NL8801281A - Opgangsinrichting voor stellingen met tenminste een trap. - Google Patents

Opgangsinrichting voor stellingen met tenminste een trap. Download PDF

Info

Publication number
NL8801281A
NL8801281A NL8801281A NL8801281A NL8801281A NL 8801281 A NL8801281 A NL 8801281A NL 8801281 A NL8801281 A NL 8801281A NL 8801281 A NL8801281 A NL 8801281A NL 8801281 A NL8801281 A NL 8801281A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
field
rack
staircase
handrail
bars
Prior art date
Application number
NL8801281A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194405B (nl
NL194405C (nl
Original Assignee
Langer Ruth Geb Layher
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Langer Ruth Geb Layher filed Critical Langer Ruth Geb Layher
Publication of NL8801281A publication Critical patent/NL8801281A/nl
Publication of NL194405B publication Critical patent/NL194405B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194405C publication Critical patent/NL194405C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/10Steps or ladders specially adapted for scaffolds

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Ladders (AREA)
  • Movable Scaffolding (AREA)
  • Electrotherapy Devices (AREA)
  • Telephone Function (AREA)
  • Measurement Of The Respiration, Hearing Ability, Form, And Blood Characteristics Of Living Organisms (AREA)
  • Steps, Ramps, And Handrails (AREA)

