NL8502671A - Niet opnieuw opplakbaar plakmateriaal. - Google Patents
Niet opnieuw opplakbaar plakmateriaal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8502671A NL8502671A NL8502671A NL8502671A NL8502671A NL 8502671 A NL8502671 A NL 8502671A NL 8502671 A NL8502671 A NL 8502671A NL 8502671 A NL8502671 A NL 8502671A NL 8502671 A NL8502671 A NL 8502671A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- layer
- adhesive
- material according
- adhesive layer
- resin
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09F—DISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
- G09F3/00—Labels, tag tickets, or similar identification or indication means; Seals; Postage or like stamps
- G09F3/08—Fastening or securing by means not forming part of the material of the label itself
- G09F3/10—Fastening or securing by means not forming part of the material of the label itself by an adhesive layer
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B7/00—Layered products characterised by the relation between layers; Layered products characterised by the relative orientation of features between layers, or by the relative values of a measurable parameter between layers, i.e. products comprising layers having different physical, chemical or physicochemical properties; Layered products characterised by the interconnection of layers
- B32B7/04—Interconnection of layers
- B32B7/06—Interconnection of layers permitting easy separation
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31D—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER, NOT PROVIDED FOR IN SUBCLASSES B31B OR B31C
- B31D1/00—Multiple-step processes for making flat articles ; Making flat articles
- B31D1/02—Multiple-step processes for making flat articles ; Making flat articles the articles being labels or tags
- B31D1/021—Making adhesive labels having a multilayered structure, e.g. provided on carrier webs
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B15/00—Layered products comprising a layer of metal
- B32B15/04—Layered products comprising a layer of metal comprising metal as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material
- B32B15/12—Layered products comprising a layer of metal comprising metal as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material of paper or cardboard
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B15/00—Layered products comprising a layer of metal
- B32B15/20—Layered products comprising a layer of metal comprising aluminium or copper
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B27/00—Layered products comprising a layer of synthetic resin
- B32B27/06—Layered products comprising a layer of synthetic resin as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material
- B32B27/10—Layered products comprising a layer of synthetic resin as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material of paper or cardboard
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B29/00—Layered products comprising a layer of paper or cardboard
- B32B29/002—Layered products comprising a layer of paper or cardboard as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B7/00—Layered products characterised by the relation between layers; Layered products characterised by the relative orientation of features between layers, or by the relative values of a measurable parameter between layers, i.e. products comprising layers having different physical, chemical or physicochemical properties; Layered products characterised by the interconnection of layers
- B32B7/04—Interconnection of layers
- B32B7/12—Interconnection of layers using interposed adhesives or interposed materials with bonding properties
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09F—DISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
- G09F3/00—Labels, tag tickets, or similar identification or indication means; Seals; Postage or like stamps
- G09F3/02—Forms or constructions
- G09F3/0291—Labels or tickets undergoing a change under particular conditions, e.g. heat, radiation, passage of time
- G09F3/0292—Labels or tickets undergoing a change under particular conditions, e.g. heat, radiation, passage of time tamper indicating labels
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B2311/00—Metals, their alloys or their compounds
- B32B2311/24—Aluminium
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B2317/00—Animal or vegetable based
- B32B2317/12—Paper, e.g. cardboard
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B2519/00—Labels, badges
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10S428/916—Fraud or tamper detecting
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Laminated Bodies (AREA)
- Making Paper Articles (AREA)
- Adhesive Tapes (AREA)
Description
4 VO 7^22
Niet opnieuw bruikbaar stickermateriaal
De uitvinding beeft betrekking op een niet opnieuw bruikbaar stickermateriaal en meer in het bijzonder op een stickermateriaal ter voorkoming van hergebruik als bijvoorbeeld een prijskaartje, etiket of sticker, aangebracht op de opening van een verpakking.
5 Etiketten of stickers die als prijskaartjes en dergelijke worden toegepast en waarvan hergebruik niet mogelijk is zijn bekend. Deze zijn op het basisoppervlaktemateriaal voorzien van geschikte hechtingen waardoor elke poging om de sticker of het etiket in de winkel af te scheuren en dit door een ander prijskaartje te vervangen ertoe leidt dat het etiket 10 op de hechtingen zal losraken en afscheuren zodat een dergelijke poging met êên blik kan worden waargenomen.
Een sticker die op de opening van de verpakking is aangebracht om een gesloten toestand aan te geven kan ter plaatse gemakkelijk worden verwijderd door bijvoorbeeld de artikelen die op de etalageplanken in de win-15 kels zijn tentoongesteld weg te nemen en vervolgens na het inbrengen van vreemde objecten in de verpakking de sticker weer aan te brengen zonder dat men heeft waargenomen dat de sticker is verwijderd. Het is dan moeilijk door naar de sticker te kijken aan te geven of de verpakking al of niet is geopend. Er bestaat derhalve de mogelijkheid dat de inhoud van de verpakking 20 is aangeraakt bijvoorbeeld dat daaraan giftige stoffen zijn toegevoegd.
Onlangs zijn stickers die na opplakken en verwijdering praktisch niet meer bruikbaar zijn op de markt geïntroduceerd. De sticker omvat een film, waarbij een siliciumlaag met daarop een opgedampte metaallaag, ten dele aan de omgekeerde kant daarvan wordt aangebracht. Aldus wordt een deel van 25 de opgedampte metaallaag tussen de siliciumlaag en de sticker ingebracht en niet direkt op de film verdampt. Op het oppervlak van de opgedampte metaallaag wordt een drukgevoelige kleefstoflaag aangebracht terwijl daaraan tijdelijk een losvel wordt vastgehecht.
De sticker wordt op de opening van de verpakking aangebracht door 30 opdrukken op het vrije oppervlak van de kleefstoflaag nadat de loslaag of afpelling is verwijderd. Wanneer daarna de op de opening opgeplakte sticker wordt afgescheurd, blijft een deel van de opgedampte metaallaag, die niet"* direkt op de film is gemetalliseerd vanwege de siliciumlaag, achter en
•s - 'j £ "7 W — -> W J J
i -2-
Ni * t plakt door de kleefstoflaag op de opening. Wanneer de opening verder wordt vrijgemaakt zal de oppervlak en daarop achtergebleven opgedampte metaallaag worden doorgesneden of afgescheurd waardoor de onafgesloten toestand kan worden onderscheiden.
5 Dergelijke stickers hebben het nadeel van een hoge prijs omdat de film die wordt opgedampt als materiaal is beperkt tot polyesters en dergelijke, terwijl ook aan andere omstandigheden moet worden voldaan wanneer het metaal op de film en de siliciumlaag wordt opgedampt. Er zijn bovendien nadelen en gezondheidsproblemen zoals hechting van stof op het kleefopper-10 vlak van de vrijliggende kleeflaag, veroorzaakt omdat een deel van de kleef-laag op het hechtende deel van het oppervlaktemateriaal achterblijft wanneer de film wordt afgescheurd.
Het is derhalve een hoofddoel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een stiekermateriaal voor het voorkomen van hergebruik, dat gevoe-15 lig is voor afscheiding na het opplakken en waarbij geen opdampproces nodig is.
De onderhavige uitvinding betreft in het kort een sti ekermat er iaal voor het voorkomen van hergebruik omvattende een kleeflaag, een tweede laag die met de vingers kan worden afgescheurd en op genoemde kleeflaag is ge-20 lamineerd, alsmede een kleeflaag die op genoemde tweede laag is gelamineerd en een eerste laag die op genoemde kleeflaag is gelamineerd en tijdelijk vastgehecht.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt de tweede laag tijdelijk op de eerste laag door de kleeflaag vastgehecht, en kan deze aldus zonder op-25 damping zoals in de stand van de techniek worden gevormd. Aangezien de eerste en tweede lagen tijdelijk worden vastgekleefd in een toestand waardoor het opnieuw opbrengen van de sticker door de kleeflaag onmogelijk is, wanneer men tracht de sticker van de opening van de verpakking af te scheuren enz., zal de eerste laag van de tweede laag losraken en het opnieuw 30 aanbrengen van de sticker zal niet meer mogelijk zijn, zodat het duidelijk is dat het stickermateriaal is afgescheurd.
Wanneer verder de tweede laag is doorgesneden of afgescheurd zal deze niet naar zijn oorspronkelijke toestand terugkeren zodat de scheiding van de eerste laag kan worden waargenomen. Aldus kan de scheiding van het 35 opgeplakte stickermateriaal met een oogopslag worden gezien en kan een # ' i sticker, zonder opdampproces als tot nu toe toegepast, worden verkregen.
Deze doeleinden en andere doeleinden, bijzonderheden, aspecten en 8502671 '% ‘ '% -3- voordelen van de onderhavige uitvinding worden met de nu volgende gedetailleerde "beschrijving van de uitvoeringsvorm in samenhang met de bijgaande tekeningen toegelicht.
KORTS BESCHRIJVUTG VM DE TEKMUTGEN
5 Fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een etiket dat een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding voorstelt.
Fig. 2 is een doorsnede die genoemde uitvoeringsvorm in opengewerkte vorm weergeeft.
Fig. 3 is een aanzicht dat een voorbeeld van de inrichting voor 10 het produceren van een laminaat toegepast in de uitvoeringsvorm van deze uitvinding illustreert.
Fig. k is een aanzicht dat een voorbeeld van de inrichting voor het produceren van een laminaat toegepast in de uitvinding voorstelt.
Fig. 5 en 6 zijn aanzichten die een ander voorbeeld van de inrichting 15 voor het produceren van een laminaat volgens de uitvinding voorstellen.
Fig. 7 is een aanzicht dat een voorbeeld van de inrichting voor het vervaardigen van etiketten illustreert.
Fig. 8 is een doorsnede die een afzonderlijke uitvoeringsvorm volgens de uitvinding weergeeft.
20 Fig. 9 is een doorsnede die een toepassing van een uitvoeringsvorm van fig. 8 weergeeft.
Fig. 10 en 11 zijn aanzichten die een voorbeeld van de inrichting voor het vervaardigen van een basismateriaal toegepast in een afzonderlijke uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven.
25 Fig. 12 is een aanzicht dat een voorbeeld van de inrichting voor het verder lamineren van een kleefstoflaag 2lb en een afpellaag 212, onder toepassing van een basismateriaal 230 als weergegeven in fig. 10, illustreert.
Fig. 13 is een aanzicht dat een voorbeeld van de inrichting voor het produceren van een basismateriaal 230, door lamineren van een tweede laag 30 216 onder toepassing van een dubbele laag produkt van een eerste laag 220 en een afpelmiddellaag 222 weergegeven in fig. 9 illustreert.
Fig. 1U is een dwarsdoorsnede van een verdere afzonderlijke uitvoeringsvorm.
Fig. 15 is een dwarsdoorsnede dat een uitvoeringsvorm volgens de 35 uitvinding weergeeft. , ^
Fig. 16 is een dwarsdoorsnede dat een toepassing van de uitvoerings-
^ ^ *xy A
'j V 1= Ö j i t -, -ikvorm van fig. 15 weergeeft.
Fig. 17 is een aanzicht dat een ander voorbeeld van de inrichting voor het produceren van een basismateriaal volgens de uitvinding illustreert.
Fig. 18 is een dwarsdoorsnede van een afzonderlijke uitvoeringsvorm.
