BE1004894A4 - Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1004894A4 BE1004894A4 BE9100477A BE9100477A BE1004894A4 BE 1004894 A4 BE1004894 A4 BE 1004894A4 BE 9100477 A BE9100477 A BE 9100477A BE 9100477 A BE9100477 A BE 9100477A BE 1004894 A4 BE1004894 A4 BE 1004894A4
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- sep
- pole
- thread
- manchon
- report
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D04—BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
- D04B—KNITTING
- D04B21/00—Warp knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D27/00—Woven pile fabrics
- D03D27/02—Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
- D03D27/10—Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Woven Fabrics (AREA)
- Looms (AREA)
- Yarns And Mechanical Finishing Of Yarns Or Ropes (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het weven van een dubbelstukpoolweefsel, meer in het bijzonder van een schotsbinding bij enkelspoelig geweven of dubbelspoelig met een inslag uitschakeling met het kenmerk dat het opgelegde werkingsrapport voor de poolkettingdraden over slechts drie schot gaat, terwijl het werkingsrapport van de grondbinding over een van drie afwijkend aantal schot, bij voorkeur over vier schot gaat.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Werkwijze voor het vervaardigen van een. dubbelstuktapijtweefsel, in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. EMI1.1 --------------------------- De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van dubbelstuk geweven tapijten, waarbij de figuren door de zogenaamde poolkettingdraden worden gevormd, die van het bovenweefsel naar het onderweefsel en omgekeerd lopen, en die onderscheiden worden in werkende of figuurvormende pool, op het ogenblik dat de pooldraden van een weefsel naar het ander lopen, terwijl de niet-werkende pooldraden als dode pool aangeduid worden. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het weven op een enkelgrijperweefmachine, of dubbelgrijperweefmachine met inslaguitschakeling van een dubbelstukweefsel volgens de enkelspoelige binding. De stand van de techniek wordt geïllustreerd aan de hand van de hierbijgevoegde figuur 1, die schematisch een enkelspoelige binding van een dubbelstukweefsel voorstelt. Voor het weven van een dubbelstuktapijtweefsel volgens het enkelspoelig weefprincipe, wordt afwisselend een inslagdraad (1) in het onderweefsel (OW) en in het bovenweefsel (BW) ingebracht. Het eerste schot bevindt de inslag (l) zieh onder de spankettingdraad (SO) van het onderweefsel (OW). Bij het volgende schot bevindt de inslag (1) zieh boven de spankettingdraad (SB) van het bovenweefsel. Bij het volgende schot bevindt de inslag (l) zieh boven de spankettingdraad (SO) van het onderweefsel (OW). Het daaropvolgende schot bevindt de inslag (1) zieh onder de spankettingdraad (SB) van het bovenweefsel (BW). Om de inslag (l) aan de spankettingen SO en SB te binden, worden er een of meer bindkettingen BO en BB toegevoegd. <Desc/Clms Page number 2> Er zijn verschillende gekende manieren om deze bindkettingen af te binden. De grondbinding herhaalt zieh om de 4 schot, zoals bij het voorbeeld op fig. 1 het geval is-wanneer de grondbinding op schot 1-2-3-4 zich herhaalt op schot 5-6-7-8, op schot 9-10-11-12, enz... Voor het nummeren van elk schot wordt vertrokken vanaf de meest linkse inslag - bestaande uit een inslagdraad (1) ingebracht in OW - die als schot 1 wordt aangeduid, terwijl men, het weefsel van links naar rechts op fig. l doorlopend, de opeenvolgende inslagen in volgorde aanduidt, als schot 2, schot 3, enz... De nummering wordt vertikaal onder elke inslag op de figuur aangeduid. De poolkettingdraden worden aangeduid als Pl, P2, P3, P4, P5. Ten opzichte van de grijper of ten opzichte van de inslag kunnen deze poolkettingdraden 2 standen innemen. Wanneer de poolkettingdraad geen verbinding maakt tussen het onderweefsel (OW) en het bovenweefsel (BW), d. w. z. als dode pool optreedt, neemt deze poolkettingdraad deel aan de binding van OW, respectievelijk BW, en spreken wij van een ingebonden poolkettingdraad, of kortweg van een ingebonden dode pool. Volgens de stand der techniek wordt de keuze tussen hetzij ingebonden te blijven, hetzij als werkende of figuurvormende poolkettingdraad de weefsels bijv. OW resp. BW met het andere BW resp. OW te verbinden gemaakt na schot 2. Wanneer een poolketting-bijvoorbeeld Plals werkende pool fungeert in schot 1, wordt deze draad Pl onder de inslaggebracht, terwijl de andere poolkettingdraden boven de inslag gebracht worden. Op schot 2 dan zal de poolkettingdraad Pl boven de inslag gebracht worden terwijl de andere poolkettingdraden onder de inslag gebracht worden. Na schot 2 dient er kleurwisseling te gebeuren met P2 ook in onderstuk ingebonden. Op schot 3 zal dan de werkende pool P2 eerst onder de inslag gebracht worden samen met de ingebonden <Desc/Clms Page number 3> poolkettingdraden (waartoe P1 nu ook behoort), van het ondertapijt. Poolkettingdraden die ingebonden zijn in het boventapijt zijn op schot 3 boven. Op schot 4 is nu P2 boven de inslag 1, samen met de kleuren ingebonden in het bovenwerk. Kleuren ingebonden in onderwerk zijn onder. Volgens deze