Description

*
Opgangsinrichting voor stellingen roet tenminste één trap
De uitvinding heeft betrekking op een opgangsinrichting voor stellingen met loodrechte stellingstaanders, dwars- en diagonale staven, daaronder horizontaal verlopende draagregels, daarin op geschikte wijze ingehangen stellingvloeren en verbindingsmiddelen 5 en met tenminste één trap, die in de beide eindbereiken daarvan inhanginrichtingen voor het inhangen en steunen van de trap aan een telkens over een veldgrootte horizontaal en verticaal verzette draagregel heeft.
Opgangsinrichtingen voor stellingen treden in vele 10 verschillende vormen op. Oorspronkelijk trok men tegen de ladder- stelling de aanwezige stellingladder op of zette men een eenvoudige ladder hiertegen aan. Ook heeft men reeds, van opzij beschouwd, op een aantal stellingvelden rechtlijnig met de betreffende helling doorlopende ladders toegepast, die in een buiten liggend ladderveld 15 opgevoerd werden. Ook brengt men reeds sinds lang in een buiten het stellingveld liggend trapveld rechtlijnig onder de betreffende helling achter elkaar verlopende trappen zonder bordessen aan, zodat een stelling van grote hoogte ook een overeenkomstige lengte hebben moet, opdat men rechtlijnig de trap op kan gaan. Anders moet men tot spe-20 ciale voorzieningen overgaan. De telkens hoger liggende trappen of ladders kunnen niet meer loodrecht op de vloer afgesteund worden, maar worden met consoledragers aan de eigenlijke stelling buiten hangend aangebracht. Daar het stellingveld van de op het vlak van de bovenste trede van de trap liggende stellingvloer zijdelings een 25 verschansing benodigd, worden ook daar de gebruikelijke leuningen en eventueel zoomborden ingehangen. Bijgevolg moet de gebruiker van de bovenste trede over de leuning van het naastliggende stellingveld stappen, om op de stellingvloer te geraken. Dat is niet alleen lastig, .8801281 -2- maar ook gevaarlijk. De trap heeft op zich het voordeel, dat men deze gemakkelijker en veiliger op kan gaan dan bij een ladder het geval is en dat men gemakkelijk trapleuningen kan aanbrengen, die ook tot dusver reeds met in hoofdzaak evenwijdig verlopende staven en enige 5 verbindingsmiddelen gevormd werden. Ter hoogte van de stellingvloer is echter tot dusver alleen de diepte van een trede voor het opgaan voorhanden. Ook daarin ligt een gebruiksgevaar, in het bijzonder wanneer men met lasten of veel ruimte innemende goederen de trap op gaat.
Traptorens zijn tot dusver reeds op de wijze van gebrui-10 kelijke trappenhuizen met tussen twee als bordessen gebruikte stelling-vloeren afwisselend verlopende trappen gebouwd. Deze zijn echter niet als gebruikelijke opgang voor normale stellingen, maar alleen in zeldzame gevallen in grotere stellinginstallaties opgenomen. Deze hebben door de als bordes dienende stellingvloeren bijzonder veel 15 ruimte en wegens de bijbehorende loodrechte stellingstaanders ook aanzienlijk meer stellingmateriaal voor de opbouw nodig.
Aan de uitvinding ligt het oogmerk ten grondslag, een opgangsinrichting voor stellingen van het hier in de aanhef vermelde type onder toepassing van zo veel mogelijk in het standaardprogramma 20 voorhanden stellingbouwelementen, standvast zo in een naast het stellingveld liggend trapveld aan te brengen, dat aan het telkens optredende einde een veiliger, gerieflijker en gevaarlozer overgang op de telkens optredende stellingvloer mogelijk is en anderzijds zijdelingse verschansingen in voldoende mate aangebracht worden en de 25 trappen snel opgebouwd en afgebroken kunnen worden.
Volgens de uitvinding is bij een stelling van het hier in de aanhef vermelde type in de eerste plaats voor de volgende aspecten gezorgd: - de trap heeft aan het boven- en ondereinde telkens een vast daarmee 30 verbonden - bordes; - aan de einden van elk bord zijn de inhanginrichtingen voor de draagregels en/of andere aangrijpmiddelen aan de stelling aangebracht ; 35 - de trap is in een naast het doorlopende stellingveld liggend trapveld buiten het hoofdstellingveld aangebracht; - de doorgang tussen trapveld en stellingveld is tenminste in het bereik van de bordessen vrij van leuningen; .8801281 * -3- - aan de buitenzijde van het trapveld zijn in hoofdzaak evenwijdig aan de trapliggers en de afsteuningen daarvan verlopende leuningen aangebracht; - een aantal trappen zijn in bovenaanzicht beschouwd boven elkaar 5 aangebracht, zodat de naastliggende stellingvloer als verbindings weg naar de vlak daarboven of vlak daaronder liggende trap dient; - in het bovenste veld sluit op het bovenste bordesonderdeel - zich in het volgende langsveld van de stelling uitstrekkend -een consolebordes met bij voorkeur zij- en dwarsleuningen aan; 10 - in dit vlak is aan de buitenzijde naast het trapveld aan de hoofd stelling een gebruikelijke leuning aangebracht.