5 Fig. 19 (a), (b) en (c) zijn perspectivische aanzichten die toepas singen van genoemde uitvoeringsvorm weergeven.
BESCHRIJVING VAN VOORKETJRSUITVOERINGSVORMEN
Fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een etiket dat een uitvoeringsvorm van de uitvinding voorstelt.
10 Etiket 10 wordt tijdelijk op een losvel 12 vastgemaakt en is gevormd uit een kleeflaag 1U, een tweede laag 16, een kleeflaag 18 en een eerste laag 20 sie achtereenvolgens op elkaar worden gelamineerd, waarbij een kleefvermogend-verminderde laag 22 voor het verminderen van het kleefver-mogen van de kleeflaag, op een deel van genoemde kleeflaag ik is gelamineerd 15 en een opgedrükte laag 2b op de eerste laag 20 wordt gevormd.
De kleeflaag 1^ geeft kleefvermogen aan het etiket 10 en is bijvoorbeeld bekleed met kleefstoffen, zoals drnkgevoelige kleefstoffen en dergelijke en is op een hoofdoppervlak van de tweede laag 16 op het oppervlak daarvan gehecht terwijl het losvel 12 tijdelijk voor het beschermen van de 20 kleefstoflaag lh is opgeplakt.
De tweede laag 16 bestaat uit een vel met de eigenschap dat dit gemakkelijk met de hand kan worden weggenomen, zoals een aluminiumfolie of een synthetische harsfilm, voorgesteld door een brosse film gemaakt door vulstofpigment (bijvoorbeeld titaanwit en calciumcarbonaat) te mengen met 25 gecopolymeriseerde harsen van vinylchloride en acryl.
Geschikt is hiervoor een laag met betrekkelijk goede buigbare eigenschappen zodat deze niet door de eerste laag 20 bij terugkeer naar de oorspronkelijke toestand tegen het kleefvermogen van de kleefstoflaag 18 in, wanneer het etiket 10 wordt gebogen en op een gebogen deel wordt geplakt, 30 wordt afgescheiden.
De eerste laag 20 wordt gevormd om de tweede laag 16 tegen doorsnij-" den en af scheuren te beschermen en is tijdelijk op de tweede laag 16 vastgehecht via de kleefstoflaag 18.
Als eerste laag 20 fungeren bijvoorbeeld polyester- en nylonfilms i 35 die in vergelijking stevig zijn a. moeilijk door warmte gaan krimpen of papier en synthetisch papier, maar zoals hierna te beschrijven om de mogelijk- 8502071 , "% . -5- heid te hebben de afgescheiden sporen van de oppervlaktekant van de eerste laag 20, wanneer het etiket wordt afgescheurd, te zien, heeft het de voorkeur doorzichtig of half-doorzichtig materiaal te kiezen waardoor men gemakkelijk kan zien dat een deel van de tweede laag 16 op het materiaal is 5 blijven plakken terwijl een deel daarvan is afgescheurd en op de eerste laag 20 plakt, hetgeen aldus in overeenstemming is met het gebruiksdoel van de etiketten.
De kleef stof laag 18 is bedoeld om de eerste laag 20 en tweede laag 16 in een tijdelijke toestand vast te kleven, waardoor het opnieuw opbrengen 10 van de sticker onmogelijk is, en deze bestaat uit een paraffinisch middel bijvoorbeeld zoals paraffine en was en is gevormd tussen de eerste en tweede lagen 2Q en 16. De kleefkracht tussen de eerste en tweede lagen 20 en 16 via de kleeflaag 18 is daarbij zwakker dan dat van de kleef laag 1^.
De kleefkracht-verminderende laag 22 wordt gevormd door vernis in 15 een patroon op het oppervlak van genoemde kleeflaag 1^te bekleden voor het inactiveren van de drukgevoelige kleefstoffen, zoals de kleefstoffen die de kleeflaag 1k vormen.
D.w.z. dat de kleefkracht van de kleeflaag 1U tussen delen daarvan waar de kleefkracht-verminderde laag 22 al of niet is gevormd aanzienlijk 20 verschilt en zoals later zal worden beschreven wordt dit zodanig uitgevoerd dat in de delen van de kleeflaag 1^, bij de delen waar dit aan het te plakken materiaal wordt gekleefd en daarop in contact blijft, zelfs wanneer daarna de eerste laag 20 met de hand wordt afgescheurd, de hechting zo sterk is dat deze niet gemakkelijk zal losraken; echter bij de plaatsen waar de 25 hechtkracht-verminderende laag 22 is gevormd kan deze betrekkelijk gemakkelijk van het opgeplakte materiaal worden afgescheurd.
De kleefkracht-verminderende laag 22 wordt geschikt gevormd door van te voren een patroon van vernis en dergelijke op te brengen maar kan ook worden gevormd door andere plantaardige en anorganische poeders, die de 30 kleefstoffen inactiveren, als een patroon op te brengen, zoals synthetische harsen, inkt zoals UV-inkt en oxydatie- en polymerisatietype inkt, bloem, zetmeel, talk enz.
Indien de hechtvermogen-verminderende laag 22 op een dergelijke wijze wordt gevormd dat beeldlijnen van letters en beelden zoals bijvoor-35 beeld "niet afgesloten" door patronen worden opgedrukt en bekleed, dan zal wanneer de eerste laag 20 wordt afgescheurd en de tweede laag 16 afgescheurd* een patroon zoals het woord "niet afgesloten" als bovenvermeld verschijnen
P ", Γ- 0 -5 *7 A
V? V .rf j J
* + , -6- hetgeen in overeenstemming is met het gebruikersdeel van etiket 10.
Daarbij is etiket 10 zodanig gevormd dat dit voldoet aan de vergelijkingen a.< e<c, b<d (c^b of c^b) wanneer het kleefkracht van de kleeflaag 1U bij de plaats van de kleefkracht-verminderde laag 22 wordt 5 aangegeven als a, de kracht die nodig is om de tweede laag 16 af te scheuren wordt voorgesteld door b, de kracht die nodig om de tweede laag 16 van de eerste laag 20 bij de kleeflaag 18 af te scheuren wordt aangegeven door c, wanneer de kleefkracht van de kleeflaag 1^ buiten de plaatsen van de kleefkracht-verminderde laag 22 wordt aangegeven als d en de kracht die no-10 dig is om het losvel 12 van de kleefstoflaag af te scheiden wordt aangegeven als e.
Voor het aanbrengen van het etiket 10 moet eerst de loslaag 12 worden verwijderd en het etiket als een prijskaartje worden vastgeplakt, of op de openingen van koekverpakkingen, zoals weergegeven in fig. 19a, b en c. 15 ' Teneinde de opening van de verpakking afgedicht met etiket 10 te openen moet het etiket 10 vo8r het openen van het afgesloten deel worden verwijderd.
Hierbij is de eerste laag 20 aan de tweede laag 16 tijdelijk door de kleefstoflaag 18 vastgehecht en wordt de tweede laag 16 stevig aan het 20 op te plakken materiaal A door de kleeflaag 11+ bevestigd terwijl bij de plaats waar de kleefkracht-verminderde laag 22 is gevormd de hechting zwakker is vergeleken met de plaats waar de kleeflaag 1^ als vermeld daaraan is vastgehecht. Wanneer men zoals blijkt uit fig. 2 tracht het etiket 10 af te scheuren in het grensvlak tussen de tweede laag 16 bij het deel van de 25 kleefkraeht-verminderende laag 22, en bij het deel waar de kleefkracht-verminderende laag 22 niet is gevormd en de kleeflaag 1U als zodanig vrij-ligt, dan wordt de tweede laag 16 bij het deel van de kleefkracht-verminde-rende laag 22 van het op te plakken materiaal A afgescheurd, en tevens afgescheurd van de tweede laag 16 bij een deel van de kleeflaag 1^ en ge-30 scheiden van het op te plakken materiaal A; daarna blijft op de tweede laag 16 hetdeel waar de kleefkraeht-verminderende laag 22 niet is gevormd vastgehecht op het op te plakken materiaal A achter. Aldus kan de eerste laag 20, wanneer eenmaal verwijderd, niet meer op de kleeflaag 18 worden vastgeplakt en is het herstellen tot de oorspronkelijke toestand vrijwel onmogelijk om-35 dat de tweede laag 16 in het grensvlak tussen de delen waar de kleefkracht-* , verminderende laag 22 al of niet is gevormd is gescheurd, waardoor de niet- afgedichte toestand met éên blik waarneembaar is.
Het is duidelijk dat hoewel in deze uitvoeringsvorm het etiket op de SS 0 2 Q 7 1 • · -7- koekverpakking was aangebracht, ook aanbrengen op andere afgesloten delen mogelijk is,zoals geneesmiddelverpakkingen, enveloppen, afgedichte delen van zakjes en dergelijke en prijskaarten die prijzen aanduiden.
In de beschrijving wordt nu voor elk geval een voorkeursvoorbeeld 5 gegeven waarbij het vel, de film en het equivalent daarvan gemakkelijk worden aangegeven als "vel" of "film" (met inbegrip van een vlies).
De uitvinding zal nu verder worden toegelicht met een voorbeeld van de vervaardigingswerkwijze van het stickermateriaal volgens de uitvinding.
Fig. 3 is een aanzicht dat een voorbeeld van de inrichting voor 10 het produceren van een laminaat 30 toegepast in een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft. Het laminaat 30 wordt gevormd door de kleeflaag 18 en de tweede laag 1β, in die volgorde, op de eerste laag 20 te lamineren.
De inrichting 100 omvat een voorraadrol 102 voor het vasthouden van een eerste laag materiaal 20a dat de stroken van de eerste laag 20 in de 15 rol vormt. Het eerstelaagmateriaal 20a vastgehouden door de voorraadrol 102 wordt aan het ene einde afgewikkeld en naar een tijdelijke kleefstofbekle-der 10½ geleid. De tijdelijke kleefstofbekleder 10½ is bestemd voor het bekleden van een tijdelijke kleefstof 18a bijvoorbeeld een was, paraffine en dergelijke op een oppervlak van het eerstelaagmateriaal 20a en deze omvat 20 2 rollen 106a en 106b en een schotel 108, Het eerstelaagmateriaal 20a bekleed met de tijdelijke kleefstof 18a wordt naar een volgende lamineerinrich-ting 110 geleid voor het lamineren van een scheurbaar materiaal 16a dat de tweede laag 16 vormt. De lamineringsinrichting 110 omvat een apparaat 112 voor het monteren van een rol die voorzien is van een scheurbaar mate-25 riaal 16a, zoals een aluminiumfolie.
In de lamineringsinrichting 100 wordt het eerstelaagmateriaal 20a bekleed met de tijdelijke kleefstof 18a samengeperst en gelamineerd op het scheurbare materiaal 16a tussen de rollen 1^a en 11 kb, en geleid naar een koelinrichting 116 die daarachter is opgesteld. Het opgerolde scheur-30 bare materiaal 16a wordt aldus aan het ene einde af gewikkeld en geleid tussen de rollen 1^a en 1 ikb die tegenover elkaar staan opgesteld. Op dit tijdstip wordt tussen de rollen 1^a en 1 ikb het eerstelaagmateriaal 20 bekleed met de tijdelijke kleefstof 18a geleid, zodat de tijdelijke kleefstof 18a wordt gesandwiched en gelamineerd met het eerstelaagmateriaal 20 35 en het daartussen aanwezige scheurbate materiaal 16a. Aldus wordt het laminaat 30, gelamineerd met het scheurbare materiaal 16a, naar de koelinrich-* ting 116 geleid. De koelinrichting 16 is bestemd voor het koelen van de tijdelijk kleefstof 18a van het laminaat 30. In de koelinrichting 116 wordt .» ,*a _> Λ - s: ; i o / i __ I> -8- de tijdelijke kleefstof 18a van het laminaat 30 gekoeld en gestold en als de kleef laag 18 gevormd. Een rol van het laminaat 30 wordt naar een lamine-ringsinrichting 120, weergegeven in fig. U, gezonden.
