BE1013392A3 - Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1013392A3
BE1013392A3 BE2000/0273A BE200000273A BE1013392A3 BE 1013392 A3 BE1013392 A3 BE 1013392A3 BE 2000/0273 A BE2000/0273 A BE 2000/0273A BE 200000273 A BE200000273 A BE 200000273A BE 1013392 A3 BE1013392 A3 BE 1013392A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weaving
parameters
speed
function
pattern
Prior art date
Application number
BE2000/0273A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2000/0273A priority Critical patent/BE1013392A3/nl
Priority to AU2001263860A priority patent/AU2001263860A1/en
Priority to US10/240,752 priority patent/US7110847B2/en
Priority to AT01938117T priority patent/ATE306578T1/de
Priority to CNB018080367A priority patent/CN1262701C/zh
Priority to EP01938117A priority patent/EP1272699B1/de
Priority to DE50107688T priority patent/DE50107688D1/de
Priority to PCT/EP2001/004286 priority patent/WO2001079597A1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1013392A3 publication Critical patent/BE1013392A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/007Loom optimisation
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/005Independent drive motors
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/12Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions for adjusting speed

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Auxiliary Weaving Apparatuses, Weavers' Tools, And Shuttles (AREA)

Abstract

Werkwijze en inrichting voor het instellen van weefparameters bij een weefmachine die door een stuureenheid (1) wordt gestuurd, waarbij middelen (1,29,30,31) voorzien zijn voor het instellen van een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon voor een gewijzigde weefsnelheid.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine. 



  De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het instellen van weefparameters bij een weefmachine die door een stuureenheid wordt gestuurd. 



  Het is gekend bij weefmachines, om weefparameters zoals de druk en/of het debiet van de toegevoerde perslucht aan een blazer, de starttijd en/of de tijdsduur van het toevoeren van perslucht aan een blazer, het knipogenblik van een gestuurde inslagschaar, het ogenblik dat een voorafwikkelaar een inslagdraad vrij geeft, en andere weefparameters in een stuureenheid van de weefmachine op te slaan. 



  Uit ondermeer US 4458726 en US 4673004 is het gekend automatisch bepaalde weefparameters te wijzigen in functie van de gemeten aankomsttijd van een inslagdraad aan een draadwachter, teneinde te bekomen dat een volgende inslagdraad aankomt op een bepaald ogenblik in de weefcyclus. 



  Het is eveneens gekend voor bepaalde weefsnelheden of toerentallen van de weefmachine, voor bepaalde te weven garens en/of voor bepaalde weefpatronen, standaard weefparameters te bepalen en die bijvoorbeeld via een geheugenkaart of via een netwerk aan de weefmachine toe te voeren en/of in de stuureenheid van de weefmachine op te slaan. Die weefparameters vormen een standaardinstelling die toelaat dat een weefmachine een bepaald garen volgens een bepaald weefpatroon bij een bepaalde weefsnelheid weeft. Dergelijke standaard 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 weefparameters werden bijvoorbeeld proefondervindelijk bepaald door de constructeur van de weefmachine. 



  Wanneer men met een bepaalde weefmachine een bepaald weefsel wenst te weven, bepaalt de bediener de weefsnelheid en kiest volgens het te weven garen en/of het weefpatroon een standaardinstelling voor de weefparameters. Vervolgens start de bediener de weefmachine waarbij als instelling voor de weefparameters de gekozen standaardinstelling wordt genomen. Vervolgens optimaliseert de bediener de weefparameters tot de weefmachine in staat is een weefsel optimaal te weven, dit betekent bijvoorbeeld een weefsel met een mooi weefselaspect, dat geweven wordt met een minimum luchtverbruik en een minimum aantal inslagdraadbreuken en/of kettingdraadbreuken. 



  Wanneer men volgens een bepaald weefpatroon weeft, in het bijzonder een weefpatroon waarbij verschillende inslaggarens volgens een inslagpatroon worden verweven, wordt bijvoorbeeld voor elk verschillend inslaggaren op een analoge manier een standaardinstelling gekozen die vervolgens op een analoge manier door de bediener geoptimaliseerd wordt. Op een analoge manier kan rekening gehouden worden met het bindingspatroon waarmee de kettingdraden de inslagdraden inbinden, met het kettingspanningspatroon of met een combinatie van de voornoemde patronen. Deze werkwijze voor het optimaliseren van de weefparameters neemt relatief veel tijd in, vooral wanneer verschillende inslaggarens volgens verschillende weefpatronen worden verweven. 



  Wanneer men de weefsnelheid van de weefmachine wenst aan te passen, wordt een standaardinstelling voor die 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 weefsnelheid gekozen. Vervolgens kan de bediener terug de weefparameters voor elk inslaggaren, voor elke binding en/of voor elke combinatie van inslaggaren en binding instellen tot de weefmachine in staat is een weefsel optimaal te weven. Deze werkwijze voor het optimaliseren van de weefparameters neemt relatief veel tijd in en verhindert de weefsnelheid frequent en snel aan te passen. 



  Het doel van de uitvinding is een werkwijze en een inrichting voor het instellen van de weefparameters van een weefmachine die toelaat op een vlugge manier de weefparameters in te stellen bij het wijzigen van de weefsnelheid bij het weven van een bepaald weefsel. 



  Tot dit doel bevat de werkwijze volgens de uitvinding het bepalen van een huidige set weefparameters voor minstens één insertie van het weefpatroon, het bepalen van een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon voor een gewijzigde weefsnelheid op basis van de huidige set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon en een bepaalde wijzigingsfunctie, teneinde een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon bij de gewijzigde weefsnelheid in te stellen. 



  De uitvinding gaat ervan uit dat de bekomen nieuwe set weefparameters voor een gewijzigde weefsnelheid voor de minstens één insertie van het weefpatroon, die bepaald werd op basis van de huidige set weefparameters en een wijzigingsfunctie, praktisch overeen zal komen met de optimale set weefparameters bij die gewijzigde weefsnelheid. Dit biedt als voordeel dat de bediener 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 slechts kleine correcties en/of aanpassingen zal moeten doorvoeren om de optimale set weefparameters bij de gewijzigde weefsnelheid te bekomen, hetgeen toelaat relatief vlug een optimale set weefparameters te bekomen voor de gewijzigde weefsnelheid. 