Men voert dus een trap met aan beide einden voldoende diepte bordessen uit, die bijvoorbeeld door twee of drie achter elkaar liggende treeprofieldelen gevormd kunnen zijn, en brengt aan 15 de einden van deze bordessen de inhanginrichting aan. De trap wordt nu echter alleen nog in een - in bovenaanzicht van elk stellingveld beschouwd - enkel trapveld telkens boven elkaar liggend en evenwijdig aan elkaar verlopend aangebracht, zodat men de naastliggende stellingvloer steeds als verbindingsweg gebruiken kan. Loodrecht doorgevoerde 20 stellingstaanders nemen de afsteuning op zich tot aan het allerhoogste vlak, waarin een consolebordes in de looprichting aansluit. De buitenzijden zijn met gemakkelijk in te hangen leuningen beveiligd en tussen trapveld en stellingvloer vervalt de leuning, omdat de zijdelingse verschansing door de ligger van de vlak daarboven verlopende 25 trap gevormd wordt. Zo kan men zonder gevaar en gemakkelijk tussen de buiten^verschansing op de stellingvloer ook met veel ruimte innemende of zware goederen daarover lopen. Cokbij hoge stellingen met een geringe uitgestrektheid in langsrichting kan men zo een veilige, gemakkelijke, snel te monteren trapopgang met in hoofdzaak zonder meer 30 voorhanden stellingelementen opbouwen.
De trappen kunnen zowel aan stellingen met in dwarsvlakken verlopende, uit verticale stellingstaanders ''Êorizontaal verlopende draagregels gevormde ramen alsook in uit afzonderlijke staanders gevormde stellingen gebruikt worden. Bij raamstellingen worden een-35 voudig twee verdere ramen buiten daarnaast opgesteld en met de hoofd- ramen verbonden. Dan kan men de van hun inhanginrichtingen voorziene trappen veldgewijs inhangen. Voor het inhangen van de leuningen gebruikt men bij dergelijke raamstellingen, in het bijzonder van het bouwtype .8801281
J
-4- van de firma Layher, met keggen uitgeruste aan de staanders aangebrachte kastjes, waarin eindhaken van de evenwijdig aan de trapliggers verlopende leuningen in te hangen en vast te zetten zijn.
Wanneer men met stellingconstructies te doen heeft, waar-5 bij afzonderlijke stellingstaanders verbonden worden met dwarsstaven, die telkens afzonderlijke aansluitmiddelen hebben, zoals bijvoorbeeld de van gaten voorziene schijven bij de stellingen van de firma Layher, waarover de aansluitkoppen gestoken en met daardoor grijpende keggen vastgezet worden, dan kan men zowel de inhanginrichtingen aan de einden 10 van de bordessen in de aan deze gaten schijven vastgezette horizontale draagregels inhangen als^ook in tussenliggende schijven, eventueel met bijkomende horizontale trapleuningsteunen, de evenwijdig aan de trapliggers verlopende leuningstaven bevestigen, waarbij deze op doelmatige wijze daaroverheen grijpende haken aan de einden daarvan en 15 kegbeveiligingen hebben.
De inhanginrichtingen aan de einden van de bordessen kunnen van de in de stellingbouw gebruikelijke vormgevingen voor het telkens optredende systeem voorzien zijn, bijvoorbeeld over ronde buizen grijpende klauwen met automatische aflichtbeveiligingen of met 20 kegbeveiligingen of in naar boven open U-profielen van de draagregels ingrijpende haken zijn, welke in de U-profielen met de aflichtbeveili gingen van het stellingsysteem vastgehouden worden. Het consolebordes aan het boveneinde en de leuning naast de bovenste stellingvloer worden met gebruikelijk stellingmateriaal van het telkens optreden-25 de systeem opgebouwd. Zo heeft de trap in bovenaanzicht beschouwd slechts twee stellingvelden nodig en is deze in alle bereiken zijdelings tegen het daaraf vallen beveiligd. Verdere details, voordelen en aspecten vaide uitvinding zijn ook in de verdere conclusies en in het hierna volgende aan de hand van de tekeningen afgehandelde beschrij-30 vingsdeel behandeld.
Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden in het hierna volgende aan de hand van de tekeningen nader toegelicht.
Hierin tonen: fig. 1 het schuine beeld van een tweeverdiepingstellingveld 35 met daarvoor gezet tweeverdiepingtrapveld, waarbij het rechts daarnaast liggende stellingveld weggebroken is; fig. 2 een tot fig. 1 behorende rechts boven aansluitende voorstelling van het volgende stellingveld met de boveneinden van de .8801281 t ► -5- trappen en het consolebordes in het bovenste vlak; fig. 3 het schuine aanzicht van een bovenste trapbordes met inhanghaken voor het ü-profiel van een draagregel, waarbij deze weggelaten is; 5 fig. 4 het schuine aanzicht van een staander met twee inhangkastjes en het ingehangen einde van een dubbele staafleuning, zoals deze voor raamstellingen aangebracht wordt; fig. 5 een met fig. 1 corresponderende voorstelling van een inrichting, echter niet voor raamstellingen, maar voor stellingen 10 met verticale staanders en aan gatenschijven aan te sluiten verdere stellingelementen; fig. 6 een met fig. 2 corresponderende voorstelling van het in fig. 5 rechts boven aansluitende volgende stellingveldbereik voor deze stellinguitvoering; 15 fig. 7 een schuin aanzicht van de leuningaansluiting aan de op afstand aangebrachte gatenschijven van de staanders met behulp van aansluitkoppen, overhanghaken en keggen.
