovenweefsel, terwijl in het vorig rapport een andere pooldraad figuur vormt, die voorzien is in te binden in het onderweefsel, manchon 13 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 14 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport B -indien in het werkend rapport een figuurvormende pooldraad voorkomt die voorzien is in te binden in het bovenweefsel,terwijl in het vorig rapport een andere pooldraad figuur vormt die voorzien is in te binden in het bovenweefsel, manchon 15 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 16 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport B -indien geen figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt, manchon 17 gebruikt wordt voor een grondbindingsrapport A en manchon 18 gebruikt wordt voor <Desc/Clms Page number 16> een grondbindingsrapport B 5.Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk-poolweefsel meer in het bijzonder van een 2-schotbinding volgens het dubbelspoelig weefprocédé, volgens conclusies 3 en 4 met het kenmerk dat manchons 5', 6', 15'en 16'worden gebruikt in de gevallen waar respectievelijk manchons 5,6, 15 en 16 voorzien zijn, waarbij de opeenvolgende standen van elke mogelijke poolkettingdraad in een werkingsrapport over 3 schot, door deze manchons 5', 6', 15'en 16'als volgt worden bepaald : manchon 5' : pooldraad 1: O-B-O; pooldraad 2 0-0-M EMI16.1 pooldraad pooldraad B-M-B manchon 6' pooldraad pooldraad B-O-O pooldraad pooldraad M-B-M manchon 15' pooldraad pooldraad 0-B-B pooldraad pooldraad B-M-B manchon 16' pooldraad pooldraad B-B-M pooldraad pooldraad M-B-M.6. volgens een werkwijze volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9000563A BE1004348A3 (nl) | 1990-06-05 | 1990-06-05 | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. |
EP91201357A EP0460756B1 (de) | 1990-06-05 | 1991-06-04 | Verfahren zum Herstellen eines Doppelstück-Teppichgewebes in Form einer Zweischussbindung |
DE59107675T DE59107675D1 (de) | 1990-06-05 | 1991-06-04 | Verfahren zum Herstellen eines Doppelstück-Teppichgewebes in Form einer Zweischussbindung |
KR1019910009282A KR920001001A (ko) | 1990-06-05 | 1991-06-05 | 2쇼트 위이브(shot weave)에서 마주보는 카펫 위이브의 생산방법과 그렇게 얻어진 위이브 |
JP3160947A JP2562852B2 (ja) | 1990-06-05 | 1991-06-05 | フェース・ツー・フェース・パイル織物の製織方法及びこの方法によって作られる織物 |
US07/931,662 US5398730A (en) | 1990-06-05 | 1992-08-19 | Face-to-face 2-shot carpet weave |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9000563A BE1004348A3 (nl) | 1990-06-05 | 1990-06-05 | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1004348A3 true BE1004348A3 (nl) | 1992-11-03 |
Family
ID=3884812
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9000563A Expired - Fee Related BE1004348A3 (nl) | 1990-06-05 | 1990-06-05 | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5398730A (nl) |
EP (1) | EP0460756B1 (nl) |
JP (1) | JP2562852B2 (nl) |
KR (1) | KR920001001A (nl) |
BE (1) | BE1004348A3 (nl) |
DE (1) | DE59107675D1 (nl) |
Families Citing this family (25)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1004894A4 (nl) * | 1991-05-21 | 1993-02-16 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. |
BE1005208A4 (nl) * | 1991-08-28 | 1993-05-25 | Vererfve Nv | Werkwijze voor het weven van dubbelstuk jacquardpoolweefsels, en volgens een dergelijke werkwijze vervaardigde poolweefsels. |
BE1005544A3 (nl) * | 1991-12-24 | 1993-09-28 | Assist Nv | Werkwijze voor het weven van een dubbel poolweefsel en aldus geweven poolweefsel. |
BE1005761A5 (nl) * | 1992-04-10 | 1994-01-18 | Wiele Michel Van De Nv | Tweeschotsbinding voor het vervaardigen van dubbelstukweefsels, en dubbelstukweefmachine met vertikaal beweegbare inslaginbrenginrichtingen, voor de vervaardiging ervan. |