  Bij het instellen van een gewijzigde weefsnelheid voor minstens één insertie van het weefpatroon, bijvoorbeeld op een gestuurde wijze zoals gekend uit WO 9927426 van de aanvraagster, biedt de uitvinding tevens als voordeel dat bij de overgang van de ene weefsnelheid naar de andere weefsnelheid de weefmachine normalerwijze verder zal weven, dit betekent bijvoorbeeld dat een volgende insertie van het weefpatroon na het wijzigen van de weefsnelheid binnen de tolerantie aan een draadwachter zal aankomen, en geen weefmachinestop zal veroorzaken. Dit laat zodoende toe de weefsnelheid van de weefmachine tijdens het weven te wijzigen, zodat de bediener onmiddellijk de invloed van een wijziging van de weefsnelheid kan waarnemen.

   Het vermijden van een weefmachinestop betekent ook dat aanzetstrepen in het weefsel vermeden worden en dat door het verder kunnen weven geen tijd verloren wordt bij het wijzigen van de weefsnelheid. 



  Uiteraard kan de bediener dan afhankelijk van het gevormde weefsel verdere instellingen van de weefparameters doorvoeren. Daar de bekomen nieuwe set weefparameters praktisch optimaal is, kan een optimale instelling vlug bekomen worden. In geval bepaalde weefparameters automatisch kunnen aangepast worden, bijvoorbeeld in functie van de aankomsttijd van de inslagdraad aan een draadwachter, is het mogelijk dat uitgaande van de volgens de uitvinding bekomen nieuwe set weefparameters, een optimale set weefparameters 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 voor de gewijzigde weefsnelheid kan bekomen worden door middel van kleine aanpassingen die op basis van meetgegevens of meetresultaten automatisch doorgevoerd worden, en dit zonder tussenkomst van de bediener. 



  De uitvinding is ook voordelig indien volgens een snelheidspatroon geweven wordt met een veranderlijke weefsnelheid voor verschillende inserties. Dit betekent bijvoorbeeld dat iedere insertie met een eigen weefsnelheid geweven wordt. Volgens een uitvoeringsvorm wordt hierbij een nieuwe set weefparameters bepaald voor een bepaalde insertie bij een bepaalde weefsnelheid door het aanpassen van de huidige set weefparameters voor een bepaalde insertie volgens een bepaalde wijzigingsfunctie. De uitvinding laat hierbij bijvoorbeeld toe dat voor elke insertie bij een constante weefsnelheid een set weefparameters optimaal wordt ingesteld, en dat bij het vervolgens weven volgens een snelheidspatroon, dit betekent dat elke insertie met een bijhorende weefsnelheid gebeurt, dat telkens een nieuwe set weefparameters volgens de werkwijze volgens de uitvinding wordt ingesteld.

   Dit betekent dat de bediener een set weefparameters bij een bepaalde constante weefsnelheid optimaal kan instellen, en vervolgens de weefmachine kan laten weven volgens een snelheidspatroon, waarbij door de weefmachine voor elke insertie een gepaste nieuwe set weefparameters kan ingesteld worden, die nagenoeg optimaal is. Dit is vooral voordelig indien geweven wordt met een weefpatroon dat bestaat uit een combinatie van een snelheidspatroon, een kettingspanningspatroon, een inslagpatroon en/of een bindingspatroon, daar het in dit geval voor de bediener omslachtig is voor elke combinatie een gepaste optimale instelling te bekomen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de werkwijze volgens de uitvinding het bepalen van de huidige set weefparameters voor elke insertie van het weefpatroon, en het bepalen van een nieuwe set weefparameters voor de insertie van het weefpatroon bij een gewijzigde weefsnelheid door het aanpassen van de huidige set weefparameters voor de insertie van het weefpatroon volgens een bepaalde wijzigingsfunctie. 



  Volgens een uitvoeringsvorm wordt de wijzigingsfunctie bepaald in functie van een set weefparameters van een standaardinstelling bij een eerste weefsnelheid en een set weefparameters van een standaardinstelling bij een tweede weefsnelheid. Bij voorkeur is de eerste weefsnelheid nagenoeg gelijk aan de huidige weefsnelheid en/of de tweede weefsnelheid nagenoeg gelijk aan de gewijzigde weefsnelheid. Deze werkwijze wordt bij voorkeur toegepast wanneer de bediener voor de eerste maal de weefsnelheid van een ingestelde weefmachine wijzigt. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de wijzigingsfunctie bepaald in functie van minstens één optimaal ingestelde set weefparameters bij een bepaalde weefsnelheid. Bij een weefmachine waarbij reeds voor twee weefsnelheden een optimale set weefparameters werd bepaald, is het hierbij mogelijk de wijzigingsfunctie voor het overgaan naar het weven bij een derde weefsnelheid relatief nauwkeurig te bepalen in functie van twee optimaal ingestelde sets weefparameters, teneinde een optimale set weefparameters voor de derde weefsnelheid te bekomen. Een dergelijke wijzigingsfunctie kan ook bepaald worden in functie van twee optimale sets weefparameters voor het weven van 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 een ander weefsel bij twee verschillende weefsnelheden. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de wijzigingsfunctie voortdurend aangepast in functie van minstens één aangepaste set weefparameters. Bij voorkeur wordt de wijzigingsfunctie hierbij ook aangepast voor elke automatisch aangepaste set weefparameters. Dit maakt het mogelijk de wijzigingsfunctie zo correct mogelijk te bepalen, waardoor bij een gewijzigde weefsnelheid het automatisch aanpassen van de nieuwe set weefparameters beperkt wordt. Dit is vooral voordelig indien een bepaalde inslagdraad met verschillende weefsnelheden wordt verweven op een bepaalde weefmachine. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de wijzigingsfunctie bepaald in functie van minstens één reeds bepaalde wijzigingsfunctie en van de gewijzigde weefsnelheid. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk, in geval minstens twee wijzigingsfuncties voor het wijzigen tussen verschillende weefsnelheden gekend zijn, dat voor het wijzigen naar een volgende weefsnelheid een nieuwe wijzigingsfunctie kan bepaald worden in functie van de reeds bepaalde wijzigingsfuncties en de volgende weefsnelheid. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm gaat een wijziging van een eerste weefsnelheid naar een tweede weefsnelheid gepaard met een stapsgewijze wijziging van de eerste weefsnelheid naar minstens één tussensnelheid die gelegen is tussen de eerste weefsnelheid en de tweede weefsnelheid, waarbij telkens een set weefparameters voor een volgende weefsnelheid bepaald wordt in functie van de vorige set weefparameters 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 volgens een bijhorende wijzigingsfunctie. Bij voorkeur wordt voor elke tussensnelheid de set weefparameters automatisch aangepast, en wordt een set weefparameters voor een volgende weefsnelheid bepaald in functie van de automatisch aangepaste set weefparameters. Dit is vooral voordelig indien de eerste en de tweede weefsnelheid sterk verschillen. 