De stelling 10 volgens fig. 1 en 2 heeft ramen 11, die uit loodrecht verlopende stellingstaanders 12 en vast daarmee ver-20 bonden dwarsstaven 13 zomede vast daarmee verbonden horizontaal verlopende draagregels 14 gevormd zijn. Deze zijn van hoekverstijvingen 15 voorzien en rusten op in hoogte verstelbare voeten 16. Deze zijn bij de gebruikelijke inrichting naast een niet voorgesteld bouwwerk, bijvoorbeeld op een afstand 17, opgesteld. De afstand 17 correspondeert 25 met de horizontaal gemeten stellingveldlengte. In U-profielen 20 van de draagregels 14 zijn stellingvloeren 18 met gebruikelijke haken 19 ingehangen en daarin op bekende wijze vastgezet. Zoomborden 21 en 22 worden eveneens op gebruikelijke wijze ingestoken. Kopleuningen 23 als dubbele leuningen met beugels 24 worden op hogere etages aan de 30 einden aangebracht. Zo worden de eigenlijke stellingvelden met een diepte 25 in rijen achter elkaar in het stellingveld GF gevormd. Als opgangsinrichting zijn nu verdere stellingramen 11.1 en 11.2 met verbindingsmiddelen 26 in een hier naar voren liggend voorgesteld trapveld TF opgesteld. In de telkens over een stellingveldlengte 17 en 35 een stellingveldhoogte 28 verzette draagregels 14.1 en 14.2 daarvan is een trap 30.1; 30.2 met gebruikelijke haken 31, zoals in het bijzonder in fig. 3 voorgesteld, in de naar boven open ü-profielen 20 ingehangen.
De vastzettingen zijn wegens de kleinheid van de afbeelding niet voorgestel d.
.8801281 -6-
De trappen bestaan uit twee liggers 32.1 en 32.2, waartussen gebruikelijke traptreden 33 aangebracht zijn. Op doelmatige wijze bestaan de liggers uit U-profielen en de treden uit met geribbeld oppervlak gevormde afgesneden extrusieprofielen, waarbij beide op doel-5 matige wijze uit lichtmetaal bestaan en aaneengelast zijn. In het bereik van de beide einden 34.1 en 34.2 van de beide liggers 32.1 en 32.2 zijn bordesliggers 35.1 t/m 35.4 onder verstek aangezet en horizontaal verlopend vastgelast. Deze reiken tot aan de haken 31. Tussen deze bordesliggers zijn de eigenlijke bordessen 36 gevormd, die hier 10 bijvoorbeeld uit drie treeprofielen 33.4, die aaneengeregen zijn, bestaan. Zo wordt een groot bordesoppervlak verkregen. Dit ligt, zoals gezien wordt, precies ter hoogte van de telkens optredende stelling-vloer 18, zodat de gebruiker de traptreden 33 goed begaan en dan ook met een last beladen op het bordesoppervlak 36 staand zich zijwaarts 15 keren en goed daarover lopen. kan. Deze wordt ook niet belemmerd, omdat naast de stellingvloer 18.1 van de hier als eerste verdieping voorgestelde verdieping geen leuning' voorhanden is, want naast dit stelling-veld verloopt de tweede trap 30.2, die boven de onderste trap 30.1 en evenwijdig daaraan verloopt. Zo dient de stellingvloer 18.1 als 20 verbindingsweg van het bordes 36.2 naar het bordes 36.3. Evenwijdig aan de liggers 32 en 35 van de trappen 30 verlopen leuningbuizen 37.1 en 37.2, die door verbindingsstaven 37.3 en 37.4 onderling verbonden zijn en een stabiele dubbele leuning vormen. Zoals gezien wordt is in het onderste ingangsveld EF geen kopleuning aangebracht, terwijl 25 voor het bovenste bordes 36.2 een kopleuning 23.1 ingehangen is.
Zo is de gehele trapruimte beveiligd. Aan de kopzijde van het ondereinde van de bovenste trap 30.2 is eveneens een kopleuning 23.2 aangebracht. Ook de bovenste traploop heeft aan de buitenzijde een dubbele leuning.
is 30 Zoals nader in fig. 2 te zien^ verloopt naast de stelling vloer 18.3 van de eerste verdieping in het daarop volgende stelling-veld een gebruikelijke leuning 39 en aan het einde is een kopleuning 23 aangebracht. Hier is ter hoogte van de eerste etage in het stelling-veld niets opgebouwd. In de tweede etage is echter een verdere draag-35 regel met een console 41 gevormd, zodat een consolebordes 40 met een stellingvloer 18.5 gevormd kan worden, die rechtlijnig op het bovenste bordes 36.4 van de bovenste trap 30.2 aansluit. Aan de kopzijde is een kopleuning 23.4 aangebracht, terwijl tussen het buiten- .8801281 -7- liggende trapveld TF in het binnenliggende stellingveld GF geen horizontale leuning aangebracht is. Alleen aan de buitenzijde van het stellingveld is een leuning 39.2 aangebracht. Daarvoor is op de bovenste etage in het eerste veld een horizontale leuning 39.3 5 op gebruikelijke wijze gevormd, omdat hier geen trap het zijdelings daaraf vallen verhindert.