De lamineringsinrichting 120 weergegeven in fig. k omvat een inrich-5 ting 122 voor het monteren van de rol van het laminaat 30, waarbij het laminaat 30 dat van de ro'lmontage-inrichting 122 wordt afgetrokken geleid wordt naar een lijmbekleder 12U.
Voor de kleefstoffen 1^a die de kleeflaag 1)+ vormen wordt een drukge-voelig kleefmiddel, zoals een smeltlijmtype drukgevoelig middel toegepast.
10 Bij het bekleden van dergelijke kleefstoffen op het oppervlak van de tweede laag 16 van het laminaat 30 kan bijvoorbeeld de bekleder 12U, die de kleefstoffen na verhitting tot de geschikte temperaturen door bekleding aanbrengt, als weergegeven in fig. U, worden toegepast.
Het laminaat 30 dat is bekleed met de kleefstof lUa wordt naar een 15 drooginrichting 126 geleid die een koude luchtventilator omvat, waardoor de kleefstoffen 1^a worden gedroogd en de kleeflaag 1U wordt gevormd.
Het laminaat dat op een dergelijke wijze is voorzien van de kleeflaag 1U wordt naar een volgende duplicaatbekleder 128 geleid voor het vormen van de kleefkracht-verminderde laag 22.
20 In de bekleder 128 wordt een kleefvermogen-verminderde laag 22a voor het inactivering van de kleeflaag 14, zoals vernis, als een patroon op het oppervlak van de voornoemde kleefstoflaag 1^ gedrukt.
De bekleder 128 bestaat uit een bekende drukmachine, bijvoorbeeld een offsetprinter, en is in de overbrengleiding van het laminaat 30 opge-25 steld, waardoor de kleefkracht-verminderende laag 22 als een patroon wordt opgedrukt, waarbij bijvoorbeeld regels zoals "niet afgesloten" op de kleefstof laag 1U worden gevormd.
Het laminaat 30 met daarop de kleefkracht-verminderde laag 22 wordt naar een laminerings inrichting 130 gevoerd voor het aanbrengen van de los-30 laag 12.
De lamineringsinrichting 130 voor de loslaag omvat twee rollen 132a en 132b waarmee het losvel 12, waardoor op het oppervlak een losmiddellaag 12a wordt gevormd en het oppervlak van het laminaat 30 aan de kant van de kleeflaag 1U wordt gelamineerd en gewikkeld op de wikkelrol 13^·· De lamine-35 ringsinrichting 1U0 als weergegeven in fig. 5 is anders dan de laminerings-* , inrichting 120, weergegeven in fig. en bestemd voor het vormen van het stickermateriaal door middel van het gelamineerde materiaal, verkregen door P « Λ 0 U :) V L V.· - -9- et losvel 12 tijdelijk aan de kleef laag 1U te hechten, die wordt gevormd door kleefstoffen ika op het oppervlak van het laminaat 30 te bekleden. De lami-neringsinrichting 1U0 omvat een inrichting 12 voor het opslaan van een opgerold gelamineerd materiaal, met inbegrip van de kleeflaag 1k gelamineerd 5 op het hoofdoppervlak van de tweede laag 16 van het laminaat 30, gevormd door het lamineren van de eerste laag 20, de kleeflaag 18 en de tweede laag 16, in die volgorde, en het losvel 12 dat tijdelijk op het hoofdoppervlak van de kleefstoflaag 1U is gehecht.
Het gelamineerde materiaal dat uit de rolvoorraadinrichting 122 wordt 10 afgevoerd wordt naar een scheidingsinrichitng 1UU geleid voor het afscheiden van het gelamineerde materiaal 32 van de eerste laag 20, de kleeflaag 18, de tweede laag 16 en de kleeflaag 1k, en het losvel 12 dat tijdelijk aan de kleeflaag 1U is vastgehecht. De scheidingsinrichting lUk omvat rollen voor het scheiden van het gelamineerde materiaal 32 en het losvel 12, 15 en het van het losvel 12 afgescheiden gelamineerde materiaal 32 bestaande uit de eerste laag 20, de kleeflaag 18, de tweede laag 16 en de kleeflaag ïk3 wordt naar een duplicaatbekleder 1U6 van een kleefkracht-vermin-derd materiaal 22a geleid. De kleefkracht-verminderende materiaalbekleder 1h6 bestaat uit bekende drukmachine of een bekleder voor duplicaatbekleding 20 van gedrukte lijnen met een geschikt letter en beelden, bijvoorbeeld zoals "niet-agesloten" op een deel van de kleeflaag 1U. Het gelamineerde materiaal 32 dat is bekleed met een geschikt patroon van de kleefkracht-verminderende materiaalbekleder 1h6 wordt naar een drooginrichting 1U8 gevoerd.
De drooginrichting omvat een ultraviolet bestralingsinrichting enz., wan-25 neer UV-type inkt in de kleefkracht-verminderende materiaalbekleder 1 k6 wordt opgebracht.
Voor het opnieuw vasthechten van het losvel 12 en het gelamineerde materiaal 32, gescheiden door de scheidingsinrichting ikU als eerder vermeld, nadat de kleefkracht-verminderende laag 22a in de droger 1^8 is ge-30 droogd, wordt het gelamineerde materiaal 32 naar een verdere opnieuw opklevende inrichting 152 geleid, die rollen 150a en 150b omvat.
Het gelamineerde materiaal 32, met het losvel 12 door de inrichting 152 weer aangehecht, bestaande uit de eerste laag 20, de kleeflaag 18, de tweede laag 16 en de kleeflaag 1k, met daarop de kleefkracht-verminderende 35 laag 22, wordt opgewikkeld op een wikkelrol 15^·.
Fig. 6 is een schema dat een verdere lamineringsinrichting 160 illus-* treert die in de plaats komt van de lamineringsinrichting 120 van fig. U.
De lamineringsinrichting 160 omvat een rolvoorraadinrichting 162 voor .V ' Λ Λ Λ .
.. Λ i} S ϊΛ ƒ , -τ* tv kJ J 2 * * -10- het opslaan van een losvelrol 12.
Het losvel 12 dat uit de inrichting 162 van de losvelrol 22 wordt afgewikkeld wordt naar een kleefkracht-verminderende mat eri aalb ekleder 16U geleid, die het kleefkracht-verminderde materiaal 22a opbrengt, tegenover 5 de losmiddellaag 12a als aangegeven onderaan fig. 6, waarbij vernis en dergelijke als het kleefkracht-verminderde materiaal daarin wordt bekleed.
Het los vel 12 dat in een geschikt patroon is bekleed met beeldr egels in de kleefkracht-verminderde mat eri aalb ekleder 16U, wordt vervolgens naar een lijmbekleder 166 gevoerd.
10 De lijmbekleder 166 is bedoeld voor het bekleden van de kleefstof fen 1^a op het oppervlak van de afpelmiddellaag 12a van het losvel 12 en omvat een hoofdrol 168a en een rol 168b die daartegenover is opgesteld.
De hoofdrol 168a wordt in de kleefstof 1 Ua die in een houder 170 in het onderste deel daarvan aanwezig is gedompeld en de kleefstof lUa wordt door 15 de hoofdrol 168a op het oppervlak van de afpelmi ddellaag 12a van het losvel 12 bekleed, dat tussen de hoofdrol 168a en de rol 168b wordt vastgeklemd. Daarna wordt het met de kleefstof 1^a beklede losvel 12 bijvoorbeeld geleid naar een drooginrichting 172 die een verhitter omvat. In de drooginrichting 172 worden de kleefstoffen 1^a, die op het losvel 12 zijn bekleed gedroogd 20 en vormen de kleefstoflaag 1^, terwijl het laminaat van de kleef stoflaag 1U, en het laminaat van de kléefstoflaag 1U en het losvel, naar de laminerings-inrichting 17^- worden geleid en het laminaat 30, dat afzonderlijk is vervaardigd en bestaat uit de eerste laag 20, de kleeflaag 18 en de tweede laag 16, worden gelamineerd.
25 De lamineringsinrichting 17^ van het laminaat 30 omvat een inrich ting 176 voor het monteren van het gerolde laminaat 30. Het laminaat 30, dat van de rolmontage-inrichting 176 wordt afgewikkeld, wordt tussen twee rollen 178 en 178b geleid en de oppervlakken van de kleeflaag 1U, gevormd op het losvel 12 als voomoemd en de tweede laag 16, worden door de twee 30 rollen 178a en 178b tezamen geperst en in die toestand op een wikkelrol 179 gewikkeld.
In het stickermateriaal dat door de lamineringsinrichting is geproduceerd is de kleefkracht-verminderde laag 22, bekleed op het oppervlak van de afpelmiddellaag 12a in het begin op het oppervlak van de afpelmid-35 dellaag 12a, maar na te zijn gelamineerd met het laminaat 30, bijvoorbeeld * * wanneer het losvel 12 van het oppervlak van de kleeflaag 1 h na aanbrenging daarvan is verwijderd, zal de kleefkracht-verminderende laag 22 naar het fs £ ^ 9 £ 7 1
Vv LM O J J
-11- oppervlak Tan de kleeflaag 1¼ zijn. overgebraeht door het kleefvermogen van de kleeflaag 1U, in verband met de scheidingaard van de afpelmiddellaag 12a van het losvel 12.
Voor het produceren van etiketten uit het stickermateriaal dat als 5 zodanig is gevormd kan het stickermateriaal op een inrichting voor het produceren van etiketten worden opgeslagen, met inbegrip van een drukmachine enz.
Fig. T is een aanzicht dat een voorbeeld van de inrichting voor het produceren van etiketten illustreert.
10 Een dergelijke etiketproducerende machine 180 omvat een voorraad- inrichting 182 voor het opslaan van de laminaatrol 30, gevormd door het losvel 12 op het oppervlak van de kleeflaag 1k te lamineren.
Het ^lamineerde materiaal, bestaande uit het losvel 12 en het laminaat 30 dat uit de inrichting 182 wordt af gevoerd, wordt naar de drukin-15 richting 18U geleid. De drukinrichting 18¼ bestaat uit een welbekende drukmachine, bijvoorbeeld een offsetdrukmachine. Daarna wordt met de drukinrichting 18U, de beeldregel, bijvoorbeeld de handelsnaam, op de eerste laag 20 gedrukt. Het met de druklaag 2k op zodanige wijze gevormde gelamineerde materiaal wordt naar een ponsmachine 186 gevoerd. De ponsmachine 186 omvat een 20 zogenaamde matrijssnijder met snijbladen, waardoor insnijdingen met een geschikte vorm in de eerste laag 20, de kleeflaag 18, de tweede laag 16, de kleeflaag en de druklaag 2^ worden gemaakt.
De ponsmachine kan van het type zijn waarbij een rol met snij'rand wordt toegepast, bijvoorbeeld een matrijsrol.