  Bij voorkeur wordt een voornoemde wijzigingsfunctie bepaald voor elke verschillend te weven inslagdraad. 



  Dit biedt als voordeel dat de wijzigingsfunctie voor elk type inslagdraad optimaal kan gekozen worden. 



  De uitvinding betreft tevens een inrichting die kan aangewend worden voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding, en die middelen bevat voor het bepalen van een huidige set weefparameters voor minstens één insertie van een weefpatroon, voor het bepalen van een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon voor een gewijzigde weefsnelheid op basis van de huidige set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon en een bepaalde wijzigingsfunctie, en voor het instellen van een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon bij de gewijzigde weefsnelheid. 



  Teneinde de kenmerken en verdere voordelen van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen, wordt de uitvinding hiertoe nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : 
Figuur 1 een luchtweefmachine met een inrichting volgens de uitvinding weergeeft. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  In figuur 1 wordt schematisch een luchtweefmachine weergegeven waarbij verschillende gestuurde onderdelen door een stuureenheid 1 worden bevolen. Een inslagdraad wordt bijvoorbeeld analoog als beschreven in US 4673004 vanaf minstens één voorafwikkelaar 2 die voorzien is van een gestuurde magneetpin 3, door middel van een hoofdblazer 4 in het weefvak geblazen. Elke hoofdblazer 4 wordt via een gestuurde ventielinrichting 5 met perslucht gevoed. De inslagdraad wordt door middel van bijblazers 6 die elk door een ventielinrichting 7 met perslucht worden gevoed verder in het weefvak geleid. 



  De ventielinrichtingen 5 en 7 zijn bijvoorbeeld van het type zoals gekend uit US 5086812, WO 9729231 of WO 9964651. Het ogenblik van aankomst van de inslagdraad aan de overzijde van het weefvak wordt met een draadwachter 8 gecontroleerd. Een ingebrachte inslagdraad wordt met een gestuurde inslagschaar 9 geknipt, bijvoorbeeld een inslagschaar zoals gekend uit US 4834145. Eventueel kan nog een strekblazer 10, zoals bijvoorbeeld gekend uit US 5226458, die via een ventielinrichting 11 met perslucht wordt gevoed, en een gestuurde draadrem 12, zoals bijvoorbeeld gekend uit US 5226459, voorzien worden. Verder bevat de luchtweefmachine gestuurde gaapvormingsmiddelen 13, bijvoorbeeld een elektrisch gestuurde selectieinrichting 14 die aangedreven wordt door een gestuurde aandrijfmotor 15 en die weefkaders 16 aandrijft.

   Volgens een variante kan elke weefkader of zelfs elke kettingdraad door een eigen gestuurde aandrijfmotor bevolen worden. Verder bevat de luchtweefmachine gestuurde zelfkantinrichtingen 17 die een gestuurde aandrijfmotor 18 bevatten, bijvoorbeeld zoals gekend uit US 5803133 of WO 9814651. De weergegeven luchtweefmachine bevat verder een 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 kettingaflaat 20 met een gestuurde aandrijfmotor 19, een weefseloptrekinrichting 22 met een gestuurde aandrijfmotor 21, eventueel een afvaloptrekinrichting 24 met een gestuurde aandrijfmotor 23, een kettingwachter 25 en een kettingspanningsmeter 26. De luchtweefmachine bevat ook een gestuurde hoofdaandrijfmotor 27 voor het aandrijven van ondermeer een weeflade 28, waarop de bijblazers 6, de draadwachter 8, de strekblazer 10 en een riet 34 zijn gemonteerd.

   Verder zijn zelfkantinlegapparaten 32 voor het inleggen van afgesneden draadeindjes in het weefsel weergegeven, die bijvoorbeeld van het type zijn zoals gekend uit WO 9828474. De ventielinrichtingen 5,7 en 11 zijn op een persluchtreservoir 33 aangesloten. De weeflade 28 kan via overbrengingsmiddelen 35 door de hoofdaandrijfmotor 27 worden aangedreven. De positie van de weeflade 28 wordt door een encoder 36 bepaald. 



  Volgens een variante kan de hoofdaandrijfmotor 27, zoals gekend uit WO 9831856, de weeflade 28 rechtstreeks aandrijven en bepaalt de encoder 36 zodoende zowel de positie van de weeflade 28 als de positie van de hoofdaandrijfmotor 27. Het is duidelijk dat de luchtweefmachine nog andere onderdelen kan bevatten, die bijvoorbeeld door een aandrijfmotor worden gestuurd, zodat de luchtweefmachine niet beperkt is tot de opgesomde gestuurde onderdelen. 



  De weefsnelheid wordt bepaald door de snelheid van de hoofdaandrijfmotor 27, die bijvoorbeeld van het type is en met een bepaalde snelheid gestuurd kan worden, zoals gekend uit US 5617901 of WO 9831856. De voornoemde verschillende onderdelen van de luchtweefmachine worden volgens een set weefparameters bevolen door een stuureenheid 1 van de luchtweefmachine. Verder is de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 stuureenheid 1 gekoppeld met een geheugen 29 voor het opslaan van minstens één set weefparameters. Dergelijke set weefparameters bevat ondermeer waarden voor een bepaalde weefparameter zoals de tijd, de druk, het debiet, de positie, de snelheid, de kracht, en andere weefparameters. Deze weefparameters worden bijvoorbeeld voor elke insertie van het weefpatroon opgeslagen in functie van de weefsnelheid van de luchtweefmachine en bij voorkeur in het geheugen 29.

   Dit geheugen 29 kan voorzien zijn in de stuureenheid 1 zelf, of kan via een netwerk gekoppeld worden met de stuureenheid 1 van de luchtweefmachine. 



  Voor de gestuurde ventielinrichtingen 5,7 of 11 zijn de weefparameters bijvoorbeeld de druk en/of het debiet van de toegevoerde perslucht aan een blazer, en de starttijd en/of de tijdsduur van het toevoeren van perslucht aan een blazer. Voor de gestuurde inslagschaar 9 bevatten de weefparameters het knipogenblik. Voor de voorafwikkelaar 2 is dit het ogenblik dat de magneetpin 3 een inslagdraad vrij geeft en het ogenblik dat de magneetpin 3 terug sluit. Voor de zelfkantinrichting 17 bevatten de weefparameters de positie en de snelheid van de aandrijfmotor 18 van de zelfkantinrichting 17 en de onderlinge positie en/of snelheid van de weeflade 28 en de zelfkantinrichting 17, en in het bijzonder het kruisingsmoment van de zelfkantdraden in functie van de positie van de weeflade 28.