techniek bekomt men de enkelspoelige binding. Deze enkelspoelige binding heeft als nadeel dat zij zogenaamde dubbelwerkers vertoont. Bij de overgang van een bepaald kleur gevormd door een figuurvormende poolkettingdraad die na die overgang ingebonden wordt in het bovenweefsel naar een ander kleur gevormd door een figuurvormende poolkettingdraad die voor die overgang ingebonden was in het onderweefsel, loopt een beentje van het stoppende kleur samen met de beginnende'kleur (zie schot 15 en 16 op fig. 1). Deze twee poolbeentjes van verschillende kleur zullen zieh naast elkaar plaatsen (in inslagrichting) en zijn nog dubbelwerkers genoemd. De scheidingslijn tussen deze twee kleurvelden is onduidelijk en vertoont een zekere vertanding. Uit EP 175 963 is bekend dat om deze dubbelwerkers te vermijden men de aflijning tussen de kleur velden kan verbeteren door de pool die zou figuurvormend worden (bijv. op schot 16 - fig. 1) onder de inslag te laten. Hierdoor valt echter wel een poollus weg. Bij deze werkwijze maakt men een kleurpunt in de kaarttekening per 4 schot (2 schot per tapijt), omdat de inbinding een rapport over 4 schot vertoont. Voor een dessineringsfijnheid van bijv. 4 slagen/cm in de kaarttekening moet men 8 scheuten/cm leggen in het tapijt. Het voorwerp van de uitvinding is een werkwijze voor het weven van een dubbelstuk poolweefsel, meer in het bijzonder van een 1 schotsbinding volgens het enkelspoelig weefprocede of dubbelspoelig weefprocede met inslaguitschakeling met als doel de dubbelwerkers te <Desc/Clms Page number 4> vermijden, gecombineerd met een dessineringsfijnheid van 1, 5 schot per tapijt per kleurpunt in de kaarttekening. De werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel meer in het bijzonder in een enkelspoelige binding bestaat er in om het werkingsrapport voor de poolkettingdraden over 3 schot op te leggen (1, 5 schot per tapijt), terwijl het werkingsrapport van de grondbinding over 4 schot gaat (2 schot per tapijt). Meer bijzonderheden en voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beshrijving van een werkwijze volgens de uitvinding met de hulp van de bijgevoegde figuren en tabellen. Figuur l is een schematische voorstelling van een dubbelstuk enkelspoelige 1 schotsbinding met dubbelwerkers. Figuur 2a is een schematische voorstelling van een dubbelstuk enkelspoelige l schotsbinding zonder dubbelwerkers, met een dessineringsfijnheid van 2 schot per tapijt zoals beschreven in het Europees Octrooi 175. 963. Figuur 2b is een schematische voorstelling van een dubbelstuk dubbelspoelig geweven 1 schotsbinding met inslaguitschakeling, zonder dubbelwerkers, met een dessineringsfijnheid van 2 schot per tapijt. Figuur 3a is een schematische voorstelling van een dubbelstuk enkelspoelig geweven 1 schotsbinding volgens de uitvinding. Figuur 3b is een schematische voorstelling van een dubbelstuk dubbelspoelig geweven 1 schotsbinding met inslaguitschakeling volgens de uitvinding. Figuur 4 is de voorstelling van een beslissingsschema voor de keuze van een manchon. Figuur 5 zijn tabellen over de overeenstemming tussen de gebruikte manchons en de gewenste posities van de poolkettingdraden. Figuur 6a is een schematische voorstelling van <Desc/Clms Page number 5> een bepaalde situatie waarbij een figuurvormend poolkettingdraad op een tussenliggend bindingsrapport niet figuurvormend is boven het bovenweefsel wordt gelegd. Figuur 6b is een schematische voorstelling van de vorige situatie waarbij de betrokken niet figuurvormende poolkettingdraad op een tussenliggend bindingsrapport, toch onder de derde inslag van dit rapport worden ingebonden. Figuur 6c is een schematische voorstelling van een overeenstemmende situatie als bij onderweefsel, voorgesteld in figuur a voor bovenweefsel. Figuur 6d is een schematische voorstelling van een overeenstemmende oplossing bij het onderweefsel als die voorgesteld in figuur b voor bovenweefsel. Figuur 7 is een stroomschema voor de keuze van de van de manchons. Bij een dubbelstuk poolweefsel volgens een enkelspoelig geweven 1 schotsbinding, waarvan de binding in fig. 3a is voorgesteld, of een dubbelspoelig geweven 1 schotsbinding met inslaguitschakeling, waarvan de binding in fig. 3b is voorgesteld, wordt een inslag afwisselend ingebracht in het bovenweefsel (BW) en het onderweefsel (OW). Bij elk onpaar schot (1, 3, 5,...) bevindt de inslag (IB1, IB2,...) zieh in het bovenweefsel. Op schot 1, 5, 9, 13,... bevindt de inslag zich boven de spanketting (SB) terwijl op schot 3,7, 11,... de inslag zich onder de spanketting (SB) bevindt. Bij elk paar schot (2,4, 6,...) bevindt de EMI5.1 inslag in het onderweefsel. Op schot 2, 6, 10, 14,... bevindt de inslag (I02, I06, I010,...) zieh boven de spanketting (SO) terwijl op schot (4, 8, 12,. ..) de inslag (I04, I08, I012,...) zieh onder de spanketting bevindt. De manier waarop deze inslagen door middel van de bindkettingen worden afgebonden, is gekend en gebeurt <Desc/Clms Page number 6> onder een rapport van 4 schot. Anderzijds bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt een werkingsrapport voor de poolkettingdraden over 3 schot opgelegd (1, 5 schot per tapijt) : dit werkingsrapport wordt gespecifieerd voor de