25 Het gelamineerde materiaal met insnijdingen wordt door de rollen 188a en 188b verdeeld in niet noodzakelijke delen en etiketten 10 (noodzakelijk deel), waarbij de overtollige delen op wikkelaat 190 in wikkels worden gewonden en de etiketten 10 (noodzakelijke delen) door een wikkelrol 192 in rollen worden gewonden, waarop tijdelijk het losvel 12 is bevestigd. In plaats 30 van de ponsmachine 186 en de wikkel 192 kan tevens een insnijdingsvormende machine met snijmessen worden gevormd. De snijmessen leveren insnijdingen op de eerste laag 20, de kleeflaag 18, de tweede laag 16 en de kleeflaag 1^ om deze te scheiden in een individueel etiket 10.
Hierna een meer in in detail gaande beschrijving 35 (1) als de eerste laag wordt een polyesterfilm met een dikte van bij benadering 50 micrometer toegepast, waarbij was van Nihon Seiro Co. als een wasvormend middel dat een tijdelijke kleeflaag vormt, wordt .:r W wa \j J i -12- bekleed ter vorming van de kleeflaag. Daarna wordt een aluminiumfolie met een dikte van 7 micrometer die de tweede laag vormt op de tijdelijke kleeflaag gelamineerd om de voomoemde was te drogen en te laten stollen. Op het oppervlak van de aluminiumfolie wordt ver-5 der een acrylkleefstof (BPS-5127) van Toyo Ink Mfg. Co. Ltd. tot een droge filmdikte van 5-50 micrometer "bekleed ter vorming van de kleeflaag 1H.
Daarna wordt een vernis door Toyo Ink Mfg. Co., Ltd. bekleed tot een dikte van 100-0,5 micrometer.
10 Vervolgens wordt scheidingspapier van Shikoku Papoer Co. op het op pervlak van de kleeflaag 1U aangebracht.
Op dit tijdstip was het kleefvermogen (a) van de kleeflaag bij de positie van de kleefkracht-verminderende laag ongeveer 1 g, was de kracht (b) nodig om de tweede laag af te scheuren ongeveer 200 g, 15 was de kracht (c) nodig om de tweede laag van de kleeflaag af te scheuren bij benadering UOO g, was het hechtvermogen (d) van de kleeflaag buiten de positie van de kleefkracht-verminderde laag bij benadering 2000 g en was de kracht (e) nodig om het los vel van de kleeflaag te scheiden ongeveer 20 g. Het vervaardigde drukgevoelige 20 stickervel werd tot stukken etiket gevormd en geplakt op het te plak ken materiaal (papierdozen enz.).
De kleefkracht (d) tot het te plakken materiaal was op dit moment 2000 g.
Wanneer men tracht het vastgeplakte etiket met kracht van het te 25 plakken materiaal af te scheuren wordt de tweede laag bij de positie van de kleefkracht-verminderende laag bij het grensvlak van de tweede laag afgescheurd, bij de plaats waar geen kleefkracht-verminderende laag was gevormd, en kwam dit van het te plakken materiaal los tezamen met de polyesterfilm die de eerste laag vormt.
30 (2) Als eerste laag wordt een nylonfilm met een dikte van ongeveer 50 micrometer toegepast, waarop was van Nihon Seiro Co. als was vormend middel, dat de tijdelijke hechtingslaag vormt, door bekleding is opgebracht als de hechtlaag.
Daarna werd een brosse film van Hihon Carbide Co. met een dikte van 35 7 micrometer, die de tweede laag vormt, bekleed op de kleeflaag om * - het voornoemde gesmolten was te laten drogen en te stollen. Vervol gens werd op het oppervlak van de brosse film een acryllijn (BPS-5127) •S 5 0 2-571 > -* -13- van Toyo Ink Mfg. Co. Ltd. bekleed tot een droge filmdikte van 5—50 micrometer ter vorming van de kleeflang 1k. Daarna wordt UV inkt van Toya Shikiso Co. tot een dikte van 100-0,5 micrometer opgebracht ter vorming van de kleefkracht-verminderende laag.. Vervolgens werd 5 het lospapier van Shikoku Paper Co. op het oppervlak van de kleef- laag 1U aangebracht. Op dit moment was de kleefkracht (a) van de kleeflaag bij de plaats van de kleefkracht-verlagende laag ongeveer 2 g, was de kracht (b) nodig om de tweede laag af te scheuren bij benadering 50 g, was de kracht (c) nodig om de tweede laag van de 10 kleeflaag af te scheuren bij benadering 100 g, was het hechtvermogen (d) van de kleeflaag buiten het deel van de kleefkracht-verminder-de laag ongeveer 1500 g en was een kracht (e) van ongeveer 15 g nodig om het los vel van de kleeflaag af te scheiden.
Het drukgevoelige stickervel dat als zodanig is gevormd werd tot 15 etiketstukken gevormd en geplakt op het te plakken materiaal (dozen enz.). De kleefkracht (d) tot het te plakken materiaal was op dit tijdstip 1000 g.
Wanneer men tracht het geplakte etiket met kracht van het materiaal af te scheuren, werd de tweede laag op de plaats van de kleefkracht-20 verminderde laag bij het grensvlak met de tweede laag bij de plaats waar de kleefkracht-verminderde laag niet is gevormd, afgescheurd en kwam dit van het te plakken materiaal, tezamen met de nylonfilm die de eerste laag vormt, los.
Fig. 8 is een doorsnede dat een andere uitvoeringsvorm van de uit-25 vinding weergeeft. Een etiket 210 van deze uitvoeringsvorm wordt tijdelijk op een losvel 212 geplakt, waarbij een kleeflaag 21U, een tweede laag 216, een kleeflaag 218, een afpelmiddellaag 222 en een eerste laag 220 achtereenvolgens worden gelamineerd en een gedrukte laag 22k op de eerste laag 220 wordt gevormd.
30 De kleeflaag 21 k is bestemd om kleefvermogen aan het etiket 210 te geven en is samengesteld uit kleefstoffen bijvoorbeeld een drukgevoelige kleefstof die gevormd is tussen het losvel 212 en de tweede laag 216.
De tweede laag 216 bestaat uit een aluminiumfolie of een harsfilm enz., en is verkregen door zilver- of goudpoeder of roet of andere pigmen-35 ten in een synthetische hars te mengen of daarop te bekleden.
De tweede laag 216 is bestemd voor afdichten van bijvoorbeeld de · opening van de verpakking en daarmee kan de onafgesloten toestand door ΐη-
ί*· .7· Λ JA .A
*'.» .Λ " - / . \ , %.' V-r' · y J 1 5 * -Insnijden en af scheuren worden verkregen wanneer men het afgesloten deel vrij maakt.
Door de kleeflaag 218 wordt de tweede laag 216 aan de eerste laag 220 gelijmd en deze wordt gevormd door een reactieve copolymeerhars bij-5 voorbeeld een urethanhars en andere harsen, zoals EVA, PVA, vinylchloride vinylacetaat en acryl te bekleden op het oppervlak waar de afpelmiddel-laag 222 is gevormd. Voorts wordt als een ander voorbeeld de kleef laag 218 bekleed met warmteuithardende kleefstoffen, zoals polyesters, urethanen enz.
10 De afpelmiddellaag 222 wordt zodanig gevormd dat de kleef laag 218 en de eerste laag 220 gemakkelijk kunnen worden afgescheiden in een toestand waardoor het opnieuw aanbrengen van de sticker onmogelijk is, en zij zijn bekleed met een afpelmiddel, bijvoorbeeld een siliconhars, een fluor-hars, een was enz. tussen de kleef laag 218 en de eerste laag 220. De afpel-15 middellang 222 is gevormd op een deel van het oppervlak van de eerste laag 220 en bedrukt met bijvoorbeeld beeldregels zoals "niet afgesloten", op het deel waar de afpelmiddellaag 220 wordt uitgesneden.
De eerste laag 220 wordt gevormd ter bescherming van de kleef laag 218 tegen insnijden en afscheuren en tijdelijk vastgehecht aan de kleef-20 laag 218 via de afpelmiddellaag 222 en stevig vastgehecht aan de hecht-laag 218 op de plaats waar de afpelmiddellaag 222 is gevormd. Als voorbeeld van de eerste laag 220 kan men een materiaal noemen dat in verhouding sterk is en niet gaat krimpen door verhitting zoals bijvoorbeeld een polyester en een njrionfilm, of papier of synthetisch papier, maar tevens zijn mate-25 rialen met betrekkelijk goede buigzaamheid waardoor zij niet van de eerste laag 220 worden gescheiden en zich tegen de kleefkracht van de kleeflaag 218 in herstellen naar de oorspronkelijke toestand wanneer het etiket wordt gebogen en geplakt op het afgedichte deel.
De afpelmiddellaag 212 is bestemd ter bescherming van de kleeflaag 30 21 h en omvat afpelpapier bijvoorbeeld papier en synthetische harsvellen en heeft daarop een afpelmiddellaag 212a verkregen door bekleding van een afpelmiddel, bijvoorbeeld een silicon enz. op het oppervlak van het basis- " materiaal, zoals papier enz.
In fig. 9 is het etiket 210 zodanig samengesteld dat de krachten 35 die nodig zijn om de resp. delen te scheiden voldoen aan de vergelijking ' ; <d<a^c^b, wanneer de kracht die nodig is om de eerste laag 220 van de kleeflaag 218 bij de afpelmiddellaag 222 af te scheiden wordt aangeduid e ^ ij -¾ =7 «3 ^ Ö ϋ £ ‘ΰ 7 i -15- als a, de kleefkracht van de kleeflaag 214 gehecht aan het geplakte materiaal wordt voorgesteld door b, de kracht nodig om de tweede laag 216 af te scheuren wordt aangegeven als c en de kracht nodig om het losvel 212 van de kleeflaag 214 af te scheiden wordt aangegeven als d.
5 Teneinde de verpakking beplakt met het etiket 210 gevormd met de- eerste laag 220 van de kleeflaag 208 enz. te openen moet het etiket dat daarop is aangebracht worden verwijderd. Aangezien de eerste laag 220 via de afpelmiddellaag 222 tijdelijk zwak aan de kleeflaag 218 is gehecht, terwijl de tweede laag 216 door de kleeflaag 214 stevig aan de opening van de 10 verpakking is gehecht, als weergegeven in fig. 9, zal wanneer men tracht het etiket 210 af te scheuren bij het deel van de afpelmiddellaag 222, alleen de eerste laag 220 worden afgescheurd en zullen de kleeflaag 218 en de tweede laag 216 als stickers op het afgesloten.deel achterblijven tezamen met de kleeflaag 214. Daarna als weergegeven in fig. 9 wordt bij het 15 deel waar de afpelmiddellaag 222 is uitgesneden de tweede laag 216 door de kleeflaag 218 vastgehecht, zodat de relatieve scheurbare tweede laag 216 bij het grensvlak tussen de delen waar de afpelmiddellaag 222 al of niet is gevormd, wordt afgescheurd en gescheiden van de kleeflaag 214 tezamen met de eerste laag 220. Wanneer aldus de eerste laag 220 eenmaal is verwijderd is 20 het nauwelijks mogelijk de eerste laag 220 opnieuw op de kleeflaag 218 aan te brengen of de oorspronkelijke toestand te herstellen, zodat de niet-af-gedichte toestand met een oogopslag kan worden herkend.