   Dit laatste geldt ook voor de aandrijfmotor 15 van de gaapvormingsmiddelen 13 die de kettingdraden bevelen en voor de aandrijfmotor van de kanteninlegapparaten 32. De weefparameters bevatten voor de aandrijfmotor 21 van de weefseloptrekinrichting 22 de snelheid, voor de aandrijfmotor 23 van de 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 afvalopwinding 24 de snelheid, en voor de aandrijfmotor 19 van de kettingaflaat 20 de spanning in de kettingdraden of de kracht uitgeoefend door de kettingdraden. Voor de draadrem 12 zijn dit het ogenblik, de tijdsduur en de remkracht. 



  De werkwijze volgens de uitvinding gaat uit van een toestand waarbij de weefparameters voor een weefpatroon ingesteld zijn. Hierbij wordt voor elke insertie van het weefpatroon de set weefparameters, waaronder ook de weefsnelheid, in het geheugen 29 van de stuureenheid 1 opgeslagen in functie van de insertie van het weefpatroon. Bij het weven worden de verschillende onderdelen volgens die weefparameters gestuurd. 



  Indien men voor een bepaalde insertie de weefsnelheid wenst aan te passen, wordt via een ingave-eenheid 30 de gewijzigde weefsnelheid ingegeven. Die ingave-eenheid 30 kan bijvoorbeeld bestaan uit een klavier van de luchtweefmachine, een leeseenheid voor een gegevenskaart van de luchtweefmachine of een module die via een netwerk gekoppeld is met de stuureenheid 1 van de luchtweefmachine. Vervolgens start de stuureenheid 1 de werkwijze volgens de uitvinding, en wordt de huidige set weefparameters voor die insertie bepaald en opgeslagen in een verwerkingseenheid 31. De verwerkingseenheid 31 kan deel uitmaken van de stuureenheid 1 zelf, of kan via een netwerk verbonden zijn met de stuureenheid 1 van de luchtweefmachine.

   In die verwerkingseenheid 31 wordt ook minstens één wijzigingsfunctie bijvoorbeeld via de ingave-eenheid 30 ingegeven en opgeslagen, welke wijzigingsfunctie hierna nog nader in detail beschreven wordt. Die wijzigingsfunctie kan op verschillende manieren bepaald 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 worden en kan ook tijdens het weven aangepast worden. 



  Vervolgens wordt volgens de uitvinding door de verwerkingseenheid 31 elke weefparameter van de huidige set weefparameters van de bepaalde insertie volgens een bepaalde wijzigingsfunctie aangepast, en wordt een nieuwe set weefparameters bepaald door de verwerkingseenheid 31. Die nieuwe set weefparameters wordt vervolgens ingesteld in de stuureenheid 1 voor het weven bij de gewijzigde weefsnelheid. Dit betekent dat de stuureenheid 1 de onderdelen van de weefmachine voor het weven van de minstens één insertie van het weefpatroon bij de gewijzigde weefsnelheid zal sturen volgens de nieuwe set weefparameters. Dit kan herhaald worden voor elke insertie van het weefpatroon. 



  De wijzigingsfunctie die gekozen wordt, wordt bijvoorbeeld via de ingave-eenheid 30 ingegeven, of wordt berekend door de verwerkingseenheid 31 in functie van een set weefparameters van een standaardinstelling bij een weefsnelheid die ongeveer gelijk is aan de huidige weefsnelheid en een set weefparameters van een standaardinstelling bij een weefsnelheid die ongeveer gelijk is aan de gewijzigde weefsnelheid. Volgens een andere mogelijkheid wordt die wijzigingsfunctie, zoals later nog uitgelegd zal worden, berekend door de verwerkingseenheid 31 op basis van optimaal ingestelde en/of automatisch in functie van meetgegevens aangepaste sets weefparameters. 



  Een mogelijke wijzigingsfunctie voor het aanpassen van de druk van een hoofdblazer 4 wordt nader uitgelegd. 



  Indien bij een standaardinstelling de druk 5 bar bedraagt bij een weefsnelheid van 600 inserties/minuut 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 en bij een standaardinstelling de druk 6 bar bedraagt bij een weefsnelheid van 700 inserties/minuut, wordt een wijzigingsfunctie voor een overgang van 600 naar 700 inserties/minuut bepaald als een coëfficiënt van 600/500 of 1,2 waarmee de druk dient vermenigvuldigd te worden. Indien de druk bij de huidige insertie 4 bar bedraagt bij de huidige weefsnelheid 600 inserties/minuut, en overgegaan wordt van 600 naar 700 inserties/minuut, wordt een nieuwe druk met behulp van de voornoemde wijzigingsfunctie bepaald door de huidige druk te vermenigvuldigen met een coëfficiënt 1,2. Dit levert als resultaat dat bij de gewijzigde weefsnelheid van 700 inserties/minuut, de druk op 1,2 maal 4 bar of op 4,8 bar wordt ingesteld. 



  Indien volgens een andere mogelijkheid bijvoorbeeld van 600 naar 650 inserties/minuut wordt overgegaan, en geen wijzigingsfunctie voor een dergelijke overgang beschikbaar is, kan de verwerkingseenheid 31 een wijzigingsfunctie berekenen bijvoorbeeld volgens de alom gekende regel van drie. In het huidig voorbeeld met de coëfficiënt 1,2 voor een overgang van 600 naar 700 inserties/minuut, wordt die coëfficiënt aangepast voor een overgang van 600 naar 650 inserties/minuut, zodat volgens de regel van drie een coëfficiënt van 1,1 wordt bekomen. De druk bij de nieuwe set weefparameters bij 650 inserties/minuut kan op die manier 1,1 maal 4 bar of 4,4 bar bedragen. 



  Volgens een andere mogelijkheid bevat de wijzigingsfunctie niet het vermenigvuldigen met een coëfficiënt, maar wel het optellen met een coëfficiënt. 



  Dit wordt bijvoorbeeld toegepast voor het knipmoment van een inslagschaar 9. Indien een standaardinstelling 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 bij 600 inserties/minuut de inslagschaar 9 beveelt op 120 krukgraden te snijden, en een standaardinstelling bij 700 inserties/minuut op 125 krukgraden, bevat de wijzigingsfunctie bijvoorbeeld het optellen van 5 krukgraden. Bij een huidige instelling waarbij bij een weefsnelheid van 600 inserties/minuut op 116 krukgraden wordt geknipt, zal met behulp van de wijzigingsfunctie die bepaald is als 5 krukgraden meer, een nieuwe instelling bij 700 inserties/minuut ingesteld worden op 121 krukgraden. 