Fig. 4 veraanschouwelijkt de van de firma Layher bekende inhanging voor de leuning. Aan de stellingstaander 12 zijn zakvormige leuninginhangkastjes 45 met tegen daaruit vallen beveiligde keggen 10 46 zijdelings aangelast. Daarin worden de eindhaken 47 van de leuning- staven 39 ingehangen en door omlaag slaan van de keggen 46 vastgezet. Dergelijke kastjes zijn op de uit fig. 1 en 2 blijkende plaatsen echter naar binnen gekeerd aangebracht.
Het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 5 en 6 toont een ge-15 heel overeenkomstige grondconstructie van stellingtrapinstallaties, bordessen en dergelijke, alleen zijn hier afzonderlijke stelling-staanders 12 aangebracht en tussen het stellingveld GF en het trapveld TF zijn niet twee staanders, maar is slechts één staander 12 aangebracht. De staanders 12 hebben op een éstand, die met het stel-20 lingsysteem correspondeert, gatenschijven 50, die - zoals fig. 7 veraanschouwelijkt - op bekende wijze met gaten 51 voor vastzetkeggen 52 uitgevoerd zijn. Bekende aansluitkoppen 53 worden over de gaten-schijven 50 gestoken en/worden de keggen 52 ingeslagen. De details zijn bekend en blijken uit de schematische voorstelling van fig. 5 en 25 6. In plaats van de kopleuningen 23 zijn hier horizontale regels 54 aan de ook aan de hand van fig. 1 en 2 nader toegelichte plaatsen op de voor het stellingsysteem typerende wijze met aansluitkoppen en keggen bevestigd. In plaats van de speciale leuningstaven van het laatste uitvoeringsvoorbeeld zijn hierbij gebruikelijke horizontale 30 regels 59 als leuningstaven gebruikt. Het consolebordes 40.1 is hier met een consolesteun 60 gevormd.
De leuningstaven 39.5 volgens fig. 7 zijn aan de einden daarvan van naar onder open haken 56 voorzien. Deze zijn over leu-ningsteunbuizen 55 en met behulp van op het horizontaal inslaan daar-35 van berekende keggen 57 vastgezet. De leuningsteunbuizen 55 hebben aansluitkoppen 53 en aan de einden daarvan aanslagflenzen 58. Zoals uit fig. 5 en 6 blijkt, kunnen zodoende naast de gebruikelijke horizontaal verlopende leuningstaven uit eenvoudige rechte stelling-buizen ook de evenwijdig aan de trapliggers verlopende zich aan de • 880 1281 -8- buitenzijde bevindende trapleuningen öp geschikte wijze en snel bevestigd worden.
Zoals voorgesteld zijn de in een extra trapveld buiten het stellingveld aangebrachte trappen eenvoudig op te bouwen onder 5 toepassing van veel gebruikelijke stellingdelen en levert dit veilige en overzichtelijke opgangs- en overgangsgesteldheden op, ongeacht welk stellinggrondtype men toepast.
Samenvattend is hier in het voorgaande een opgangs-inrichting voor stellingen 10 met tenminste één trap 30.1, 30.2 10 voorgesteld, die zo uitgevoerd is, dat aan het boven- en ondereinde telkens een vast met de trap verbonden bordes 36.1, 36.2 aangebracht is. De trap 30.1, 30.2 is in een naast de doorlopende stelling liggend trapveld buiten het hoofdstellingveld aangebracht. De doorgang tussen trapveld en stellingveld is tenminste in het bereik van 15 de bordessen 36.2, 36.3 vrij van leuningen.Aan de buitenzijde van het trapveld is een in hoofdzaak evenwijdig aan de trapliggers 32.1, 35.1,35.4 en de afsteuningen daarvan verlopende leuning 37.1 t/m 37,4 aangebracht. Een aantal trappen 30.1, 30,2 zijn in bovenaanzicht beschouwd boven elkaar aangebracht, zodat de naast-20 liggende stellingvloer 18.1 als verbindingsweg naar de vlak daarboven of vlak daaronder liggende trap 30.2, 30.1 dient. In het bovenste veld sluit op het bovenste bordes 36.4 van de trap een consolebordes aan. Dit strekt zich in het volgende langsveld van de stelling uit. In dit vlak is aan de buitenzijde naast het trap-25 veld aan de hoofdstelling een gebruikelijke leuning 39.3 aangebracht, zoals met name in fig. 1 gezien wordt.
.8801281 -9-
Stuklijst: 10 stelling 34.1 einde 11 raam 34.2 11.1 stellingraam 35 ligger 11.2 „ 35.1 bordesligger 12 stellingstaander 35.2 „ 13 dwarsstaaf 35.3 „ 14 draagregel 35.4 » 14.1 .. 35 bordes 14.2 36.2 „ 15 hoekverstijving 36.3 „ 16 voet 36.4 „ 17 afstand/stellingveldlengte 37.1 leuningbuis 18 stellingvloer 37.2 <> 18.1 M 37.3 verbindingsstaaf 18.3 .. 37.4 18.5 « 39 leuning 19 haak 39.2 i* 20 ü-profiel 39.3 horizontale leuning 21 zoombord 39.5 leuningstaaf 22 40 consolebordes 23 kopleuning 40.1 consolebordes 23.1 „ 41 console 23.2 ·. 45 leuninginhangkastje 23.4 " 46 keg 24 beugel 47 eindhaak 25 diepte 50 gatenschijf 26 verbindingsmiddel 51 gat 28 stellingveldhoogte 52 vastzetkeg 30 trap 53 aansluitkop 30.1 onderste trap 54 horizontale regel 30.2 bovenste trap 55 leuningsteunbuis 31 haak 56 haak 32.1 ligger 57 keg 38.2 .. 58 aanslagflens 33 traptrede 59 horizontale regel 33.4 treeprofiel 60 console--steun TF trapveld ft ft 1 9 ft 1 EF ingangsveld „ O O V I £ O ! GF stellingveld