- Teneinde de verpakking volledig open te maken moet de achterblijvende ' kleeflaag 218 die niet is afgescheurd van het afgedichte deel worden af-25 gesneden of afgescheurd of gescheiden.
Fig. 10 en 11 zijn aanzichten die voorbeelden van de inrichting illustreren voor het produceren van een basismateriaal dat in de uitvoering wordt toegepast.
Het basismateriaal 230 wordt gevormd door de afpelmiddellaag 222 en 30 de hechting 218 in die volgorde op de eerste laag 220 te lamineren.
De inrichting 300 omvat een voorraadrol 302 voor het vasthouden van een fiInmateriaalrol 220 die de laagstroken 220 vormt.
Het filmmateriaal 220a dat door de rol 302 wordt vastgehouden wordt aan het ene einde afgerold en geleid naar een afpelmiddelbekleder 304, 35 De afpelmiddelbekleder 304 is bestemd voor bekleding van een afpel- middel 220a, bijvoorbeeld een siliconhars, een fluorhars enz. op het opper- v vlak of de omgekeerde zijde van het filmmateriaal 220a en omvat 2 rollen iS -v Λ Λ
V - · ·’ ƒ V
/ / i ........... - . ·<Λ c -16- * * 30^a en 30¼¾. De rollen 30^a wordt in het afpelmiddel 222a, dat in een houder 30¼ in het onderste deel daarvan aanwezig is, gedompeld. Aldus wordt door het roteren van de rollen 30¼a en 30¼¾ het afpelmiddel 222a op het oppervlak, van het daar tussen geleide filmmateriaal 220a bekleed.
5 Als afpelmiddelbekleder 30¼ kan een fotogravurerolbekleder of een omgeerde rolbekleder enz. worden toegepast of een bekende drukmachine, zoals een offset drukmachine of een zeef drukmachine.
Het filmmateriaal 220a bekleed met het afpelmiddel 220a wordt bijvoorbeeld toegevoerd naar een droger 306 die een verhitter omvat. In de 10 droger 306 wordt het op het filmmateriaal 220a beklede afpelmiddel 222 gedroogd en wordt de afpelmiddellaag 222 gevormd.
Het filmmateriaal 220a met daarop de afpelmiddellaag 222 wordt naar een wikkelaar 308 geleid.
Het filmmateriaal 220a, in een rol gewikkeld, wordt opgeslagen op een 15 afzonderlijke lamineringsinrichting 310 van de tweede laag 216 als weergegeven in fig. 11.
De lamineringsinrichting 310 omvat een inrichting voor het opslaan van de filmrol 216a en de aluminiumfolie 216a, die de tweede laag 216 vormt en uit de rol wordt getrokken, wordt naar een bekleder 316 geleid bestaande 20 uit 2 rollen en een houder waarin een hars of kleefstof 218a, die de kleef-laag 218 vormt wordt vast gehouden. De hars wordt op het oppervlak van de laag 216 bekleed door rotatie van de twee rollen, waarna de laag wordt geleid tussen twee rollen 312 en 3^, waarmee de aluminiumfolie 216a door de kleeflaag 218a wordt gelamineerd en vast geplakt op het oppervlak van de af-25 pelmiddellaaf 222 van de eerste laag 220, die verder wordt toegevoerd naar de richting 319· Wanneer kleefstoffen die wateroplosbare harsen zoals een PVA, een vinylacetaatgroep, acrylgroep enz. bevatten of oplosmiddeltypen harsen die bestaan uit vinylchloride, vinylacetaat, urethaan, acryl enz. als kleefstoffen 218a worden toegepast, wordt voor inrichting 319 een dro-30 ger gebruikt en wanneer smeltlijm type kleefstoffen van de rubbergroep en de EVA-groep worden toegepast wordt een koeler gebruikt.
Het oppervlak van het basismateriaal 230, dat op deze wijze is gevormd, wordt in een geschikte drukinrichting voorzien met een gedrukte laag 22¼ en op een rol opgewikkeld en opgeslagen door een wikkelrol 3^.
35 Fig. 12 is een aanzicht dat een voorbeeld van de inrichting voor het ' * verder lamineren van de kleefstoflaag 21¼ en het losvel 212 illustreert, onder toepassing van het basismateriaal 230 als weergegeven in fig. 10.
QÜ U d. o / 1 Ή -17-
De inrichting 350 omvat een lijmbekleder 352.
De lijmbekleder 352 is bestemd voor het bekleden van de lijm 21 ka op het losvel 212 en omvat een hoofdrol 35k en een rol die daartegenover is opgesteld. De hoofdrol 35^ wordt gedompeld in de lijm 21h die onder in 5 een houder 358 wordt vastgehouden en de lijm 21ka wordt op het oppervlak van de losmiddellaag 212a van het losvel 212, dat door de hoofdrol 35k daartussen wordt gehouden,bekleed.
Daarna wordt het losvel 212 bekleed met de lijm 21ka bijvoorbeeld geleid naar een droger 322 die een verhitter omvat. In de droger 332 wordt 10 de lijm, 2lka bekleed op het losvel 212, gedroogd en de kleeflaag 21k gevormd. Het losvel 212 met de kleeflaag 21k wordt naar de lamineringsinrichting 360 van het basismateriaal 230 gevoerd. De lamineringsinrichting 360 is bestemd voor het lamineren van het basismateriaal 230 op de kleeflaag 21k( van het laminaat 232 van losvel 212 en kleeflaag 21k, en omvat een voorraad-15 rol 362 voor het vasthouden van een basismateriaalrol 230. Het opgeslagen basismateriaal 230 wordt aan een einde afgewikkeld en geleid tussen rollen 36k en 366. Hierbij wordt het met lijm beklede laminaat 232 tussen de rollen 36k en 366 geleid, waarbij basismateriaal 230 en losvel 212 met daartussen de kleeflaag 21k worden gelamineerd.
20 Het basismateriaal 230, dat met het laminaat 232 van losvel 212 en kleeflaag 21k op een dergelijke wijze is gelamineerd wordt naar een wikkel-rol 368 gevoerd.
Vervolgens kan het basismateriaal 230 met het losvel 212 dat door de kleeflaag 21k is gelamineerd worden toegevoerd naar bijvoorbeeld een in-25 richting voor het produceren van etiketten als weergegeven in fig. 7, op dezelfde wijze als de eerdervermelde uitvoeringsvorm, en tot etiketten worden gevormd.
Deze uitvoeringsvorm worde in meer bijzonderheden toegelicht.
(1) Als eerste laag wordt een polyesterfilm met een dikte van onge-30 veer J>0 micrometer toegepast, waarop een siliconhars van Toray In dustries, Ine. is aangebracht als afpelmiddel dat de afpelmiddellaag vormt tezamen met een uithardingsmiddel met het doel ten dele onbeklede delen te laten achterblijven en in een droger gebakken onder vorming van de gedeeltelijke afpelmiddellaag. Daarna wordt een ure-35 thanhars, die de kleeflaag vormt, op de eerste laag en de afpelmid- delaag bekleed tot een dikte van ongeveer 5-50 micrometer. Vervol- * gens wordt een aluminiumfolie op het gesmolten urethanharsoppervlak S 5 0 ΐΓ7 1 J 4 -18- gelamineerd om de urethanhars te laten drogen en te stollen.
De kracht die nodig is om de urethanhars van de afpelmiddellaag af te scheuren is op dit moment /50 g. Een acryllijm (BPS-512?) van Toyo Ink Mfg. Co. Ltd. wordt op het los vel van Sikoku papier Co.
5 bekleed tot een droge filmdikte van 5-50 micrometer ter vorming van het losvel, dat daarna met de voornoemde dubbele laagprodukt wordt samengekleefd. Hierbij is de kracht (c) die nodig is om de tweede laag af te scheuren 100 g, en de kracht (d) nodig om het scheidings-papier van de kleefstoffen af te scheuren 10 g. De drukgevoelige 10 sticker die op een dergelijke wijze is verkregen wordt tot etiketten gevormd en op de te behandelen materialen geplakt (papierdozen, kunststof en glas fles s en). Het hechtvermogen (b) tot het te plakken materiaal was op dit tijdstip 1500 g. Wanneer men trachtte het geplakte etiket met kracht af te scheuren werd de film tezamen met de 15 aluminiumfolie van de eerste laag van de kleeflaag afgescheiden bij het deel waar geen afpelmiddellaag is gevormd. Dezelfde resultaten werden verkregen met op dezelfde wijze geproduceerde etiketten, met uitzondering dat het beklede papier als de eerste laag werd toegepast en de EVA-hars als volgens tabel 1 op het oppervlak daarvan werd be-20 kleed.
650 2 δ7f -19- TABEL 1
Samenstelling _Componenten_____________________(delen)_
Ethyleenvinyl- Vinylacetaatgehalte 10 50% 20 ~ 50 5 aeetaateo- Smeltindex (MI) 2 500 polymeer Molecuulgewicht 10.000 100.000
Kleefhars Terpentijnhars 20 'v βθ
Gehydrogeneerde terpentijn- 10 glycerolester (0 ** βθ)
Polyterpeenhars Terpeen-fenolhars C5-groep petroleumhars —groep petroleumhars 15 Alicyclische gehydro geneerde petroleumhars
Was, olie Paraffinewas 5 ** 50
Microwas (5 λ/70)
Polyetheenwas 20 Polypropeenwas
Paraffinegroep, ïl aft een/ groep oliën
Warmtestabili- sator 25 anti-veroude- ringsmiddel 0 «/ 1,5
Opmerking:
In plaats van ethyleenvinylacetaatcopolymeerhars kan men, SIS SBS, poly-isobutyleen en polybuteen toepassen 30 (2) Als eerste laag werd een nylonfilm met een dikte van ongeveer 70 toegepast en was, als het afpelmiddel dat de afpelmiddellaag vormr-de, werd daarop bekleed en gedroogd. Daarna werden de polyestergroep kleefstoffen, die de kleefstoflaag vormen, op de was bekleed tot een dikte van ongeveer 5-50 micrometer. Vervolgens werd een aluminiumfolie 35 op de gesmolten kleefstoflaag gelamineerd om de polyestergroep kleef stoffen te laten drogen en stollen. Op dit tijdstip was de kracht (a) nodig om de kleefstoffen van het wasoppervlak af te scheuren 50 g. Het op deze wijze gevormde dubbele laagprodukt van de nylonfilm en de tweede laag, en het losvel dat door bekleding van het plakmiddel ho op het scheidingspapier tot een droge filmdikte van 5-50 micrometer * was gevormd werden op elkaar geplakt. De kracht (d) nodig om het scheidingspapier van het plakmiddel op dit moment af te scheiden was ^ ·* 2 -7 a : ί * · J y ** ƒ f ij V- ~ y / i -20- * * 10 g. De als zodanig gevormde drukgevoelige sticker werd tot etiketten gevormd en op het materiaal geplakt (papieren dozen, kunststof-en glas fles s en). Het hechtvermogen (b) van het op dit tijdstip opgeplakte materiaal was 1500 g. Wanneer men trachtte met kracht het 5 opgeplakte etiket af te scheiden werd de film van de eerste laag te zamen met de aluminiumfolie afgescheurd bij de plaats waar geen af-pelmiddellaag was gevormd.