  Voor elke weefparameter kan op een voornoemde wijze een aangepaste weefparameter met behulp van een wijzigingsfunctie bepaald worden. Het is duidelijk dat de wijzigingsfuncties niet beperkt zijn tot het optellen en het vermenigvuldigen met coëfficiënten, maar eveneens eender welke wiskundige en/of statistische berekeningswijze kunnen bevatten, zoals gemiddelden, gemiddelde kwadraten en andere functies. 



  Het is duidelijk hoe meer standaardinstellingen bij verschillende weefsnelheden gekend zijn, hoe nauwkeuriger een wijzigingsfunctie kan bepaald worden. 



  Zoals reeds vermeld is het niet noodzakelijk vereist een wijzigingsfunctie via de ingave-eenheid 30 in de verwerkingseenheid 31 in te geven of die met de verwerkingseenheid 31 op basis van met de ingave- eenheid 30 ingegeven standaardinstellingen te bepalen. 



  Volgens een andere mogelijkheid, die meestal leidt tot een nauwkeuriger wijzigingsfunctie, wordt een wijzigingsfunctie bepaald op basis van een optimaal ingestelde set weefparameters bij twee verschillende weefsnelheden. Een wijzigingsfunctie die op die manier bepaald werd, is meestal nauwkeuriger dan een 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 wijzigingsfunctie die bepaald werd op basis van standaardinstellingen. Het is duidelijk dat indien een optimale set weefparameters bij verschillende weefsnelheden werd bepaald, de wijzigingsfunctie nog nauwkeuriger kan bepaald worden. De wijzigingsfunctie kan eenvoudig bepaald worden door de beide sets weefparameters te vergelijken en de bijhorende coëfficiënten te bepalen. Indien meerdere sets weefparameters bekend zijn, kunnen hierbij statistische methoden aangewend worden. 



  In geval een set weefparameters automatisch aangepast wordt in functie van meetgegevens zoals het ogenblik van aankomst van een inslagdraad aan een draadwachter 8, is het duidelijk dat op een analoge manier bij het aanpassen van de weefparameters ook de bijhorende wijzigingsfunctie kan aangepast worden. In het voorbeeld waarbij de wijzigingsfunctie op basis van standaardparameters een coëfficiënt 1,2 gaf, zal op basis van optimaal ingestelde sets weefparameters bijvoorbeeld een coëfficiënt 1,18 bepaald worden, en bij het automatisch aanpassen van de set weefparameters op basis van weefgegevens de coëfficiënt bijvoorbeeld op 1,17 gebracht worden. 



  Het is duidelijk dat de wijzigingsfunctie ook kan bepaald worden op basis van sets weefparameters voor een weefsel dat verschillend is van het weefsel waarvoor de wijzigingsfunctie zal toegepast worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de standaardinstelling op basis waarvan de wijzigingsfunctie bepaald werd, bepaald werd met standaardinstellingen voor het weven van een ander weefsel, bij voorkeur een gelijkaardig weefsel. 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 



  Volgens een andere mogelijkheid wordt voor het bepalen van de wijzigingsfunctie rekening gehouden met minstens één reeds bepaalde wijzigingsfuncties en de gewijzigde weefsnelheid. Indien twee wijzigingsfunctie voor de overgang van telkens een eerste weefsnelheid naar een tweede weefsnelheid gekend zijn, kan op basis van die twee wijzigingsfuncties bijvoorbeeld een nieuwe wijzigingsfunctie voor een overgang tussen andere weefsnelheden bepaald worden. Indien bijvoorbeeld een wijzigingsfunctie, zoals een coëfficiënt 1,2, gekend is voor een overgang van 600 naar 700 inserties/minuut, en een wijzigingsfunctie, zoals een coëfficiënt 1,4 of 1,2 + 0,2, voor een overgang van 700 naar 800 inserties/minuut, kan eenvoudig een wijzigingsfunctie voor een overgang van 800 naar 900 inserties/minuut bepaald worden, als zijnde bijvoorbeeld een coëfficiént 1,6 of 1,4 + 0,2. 



  De uitvinding is bijzonder geschikt voor het weven volgens een snelheidspatroon, wat betekent dat de verschillende inserties met een bepaalde weefsnelheid worden verweven. Volgens een eenvoudig voorbeeld worden twee inslagdraden volgens een inslagpatroon en een snelheidspatroon verweven. Een eerste inslagdraad A kan voordelig verweven worden tot 800 inserties/minuut, terwijl een tweede inslagdraad B voordelig tot 600 inserties/minuut kan verweven worden. Het insertiepatroon bevat bijvoorbeeld het opeenvolgend verweven van een inslagdraad A, A, A, A, A, B, B, A, B en B. Het snelheidspatroon wordt gekozen als 700,800, 800,800, 700,600, 600,700, 600 en 600 inserties/minuut.

   Dit betekent dat de inslagdraad B steeds aan een maximale weefsnelheid wordt verweven, terwijl de inslagdraad A bij een overgang van of naar 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 de inslagdraad B aan een lagere weefsnelheid wordt verweven en voor de overige inserties aan een maximale weefsnelheid. Hierbij stelt de bediener bijvoorbeeld voor de inserties van de inslagdraad A de weefparameters optimaal in bij een weefsnelheid van 800 inserties/minuut door de inserties bij die weefsnelheid op te volgen, en van de inslagdraad B bij 600 inserties/minuut. Vervolgens past de bediener de weefparameters voor inslagdraad A volgens de werkwijze volgens de uitvinding aan om de weefparameters voor het weven van de inslagdraad A bij 700 inserties/minuut te bekomen, welke weefparameters de bediener dan verder zal optimaliseren.

   Dit maakt het mogelijk dat de weefparameters bij 700 inserties/minuut op een vlugge manier optimaal kunnen ingesteld worden. 



  Na het optimaal instellen van de weefparameters voor de inslagdraad A bij 700 of 800 inserties/minuut, kan door de verwerkingseenheid 31 een nieuwe wijzigingsfunctie bepaald worden die relatief nauwkeurig is. Indien vervolgens in functie van bijvoorbeeld de aankomsttijd van een inslagdraad de weefparameters voor het weven bij 800 inserties/minuut automatisch gewijzigd worden, kunnen de weefparameters bij 700 inserties/minuut eveneens aangepast worden volgens de wijzigingsfunctie volgens de uitvinding. Dit is bijvoorbeeld toepasbaar indien de eigenschappen van de inslagdraad A op een bepaalde plaats in een voorraadbobijn wijzigen, zodat de voornoemde werkwijze toelaat de weefparameters voor het inbrengen van een inslagdraad bij die 700 inserties/minuut te wijzigen en een eventuele foutieve insertie te voorkomen.