Claims (8)

1. Opgangsinrichting voor stellingen (10) met loodrechte - stellingstaanders (12), - dwars- en diagonale staven (13), daaronder horizontaal verlopende 5. draagregels (14), daarin op geschikte wijze ingehangen - stellingvloeren (18) en - verbindingsmiddelen en met tenminste één - trap (30), die in de beide eindbereiken (34.1/34.2) daarvan - inhanginrichtingen (31) voor het inhangen en steunen van de trap 10 (30) aan een telkens over een veldgrootte horizontaal en verti caal verzette - draagregel (14) heeft, en waarbij voor de volgende aspecten gezorgd is: en - de trap (30) heeft aan het boven-/ondereinde telkens een vast daar- 15 mee verbonden bordes (36), - aan de einden van elk bordes (36) zijn de inhanginrichtingen (31) voor de draagregels (14) en/of andere aangrijpmiddelen aan de stelling (10) aangebracht; - de trap (30) is in een naast het doorlopende stellingveld (GF) 20 liggend trapveld (TF) buiten het hoofdstellingveld (GF) aangebracht; - de doorgang tussen trapveld (TF) en stellingveld (GF) is tenminste in het bereik van de bordessen (36) vrij van leuningen; - aan de buitenzijde van hettrapveld (TF) zijn in hoofdzaak evenwijdig aan de trapliggers (32, 35) en de ondersteuningen daarvan verlopende 25 leuningen (37) aangebracht; - een aantal trappen (30.1, 30.2) zijn in bovenaanzicht beschouwd boven elkaar aangebracht, zodat de naastliggende stellingvloer (18.1) als verbindingsweg naar de vlak daarboven of vlak daaronder liggende trap (30.2, 30.1) dient; 30. in het bovenste veld sluit op het bovenste bordesonderdeel (36.4) - zich in het volgende langsveld van de stelling (10) uitstrekkend -een consolebordes (40, 40.1) met bij voorkeur zij- en dwarsleuningen (31.2, 23.4, 59, 54) aan; *8801281 -11- - in dit vlak is aan de buitenzijde naast het trapveld aan de hoofdstelling een gebruikelijke leuning (39.3; 59) aangebracht.
2. Opgangsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze aan een stelling (10) met in dwarsvlakken verlopende, 5 uit verticale stellingstaanders (12) en horizontale draagregels (14) zomede dwarsstaven (13) gevormde ramen (11), stellingvloeren (18) en ander stellingmateriaal aangebracht is.
3. Opgangsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de leuningen (37) in leuninginhangkastjes (45) 10 ingehangen zijn.
4. Opgangsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stelling met stellingstaanders (12), welke op afstand bevestigde gatenschijven (50) voor de aansluiting van de stellingelementen van aansluitkoppen (53) en vastzetkeggen (52) zomede 15 afzonderlijke horizontale regels (54, 59) voorzien en de trap (30) in als draagregels dienende horizontale regels (54) ingehangen is.
5. Opgangsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de leuningstaven (37) en als leuningstaven dienende horizontale regels (59) met behulp van leuningsteunen (55), waarvan 20 de aansluitkoppen (53) aan de gatenschijven (50) bevestigd zijn, gesteund worden.
6. Opgangsinrichting volgens tenminste één van de overige conclusies, met het kenmerk, dat de trappen als inhang-inrichtingen haken (31) hebben, die in naar boven open U-profielen 25 (20) van draagregels (14) in te hangen en daarin vast te zetten zijn.
7. Opgangsinrichting volgens tenminste één der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat aan de trappen en/of stelling-staven klauwen aangebracht zijn, die over ronde buizen te hangen zijn en met pennen of kleppen vast te zetten zijn. 30
8. Opgangsinrichting volgens tenminste één van de overige conclusies, met het kenmerk, dat op het bovenste bordes (36.4) van de bovenste trap (30.2) in het volgende veld een consolebordes (40) aansluit, dat met een console (41) of stellingmateriaal en consolesteu-nen (60) vastgehouden is en zijdelings een leuning (39.2; 59) heeft, 35 en dat in het bovenste stellingveld naast het trapveld leuningen (39.3, 59) aangebracht zijn. -o-o-o- .8801281
NL8801281A 1987-05-30 1988-05-18 Opvanginrichting voor stellingen. NL194405C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE8707755 1987-05-30
DE8707755U DE8707755U1 (nl) 1987-05-30 1987-05-30