Fig. 13 is een aanzicht dat een inrichting illustreert die de inrichting voor het produceren van het basismateriaal volgens fig. 11 vervangt.
10 In de inrichting die anders is dan de inrichting van fig. 11, zijn in plaats van de lamineringsinrichting 310 voor het lamineren van de aluminiumfolie 216a, een bekleder 316'voor het bekleden van een hars die de hechtlaag 218 vormt en een lamineringsinrichting 3101 voor het bekleden van een synthetische hars gemengd met goud- en zilverpoeder in plaats van de 15 aluminiumfolie op de afpelmiddellaag 222 op de eerste laag 220 en de hechtlaag 218, opgesteld. De bekleder 316' omvat twee rollen 312’ en 31^*.
De rol 312’ wordt in de hars 218a, zoals een urethanhars of de EVA-hars die onderin de houder aanwezig is, ondergedompeld. Door de twee rollen 312' en 31^' te laten draaien wordt de hars 218a aldus bekleed op de afpelmiddel-20 laag 22 van de film 220, die daartussen wordt geleid. Daarna wordt de film 220, met de hars 218a bekleed, verder geleid.
Aldus wordt de hars 218a op de afpelmiddellaag 222 op de eerste laag 220 bekleed en wordt de kleeflaag 218 gevormd die naar de volgende lamineringsinrichting 310* van de tweede laag wordt gezonden. De lamineringsinrich-25 ting 310’ bestaat uit een bekende drukmachine of bekleder, bijvoorbeeld een offsetdrukmachine en is opgesteld in de toevoerlijn van het basismateriaal 230. Door de lamineringsinrichting 310' wordt de hars, gemengd met het goud-of zilverpoeder, bekleed op de kleeflaag 218 en wordt de tweede laag 216 gevormd.
30 Fig. 1U is een doorsnede van een afzonderlijke uitvoeringsvorm.
Het etiket 210’ wordt door drukvormen van een beeldregellaag 223 op het oppervlak van een aluminiumfolie of op een harsfilm die de tweede laag 216 vormt, zodanig gevormd dat wanneer de eerste laag wordt afgescheurd de beeldregellaag 223 zichtbaar wordt. De beeldregel 223 is van tevoren op 35 het oppervlak van de tweede laag 216 gevormd en gelamineerd, voor het ge- ¥ val dat de tweede laag 216 met de aluminiumfolie wordt gevormd.
Wanneer de tweede laag 216 door bekleding van de hars wordt gevormd 8552 67 1 -21-
Vfl-n de drukvorming na vorming van de harsfilm plaatsvinden.
De beeldregellaag 223 kan worden gekleurd door een bekledingsmate-riaal met een geschikte bekleder op te brengen.
Als de harsfilm vormende synthetische hars, kan een synthetische 5 hars gemengd met een gesmolten metaalpoeder en zodanig gevormd dat deze met een betrekkelijk zwakke kracht kan worden doorgesneden of afgescheurd, worden gekozen en door bekleding opgebracht om de tweede laag 216 te vormen.
Fig. 15 is een doorsnede dat een verdere afzonderlijke uitvoerings-10 vorm van de uitvinding weergeeft.
Een etiket 1+10 van deze uitvoeringsvorm wordt tijdelijk aan een losvel 1+12 vastgehecht en een kleeflaag 1+11+, een derde laag 1+28, een tweede laag 1+16, een kleeflaag 1+18, afpelmiddellaag 1+22 en een eerste laag 1+20 worden achtereenvolgens gelamineerd. Op het oppervlak van de eerste 15 laag 1+20 wordt een druklaag 1+26 gevormd.
In de uitvoeringsvorm, die verschilt van die van fig. 8, is de derde laag 1+28 geschoven tussen de tweede laag 1+16 en de kleeflaag 1+12.
De derde laag 1+28, die de kleeflaag 1+11+ tegen vrijkomen beschermt wanneer de tweede laag 1+16 wordt afgescheurd, als later te beschrijven, 20 wordt gevormd door etheenvinylacetaatcopolymeer te bekleden enz.
Zoals in fig. 16 aangegeven is het etiket 1+10 zodanig samengesteld dat de krachten die nodig zijn om de afzonderlijke porties te scheiden voldoen aan de vergelijking d < a < c < b, waarbij de kracht die nodig is om de eerste laag 1+20 van de kleeflaag 1+18 bij de afpelmiddellaag 1+22 af te schei-25 den wordt voorgesteld door a en de kleefkracht van de kleeflaag 1+11+ met het daarop geplakte materiaal wordt aangegeven als b, de kracht die nodig is om de tweede laag 1+16 af te scheuren wordt aangegeven door c en de kracht die nodig is om het losvel 1+12 van de hechtlaag 1+11+ af te scheiden wordt aangegeven door d.
30 De afpelmiddellaag 1+22 wordt door de voornoemde inrichting als weer gegeven in fig. 10 gevormd, terwijl een filmmateriaalrol l+20a op een afzonderlijke lamineringsinrichting 510 van de tweede laag 1+16 wordt opgeslagen, zoals weergegeven in fig. 17.
De lamineringsinrichting 510 omvat een inrichting voor het opslaan 35 van de filmrol l+20a. Een aluminiumfolie 1+16a die de tweede laag 1+16 vormt en uit een afzonderlijke rol wordt afgevoerd wordt via een bekleder 516 geleid bestaande uit twee rollen en een houder, waarin een hars of kleefstof 1+18a, y 3o ,.07 1 * 4 -22- die de hechtlaag 1+18 vormt, wordt vast gehouden en "bekleed met de hars of de kleefstof 1+18a door rotatie van de twee rollen. Daarna wordt de laag tussen twee rollen 512 en 51^ geleid en door kleeflaag 1+18 op het oppervlak daarvan gelamineerd en gekleefd op het oppervlak van de afpelmiddel-5 laag 1+22 van de eerste laag 1+20, die afzonderlijk naar een lijminrichting 519 wordt gevoerd.
Daarna wordt het "basismateriaal 1+30 naar een volgende laminerings-inrichting 530 van de derde laag geleid. De lamineringsinrichting 530 bestaat uit een bekende drukmachine zoals een offsetdrukmachine. Door de la-10 mineringsinrichting 530 wordt een synthetische hars van etheen-vinylacetaat-copolymeer en dergelijke op het oppervlak van de tweede laag 1+16 bekleed ter vorming van de derde laag 1+28.
Het basismateriaal 1+30 gevormd met de tweede laag 1+16 en de derde laag 1+28 wordt door de wikkelrol 5I+0 opgewonden en opgeslagen.
15 Het basismateriaal 1+30 van fig. 17 wordt verder met de kleeflaag 1+11+ en het losvel 1+12 gelamineerd door de inrichting (bijvoorbeeld inrichting van fig. 12) voor het lamineren van de twee lagen volgens dezelfde werkwijze als beschreven in de voornoemde uitvoeringsvorm van fig. 8.
Hierna volgt een meer gedetailleerde beschrijving.
20 (1) Als eerste laag wordt een polyesterfilm met een dikte van onge veer 50 micrometer gebruikt, waarop een silcionhars van Toray Industries Ine. wordt toegepast als het afpelmiddel, dat de afpelmid-dellaag vormt, en samen met het hardingsmiddel op zodanige wijze wordt bekleed dat gedeeltelijk onbeklede delen achterblijven en ver-25 der gebakken in de droger onder vorming van een deel van de afpel- middellaag. Daarna wordt een urethanhars die de hechtlaag vormt op de afpelmiddellaag bekleed tot een dikte van ongeveer 5-20 micrometer. Een aluminiumfolie wordt op de gesmolten urethanharsoppervlak gelamineerd waarna men deze laat drogen en stollen tot de urethan-30 hars.
Daarna wordt de EVA-hars, zie tabel 1 als eerder vermeld, op de aluminiumfolie bekleed. Op dit tijdstip is de kracht die nodig is om de urethanhars van de afpelmiddellaag af te scheuren 50 g. Vervolgens wordt een acryllijm (BPS 5127) van Toyo Ink Mfg. Co., Ltd. op een 35 scheidingspapier van Shikoku Paper Co. bekleed tot een gedroogde filmdikte van 5-50 micrometer onder vorming van het losvel, dat daarna tezamen met het dubbele laagprodukt, als eerder vermeld, wordt
..hoü £ ό / I
% -23- \ samengekleefd. Op dit tijdstip is de kracht (c) nodig om de tweede laag af te scheuren 100 g en de kracht (d) om het lospapier van de kleefstof af te scheiden 10 g. De drukgevoelige sticker, die op deze wijze is vervaardigd, wordt tot etiketten gevormd en op het 5 materiaal geplakt (papier dozen, kunststof en glasflessen). De kleef- kracht (b) op het te plakken materiaal was op dit moment 1500 g. Wanneer men trachtte de opgeplakte etiket met kracht af te scheuren werd de film van de eerste laag van de kleeflaag tezamen met de aluminiumfolie bij de plaats waar geen afpellaag was gevormd afgeschei-10 den.
(2) Als eerste laag werd een nylonfilm met een dikte van ongeveer 70 micrometer toegepast, waarop was als afpelmiddel werd aangebracht, dat de afpelmiddellaag vormt, en zodanig bekleed dat een gedeeltelijk onbekleed deel werd achtergelaten, en verder gebakken in een droger 15 om ten dele de afpelmiddellaag te vormen. Daarna werd een polyester- groepkleefstoffen, die de kleelaag vormden, tot een dikte van ongeveer 5-50 micrometer op de afpelmiddellaag bekleed. Daarna werd een alumoniumfolie op het gesmolten kleefmiddeloppervlak gelamineerd waardoor de kleefstofhars werd gedroogd en gestold.
20 Daarna.werd de EVA-hars door bkleding op de aluminiumfolie aange bracht. Op dit tijdstip was de kracht nodig om de kleefstoffen van de walsaag af te scheuren 50 g. Vervolgens werd een kleefstof op het lospapier dat een gedroogde filmdikte van 5-50 micrometer bekleed ter vorming van het losvel, dat daarna tezamen met het reeds eerder-25 genoemde dubbele laagprodukt werd samengekleefd. Op dit tijdstip was de kracht (d) om het lospapier van de kleefstof af te scheiden 10 g. De drukgevoelige sticker, die op deze wijze was vervaardigd, werd tot etiketten gevormd en op het te plakken materiaal geplakt (papieren doos, kunststof en glasflessen).
30 Op dit tijdstip was de kleefkracht (b) van het opgeplakte materiaal 1500 g. Wanneer men trachtte het opgeplakte etiket met kracht af te scheuren werd de film van de eerste laag van de kleeflaag tezamen met de aluminiumfolie afgescheiden bij het deel waarbij geen afpel-middellaag was gevormd.
35 Fig. 18 is een doorsnedeaanzicht van een afzonderlijke uitvoerings vorm.
In deze uitvoeringsvorm wordt een geschikte beeldregellaag ^23 op Λ !·*» Ά ^ 3
Vi? v-.> b'J V / * a -24- * » het oppervlak van een aluminiumfolie of hars film die de tweede laag vormt opgedrukt en wel zodanig dat wanneer de eerste laag 420 wordt af gescheurd de beeldlaag 423 zichtbaar zal worden. De beeldlaag 423 wordt van tevoren op het oppervlak van de tweede laag 416 gevormd en gelamineerd, voor het 5 geval de tweede laag 4l6 met de aluminiumfolie wordt gevormd. Wanneer de tweede laag 416 wordt gevormd door de hars te bekleden, kan de opdrukking worden verricht nadat de hars film is gevormd. Aan de andere kant van de derde laag 428 wordt verder een geschikte beeldregelaag 425 tevens zodanig opgedrukt dat wanneer de tweede laag 416 van de derde laag 428 wordt afge-10 scheurd de laatste zichtbaar zal worden. De beeldlaag 424 wordt opgedrukt nadat de derde laag 428 is gevormd.