   Uiteraard kunnen de weefparameters bij 700 inserties/minuut van die inslagdraad A verder op basis van meetgegevens 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 aangepast worden, en kan de wijzigingsfunctie op basis van meerdere sets weefparameters optimaal ingesteld worden. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding minder voordelig is bij het wijzigen van een weefsnelheid van bijvoorbeeld 700 inserties/minuut naar 702 inserties/minuut, daar in dit geval meestal de set weefparameters automatisch kan aangepast worden op een gekende wijze in functie van meetgegevens. De uitvinding is vooral bedoeld om relatief grote wijzigingen van de weefsnelheid te kunnen bekomen, bijvoorbeeld wijzigingen van 700 inserties/minuut naar minstens 720 inserties/minuut. In dit geval volstaan de automatische aanpassingen meestal niet, en is het meestal vereist terug van een standaardinstelling te vertrekken.

   Zelfs in geval de automatische aanpassingen mogelijk zouden zijn, werken deze meestal te traag, waardoor een dergelijke wijziging van de weefsnelheid gepaard gaat met bijvoorbeeld een inslagstop, bijvoorbeeld daar de inslagdraad buiten de tolerantie aan de draadwachter 8 aankomt. Met een dergelijke instelling van de set weefparameters is het meestal onmogelijk de luchtweefmachine terug te starten, en is het vereist manueel enkele weefparameters te wijzigen, terug te vertrekken met een standaardinstelling of te vertrekken met een lagere weefsnelheid. 



  Bij het grof wijzigen van de weefsnelheid kan de wijziging stapsgewijs doorgevoerd worden. Indien bijvoorbeeld van 700 naar 1000 inserties/minuut wordt overgegaan, kan in een eerste stap naar 800 inserties/minuut overgegaan worden waarbij de nieuwe set weefparameters volgens de uitvinding wordt bepaald 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 en vervolgens wordt geoptimaliseerd. Uitgaande van die geoptimaliseerde set weefparameters kan bij een tweede stap naar 900 inserties/minuut overgegaan worden en kan met een wijzigingsfunctie terug een nieuwe set weefparameters volgens de uitvinding bepaald worden, die dan terug geoptimaliseerd worden. Vervolgens wordt op een analoge manier overgegaan naar 1000 inserties/minuut.

   Het is duidelijk dat hierbij bij 800 en 900 inserties/minuut, de weefparameters niet noodzakelijk optimaal dienen ingesteld te worden, maar dat de optimalisatie zich kan beperken tot het iets wijzigen van de weefparameters in de goede richting. 



  Volgens een voordelige uitvoeringsvorm worden de weefparameters bij 800 en 900 inserties/minuut bij voorkeur aangepast in functie van meetgegevens. Dit laat toe een bijna optimale instelling bij die 800 of 900 inserties/minuut te verkrijgen, op basis waarvan een goede instelling bij 1000 inserties/minuut met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding kan verkregen worden, die de bediener niet of slechts weinig hoeft te optimaliseren. 



  Het is duidelijk dat er voor elke verschillend te weven inslagdraad een bijhorende wijzigingsfunctie kan bepaald worden, die verschillend kan zijn van een wijzigingsfunctie tussen verschillende weefsnelheden voor een andere inslagdraad. Een bepaald type inslagdraad zoals een harige inslagdraad, zal bijvoorbeeld bij het wijzigen van de weefsnelheid een minder sterke aanpassing van de druk van de hoofdblazer 4 vergen, dan een weinig harige inslagdraad waarop de lucht die uit de hoofdblazer 4 stroomt minder kracht kan uitoefenen. 

 <Desc/Clms Page number 21> 

 



  Uiteraard zijn de meetgegevens op basis waarvan de set weefparameters wordt aangepast niet beperkt tot het meten van de aankomsttijd van een inslagdraad aan een draadwachter. Die meetgegevens kunnen ook bestaan uit het beeld van het bekomen weefsel met behulp van een weefselinspectiesysteem, of een beeld van de bekomen zelfkant met een weefselinspectiesysteem. Op basis van een beeld van een weefselinspectiesysteem kunnen de weefparameters voor de gaapvormingsmiddelen 13 of voor de zelfkantinrichtingen 17 automatisch aangepast worden.

   Het is uiteraard duidelijk hoe meer weefparameters automatisch aangepast kunnen worden in functie van meetgegevens, en hoe nauwkeuriger de wijzigingsfuncties worden bepaald, dat een éénmaal optimaal ingestelde weefmachine bij een bepaalde weefsnelheid praktisch bij eender welke weefsnelheid nagenoeg optimaal kan weven, zonder tussenkomst van een bediener. 



  Het bepalen van een nieuwe set weefparameters op basis van de huidige set weefparameters en een wijzigingsfunctie is uiteraard niet beperkt tot de voornoemde uitvoeringsvormen. Volgens een variante wordt op basis van de huidige set weefparameters en een andere set weefparameters, bijvoorbeeld een set weefparameters van een standaardinstelling bij de huidige weefsnelheid, een wijzigingsfunctie bepaald. 



  Bij het wijzigen van de weefsnelheid wordt volgens die variante een nieuwe set weefparameters bepaald door bijvoorbeeld een andere set weefparameters van een standaardinstelling bij de gewijzigde weefsnelheid, volgens de voornoemde wijzigingsfunctie die bepaald werd op basis van de huidige weefparameters aan te passen. 

 <Desc/Clms Page number 22> 

 



  De werkwijze volgens de uitvinding is bijzonder voordelig indien geweven wordt met een snelheidsverloop, waarbij dit snelheidsverloop bijvoorbeeld tijdens het weven in functie van de energietoevoer naar de weefmachine wordt gewijzigd. In het voornoemde voorbeeld kan dit betekenen dat de overgang van 600 over 700 naar 800 inserties/minuut tijdens het weven gewijzigd wordt naar een overgang van 600 over 680 naar 800 inserties/minuut, indien blijkt dat dit voordelig is voor de energietoevoer naar de hoofdaandrijfmotor 27 of naar meerdere aandrijfmotoren van de weefmachine. De werkwijze volgens de uitvinding laat hierbij toe dat de overgang van 700 naar 680 inserties/minuut voor die bepaalde insertie, kan plaats vinden volgens de werkwijze volgens de uitvinding zonder dat de bediener de bijhorende set weefparameters hoeft te optimaliseren. 