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8801281A true NL8801281A (nl) 1988-12-16
NL194405B NL194405B (nl) 2001-11-01
NL194405C NL194405C (nl) 2002-03-04

Family

ID=6808674

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801281A NL194405C (nl) 1987-05-30 1988-05-18 Opvanginrichting voor stellingen.

Country Status (11)

Country Link
AT (1) AT400463B (nl)
BE (1) BE1001906A3 (nl)
CH (1) CH680810A5 (nl)
DE (1) DE8707755U1 (nl)
DK (1) DK168769B1 (nl)
FR (1) FR2615886B1 (nl)
GB (1) GB2207177B (nl)
LU (1) LU87215A1 (nl)
NL (1) NL194405C (nl)
NO (1) NO171026C (nl)
SE (1) SE466862B (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2644497A1 (fr) * 1989-03-16 1990-09-21 Pozo Jean Echafaudage de haute securite et de mise en oeuvre rapide
DE3919141A1 (de) * 1989-06-12 1990-12-13 Langer Ruth Geb Layher Tribuene mit gelaender
DE3919156A1 (de) * 1989-06-12 1990-12-13 Langer Ruth Geb Layher Tribuene mit wangenteilen
DE4034229A1 (de) * 1990-10-27 1992-04-30 Langer Ruth Geb Layher Dachgeruest
GB2265653A (en) * 1992-03-25 1993-10-06 British Broadcasting Corp Temporary structure
EP0713942A1 (en) * 1994-11-25 1996-05-29 JAPAN STEELS INTERNATIONAL Inc. Temporary stairway with landing and method for arrangement thereof
DE20105346U1 (de) * 2001-03-26 2001-05-23 Layher W Vermogensverw Gmbh Rohbautreppenturm
WO2003074819A1 (en) * 2002-03-07 2003-09-12 Nimas Holding Aps A staircase for a crew's container
DE10305145B4 (de) * 2003-02-08 2004-12-30 C. O. Weise Gmbh & Co. Kg Gerüsttreppenmodul
DE102005028885A1 (de) * 2005-06-22 2007-01-04 Peri Gmbh Treppe
GB2432623B (en) * 2005-06-27 2007-12-27 Acorn Corporate Services Ltd A Scaffold stair unit
FR2937354B1 (fr) * 2008-10-17 2010-12-10 Retotub Structure d'echafaudage integrant un escalier
FR3042804A1 (fr) * 2015-10-23 2017-04-28 Mills Ensemble pour la construction d'un support lateral a un escalier provisoire pour chantier et escalier provisoire comportant un tel ensemble
DE202018101369U1 (de) * 2018-03-12 2019-06-13 Peri Gmbh Treppenpodest mit integrierter Spaltüberbrückung
DE102018123567A1 (de) * 2018-09-25 2020-03-26 Peri Gmbh Treppengeländer, gerüstsystem und verfahren zur montage eines treppengeländers
US20220235562A1 (en) * 2021-01-26 2022-07-28 Commercial Scaffolding Companies, Inc. Scaffolding stair system