figuurvormende (PF) poolkettingdraden, voor de poolkettingdraden ingebondneninhetbovenweefsel (PIBW) en ingebonden in het onderweefssel (PIOW). In het geval van een 3-korig weefsel, zoals voorgesteld in figuur 3a, is poolkettingdraad (Pl) bij EMI6.1 schot (1, 2, 3) figuurvormend, en ingebonden in het bovenweefsel bij schot (4, 5, 6), (7, 8, 9),... ; poolkettingdrad (P2) is ingebonden in het onderweefsel bij schot (1, 2,3) en figuurvormend bij schot (4,5, 6) en terug ingebonden in onderweefsel bij schot (7,8, 9, 10, 11, 12...) ; poolkettingdraad (P3) is ingebonden in het onderweefsel op schot (l, 2,3) en (4,5, 6) en figuurvormend bij schot (7,8, 9) en terug ingebonden in het onderweefsel op schot (10,11, 12). Op de kaarttekening krijgt men 1 kleurpunt per 3 schot in het totaal, of per 1, 5 schot in het tapijt, terwijl het werkingsrapport voor de poolkettingdraden over drie schot gaat met achtereenvolgens een rapport A, B, C en D voor afbinding in de grondbinding, waarbij deze rapporten zieh van elkaar onderscheiden, in de volgorde van de scheuten, door de ligging van de inslagdraden boven (B) of onder (0) de spankettingdraden van het bovenweefsel (B) of van het onderweefsel (OW) op de volgende manier. EMI6.2 <tb> <tb> Bij <SEP> rapport <SEP> A <SEP> heeft <SEP> men <SEP> B/BW-B/OW-O/BW <tb> dan <SEP> bij <SEP> B <SEP> heeft <SEP> men <SEP> O/OW <SEP> - <SEP> B/BW <SEP> - <SEP> B/OW <SEP> <tb> dan <SEP> bij <SEP> C <SEP> heeft <SEP> men <SEP> O/BW <SEP> - <SEP> O/OW <SEP> - <SEP> B/BW <SEP> <tb> en <SEP> bij <SEP> D <SEP> heeft <SEP> men <SEP> B/OW <SEP> - <SEP> O/BW <SEP> - <SEP> O/OW <SEP> <tb> De in te nemen positie van de poolkettingdraden in een bepaald werkingsrapport, is afhankelijk van de stand van de poolkettingdraden tijdens het vorig rapport, hetzij <Desc/Clms Page number 7> in een figuurvormende pool, hetzij ingebonden, pf in het werkingsrapport A, B, C of D. De verschillende mogelijkheden zijn verzameld in figuur 4. Deze tabel kan gebruikt worden voor de keuze van de juiste Manchon. De volgende afkortingen worden gebruikt PF : figuurvormende poolkettingdraad L : lijnwaad (ingebonden poolkettingdraad) OW : onderweefsel BW : bovenweefsel Volgens de gewenste werkwijze worden in figuur 5 de te gebruiken bindingsmanchons aangeduid samen met de respectievelijke posities voor de kettingdraden. Bij elke 2 schot van de grondbinding (1 schot per tapijt) wordt er een poollusje met tenminste een been op het onderweefsel (OW) gevormd evenwel als op het bovenweefsel (BW). Alleen ontbreekt er een poollusje (zie schot 3,4 en schot 10, 11 op fig. 3a) van een figuurvormende poolkettingdraad, in de overgang van een figuurvormende pool die ingebonden wordt in het bovenwerk terwijl de nieuwe figuurvormende pool ervoor ingebonden was in het onderwerk, en ook in de overgang van een figuurvormende pool die ingebonden wordt in het onderwerk terwijl de nieuwe figuurvormende pool ervoor ingebonden was in het bovenwerk, en dit voor alle werkingsrapporten A, B, C en D. In de binding volgens de werkwijze volgens de uitvinding zoals voorgesteld in fig. 3a, hebben wij : bij schot (1, 2,3) een figuurvormende poolkettingdraad (P1) die voorzien is om in te binden in het bovenweefsel (BW), waarbij het vorige werkingsrapport geen figuurvormende was (lijnwaad), en nu het werkingsrapport A en dus manchon (21) dient gebruikt te worden (zie tabel van fig. 4). bij schot (4,5, 6) is de figuurvormende <Desc/Clms Page number 8> poolkettingdraad (P2) voorzien om in te binden in het onderweefsel (OW). Het vorig rapport was poolvormend, maar van een andere poolkettingdraad die voorzien was om in het bovenmerk ingebonden te worden, en het is de beurt aan werkingsrapport B. Dan dient manchon (18) gebruikt te worden (zie fig. 4). Er is geen dubbelwerker tussen schot 2 en 3. bij schot (7,8, 9) is de figuurvormende poolkettingdraad (P3) voorzien om in te binden in het onderwerk, terwijl het vorige rapport poolvormend was, maar van een andere poolkettingdraad die voorzien was om in het onderwerk ingebonden te worden, maar nu in werkingsrapport C waarvoor dan manchon (15) dient gebrukt te worden (zie fig. 4). bij schot (10, 11, 12) is de figuurvormende poolkettingdraad (P1) voorzien om in te binden in het bovenweefsel, terwijl het vorige werkingsrapport ook figuurvormend was met een andere pooldraad die voorzien is in te binden in het onderweefsel, nu ook in werkingsrapport D waarvoor dan manchon (32) dient gebruikt te worden (zie fig. 4). bij schot (13,14, 15) is de figuurvormende pooldraad (P1) voorzien om in te binden in het bovenweefsel, terwijl het vorige werkingsrapport ook figuurvormend was met dezelfde pooldraad nu terug in werkingsrapport A zodat manchon 25 dient gebruikt te worden (zie fig. 4). In de hierbijgevoegde figuur 5 worden dan de verschillende standen van de verschillende kettingdraden voor elke manchon voorgesteld in tabelvorm. Voor de binding uit fig. 3a hebben we achtereenvolgens de manchons 21,18, 15,32 en 25 nodig. Bij aflezen in de tabel van fig. 5 hebben we bijvoorbeeld voor de figuurvormende poolkettingdraad achtereenvolgens de standen : boven-onder-boven/onder-boven-onder <Desc/Clms Page number 9> /boven-onder-boven/boven-boven-onder/boven- onder-boven. Dit