De beeldlagen 423 en 425 kunnen worden gekleurd door een bekledings-materiaal met een geschikte bekleder op te brengen. Tevens kunnen vaste letters of patronen worden gevormd door de twee soorten 423 en 425 te combi-15 neren wanneer de eerste laag 420 is afgescheurd.
Als de harsfilm vormende synthetische hars kan een synthetische hars worden gekozen en bekleed ter vorming van de tweede laag 4l6 die is samengesteld door daarin gesmolten metaalpoeder te mengen en verder zodanig is gevormd dat deze met een betrekkelijk zwakke kracht kan worden doorgesneden 20 of afgescheurd.
Wanneer de tweede laag 416 niet gemakkelijk van de derde laag 428 is af te scheiden, alvorens de synthetische hars die de derde laag 428 vormt te bekleden en te lamineren, kan een afpelmiddel zoals een siliconhars op het hoofdoppervlak worden bekleed nadat de tweede laag 4l6 is gelamineerd 25 en gevormd, om de scheiding te vergemakkelijken.
ÜÖ:J£ö / 1 4
Claims (29)
- 9 -25- COffCLUSISS
- 1. Stickervormend materiaal ter voorkoming van. hergebruik omvattende een los vel, een kleef laag gelamineerd op een hoofdoppervlak van genoemd losvel, een tweede laag die met de vingers kan worden losgemaakt of afgescheurd en gelamineerd is op genoemde kleeflaag en een kleeflaag gelami- 5 neerd op genoemde tweede laag en een eerste laag gelamineerd en tijdelijk vastgehecht aan genoemde kleeflaag.
- 2. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verder een eerste laag, een tweede laag, een kleeflaag voor het tijdelijk vasthechten van genoemde eerste en tweede lagen, een kleeflaag gelamineerd op een hoofΙ- ΙΟ oppervlak van genoemde tweede laag en een hechtkracht-verminderende 1'aag gelamineerd op een deel van een hoofdoppervlak van genoemde hechtlaag voor het verminderen van de kleefkracht van de kleefstoffen omvat, die voldoet aan de volgende vergelijking 15 a4c, b< d waarin de kleefkracht van de kleeflaag bij de positie van de kleefkracht-verminderende laag wordt voorgesteld door (a), de kracht vereist om de tweede laag af te scheuren wordt gegeven door (b), de kracht vereist om de 20 tweede laag van de eerste laag bij de hechtlaag af te scheuren wordt aangeduid als (c) en de kleefkracht van de kleeflaag buiten de positie van de hechtkracht-verminderde laag wordt voorgesteld door (d).
- 3. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verder een eerste laag, een kleeflaag gelamineerd op een hoofdoppervlak van genoemde 25 eerste laag, een afpelmiddellaag gelamineerd tussen genoemde eerste laag en genoemde kleeflaag die ten dele is uitgesneden teneinde de eerste laag direkt in contact te brengen met de kleeflaag, en een tweede laag gelamineerd en gehecht op de eerste laag door genoemde kleeflaag omvat, waarbij de tweede laag zodanig is gevormd dat deze na vasthechting op de eerste 30 laag door de kleeflaag bij de positie waar genoemde afpelmiddellaag niet is gevormd kan worden afgescheurd. U. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verder een eerste laag, een kleeflaag gelamineerd op één hoofdoppervlak van genoemde eerste laag, een afpelmiddellaag gelamineerd tussen genoemde eerste laag en 35 kleeflaag die ten dele wordt uitgesneden om de eerste laag direkt met de r* Λ «a> «·. .-r ^ f V H V *·/ V üu * J J rn si -26- * «, ✓ hechtlaag in contact te brengen, een tweede laag gelamineerd en gehecht aan de eerste laag door genoemde kleef laag en een derde laag gelamineerd aan êén hoofdoppervlak van de tweede laag omvat, waarbij de tweede laag zodanig is gevormd dat deze na hechting op de eerste laag door de kleeflaag 5 kan worden afgescheurd bij de positie waar genoemde afpelmiddellaag niet is gevormd.
- 5. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde eerste laag is samengesteld uit een synthetische film.·
- 6. Materiaal volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat genoemde eerste 10 laag is samengesteld uit een polyesterfilm.
- 7. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde eerste laag is samengesteld uit papier.
- 8. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat genoemde eerste laag is samengesteld uit een opgedrukte laag gevormd op het hoofdoppervlak 15 daarvan.
- 9. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde tweede laag is samengesteld uit een metaallaag.
- 10. Materiaal volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat genoemde metaallaag is samengesteld uit een metaalfolie.
- 11. Materiaal volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat genoemde tweede laag is samengesteld uit een laag gevormd door aluminiumfolies te lamineren.
- 12. Materiaal volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat genoemde metaallaag is samengesteld uit een synthetische harslaag gemengd met metaalpoeder.
- 13. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verder een 25 opgedrukte laag gevormd op éên hoofdoppervlak van genoemde tweede laag omvat. 1 b-. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verder een laag omvat waarbij een hoofdoppervlak van de tweede laag is gekleurd.
- 15. Materiaal volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat genoemde tweede 30 laag is samengesteld uit een gekleurde harslaag.
- 16. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een tweede laag is samengesteld uit een afscheurbare synthetische harsfilm.
- 17. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een kleeflaag met was is bekleed.
- 18. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voornoemde kleeflaag is samengesteld uit eenJaag bekleed met paraffine. - 19. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde kleef- 850 2 67 1 A -27- laag is samengesteld uit een harslaag bekleed met een synthetische hars.
- 20. Materiaal volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat genoemde harslaag is samengesteld uit een harslaag bekleed met een urethanhars.
- 21. Materiaal volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat genoemde hars-5 laag is samengesteld uit een harslaag bekleed met een EVA-hars.
- 22. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde kleeflaag 'is samengesteld uit een kleeflaag bekleed met kleefstoffen.
- 23. Materiaal volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat genoemde kleef-laag is samengesteld uit een kleeflaag bekleed met een urethangroep-kleef- 10 stof. 2b. Materiaal volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat genoemde kleeflaag is samengesteld door een polyestergroep-kleefstof te bekleden.
- 25. Materiaal volgens conclusie 3 of h, met het kenmerk, dat genoemde afpelmiddellaag is samengesteld uit een laag bekleed met een siliconhars.
- 26. Materiaal volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat genoemde afpelmiddellaag beeldregels vormt. 2J. Materiaal volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat genoemde derde laag is samengesteld uit een harslaag bekleed met een synthetische hars.
- 28. Materiaal volgens conclusie k, met het kenmerk, dat deze verder een 20 opgedrukte laag omvat gevormd op een hoofdoppervlak van genoemde derde laag.
- 29. Materiaal volgens conclusie b, met het kenmerk, dat genoemde derde laag is samengesteld uit een gekleurde harslaag.
- 30. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een hechtkraeht-verminderde laag door bekleding van was is gevormd.
- 31. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een hechtkracht-verminderde laag door bekleding van een synthetische hars is gevormd.
- 32. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een hechtkracht-verminderde laag is gevormd door poeders te bekleden.
- 33. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een hechtkracht-30 verminderde laag is gevormd door patronen op een hoofdoppervlak van een kleeflaag aan te brengen door bekleding. 3^·. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat op een kleeflaag tijdelijk op een hoofdoppervlak daarvan een losvel is bevestigd. S? * Λ - „ «J ÜS ·/
Applications Claiming Priority (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP20676884 | 1984-10-01 | ||
JP59206768A JPS6183578A (ja) | 1984-10-01 | 1984-10-01 | 貼り替え防止用ラベル |
JP60028542A JPH0664413B2 (ja) | 1985-02-15 | 1985-02-15 | 再使用防止型ラベル |
JP60028543A JPS61186985A (ja) | 1985-02-15 | 1985-02-15 | 再使用防止型ラベル |
JP2854385 | 1985-02-15 | ||
JP2854285 | 1985-02-15 | ||
JP6738185 | 1985-03-29 | ||
JP60067381A JPS61226782A (ja) | 1985-03-29 | 1985-03-29 | 易破壊性貼着材 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8502671A true NL8502671A (nl) | 1986-05-01 |
Family
ID=27458905
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8502671A NL8502671A (nl) | 1984-10-01 | 1985-09-30 | Niet opnieuw opplakbaar plakmateriaal. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US4763931A (nl) |
KR (1) | KR890005291B1 (nl) |
CN (1) | CN85107355A (nl) |
BE (1) | BE903343A (nl) |
CA (1) | CA1267829A (nl) |
DE (1) | DE3534557A1 (nl) |
FR (1) | FR2597405A1 (nl) |
GB (1) | GB2167008B (nl) |
NL (1) | NL8502671A (nl) |
Families Citing this family (50)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB8716342D0 (en) * | 1987-07-10 | 1987-08-19 | Modern Labelling Methods Ltd | Tamper-proof labels |
GB2209994A (en) * | 1987-09-18 | 1989-06-01 | Daimatsu Kagaku Kogyo Kk | Peelable laminates |
US5294470A (en) * | 1988-05-13 | 1994-03-15 | Ewan Frederick R | Tamper indicating containers and seals |
US4998666A (en) * | 1988-05-13 | 1991-03-12 | Frederick R. Ewan | Tamper indicating containers and seals |
US4872705A (en) * | 1988-08-08 | 1989-10-10 | Charles Jones | Confidential post card |
US5153042A (en) * | 1989-05-16 | 1992-10-06 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Tamper-indicating labelstock |
ATE85284T1 (de) | 1989-07-19 | 1993-02-15 | Landis & Gyr Betriebs Ag | Vorrichtung zum aufkleben von heissklebefolien. |