DE4300306C2 (de) * | 1992-06-24 | 1994-05-05 | Herbert Janssen | Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen eines Doppelplüschgewebes |
DE4221376C2 (de) * | 1992-07-01 | 2001-03-01 | Chemnitzer Webmaschb Gmbh | Verfahren zur Herstellung von in der Florebene trennbarem Doppelflorgewebe |
EP0628649B1 (en) * | 1993-06-11 | 1998-01-07 | N.V. Michel Van de Wiele | Method for manufacturing a face-to-face pile fabric |
DE4416396C1 (de) * | 1994-05-10 | 1995-05-24 | Chemnitzer Webmasch Gmbh | Verfahren zur Herstellung eines Doppelteppichgewebes in Zweischußbindung auf einer Doppelfachwebmaschine |
US5538047A (en) * | 1995-04-11 | 1996-07-23 | Warnecke; Hans O. | Streakless fabric weaving |
BE1011348A3 (nl) * | 1997-09-02 | 1999-07-06 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van dubbelstuktapijten en tapijtweefsels met verbeterde eigenschappen. |
BE1012004A3 (nl) * | 1997-12-01 | 2000-04-04 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van een poolweefsel met grove poolkettingdraden. |
BE1011689A5 (nl) * | 1997-12-29 | 1999-12-07 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met toepassing van bindingscorrecties. |
BE1012366A3 (nl) * | 1998-12-23 | 2000-10-03 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel. |
DE50011569D1 (de) * | 2000-08-16 | 2005-12-15 | Schoenherr Textilmaschinenbau | Verfahren zur Herstellung eines Doppelpolgewebes |
US20040129333A1 (en) * | 2003-01-07 | 2004-07-08 | Hiram Samel | Method for weaving floor coverings |
BE1016337A3 (nl) * | 2004-12-02 | 2006-08-01 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van weefsels en shaggy weefsel. |
BE1016849A3 (nl) * | 2005-11-10 | 2007-08-07 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van weefsels met zones met een ribstructuur met een grote variatie in kleureffecten. |
BE1016943A6 (nl) * | 2006-01-13 | 2007-10-02 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vermijden van mengcontouren in poolweefsels. |
BE1017560A3 (nl) * | 2007-04-18 | 2008-12-02 | Wiele Michel Van De Nv | Geweven kunstgrasmat met fijne poolverdeling. |
WO2011099471A1 (ja) | 2010-02-10 | 2011-08-18 | 日立金属株式会社 | 磁力特性算出方法、磁力特性算出装置及びコンピュータプログラム |
WO2013041938A2 (en) * | 2011-09-22 | 2013-03-28 | Nv Michel Van De Wiele | Method for weaving a pile fabric |
BE1020430A3 (nl) | 2011-12-23 | 2013-10-01 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met poolvrije zones. |
CN105274707A (zh) * | 2014-07-23 | 2016-01-27 | 张家港市金陵纺织有限公司 | 一种免衬双层色织面料的生产工艺 |
BE1023598B1 (nl) * | 2015-11-10 | 2017-05-11 | Nv Michel Van De Wiele | Werkwijze voor het dubbelstukweven van weefsels met figuurkettingdraden |
EP3638834B1 (en) * | 2017-06-15 | 2021-10-20 | STÄUBLI BAYREUTH GmbH | Weaving machine, method for simultaneously weaving two pile fabrics on such a machine and pile fabric obtainable with such a method |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1535796A1 (de) * | 1966-09-01 | 1970-07-02 | Remstaler Teppichfabrik Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen einer durchgewebten,zweischuetzig gearbeiteten 2-Schuss-Doppelvelourware |
US3519032A (en) * | 1968-02-09 | 1970-07-07 | Librex Anstalt | Pile fabrics |
EP0119184A1 (fr) * | 1983-03-08 | 1984-09-19 | Osta Carpets N.V. | Procédé de tissage de tapis double face |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1401236A (fr) * | 1964-03-04 | 1965-06-04 | Librex Anstalt | Nouveau tapis tissé en double pièce et mode de tissage de ce tapis |
JPS5038630U (nl) * | 1973-07-30 | 1975-04-21 | ||
JPS552045U (nl) * | 1978-06-20 | 1980-01-08 |
-
1990
- 1990-06-05 BE BE9000563A patent/BE1004348A3/nl not_active Expired - Fee Related
-
1991
- 1991-06-04 EP EP91201357A patent/EP0460756B1/de not_active Expired - Lifetime