komt inderdaad overeen met de standen van achtereenvolgens poolkettingdraad (Pl) (voor schot 1, 2,3), poolkettingdraad (P2) (voor schot 4,5, 6), poolkettingdraad (P3) (voor schot 7,8, 9), poolkettingdraad (P1) (voor schot 10, 11, 12, 13, 14, 15), zoals de schematische voorstelling van de gewenste binding op fig. 3a voorstelt. Op figuur 5 kunnen we op dezelfde manier ook van de andere poolkettingdraden de standen aflezen, die corresponderen met de verschillende manchons. De andere mogelijke poolkettingdraden (zie tabel van fig. 5) zijn : de vorige figuurvormende pool ; de poolkettingdraad die in het onderweefsel ingebonden wordt (PIOW), indien deze niet de huidige of de vorige figuurvormende poolkettingdraad is, de poolkettingdraad die in het bovenweefsel ingebonden wordt (PIBW), indien deze niet de huidige of de vorige figuurvormende poolkettingdraad is. Indien een poolkettingdraad die voorzien is om in te binden in het bovenwerk op rapport D figuurvormend is (fig. 6a) en deze zelfde poolkettingdraad op het daaropvolgende bindingsrapport B terug figuurvormend is, met daartussen een poolkettingdraad die voorzien is om in te binden in het onderwerk op rapport A figuurvormend is, dan zal volgens de hiervoor beschreven techniek, die de gepaste manchon toepast afhankelijk van de huidige al dan niet figuurvormende pooldraad voorzien om in te binden in het onder-of bovenweefsel, van de vorige al dan niet figuurvormende poolkettingdraad voorzien om in te binden in het onder- of bovenweefsel en afhankelijk van het bindingsrapport A, B, C of D tot gevolg hebben dat de poolkettingdraad die op bindingsrapport D en B figuurvormend is op schot 1, 2 en 3 van het tussenliggende bindingsrapport A niet zal ingebonden worden, maar boven het bovenweefsel zal liggen. <Desc/Clms Page number 10> De oplossing voor deze fout wordt voorgesteld in fig. 6b voor de ingebonden pool die boven het bovenweefsel ligt in bindingsrapport A. Men zal de ingebonden pool inbinden door hem onder schot 3 te brengen van bindingsrapport A. Dit wordt systematisch als volgt opgelost : na het toepassen van de verschillende in fig. 5 beschreven manchons wordt de bekomen binding gekontroleerd op het voorkomen van poolkettingdraden die vijf opeenvolgende scheuten zieh boven de inslag bevinden. Bij deze vijf opeenvolgende scheuten wordt dan het derde schot van deze vijf gewijzigd waarbij de betreffende poolkettingdraad dus onder de derde inslag gebracht wordt en zodoende wel ingebonden wordt. Indien een poolkettingdraad die voorzien is om in te binden in het onderwerk op rapport A figuurvormend is en deze zelfde poolkettingdraad op het daaropvolgende bindingsrapport C terug figuurvormend is, met daartussen een poolkettingdraad die voorzien is om in te binden in het bovenwerk op rapport B figuurvormend is, dan zal bij het toepassen van de hiervoor beschreven techniek tot gevolg hebben dat de poolkettingdraad die op bindingsrapport A en C figuurvormend is op schot 1, 2 en 3 van het tussenliggende bindingsrapport B niet zal ingebonden worden, maar onder het onderweefsel zal liggen (zie fig. 6c). De oplossing van deze fout wordt voorgesteld in fig. 6d voor de ingebonden pool die onder het onderweefsel ligt in bindingsrapport B. Men zal de ingebonden pool inbinden door hem boven schot 3 te brengen van bindingsrapport B. Dit wordt systematisch als volgt opgelost : na het toepassen van de verschillende in fig. 5 beschreven manchons wordt de bekomen binding gekontroleerd op het voorkomen van poolkettingdraden die 5 opeenvolgende scheuten zieh onder de inslag bevinden. Bij deze 5 opeenvolgende scheuten wordt dan het derde schot <Desc/Clms Page number 11> van deze 5 gewijzigd waarbij de betreffende poolkettingdraad dus boven de derde inslag gebracht wordt en zodoende wel ingebonden wordt. Eindelijk komt het er op neer zoals voorgesteld in figuur 7 in een opeenvolging van vragen omtrent de stand van de poolkettingdraad en het betrokken bindingsrapport dat leidt tot de keuze van de manchon. Het voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding, in het algemeen bestaat uit het feit dat geen dubbelwerkers meer voorkomen in de 2 vervaardigde dubbelstukweefsels, terwijl de dessineringsfijnheid wordt vergroot en waarbij eenzelfde weefsnelheid kan behouden worden als vroeger. Een willekeurig rapport van 6 schot (3 schot per weefsel) met overgang van PFOW nar PFOW laat zieh herkennen door 3 poollusjes per 6-schot zowel in het onderweefsel als in het bovenweefsel. Een willekeurig rapport van 6 schot (3 schot per weefsel) met overgang van PFOW naar PFBW laat zieh herkennen door 2 poollusjes per 6-schot zowel in het onderweefsel als in het bovenweefsel. Een willekeurig rapport van 6 schot (3 schot per weefsel) met overgang van PFBW naar PFBW laat zieh herkennen door 3 poollusjes per 6-schot zowel in het onderweefsel als in het bovenweefsel. Een willekeurig rapport van 6 schot met overgang van PFBW naar PFOW laat zieh herkennen door 2 poollusjes zowel in het onderweefsel als in het bovenweefsel. Het aantal kleurpunten in de kaarttekening van het tapijt is gelijk aan een derde van het totaal aantal scheuten en dus gelijk aan het aantal scheuten per tapijt gedeeld door 1, 5.