  In geval van een grijperweefmachine bevatten de weefparameters bijvoorbeeld de stuurtijden voor het openen van de klemmen van de grijpers, zoals gekend uit WO 9740218, het snelheidsverloop van de grijperbanden waarmee de grijpers door een gestuurde aandrijfmotor in het weefvak worden gebracht, het ogenblik dat de draadpresentator na het inbrengen van een inslagdraad omhoog wordt bewogen, zoals gekend uit US 5400834, en andere weefparameters. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot luchtweefmachines of grijperweefmachines maar eveneens kan toegepast worden voor weefparameters van een andere weefmachine. Dergelijke weefmachines zijn ondermeer meerfasige weefmachines zoals ondermeer weefrotoren, grijperschietspoelweefmachines, waterjetweefmachines, 

 <Desc/Clms Page number 23> 

 projectielweefmachines en andere weefmachines. 



  De werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding zijn vooral geschikt voor het weven van weefsels waarbij verschillende inslagdraden volgens verschillende bindingen met kettingdraden worden verweven, en in het bijzonder wanneer dit verweven gebeurt bij verschillende snelheden. De uitvinding is uiteraard meest voordelig indien een groot aantal weefparameters moeten ingesteld worden. Dit is vooral bij weefmachines waarbij meerdere onderdelen door een eigen aandrijfmotor bevolen worden, die gestuurd wordt door de stuureenheid van de weefmachine. 



  De werkwijze volgens de uitvinding biedt tevens als voordeel, dat die mits enkele aanpassingen aan een bestaande weefmachine eenvoudig op een bestaande weefmachine kan toegepast worden. De uitvinding is meest voordelig bij een weefmachine die voorzien is van een volgens de snelheid stuurbare hoofdaandrijfmotor 27, daar in dit geval de aanpassingen zich beperken tot het toevoegen van een inrichting volgens de uitvinding, De inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding beperken zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kunnen binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.

Claims (11)

Conclusies.
1. Werkwijze voor het instellen van weefparameters bij een weefmachine die door een stuureenheid (1) wordt gestuurd, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het bepalen bevat van een huidige set weefparameters voor minstens één insertie van het weefpatroon, het bepalen van een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon voor een gewijzigde weefsnelheid op basis van de huidige set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon en een bepaalde wijzigingsfunctie, teneinde een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon bij de gewijzigde weefsnelheid in te stellen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat bij het weven volgens een snelheidspatroon van verschillende inserties, de werkwijze het bepalen bevat van een nieuwe set weefparameters voor een bepaalde insertie bij een bepaalde weefsnelheid door het aanpassen van de huidige set weefparameters voor de bepaalde insertie volgens een bepaalde wijzigingsfunctie.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het bepalen bevat van de huidige set weefparameters voor elke insertie van het weefpatroon, en het bepalen van een nieuwe set weefparameters voor de insertie van het weefpatroon met een gewijzigde weefsnelheid door het aanpassen van de huidige set weefparameters voor de insertie van het weefpatroon volgens een bepaalde wijzigingsfunctie. <Desc/Clms Page number 25>
4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de wijzigingsfunctie bepaald wordt in functie van minstens één optimaal ingestelde set weefparameters bij een bepaalde weefsnelheid.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de wijzigingsfunctie voordurend aangepast wordt in functie van minstens één aangepaste set weefparameters.
6. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de wijzigingsfunctie bepaald wordt in functie van een set weefparameters van een standaardinstelling bij een eerste weefsnelheid en een set weefparameters van een standaardinstelling bij een tweede weefsnelheid.
7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de wijzigingsfunctie bepaald wordt in functie van minstens één reeds bepaalde wijzigingsfunctie en van de gewijzigde weefsnelheid.
8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een wijziging van een eerste weefsnelheid naar een tweede weefsnelheid gepaard gaat met een stapsgewijze wijziging van de eerste weefsnelheid naar minstens één tussensnelheid die gelegen is tussen de eerste weefsnelheid en de tweede weefsnelheid, waarbij telkens een set weefparameters voor een volgende weefsnelheid bepaald wordt in functie van de vorige set weefparameters volgens een bijhorende wijzigingsfunctie.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat voor elke tussensnelheid de set weefparameters <Desc/Clms Page number 26> automatisch aangepast wordt, en dat een set weefparameters voor een volgende weefsnelheid bepaald wordt in functie van de automatisch aangepaste set weefparameters.
10. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat voor elke verschillend te weven inslagdraad een voornoemde wijzigingsfunctie bepaald wordt.
11. Inrichting voor het instellen van weefparameters bij een weefmachine die door een stuureenheid (1) wordt gestuurd, daardoor gekenmerkt dat de inrichting middelen (1,29,30,31) bevat voor het bepalen van een huidige set weefparameters voor minstens één insertie van een weefpatroon, voor het bepalen van een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon voor een gewijzigde weefsnelheid op basis van de huidige set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon en een bepaalde wijzigingsfunctie, en voor het instellen van een nieuwe set weefparameters voor de minstens één insertie van het weefpatroon bij de gewijzigde weefsnelheid.
BE2000/0273A 2000-04-14 2000-04-14 Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine. BE1013392A3 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0273A BE1013392A3 (nl) 2000-04-14 2000-04-14 Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine.
AU2001263860A AU2001263860A1 (en) 2000-04-14 2001-04-14 Method for adjusting the weaving parameters of weaving machines, and control device
US10/240,752 US7110847B2 (en) 2000-04-14 2001-04-14 Method for adjusting the weaving parameters of weaving machines, and control device
AT01938117T ATE306578T1 (de) 2000-04-14 2001-04-14 Verfahren zum einstellen von webparametern für webmaschinen und steuereinrichtung
CNB018080367A CN1262701C (zh) 2000-04-14 2001-04-14 调节织机织造参数的方法和控制装置
EP01938117A EP1272699B1 (de) 2000-04-14 2001-04-14 Verfahren zum einstellen von webparametern für webmaschinen und steuereinrichtung
DE50107688T DE50107688D1 (de) 2000-04-14 2001-04-14 Verfahren zum einstellen von webparametern für webmaschinen und steuereinrichtung
PCT/EP2001/004286 WO2001079597A1 (de) 2000-04-14 2001-04-14 Verfahren zum einstellen von webparametern für webmaschinen und steuereinrichtung

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0273A BE1013392A3 (nl) 2000-04-14 2000-04-14 Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1013392A3 true BE1013392A3 (nl) 2001-12-04