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE37206C (de) * BERLINER BAUANSTALT FÜR EISENCONSURUCTIONEN, FABRIK FÜR TRÄGERWELLBLECH UND ROLLJALOUSIEN E. DE LA SAUCE & KLOSS in Berlin Eisernes Baugerüst mit verstellbarer Etagenhöhe
DE93515C (nl) *
DE725709C (de) * 1939-11-01 1942-09-28 Arbue Ges Fuer Bauruestung Ess Leitergang an Arbeitsgeruesten
US2760707A (en) * 1951-07-09 1956-08-28 Safway Steel Products Inc Scaffold stair unit
FR1450048A (fr) * 1965-10-06 1966-05-06 Approvisionnement Des Entpr S Perfectionnements aux échafaudages
CH439679A (de) * 1966-08-27 1967-07-15 Huwyler Rudolf Baugerüst
US3684057A (en) * 1971-06-04 1972-08-15 Horace Eppinette Portable stairway
DE2535532A1 (de) * 1975-08-08 1977-02-17 Rossi Luigi Dr Bautreppe
DE3310317C2 (de) * 1983-03-22 1985-08-08 Josef 7611 Steinach Maier Laufkonsole mit einer Tür
SE8406187L (sv) * 1984-12-06 1986-06-07 Lennart Svensson Vederskyddsanordning till stellningar

Also Published As

Publication number Publication date
NL194405B (nl) 2001-11-01
CH680810A5 (nl) 1992-11-13
SE8801965L (sv) 1988-12-01
GB2207177A (en) 1989-01-25
BE1001906A3 (fr) 1990-04-10
NO882346L (no) 1988-12-01
NO171026B (no) 1992-10-05
ATA130888A (de) 1995-05-15
GB8812580D0 (en) 1988-06-29
AT400463B (de) 1996-01-25
DK168769B1 (da) 1994-06-06
NL194405C (nl) 2002-03-04
SE8801965D0 (sv) 1988-05-26
FR2615886A1 (fr) 1988-12-02
LU87215A1 (de) 1988-12-13
NO882346D0 (no) 1988-05-27
DK273088D0 (da) 1988-05-19
DK273088A (da) 1988-12-01
DE8707755U1 (nl) 1988-09-29
SE466862B (sv) 1992-04-13
NO171026C (no) 1993-01-13
FR2615886B1 (fr) 1990-05-04
GB2207177B (en) 1991-05-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8801281A (nl) Opgangsinrichting voor stellingen met tenminste een trap.
US3837427A (en) Builders{40 {11 staging
US20100293875A1 (en) Stairway for Use on Building Sites
US3491852A (en) Ladder scaffold
NL7909166A (nl) Ladder of dergelijke, meer in het bijzonder voor het gebruik aan boord van schepen.
ES2321132T3 (es) Mensula de soporte de escalera.
NL193593C (nl) Draagconstructie voor tribunes.
US6932194B1 (en) Safety rail for scaffolding
US3307653A (en) Demountable stairway unit
NL2000547C1 (nl) Steiger met leuningframes voorzien van staanderdelen.
NL9300044A (nl) Universele afsteunconstructie.
US3382949A (en) Safety railing for tubular scaffolding
EP1009894A1 (en) A scaffold structure
NL8006625A (nl) Leuning voor een steigerconstructie.
GB2428729A (en) A scaffold stair unit
KR102620090B1 (ko) 엘리베이터 승강로용 비계 지지 구조
US3150742A (en) Adjustable walkway structure for use as a bridge, stairs, ramp, or the like
KR102229641B1 (ko) 엘리베이터 공사용 작업대
FI96049C (fi) Kantorakenteella varustettu katsomo
NL9200827A (nl) Stelling.
BE1001661A7 (nl) Steuninrichting voor een loopbrug tussen ladders.
BE1020729A5 (nl) Montagesamenstel voor een steiger, en werkwijze voor het plaatsen van een steiger.
NL1007322C1 (nl) Steigerconstructie.
NL2004000C2 (nl) Steigerwerk en voorloopleuning voor toepassing daarin.
SU160822A1 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20071201