Claims (11)
- CONCLUSIES l. Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk- poolweefsel, meer in het bijzonder van een schotsbinding bij enkelspoelig geweven of dubbelspoelig met een inslag uitschakeling met het kenmerk dat het opgelegde werkingsrapport voor de poolkettingdraden over slechts drie schot gaat, terwijl het werkingsrapport van de grondbinding over een van drie afwijkend aantal schot, bij voorkeur over vier schot gaat.
- 2. Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk- poolweefsel, volgens conclusie 1 met het kenmerk dat elk mogelijk werkingsrapport-over drie schot-voor elke mogelijke poolkettingdraad gedefinieerd wordt door een manchon, die bij elk schot de stand van die poolkettingdraad bepaalt.
- 3. Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk poolweefsel, meer in bijzonder van een 1 schotsbinding volgens het enkelspoelig weefprocédé of volgens het dubbelspoelig weefprocédé met inslaguitschakeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat 36 manchons ter beschikking zijn om de opeenvolgende standen van elke mogelijke poolkettingdraad, in een werkingsrapport over 3 schot te definiëren, nl. : waarbij de figuurvormende pooldraad in het rapport met het cijfer 1 aangeduid wordt ; de figuurvormende pooldraad in het vorig rapport met het cijfer 2 aangeduid wordt ; de pooldraad die in het onderweefsel ingebonden wordt (en noch 1, noch 2 is) met het cijfer 3 aangeduid wordt ;de pooldraad die in het bovenweefsel ingebonden wordt (en noch 1, noch 2 is) met het cijfer 4 aangeduid wordt en waarbij met de standen onder en boven voor deze poolkettingdraden bedoeld wordt dat deze zieh respectievelijk onder de inslagdraad en boven <Desc/Clms Page number 13> de inslagdraad bevinden en waarbij deze standen respectievelijk als 0 en B worden afgekort : EMI13.1 <tb> <tb> Manchen <SEP> 1 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchen <SEP> 2 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> :<SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> Manchon <SEP> 3 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> Manchon <SEP> 4 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-B <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> Manchen <SEP> 5 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> :<SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> 0-B-B <tb> Manchen <SEP> 6 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> B-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> Manchon <SEP> 7 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-B-0 <tb> <Desc/Clms Page number 14> EMI14.1 <tb> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> Manchon <SEP> 8 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0-B-0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> :<SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-B <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> Manchon <SEP> 9 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> nietvoor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 10 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> B-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 11 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> :<SEP> komt <SEP> nietvoor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-B-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> Manchon <SEP> 12 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-B <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 13 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 14 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> :<SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> <Desc/Clms Page number 15> EMI15.1 <tb> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B-0-B <tb> Manchon <SEP> 15 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B-B-0 <tb> Manchon <SEP> 16 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0-B-0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 17 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> :<SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-0 <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> Manchen <SEP> 18 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> B-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> Manchen <SEP> 19 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> Manchen <SEP> 20 <SEP> :<SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 21 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <tb> <Desc/Clms Page number 16> EMI16.1 <tb> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> 0-B-B <tb> Manchon <SEP> 22 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> :<SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> Manchon <SEP> 23 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-B-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> Manchon <SEP> 24 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> l <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 25 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> :<SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 26 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2. <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> B-0-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 27 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-B-0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> Manchon <SEP> 28 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> komt <SEP> niet <SEP> voor <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> :<SEP> 0-0-B <tb> <Desc/Clms Page number 17> EMI17.1 <tb> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchon <SEP> 29 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> ; <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> Manchon <SEP> 30 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B-B-0 <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> ! <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B-0-B <tb> Manchon <SEP> 31 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> ; <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> :<SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> ! <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> Manchon <SEP> 32 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> ; <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchen <SEP> 33 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> B <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <tb> Manchen <SEP> 34 <SEP> :<SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> Manchen <SEP> 35 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> : <SEP> 0-B-0 <tb> <Desc/Clms Page number 18> EMI18.1 <tb> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> Manchon <SEP> 36 <SEP> : <SEP> pooldraad <SEP> 1 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> 0 <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 2 <SEP> : <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 3 <SEP> :<SEP> 0 <SEP> - <SEP> 0 <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> pooldraad <SEP> 4 <SEP> : <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> - <SEP> B <SEP> <tb> waarbij de figuurvormende pooldraad in het werkend rapport met het cijfer 1 aangeduid wordt : de figuurvormende pooldraad uit het vorig rapport met het cijfer 2 aangeduid wordt ; de pooldraad die in het onderweefsel ingebonden wordt (en noch 1, noch 2 is) met het cijfer 3 aangeduid wordt ; de pooldraad die in het bovenweefsel ingebonden wordt (en noch 1, noch 2 is) met het cijfer 4 aangeduid wordt en waarbij met de standen onder en boven voor deze poolkettingdraden bedoeld wordt dat deze zieh respectievelijk onder de inslagdraad en boven de inslagdraad bevinden en waarbij deze standen respectievelijk als 0 en B worden afgekort.