- 1991-06-04 DE DE59107675T patent/DE59107675D1/de not_active Expired - Fee Related
- 1991-06-05 JP JP3160947A patent/JP2562852B2/ja not_active Expired - Lifetime
- 1991-06-05 KR KR1019910009282A patent/KR920001001A/ko not_active Application Discontinuation
-
1992
- 1992-08-19 US US07/931,662 patent/US5398730A/en not_active Expired - Lifetime
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1535796A1 (de) * | 1966-09-01 | 1970-07-02 | Remstaler Teppichfabrik Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen einer durchgewebten,zweischuetzig gearbeiteten 2-Schuss-Doppelvelourware |
US3519032A (en) * | 1968-02-09 | 1970-07-07 | Librex Anstalt | Pile fabrics |
EP0119184A1 (fr) * | 1983-03-08 | 1984-09-19 | Osta Carpets N.V. | Procédé de tissage de tapis double face |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
MELLIAND TEXTILBERICHTE INTERNATIONAL. vol. 65, no. 1, januari 1984, HEIDELBERG DE bladzijden 31 - 34; Z]CKER: "Vergleich von Teppichbindungen" * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE59107675D1 (de) | 1996-05-23 |
US5398730A (en) | 1995-03-21 |
KR920001001A (ko) | 1992-01-29 |
JPH04228649A (ja) | 1992-08-18 |
EP0460756B1 (de) | 1996-04-17 |
JP2562852B2 (ja) | 1996-12-11 |
EP0460756A1 (de) | 1991-12-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1004348A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. | |
BE1016883A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels met hoge dichtheid. | |
BE1005761A5 (nl) | Tweeschotsbinding voor het vervaardigen van dubbelstukweefsels, en dubbelstukweefmachine met vertikaal beweegbare inslaginbrenginrichtingen, voor de vervaardiging ervan. | |
BE1004894A4 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. | |
BE1013266A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel. | |
BE1012077A3 (nl) | Onechte en echte boucle-weefsels, en een werkwijze voor de productie van dergelijke weefsels. | |
EP1152076A3 (en) | Method for face-to-face weaving pile fabrics and pile fabrics woven according to this method | |
BE1012357A3 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstukweven van poolweefsels. | |
US2655951A (en) | Loop pile fabric | |
EP1013805B1 (en) | Method for weaving a false bouclé fabric | |
BE1004509A4 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel. | |
BE1012004A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een poolweefsel met grove poolkettingdraden. | |
BE1012005A3 (nl) | Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met hoge pooldichtheid. | |
BE1014573A5 (nl) | Uitrusting van een weefmachine, werkwijze voor het wijzigen van een weefmachine-uitrusting, en weefprocede gebruik makend van een weefmachine met zo'n uitrusting. | |
JP3318668B2 (ja) | 立体織物 | |
BE1013547A3 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van poolweefsels en volgens deze werkwijze geweven poolweefsels. | |
BE1008071A5 (nl) | Weefsel. | |
BE1008129A4 (nl) | Weefsel in het bijzonder tapijt. | |
US2555159A (en) | Method of and apparatus for weaving relief designs in pile surfaces of textile fabrics | |
BE1013582A7 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van poolweefsels en volgens deze werkwijze geweven poolweefsels. | |
BE1010423A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel. | |
JP2557309B2 (ja) | 長短パイルで織成したドビー及びジャカード紋タオル織物 | |
BE896102A (nl) | Speciale werkwijze voor het weven van dubbelspoelige ingebonden dubbelstuktapijten met doorgeweven tekening | |
BE1008769A4 (nl) | Een weefmethode en weefapparaat. | |
BE1007423A3 (nl) | Werkwijze voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens deze werkwijze vervaardigde poolweefsels. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20090630 |