Family

ID=3896496

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2000/0273A BE1013392A3 (nl) 2000-04-14 2000-04-14 Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US7110847B2 (nl)
EP (1) EP1272699B1 (nl)
CN (1) CN1262701C (nl)
AT (1) ATE306578T1 (nl)
AU (1) AU2001263860A1 (nl)
BE (1) BE1013392A3 (nl)
DE (1) DE50107688D1 (nl)
WO (1) WO2001079597A1 (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4111864B2 (ja) * 2003-05-08 2008-07-02 津田駒工業株式会社 流体噴射式織機の噴射圧力設定方法、噴射圧力設定装置および緯入れ装置
BE1016287A6 (nl) * 2004-07-14 2006-07-04 Picanol Nv Gaapvormingsonderdeel voor een weefmachine en weefmachine.
DE102005004064A1 (de) * 2005-01-21 2006-07-27 Picanol N.V. Vorrichtung zum Eintragen von Schussfäden bei einer Luftdüsenwebmaschine
BE1016504A3 (nl) * 2005-04-25 2006-12-05 Picanol Nv Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een weefmachine.
US7805213B2 (en) * 2005-10-06 2010-09-28 Peter Thomas Schwenn Weave, a utility method for designing and fabricating 3D structural shells, solids and their assemblages, without limitations on shape, scale, strength or material
ITVI20050278A1 (it) * 2005-10-17 2007-04-18 Smit S P A Sistema di comando modulare per macchine per tessere
BE1016900A3 (nl) * 2005-12-20 2007-09-04 Picanol Nv Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een weefmachine, en weefmachine.
BE1016943A6 (nl) * 2006-01-13 2007-10-02 Wiele Michel Van De Nv Werkwijze voor het vermijden van mengcontouren in poolweefsels.
BRPI0711124A2 (pt) * 2006-05-04 2011-08-30 Textilma Ag tear, em particular um tear de faixa
US8150543B2 (en) * 2007-09-28 2012-04-03 Siemens Aktiengesellschaft Methods, apparatus and articles for an air jet loom
BE1019702A3 (nl) 2010-12-14 2012-10-02 Picanol Werkwijze en inrichting voor het voeden van inslagdraad.
US20120253501A1 (en) * 2011-03-31 2012-10-04 Springs Creative Products Group, Llc System and a method for manufacturing substrates for coated fabrics
JP2013028870A (ja) * 2011-07-27 2013-02-07 Tsudakoma Corp 織機における製織方法及び製織装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4458726A (en) * 1980-01-23 1984-07-10 Sulzer Brothers, Ltd. Apparatus for controlling weft picking
US4673004A (en) * 1984-05-16 1987-06-16 N.V. Weefautomaten Picanol Adjustable control of the weft on a weaving loom
EP0234064A2 (en) * 1986-02-24 1987-09-02 Tsudakoma Corporation Automatic picking conditions regulating method and device for carrying out the same
EP0458753A1 (en) * 1990-05-24 1991-11-27 Kabushiki Kaisha Toyoda Jidoshokki Seisakusho Weft picking control device in a jet loom

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0333155A3 (en) * 1988-03-17 1990-08-08 Tsudakoma Corporation Optimum loom control method
JPH11256450A (ja) * 1998-03-10 1999-09-21 Tsudakoma Corp ジェットルームのファジィ制御装置
DE19913398C2 (de) * 1999-03-25 2001-03-08 Dornier Gmbh Lindauer Verfahren zur Bestimmung der Startzeit des Schusseintrags bei Drehzahlwechsel des Hauptantriebs einer Luftdüsenwebmaschine

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4458726A (en) * 1980-01-23 1984-07-10 Sulzer Brothers, Ltd. Apparatus for controlling weft picking
US4673004A (en) * 1984-05-16 1987-06-16 N.V. Weefautomaten Picanol Adjustable control of the weft on a weaving loom
EP0234064A2 (en) * 1986-02-24 1987-09-02 Tsudakoma Corporation Automatic picking conditions regulating method and device for carrying out the same
EP0458753A1 (en) * 1990-05-24 1991-11-27 Kabushiki Kaisha Toyoda Jidoshokki Seisakusho Weft picking control device in a jet loom

Also Published As

Publication number Publication date
CN1423713A (zh) 2003-06-11
US7110847B2 (en) 2006-09-19
CN1262701C (zh) 2006-07-05
EP1272699A1 (de) 2003-01-08
AU2001263860A1 (en) 2001-10-30
EP1272699B1 (de) 2005-10-12
US20030140980A1 (en) 2003-07-31
WO2001079597A1 (de) 2001-10-25
DE50107688D1 (de) 2006-02-23
ATE306578T1 (de) 2005-10-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1013392A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine.
EP0164773A1 (en) Adjustable control of the weft on a weaving loom
BE1016504A3 (nl) Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een weefmachine.
BE1006295A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het registreren van draadbreukkenmerken bij weefmachines.
DE4137681A1 (de) Verfahren und vorrichtung zur verhinderung der erzeugung eines schussstreifens in einem duesenwebstuhl
BE1002819A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel met een weefselpatroon, en weefmachines die deze werkwijze toepassen.
BE1001819A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor de toevoer van inslagdraden bij weefmachines.
BE1016900A3 (nl) Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een weefmachine, en weefmachine.
BE1016639A6 (nl) Werkwijze voor het inbrengen van inslagdraden.
US5645111A (en) Device for controlling operations of shaft frames of a weaving machine
BE1002532A4 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen en geleiden van inslagdraad bij weefmachines.
BE1027383B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine
JPH05163640A (ja) 織機の制御方法
BE1003244A3 (nl) Werkwijze voor het toevoeren van inslagdraden aan de gaap van een weefmachine en inrichting die deze werkwijze toepast.
US6148872A (en) Method and apparatus for determining the starting time of the weft insertion following a speed change of the main drive of a jet loom
NL1014537C2 (nl) Werkwijze voor het regelen van een weefinrichting, alsmede een weefinrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.
JP3542626B2 (ja) 織布の織前の規制方法及びその方法を実施する織機
JPS5891850A (ja) 織機の織段防止装置
BE1004895A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het inbrengen van inslagdraad bij luchtweefmachines.
JP2003003351A (ja) 織機における織段防止方法及び装置
JPH05272037A (ja) 織機における機台条件設定装置
JPH0782631A (ja) パイル地の製織装置
JPH08284045A (ja) 織機の織付け方法と装置
BE1004017A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het kontroleren van het inbrengen van inslagdraden in de gaap bij luchtweefmachines.
JPS6321953A (ja) ジエツトル−ムにおける織成条件設定方法

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170430