- 4. Werkwijze volgens conclusie 3 met het kenmerk dat : bij een grondbindingsrapport over vier schot, de opeenvolgende werkingsrapporten voor de poolkettingdraden die met A, B, C en D aangeduid worden naargelang de ligging van de drie schot in boven-en onderweefsel, zich herhalen en dat - Indien geen figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt, manchon 1 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport A manchon 2 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 3 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C manchon 4 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D - Indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt waarbij deze voorzien is om in te binden in het onderweefsel en in het vorig rapport niet figuurvormend is,<Desc/Clms Page number 19> manchen 5 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport A manchon 6 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 7 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C manchen 8 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D - Indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt waarbij deze voorzien is om in te binden in het onderweefsel en in het vorig rapport deze zelfde pooldraad figuur vormde, manchon 9 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport A manchon 10 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 11 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C manchon 12 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D - Indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt waarbij deze voorzien is om in te binden in het onderweefsel en in het vorig rapport een pooldraad figuurvormend is die voorzien is om in het onderweefsel in te binden,- manchen 13 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport A manchon 14 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 15 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C manchon 16 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D - Indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt waarbij deze voorzien is om in te binden in het onderweefsel en in het vorig rapport een pooldraad figuurvormend is die voorzien is om in te binden in het bovenweefsel, manchon 17 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport A manchen 18 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 19 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C manchon 20 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D - Indien een figuurvormende pooldraad in het werkend <Desc/Clms Page number 20> rapport voorkomt waarbij deze voorzien is.om in te binden in het bovenweefsel en in het vorig raport geen pooldraad figuurvormend is, manchon 21 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport A manchon 22 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 23 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C manchon 24 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D - Indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt waarbij deze voorzien is om in te binden in het bovenweefsel en in het vorig rapport dezelfde pooldraad figuurvormend is,manchon 25 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport A manchon 26 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 27 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C manchon 28 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D - Indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt waarbij deze voorzien is om in te binden in het bovenweefsel en in het vorig rapport een pooldraad figuurvormend is die voorzien is om in te binden in het onderweefsel,manchon 29 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport A manchon 30 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 31 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C manchon 32 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D - Indien een figuurvormende pooldraad in het werkend rapport voorkomt waarbij deze voorzien is om in te binden in het bovenweefsel en in het vorig rapport een andere pooldraad figuurvormend is die voorzien is om in te binden in het bovenweefsel, manchon 33 gebrukt wordt voor grondbindingsrapport A manchon 34 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport B manchon 35 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport C <Desc/Clms Page number 21> manchon 36 gebruikt wordt voor grondbindingsrapport D Waarbij de grondbindingsrapporten A, B, C, D zich van elkaar onderscheiden in de volgorde van de scheuten, door de ligging van de inslagdraden ten opzichte van de spankettingdraden,boven (B) of onder (0) de spankettingdraden van het bovenweefsel (BW) of van het onderweefsel (OW) op volgende manier : rapport A : B/BW-B/OW-O/BW B : 0/OW-B/BW-B/OW C : O/BW-0/OW-B/BW D : B/OW-O/BW-0/OW
- 5. Werkwijze voor het weven van een dubbelstuk poolweefsel volgens conclusies 3 en 4 met het kenmerk dat : - Indien manchon 17 direkt gevolgd wordt door manchon 30, en waarbij pooldraad 2 bij manchon 17 fysisch dezelfde pooldraad is als pooldraad 1 bij manchon 30, dan worden bij manchon 17 de standen van pooldraad 2 in B - B - 0 gewijzigd.- Indien manchon 20 direkt gevolgd wordt door manchon 29, en waarbij pooldraad 2 bij manchon 20 fysisch dezelfde pooldraad is als pooldraad 1 bij manchon 29, dan worden bij manchon 20 de standen van pooldraad 2 in B - 0 - B gewijzigd.- Indien manchon 29 direkt gevolgd wordt door manchon 18, en waarbij pooldraad 2 bij manchon 29 fysisch dezelfde pooldraad is als pooldraad 1 bij manchon 18, dan worden bij manchon 29 de standen van pooldraad 2 in 0 - B - 0 gewijzigd.- Indien manchon 30 direkt gevolgd wordt door manchon 19, en waarbij pooldraad 2 bij manchon 30 fysisch dezelfde pooldraad is als pooldraad 1 bij manchon <Desc/Clms Page number 22> 19, dan worden bij manchon 30 de standen van pooldraad 2 in 0 - 0 - B gewijzigd.
- 6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies van 1 tot en met 5, met het kenmerk dat bij het weven met een dubbelgrijper weefmachine, men om een enkelbinding te bekomen men alternerend elke tweede scheut in het bovenweefsel en onderweefsel weglaat.
- 7. Dubbelstuk poolweefsel vervaardigd volgens een werkwijze volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies.
- 8. Werkwijze bij het weven van een dubbelstuk poolweefsel meer in het bijzonder in een enkelspoelige binding, voor het opmaken van een manchon die bij elk schot de stand van de poolkettingdraad bepaalt, waarvan de poolconfiguratie met een vooraf opgegeven kaarttekening overeenstemt en zich in een voorafopgegeven periodisch rapport zich afwisselend in het boven-en het onderweefsel terug voorkomt samengesteld is in de volgende stappen : a) uitgaand van een bepaald startschot, worden verder de opeenvolgende scheuten in groepen van drie verdeeld, en zij worden uitgaande van een begin- index, met een stijgend increment, voorzien tot het eerste rapport zich herhaalt en waarbij dan opnieuw met de begin index begonnen wordt.Drie groepen van drie schot verschillen van elkaar over een aantal rapporten vanaf het beginrapport met betrekking tot de ligging van de drie inslagdraden boven of onder van ten minste een veelvoud van de spankettingdraden en ingebonden pooldraden van het boven-en onderweefsel. b) Voor elk werkingsrapport van de voorkomende verschillende werkingsrapporten worden een aantal van mogelijke manchons voor de standen van de pooldraden in elk werkingsrapport opgesteld. <Desc/Clms Page number 23> c) Bij de omzetting van de kaarttekening naar manchons toe, wordt per rij aan elk punt van de kaarttekening telkens een manchon over drie scheuten toegewezen door afleiding van het betreffend werkingsrapport en door keuze van de gepaste manchon voor dit punt uit een aantal voor dit werkingsrapport geschikte manchons.
- 9. Werkwijze volgens conclusie 8 met het kenmerk dat in stap 7, voor elke mogelijke poolconfiguratie in een werkingsrapport meerdere manchons opgesteld zijn in overeenstemming met de mogelijke combinaties van elke pooldraadconfiguratie met pooldraden configuraties uit een onmiddellijk voorafgaand werkingsrapport, met dan in stap C) die manchon wordt gekozen die aan de combinatie van de ogenblikkelijke pooldraden configuratie met de onmiddellijk voorafgaande pooldraden configuratie aangepast is.
- 10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9 met het kenmerk dat wanneer een niet-figuurvormende pooldraad in het boven- of onderweefsel over twee werkingsrapporten steeds op de buitenkant ligt ten opzichte van de tegenoverelkaar samen beschouwde weefsels van de drie inslagdraden van deze beide werkingsrapporten voor betrokken boven-of onderweefsel, de manchon op het middenste schot van het weerhouden werkingsrapport dusdanig gecorrigeerd wordt dat de niet-figuurvormende pooldraad aan de binnenzijde van het middenste schot van het grondweefsel ingebonden wordt.
- 11. Dubbelstuk-poolweefsel bekomen met de hulp van een manchon volgens een van de conclusies 8, 9, of 10 opgemaakt.
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9100477A BE1004894A4 (nl) | 1991-05-21 | 1991-05-21 | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. |
US07/874,088 US5465761A (en) | 1991-05-21 | 1992-04-27 | Single rapier woven face-to-face carpet fabric in one-shot-weave |
KR1019920007581A KR920021775A (ko) | 1991-05-21 | 1992-05-04 | 하나의 쇼트-위이브(shot-weave)로 하나의 라피에(repier)로 짜여진 면 대 면 카펫 직물과 그렇게 얻어진 직물을 제조하는 방법 |
EG25892A EG19692A (en) | 1991-05-21 | 1992-05-08 | Method for the manufacture of a face-to-face carpet fabric in a one shot-weave as well a fabric thus obtained |
ES199292108631T ES2039340T1 (es) | 1991-05-21 | 1992-05-21 | Procedimiento para tejer una tela de pelo cara con cara. |
EP92108631A EP0514911B1 (de) | 1991-05-21 | 1992-05-21 | Verfahren zum Herstellen eines Doppelstück-Teppichgewebes mit einspuliger Bindung sowie auf diese Weise erhältliche Gewebe |
JP4154480A JPH05186929A (ja) | 1991-05-21 | 1992-05-21 | 対面パイル織物の織り方法 |
DE59205141T DE59205141D1 (de) | 1991-05-21 | 1992-05-21 | Verfahren zum Herstellen eines Doppelstück-Teppichgewebes mit einspuliger Bindung sowie auf diese Weise erhältliche Gewebe |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9100477A BE1004894A4 (nl) | 1991-05-21 | 1991-05-21 | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1004894A4 true BE1004894A4 (nl) | 1993-02-16 |
Family
ID=3885513
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9100477A BE1004894A4 (nl) | 1991-05-21 | 1991-05-21 | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5465761A (nl) |
EP (1) | EP0514911B1 (nl) |
JP (1) | JPH05186929A (nl) |
KR (1) | KR920021775A (nl) |
BE (1) | BE1004894A4 (nl) |
DE (1) | DE59205141D1 (nl) |
EG (1) | EG19692A (nl) |
ES (1) | ES2039340T1 (nl) |
Families Citing this family (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ATE197319T1 (de) * | 1992-12-21 | 2000-11-15 | Duralite Corp Ltd | Verfahren und vorrichtung zum herstellen von teppichen |
US20040198118A1 (en) * | 2002-12-16 | 2004-10-07 | Levine Mark J. | Hydroentangling using a fabric having flat filaments |
US6923219B2 (en) * | 2003-04-11 | 2005-08-02 | J.B. Martin Company, Inc. | Double-sided fabric: flat side / woven pile fabric |
BE1016337A3 (nl) * | 2004-12-02 | 2006-08-01 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van weefsels en shaggy weefsel. |
US7520303B2 (en) * | 2005-06-24 | 2009-04-21 | N.V. Michel Van De Wiele | Method for weaving a fabric, fabric woven by means of such a method and weaving machine for weaving such a fabric |
US20070048491A1 (en) * | 2005-08-23 | 2007-03-01 | Couristan Inc. | Water resistant carpet and method of manufacture the same |
CN1293245C (zh) * | 2005-11-30 | 2007-01-03 | 山东恒泰纺织有限公司 | 锦纶滚刷绒的制造工艺 |
BE1016883A3 (nl) * | 2005-12-06 | 2007-09-04 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels met hoge dichtheid. |
BE1016943A6 (nl) * | 2006-01-13 | 2007-10-02 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vermijden van mengcontouren in poolweefsels. |
EP2554728B1 (en) * | 2011-08-01 | 2019-01-02 | STÄUBLI BAYREUTH GmbH | Method for cutting pile warp yarns and double carpet weaving loom adapted to implement such a method |
BE1020430A3 (nl) | 2011-12-23 | 2013-10-01 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met poolvrije zones. |
BE1022393B1 (nl) * | 2013-01-10 | 2016-03-21 | Nv Michel Van De Wiele | Werkwijze voor het weven van poolweefsels en werkwijze voor het daarvoor uitrusten van een weefmachine |
BE1023598B1 (nl) * | 2015-11-10 | 2017-05-11 | Nv Michel Van De Wiele | Werkwijze voor het dubbelstukweven van weefsels met figuurkettingdraden |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0175963A1 (de) * | 1984-09-19 | 1986-04-02 | Caesarea Glenoit Industries Ltd. | Jacquard-Doppelplüschgewebe |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1270230A (en) * | 1917-03-28 | 1918-06-18 | A T Baker & Company | Pile fabric. |
US3519032A (en) * | 1968-02-09 | 1970-07-07 | Librex Anstalt | Pile fabrics |
BE1004348A3 (nl) * | 1990-06-05 | 1992-11-03 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. |
-
1991
- 1991-05-21 BE BE9100477A patent/BE1004894A4/nl not_active IP Right Cessation
-
1992
- 1992-04-27 US US07/874,088 patent/US5465761A/en not_active Expired - Fee Related
- 1992-05-04 KR KR1019920007581A patent/KR920021775A/ko not_active Application Discontinuation
- 1992-05-08 EG EG25892A patent/EG19692A/xx active
- 1992-05-21 EP EP92108631A patent/EP0514911B1/de not_active Expired - Lifetime
- 1992-05-21 ES ES199292108631T patent/ES2039340T1/es active Pending
- 1992-05-21 DE DE59205141T patent/DE59205141D1/de not_active Expired - Fee Related
- 1992-05-21 JP JP4154480A patent/JPH05186929A/ja active Pending
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0175963A1 (de) * | 1984-09-19 | 1986-04-02 | Caesarea Glenoit Industries Ltd. | Jacquard-Doppelplüschgewebe |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
MELLIAND TEXTILBERICHTE INTERNATIONAL. deel 65, nr. 1, Januari 1984, HEIDELBERG DE bladzijden 31 - 34; ZUCKER: 'Vergleich von Teppichbindungen' * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE59205141D1 (de) | 1996-03-07 |
EP0514911A1 (de) | 1992-11-25 |
EG19692A (en) | 1995-09-30 |
US5465761A (en) | 1995-11-14 |
EP0514911B1 (de) | 1996-01-24 |
KR920021775A (ko) | 1992-12-18 |
JPH05186929A (ja) | 1993-07-27 |
ES2039340T1 (es) | 1993-10-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1004894A4 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel in een enkelspoelige binding alsmede aldus verkregen weefsels. | |
BE1004348A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. | |
BE1005761A5 (nl) | Tweeschotsbinding voor het vervaardigen van dubbelstukweefsels, en dubbelstukweefmachine met vertikaal beweegbare inslaginbrenginrichtingen, voor de vervaardiging ervan. | |
BE1016883A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels met hoge dichtheid. | |
BE1016849A3 (nl) | Werkwijze voor het weven van weefsels met zones met een ribstructuur met een grote variatie in kleureffecten. | |
BE1013266A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel. | |
BE1016658A3 (nl) | Werkwijze voor het weven van een weefsel, weefsel geweven volgens een dergeljke werkwijze en weefmachine voor het weven van een dergelijk weefsel. | |
US5749400A (en) | Process for the manufacture of a figured elastic fabric made by the jacquard system | |
BE1012077A3 (nl) | Onechte en echte boucle-weefsels, en een werkwijze voor de productie van dergelijke weefsels. | |
CA2140193A1 (en) | Coil Seam for Single Layer Industrial Fabrics Having an Uneven Shed Pattern | |
BE1012357A3 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstukweven van poolweefsels. | |
US2655951A (en) | Loop pile fabric | |
EP1013805B1 (en) | Method for weaving a false bouclé fabric | |
BE1014573A5 (nl) | Uitrusting van een weefmachine, werkwijze voor het wijzigen van een weefmachine-uitrusting, en weefprocede gebruik makend van een weefmachine met zo'n uitrusting. | |
BE1012858A3 (nl) | Onechte boucle-weefsels met gesneden pool en/of poollussen, en werkwijze voor het weven ervan. | |
EP0922799A3 (en) | Method for weaving a pile fabric with high pile density | |
BE1005544A3 (nl) | Werkwijze voor het weven van een dubbel poolweefsel en aldus geweven poolweefsel. | |
NL1006160C2 (nl) | Jacquard-schaduwvelours, inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke jacquard-schaduwvelours. | |
BE1010423A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel. | |
BE1008769A4 (nl) | Een weefmethode en weefapparaat. | |
BE1008129A4 (nl) | Weefsel in het bijzonder tapijt. | |
US4881381A (en) | Textile fabric | |
US2164749A (en) | Stocking and method of making the same | |
US4431035A (en) | Woven fabric with covered edges and method of a manufacture | |
BE1007423A3 (nl) | Werkwijze voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens deze werkwijze vervaardigde poolweefsels. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20030531 |