US5582887A (en) * | 1989-08-17 | 1996-12-10 | The Kendall Company | Tamper-evident tape having discontinuous barrier layer |
GB2235176A (en) * | 1989-08-21 | 1991-02-27 | Osaka Sealing Label Print | Method of producing a continuum of labels |
GB2239231B (en) * | 1989-11-25 | 1994-08-24 | Ko Pack | Method and machine for integrated label making and product thereof |
EP0430567B1 (en) * | 1989-11-24 | 1995-03-01 | Ko-Pack Europe Limited | Method for integrated label making |
US5135262A (en) * | 1990-06-20 | 1992-08-04 | Alcan International Limited | Method of making color change devices activatable by bending and product thereof |
US5042842A (en) * | 1990-06-26 | 1991-08-27 | Avery International Corporation | High security label |
US5165725A (en) * | 1991-01-25 | 1992-11-24 | Gollon Peter J | Two-panel tamper-indicating tag |
US5219194A (en) * | 1992-02-28 | 1993-06-15 | Viking Corporation | Security seal |
US5358281A (en) * | 1993-02-10 | 1994-10-25 | Moore Business Forms, Inc. | Security pressure sensitive label |
CA2134521A1 (en) * | 1993-11-02 | 1995-05-03 | Raymond R. Gosselin | Tamper-indicating label |
WO1995029475A1 (en) * | 1994-04-22 | 1995-11-02 | Aquasol Limited | Security label |
BR9508256A (pt) * | 1994-07-08 | 1997-11-18 | Minnesota Mining & Mfg | Filme de múltiplas camadas transparene uso do mesmo e documento ou etiqueta de segurança |
DE69513291T2 (de) * | 1994-08-02 | 2000-05-31 | Sealed Air Corp., Saddle Brook | Originalitäts-klebeband und verschluss |
US5631068A (en) * | 1994-08-02 | 1997-05-20 | Trigon Packaging Corporation | Self-containing tamper evident tape and label |
US5464254A (en) * | 1994-08-29 | 1995-11-07 | Moore Business Forms, Inc. | Fishing license protector |
US5683774A (en) * | 1994-12-09 | 1997-11-04 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Durable, tamper resistant security laminate |
US5510171A (en) * | 1995-01-19 | 1996-04-23 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Durable security laminate with hologram |
US20070065619A1 (en) * | 2003-08-05 | 2007-03-22 | Sellars Neil G | Reactive labels and methods of making and using the same |
US6274236B1 (en) * | 1995-06-12 | 2001-08-14 | National Label Company | Labels and method of making same |
US20070148393A1 (en) * | 2003-08-05 | 2007-06-28 | Sellars Neil G | Reactive labels and methods of making and using the same |
US6613410B1 (en) | 1999-09-23 | 2003-09-02 | National Label Company | Extended wrap label |
AU2204797A (en) | 1996-03-13 | 1997-10-01 | Foto-Wear, Inc. | Application to fabric of heat-activated transfers |
US6786994B2 (en) | 1996-11-04 | 2004-09-07 | Foto-Wear, Inc. | Heat-setting label sheet |
US6875487B1 (en) | 1999-08-13 | 2005-04-05 | Foto-Wear, Inc. | Heat-setting label sheet |
ATE286810T1 (de) * | 1999-08-13 | 2005-01-15 | Foto Wear Inc | Bedruckbares wärmehärtbares etikettenblatt |
DE10022002A1 (de) * | 1999-12-29 | 2001-07-12 | Beiersdorf Ag | Sicherheitsklebeband zum Nachweis des unbefugten Öffnens einer Verpackung |
US6537634B2 (en) | 1999-12-29 | 2003-03-25 | Tesa Ag | Adhesive security tape for detecting unauthorized broaching of a package |
FR2823310B1 (fr) * | 2001-04-05 | 2004-05-14 | Arjo Wiggins Sa | Document autocollant incorporant un dispositif d'identification radiofrequence |
FR2825821B1 (fr) * | 2001-06-11 | 2003-08-22 | Arjo Wiggins Sa | Article de securite adhesif non reutilisable et detectable a distance |
JP2004012552A (ja) * | 2002-06-03 | 2004-01-15 | Lintec Corp | 自己接着性開封表示機能付き管理タグ及びその使用方法 |
US7673909B2 (en) * | 2003-06-03 | 2010-03-09 | L'oreal | Dual-adhesive label for applying to an article, particularly an item of cosmetic product packaging |
US20060182955A1 (en) * | 2005-02-17 | 2006-08-17 | Sellars Neil G | Counterfeit and tamper evidence security labeling apparatus and method of making same |
GB2440124B (en) * | 2006-07-07 | 2010-06-16 | Paul Jacques | Adhesive fastening tape |
DE102008033323A1 (de) * | 2008-07-16 | 2010-01-21 | Tesa Se | Sicherheitsetikett |
DE102009041545A1 (de) * | 2009-09-15 | 2011-03-24 | Schreiner Group Gmbh & Co. Kg | Mehrlagiges Etikett zur fälschungssicheren Kennzeichnung eines Gegenstandes |
FR2955092B1 (fr) * | 2010-01-13 | 2013-07-05 | Bel Fromageries | Boite de conditionnement a ouverture amelioree |
US20130199957A1 (en) * | 2010-10-09 | 2013-08-08 | Joseph D. Franko, Sr. | Packaging components |
CN102248731B (zh) * | 2011-05-11 | 2014-10-29 | 深圳市摩码科技有限公司 | 一种易碎纸的制备方法及装置 |
JP6173769B2 (ja) * | 2013-05-17 | 2017-08-02 | ユニ・チャーム株式会社 | ペット用吸収性シート |
EP3333834A4 (en) * | 2015-08-04 | 2019-03-20 | Yupo Corporation | EASY TO REMOVE LAYER LABEL, METHOD FOR MANUFACTURING SAME, METHOD FOR USING THE SAME, ADHEREE PART WITH EASY-TO-REMOVE LAYER LABEL, AND METHOD FOR ESTIMATING AN OPENING |
KR102048422B1 (ko) * | 2018-04-25 | 2019-11-25 | 노예솔 | 부품점검 및 관리용 식별표시 폴리머 라벨 및 그를 이용한 식별표시방법 |
US12103747B2 (en) * | 2021-06-25 | 2024-10-01 | Apple Inc. | Packaging with tamper-evident seal |
CN113861861B (zh) * | 2021-11-10 | 2022-04-01 | 宁波申山新材料科技有限公司 | 一种双面胶带及其加工方法 |
Family Cites Families (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3221427A (en) * | 1962-04-10 | 1965-12-07 | Trig A Tape Corp | Self-destroying label |
DE1594197A1 (de) * | 1965-07-14 | 1971-02-11 | Compac Corp | Durch Druck anklebbares,mehrlagiges Verbundgebilde aus Papier und Polymerfilm |
CH516203A (fr) * | 1969-11-03 | 1971-11-30 | Rene Durand Jean | Etiquette à couches multiples et son procédé de fabrication |
US3854581A (en) * | 1972-04-10 | 1974-12-17 | Monarch Marking Systems Inc | Pressure-sensitive material and supporting material combination |
US3925584A (en) * | 1972-08-24 | 1975-12-09 | Daiichi Seiyaku Co | Adhesive seal and tape for sealing |
DE2239652C3 (de) * | 1972-08-29 | 1980-10-02 | Daiichi Seiyaku Co. Ltd., Tokio | Klebzettel oder Klebband für Verpackungszwecke |
GB1473491A (en) * | 1974-04-04 | 1977-05-11 | Sterling Labelling Systems Ltd | Self-adhesive label |
JPS5273698A (en) * | 1975-12-15 | 1977-06-20 | Tokyo Electric Co Ltd | Method for preventing exchange of price labels |
DE2613131C2 (de) * | 1976-03-27 | 1984-05-17 | Karl Dr. 2320 Plön Schröder | Folienkennzeichen für Kraftfahrzeuge |
US4082873A (en) * | 1976-11-02 | 1978-04-04 | Monarch Marking Systems, Inc. | Switch-proof label |
US4121003A (en) * | 1977-04-22 | 1978-10-17 | Monarch Marking Systems, Inc. | Tamper indicating labels |
US4345393A (en) * | 1977-09-26 | 1982-08-24 | General Foods Corporation | Peelable on-package coupon and method for making same |
US4184701A (en) * | 1978-02-10 | 1980-01-22 | Monarch Marking Systems, Inc. | Tamper proof label |
GB1562680A (en) * | 1978-03-23 | 1980-03-12 | Link Stick Ltd | Doublesided self-adhesive sheet |
US4230753A (en) * | 1978-07-07 | 1980-10-28 | Stauffer Chemical Company | Pressure sensitive composite article |
US4526405A (en) * | 1982-12-17 | 1985-07-02 | Graphic Resources, Inc. | Label structure |
DE3431239A1 (de) * | 1984-01-25 | 1985-07-25 | Zweckform Werk Gmbh, 8150 Holzkirchen | Sicherheitsetikett zum nachweis des unbefugten oeffnens einer verpackung |
GB2154506B (en) * | 1984-02-20 | 1988-02-24 | David John Instance | Labels and manufacture thereof |
US4608288A (en) * | 1984-08-21 | 1986-08-26 | Joachim Dudzik | Tamper proof label or seal |
JPH05273698A (ja) * | 1992-03-27 | 1993-10-22 | Mitsubishi Paper Mills Ltd | 写真用支持体 |
-
1985
- 1985-09-26 US US06/780,286 patent/US4763931A/en not_active Expired - Lifetime
- 1985-09-27 DE DE19853534557 patent/DE3534557A1/de not_active Withdrawn
- 1985-09-30 KR KR1019850007239A patent/KR890005291B1/ko not_active IP Right Cessation
- 1985-09-30 NL NL8502671A patent/NL8502671A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-09-30 CA CA000491898A patent/CA1267829A/en not_active Expired - Fee Related
- 1985-09-30 GB GB08524031A patent/GB2167008B/en not_active Expired
- 1985-09-30 CN CN198585107355A patent/CN85107355A/zh active Pending
- 1985-09-30 BE BE0/215655A patent/BE903343A/fr not_active IP Right Cessation
-
1987
- 1987-03-04 FR FR8702945A patent/FR2597405A1/fr active Pending
-
1988
- 1988-02-22 US US07/158,744 patent/US4826213A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US4826213A (en) | 1989-05-02 |
FR2597405A1 (fr) | 1987-10-23 |
CA1267829A (en) | 1990-04-17 |
GB2167008B (en) | 1988-11-16 |
CN85107355A (zh) | 1986-06-10 |
GB8524031D0 (en) | 1985-11-06 |
KR890005291B1 (ko) | 1989-12-20 |
US4763931A (en) | 1988-08-16 |
GB2167008A (en) | 1986-05-21 |
BE903343A (fr) | 1986-01-16 |
DE3534557A1 (de) | 1986-04-17 |
KR860003572A (ko) | 1986-05-26 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8502671A (nl) | Niet opnieuw opplakbaar plakmateriaal. | |
US4721638A (en) | Sticking material for preventing resticking | |
NL8600796A (nl) | Gemakkelijk te breken, klevend materiaal. | |
EP1076678A1 (en) | Self-adhesive resealable tamper-evident tape | |
EP1296306A2 (de) | Verwendung eines Sicherheitsklebebandes zum Anzeigen unautorisierter Öffnungsversuche an Versandpackungen | |
EP2283476B1 (en) | Tamper resistant security sealing tape and the process of manufacturing the same | |
JPH0516593B2 (nl) | ||
JPH0516594B2 (nl) | ||
JPS61186985A (ja) | 再使用防止型ラベル | |
JPH0664413B2 (ja) | 再使用防止型ラベル | |
JPH0549115B2 (nl) | ||
JPS61186983A (ja) | 再使用防止型ラベルの製法 | |
JPH0550751B2 (nl) | ||
JPS623283A (ja) | 易破壊性貼着材の製法 | |
JPS61226785A (ja) | 易破壊性貼着材 | |
JPS61226780A (ja) | 易破壊性貼着材の製法 | |
JPH0549116B2 (nl) | ||
JPS61116381A (ja) | 易破壊性貼着材の製法 | |
JPS61186982A (ja) | 再使用防止型ラベルの製法 | |
JPS61226784A (ja) | 易破壊性貼着材 | |
JPS61226781A (ja) | 易破壊性貼着材の製法 | |
JPS6183579A (ja) | 貼り替え防止用ラベル | |
JPS6197685A (ja) | 貼り替え防止用貼着材の製法 | |
JPS623284A (ja) | 易破壊性貼着材 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |